Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO
Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling
Advies projecten VSDO
1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling van de operationele projecten van de Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling (VSDO). Die fiches bestrijken 12 thema’s waarmee de Vlaamse regering een stimulans wil geven aan het denken en handelen in de richting van duurzame ontwikkeling. Via projectwerking wil men stappen zetten naar geïntegreerd en interactief werken (m.a.w. beleidsdomeinoverschrijdende samenwerking en sterke betrokkenheid externe partners). Die 12 thema’s zijn: 1. Duurzaam bouwen en wonen 2. Maatschappelijk verantwoord ondernemen 3. Educatie voor duurzame ontwikkeling 4. Duurzame landbouw 5. Milieu en gezondheid 6. Duurzame mobiliteit 7. Duurzaam omspringen met water 8. Duurzame productie- en consumptiepatronen 9. Wetenschappelijk onderzoek voor duurzame ontwikkeling 10. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling 11. Gender 12. Wereldwijde bestrijding van HIV/Aids Met voorliggend advies wil de SERV vooral enkele bezorgdheden meegeven over de Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling en de bijbehorende projecten. De SERV geeft dus geen omstandig advies over de voorgelegde projectfiches. De redenen worden hierna toegelicht. Daarna wordt in het advies ingegaan op de wenselijke afstemming tussen de VSDO en het Pact 2020, op de focus die VDSO-projecten zouden moeten leggen en op de blijvende behoefte om naast projecten werk te maken van generieke bestuurlijke maatregelen.
2
Advies projecten VSDO
2. Geen omstandig advies over de projectfiches De SERV wenst in dit advies niet in detail in te gaan op de voorgelegde projectfiches. De redenen hangen samen met de timing van de adviesvraag en met het vooropgestelde verdere proces:
De Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling (VSDO) werd op 20 juli 2006 door de Vlaamse regering goedgekeurd. De projectfiches van die strategie werden echter nu pas voor advies voorgelegd, op een moment dat de legislatuur voorbij is. In de nota aan de Vlaamse regering wordt trouwens gesteld dat men rekening zal moeten houden met de nieuwe strategische keuzes van de aantredende Vlaamse regering en dat de operationele projecten daaraan zullen moeten worden aangepast. Volgens de SERV heeft het in de gegeven omstandigheden weinig zin om inhoudelijk in detail in te gaan op de projectfiches.
Bovendien moet er volgens het decreet duurzame ontwikkeling elke nieuwe legislatuur een evaluatie en actualisering komen van de Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling, en dat uiterlijk 10 maanden na de eedaflegging door de Vlaamse regering. De SERV acht het gelet op deze timing wenselijk om de discussie in detail over de thema’s en projectfiches te voeren in het kader van die actualisering.
De uitvoering van de projecten zal volgens de nota aan de Vlaamse regering met maximale betrokkenheid van alle relevante actoren uit de samenleving vorm krijgen. Daartoe zullen per project platformen worden opgericht, met vertegenwoordigers van de betrokken beleidsdomeinen, de relevante actoren uit het middenveld, de lokale besturen en de coördinatiecel duurzame ontwikkeling. Waar mogelijk wil men bestaande overlegplatformen inschakelen. Het is binnen die platformen dat de acties en maatregelen verder zullen worden uitgewerkt (vormgeving acties, timing, looptijd, kosten, financiering…). De SERV acht het wenselijk, met het oog op maximale betrokkenheid en eigenaarschap, dat de actoren die zouden betrokken worden bij de uitvoering van de projecten nu reeds worden gehoord over de wenselijkheid, doelstelling en focus van de projecten. De SERV vraagt dat de sociale partners in deze overlegplatformen, waar de discussie ten gronde moet plaatsvinden, worden opgenomen.
3
Advies projecten VSDO
3. Bezorgdheden Volgens de SERV kan de geplande actualisering van de VSDO en het vooropgestelde overleg over de projecten slechts met succes gebeuren als er vooraf meer duidelijkheid komt over de verhouding tussen de VSDO en het Pact 2020 en over de focus en meerwaarde die met VDSO-projecten wordt beoogd. Daarnaast wenst de SERV te wijzen op de blijvende behoefte om naast projecten werk te maken van generieke bestuurlijke maatregelen.
3.1. Verhouding tussen de VSDO en het Pact 2020 De SERV vraagt dat de Vlaamse regering zich zou beraden over de verhouding tussen de VSDO en het Pact 2020. Beide documenten en processen hebben immers grotendeels hetzelfde doel. Duurzame ontwikkeling is het uitgangspunt van het Pact 2020, hetgeen tot uiting komt in de drie kernwoorden van het Pact: welvaartscreatie, inclusie en duurzaamheid. Deze kernwoorden zijn de concretisering van duurzame ontwikkeling en beogen de gelijktijdige ontwikkeling van “People, Profit en Planet”. Het Pact 2020 werd breed onderschreven door de Vlaamse regering, de Vlaamse administratie, de sociale partners en tal van andere organisaties. De VDSO kan dus niet los staan van het Pact 2020. Aan de andere kant hoeft er niet noodzakelijk een één op één relatie te zijn tussen de VSDO en het Pact 2020, in de zin dat een strategie duurzame ontwikkeling kan focussen op lange termijn visievorming (voorbij 2020) en specifieke klemtonen kan leggen. Daarbij moet wel worden vermeden dat er twee parallelle trajecten ontstaan. Volgens de SERV moet de VSDO dus voortbouwen op het Pact 2020. Samen met de Minaraad heeft de SERV al meermaals gesteld dat effectieve strategieën duurzame ontwikkeling zich kenmerken doordat ze de klemtoon leggen op de verbetering van al bestaande processen en –instrumenten en op hun onderlinge afstemming, in plaats van op een volledig nieuwe of afzonderlijke strategische planning. In de voorgelegde projectfiches werd reeds een poging gedaan om linken te leggen met het Pact 2020. Maar volgens de SERV is een diepgaandere heroverweging van de voorgelegde thema’s en projectfiches nodig in het licht van het Pact 2020. Een voorbeeld kan dat illustreren. Voor het thema “smart grids” (onderzoek en voorbeeldprojecten stimuleren inzake intelligente energienetwerken, cf. Pact 2020) was er niet echt een goed aanknopingspunt in de lijst van 12 thema’s die de Vlaamse regering in 2006 goedkeurde, waardoor het nu werd ondergebracht als actie 8 in de fiche “duurzaam wonen en bouwen”. Daar staat het echter niet op zijn plaats aangezien het thema smart grids veel breder is dan wonen en bouwen. Vanuit het Pact 2020 zijn er dus duidelijk nieuwe accenten, die best hun vertaling kennen naar de projecten in het kader van de VDSO. Dit betekent ook dat er mogelijks andere prioritaire
4
Advies projecten VSDO
projecten of acties moeten worden gekozen. De SERV verwijst voor deze vertaalslag alvast naar de nota “Pact 2020 – Stapstenen voor de nieuwe Vlaamse regering” van 10 juni 2009, waarin de Vlaamse sociale partners de doelstellingen van het Pact 2020 hebben vertaald in actielijnen en te bereiken mijlpalen tegen 2014.
3.2. Focus en inhoud van VDSO-projecten De SERV vraagt dat de Vlaamse regering zich tevens zou beraden over de rol van projecten die in het kader van de VSDO worden opgestart. Er moet worden vermeden dat VSDOprojecten elders reeds lopende of geplande initiatieven dupliceren of recupereren. De projecten moeten een duidelijke en aantoonbare meerwaarde hebben ten opzichte van wat al loopt. Ze moeten er volgens de SERV vooral toe aanzetten om de principes van duurzame ontwikkeling te integreren in horizontale, moeilijkere beleidsprocessen, vooral via een betere ‘procesengineering’. De klemtoon moet liggen op versterking en verbetering van die processen vanuit de principes van duurzame ontwikkeling (dat wil zeggen steeds streven naar synergie tussen de ecologische, sociale en economische dimensie en naar het gebruik van de lange termijn en de internationale dimensie als kaders voor beleidsbeslissingen op korte termijn, naar maximale samenwerking tussen beleidsdomeinen, en naar actieve participatie van maatschappelijke actoren). Die meerwaarde is er vandaag niet altijd. De fiche “maatschappelijk verantwoord ondernemen” bijvoorbeeld gaat niet verder dan het beschrijven van wat recent rond MVO is ondernomen en in de pijplijn zit. Zij zet geen bakens uit voor de toekomst noch toont zij aan hoe over de departementen heen verder aan MVO kan worden gewerkt. Hoewel MVO zeker zijn plaats heeft in een Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling (cf. Pact 2020), biedt het project zoals beschreven in de fiche geen meerwaarde. De SERV heeft in zijn nota “Stapstenen voor de nieuwe Vlaamse regering” van 10 juni 2009 alvast voorgesteld dat de Vlaamse regering in overleg met de Vlaamse sociale partners binnen de VESOC-context een indicator zou ontwikkelen die maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) goed in kaart brengt. Een screening van de thema’s en projectfiches moet voor de SERV tevens tot doel hebben om prioriteiten te leggen. De doelstelling om echt meerwaarde te bieden met VSDO-projecten komt immers ook in het gedrang wanneer de beperkte middelen (mensen, tijd, geld) worden gespreid over een te groot aantal projecten en subprojecten. Deze prioriteitenafweging lijkt nog onvoldoende te zijn gebeurd. De fiche “duurzaam wonen en bouwen” bijvoorbeeld bestaat uit maar liefst 17 afzonderlijke subprojecten (acties en maatregelen). Bijvoorbeeld de acties 12 en 17 van die fiche (acties voor recyclage van materialen, resp. impulsprogramma voor lage energie-woningen) lijken acties die perfect kunnen worden
5
Advies projecten VSDO
uitgevoerd door de bevoegde instanties (OVAM resp. VEA) en horen daardoor minder thuis onder een VSDO-project. De fiche “duurzaam omspringen met water” bijvoorbeeld bevat acties die kunnen worden opgenomen door de CIW (Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid), enz. Ook de fiche “educatie voor duurzame ontwikkeling” lijkt nog te weinig prioriteiten te leggen, los van het feit dat het nodig is dat er dringend werk wordt gemaakt van educatie voor duurzame ontwikkeling. De SERV meent dan ook dat er, naast een screening van de thema’s en projectfiches in het licht van het pact 2020 (cf. supra), een screening moet gebeuren in het licht van hun meerwaarde met het oog op het beter afbakenen van prioriteiten.
3.3. Generieke bestuurlijke maatregelen De SERV wenst tot slot zijn vraag te herhalen om naast concrete projecten ook werk te maken van bestuurlijke maatregelen gericht op de verbetering van de kwaliteit van het beleid en van de beleidsprocessen in Vlaanderen in het algemeen. SERV en MiNa-Raad hebben daarover in het verleden samen een reeks concrete suggesties aangereikt, onder andere om de transparantie en actieve participatie van doelgroepen en stakeholders bij de beleidsontwikkeling en –uitvoering te versterken, om meer beleidsintegratie te realiseren, en om strategische capaciteit te ontwikkelen en beschikbaar te stellen voor visievorming, onderbouwing en dialoog.
6
Advies projecten VSDO
Referenties SERV/Minaraad, Advies decreet duurzame ontwikkeling, 14.12.2007/13.12.2007 SERV, Advies over het voorontwerp van Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling eerste fase, 07.12.2005 SERV/Minaraad, Advies Bestuurlijke aanbevelingen voor een effectieve Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling, 13.04.2005/28.04.2005. SERV/Minaraad, Advies ontwerp van kadertekst voor de Nationale Strategie Duurzame Ontwikkeling, 01.06.2005. SERV/Minaraad, Oproep voor een Vlaamse Strategie voor Duurzame ontwikkeling. 06.10.2004/07.10.2004.
7