1 Toelichting bij onderzoek
Budget impactanalyse IC richtlijn
Jan Sonneveld, MSc Ir. Naomi Nathan, MBA Dr. Jan-Peter Heida
SiRM – Strategies in Regulated Markets Nieuwe Uitleg 24 2514 BR Den Haag Den Haag, 21 juni 2015
2
Managementsamenvatting Om de financiële consequenties van de nieuwe IC-richtlijn in kaart te brengen, is een budget impact analyse (hierna: BIA) uitgevoerd. De BIA berekent de financiële consequenties bij implementatie van de richtlijn. De BIA laat zien dat in de eerste drie jaren samen ruim € 50 miljoen extra kosten worden gemaakt, en in de daaropvolgende twee jaren gemiddeld € 5 miljoen. De toename in kosten is het saldo van een toename aan inzet van artsen (bijna € 15 miljoen per jaar), een afname van de inzet van verpleegkundigen (ongeveer € 40 miljoen per jaar) en toename in kosten voor apparatuur, coördinatie en transport. Hierbij wordt uitgegaan van het volgende scenario: •
De invoering wordt uitgesmeerd over de eerste drie jaar. In jaar 1 wordt 1/3 ingevoerd, 2/3 in jaar 2 en volledig in jaar 3.
•
Alle ziekenhuizen die momenteel IC-zorg aanbieden blijven dit doen (92 locaties).
•
De 92 locaties worden ingedeeld in 30 kern IC’s, 62 basis IC’s.
•
Het aantal IC-transporten in Nederland stijgt van 3.500 naar 6.350.
•
Het weigerpercentage mag maximaal 5% bedragen bij zowel de kern IC’s als de basis IC’s.
•
De formatie van artsen en verpleegkundigen wordt bepaald op basis van de vastgestelde span of control. Hierbij wordt aanvullend rekening gehouden met een beschikbaarheidfunctie, door de formatie te dimensioneren precies tussen het gemiddeld aantal patiënten en het aantal patiënten bij 100% bezetting.
•
Voor extra taken wordt een opslag op de formatie toegepast. Voor intensivisten 15% tot 25% in zowel basis als kern IC’s. Voor verpleegkundigen is dat 10% tot 15%. Het basisscenario gaat uit van respectievelijk 25 en 15%.
•
Er wordt uitgegaan van het huidige aantal patiënten en de huidige ligduur.
De kosten worden onderverdeeld in drie categorieën: (1) kosten per IC, (2) netwerkkosten en (3) implementatiekosten. In de categorie kosten per IC vallen de kosten voor wijzigingen door invoering van de richtlijn voor het aantal artsen en verpleegkundigen en investeringen in apparatuur en inventaris. Netwerkkosten hebben op wijzigingen in communicatie, coördinatie en administratie, en IC-transport. De implementatiekosten zijn eenmalige kosten door invoering van de richtlijn, zoals het sociaal plan. Daarnaast vallen versnelde afschrijvingen van apparatuur en inventaris onder implementatiekosten.
2
In dit rapport beschrijven we de totstandkoming van de BIA. Hierbij worden het toegepaste scenario en de bijbehorende randvoorwaarden toegelicht. De inputparameters en de randvoorwaarden zijn vastgesteld door de richtlijnwerkgroep van de richtlijn “Organisatie en werkwijze op de intensive care voor volwassenen“. De berekeningen zijn uitgevoerd met gegevens van 2012. Aanpassingen aan het IC-landschap sindsdien, zijn niet meegenomen. SiRM heeft niet inhoudelijk bijgedragen aan het opstellen van de richtlijn, maar enkel de effecten van de voorstellen van de werkgroep doorgerekend.
3
Inhoudsopgave Managementsamenvatting........................................................................................................................... 2 1
Introductie .............................................................................................................................................. 5
2
Data ............................................................................................................................................................ 6
3
4
5
2.1
Gebruikte data ........................................................................................................................ 6
2.2
Aanvullen ontbrekende data .............................................................................................. 6
Situatieschets Nederland ................................................................................................................... 9 3.1
Afbakening typen IC ............................................................................................................. 9
3.2
Definitie IC-opname........................................................................................................... 10
Model stap I - Bepalen van het IC landschap .............................................................................. 11 4.1
Verhouding kern/basis ....................................................................................................... 11
4.2
IC-transport ........................................................................................................................... 12
4.3
Weigerpercentage IC’s ....................................................................................................... 12
4.4
Span of control artsen en verpleegkundigen ............................................................. 13
4.5
Dimensioneringsfactor artsen en verpleegkundigen ............................................ 15
4.6
Opslag extra taken intensivisten en verpleegkundigen ........................................ 16
4.7
Groei aantal patiënten en ontwikkeling ligduur ...................................................... 17
Model stap II - Kostencomponenten ............................................................................................ 18 5.1
5.2
5.3
6
IC -kosten................................................................................................................................20 5.1.1
Artsen en verpleegkundigen ...........................................................................20
5.1.2
Apparatuur en inventaris.................................................................................. 21
5.1.3
Infrastructuur ....................................................................................................... 23
5.1.4
Verbruiksgoederen..............................................................................................24
Netwerkkosten .....................................................................................................................24 5.2.1
Communicatie, coördinatie en administratie ...........................................24
5.2.2
IC-transport ........................................................................................................... 27
Implementatiekosten ........................................................................................................29 5.3.1
Eénmalige kosten ................................................................................................29
5.3.2
Desinvesteringen ................................................................................................29
Scenario’s ............................................................................................................................................... 31 6.1
Groei ......................................................................................................................................... 32
6.2
Opslag extra taken medisch specialisten en verpleegkundigen ......................... 32
6.3
Dimensioneringsfactor .....................................................................................................34
6.4
Verhouding kern:basis IC ................................................................................................. 35
6.5
Aantal FTE bij voltijd ...........................................................................................................36
7
Referenties ............................................................................................................................................ 37
8
Bijlagen ................................................................................................................................................... 38 8.1
Geselecteerde ziekenhuizen ............................................................................................ 38
8.2
Onderwerpen buiten de scope ........................................................................................ 41
4
1
Introductie
In mei 2015 is de concept IC-Richtlijn “Organisatie en werkwijze op intensive care voor volwassen in Nederland” gepubliceerd. De implementatie van de nieuwe IC-Richtlijn heeft budgettaire en organisatorische implicaties. Dit document beschrijft de stappen die genomen zijn om de impact van de nieuwe richtlijn op het ziekenhuisbudget vast te stellen, de budget impactanalyse (BIA). Bij het lezen van dit document wordt de richtlijn als bekend verondersteld. In deze BIA worden enkel directe effecten in kaart gebracht. De indirecte en externe effecten worden in dit onderzoek niet meegenomen. We gaan uit van de parameters in de IC Richtlijn. Een aantal onderwerpen valt buiten de scope (zie Bijlage 2). De BIA is gebaseerd op een kostenmodel en heeft betrekking op een periode van 10 jaar. De kosten zijn ingedeeld in kosten per IC, netwerkkosten en implementatiekosten. Voor de BIA heeft de richtlijnwerkgroep een scenario opgesteld. Dit scenario en de effecten daarvan worden beschreven in deze BIA. De BIA wordt berekend door eerst het IC-landschap vaststellen. Nadat het IC-landschap is vastgesteld wordt deze informatie gecombineerd met de kostencomponenten. Het resultaat is de budgetimpact. In dit document wordt stapsgewijs de uitwerking van de BIA beschreven. In hoofdstuk 2 en 3 worden de data en de huidige situatie in Nederland besproken. In hoofdstuk 4 beschrijven we de eerste stap van het model: Het indelen van de huidige IC’s in Nederland naar kern- en basis-IC’s en de parameters die in het scenario van richtlijnwerkgroep zijn vastgesteld. Voor deze nieuwe configuratie van het IC-landschap, berekenen we de impact op de kostenonderdelen van het model. Dit wordt beschreven in hoofdstuk 5. SiRM heeft niet inhoudelijk bijgedragen aan het opstellen van de richtlijn, maar enkel de effecten van de voorstellen van de werkgroep doorgerekend.
5
2
Data
2.1
Gebruikte data
In de BIA wordt gebruik gemaakt van vijf verschillende bronnen: Gegevens Stichting NICE - Deze gegevens bevatten de volgende kenmerken van de IC’s (in 20121): •
Bedden - Totaal aantal bedden per IC
•
Patiënten - Aantal IC-opnames, voor definitie IC-patiënt zie paragraaf 3.4
•
Personeel
•
o
FTE intensivisten
o
FTE intensivisten in opleiding
o
FTE IC-artsen
o
FTE IC-verpleegkundigen
o
FTE leerling IC-verpleegkundigen
SOFA-scores - Voor de BIA is op geaggregeerd niveau een overzicht gebruikt van de verdeling van de SOFA-scores voor een kern en basis IC en de bijbehorende ligduur.
1.
Gegevens Basisset kwaliteitsindicatoren IGZ De basisset kwaliteitsindicatoren IGZ bevat gegevens over de intensive care. Voor de BIA wordt gebruik gemaakt van het aantal FTE geregistreerde intensivisten per ziekenhuis. Tarieven A-segment - Voor de BIA is gebruik gemaakt van de add-on tarieven voor de IC van de NZa (NZA, 2008).
2.
Reistijdenmatrix - De reistijdenmatrix bevat de reistijd in autominuten van een postcode4 (bijv. 1011) naar een ander postcode4 gebied (bijv. 3011). DIS/LMR-registratie - Voor de BIA is gebruik gemaakt van de DIS en LMR registratie. Deze gegevens zijn gebruikt voor het in kaart brengen van het ICtransport en de aanwezige specialismen in een ziekenhuis.
2.2
Aanvu lle n ontb rekende data
De BIA wordt berekend op basis van alle ziekenhuizen in Nederland, in totaal 92 IC’s. Van 53 ziekenhuizen zijn gegevens van Stichting Nice ontvangen. Dit betekent dat 39 ziekenhuizen ontbreken, zie figuur 1. Hiervan nemen 35 ziekenhuizen niet deel aan de 1 Ten tijde van het maken van de BIA waren gegevens over 2012 beschikbaar. Veranderingen sindsdien zijn niet meegenomen.
6
gegevens verzameling van de Stichting Nice en 4 ziekenhuizen gaven geen schriftelijk akkoord voor het gebruik van de data. Figuur 1: Overzicht aanlevering gegevens Stichting Nice Aanlevering gegevens Stichting Nice [ aantal] aantal]
Aantal ziekenhuizen met IC
92
Waarvan niet deelnemen bij Stichting NICE in 2012
35
Waarvan geen schriftelijk akkoord ontvangen data
4
Aantal ziekenhuizen met betrouwbare gegevens via Stichting NICE
53
Deze gegevens worden aangevuld op basis van ziekenhuizen die het meest vergelijkbaar zijn, die wel gegevens hebben aangeleverd. De vergelijkbaarheid wordt in kaart gebracht op basis van de volgende kenmerken: •
Kenmerken ziekenhuis (IC-level, aantal WBMV-vergunningen, omzet ziekenhuis, verhouding overige baten t.o.v. totale baten)
•
Sociaal economische kenmerken verzorgingsgebied (gemiddelde leeftijd, werkloosheidspercentage, percentage allochtonen)
De som van de gestandaardiseerde verschillen in de kenmerken bepaalt welke ziekenhuizen bij elkaar horen. De vijf ziekenhuizen die het meest op elkaar lijken, worden opgenomen in de vergelijkingsgroep. Daarbij is het noodzakelijk dat IC’s van verschillende omvang zijn aangeleverd door de Stichting NICE. Figuur 2 laat de verdeling zien op basis van de omzet van de ziekenhuizen. Hieruit blijkt grote ziekenhuizen vaker data hebben aangeleverd, maar dat iedere omzetcategorie is vertegenwoordigd.
7
Figuur 2: Aanlevering gegevens Stichting Nice per omzet ziekenhuis [EUR, mln]
Aanlevering gegevens Stichting Nice per omzet ziekenhuis [EUR, mln] mln ] 1000 900
Wel aangeleverd
Niet aangeleverd
Omzet per ziekenhuis
800 700 600 500 400 300 200 100 0 Ziekenhuizen
8
3
Situatieschets Nederland
In Nederland telde in 2012 92 IC’s. Deze zijn conform de huidige richtlijn “Organisatie en werkwijze op intensive care-afdelingen voor volwassenen” (CBO, 2006) in Nederland ingedeeld in 3 niveau’s (level 1 t/m 3). In Nederland zijn 43 level 1 IC’s, 24 level 2 IC’s en 25 level 3 IC’s. In bijlage 8.1 is een overzicht te vinden van alle IC’s in Nederland. In figuur 3 staan de IC’s weergegeven in een geografische kaart. In deze kaart staan ook de reistijden naar een IC-weergegeven. Figuur 3 : Overzicht IC’s Nederland
In Nederland zijn 92 IC’s ingedeeld in IC-level 1, 2 en 3 Huidige ICIC -level indeling NL met reistijd
Huidige IC-indeling: 43 level 1 IC’s 24 level 2 IC’s 25 level 3 IC’s
>70 65 - 70 60 - 65 55 - 60 50 - 55 45 - 50 40 - 45 35 - 40 30 - 35 25 - 30 20 - 25 15 - 20 10 - 15 5 - 10 0-5
36
3.1
Afbakening typen IC
De richtlijn stelt ingrijpende wijzigingen voor ten aanzien van de niveau-indeling van de IC’s. Van de huidige indeling van drie niveaus wordt overgegaan naar een indeling in kern en basis.
9
3.2
Definitie IC-opname
Het aantal IC-opnames is gebaseerd op gegevens van de Stichting NICE. Hierbij zijn de volgende exclusiecriteria gehanteerd (figuur 4): •
Jonger dan 16 jaar
•
Minder dan 8 uur op een IC
•
Ontbrekend ziekenhuisontslag
•
Overleden bij opname
In totaal worden 81.219 IC-opnames in de BIA meegenomen. Medium Care patiënten, Brain Care patiënten, Respiratory Care patiënten, Post Anaesthesia Care Unit patiënten (PACU) vallen buiten de scope van dit onderzoek. Figuur 4 : Overzicht definitie ICIC - opnames en verdeling
Aantal ICIC -opnames Totaal aantal IC-opnames
87.877
Exlusief
Jonger dan 16 jaar
303
Minder dan 8 uur op ICU
6.182
Ontbrekend ziekenhuisontslag
100 Verdeling geïncludeerde IC opnames [procent]
Overleden bij opname
73 19% Na cardiochirurgie
Totaal IC-opnames na excl.criteria
81.219
7%
Heropnamen
0%
Brandwonden Overig
74%
10
4
Model stap I - Bepalen van het IC landschap
De BIA wordt berekend door eerst het IC-landschap vaststellen. Dit wordt bepaald aan de hand van de inputparameters. Nadat het IC-landschap is vastgesteld wordt deze informatie gecombineerd met de kostencomponenten. Het resultaat is de budgetimpact. Er zijn uiteraard verschillende configuraties van het IC-landschap mogelijk. Daarom wordt het model 1.000 maal gedraaid. De gepresenteerde resultaten zijn het gemiddelde daarvan. Het betreft dus slechts een schatting van de budgetimpact. De BIA gaat uit van een scenarioberekening. Tijdens de totstandkoming van de BIA zijn verschillende scenario’s gepresenteerd. Het definitieve scenario zoals gekozen door de richtlijnwerkgroep wordt hier besproken.
4.1
Verhouding kern/basis
De BIA gaat uit van de volgende verdeling van IC’s in Nederland: •
Kern IC’s: 30
•
Basis IC’s: 62
Deze verhouding blijft in de BIA over de jaren gelijk. Alle IC’s in Nederland blijven dus bestaan. Het netwerk van IC’s wordt bepaald op basis van het volgende algoritme: 1.
Vaststellen van kern IC’s op basis van IC-verpleegdagen en aanwezigheid van benodigde specialismen in het ziekenhuis.
2.
Berekenen welke basis IC’s in welk netwerk worden ingedeeld, op basis van reistijd.
3.
Indien in een netwerk meer dan 4 basis IC’s per netwerk worden toegerekend, wordt de basis IC die het minste extra reistijd naar heeft naar een netwerk dat niet meer dan 4 basis IC’s in zijn netwerk heeft, toegerekend aan het andere netwerk.
Dit levert in Nederland 30 IC-netwerken op. Het aantal IC’s per netwerk verschilt. Hieronder is het aantal IC’s per netwerkgrootte weergegeven, zie figuur 5.
11
Figuur 5: Overzicht aantal netwerken p er netwerkgrootte
Netwerken per netwerkgrootte [aantal netwerken] 10 7 4
1
4.2
2
3
5
5
4
5
IC-transport
Door de netwerkstructuur in de richtlijn wordt de hoeveelheid IC-transport vergroot. De toename van het IC-transport wordt meegenomen als het gemiddelde van de huidige situatie en het theoretisch maximum aantal transporten: •
Het aantal huidige IC-transporten van ongeveer 3.500 transporten.
•
Het maximum aantal transporten is gebaseerd op de SOFA scores de basis IC overlegt met de kern IC of transport nodig is. Het maximaal aantal IC-transporten op basis van de SOFA-score bedraagt ongeveer 9.200 transporten. Dit is als volgt berekend conform de definities voor de categorieën van de IC Richtlijn met een schatting van het aantal patiënten in die SOFA score categorie dat ook daadwerkelijk wordt overgeplaatst2: o
SOFA score > =12:
80%
o
SOFA score >=10 en < 12: 60%
o
SOFA score >=8 en <10:
40%
o
SOFA score 8:
0%
Dit betekent dat het aantal IC-transporten door ambulance en MICU (zie verder voor verdeling) door implementatie van de IC-richtlijn toeneemt van 3.500 IC-transporten nu naar 6.350 IC-transporten.
4.3
Weigerpercentage IC’s
Het weigerpercentage voor kern IC’s en basis IC’s bedraagt conform de richtlijn beiden 5% %. Volgens de wachtrijtheorie uit het Erlang Loss model (De Bruin et al, 2009) is het weigerpercentage ( ) afhankelijk van: 2
Schattingen aangeleverd door werkgroep IC Richtlijn
12
•
Het aantal bedden:
•
Het aantal patiënten: c
•
De gemiddelde ligduur:
In formulevorm ziet dit er als volgt uit:
=
) ⁄ !
( (
) ⁄ !
Het weigerpercentage, het aantal patiënten en de gemiddelde ligduur is bekend. Op basis van deze getallen kan met behulp van het Erlang Loss Model het aantal bedden per IC worden bepaald. Gemiddeld volgt daaruit een bezettingsgraad van ongeveer 70%. Voor de kleine ICs is dit uiteraard kleiner dan voor grote IC’s (figuur 6). Figuur 6: Verwachte bedbezetting volgens Erlang Loss model.
Bedbezettingspercentage op basis van Erlang Loss Model Grote ICs
Kleine ICs 0%
4.4
20%
40%
60%
80%
100%
Span of co ntrol artsen en verpleegkundi gen
De richtlijn heeft implicaties voor artsen en verpleegkundigen. De span of control bepaalt de inzet van het aantal artsen en verpleegkundigen per patiënt. De span of control is toegepast conform de richtlijn. Hierbij zijn de volgende aantallen gebruikt:
13
Tabel Ta bel 1: Overzicht span of control aantal IC patiënten per functie
Dag
Avond
Nacht
Intensivisten
4
10
12
ICIC-artsen/fellows
3
6
10
ICIC-verpleegkundigen
1,5
1,75
2
Daarnaast zijn de volgende randvoorwaarden gebruikt: •
Voor IC-patiënten is zeven dagen per week overdag een intensivist aanwezig en exclusief beschikbaar voor patiëntenzorg op die IC. De aanname is dat het minimum aantal intensivisten 4,1 FTE bedraagt om hieraan te voldoen, ongeacht het aantal bedden. Deze aanname is bepaald op basis van 24/7 exclusieve beschikbaarheid voor een intensivist voor de IC. In de Arbeidsvoorwaarden Medisch Specialist (AMS) staat omschreven dat de gemiddelde arbeidsduur 45 uur bedraagt. Daarnaast wordt een correctie toegepast voor vakantiedagen en feestdagen. Bovendien is rekening gehouden met het aandeel intensivisten met leeftijd tussen 55 en 60 en boven 60 jaar die een Variflex module kunnen kiezen.
•
De verhouding intensivisten, fellows en ic-artsen blijft gelijk per ziekenhuis. Figuur 7 geeft de verdeling van artsen op de IC weer in 2008 (Nivel, 2008). Deze verhouding is gebruikt voor het basisscenario.
Figuur 7: Verdeling artsen op de IC in Nederland
Verdeling artsen IC N=670 FTE 9%
IC-arts
46%
Intensivist
45% Fellow
14
4.5
Dimensioneri ngsfac tor artsen en verplee gkundigen
De dimensioneringsruimte van artsen is variabel te kiezen. De verdeling van de patiënten fluctueert op de IC. Er dient een keuze te worden gemaakt op basis van welke bedbezetting de formatie artsen wordt vastgesteld. In figuur 8 wordt een fictief voorbeeld gegeven van het aantal patiënten op een IC-afdeling. De dimensionering (
) hangt af van de
ë
volgende waarden: •
De gemiddelde bedbezetting:
•
De maximale bedbezetting:
•
De dimensioneringfactor:
ë ë
In formulevorm ziet dit er als volgt uit: ë
=
ë
+(
ë
−
ë
)∗
Samengevat, zijn er binnen de dimensioneringsfactor 3 mogelijkheden: I.
= 1; Het aantal artsen wordt bepaald aan de hand van het aantal operationele bedden. Het uitgangspunt voor de dimensionering is dan dat het aantal bedden altijd volledig kunnen worden gebruikt.
II.
= 0; Het aantal artsen wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde bezetting. Voor de dimensionering van personeel wordt uitgegaan van een gemiddelde bedbezetting.
III.
> 0 & < 1; Het aantal artsen wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde bezetting. De dimensionering van het personeel ligt tussen het maximum en de gemiddelde bedbezetting in (zie figuur lichtgrijze lijn). De definitieve BIA gaat uit van een dimensioneringsfactor van 0,5. Zodoende is er personele capaciteit om hogere bezetting dan gemiddeld te kunnen verwerken.
15
Figuur 8 : Overzicht Overzicht bedbezettingspercentage en dimensioneringsruimte
•
De inzet van IC-verpleegkundigen wordt bepaald aan de hand van de rekenmethode voor de span of control, zie tabel 2 hieronder.
Tabel 2: Overzicht span of control verpleegkundigen per functie
IC-verpleegkundigen •
Dag
Avond
Nacht
1,5
1,75
2
Inzet van leerling IC-verpleegkundigen die 14 maanden of meer in opleiding zijn, kunnen worden ingezet met een span of control van 1:1. Voordien is dat 1:1. De opleiding duurt 18 maanden. Gedurende de laatste vier maanden draaien de verpleegkundigen volledig mee. Dit leidt tot een besparing op het aantal ICverpleegkundigen. De maximale verhouding IC-verpleegkundigen t.o.v. ICleerlingverpleegkundigen is 4:1.
4.6
Opslag extra taken i ntensiviste n en verp leegkundigen
De opslag voor extra taken voor intensivisten bedraagt 15% tot 25% voor zowel een basis IC als een kern IC. De opslag voor extra taken voor verpleegkundigen bedraagt 10% tot 15% voor zowel een basis IC als voor een kern IC. Deze opslag wordt als volgt toegepast: indien de opslag door de dimensioneringsfactor kleiner is dan het hierboven vastgestelde percentage wordt deze aangevuld. Deze percentages zijn bepaald op basis van een analyse naar niet-patientgebonden taken binnen een IC. Deze analyse is uitgevoerd bij 5 ziekenhuizen, zowel toekomstige basis –als kern IC’s. Voor de intensivisten is hierbij het aantal uren geïnventariseerd voor de volgend extra taken:
16
•
Medisch manager
•
Reanimatie team
•
Spoed interventie team
•
Onderwijs aan IC-artsen en verpleegkundigen
•
Ziekenhuiscommissies (reanimatie, donatie, farmacie, SEH en multidisciplinaire commissies)
•
Afdeling gerelateerde commissies (protocollen, richtlijnen, kwaliteit, apparatuur)
•
Regionale overleggen
•
Post-IC polikliniek
Voor de verpleegkundigen is hierbij het aantal uren geinventariseerd voor de volgende extra taken: •
Teamleider indien in formatie opgenomen
•
Reanimatie team
•
Spoed interventie team
•
Consultatief IC-verpleegkundige
•
MICU-planning/vervoer
•
Seniortaken
•
Inzet ventilation practitioner/verpleegkundig specialist
•
Scholing (ACLS/BLS/ECLS, voorbehouden handelingen, rekentoets, sSymposia en congressen)
•
Werkgroepen (ontwikkeling zorgzwaarte, ICT, roosters en planning, wonden, nefrologie/werkgroep CVVHD, neurologie/delier, deelname DIM/VIM/MIP, CRM training,
ARBO,
beademing,
nazorg/poli,
lijnsepsis,
materialen,
kindermishandeling/huiselijk geweld, hemodynamiek, research, donatie Op basis van deze inventarisatie is het aantal uren aan extra taken vergeleken met het aantal uren patiëntgebonden taken.
4.7
Groei aant al patiënt en en ontwikkeling ligduur
In Nederland worden per jaar ca. 76.000 patiënten opgenomen op een IC-afdeling (NIVEL, 2008). Als gevolg van demografische ontwikkelingen is de verwachting dat in de periode 2006-2021 het aantal IC-patiënten jaarlijks toeneemt. Dit wordt mogelijk weer gedempt door andere ontwikkelingen. Voor de BIA is gekozen om geen groei mee te nemen. Dit is ook gedaan om de getallen te kunnen interpreteren als vergelijking met de situatie in 2012,
17
Het aantal behandeldagen op de IC’s in Nederland bedraagt naar schatting 275.000 (NIVEL, 2008). De afgelopen jaren is een daling van de gemiddelde ligduur zichtbaar op de IC. In de richtlijn wordt uitgegaan dat de ligduur vanaf nu stabiel blijft.
5
Model stap II - Kostencomponenten
De
kosten
bestaan
uit
3
kostencategorieën,
IC-kosten,
netwerkkosten
en
implementatiekosten. Deze bestaan vervolgens uit kostencomponenten. In figuur 9 is een overzicht weergegeven van de kostencomponenten. Figuur 9: Overzicht kostencomponenten kostencomponenten
De kosten bestaan uit de volgende kostencomponenten Kostencomponenten BIA ICIC-richtlijn •
ICIC-kosten o Artsen o Verpleegkundigen o Apparatuur en inventaris o Infrastructuur o Verbruiksgoederen
•
Netwerkkosten MICU o Communicatie, coordinatie en administratie transporten o IC-transport
•
Implementatiekosten o Eénmalige kosten o Desinvesteringen
•Aantal
•Weigerings kans IC
18
De totale budgetimpact is een optelsom van de kostencomponenten. In figuur 10 is de budgetimpact weergegeven na invoering van de richtlijn. De budgetimpact is berekend voor 10 jaar. Er is vanuit gegaan dat de nieuwe situatie na 3 jaar is gerealiseerd. De BIA laat zien dat in de eerste drie jaren samen bijna € 50 miljoen extra kosten worden gemaakt, en in de daaropvolgende twee jaren gemiddeld € 5 miljoen. De toename in kosten is het saldo van een toename aan inzet van artsen (bijna € 15 miljoen per jaar), een afname van de inzet van verpleegkundigen (ongeveer € 40 miljoen per jaar) en toename in kosten voor apparatuur, coördinatie en transport.
18
Figuur 10: 10: Totale budgetimpact in miljoenen euro’s per jaar na invoering richtlijn.
€ 22 € 15
€ 12 €4
€5
€2 €0
t=1
t=2
t=3
t=4
t=5
t=6
€3
-€ 3
t=7
-€ 3
t=8
t=9
t=10
De kostencomponenten worden in dit hoofdstuk per component beschreven. Voor iedere kostencomponenten worden vijf onderdelen besproken: •
Omschrijving: Hier wordt een omschrijving van de kostencomponent.
•
Scenario: In het scenario wordt de impact van de IC-Richtlijn voor het door de werkgroep vastgestelde scenario beschreven.
•
Gegevens: De gebruikte gegevens voor het toepassen van het scenario.
•
Kostenonderdelen: De gebruikte kosten worden in het scenario apart vermeld.
•
Budgetimpact: De budgetimpact voor dit onderdeel.
De effecten van de nieuwe definitie van IC patiënt zijn vooralsnog niet in de scenarioanalyse
opgenomen.
Hiervoor
is
een
betrouwbare
inschatting
van
de kostenstructuur PACU en MC nodig, alsmede gegevens over veranderingen in patiëntenaantallen. Opgemerkt dient te worden dat als een patiënt niet als IC patiënt geclassificeerd wordt, hij/zij naar alle waarschijnlijkheid MC of PACU zorg nodig heeft. Hier gaan natuurlijk ook kosten mee gepaard. Die kosten zullen iets lager zijn dan de koten voor IC zorg. .
19
5.1
IC -kosten
5.1 .1
Ar ts en en v er p le eg ku n dig en
Omschrijving: De BIA heeft consequenties voor de inzet van artsen en verpleegkundigen. Deze kostencomponent bestaat uit volgende onderdelen: •
De kostenwijzigingen ten gevolge van de span of control.
•
De kostenwijzigingen ten gevolge van de dimensioneringsfactor.
•
De kostenwijzigingen ten gevolge van de opslag voor extra taken.
•
De kostenwijzigingen ten gevolge van de minimale beschikbaarheid voor intensivisten.
Scenario: •
Op basis van de inputparameters, beschreven in paragraaf 5.1.
•
De vergelijking wordt gemaakt ten opzichte van de inzet van de CBO-richtlijn uit 2006.
Kostenonderdelen: Voor de artsen wordt uitgegaan van de volgende kosten per FTE (CAO Ziekenhuizen, 2013). Tabel 3 : Overzicht kosten per FTE per functie
Type arts
Kosten/ Kosten/FTE
Intensivist
€ 173.878
IC-artsen (schaal 65-7)
€ 75.584
Fellow (schaal 80-7)
€ 122.536
IC-Verpleegkundigen (schaal 50-10)
€ 49.836
Dit zijn de kosten inclusief vakantiegeld, eindejaarsuitkering, sociale lasten en ORT, en exclusief kosten voor trainingen en opleiding van verpleegkundigen. Voor de intensivisten is uitgegaan van een verhouding van 20% vrijgevestigd en 80% in loondienst. Voor de vrijgevestigden is uitgegaan van € 250.000 per FTE aan honorarium en voor specialisten in loondienst van € 173.878 per FTE aan kosten (AMS, 2013).
Budgetimpact: Hieronder is budgetimpact voor artsen en verpleegkundigen apart weergegeven, zie figuur 11 en 12.
20
Figuur 11: 11: Budgetimpact artsen per jaar in miljoenen euro’s na invoering richtlijn.
€ 14
€ 14
€ 14
€ 14
€ 14
€ 14
€ 14
€ 14
t=3
t=4
t=5
t=6
t=7
t=8
t=9
t=10
€9 €5 t=1
t=2
Figuur 12: 12: Budgetimpact verpleegkundigen per jaar in miljoen euro’s na invoering richtlijn.
t=1
t=2
t=3
t=4
t=5
t=6
-€ 42
-€ 42
-€ 42
t=7
t=8
t=9
-€ 40
-€ 41
t=10
-€ 15
-€ 29
-€ 44
5.1 . 2
-€ 44
-€ 44
A pp a ra tu u r en inv en ta r is
Omschrijving: Dit kostenonderdeel heeft betrekking op de kosten voor aanschaf en onderhoud van medische apparatuur dan wel verplaatsing van bestaande IC-apparatuur en inventaris.
Scenario: Het aantal benodigde bedden per jaar wordt bepaald met behulp van het Erlang Loss model, zie hoofdstuk 5. Gegeven het weigerpercentage, het aantal IC- patiënten en de gemiddelde ligduur is het aantal benodigde bedden vastgesteld. De kosten worden bepaald
21
door het aantal benodigde bedden te vergelijken met het aantal bestaande bedden. Hierbij zijn twee situaties mogelijk: •
Aantal benodigde bedden <= aantal bouwkundige bedden; geen nieuwe bedden noodzakelijk.
•
Aantal benodigde bedden > aantal bouwkundige bedden; nieuwe bedden noodzakelijk.
Het aantal nieuwe bedden wordt bepaald op basis van het aantal bouwkundige bedden, omdat niet-operationele bedden op de IC zonder substantiële kosten in gebruik kunnen worden genomen. Indien de bedden niet op de IC aanwezig zijn, moeten vanzelfsprekend nieuwe bedden worden aangeschaft. Deze nieuwe bedden worden meegenomen in de BIA. De kosten voor de realisatie van een nieuwe unit worden opgeteld bij de kosten per bed. Hiervoor is gekozen omdat de grootte van een unit sterk varieert per ziekenhuis. Uitgangspunt is dat een gemiddelde unit in Nederland 12 bedden heeft. Deze aanpak geeft inzicht in de kosten op landelijk niveau, maar is op individueel ziekenhuisniveau niet bruikbaar.
Kostenonderdelen: In de BIA worden voor apparatuur en inventaris de volgende kostenonderdelen meegenomen: •
Bedden: € 200.000
•
Units: € 876.500
In tabel 4a en 4b worden deze kosten verder uitgesplitst. Tabel 4 a : Opbouw kosten per per bed
Product
Prijs
Anti-decubitusbed
€ 13.500
Hemodynamische patiëntmonitor
€ 37.500
Ventilator
€ 60.000
6-8 infuuspompen
€ 17.500
Patiënten datamanagement bedsysteem
€ 5.000
2 flowmeters
€ 4.000
OK-lamp
€ 17.500
Gassenpendel
€ 35.000
Inrichting/meubilair
€ 10.000
Totaal
€ 200.000
Tabel 3b: 3b: Opbouw kosten per unit
Product
Prijs
Endoscopiekar
€ 90.000
22
Reanimatiekar
€ 55.000
Patiënten tilliften
€ 17.500
`Nachtcamera
€ 150.000
Intubatiekar
€ 45.000
Medicatiekar
€ 15.000
Systemen voor verwarmen van patiënten
€ 5.000
Bewakingskamer infraroodsysteem
€ 150.000
Monitoren zusterpost en artsenkamer
€ 1.500
Bloedgasanalysesysteem
€ 67.500
Bergruimte steriel materiaal (inrichting)
€ 87.500
Bergruimte niet-steriel materiaal (inrichting)
€ 87.500
(Infuus)vloeistof verwarmers
€ 10.000
Totaal
€ 876.500
Budgetimpact: Figuur 13 geeft een overzicht van de budgetimpact voor apparatuur en inventaris. Figuur 13: 13 : Budgetimpact apparatuur en inventaris per jaar in miljoenen euro’s na invoering richtlijn.
€ 14 €9 €5
t=1
5.1 .3
t=2
t=3
€3
€3
€3
€3
€3
€4
€3
t=4
t=5
t=6
t=7
t=8
t=9
t=10
In fr as tru c tu u r
Omschrijving: Deze kosten hebben betrekking op het aanpassen van de bouwkundige infrastructuur. Hierbij gaat het om de bouwkundige aanpassingen die noodzakelijk zijn voor het plaatsen van nieuwe bedden. Bouwkundige aanpassingen ten gevolg van bijvoorbeeld de WIP-richtlijn, de normen uit het bouwconvenant en vervanging van zaal naar 1-persoonskamers op de IC vallen buiten de scope van de BIA.
23
Scenario: Indien het aantal benodigde bedden groter is dan het aantal bouwkundige bedden is nieuwe ruimte voor IC-bedden noodzakelijk. In de Nederlandse ziekenhuizen bestaat een gemiddelde overcapaciteit van 12% op de verpleegafdelingen (Gelderman et al,
2008). Gegeven deze overcapaciteit is de aanname dat de nieuwe bedden binnen het bestaande ziekenhuiscomplex kunnen worden gerealiseerd, bijv. op bestaande verpleegafdelingen. Hierbij gaat het om kosten voor aanpassingen aan elektriciteit, gassen en ventilatie. Derhalve worden geen kosten meegenomen voor infrastructuur.
5.1 . 4
V erb ru i ks go e d er en
Het totale volume verbruiksgoederen is afhankelijk van de productie. De productie wordt niet beïnvloed door de richtlijn. De richtlijn zorgt dus niet voor een structurele verandering van het toepassen van verbruiksgoederen en heeft dus geen effect op de BIA.
5.2 5. 2 .1
Netwerkkosten Co m mu ni c a tie , co ö r din at ie en ad mi nis tr a ti e
Omschrijving: Hieronder vallen de kosten voor afstemming in het netwerk. De volgende kostencomponenten worden meegenomen: •
PDMS; Indien een IC nog niet een patiënten data managementsysteem (PDMS) heeft, kan er het beste gekozen worden voor een systeem gelijk of compatibel aan dat van de kern IC in het netwerk. Daarnaast gaat de richtlijn uit van het gebruik van de SOFA-scores. Hiervoor dient een SOFA-module in het PDMS aanwezig te zijn.
•
Redundant netwerkverbinding; De kosten voor het aanleggen van een redundant netwerk tussen kern IC en basis IC. Uitwisseling van data en de beveiliging van de systemen tussen verschillende IC moet voldoen aan de NEN 7510 (informatiebeveiliging voor de zorg).
•
Tele-conferentiekamer; Het inrichten van een tele-conferentiekamer voor gezamenlijke patiëntbespreking in zowel kern als basis IC.
•
Kosten IC-netwerkcoördinator;
•
In de richtlijn staat de aanbeveling beschreven dat in een ziekenhuis met een kern IC de volgende specialismen en faciliteiten aanwezig en 24/7 consulteerbaar anesthesiologie,
zijn:
algemene
chirurgie,
interventiecardiologie
24
en
vaatchirurgie,
urologie,
beeldvorming
middels
transoesofageale echografie, longziekten, maag-darm-leverziekten, medische microbiologie, nefrologie, radiologie inclusief interventieradiologie en neuroradiologie, neurologie, apotheek, orthopedie/traumachirurgie, interne geneeskunde, KNO, klinische chemie, obstetrie en gynaecologie en bloedbank. •
Kosten landelijke benchmark IC; De resultaten van de IC’s worden gemonitord en teruggekoppeld aan de IC’s.
•
Buiten scope BIA: Overleggen in IC-regioverband. Netwerkoverschrijdende overleggen die een aantal keer per jaar plaatsvinden worden niet meegenomen in de BIA.
Scenario: •
De IC’s in het netwerk kopen gezamenlijk een PDMS-systeem met bijbehorende beveiligde infrastructuur. Volgens de richtlijn dienen alle ziekenhuizen een PDMS te hebben. In 2012 maakten 47 IC’s gebruik van een PDMS.3 Bij de resterende IC’s wordt een PDMS geïnstalleerd.
•
Binnen ieder netwerk dienen kern en basis IC’s verbonden te zijn d.m.v. een redundant verbinding. Deze verbindingen zijn nog niet aanwezig.
•
In zowel basis als kern IC dient een tele-conferentiekamer aanwezig te zijn. Deze kamers zijn nog niet aanwezig.
•
De netwerkcoördinator zit in de kern IC en is enkel bezig met de coördinatie van het netwerk. De geschatte inzet is 0,25 FTE per basis IC in het netwerk.
•
Indien
in
het
scenario
bij
een
kern
IC
niet
alle
vereiste
(sub)specialismen/afdelingen aanwezig zijn, wordt geïnvesteerd in het creëren van een samenwerkingsovereenkomst met een ziekenhuis waarbij de deze wel worden aangeboden. De aanwezigheid van (sub)specialismen is afgeleid uit de DIS-registratie. In figuur 14 staat een overzicht van het aantal specialismen/afdelingen in Nederland. Interventiecardiologie, vaatchirurgie, interventieradiologie en obstetrie & gynaecologie zijn niet in ieder ziekenhuis aanwezig.
3
Inventarisatie uitgevoerd door Ité Medical.
25
Figuur 14: 14 : Overzicht aantal afdelingen/specialismen in Nederland
•
Landelijk wordt één benchmark opgezet om de resultaten van de IC’s te monitoren.
Kostenonderdelen: In de BIA worden voor coördinatie en administratie de volgende kostenonderdelen meegenomen: •
De kosten voor een PDMS staan beschreven in tabel 5a en 5b. Kosten voor koppeling met andere datasystemen en interne kosten (projectmanagement, ICT-afdeling ziekenhuis etc.) worden niet meegenomen.
Tabel 5a: 5a : Opbouw eenmalige kosten PDMS 4
Product
Prijs
Kosten per bed
€ 15.000
Eenmalige implementatiekosten (bijv. trainingen)
€ 30.000
Tabel 5b: Opbouw jaarlijkse kosten PDMS
Product
Prijs
Onderhoudscontract
4
15% nieuwprijs
Kosten zijn gebaseerd op de prijzen van marktleider ITé Medical met het pakket Mediscore
26
•
De kosten voor een redundant netwerkverbinding bedragen € 5.000 per jaar per verbinding. Er zijn geen eenmalige kosten, omdat gebruik wordt gemaakt van bestaande lijnen.
•
De realisatie van een tele-conferentiekamer bedraagt € 15.000 eenmalig. De jaarlijkse onderhoud en gebruikskosten zijn € 1430, uitgaande van 10 m2 per kamer en een huur van € 143 per m2 per jaar.
•
De netwerkcoördinator is een intensivist. De gemiddelde kosten voor een intensivist bedragen € 262.163, zie paragraaf 6.1.
•
Indien wordt gekozen voor een samenwerkingsovereenkomst zijn er organisatorische kosten voor het opzetten van deze overeenkomsten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om fusies tussen maatschappen of ziekenhuizen. Deze kosten worden geraamd op € 300.000 per samenwerkingsovereenkomst. Deze kosten worden verspreid gealloceerd over de eerste 5 jaar.
•
De geschatte kosten voor de benchmark bedragen € 300.000 per jaar.
Budgetimpact: Figuur 15 geeft een overzicht van de budgetimpact voor communicatie, coördinatie en administratie. Tussen 2012 en nu, is het aandeel IC’s met een PDMS gestegen, zodat de investeringen daarvoor in werkelijkheid lager zullen zijn. Figuur 15: 15: Budgetimpact communicatie, coördinatie en administratie administratie per jaar in miljoenen euro’s na invoering richtlijn. richtlijn.
€ 18
€8
€7
t=1
t=2
5. 2 .2
t=3
€ 17
t=4
€ 17
t=5
€ 12
€ 12
€ 12
€ 12
€ 12
t=6
t=7
t=8
t=9
t=10
I C- tr an spo rt
Omschrijving: In deze kostencomponent wordt het aantal ambulance- en MICU ritten geïnventariseerd dat volgens de richtlijn nodig is om de transporten te kunnen verzorgen.
27
Scenario: IC-transport kan plaatsvinden in ambulances en MICU’s. In 2011 is 50% van het IC-transport ambulanceritten en 50% MICU-ritten.5 Dit percentage wordt gebruikt als uitgangspunt voor 2015. In het scenario wordt aangenomen dat het percentage MICUritten lineair stijgt naar 70% in 2019. De verhouding korte en lange ritten blijft ten gevolge van de richtlijn onveranderd, zie figuur 16. Figuur 16: 16: Percentage patiënten MICU en ambulance ritten [percentage]
100% 80%
MICU
60% 40% Ambulance
20% 0% 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Jaar
Kostenonderdelen: voor IC-transport worden de kosten meegenomen conform de beleidsregel van de NZA (NZA, 2013):
Budgetimpact: Figuur 17 geeft een overzicht van de budgetimpact voor IC-transport. Figuur 17: 17: Budgetimpact ICIC -transport per jaar in miljoenen euro’s na invoering richtlijn.
€ 11
€ 12
€ 12
€ 12
€ 12
€ 12
€ 12
€ 12
t=3
t=4
t=5
t=6
t=7
t=8
t=9
t=10
€7 €4 t=1
5
t=2
SiRM analyse; DIS-registratie (2011).
28
5.3
Implementatiekosten
5.3 .1
Eé nm a lig e ko s ten
Omschrijving: Binnen de scope van de BIA wordt de ontslagvergoeding meegenomen van de intensivisten in loondienst en IC-verpleegkundigen. Kosten voor het vaststellen van samenwerkingsafspraken en regionale protocollen vallen buiten de scope van de BIA.
Scenario: De aanname is dat 50% van het boventallige personeel zonder ontslagkosten kan worden overgeplaatst. Voor de resterende 50% wordt een ontslagvergoeding van 6 maandsalarissen uitgekeerd. Een ontslagvergoeding van 6 maanden komt overeen met een gemiddelde werkduur van 6 jaar.
Kostenonderdelen: De kosten bedragen 6 maandsalarissen voor een intensivist in loondienst en IC-verpleegkundigen.
Budgetimpact: Figuur 18 geeft een overzicht van de budgetimpact voor éénmalige kosten. Figuur 18: 18 : Budgetimpact eenmalige kosten per jaar in miljoenen euro’s na invoering richtlijn.
€6
t=1
5.3 . 2
€6
t=2
€6
t=3
€0
€0
€0
€0
€0
€1
€0
t=4
t=5
t=6
t=7
t=8
t=9
t=10
D esi nve st eri ng en
Omschrijving: Er zijn minder kosten indien IC-voorzieningen niet meer nodig zijn na implementatie van de IC-richtlijn. Dit leidt eenmalig tot desinvesteringen of reorganisatiekosten (te boeken onder kosten) en terugkerend tot lagere kosten voor personeel, apparatuur et cetera dat niet meer nodig is.
29
Scenario: Voor het bepalen van de desinvesteringen wordt de volgende aanpak gehanteerd: •
Vaststelling aantal overtollige bedden: o
Aantal benodigde bedden >= aantal operationele bedden; geen desinvesteringen.
o
Aantal
benodigde
bedden
<
aantal
operationele
bedden;
desinvesteringen. o
Het aantal overtollige bedden wordt bepaald in vergelijking met het huidige aantal operationele bedden en niet met het aantal bouwkundige bedden, zoals bij apparatuur en inventaris. Er is gekozen voor deze aanpak omdat desinvesteringen op de huidige overtollige bedden, niet het gevolg zijn van implementatie van de richtlijn.
•
De gemiddelde boekwaarde is 50% van de aanschafprijs. Voor de aanschafprijs wordt uitgegaan van de prijzen genoemd bij apparatuur en inventaris, zie paragraaf 5.1.8.
•
50% van de overtollige apparatuur en inventaris wordt verkocht of binnen het ziekenhuis hergebruikt te denken valt aan hergebruik op een medium/high care of verkoever afdeling
•
De resterende overtollige 50% wordt versneld afgeschreven als desinvestering.
Kostenonderdelen: zie apparatuur en inventaris. Budgetimpact: Figuur 19 geeft een overzicht van de budgetimpact voor desinvesteringen. Figuur 19: 19: Budgetimpact desinvesteringen per jaar in miljoenen euro’s na invoering richtlijn.
€3
€3
€3
t=1
t=2
t=3
€1
€1
€1
€1
€1
€1
€1
t=4
t=5
t=6
t=7
t=8
t=9
t=10
30
6
Scenario’s
Er zijn gevoeligheidscenario’s doorgerekend voor een aantal verschillende scenario’s (figuur 20). Figuur 20: Vergelijking van totale budgetimpact per scenario voor eerste drie jaar en zeven daarop volgende jaren.
Groei
Scenario analyes minder en meer kosten per scenario ten opzichte van basisscenario [procent in periode]
2,5% 0,0% -2,5%
Aantal FTE
jaar 3 - 10 4.1 FTE
jaar 1,2,3
3.2 FTE 2.0 FTE
Kern:basis:tele
Dimensioneri ngsfactor
Opslag extra
1.6 FTE Intensivisten: 25% / Verpleegkundigen:… Intensivisten: 15% / Verpleegkundigen:… c=1 c=0.5 c=0 Verhouding 50:42 Verhouding 40:52 Verhouding 30:62 Verhouding 20:72 -600% -400% -200% 0%
31
200% 400% 600%
6.1
Groei
De jaarlijkse groei is gemodelleerd voor een scenario met -2,5% en +2,5% (figuur 21). Figuur 21: Vergelijking van totale budgetimpact basisscenario en groei van aantal patiënten met +/- 2,5%
Totale budgetimpact [EUR, mln] € 35 € 30 € 25 € 20 € 15 € 10 €5 €0 -€ 5
t=1 t=2 t=3 t=4 t=5 t=6 t=7 t=8 t=9 t=10
-€ 10 -2,5%
6.2
0,0%
2,5%
Opslag extra taken medisch specialisten e n verpleegkundigen
De opslagen voor extra taken van medisch specialisten en IC-verpleegkundigen in het basisscenario zijn respectievelijk 25% en 15%. Volgens de IC Richtlijn is de ondergrens voor deze opslag 15% en 10% (figuur 22). Figuur 22: Vergelijking van totale budgetimpact basisscenario en lagere opslag voor extra taken van medisch specialisten en verpleegkundigen.
32
Totale budgetimpact [EUR, mln] € 25 € 20 € 15 € 10 €5 €0 t=1 t=2 t=3 t=4 t=5 t=6 t=7 t=8 t=9 t=10 -€ 5 Intensivisten: 15% / Verpleegkundigen: 10 % Intensivisten: 25% / Verpleegkundigen: 15%
33
6.3
Dimensioneri ngsfac tor
De dimensioneringsfactor bepaalt hoeveel extra capaciteit wordt aangehouden om pieken in de IC bezetting op te kunnen vangen. In het basisscenario is deze op 0,5 gezet. Bij 0 kan het gemiddelde van de bezetting worden geleverd. Bij 1,0 kunnen de verwachte pieken, tot 5% weigerpercentage altijd worden opgevangen zonder dat het rooster hoeft te worden aangepast (figuur 23). Figuur 23: Vergelijking van totale budgetimpact basisscenario (c=0,5) en lagere (c=0) en hogere (c=1) dimensioneringsfactor.
Totale budgetimpact [EUR, mln] € 200 € 150 € 100 € 50 €0 t=1 t=2 t=3 t=4 t=5 t=6 t=7 t=8 t=9 t=10 -€ 50 -€ 100 -€ 150 c=0
c=0.5
34
c=1
6.4
Verhouding kern:basis IC
De verhouding kern:basis IC in het basisscenario is 30:62. Hiervoor zijn vier scenario’s berekend (figuur 24). Figuur 24: Vergelijking van totale budgetimpact basisscenario en andere verhoudingen tussen kern en basis IC’s.
Totale budgetimpact [EUR, mln] € 40 € 30 € 20 € 10 €0 t=1 t=2 t=3 t=4 t=5 t=6 t=7 t=8 t=9 t=10 -€ 10 -€ 20 Verhouding 20:72
Verhouding 30:62
Verhouding 40:52
Verhouding 50:42
35
6.5
Aant al FTE bij voltij d
Het aantal FTE waarmee voltijds diensten worden gevuld is 4.1 FTE. Als er met minder FTE gewerkt kan worden, levert dat uiteraard minder kosten. De impact is berekend voor d (figuur 25). Figuur 25: Vergelijking van totale budgetimpact basisscenario en andere verhoudingen tussen kern en basis IC’s.
Totale budgetimpact [EUR, mln] € 25 € 20 € 15 € 10 €5 €0 -€ 5
t=1 t=2 t=3 t=4 t=5 t=6 t=7 t=8 t=9 t=10
-€ 10 -€ 15 -€ 20 -€ 25 1.6 FTE
2.0 FTE
36
3.2 FTE
4.1 FTE
7
Referenties
AMS (2013), AMS: Arbeidsvoorwaarden Medisch Specialist 2013, Utrecht. Bruin de, A.M., Bekker R., L. van Zanten, G.M. Koole (2010). Dimensioning hospital wards
using the Erlang Loss Model, Annals of operations research, 178 (1), 23-43. CBO (2006), Organisatie en werkwijze op intensive care-afdelingen voor volwassenen in
Nederland, Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Anethesiologie. CAO Ziekenhuizen (2013), CAO Ziekenhuizen 2011-2014, Utrecht. CZO (2011), Jaarverslag CZO, Utrecht: College Zorg Opleidingen. Gelderman et al (2008), Ligduurmonitor Nederlandse Ziekenhuizen Arnhem: Coppa Consultancy. NEN 7510 (2012), Informatiebeveiliging voor de zorg. Nivel (2008), Behoefteraming Intensive Care, Utrecht: Nivel. NZa (2013), Beleidsregel TB/CU-7062-01: Tarieven ambulance transport, Utrecht: NZa RIVM (2011), Onderzoeksverslag bereikbaarheidsanalyse, RIVM: Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
37
8
Bijlagen
8.1
Geselecteerde ziekenhuizen
Naam Ziekenhuis
Plaats
Medisch Centrum Alkmaar
Alkmaar
Ziekenhuisgroep Twente Almelo
Almelo
Flevoziekenhuis
Almere
Meander Medisch Centrum
Amersfoort
Ziekenhuis Amstelland
Amstelveen
Academisch Medisch Centrum
Amsterdam
Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis
Amsterdam
BovenIJ Ziekenhuis
Amsterdam
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis
Amsterdam
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
Amsterdam
Slotervaartziekenhuis
Amsterdam
VUMC
Amsterdam
Gelre Ziekenhuizen Apeldoorn
Apeldoorn
Rijnstate
Arnhem
Wilhelmina Ziekenhuis
Assen
Lievensberg ziekenhuis
Bergen op Zoom
Rode Kruis Ziekenhuis
Beverwijk
Pantein
Boxmeer
Amphia Ziekenhuis
Breda
IJsselland Ziekenhuis
Capelle a/d Ijssel
Reinier De Graaf Groep
Delft
Jeroen Bosch Ziekenhuis
Den Bosch
Bronovo Ziekenhuis
Den Haag
Haga Ziekenhuis
Den Haag
Medisch Centrum Haaglanden
Den Haag
Gemini Ziekenhuis
Den Helder
Deventer Ziekenhuis
Deventer
Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis
Dirksland
Slingeland Ziekenhuis
Doetinchem
Albert Schweitzer Ziekenhuis
Dordrecht
Nij Smellinghe Ziekenhuis
Drachten
Ziekenhuis Gelderse Vallei
Ede
Catharina Ziekenhuis
Eindhoven
Maxima Medisch Centrum
Eindhoven
Scheperziekenhuis
Emmen
Medisch Spectrum Twente
Enschede
38
St. Anna Zorggroep
Geldrop
Admiraal De Ruyter Ziekenhuis
Goes
Rivas Zorggroep
Gorinchem
Groene Hart Ziekenhuis
Gouda
Martini Ziekenhuis
Groningen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Groningen
Kennemer Gasthuis
Haarlem
Saxenburgh Groep
Hardenberg
Ziekenhuis St Jansdal
Harderwijk
ziekenhuis de Tjongerschans
Heerenveen
Atrium Medisch Centrum Parkstad
Heerlen
Elkerliek Ziekenhuis
Helmond
Ziekenhuisgroep Twente Hengelo
Hengelo
Tergooiziekenhuizen
Hilversum
Spaarne Ziekenhuis
Hoofddorp
Ziekenhuis Bethesda
Hoogeveen
Westfries Gasthuis
Hoorn
Medisch Centrum Leeuwarden
Leeuwarden
Diaconessenhuis Leiden
Leiden
Leids Universitair Medisch Centrum
Leiden
Rijnland Zorggroep
Leiderdorp
MC|Groep
Lelystad
Academisch Ziekenhuis Maastricht
Maastricht
Diaconessenhuis Meppel
Meppel
Sint Antonius Ziekenhuis
Nieuwegein
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis
Nijmegen
Universitair Medisch Centrum St Radboud
Nijmegen
Ziekenhuis Bernhoven
Oss
Waterlandziekenhuis
Purmerend
Laurentius Ziekenhuis
Roermond
Franciscus Ziekenhuis Roosendaal
Roosendaal
Erasmus MC
Rotterdam
St. Sint Franciscus Gasthuis
Rotterdam
Havenziekenhuis
Rotterdam
Ikazia Ziekenhuis
Rotterdam
Maasstadziekenhuis
Rotterdam
Vlietland Ziekenhuis
Schiedam
Orbis medisch en zorgconcern
Sittard
Antonius Ziekenhuis Sneek
Sneek
Ruwaard van Putten Ziekenhuis
Spijkenisse
Refaja Ziekenhuis
Stadskanaal
Zorgsaam Zeeuws-Vlaanderen
Terneuzen
39
Ziekenhuis Rivierenland Tiel
Tiel
St. Sint Elisabeth Ziekenhuis
Tilburg
TweeSteden ziekenhuis
Tilburg
Diakonessenhuis Utrecht/Zeist/Doorn
Utrecht
Universitair Medisch Centrum Utrecht
Utrecht
VieCuri Medisch Centrum
Venlo
Sint Jans Gasthuis
Weert
Ommelander Ziekenhuis Groep
Winschoten
Streekziekenhuis Koningin Beatrix
Winterswijk
Hofpoort Ziekenhuis
Woerden
Zaans Medisch Centrum
Zaandam
't Lange Land Ziekenhuis
Zoetermeer
Gelre Ziekenhuizen Zutphen
Zutphen
Holding Isala klinieken
Zwolle
40
8.2
Onderwerpen buiten de scope
Onderwerp
Toelichting
Satelliet apotheek
De satelliet apotheek komt zeer beperkt voor en heeft een kleine invloed op de span of control.
Zorgassistent
De formatie zorgassistenten per IC wordt niet of marginaal beïnvloed door de richtlijn, en heeft dus geen impact op de BIA.
Verpleegkundig hoofd
De nieuwe richtlijn heeft op macro-niveau een verwaarloosbare impact op het verpleegkundig hoofden en teamleiders.
Secretariaat
De omvang van het secretariaat is afhankelijk van de productie en wordt niet beïnvloed door de richtlijn. De richtlijn zorgt niet voor een structurele verandering op macro-niveau.
Ondersteunende
De nieuwe richtlijn heeft geen impact op de inzet van fysiotherapeut,
diensten
micro-bioloog, klinisch chemicus en ziekenhuisapotheker.
Managementtaak,
De nieuwe richtlijn heeft geen impact op de inzet van management,
opleiding en
opleiding en onderzoek.
onderzoek WIP-richtlijn
De impact van andere invloeden dient gescheiden te zijn van het effect van de richtlijn.
Verbruiksgoederen
Het totale volume verbruiksgoederen is afhankelijk van de productie en wordt niet beïnvloed door de richtlijn. De richtlijn zorgt niet voor een structurele verandering van het toepassen van verbruiksgoederen.
Overhead
De nieuwe richtlijn heeft geen groot effect op de overhead. Grote instellingen hebben een relatief grotere overhead. Dit effect is sterk ziekenhuisafhankelijk en wordt niet meegenomen in de BIA.
Overleggen in
Netwerkoverschrijdende overleggen die een aantal keer per jaar
regioverband
plaatsvinden worden niet meegenomen in de BIA.
1 persoonskamer
Verbouw of nieuwbouw van 1-persoonskamers wordt niet meegenomen in de BIA.
41