Mark
B Redactioneel Pasen is het moment om de tijd te doden op een woonboulevard, een plaats die voor de gemiddelde veertiger niet te onderscheiden is van Elysium. Een paar mensen in de top van de woonboulevardmaffia hadden besloten dat het tijd was voor meer klandizie en dus werd een gigantische actie gelanceerd: de zogenaamde smijtweken. Alle meubels werden de boulevards over gegooid. Het effect was echter niet zoals verwacht. Wat men omhoog gooit, komt immers neer en gevallen kabinetten en banken zijn misschien nog wel toonbaar, maar niet meer altijd even bruikbaar. Ook de, nu in het ziekenhuis verblijvende, mikpunten van de smijtweken bleken hun klantenkaart opeens op te zeggen. Dit politieke en ook wat economische verhaal lijkt los te staan van Leonardo, maar niks is minder waar. Ook Leonardo, of eigenlijk de Bode, verkeert in economisch roerige tijden. Of laat ik het zo stellen: door een paar piepkleine miscalculaties was de vorige Bode niet helemaal volgens begroting, wat verklaart waarom deze Bode nog iets goedkoper aandoet dan de vorige. Wat het politieke vaarwater van Leonardo betreft? Tja, wellicht dat Leonardo het volgend jaar met een enkel bestuurslid moet stellen, want het enige bestuurslid dat haar klantenkaart definitief wil behouden is Imma Six. De penningmeester van de mediacie heeft zich achter zijn oren gekrabd. Daar schoten wij verder weinig mee op en daarom draait onze commissie zonder vaste penningmeester. Enig nadenken leidde ons echter tot de conclusie dat het tijd was iets aan de financiën van Leonardo te doen: tijd voor winst. Daarom vindt u in het centerfold van deze bode een poster met daarop één of meerdere (afhankelijk van welke van de drie versies u hebt) Leoproducten. Stuk voor stuk zijn het hoogwaardige producten die iets kunnen toevoegen aan uw leven. Ook de prijzen zijn zeer gunstig. Dus profiteer vandaag nog!
2 Da Vinci Bode
uiten is iedereen carnaval aan het vieren, dus voor de drager van de eervolle taak van voorzitter is het tijd om een voorwoord te schrijven. Nou is dat op zich niet zo lastig, opsommen wat er de afgelopen periode gebeurd is. Maar ik kan dat natuurlijk niet doen zonder tenminste een poging te wagen om te concurreren met het hiernaast te lezen redactioneel. En dat is moeilijk, zo zonder dat je weet wat er in staat. Wat is er de afgelopen tijd allemaal gebeurd? Zoals je ongetwijfeld is opgevallen heeft Leonardo lekker warme sjaals te koop, uiteraard met de Vitruvian Man erop. Geen overbodige luxe deze winter! Verder is de symposiumcommissie succesvol begonnen met een symposium volgend collegejaar. Het bestuur doet haar best Leonardo professioneler te maken, bijvoorbeeld door brieven en mails te verbeteren en te uniformeren. Ook heeft het idee geleefd om de statuten – de regels van de vereniging – te herzien, maar vanwege de kosten is daar helaas van afgezien. Er is een algemene ledenvergadering geweest waarbij het halfjaarverslag besproken is en de contributie voor alumni voor volgend jaar is herzien. En natuurlijk zijn er ook allerlei leuke activiteiten geweest zoals de pokerborrel, het lasergamen (in beide spellen blijk ik niet bijzonder goed te zijn), de Pitcher Party’s, vanuit Olympus de filmnacht en – als ik het zelf mag zeggen – een geslaagde Leonardoverjaardag in de vorm van de Dieslunch. Genoeg mogelijkheden tot studieontwijkend gedrag dus, maar ook wat betreft studieverbreding waren er mogelijkheden zoals een documentaire en een lunchlezing. Je zult je afvragen, is al het goede dan reeds achter ons? Neen! Er komt nog een brede selectie leuke activiteiten aan. Het gala, Sound of Science, een eerstejaarsfeest, meer edities van het eten in de zuidkantine en niet in de laatste plaats: de studiereis naar Israël! Het bestuur zal de resterende tijd onder andere benutten door het schrijven van een nieuw meerjarenplan zodat Leonardo een goede en niet te schommelige koers kan aanhouden en door kan gaan een steeds leukere en nuttigere vereniging te worden. Nou, mijn literaire talent zal mijn concurrentiepositie met het redactioneel niet versterken, inhoudelijk zijn het ook voornamelijk bekende zaken waar jullie ook bij waren, maar gelukkig heb ik een opvallende locatie op de bladzijde, dus lezen veel mensen dit toch sneller! Mark Verleg Voorzitter Leonardo, 2009-2010
jr.#4 ed.#2
Inhoud... IN DEZE BODE Agenda Post-it Activiteiten Centerfold Colofon
LEONARDO IN DE PREHISTORIE NATUURLIJK
Large Hadron Collider
MYSTERY GUEST Amai...
EN ONDERTUSSEN BIJ DE REISCIE... KEUZEVAKRECENSIE Chemie en fysica van de atmosfeer
LATEN WE DE PAASHAAS HELPEN PAASPERIKELEN DE KRACHT ZIJ MET U... ...word bestuurslid
STUFI- WEL OF NI? LEONARDO - CARRIÈRE LEONIE
Take my advice...I don’t use it anyway
SJAAK AFHAAK met Kwafo Acquaah Arhin
CRYPTO
# 4 4 5 14 27
6 8 10 13 16 17 18 19 22 23 25 26 27 Da Vinci Bode
3
Agenda ..................................................... Week 15 preBeestFeest-Borrel 15-04 BeestFeest 15-04 ..................................................... Week 16 Ladies’ and Men’s Night20-04 Symposium Reiscie 21-04 Batavierenrace 24-04 ..................................................... Week 17 Hawaii-Cocktail borrel 26-04 Sound of Science 27-04 Eerstejaarsfeest 28-04 Studiereis 29-04 ..................................................... Week 19 Bedrijsbezoek NXP 12-05 ..................................................... Week 20 Gamesborrel 18-05 ..................................................... Week 21 Culturele Avond 25-05
4
Da Vinci Bode
Post-it
Leonardo-Shop
Activiteiten Sushicursus
(05 januari)
Na veel aandringen van Anja was het haast onvermijdelijk: er moest en zou een sushicursus komen. Op 5 januari was het zover, voor het eerst in Leonardo’s geschiedenis werd er een cursus sushi voor beginners gegeven. Onder begeleiding van de sushichef, die tevens boodschappenjongen was, leerden de deelnemers de basis van sushi maken. Na het voorbereidend werk en een kleine demonstratie mocht iedereen een poging wagen aan zijn eigen sushirol. Dat ging redelijk geslaagd, slechts één van de aanwezigen lukte het niet. Een tip voor de leken: enkel sushi als avondeten is voor de beginner niet weggelegd! Om toch de Oosterse sfeer aan te houden, werd er eten afgehaald bij de lokale Chinees. Al om al was het een zeer gezellige avond. Maar geen idee of iemand al profijt heeft gehad van zijn nieuwe vaardigheden.
Diner Rouler
(10 februari)
Op woensdag 10 februari was het onrustig aan de Berg en Dalseweg. Op drie adressen waren in totaal zes koks bereid een heerlijk maaltje voor steeds wisselende gasten te bereiden. De gasten (in totaal tien!) moesten tussen de gerechten door van huis wisselen en dat viel nog niet mee met die sneeuwbuien en kou. Als één van de koks prees ik mijzelf daarom gelukkig dat ik lekker in mijn eigen warme huis kon blijven. Het koken zelf was ook wel een klus. Vooraf kregen de gasten een befaamde ‘garnalenboot’. Als hoofdgerecht was daar de eenvoudige doch lekkere pasta en ijs met (verse) vruchten was het nagerecht! Natuurlijk liep het uit, omdat we door sommige mensen (ik zal het geheim houden: Jos en Hai Yin) niet eens op tijd konden beginnen. Dit was toch niet zo’n probleem en uiteindelijk at iedereen zijn buikje rond. De gasten vonden het zelfs lekker, althans, dat zeiden ze. Na het eten hebben we nog even nageborreld en daarna kon iedereen verzadigd naar huis! Kortom: veel mensen + eten = gezellig = topavond!
Da Vinci Bode
5
Leonardo in de Prehistorie Door: Imma Six HOEWEL DE OPLEIDING EN LEONARDO BEIDE NOG NIET LANG BESTAAN, IS HET LEUK IETS TE VERTELLEN OVER DE HISTORIE EN DE VOORAL DE PREHISTORIE VAN ONZE STUDIEVERENIGING. OP 13 JANUARI 2003 IS ‘STUDIEVERENIGING VOOR NATUURWETENSCHAPPEN TE NIJMEGEN LEONARDO DA VINCI’ OFFICIEEL OPGERICHT, MAAR TOEN BESTOND ER AL JAREN EEN ONOFFICIËLE LEONARDO. ZELF BEN IK HIER NATUURLIJK NIET BIJ GEWEEST EN DE BENODIGDE INFORMATIE HEB IK UIT HET ARCHIEF, OUDE BODES EN EEN STORTVLOED AAN GEGEVENS UIT MAILS VAN ALUMNI. Met dank aan: Saskia Bruijn, Kjeld Janssen en Vincent Breukels
De prehistorie In de eerste jaren van haar bestaan was de opleiding natuurwetenschappen een ‘bovenbouwstudie’: pas vanaf je tweede jaar kon je nw studeren. In 1997 waren er 4 nw’ers, het jaar daarna kwamen er nog 15 bij. Het curriculum was toen nog niet heel verfijnd en de studie was buitengewoon zwaar. Eigenlijk kwam het erop neer dat je twee studies tegelijk deed, met de nodige roostertechnische ongemakken. Deze bovenbouwers waren hele goede studenten en veel van hen gingen dan ook voor een dubbele doctoraal. In die tijd was er al iets van een ‘studievereniging’, maar die stelde niet zo veel voor. ‘Leonardo’ is al door de eerste bovenbouwers bedacht. Ton van Niftik heeft in een eerdere Bode gezegd dat hij penningmeester geweest was, maar wist zo snel niks te noemen wat ze organiseerden. De bovenbouwers bleven natuurlijk lid van de studievereniging van de studie waar ze
6 Da Vinci Bode
begonnen waren. Natuurwetenschappen is niet lang een bovenbouwstudie gebleven. Toen de eerste lichting eerstejaars kwam, organiseerde Leonardo een eigen introductie, waarbij ze meededen met de leukste activiteiten van biologie, scheikunde en natuurkunde. Van de drie mentoren was één een bioloog. Sigma heeft het toen klaargespeeld de nw-kindjes bij hen in te schrijven. Maar omdat de nw’ers veel andere vakken hadden en hun eigen Leonardo, zijn ze nooit echt actief geworden bij Sigma. Via Hans ter Meulen, de oprichter van de studie, regelden de nw’ers een eigen kantine, of beter gezegd, een eigen hok in het oude gebouw van de FNWI. Later, toen er al twee lichtingen eerstejaars waren, verhuisden ze naar een grotere kantine, die maar liefst 2/3 van het oppervlak van de Zuidkantine besloeg! Men wist zelfs een verbouwing van ongeveer 14.000 gulden los te maken van de faculteit (die blijkbaar nog niet blut was). Kantineverkoop ging -net als nu in Noord en Zuidop vertrouwen: je gooide 50 cent in een snoepblik en pakte dan een biertje. Hierbij moet voor de volledigheid vermeld worden dat ook de andere studieverenigingen in die tijd een eigen kantine hadden; de nw’ers wilden op dat punt natuurlijk niet achterblijven. Vincent Breukels (en de anderen waarschijnlijk ook) vindt het ‘eeuwig zonde’ dat studieverenigingen niet meer allemaal hun eigen kantine hebben. Beroemd (of berucht) was de pret-met-frituurvet-borrel. Allerlei snoep uit de snoepautomaat (marsen, drop) werd voorzien van een jasje van bladerdeeg en gefrituurd. Na afloop dreef de frituurwalm door het hele gebouw, tot in de collegezalen, en bleef nog tot na het weekend hangen. Deze
lucht zal vast enige invloed hebben gehad op de reputatie van nw’ers bij de andere bèta’s. De oudst bewaard gebleven notulen in het archief zijn van een bestuursvergadering op 14 februari 2000. De eerste prioriteit was de officiële oprichting van Leonardo, aldus de notulen. Leonardo was toen nog steeds onofficieel en het ‘bestuur’ werd tijdens een onofficiële ALV benoemd. Er werd gewoon door de kantine geroepen ‘Wie wil in het bestuur?’ en dan kwam er een antwoord: ‘Waarom niet?’, ‘Ik ook’, ‘Vooruit, ik doe het wel’. ‘Vindt iedereen dat goed?’. Natuurlijk vond iedereen dat goed. Het verenigingsgeld werd gewoon op de bankrekening van de ‘penningmeester’ gestald.
De historie Maar het zou nog bijna 3 jaar duren voordat de statuten er echt zouden zijn. Daar waren verschillende redenen voor. Het vastleggen van statuten bij de notaris kost veel geld. Leonardo had dat niet, de faculteit (nog) wel, maar deze moest nog overtuigd worden dat de studie natuurwetenschappen levensvatbaar was en dat bij een volwaardige studie ook een echte studievereniging hoort. Dankzij de onderhandelingen van de toenmalige natuurwetenschappers en de hulp van Hans ter Meulen is de faculteit uiteindelijk overgehaald. Het maken van statuten moet ook best lastig zijn geweest. Toenmalig voorzitter Kjeld Janssen had in de statutencommissie van twee andere verenigingen gezeten. Men wilde niet domweg statuten kopiëren, maar deze aanpassen aan de situatie en het karakter van de vereniging. Op 13 januari 2003
zijn Kjeld en Sandy Mattijsen naar de notaris gegaan om de vereniging op te richten en de statuten vast te leggen. Daarna moest de vereniging startkapitaal opbouwen. De oplossingen waren eenvoudig: eenmalig 20 euro contributie vragen en hamburgers verkopen. Bij de Makro werden übergoedkope hamburgers voor zo goed als niets ingeslagen, in een piepklein oventje opgewarmd en voor 50 cent verkocht. Het waren vieze dingen, maar het liep storm! Dat we nu een professionelere verenging zijn, is mede te danken aan AJ Campagne. Hij heeft
twee jaar in het bestuur van Leonardo gezeten en keek de kunst af van Phocas. Er kwamen gedrukte boekjes voor de ALV’s en er werd een logowedstrijd uitgeschreven, gewonnen door Julian Tramper. Pas later is nw in het cluster moleculaire wetenschappen terechtgekomen. Omdat daarbij volgens de studenten het wiskundeniveau verlaagd werd naar dat van scheikunde en de aansluiting met natuurkunde in gevaar kwam, werd een handtekeningenactie gehouden. Helaas was het om roostertechnische redenen niet tegen te houden.
Dat Leonardo nu een kleine, maar toch actieve vereniging met een eigen karakter is, hebben we dus mede te danken aan de inzet en het initiatief van onze voorgangers. Het is aan voort tebouwen op de fundamenten die zij hebben gelegd, maar ons ook aan te passen aan de huidige situatie. Ik hoop dat in de toekomst nog vele natuurwetenschappers van onze vereniging mogen genieten en dat iedere generatie op zijn manier bijdraagt. Leonardo is nog niet af: er kan nog veel verbeterd worden.
Da Vinci Bode
7
Natuurlijk
Large Hadron Collider: Einde van de mensheid of begin van de waarheid? Door Esra te Brinke SEPTEMBER 2008. DE WERELD WAS IN PANIEK. DE LARGE HADRON COLLIDER, DE NIEUWE DEELTJESVERSNELLER IN GENÈVE, WAS KLAAR VOOR GEBRUIK EN UIT ALLE HOEKEN EN GATEN KWAMEN BEWERINGEN DAT DE EXPERIMENTEN DESASTREUZE GEVOLGEN ZOUDEN HEBBEN VOOR ONZE PLANEET. HET CERN, DE INITIATIEFNEMER VOOR DE BOUW, EN HAAR SUBSIDIEGEVERS WERDEN ZELFS TEVERGEEFS VOOR DE RECHTER GESLEEPT OM EXPERIMENTEN TE KUNNEN TEGENHOUDEN, VOORDAT DE AARDE ZOU VERGAAN. MAAR TIJDENS HET EERSTE EXPERIMENT GEBEURDE IETS HEEL ANDERS: HET REUSACHTIGE APPARAAT GING KAPOT. RUIM EEN JAAR LATER WERKTE HET PAS WEER EN DE VERWARRING WAS DAARMEE TERUG. INMIDDELS IS HET VOOR DE GEWONE MAN NOG STEEDS NIET DUIDELIJK: IS DE LHC VEILIG?
D
e Large Hadron Collider is uiteraard niet zonder meer in gebruik genomen. Sinds het begin van de ontwikkeling van de deeltjesversneller zijn twee veiligheidsrapporten gepubliceerd die alle mogelijke gevaren van botsingen tussen deeltjes belichten. Het meest bekende doemscenario dat hierin wordt uitgewerkt is het ontstaan van een zwart gat, dat de gehele aarde opslokt. Maar er zijn ook andere theorieën. Zo zou een ‘strangelet’ kunnen ontstaan, een stukje materie met ongewone eigenschappen, dat alle normale deeltjes ook in ‘strange-materie’ omzet in een razendsnelle kettingreactie. En misschien schuilen er nog wel meer gevaren in Genève, waar wij nog helemaal geen weet van hebben. Doemdenkers nemen graag aan dat alles mogelijk is. Maar is dat wel echt zo?
8 Da Vinci Bode
De verwoestende speldenknop Een zwart gat kennen we als een zeer grote, maar uiterst compacte massa. Een exemplaar met dezelfde massa als de maan heeft bijvoorbeeld een doorsnede van 0,14 millimeter. Het zwarte gat slokt alles op dat te dicht in de buurt komt, zelfs licht kan niet ontsnappen. Daarom nemen wij alles binnen een bepaalde straal rondom het gat waar als zwart. Deze straal wordt dan ook waarnemingshorizon genoemd. Als massa binnen deze horizon komt wordt het opgenomen en het groeit het gat. Maar de massa van een zwart gat neemt ook constant een beetje af, wat bekend staat als verdampen. De oorzaak hiervan is Hawkingstraling. Stephen Hawking formuleerde in de jaren ’70 een theorie, waarin hij berekende dat een zwart gat een vorm van straling uitzendt. Hij beredeneerde dat overal en op elk moment uit het niets een deeltje en een antideeltje kunnen ontstaan, die na uiterst korte tijd weer samengaan en elkaar daarmee weer opheffen, waardoor ze niet waarneembaar zijn. Als het ontstaan van zulke deeltjes echter gebeurt op de waarnemingshorizon van een zwart gat, kan het gebeuren dat één van beide door het gat wordt opgenomen, terwijl het andere ontsnapt.
Zo zendt het zwarte gat als het ware een deeltje uit. Dat deeltje neemt veel energie mee, omdat het zich aan de zwaartekracht onttrekt. Volgens Einsteins formule E=mc2 kan energie worden omgezet in massa. Dit is ook het geval in een zwart gat. Als een zwart gat energie verliest door deeltjes uit te zenden, verliest het dus massa. Dit verdampen gaat gemakkelijker en dus sneller naarmate het gat kleiner is. Vooral dit laatste is cruciaal voor zwarte gaten die eventueel in Genève zouden kunnen ontstaan. Doordat tijdens de experimenten met enkele elementaire bouwstenen wordt gewerkt, kan een zwart gat dat eventueel hieruit ontstaat de afmetingen van een atoomkern al nooit bereiken. Het verdampt dus meteen: het verlies van massa gaat veel sneller dan mogelijke opname van massa. We hoeven niet bang te zijn dat we in zo’n zwart gat verdwijnen. Vreemde materie De tweede verdachte is een quark. Van de zes soorten quarks zijn alleen de twee lichtste, up en down, stabiel. Deze twee vormen samen alle normale materie. Van de overige vier quarks is degene genaamd ‘strange’ de lichtste en daardoor het minst instabiel. Deze
Figuur 1. Het verschil tussen normale materie en strange-materie.
kan daardoor, in uitzonderlijke gevallen, samen met de normale quarks afwijkende materie vormen: een klompje van up-, down- en strange-quarks, zoals in figuur 1. Dit wordt strangelet genoemd en is in staat te groeien, doordat het geen vast aantal quarks bevat. Het kan daarom gewone quarks uit zijn omgeving opnemen en zo in strange-materie omzetten. Deeltjes die strange-quarks bevatten zijn al in experimenten aangetoond, maar de omstandigheden in de LHC zijn anders dan in die experimenten en daardoor niet geschikt voor de vorming van deze deeltjes. Bovendien is tijdens de experimenten waarin ze wél werden gevormd, nooit iets gebeurd. Strange-quarks zijn namelijk zo instabiel, dat strangelets binnen enkele nanoseconden nadat ze zijn gevormd radioactief vervallen, en weer normale quarks vormen. Ze hebben zo geen kans andere materie te vernietigen. Daarom gaat voor strangelets hetzelfde verhaal op als voor zwarte gaten: de snelheid waarmee ze verdwijnen is veel groter dan de snelheid waarmee ze iets kunnen aanrichten.
Elke seconde ten onder Dat de aarde zelf bestaat, bewijst ook dat er geen reden tot paniek is. Dag in, dag uit is de atmosfeer onderhevig aan botsingen die vergelijkbaar zijn met die in Genève, veroorzaakt door kosmische straling. Grote hoeveelheden deeltjes vallen met enorme snelheden in op alle hemellichamen, ook onze planeet. De energie van de botsingen die hierbij plaatsvinden, kan zelfs oplopen tot 1020 eV, zo’n duizend keer hoger dan de energie van de botsingen in een LHCexperiment. Per seconde vinden zo’n 250.000 botsingen plaats in de aardatmosfeer, die vergeleken met een LHCbotsing even krachtig of krachtiger zijn, dus 1017 eV of meer. De kans dat de aarde vergaat als gevolg van kosmische straling is dus elke seconde vele malen groter dan de kans dat de deeltjesversneller de boosdoener zal zijn. Als dergelijke botsingen echt zo gevaarlijk waren, hadden we elke seconde al tientallen keren ten onder moeten zijn gegaan. Maar de aarde is al miljarden jaren oud. Bovendien zijn nooit waarnemin-
gen gedaan die erop wijzen dat andere hemellichamen in het niets verdwijnen. Alleen al de Melkweg bevat zo’n 100 miljard sterren. Elk van deze sterren is, vanwege de enorme oppervlakte, elke seconde onderhevig aan zo’n 2,5 miljard invallen van kosmische straling met een energie van 1017 eV of meer. Hierbij is nog nooit een allesverwoestend verschijnsel waargenomen. Eventuele andere gevaren dan zwarte gaten of strangelets zijn daarmee ook uit te sluiten. De conclusie is duidelijk. Het ontstaan van een zwart gat of strangelet in Genève is onwaarschijnlijk, maar zou daarnaast volstrekt ongevaarlijk zijn. Bovendien sluiten waarnemingen aan kosmische straling gevaar uit. Met de Large Hadron Collider kan het CERN veilig proberen weer wat dichter bij de waarheid te komen.
Da Vinci Bode
9
Mystery Guest Amai...
Door Koen van Benthem en Sjors Bakels OOK DEZE EDITIE WEER EEN MYSTERY GUEST. DEZE KEER IS HET MISSCHIEN NIET ZO MOEILIJK ALS ANDERS OM TE RADEN WIE DE MYSTERY GUEST IS, MAAR DAT WIL NIET ZEGGEN DAT ER GEEN DINGEN IN HET INTERVIEW STAAN DIE JE NOG NIET WIST, MAAR WEL ALTIJD AL WILDE WETEN. GENOEG INLEIDING, LAAT HET INTERVIEW BEGINNEN. Hoe zou u uzelf omschrijven? In wat opzicht? Als mens? Ambitieus denk ik. Je hebt verschillende aspecten als mens, het werk zal jullie denk ik het meest interesseren. Ik denk dat ik wel iemand ben die doelen voor ogen stelt en die ook probeert te bereiken. Dat bedoel ik met ambitieus, dus niet dat ik altijd alles wil maar dat, als ik wat wil, dat ik er dan ook wel heel hard voor wil werken en dan ook heel enthousiast ben. En daarnaast kun je zeggen dat ik niet over lijken ga, dat doe ik absoluut niet. Ik zal altijd proberen te kijken, of ik bij wat ik doe niet te veel andere mensen omver heb gelopen. Ik probeer altijd rekening te houden met de mensen om mij heen. Wat en waar hebt u gestudeerd? Ik heb farmacie gestudeerd aan de universiteit van Brussel. Met die opleiding zou ik in een apotheek gaan werken als ik dat zou willen. Maar dat wilt u niet? Dat heb ik nooit gewild. Ik ben direct in het onderzoek gegaan. In die tijd, dat is inmiddels veranderd, had je het apothekersdiploma en daarna kon je zowel in de farmacie als in de research gaan. Ik ben toen in de research gegaan en ik heb een promotie-onderzoek
10 Da Vinci Bode
gedaan in Brussel. Dat onderzoek ging over chemometrie, de toepassing van statistiek op grote hoeveelheden gegevens in de farmaceutische sector. Ik heb ook
onderzoek doen.’ Ik heb ze allebei nodig. Ik zou niet enkel en alleen onderzoek kunnen doen, ik moet er ook ergens een college aan verbinden, maar ik zou het ook af-
Chicago is de meest gevaarlijke stad van Amerika, maar ik heb het overleefd. nog een jaar in Chicago gewoond en daar mijn postdoc gedaan. Chicago is de meest gevaarlijke stad van Amerika, maar ik heb het overleefd. Daarna ben ik naar hier gekomen. Eerst als universitair docent, vervolgens als universitair hoofddocent en tegenwoordig ben ik hoogleraar hier. Wat is het hoogtepunt uit uw carrière tot nu toe? Het hoogtepunt uit mijn carrière zijn twee dingen eigenlijk. Dat was allereerst die postdoc in de Verenigde Staten, en ten tweede, in een soort tweede stadium, is het wel dat ik hier dat hoogleraarschap bemachtigd heb. Ik heb indertijd moeten kiezen tussen het hoogleraarschap in Groningen en hier. Het feit dat ik de luxe had om te kunnen kiezen was voor mij wel een soort overwinning. En wat is dan de belangrijkste reden dat u hebt gekozen voor Nijmegen? Het soort onderzoek dat hier was, de onderzoeksmogelijkheden, de collega’s die hier waren en de atmosfeer die er was. Het klikte hier zowel qua onderzoek als qua setting. Had het Groningen geweest, dat had ook gekund, dan was het ook leuk geweest maar uiteindelijk heb ik gekozen voor Nijmegen. En wat vindt u leuker? Uw onderwijstaken of uw eigen onderzoek? Beide, als ik heel lang met onderzoek bezig ben dan zeg ik: ‘En nu wil ik eens onderwijs doen,’ en als ik dan weer in college zit dan zeg ik: ‘Ik wil eigenlijk toch weer
schuwelijk vinden om het hele jaar door onderwijs te geven en verder niks meer te doen. De combinatie is voor mij echt belangrijk. Perioden dat er te veel onderwijs is baal ik ook van, maar als er te weinig is zeg ik ook wel ‘Nou heb ik toch eigenlijk best wel zin om eens iets voor onderwijs te doen.’ Ik geef niet alleen graag colleges, ik doe ook graag de organisatie en evaluatie ervan; zo ben ik met plezier onderwijsdirecteur van moleculaire wetenschappen geweest en zo eigenlijk het hele nieuwe curriculum (inclusief nw) opgezet. Zijn er momenten dat u eigenlijk geen onderwijs meer wilt geven? Ja, als ik voor een zaal eerstejaars sta en bijna moet zwijgen omdat de zaal rumoeriger is dan dat ik ben, dan denk ik: waar doe ik het voor? Dan moet ik even relativeren en zeg ik: ‘Even stil’ tegen de zaal en dan gaat het weer. Maar merkt u ook dat het op bepaalde tijdstippen moeilijker is dan op andere? Ja, op maandagmorgen. Ik heb heel lang op maandagmorgen om kwart voor negen college gegeven en toen was het moeilijk. Ik heb andere colleges die maandag later op de dag waren en dan gaat het aanmerkelijk beter. Studenten hebben werkelijk tijdstippen waarop ze minder zin hebben om college te volgen. U komt niet uit Nederland, woont u in het buitenland en reist u elke dag op en
neer, of hebt u een ‘kamer’? Ik heb hier een woning en ik heb ook in België een woning. Doordeweeks ben ik hier en in het weekend ben ik in mijn woning in België. Op die manier woon en werk ik in twee landen. Vindt u het reizen niet vervelend? Eigenlijk is het juist prettig. Ik ken de route bijna helemaal van buiten, ik kan het bijna op de automatische piloot rijden en het is gewoon een complete deconnect. Ik vind het dus wel prima. Af en toe blijf ik ook wel weekenden hier, als er iets moet gebeuren, ik er in België niet aan toe zou komen om het af te werken. Maar met het reizen heb ik absoluut geen probleem. Ik profiteer van twee landen zeg ik altijd en ik zou geen van beide willen missen. Het is als met de combinatie van onderwijs en onderzoek: als ik in België ben denk ik: ik zou weer eens terug willen naar Nederland, en als ik in Nederland ben denk ik: ik zou weer eens terug naar België moeten gaan. Ik kijk er altijd naar uit. Als ik ga, ga ik er graag naartoe en ik kom ook altijd graag terug. Die situatie ga ik denk ik nog niet rap opgeven. We hebben geprobeerd een afspraak met u te maken, maar u had het erg druk, waar hebt u het zoal druk mee? Op zich heb ik het niet zo veel drukker dan anderen, het is meer dat ik veel externe dingen heb. Als je hier onderzoek doet heb je wel tijd om tussendoor iemand te ontvangen, dan kun je er wel eens een half uurtje of een uurtje tussen, dat is niet het probleem. Het probleem is als je buiten de deur moet. Wij hebben heel veel internationale, Europese en landelijke projecten en daarvan zijn de meetings heel vaak elders en als je elders bent kun je hier niet zijn. Het werk hier stapelt zich dan een beetje op
en op den duur zit dat dan ook helemaal volgepland. Ik heb het dus niet perse drukker, maar een aantal dingen zijn moeilijker te regelen. In januari ben ik bijvoorbeeld met een visitatiecommissie voor scheikunde-opleidingen naar Vlaanderen geweest. Er bestaat een gemeenschappelijke VlaamsNederlandse accreditatieraad. Die raad komt ook hier om elke vijf jaar scheikunde, natuurwetenschappen of wat voor opleiding dan ook goed te keuren en te accrediteren. Dat gebeurt om de kwaliteit te checken. Andersom ga
ik dus ook regelmatig naar Vlaanderen om daar te accrediteren, dat is momenteel heel druk. Momenten dat ik weg ben tussen januari en eind maart zijn waarschijnlijk vanwege een dergelijke accreditatie. De site visits, bezoeken ter plaatse, duren drie dagen. Op basis van rapporten en gesprekken met allerlei mensen, van hoogleraren tot studenten, moet je zien te proberen alle aspecten van het onderwijs te evalueren. Dat is wat nu loopt. Daarnaast kan het zijn dat ik weg ben voor een of ander project waar we aan deelnemen, waarbij we op conferenties ons werk moeten presenteren. Soms heb je ook één of meerdere partners in een project. Iedere partner heeft zijn eigen taak en iedere maand of halve maand komt het hele project bij elkaar om de voortgang te be-
spreken. Dat zijn ook telkens dagen waarop je helemaal bezet bent. Als je de hele dag alles hier zou doen ben je even druk, alleen kan er makkelijker iets tussendoor komen, terwijl als je heel veel dingen extern hebt, je dergelijke dingen moeilijker tussendoor kunt nemen. Hoe bevallen al die externe projecten u? Ze zijn heel leuk. Ik kijk daar echt naar uit, om te kijken hoe ze dat op andere plaatsen doen. Hier intern ken ik natuurlijk welke kwesties er spelen zoals bijvoorbeeld het bindend studieadvies en het studierendement. Ik ben dan heel benieuwd hoe ze daar in België, in die andere universiteiten mee omgaan. Iedereen wil uiteindelijk hetzelfde, je wilt van studenten die hierheen komen als bleukes na vijf jaar mensen maken die iets geleerd hebben, en ook sociaal volwassen geworden zijn. Je wilt kwaliteit afleveren en dat wil iedereen. Er zijn zoveel aspecten, niet alleen inhoudelijke maar ook zelfstandigheid en zelfvertrouwen. Dat bouwen studenten gedeeltelijk zelf op maar het is ook natuurlijk afhankelijk van de omgeving en de mogelijkheden die je schept en van hoe je de ontwikkeling evalueert, apprecieert en pusht. Het lijkt me interessant om te kijken hoe men dat doet op verschillende universiteiten, want het wetenschappelijke programma, dat zal wel. Scheikunde is scheikunde, daar kunnen wat verschillen in zitten, maar hoe ze er educatief mee omgaan en hoe iedereen op zijn of haar manier probeert kwaliteit af te leveren, daar ben ik wel benieuwd naar. Is er een groot verschil tussen Belgische en Nederlandse universiteiten? Dat weet ik nu nog niet, maar daar ga ik binnenkort achter komen! Uiteindelijk zal er geen verschil zijn, want wat er uitkomt is in principe hetzelfde, alleen de manier waar-
Da Vinci Bode
11
op zal verschillen per universiteit. De regelgeving verschilt natuurlijk wel per land, en waar deze voorheen stricter was in België is het nu zo dat het, vooral na invoering van het bindend studieadvies hier in Nederland, in België allemaal wat flexibeler wordt. U doet veel, maar ik neem aan dat u ook wel eens wat tijd over heeft, wat doet u in die vrije tijd? Lezen, familie en vrienden bezoeken, om toch de banden wat aan te houden en ook sociaal bezig te zijn. En wat is eigenlijk het mooiste wat u mee heeft gemaakt in uw leven? Toch wel de geboorte van mijn neefjes en nichtjes, stuk voor stuk is dat toch wel nieuw leven, een nieuwe generatie, en dat is toch wel heel mooi. Uw voornaam is in Nederland niet erg gebruikelijk, hoe dient ze eigenlijk uitgesproken te worden? [zie bij de onthulling van de mystery guest op de laatste pagina] Het is in Vlaanderen een zeer gebruikelijke naam, in iedere klas vind je daar wel een <…>. Mensen denken hier vaak dat het een familienaam is. Het eerste deel van mijn voornaam betekent volksstam en het tweede bewaken, dus eigenlijk bewaakster van het volk. Het heeft dus een betekenis, maar blijkbaar alleen in Vlaanderen. En wat denkt u nou eigenlijk van natuurwetenschappers? Worden wij mensen die alles net niet kunnen omdat we van alle vakken een beetje hebben gehad? Of komt het wel goed? Dat komt wel goed, het is natuurlijk belangrijk dat je de basis hebt van een aantal dingen, maar het belangrijkste is toch dat je leert in het leven te staan en dat je weet hoe
12 Da Vinci Bode
je wetenschap moet aanpakken. De dingen die je nu leert zijn over 10 jaar weer verouderd, daarom moet je leren hoe je je nieuwe kennis eigen kunt maken. Het mooie aan natuurwetenschappen is dat je van de drie disciplines iets meekrijgt, ik vind het dan ook een mooie opleiding en zou ook niet graag zien dat deze verdwijnt in Nijmegen. Het nadeel van natuurwetenschappen is dat je natuurlijk nooit de fysica gehad hebt die een fysicastudent gehad heeft of de biologie van een biologiestudent, daarom is het nog eens extra belangrijk dat je jezelf nieuwe kennis eigen kunt maken.
dan kom je in heel veel andere landen en ben je helemaal vrij, wat natuurlijk ook niet zo is. Uiteindelijk heb ik het dus niet verder gebracht dan Nederland, maar ik ben dus toch wel een klein beetje uitgevlogen. Ik heb trouwens geen spijt dat ik geen piloot geworden ben, het was gewoon een kinderdroom.
Wat vond u vroeger toen u naar school ging het verschrikkelijkste vak? Alle talen, in ons geval was dat vooral Frans, Engels niet zo. En vakken als aardrijkskunde zeiden me ook niet zoveel. Geschiedenis trouwens ook niet, al ben ik dat achteraf wel interessant gaan vinden. Ik was niet iemand die ergens een bloedhekel aan had: het was niet zo dat ik liever in een putje zou zinken dan naar de aardrijkskundeles gaan, want ik besefte toch wel dat het na een uurtje voorbij zou zijn. Zo realistisch was ik dan weer wel.
een hoge toren zijn!Het lijkt me allebei niks, dan nog liever parachutespringen! - Natuurwetenschappen of Scheikunde? Poeh, ik denk dat ik dan toch scheikunde kies, maar het is toch wel een moeilijk dilemma! Ik twijfel toch wel... - Chocolade of drop? Hahaha, chocolade natuurlijk! Ik heb net pas drop leren eten, als einde van mijn integratiecursus! - Thee of koffie? Koffie, thee lust ik niet. - Hond of kat? Hond, ik heb er geen en eigenlijk ben ik er soms wel een beetje bang van, maar met katten heb ik gewoon geen affiniteit. -Experiment of theorie? Theorie, ik heb twee linkerhanden!
En wat was toen u nog een kind was uw droombaan? Wat was dat? Even denken... piloot! Ja, dat wou ik worden. Want
De dilemma’s: - Prins of wit paard? Geef me dan maar een wit paard. - Bungeejumpen of Abseilen? Leg me eens uit wat dat is? - Dat is allebei van een hoge toren af... Het zal eens een keer niet van
En ondertussen bij de reiscie... Door Jos Deurloo
F
lipt het ene commissielid omdat het vervoer nou NOG STEEDS niet geregeld is omdat de ambassade maar op zich laat wachten met haar advies en het allemaal veel te duur is, terwijl een ander commissielid de rest maar achter de ** aan moet blijven zitten om te zorgen dat die hostels nou eindelijk eens geboekt worden. De wetenschappers in ons door geloofsconflicten verscheurde landje blijken niet allemaal in hun mailbox te kijken, en diezelfde geloofsconflicten blijken onze bewegingsvrijheid straks nogal te beperken. Neem maar vast een Rennie mee tegen het opgeblazen gevoel. Om het drama compleet te maken drukt de recessie ook nog eens zijn stempel op de inkomsten uit sponsoring. Ja, het wordt een lekker weekje Israël! Gelukkig houdt de commissie goede moed!
Oké de echte update: het wetenschappelijk deel van het programma is zo goed als rond. Ongeveer negen dagdelen worden aan wetenschap besteed en we bezoeken in ieder geval één bedrijf, mogelijk twee. We kunnen twee nachtjes bij het Weizmann instituut slapen en Milko van der Boom, onze contactpersoon daar, heeft niet alleen een mooi programma voor het Weizmann opgesteld, maar ook contacten met andere universiteiten gelegd. Gouden kerel dus! We zullen in bijna alle grote steden komen, voor wetenschap of cultuur. Daardoor hebben we bijna iedere dag verplaatsingen, en daarvoor hebben we speciaal voor jullie drie hele mooie Peugotbusjes geregeld. Luc-Jan, Sybren en ondergetekende zullen jullie door het Beloofde Land rijden. De meeste culturele bezoeken zullen in Jeruzalem zijn, maar ook in Haifa en het zuiden van het land besteden we daar aandacht aan. In Tel Aviv komt er vrije tijd, want daar kun je
lekker naar het strand en het shoppen schijnt er ook leuk te zijn. Om jullie gerust te stellen: alle hostels zijn geboekt. Op het voorbereidend symposium op woensdagmiddag 21 april zullen de laatste details van het programma bekend gemaakt worden. Het belooft een mooie middag te worden met een bezoek van de Israëlische ambassade, bijdragen van alle deelnemers over de programmaonderdelen en een gezamenlijke maaltijd als afsluiting. Een klein deel van het programma wordt tot op het laatst geheim gehouden, al was het alleen maar om jullie scherp te houden op reis. Waarschijnlijk is er bij het ter perse gaan van deze bode al veel meer bekend, want de ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Zo. Shalom en Salaam Aleikum
Cente
erfold
Keuzevakrecensie Chemie en Fysica van de atmosfeer
LET OP: DIT JAAR IEDERE KEER EEN KEUZEVAKRECENSIE IN DE BODE. EEN LEUKE EN SNELLE HULP BIJ HET MAKEN VAN JE KEUZE! JANNEKE DICKHOUT HEEFT IN HAAR DERDE JAAR CHEMIE EN FYSICA VAN DE ATMOSFEER GEVOLGD. ZIE HIER HAAR ERVARINGEN.
Door Janneke Dickhout
W
ie eens voor iets anders dan pure natuur- of scheikunde wil kiezen, doet er goed aan het keuzevak chemie en fysica van de atmosfeer te kiezen. Nog afgezien van het feit dat het beide richtingen goed combineert, is het ook een onderwerp dat in de studie verder niet aan bod komt. Het vak wordt gegeven door Wim van de Zande. Dat staat garant voor veel enthousiasme en een gevarieerd programma. Ook heeft hij connecties bij verschillende instanties, waardoor er ook gastdocenten langskomen. Klein onhandigheidje is wel dat hij ook wat verstrooid is, waardoor de structuur van het college wel eens zoekraakt. De inhoud van het vak is zeer divers. Als eerste wordt de basis van de atmosfeer behandeld: hoe deze in lagen is verdeeld, hoe hoge- en lagedrukgebieden ontstaan, hoe het komt dat de temperatuur door deze lagen heen fluctueert en hoe
16 Da Vinci Bode
we daar achter zijn gekomen. Ondanks dat dit nieuwe onderwerpen zijn, haakt het terug op veel dingen die al eerder in de studie zijn behandeld. Het geeft een mooi beeld van de toepassing van spectroscopie en enkele natuurwetten uit de colleges mechanica. Als deze basis eenmaal gelegd,
is gaat het vak over op actuele onderwerpen. Klimaatverandering speelt daarbij natuurlijk de hoofdrol. De centrale vraag hierbij is
of het klimaat wel echt opwarmt en waar dat dan door komt. In dit gedeelte komen de gastsprekers hun verhaal vertellen over hun onderzoek naar het klimaat. Als kers op de slagroom bevat deze cursus ook een excursie naar het KNMI. Ook hier krijg je weer een paar lezingen over het klimaat en onderzoeksprojecten. De dag wordt afgesloten met een rondleiding door de gebouwen en de afdeling seismologie. Dit vak is een stukje algemene ontwikkeling waar iedereen wel iets aan heeft. Of je er verder in je studie direct iets aan hebt is de vraag, maar het vak is zeer onderhoudend. Enige minpuntjes zijn het dure boek (dat overigens wel op internet te downloaden is) en de werkcolleges die soms onbegrijpelijk geformueerd zijn. Maar wie daar doorheen kan kijken, krijgt een leuk vak dat zeker de moeite waard is. Daarom krijgt dit vak van mij het eindcijfer 8.
Laten we de paashaas helpen Door: Bram den Teuling en Henk Griffioen
D
e nacht voor pasen. Jaar in, jaar uit laat de paashaas niets aan het lot over. Al sinds de 16e eeuw doet deze langorige jongen z’n rondje. Vroeger was het heel makkelijk om ieder gezin te bezoeken, maar het is jaar na jaar lastiger geworden. Vooral de verstedelijking en de drang van mensen om hun tuintje te asfalteren maken het de laatste jaren lastig om ongezien in die ene nacht alle huisjes met kinderen te bereiken. Dan heb je ook nog eens die flats van tegenwoordig. Hopeloos! Alsof dat nog niet genoeg is worden ook de eieren van de paashaas sneller gevonden. Onze beste vriend vraagt zich al tijden af of het door de oprukkende techniek komt. Worden kinderen al met gsm en TomTom geboren? Of is het met een pijp in de mond? Speurwerk lijkt ze steeds makkelijker te worden. Enigszins melancholisch kijkt de paashaas in de spiegel. “Misschien ligt het wel aan mij. Ben ik ouder geworden? M’n oren beginnen al te hangen, mijn toptijden
liggen ook al ver achter me. Misschien moet ik mezelf wel, net als dat verpauperde mensenras laten berusten op techniek. Mijn evolutie kan hun informatierevolutie niet bijbenen.” Zodoende kwam de paashaas bij ons: de redactie van de DaVinci Bode. “Omdat dit iets voor het neusje van de zalm is. Da Vinci heeft zelf nog ons ei ontworpen en als nw het niet kan, kan niemand het.” De opdracht luidt als volgt: men neme een standaardtuin (Figuur 1), 10 eieren en een jongetje dat gaat zoeken. De tuin is 16x12m. Sommige plekken zijn betere verstopplekken dan andere. In het lange gras, dat overal in de tuin te vinden is, heeft het jongetje 90% kans om het ei te vinden als hij hem tegenkomt. Tegenkomen betekent dat het jongetje zich op 1m afstand bevindt. De jongen heeft dus een Field of View van 1 m. Het kind gaat met een random walk (20 cm/s) door de tuin heen. Als het kind al op een bepaalde positie geweest is, wordt de kans 1/8 kleiner dat hij daar nog eens komt. Het kind gaat nooit terug naar het punt waar hij vandaan kwam (de beurt ervoor).
De struik (4x2m), klimop (2x2m) en de boom (4x4m) hebben slechts een kans van 20% op vinden van een ei als het daar verstopt is. De stenen (4x2m) en vogelverschrikker (4x2m) hebben een kans van 10% op vinden (zie Figuur 2). De opdracht is als volgt: bedenk een manier om de optimale posities van de eieren te bepalen in deze tuin. (e.g. logisch nadenken, simulatie, wiskundige optimalisatie, schatting). Geef van ieder ei de x,y-coördinaten. Bedenk vervolgens een manier om de tijd die het jongetje erover doet te schatten. En geef de geschatte tijd die verstrijkt voor alle 10 de eieren gevonden zijn. Dit lever je in bij de redactie van de wel bekende Bode. Dus antwoord, verhaaltje rondom het antwoord (e.g. hoe je erbij komt en waarom je denkt dat het hout snijdt) en eventueel andere tsjak die je erbij gebruikt hebt. Wij checken daarna het antwoord en degene die de meest optimale ligging heeft verzonnen en wiens geschatte tijd het dichtst bij ons antwoord ligt heeft gewonnen! (En krijgt hele leuke prijzen.)
Figuur 2: Schematische weergave van de kans op vinden in de tuin.
Figuur 1: de tuin.
Da Vinci Bode
17
Paasperikelen Door: Roel van der Heijden
V
roeger eitjes zoeken bij oma in de tuin. Het voorjaar hing in de lucht, maar in plaats van kleurige bloemetjes vonden ik, m’n neefjes en nichtjes felgekleurde eitjes in het plantsoen, achter de regenton en zelfs in de dakgoot van de schuur. Eitjes die daar, naar verluid en vreemd genoeg, door een haas waren neergelegd. Als we zeker wisten dat we er écht geen meer konden vinden, telde mijn vader alle eitjes in het mandje. Tevreden stelde hij vast dat we ze allemaal hadden gevonden. Alsof híj wist hoeveel eitjes de paashaas had verstopt... Dat was toen, maar of het nu komt omdat ik iets kritischer ben geworden of omdat ik op Eerste Paasdag geen eieren meer in m’n tuin vind; die paashaas moet een rare vogel zijn. Het zou logischerwijs ook beter een vogel kunnen zijn, aangezien hij de hele dag met eieren loopt te zeulen. Maar dat terzijde, want mijn volgende (kritische) punten zijn het belangrijkste van dit stuk. Wat is de paashaas? Een marionettenpop van de eierenindustrie, die eens per jaar eieren komt brengen ter promotie van het kippenlegsel? Dat zou natuurlijk kunnen, maar de grote vraag is dan waarom hij ze verstopt. Als meneer de haas wil dat we eieren eten met Pasen, dan kan hij dat mandje toch gewoon voor de deur zetten en aanbellen? Of een andere voor de hand liggend aanvoerkanaal gebruiken, zoals de schoorsteen. Pieten proppen er elk jaar op 5 december immers ook ladingen Intertoys doorheen. Wat de beweegredenen voor de paashaas ook mogen zijn, feit is dat hij veel eieren nodig heeft. Heel veel. Een deal met de legbatterijen zou daarvoor wel van
18 Da Vinci Bode
pas komen. Maar dat zou niet zo verantwoord zijn. Ik hoop dat de paashaas op z’n minst scharreleieren verstopt, en in het ideale geval gewoon vrije uitloopeieren. Helaas kan niemand dat controleren, maar je zou het in een steeds ‘bewuster’ wordend Nederland wel verwachten van een dergelijk publiek figuur als de paashaas. Dat brengt mij meteen bij mijn volgende punt. Want waarom laat de paashaas zichzelf nooit zien? Is hij soms mensenschuw, wat wel een beetje vreemd zou zijn? Hij vertrouwt ze ieder jaar wel miljoenen eieren toe. Ik heb het trouwens wel steeds over ‘hij’ en ‘meneer de paashaas’, maar kan iemand mij vertellen of de paashaas een mannetje of een vrouwtje is? Dan het distributieprobleem. Hoe in hemelsnaam kan één haas zoveel eieren verstoppen? Toen ik ruim 15 jaar geleden met mijn kinderbreintje tegen dezelfde onmogelijkheid van pakjesavond aanliep, hield mijn moeder me met een stalen gelaat voor dat de Sint over wel duizenden hulpsinten kan beschikken, die de ouwe wat lucht geven op deze voor hem ongetwijfeld hectische avond (en daarmee kon ik waarschijnlijk nog wel een jaartje binnen het rijk der gelovigen verblijven). Punt is dat het tot denken stemt. Beschikt de paashaas ook over duizenden hulphazen? Die heeft hij ongetwijfeld nodig voor zijn immense klus. Een andere analogie van de paashaas met de goedheiligman is de verdeling van de werkdruk over het jaar. Ze zijn wel beschouwd maar één dag per jaar echt actief. Wat doet de paashaas de overige 364 dagen van het jaar? Een voor de hand liggend antwoord is eieren schilderen. Knap voor een haas, maar in het geval dat hij er toch in zou slagen, loopt zelfs een haas al snel tegen statistische onmogelijkheden op. Stel, ieder van de ruim 16,5
miljoen Nederlanders krijgt één ei – misschien wel een ernstige onderschatting, want krijgt men in bijvoorbeeld Duitsland geen eitje? – dan moet de paashaas een nijverheid tentoonspreiden waar je u tegen zegt. Ruim 45.000 eieren, elke dag, 364 dagen lang... Ik snap dat er tegenwoordig steeds meer chocolade-eieren opduiken. Aan een haas met een schilderarm hebben we ook niets. Tot slot wil ik de leeftijd van onze lieftallige haas beschouwen. Wikipedia stelt dat de Lepus europaeus in het wild slechts vier tot zeven jaar oud wordt. Dat betekent dat de paashaas alleen in mijn leven al drie tot zes keer de pijp uit moet zijn geweest. De paashaasisten zullen ook hier een Sinterklaasargument van stal halen: de goedheiligman zou nu namelijk al over een illustere leeftijd beschikken van 1740 jaar. Als de Sint het sterflot kan tarten, waarom een haas dan niet? Daar valt weinig tegenin te brengen. Je ziet het: er zijn wat kanttekeningen te plaatsen bij het verhaal van de paashaas. Evenals bij het Paasverhaal van Jezus Christus trouwens, maar dat is weer een andere column. Ondanks mijn kritische overwegingen in dit stuk gun ik de paashaas al het beste en hoop ik dit jaar toch weer plots tegen een beschilderd eitje aan te mogen lopen in het plantsoen.
De kracht zij met u... ...word bestuurslid
DENK JE EROVER VOLGEND JAAR HET BESTUUR IN TE GAAN? GOED PLAN. DE VOORZITTER, SECRETARIS, PENNINGMEESTER ÉN ONZE VERTEGENWOORDIGER IN OLYMPUS VERTELLEN WAT ER ZO LEUK EN LEERZAAM IS AAN HUN FUNCTIE. Voorzitter – Mark Verleg
A
lweer ruim anderhalf jaar geleden ben ik bestuurslid geworden bij Leonardo da Vinci. Sindsdien – om het als een TelSell praatje te laten beginnen, met dat verschil dat het waar is – heb ik er nooit spijt van gehad. Het eerste jaar was ik als commissaris activiteiten verantwoordelijk voor de recreatieve kant van Leonardo; na het vertrek van Casper kwamen daar ook de penningen bij. Dit jaar mag ik de baas spelen als voorzitter van Leonardo, en ben ik daarnaast penningmeester van het jullie wellicht onbekende SOFv. Voordat ik bestuurslid werd had ik er niet echt verwachtingen bij. Voornamelijk omdat ik het nooit echt gepland heb; ik werd een keer uitgenodigd om een vergadering bij te wonen, dat beviel, en toen was ik bestuurslid (min of meer). Tijdens de zomervakantie kan je dan wat verwachtingen maken, maar ja, plannen is iets waar
ik pas tijdens het bestuursjaar mee begonnen ben. Het kostte wel meer tijd dan ik had ingeschat, ik heb er wel vakken door gemist, maar dat was het waard. En je wordt ook vanuit de universiteit enigszins financieel gecompenseerd voor mogelijke vertraging (ongeveer 2,5 extra maanden studiefinanciering). Het is erg leuk om – samen met anderen – alles rondom een activiteit te organiseren, vooral wanneer die succesvol is en bijdraagt aan een leuke studietijd voor leden. Het hoeft niet direct een activiteit te zijn. Het opstellen van een meerjarenplan, het bijhouden van de financiële administratie, het plannen van verbeteringen aan de website; het is (bijna) allemaal een leuke uitdaging waarvan je vrij direct de positieve gevolgen ziet (al is het maar door de negatieve gevolgen wanneer je een fout maakt). Daarnaast is het ook heel gezellig: je leert je bestuursgenoten goed kennen, je ontmoet andere besturen, wisselt ideeën uit en organiseert dingen (en borrelt) samen. En ook (sporadisch!) tot middernacht vergaderen kan best gezellig zijn ;-). Ik heb er ook veel van geleerd. Zoals ik al zei: plannen; ik begon mijn eerste bestuursjaar zonder agenda, maar dat ging niet lang goed. Efficiënte(re) tijdsbesteding; dat werd vanzelf noodzaak. Organisatie; alsof een activiteit niet genoeg is, moeten potentiële bezoekers op de hoogte worden gebracht, moet worden gezorgd dat je opvolgers aan de slag kunnen, etc. Sociaal; zorgen dat iedereen weet wat er gaat gebeuren, spreken voor een groep mensen, het juiste formaliteitsniveau gebruiken in mails… Kennis die je niet direct zal helpen bij je tentamen elektromagnetisme, maar desondanks zeker wel bij de rest van je leven. And now the bad stuff? Het kost aardig wat tijd. Ikzelf ben geen goed voorbeeld, omdat ik het grootste deel van mijn tijd twee bestuursfuncties naast elkaar heb
gedaan. Maar ik denk dat een gemiddelde student wel kan verwachten een vakje per kwartaal te missen, mogelijk soms twee. (Je moet dan wel vanaf het begin van een kwartaal meteen een vak minder doen, want wanneer je vlak voor het tentamen stopt bespaar je geen tijd, die heb je dan al besteed en verspild). Ik heb er meer gemist, maar dat komt doordat een tweede functie disproportioneel veel van je studie afsnoept omdat je vrije tijd al aardig gevuld is door de eerste functie; daarnaast zijn we dit jaar met minder bestuursleden. Dus: het zal je enigszins vertragen, maar de opgedane ervaring is het zeker waard! Spreek eens een aantal afgestudeerden met bestuurservaring. Hoeveel zeggen iets als “nou, dat bestuur was ook nutteloos, had ik maar gewoon doorgestudeerd”? En hoeveel vonden het een onvergetelijke ervaring waar ze nooit spijt van hebben gehad? Misschien is het omdat soort soort zoekt, maar ik ontmoet toch vooral mensen uit de tweede categorie (waar ik ook mezelf toe reken). Secretaris – Imma Six Secretaris is een interessante bestuursfunctie. Omdat je intensief bezig bent met het verwerken van de post en mail, en natuurlijk de notulen van de vergaderingen, heb je goed overzicht van wat er allemaal binnen, maar ook rondom Leonardo gebeurt. De secretaris is vaak degene die namens het bestuur met de leden of de buitenwereld correspondeert, daarom is het belangrijk goed te formuleren. Ik zie er een uitdaging in, datgene wat je wilt zeggen op een beleefde manier te verwoorden, maar wel zo dat de lezer wil doen wat jij vraagt. Ik zit ook namens het bestuur in de mediacie en de educacie. Het mooie van commissiewerk is dat je daarbij meewerkt aan datgene
Da Vinci Bode
19
wat de vereniging haar leden primair wil bieden. Het bestuur biedt de ondersteuning en in de commissies zie je waarvoor je het allemaal doet. Het leukste van alles is dat de leden mijn studiegenoten en dus mijn vrienden zijn. Het afgelopen half jaar heb ik veel natuurwetenschappers beter leren kennen. Waarom heb ik een jaar geleden besloten het bestuur in te gaan? Zoiets zou je van mij, een klein onervaren meisje dat het liefst achter de boeken wegduikt, niet verwachten, en ik had het ook niet van mezelf verwacht. Maar ik besefte dat ik, als ik zou doorgaan als toen, in (niet veel meer dan) 5 jaar zou afstuderen zonder iets anders van de wereld te zien dan vergelijkingen en moleculen. Ik wilde meer van het de wereld ontdekken en het liefst op een enigszins nuttige manier. Bovendien is het belangrijk dat de studievereniging bestaat en in stand gehouden wordt, en dat is alleen mogelijk als de leden zich hier actief voor inzetten. Het oude bestuur was hard op zoek naar opvolgers. En was het de juiste keuze? Ja. Je ontwikkelt vaardigheden die je tijdens colleges niet leert, maar die in je verdere leven wel nuttig zijn. Je maakt dingen mee die je anders niet zou meemaken. Je wordt gedwongen na te denken over dingen
waarover je nooit eerder hebt nagedacht. En je wordt geconfronteerd met het verschijnsel dat je elk uur van de dag bezig bent, en dat je zelfs meer te doen hebt dan er in een dag past. Dat lijkt vervelend, maar ook dat is iets waarmee je vroeg of laat (het liefst vroeg) moet leren omgaan. Het is soms dus best lastig bestuur en studie te combineren, maar het kan. Je hoeft je er niet voor te schamen als je door tijdnood een of meer vakken niet haalt. Een beetje studievertraging is onvermijdelijk, maar je kunt beter wat later, dan als boekenwurmpje, op de arbeidsmarkt treden. Een minder leuke kant van besturen is, naar mijn ervaring, dat ik daarbij ook fouten gemaakt heb. Er zijn bijvoorbeeld de vorige keer te veel Bodes gedrukt omdat de ledenadministratie niet helemaal op orde was. Dat was een duur grapje. Ook heb ik meerdere keren een mailtje de verkeerde kant op gestuurd. Dat is vervelend, maar iedereen maakt fouten je kunt niet alles voorkomen. Tot slot: Door het bestuur van Leonardo in te gaan grijp je een unieke kans op een leerzame manier veel plezier te maken met je studiegenoten. En je kijkt verder dan je neus lang is, iets wat alle natuurwetenschappers eigen is. Penningmeester – Hai Yin Hu Toen ik vorig jaar besloot mezelf kandidaat te stellen voor het bestuur deed ik dat met enkele verwachtingen. Zo leek het me wel een leerzame ervaring en dacht ik dat het wel te combineren was met de studie. Het was eigenlijk een vrij spontane beslissing, voordat ik het bestuur inging had ik weinig ervaring met commissiewerk binnen Leonardo. Toch voelde ik me geroepen toen er kandidaat-bestuursleden gezocht werden.
20 Da Vinci Bode
Al snel viel mijn oog op de positie van penningmeester, vaardigheden in boekhouding komen vast ooit van pas, was wat ik dacht. Bovendien spraken de overige functies mij minder aan. Ondertussen heb ik al wat ervaring opgedaan met het opstellen van begrotingen en het proberen deze aan te houden. Dit laatste maakt een penningmeester niet altijd tot de meest geliefde functie, niet iedereen zal het eens zijn met besparingen! Als verantwoordelijke voor de financiën leer je ook consequent de boekhouding bij te houden. Het is namelijk belangrijk dat de verrichte handelingen geen onduidelijkheden bevatten, voor jezelf maar ook voor eventuele controleurs en opvolgers. Behalve geldzaken kost het nemen en uitvoeren van besluiten, die uit een vergadering voortkomen, een groot deel van je bestuurstijd. Als er besluiten genomen moeten worden kan dat leiden tot een grote discussie, niet iedereen deelt altijd dezelfde visie en als bestuurslid moet je dan elkaar zien te overtuigen. Alles bij elkaar ben ik ongeveer één tot anderhalve dag in de week aan bestuurswerk bezig. Op zich is het te combineren met de studie, hoewel ten koste van een deel van je vrije tijd. Maar je moet natuurlijk niet vergeten ook plezier te heb-
Voorzitter van Olympus en vertegenwoordiger van Leonardo – Mike Koeman Ik heb inmiddels al meerdere columns en epische betogen gelezen van mensen in of aan het einde van hun tweede bestuursjaar. De consensus is over het algemeen, dat het tweede jaar het absoluut waard is, maar dat er in geen geval een derde jaar komt.
Na afgelopen jaar vicevoorzitter van ASV Karpe Noktem te zijn geweest vertegenwoordig ik nu het bestuur van Leonardo in het bestuur van Olympus. Binnen dit bestuur vervul ik de functie van voorzitter. Dat leek een logische stap na het vicevoorzitterschap. Het blijkt een leuk en leerzaam jaar, maar zoals gezegd komt er absoluut geen vervolg.
Het jaar hiervoor heb ik eigenlijk vooral geklaagd over mijn voorzitter (van Karpe Noktem). Ik was van mening dat de betreffende persoon hetgeen wat ik als een relatief makkelijke taak zag slecht uitvoerde, dit jaar heb ik echter hernieuwde waardering voor haar en de functie voorzitter in het algemeen gekregen. Het aansturen van medebestuursleden, het tonen van initiatieven en het je sterk bezighouden met het beleid zijn taken die ik bij de voorzitter vond horen. Deze gaan me naar eigen inzien dan ook vrij redelijk af. Waar ik echter de functie heb onderschat is op het gebied van professionaliteit. Als Olympus, zeker als voorzitter, ben je voor een groot gedeelte bezig met het van dienst zijn van de verenigingen en hun besturen. Omdat daar veel competente en ervaren mensen in zitten wordt daar ook veel van je verwacht. Als gezicht van de vereniging moet je je altijd representatief gedragen, wat voor mij soms een hele uitdaging is. Hierin ligt natuurlijk ook de uitdaging. In het je diplomatisch opstellen ten opzichte van mensen die jou komen vertellen waarom ze het wel of niet eens zijn met het beleid van jouw bestuur en de officiële vaak formele communicatie vanuit het bestuur leer ik een heleboel. Eén van de dingen die ik zo kan waarderen aan het Olympusbestuur is dat ik voor een groot gedeelte beleidsmatig bezig ben. Vorig jaar was ik vooral veel tijd kwijt aan het organiseren van en aanwezig zijn op activiteiten, dit jaar ben ik relatief meer bezig met beleid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het maken van voorstellen over het opbouwen van eigen vermogen. Dit beleidsmatige werk kost relatief maar weinig tijd, maar is wel erg bevredigend. Ik kan mijn Olympus-bestuursfunctie in principe dan ook vrij goed combineren met mijn studie.
BESTUUR
ben: persoonlijk kan ik de Leonardo-activiteiten aanraden. Bestuursleden willen toch laten zien dat ze er zijn en dat kan best gepaard gaan met een gezellige activiteit. Niet alles is even leuk aan bestuurswerk. Zo kan het zijn dat bepaalde periodes erg druk zullen zijn of dat niet alles volgens plan gaat. Maar na regen komt zonneschijn en van je fouten moet je leren.
Da Vinci Bode
21
Stufi- wel of ni? Door: Sjors Bakels
V
rijwel elke student die zelf moet rondkomen zonder al te veel hulp van het thuisfront zal precies weten hoeveel studiefinanciering hij of zij ontvangt per maand. Om rond te komen als uitwonende ontvangt een student per maand een lening van €266,33, voor thuiswonenden is dit €95,61: de basisbeurs. Als de student zijn of haar studie binnen tien jaar succesvol weet af te ronden zal de gehele lening omgezet worden in een gift. Afhankelijk van het inkomen van de ouders hebben sommige studenten ook recht op een aanvullende beurs, een lening die wel terugbetaald moet worden na de studie. Dit geld gaat voor het grootste deel op aan de huur, en een gemiddelde student zal een bijbaantje moeten nemen om rond te kunnen komen. Ook lenen heel erg veel studenten geld bij DUO, de voormalige IB-groep, waardoor ze na hun studie direct met het aflossen van een lening kunnen beginnen. Sinds de invoering van de basisbeurs in 1986 is er altijd al erg veel te doen geweest om de studiefinanciering, ook wel stufi genoemd. Nu de wereld in een economische crisis is beland en het begrotingstekort van Nederland een stuk omhoog is gegaan, moet er drastisch bezuinigd worden. Onze lieve geweldige [red. ex-] minister van Onderwijs, meneer Plasterk, heeft het niet erg op met de stufi aangezien hem dit enkele miljarden per jaar kost. Op het onderwijs moet
22 Da Vinci Bode
20% bezuinigd worden en daarom heeft minister Plasterk alweer (de eerste keer was in 2007, toen werd zijn plan de grond in geboord, maar nu zal
h e t er naar alle waarschijnlijkheid wel doorkomen gezien de bezuinigingen) het plan opgesteld om de basisbeurs te laten vervallen en te vervangen door een lening met rente. Zo krijgt
elke student na het studeren direct een grote lening aan zijn/haar broek (of rok of ieder ander willekeurig kledingsstuk). Belachelijk, zo is het standpunt van vrijwel elke student en er is dan ook al flink gestaakt in o.a. Nijmegen, Rotterdam en Utrecht. Studeren wordt weer iets voor rijkeluiskindjes, is de algemene opinie onder de studenten. Net zoals dit vóór de invoering van de basisbeurs was. Er is echter één hele goede reden om de basisbeurs wél af te schaffen. Een aantal economen stelt, en eigenlijk terecht, het volgende. Studenten zullen over het algemeen na hun studie meer gaan verdienen dan de gemiddelde belastingbetaler. De stufi wordt gefinancieerd door belastingen en eigenlijk kun je dus stellen dat de gemiddelde belastingbetaler meebetaalt aan het inkomen van iemand die meer gaat verdienen. Puur uit de invalshoek van eerlijkheid en rechtvaardigheid is het dus niet meer dan logisch om de stufi af te schaffen. Plasterk verhoogt de drempel om te gaan studeren alleen aanzienlijk, en dát is ook niet goed voor de economie. Nu is het alleen nog maar hopen en wachten op de goed-/afkeuring van de Tweede Kamer. En staken en protesteren natuurlijk, want alles helpt!
Leonardo-carrière Door: Kjeld Janssen KJELD JANSSEN STUDEERDE DE BOVENBOUWOPLEIDING NATUURWETENSCHAPPEN IN DE BIOFYSISCHE RICHTING. NAAST ZIJN STUDIE WAS HIJ DRIE JAAR ACTIEF ALS VOORZITTER VAN LEONARDO. HIJ STUDEERDE AF BIJ MOLECUUL- EN LASERFYSICA. DAARNA BEGON HIJ AAN EEN PROMOTIEONDERZOEK BIJ DE AFDELING ANALYTICAL BIOSCIENCES IN LEIDEN.
E
en tijdje terug vroeg Imma mij als oud-natuurwetenschapper om iets te schrijven voor de Bode, over hoe het me met de studie natuurwetenschappen als achtergrond vergaan is. Oh ja, studeren... intro, rennen naar college omdat de trein weer eens vertraging had, werkcolleges maken, leren voor tentamens, dingen regelen voor Leonardo, colleges skippen vanwege het feestje van gisteravond, nog meer tentamens, een jaar stage in Nijmegen, een half jaar stage in Frankrijk, afstuderen... Alweer meer dan 5 jaar geleden was mijn afstuderen in de Natuurwetenschappen, in de biofysische richting. Toen nw nog een bovenbouw studie was, moest je daarvoor beginnen met een natuurkundepropedeuse, gevolgd door een bovenbouwprogramma van ongeveer fifty-fifty natuurkundebiologie. Ik hoorde van een nieuw opgezet project bij molecuul- en laserfysica, waarbij op basis van Ramanspectroscopie (een techniek die moleculen kan identificeren d.m.v. het meten van hun vibraties) een methode opgezet moest worden om de afgifte van neurotransmitters door een enkel neuron te meten. Met fysische technieken nieuwe mogelijkheden verkennen in de biologie was mijn drijfveer vanaf het begin van mijn studie, met veel
plezier heb ik daar dan ook mijn eindstage in kunnen doen. Daarbovenop kon ik ook in het kader daarvan een half jaar naar een Universiteit in Frankrijk! Een stage in het buitenland is een echte aanrader, niet alleen erg leuk, maar je leert ook veel over jezelf. En dan ben je afgestudeerd, en dan? Nou, daarna kun je kiezen uit het bedrijfsleven, de industrie, leraar, promoveren, een bijstandsuitkering etc. Na enige twijfel over een bijstandsuitkering is het toch onderzoek geworden. Vooral de mogelijkheid om je verder te ontwikkelen, geen zin om me direct in een pak te hijsen in het bedrijfsleven en bovenal de mogelijkheid om leuk onderzoek te kunnen doen gaf de doorslag. In Leiden kon ik beginnen bij een nieuwe professor (hij zat er zelf net 3 maanden), die een analytische-chemie-afdeling aan het opzetten was binnen een biofarmaceutisch instituut, op het eerste gezicht geen heel logische plek voor een biofysicus. Maar gezien het doel van mijn promotie was dat het wel: het opzetten van een meetmethode voor 1 cel. Oftewel het mogelijk maken om volumes uit cellen in de orde van femtoliters (miljardsten microliters) chemisch te analyseren en de enige manier om met dat soort volumes om te gaan is het gebruik van nanotechnologie. Een samenwerking met de TU van Twente werd opgezet, waar ze het vak verstaan van microfabricage. Dezelfde methodes en principes die gebruikt worden om microchips te maken kunnen gebruikt worden om zeer kleine buisjes in glasplaatjes te maken. Klein betekent in dit geval buisjes in de orde van een paar tientallen nanometers diep, zogenaamde nanokanalen. Het eerste jaar was nodig om me in te werken in de eigenschappen van vloeistoffen in nanokanalen, het veld van de nanofluidica en manieren om die te manipuleren,
met name door elektrische velden. Kanalen op die schaal zijn niet zomaar zeer kleine buisjes, iets waar wij al vrij snel tegenaan liepen. Er traden namelijk onverwachte effecten op toen wij met fluorescente moleculen aan de slag gingen. De fluorescentie verdween uit een gedeelte van het kanaal tijdens het vullen. Elk glasoppervlak, van ruit tot bierglas in contact met water is bedekt met silanolgroepen ( -SiOH), die afhankelijk van de pH hun proton afgeven, ongeveer een halve per vierkante nanometer glas. Het fluorescente molecuul waarmee wij werken was wel pHgevoelig, maar we werkten met 1 molair aan buffer dus dat kon het niet zijn. Maar de kanalen waarmee wij werkten, 50 nm diep, bleken zo klein te zijn dat datzelfde halve proton per vierkante nanometer overeenkomt met 67 mM. Hiermee konden wij onze rare effecten verklaren: een molair aan buffer werd gemakkelijk getitreerd door de glaswand van het kanaal! Het verbaasde mij erg dat dit nog niet bekend was, wij hebben dit nieuwe fenomeen samen met een theoretisch model gepubliceerd. Wat nieuws bijdragen voelde echt goed, ik voelde me een echte wetenschapper :). Het was ook heel apart om te realiseren dat er dus in de wetenschap nog zoveel onbekend is en te doen valt.
Da Vinci Bode
23
Goed, een paar jaar verder inmiddels (het schijnt standaard te zijn in het onderzoek dat dingen uitlopen) ging ik verder met de analysemethodes op kleine schaal. Daarvoor moesten nieuwe technieken voor die schaal ontwikkeld worden. In wezen de manipulatie met elektrische velden: iets wat nu zo goed als klaar is om te publiceren. Inmiddels was ook het einde van mijn promotietijd in zicht. In de loop der jaren heeft mijn professor 55 miljoen euro subsidie gekregen voor het ontwikkelen van een nieuwe generatie meetmethodes voor de medische weten-
24 Da Vinci Bode
schap. De afdeling heb ik zien uitgroeien van een handjevol mensen naar rond de 50 mensen. Het idee een meetmethode voor 1 cel te ontwikkelen is een belangrijke onderzoekslijn geworden. Dit gaf mij de mogelijkheid vanaf januari nog 2 jaar te blijven, als post-doc. Want tja, die meetmethode voor 1 cel die moet nog wel af. Terugkijkend op mijn promotie gebruikte ik vooral mijn natuurkundige achtergrond in mijn dagelijks werk, inmiddels aangevuld met kennis van scheikunde. Ik realiseer me dat ik dit ook leuker vind en gel-giet biologie niet mijn ding zou
zijn. Evenmin zou ik niet gelukkig worden van het doen van natuurkunde omwille van de natuurkunde alleen. Mijn fascinatie om zoiets vreselijk ingewikkelds als een cel fundamenteel beter te begrijpen is wel mijn drijfveer en daarvoor is een natuurkundige/scheikundige achtergrond nodig. Ik ben dan ook heel blij dat ik natuurwetenschappen ben gaan studeren. Wat jullie betreft: studeer eens door, er is nog vreselijk veel te doen! Succes! Kjeld Janssen
Leonie
Take my advice..I don’t use it anyway. LEONIE IS DE OPLOSSING VOOR AL JE PROBLEMEN: KLIMAATVERANDERINGEN, MEXICAANSE GRIEP, DE AFWAS, DE DERDE WERELDPROBLEMATIEK, VERSTOPTE WC’S, DE LIEFDE, PLASTERK EN MATLAB. STUUR JE LIEVE, WANHOPIGE OF JE
VRAGEN NAAR L.LAARHOVEN@SCI... EEEH... [email protected] MET ALS ONDERWERP LEONIE.
Hallo Leonie,
Overtuigd was ik, dat ik, door de collegestof en de benodigde wiskunde systematisch toe te passen, zeker tot een oplossing zou komen. Nu ben ik echter tot wanhoop gedreven. Iedere keer dacht ik dicht bij de uitkomst te zijn, nog slechts enkele vergelijkingen uit te hoeven schrijven. Maar iedere keer bleek dit een doodlopende weg te zijn, en moest ik een nieuw pad inslaan. Nu, tijdens zonsopgang, is mijn bureau bedolven onder papier en gumsel, ben ik er nog steeds niet uitgekomen en kom ik tot het besef dat hieruit blijkt dat ik, ondanks mijn inzet, geen goede natuurwetenschapper kan zijn. Moet ik mijn studie, en daarmee mijn leven, opgeven?
anoniem
Lieve anoniem,
Lees eerst zelf je brief nog eens door en tel rustig tot tien… Zie je wat je doet? Je denkt alleen maar aan jezelf. Nergens in je brief heb je het over het regenwoud dat door jou, en door jouw toedoen alleen, langzaam een pijnlijke dood sterft. Hoeveel blaadjes heb je volgeschreven? Wist je dat tijdens het proces om papier te maken 50% van het hout afvalmateriaal is? De troep op jouw bureau, min het gumsel, keer twee, is precies wat jij in een enkele nacht aan regenwoud vermoord hebt. Waarom ben je geen normale student? Bier kost geen regenwoud en om vijf uur dronken naar huis fietsen ook niet. De zonsopgang zie je ook dan, dus daarvoor hoef je ook geen nacht lang door te schrijven. Besef je wel wat er gebeurt als je van het regenwoud een regenboom maakt? Waar moet de pseudomyrmex ferruginea1 voortaan slapen? Denk maar niet dat ze in het regenwoud de daklozenkrant hebben. En wat te denken van de Ixodus Ricinus2, die vroeger volop in het regenwoud voorkwam, maar sinds jij het persoonlijk hebt vernietigd nergens meer vanaf kan springen om toevallige passanten te aderlaten. Een geneeskundige techniek die al in de middeleeuwen werd toegepast. Doordat deze dokter tegenwoordig ontbreekt bij de regenboom worden de andere dieren steeds zieker en zo roei je langzaam de hele voedselketen uit. Die voedselproblemen zien we nu al terug in de derde wereld. En wat te denken van de klimaatverandering die plaatsvindt doordat je het regenwoud hebt laten kappen? Nijmegen aan zee. Nog even en hout is nog schaarser dan aardolie, de derde en waarschijnlijk ook vierde wereldoorlog heb je dan ook nog veroorzaakt. Als je nu nog niet van een brug bent gesprongen wil ik je graag nog wat tips geven over hoe je je leven kan beteren: • Keten je vast aan één van de bomen die de universiteit wil kappen. • Doe je bonten badjas weg en koop een badstoffen van Leonardo da Vinci (€ 21!!) . • Koop iets anders van Leonardo da Vinci (zie centerfold). • Neem een Foster Parents Ixodus Ricinus. • Laat de koelkast langer openstaan, zodat het weer kouder wordt. Mocht dit je niet lukken, stik dan in je gumsel, maar let op dat er geen kinderen in de buurt zijn: zij kunnen zich erin verslikken. 1. Acaciamier, 2.Schapenteek
Da Vinci Bode
25
Sjaak Afhaak: Met Kwafo Acquaah Arhin
Door Imma Six IN DE TIJD DAT HIJ NW STUDEERDE, HEEFT KWAFO ACQUAAH ARHIN EEN ONVERGETELIJKE INDRUK GEMAAKT OP ZIJN BROERTJES, ZUSJES EN MENTORPAPA’S EN -MAMA’S. HIJ WAS EEN BEKWAAM LANTAARNPAALBEKLIMMER EN OP DE PANNENKOEKENBOOT WIST HIJ 10 PANNENKOEKEN (EN 10 PEPERMUNTJES) NAAR BINNEN TE WERKEN. HOEWEL HIJ NU COLLEGE VOLGT IN DE GRIJZE GEBOUWEN AAN DE OVERKANT, VERTOEFT HIJ NOG GRAAG IN HET HUYGENSGEBOUW.
Waarom ben je begonnen aan natuurwetenschappen?
Dit was wat ik al 3 jaar lang wilde, en de reden waarom ik van havo naar vwo ben gegaan. Ik wist het al die tijd 100% zeker. Ik vond biologie, natuurkunde en scheikunde leuk, wiskunde wat minder.
Hoe lang heb je nw gestudeerd? Zes weken. Ik heb SRM1 gehaald.
Waarom ben je gestopt?
Vanwege de wiskunde. Op het havo ging wiskunde goed, maar op het vwo heb ik zitten lamballen onder de wiskundelessen. Daarom is die wiskunde me niet goed bijgebleven. Ik vind nw nog steeds interessant, maar het is te moeilijk voor mij.
26 Da Vinci Bode
Je bent biologie gaan doen, maar nu doe je weer iets anders. Wat eigenlijk?
Planologie, hier op deze uni. Bij biologie heb je veel practicum. In het eerste jaar vond ik dat nog wel leuk. Maar ik hoorde dat je in de hogere jaren nog meer practicum hebt en ik had geen zin om 5 jaar op het lab te staan. Toen ik gestopt was met nw, zat ik met de keuze tussen planologie of biologie, ik vond het allebei interessant. De studieadviseur adviseerde me toen biologie te doen, omdat dat ook op de bètafaculteit gegeven werd en ik dan geen ‘radicale’ overstap hoefde te maken naar de alfafaculteit. Van biologie naar planologie gaat makkelijker dan andersom. Bij bio heb ik een leuke tijd gehad, maar mijn P heb ik niet gehaald.
Was het niet lastig contact te maken met de biologen omdat je hun intro niet hebt gevolgd?
Heb je nog iets aan datgene wat je geleerd hebt bij nw?
Heb je spijt van je keuze om te stoppen?
Dat natuurkunde heel wiskundig is. Ik vond het interessant. Ze vertelden dingen die je al eerder ergens gelezen had, en dan denk je ‘Oh ja, zo zit het precies’.
Hoe kijk je terug op je tijd als nw’er?
Het was leuk. Ik vond het een leuk groepje. En de bètafaculteit heeft een veel mooier gebouw dan de alfa’s. Ik kom hier nog vaak.
Tijdens de intro waren we al een keer samen met de biologen. Nu bij planologie is het lastiger. Dat is gewoon een ander type mensen. Ik kan niet zeggen hoe anders, maar ze zijn wel anders. De natuurwetenschappelijke dingen interesseren hen gewoon niet. Als het over het milieu gaat, vinden ze het saai. Ik vind dat juist interessant. Planologie is heel breed. Ik wil als planoloog naar Ghana en daar adviseren hoe ze het beste het land kunnen inrichten met behoud van de natuur.
Het was een goede keus. Maar ik vind het wel jammer.
Crypto
Colofon Uitgave Leonardo da Vinci April 2010 Jaargang 4, Editie 2, Uitgave 11 Hoofdredactie Koen van Benthem Eindredactie Koen van Benthem, Esra te Brinke, Imma Six Redactie Koen van Benthem, Esra te Brinke, Imma Six, Sjors Bakels, Vincent Jansen, Anja Busemann Omslag en centerfold Anja Busemann, Bart Beckers Medewerkers aan dit nummer Janneke Dickhout, Jos Deurloo, Roel van der Heijden, Mark Verleg, Lutgarde Buydens, Kwafo Acquaah Arhin, Kjeld Janssen, Rianne Lous, Renate Jansen, Renske Rinzema Contact- en redactie-adres t.n.v. Leonardo da Vinci Postbus 9010 6500 GL Nijmegen E-mail: [email protected] Website: www.leoserver.science.ru.nl MysteryGuest: Lutgarde Buydens, met een zachte g
Oplossingen crypto
1. vliegtuigramp, 2. pakijs, 3. achtbaan, 4. sluierbewolking, 5. pedaalemmer, 6. geloof, 7. gereedschap, 8. paddenstoel 9. toonladder, 10. fitness, 11. valkuil, 12. wekkers, 13. parkeren, 14. vuurwerk, 15. radar, 16. ideaal, 17. nagelschaar
1. insect waar criminelen op skaten 2. lekkernij voor in nette kleding 3. goed werk 4. weersomstandigheden voor een huwelijk 5. vuilnisbak die zich betrapt voelt 6. vertrouwen waarvan je een deel in je haar smeert 7. deze plank voor opslag is klaar voor gebruik 8. zetel voor een amfibie 9. muzikale slang die ook in Nederland voorkomt 10. schots monster dat in vorm is 11. twee roofvogels met een list 12. meerdere van deze klokken hangen deels in een boom 13. kunstmatige natuur in hoog aanzien houden 14. klok die het nieuwe jaar aankondigt 15. slee met wielen 16. vindingrijke paling 17. spijker die kan knippen
Da Vinci BodeBode Da Vinci
27 27