Brugge: TOL-congres
30-9-2011
Leerstoornissen: afwijkende eigenschap van het brein
Assepoester is wel lief, maar ze zou toch beter haar best moeten doen emotionele problemen bij kinderen met leerstoornissen
Brugge, 30 september 2011
G.L.G. Couturier klinisch psycholoog kinder- en jeugdpsycholoog-specialist infant mental health specialist
[email protected]
4 grote paradigma-shifts
kunnen opgevat worden als een afwijkende eigenschap van het brein (bv. 315: dyslexie) heb je of heb je niet wat je niet kunt op school = rechtstreeks relatief statisch
gevolg van die afwijking in het brein
als je die afwijking niet hebt, krijg je ook geen extra tijd enz. in het slechtste geval: aan- of afwezigheid van dyslexie gekoppeld aan een puntje minder of meer ten aanzien van een cut off-score op een test Leerstoornissen worden dan vooral gezien b.v.: als een louter instrumenteel probleem of overwegend exclusief benaderd als een stoornis in de ontwikkeling van de executieve functies “een transistortje dat kapot is”
There’s no such thing as a baby
Van deterministische epigenesis naar probabilistische epigenese omgevingsinvloeden lokken genetische expressie uit veel genen komen nooit tot expressie
Brein ontwikkelt zich al doende in een (betekenisvolle) relatie Alles wordt opgeslagen in het brein ervaringen worden opgeslagen in het brein en elders in het lijf ?
Foetale programmering en programmering in de vroege ontwikkeling regulatie van de stress is cruciaal voor en na de geboorte
Ouders, de kind-experts bij uitstek, als integraal deel van het zorgsysteem diagnostiek is een dialoog tussen 2 deskundigheden
ontwikkeling altijd in relationele context
Leervaardigheden en leerstoornissen
ruimer bekijken dan louter als die relatief statische eigenschap van het brein die erfelijk bepaald is resultaat van een langdurige geschiedenis van het leerproces - al doende binnen een relatie – dat uit zeer veel onderdelen en dimensies is samengesteld
GLG Couturier
1
Brugge: TOL-congres
30-9-2011
Gen omgeving interactie
RIO: Nature en nurture voorbij Van meet af aan beïnvloeden (1) de aanleg en de constitutionele "make up" van een kind [I = individueel] (2) de omgevingsinvloeden [R = relatie] elkaar voortdurend wederzijds, en wijzigen ze elkaar expressie van genen en de ontwikkeling van het brein verlopen van meet af aan plaats al doende en binnen de context van een relatie. (3) Binnen die dynamiek ontwikkelt een kind zijn eigen, uniek, stel vaardigheden en zijn originele persoonlijkheidsontwikkeling [O = ontwikkeling]
Dynamisch systeemmodel in ontwikkeling
De opleideling psychologie die ook nog moeder werd en … angstig
Voor deze gedachten komt nu overduidelijke empirische evidentie, maar ze zijn niet eens nieuw Wallon en Zazzo: psychologie [O] = biologie [I] sociale [R]
Ontwikkeling te begrijpen vanuit: dynamisch systeemmodel dat zich ontwikkelt in de tijd Op basis van de competenties waar deze complexe ontwikkeling toe leidt, komt tot kind tot psychodynamische betekenisverlening zowel ten aanzien van zijn zelfbeleving als ten aanzien van de beleving van de relaties met anderen die 2 betekenisassen moeten met elkaar in balans zijn
de berk op de poolcirkel, in de polder bij Brugge en op een buitengewoon plaatsje
Nature en nurture voorbij eventuele neuropsychologische dysfuncties [I] beïnvloeden derhalve van meet af aan automatisch ook de wijze waarop relationele en emotionele ervaringen worden opgedaan [R] en dus de hele ontwikkeling van een kind [O] bv. kind met sterk V>P ziet mogelijk heel veel details ,maar heeft geen overzicht snel angstiger angststoornis
rijke, adequate omgeving schrale omgeving inadequate omgeving
GLG Couturier
omgekeerd beïnvloeden het zich ontvouwende relationeel en sociaal proces [R] en het niveau van de de functioneel-emotionele ontwikkeling [O] ook de wijze waarin vaardigheden, en eventuele dysfuncties of stoornissen [I], zich verder ontwikkelen bv. kind met dysfasie wordt als jonge kleuter minder gewaardeerd voor zijn originele reacties [R] en ontwikkelt minder zelfvertrouwen en leert minder gemakkelijk zijn zelfwaardering te reguleren [O]
2
Brugge: TOL-congres
30-9-2011
Intake Stijn (10 jaar)
Er niet bij horen …
bij PO dyslexie ontdekt
is erg onrustig in de klas; wil liever alleen zitten; spelling gaat niet goed bij lezen valt concentratie weg thuis kan hij met nintendo uren concentreren sociale vaardigheden zwak: m.n. ziet niet aan gezichtsuitdrukkingen dat het genoeg is begrijpt niet altijd exact wat de afspraken zijn bij tekenfilms lijkt hij dikwijls niet meer goed te weten wat er tevoren gebeurd is zelfbeeld zeer negatief gekleurd: zegt bv. na schooldag: “mama, ik ben de hele dg zo stom geweest”
Een kwade tijd werd het voor het arme stiefkind. “Moet die domme gans bij ons binnen zitten?”, zeiden ze, “weg met die keukenmeid”. Ze namen haar mooie kleren weg, trokken haar een grauwe kiel aan en klompen. “Kijk eens naar die trotse prinses, ziet ze er niet fraai uit?” riepen ze en lieten haar in de keuken alleen achter.
Greenspan: The learning tree (2010) takken en bladeren: allerlei vaardigheden o.a. schoolse vaardigheden: lezen, schrijven, rekenen stam: opeenvolgende stappen in het integreren van cognitieve en emotionele capaciteiten wortels: hoe kinderen de wereld in zich opnemen via alle zintuigen: wat ze horen, zien, voelen, …
Greenspan: The learning tree (2010) takken en bladeren: allerlei vaardigheden o.a. schoolse vaardigheden: lezen, schrijven, rekenen huidige hulpverlening bij leerstoornissen is vooral stam: opeenvolgende stappen in het integreren van cognitieve en emotionele capaciteiten [O]
Zeer summiere inleiding
Meer informatie? Cursussen RINO Amsterdam www.rino.nl www.rinovlaanderen.be
Cursus SIG “Diagnostiek van psychische problemen bij kinderen van 1-7 jaar” (5 dagen:14 en 15 november, 5 en 6 december, 13 december 2011)
Wortels: biologie en sensorische integratie In ieder zintuiglijk kanaal [I]: individuele variatie van oversensitiviteit (overgevoeligheid) tot hyposensitiviteit (ondergevoeligheid) individuele comfortzone (die dus minder of meer kan afwijken van anderen)
emotie is de dirigent: speels plezier is nodig om te ontwikkelen wortels: hoe kinderen de wereld [R] in zich opnemen via alle zintuigen: wat ze horen, zien, voelen, motoriek, … [I]
GLG Couturier
3
Brugge: TOL-congres
30-9-2011
Wortels: biologie en sensorische integratie
Structurele ontwikkelingsniveaus 1. Zelfregulatie en belangstelling voor de omringende wereld (Homeostase) (0-3 maanden) rustig, oplettend geïnteresseerd raken in de omgeving en verwerven van interne regulatie 2. Intimiteit (Hechting) (2-7 maanden) betrokken raken en relatievorming 3. Wederzijds communiceren (Somato-psychologische differentiatie) (3 tot 10 maanden) intentioneel wederzijds communiceren 4. Problemen oplossen, zelfbewustzijn ontwikkelen en complexe communicatie (Problemen oplossen, zelfbewustzijn ontwikkelen en complexe communicatie (Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking)) (9-18 maanden) 5. Voorstellend vermogen en emotionele ideeën (18-30 maanden) wereld van ideeën ontdekken 6. Emotioneel denken (36-42 maanden) bruggen bouwen tussen ideeën
Structurele ontwikkelingsniveaus 7. Multicausaal denken (4-6 jaar) de capaciteit om meerdere redenen te geven voor een gevoel of een idee
4. Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking (9-18 maanden): gezamenlijke oplossing van sociale problemen
• Voorbeeld mijlpaal IV
8. Vergelijkend en grijze-gebied denken (6-10 jaar) de capaciteit om gradaties van verschil in gevoelens, relaties en objecten te beschrijven 9. Reflectief denken (vanaf 9 jaar levenslang) de capaciteit om te evalueren en te reflecteren op gevoelens, jezelf en gebeurtenissen in de wereld
4. Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking (9-18 mdn)
• imitatie • uiten van behoeften en belangstelling door het nemen van initiatief • onafhankelijkheid • communicatie op afstand; woorden • oorspronkelijkheid
GLG Couturier
• problemen oplossen • zelfbewustzijn ontwikkelen • doel en interactie
4. Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking (9-18 mdn)
• begrijpen van functies en betekenissen • verzoenen/integreren van emotionele tegenstellingen • accepteren van grenzen • synthetiseert een tot ontwikkeling komende pre-representationele organisatie van zelf en andere
4
Brugge: TOL-congres
30-9-2011
4. Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking (9-18 maanden): gezamenlijke oplossing van sociale problemen
• Communicatie vasthouden onafhankelijk van de ruimte • Veel sociale en emotionele interacties achtereen gebruikt voor probleemoplossing: – bv. papa een stuk speelgoed laten zien
• Affectieve polariteiten integreren • Synthese van een ontluikende prerepresentationele organisatie van het zelf en de andere – bv. papa bij de hand nemen om een speeltje op het schap te leggen
4. (D) Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking (9-18 maanden): gezamenlijke oplossing van sociale problemen • Sluit 10 of meer communicatiecirkels achter elkaar (pakt u bv. bij de hand, trekt u mee naar de ijskast, wijst, maakt geluidjes, reageert op uw vraag met meer geluidjes en gebaren, blijft gebaren uitwisselen tot u de ijskast opent en pakt wat hij wil) • Imiteert uw gedrag op gerichte wijze (zet bv. papa's pet op en paradeert rond in afwachting van bewonderende uitroepen) • Sluit tien of meer communicatiecirkels door middel van: – – – – – –
geluidjes of woorden gezichtsuitdrukkingen wederzijdse aanraking of omarming beweging in de ruimte (bv. door stoeien) grofmotorische activiteit (bv.: elkaar achterna zitten, klimmen) communicatie op afstand (kan bv. dwars door de kamer heen tien communicatiecirkels met u sluiten)
4. Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking (9-18 maanden)
4. (D) Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking (9-18 maanden): gezamenlijke oplossing van sociale problemen •
Sluit drie of meer communicatiecirkels achter elkaar met de volgende emoties: – affectie (gebruikt bv. gezichtsuitdrukkingen, gebaren en geluidjes om een kus of knuffel te krijgen; imiteert uw gedrag, zoals praten in een speelgoedtelefoontje terwijl u aan het bellen bent) – vreugde en opwinding (nodigt via blikken en geluidjes iemand anders uit mee te doen in zijn opwinding over iets; deelt met andere kinderen of volwassenen 'mee in de grap' door samen ergens om te lachen) – assertieve nieuwsgierigheid (gaat zelfstandig op verkenning uit, gebruikt vermogen tot communicatie op afstand voor warm-affectief contact met u bij het zelfstandig rondkijken of spelen) – angst (zoekt uw bescherming, zegt bv. 'Nee!' en verschuilt zich achter u)
• Aangepaste vaardigheden van het kind – complexe, georganiseerde, assertieve, plezier hebbend in nieuwe dingen, geïntegreerde gedrags- en emotionele patronen
• Inadequate ontwikkeling – fragmentarisch, stereotiep en eenzijdig gedrag en emoties (bv. een teruggetrokken, meegaande, overagressieve of gedragsmatig gedesorganiseerde peuter)
– woede (slaat of knijpt met opzet, gilt, beukt om zich heen, krijst of gooit zich op de grond om woede te laten blijken of kijkt met een koele of boze blik) – grenzen stellen (begrijpt en reageert op uw grenzen, hetzij met woorden — 'Nee, niet doen!'- of met gebaren, zoals een zwaaiende vinger, een boos gezicht)
4. Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking (9-18 maanden): verzorgers/omgeving
• Adequaat gedrag van de ouder in deze fase: – bewondering voor initiatief van het kind en – voor zover die er als is – voor de autonomie van de peuter, tolerant en vastberaden – volgt wat de peuter aanbiedt en helpt hem de verschillende gedrags- en affectieve elementen te organiseren
GLG Couturier
4. Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking (9-18 maanden): verzorgers/omgeving
• Inadequaat gedrag van de ouder in deze fase: – te opdringerig, controlerend – fragmentarisch – bang (m.n. voor de autonomie van de peuter) en daarom als ouder bv. eenzijdig gericht op aanleren van discipline en zelfbeheersing – gaat abrupt en voortijdig weg
5
Brugge: TOL-congres
30-9-2011
4. (D) Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking (9-18 maanden): gezamenlijke oplossing van sociale problemen
Alarmsignalen • Onvermogen – om veel opeenvolgende, wederkerige sociale interactie te starten en vol te houden en/of – om emotionele signalen uit te wisselen • Gebruikt imitatie om over iets onaangenaams heen te komen (beukt bv. op de vloer en schreeuwt terug tegen een boze ouder die ook schreeuwt)
Bv. tekst en uitleg geven
• auditief hypersensitief kind op niveau 1 of 2 ervaart dat als ruis • kind dat verbindingen tussen ideeën legt ervaart dat als steunende coaching • Kortom: volg het kind op zijn niveau !! Roekedekoe, roekedekoe Geen bloed in de schoen Deze schoen is niet te klein Dit moet wel de ware zijn !!
Diagnostiek belangrijk: bv. FEAS
Het is dan mogelijk dat ouders, leerkrachten of anderen het kind toch goed begrijpen vanuit zijn "handicap“, of of dat ze – soms of dikwijls - aan het kind voorbij gaan omdat de signalen van kind moeilijker te lezen te zijn, of omdat de spontane afstemming tussen ouder en kind minder vanzelfsprekend wordt en ouders minder intuïtief kunnen inspelen op hun kind
GLG Couturier
Mijlpalen bereiken en basissjablonen
Dit alles vindt zijn weerslag in het ontstaan van "basissjablonen" die iedere nieuwe actie en interactie weer kleuren bv. rustig aandachtig versus druk en ongeconcentreerd [mijlpaal 1] bv. emotioneel betrokken en wederkerige interactie versus autistiform gedrag [mijlpaal 2 en 3] bv. snel in de machtsstrijd komen [mijlpaal 4]
Deze basissjablonen kunnen dus meer of minder gangbaar zijn, en verschillende interactiepatronen uitlokken in de omgang met ouders, andere kinderen en volwassen, inclusief leerkrachten
Slecht én goed nieuws bekend is dat bv. kinderen met taalontwikkelingsstoornissen [mijlpaal 5] soms meer moeite hebben in de kleutertijd met de ontwikkeling van het mentaliseren [mijlpaal 6 en verder]: leren denken én voelen over het denken én voelen van anderen en het eigen denken én voelen Kinderen met ADHD kunnen door het sturen van gedrag vanuit ideeën [mijlpaal 5] hun basale regulatie [niveau 1] en betrokkenheid [niveau 2] verbeteren
In iedere nieuwe situatie (ook in een les of een therapeutische situatie) weer de 6 stappen 1. Zelfregulatie en belangstelling voor de omringende wereld (Homeostase) (0-3 maanden) rustig, oplettend geïnteresseerd raken (bv. “levelen”, “landen”, “even op adem komen”) 2. Intimiteit (Hechting) (2-7 maanden) betrokken raken en relatievorming (bv. “landen”, “ik haal even koffie voor je”) 3. Wederzijds communiceren (Somato-psychologische differentiatie) (3 tot 10 maanden) intentioneel wederzijds communiceren (bv. “mooi weer vandaag”, “how do you do”) 4. Problemen oplossen, zelfbewustzijn ontwikkelen en complexe communicatie (Problemen oplossen, zelfbewustzijn ontwikkelen en complexe communicatie (Gedragsorganisatie, initiatief en verinnerlijking)) (9-18 maanden) (bv. aan tafel gaan zitten) 5. Voorstellend vermogen en emotionele ideeën (18-30 maanden) wereld van ideeën ontdekken (inhoudelijk beginnen uitwisselen) 6. Emotioneel denken (36-42 maanden) bruggen bouwen tussen ideeën
6
Brugge: TOL-congres
30-9-2011
Behandeling Stijn succesvol door samenspel van
Zeer adequate leerondersteuning door gespecialiseerd dyslexiecentrum Psycho-educatie aan Stijn en zijn ouders over samenspel van neuropsychologiche en psychodynamische factoren Geweldige, adequate en zeer speelse aanpak door de ouders en m.n. vader Mentalisatiebevorderende kinderpsychotherapie
Leerstoornis is geen eiland Wanneer een kind een genetische aanleg heeft (voor bv. dyslexie) of door een verstoorde maturatie van het brein (bv. tengevolge van een premature geboorte)
moeilijker leert op school is dat dus per definitie geen geïsoleerd verschijnsel leerstoornissen [in de takken] gaan meestal terug op allerlei subtiele dysfuncties [in de wortels] bv. zwak onderscheid voorgrond-achtergrond
dergelijke functiestoornissen beïnvloeden dan ook niet alleen de cognitieve ontwikkeling, maar ook alle aspecten van de emotionele en relationele ontwikkeling [de stam] bv. problemen met de ontwikkeling van de gedragsorganisatie en het probleemoplossend vermogen
Voorbeeld kind met een zwak vermogen tot onderscheid tussen voor- en achtergrond reageert minder enthousiast op het tipje van de sluier wat een cadeaugever oplicht opa kan dan denken dat kleinzoon niet helemaal blij is met de brandweerkazerne van Playmobil terwijl kleinzoon gewoon niet in de gaten had dat opa de spanning wat wilde opbouwen door een hoekje van het cadeaupapier weg te scheuren (en als het onbegrip te lang duurt reageert het kind met een driftbui wordt gezien als gebrek aan frustratietolerantie !!)
GLG Couturier
RIO: samengevat
Ontwikkelen is van meet af aan een ingewikkeld spel van rijpen ( biologie) [I] leren ( omgeving) [R] kiezen ( eigen ontwikkeling) [O]
binnen de context van veelvoudige wederkerige relaties
Minder vanzelfsprekend gedrag het (min of meer anderszins) functionerende brein wijze waarop het kind prikkels tot zich neemt en verwerkt de wijze waarop het deze informatie ordent en integreert wijze waarop deze informatie emotionele kleur krijgt en het kind al dan niet plezier oplevert en motiveert de wijze waarop het kind tot (re)actie komt
expliciete en impliciete boodschappen die de omgeving ontleent aan dat (minder verwachte) gedrag
Voorbeeld juist in dit soort kleine details kan de vanzelfsprekendheid van de interactie worden aangetast voorbeeld: kind dat er moeite mee heeft om zich te oriënteren in de ruimte zal daardoor mogelijk ook op een andere manier afstand en nabijheid gaan inschatten kan daardoor bv. angstig worden in situaties waar dat voor de ouders niet meteen te begrijpen is
neuropsychologische, cognitieve, emotionele en relationele ontwikkeling hebben een gemeenschappelijke geschiedenis
7
Brugge: TOL-congres
30-9-2011
Voorkom dit !!!
Schade beperken en ontwikkeling bevorderen Voortdurend alert zijn op het stap voor stap bereiken (van de volle breedte) van de 6 functioneelemotionele mijlpalen kan de “schade” van leerstoornissen aanzienlijk verminderen
“Terwijl Assepoester steeds harder werkt en daar ook hulp bij krijgt … Naar het bal gaan helpt je toch niets. Je hebt geen kleren en je kunt niet dansen en we zouden ons voor je schamen. “De mensen zouden je uitlachen.”
Brein ontwikkelt zich al doende in een relatie Genen zijn geen noodlot
vroeg de jonge boom gestaakt heeft veel krom hout recht gemaakt
Erfelijk karakter van leerstoornissen en gezinsdynamiek
Aanpak vanuit benadering van Greenspan ICDL, Washington: DIR/Floortime http://www.icdl.com/ alle problematieken maar sterk gericht op autisme
Rick Solomon, Ann Arbor: Play Project http://www.playproject.org/ Vooral gefocust op autisme
RINO-NH, Amsterdam: FloorPlay http://www.rino.nl/Floorplay/FloorPlay FloorPlay is geïnspireerd op zowel Floortime als op Play Project meer aangepast aan Europese situatie gericht op alle ontwikkelingsproblemen
Leerstoornissen hebben een erfelijk karakter. betekent dat de kans groot is dat éen of beide ouders ook dezelfde soort problemen ervaren kan veel verschillende – en soms vergaande consequenties hebben voor de betekenissen die de ouder aan zijn of haar relatie met het kind geeft ouder kan zich schuldig voelen dat hij/zij een "handicap" heeft overgedragen en bv. moeite krijgen met het stellen van grenzen aan het kind ouder kan erg ongerust worden dat zijn kind tegen dezelfde problemen gaat oplopen als hij of zij bij het doorlopen van de school, of het vinden van een baan en een partner ouder kan rancuneus worden omwille van de vele hulp die nu aan zijn/haar kind wordt geboden en die vroeger niet voorhanden was gescheiden ouder kan rancuneus zijn t.a.v. de ex omdat die de “kwade genen”heeft overgedragen ouder kan de eigen pijn afweren door de problematiek te ontkennen en adequate hulp nutteloos te vinden
Erfelijk karakter van leerstoornissen en gezinsdynamiek kan veel verschillende – en soms vergaande consequenties hebben voor de betekenissen die de ouder aan zijn of haar relatie met het kind geeft ouder kan zich schuldig voelen dat hij/zij een "handicap" heeft overgedragen en bv. moeite krijgen met het stellen van grenzen aan het kind ouder kan erg ongerust worden dat zijn kind tegen dezelfde problemen gaat oplopen als hij of zij bij het doorlopen van de school, of het vinden van een baan en een partner ouder kan rancuneus worden omwille van de vele hulp die nu aan zijn/haar kind wordt geboden en die vroeger niet voorhanden was gescheiden ouder kan rancuneus zijn t.a.v. de ex omdat die de “kwade genen”heeft overgedragen ouder kan de eigen pijn afweren door de problematiek te ontkennen en adequate hulp nutteloos te vinden
GLG Couturier
Erfelijk karakter van leerstoornissen en gezinsdynamiek
ouders van kinderen met leerstoornissen hebben mogelijk een heel eigen ontwikkelingsgeschiedenis doorlopen met soms veel niet uitgekomen verwachtingen veel hobbels onderweg
kleurt de relatie tussen de ouders de verwachtingen naar hun kind toe impliceert dat de vaststelling/diagnosestelling van een leerstoornis ook een forse impact kan hebben op de relatie tussen de ouders
8
Brugge: TOL-congres
30-9-2011
belangrijke consequenties voor de diagnostiek en de behandeling Zogenaamde secundaire emotionele problemen kunnen dan blijken veeleer tot de kern van de leerstoornis te behoren beleid waarin cognitieve en neuropsychologische, emotionele en relationele aspecten vanuit een geïntegreerde visie op kind en gezin worden beschouwd beantwoordt beter aan de behoeften van het kind met leerstoornissen
bij ieder kind met leerstoornissen is het derhalve van belang ook alert te zijn op de "niet-schoolse" aspecten van de leerstoornis en met name op het bereiken van de opeenvolgende ontwikkelingsmijlpalen
Denk aan Einstein begon pas met 5 jaar te spreken de eerste keer dat hij toegangsexamen deed voor de Technische Hogeschool in Zürich (1894), zakt hij en wordt dus eerst niet toegelaten aan het Polytechnicum (terwijl hij al bezig is de relativiteitstheorie te bedenken) blijft 20 jaar lang in de USA zo veel mogelijk vermijden Engels te praten omdat het hem heel slecht lukt Engels te leren
condities maar niet noodzakelijk een stoornis niet meteen te denken in termen van stoornissen wel: zich ook afvragen welke specifieke vaardigheden dit kind juist weer wel heeft ontwikkeld hoe is de specifieke ontwikkelingsgeschiedenis van dit kind verlopen en wat voor aanknopingspunten levert dat op voor de behandeling? wat voor extra verrijkende bijdrage kunnen bv. de ouders bieden vanuit hun eigen ervaring (en worsteling) met een leerstoornis?
eigen, persoonlijke geschiedenis van kind en ouders niet alleen maar te begrijpen in termen van stoornissen
Vertrek vanuit het kind … Assepoester is wel lief, maar soms komt ze aan de zijlijn in de complexiteit van het samenspel tussen de mensen, zonder dat iemand het gezien heeft En dikwijls doet ze soms al zoveel meer haar best dan de omgeving in de gaten heeft
Laat ons blijven zoeken niet alleen waar het schoentje wringt maar vooral naar het schoentje dat past …
Sheets? Mailen naar
[email protected]
Zeer summiere inleiding Meer informatie? Cursussen RINO-NH Amsterdam en RINOVlaanderen www.rino.nl www.rinovlaanderen.be
Cursus SIG “Diagnostiek van psychische problemen bij kinderen van 1-7 jaar” (5 dagen:14 en 15 november, 5 en 6 december, 13 december 2011) http://www.signet.be/CalenderDetail.aspx?l=002.003&action=K&id= 935
Cursussen en opleiding FloorPlay http://www.rino.nl/Floorplay/FloorPlay
GLG Couturier
9