Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang Evaluatie ByWay 23
Onderzoekcentrum Drechtsteden drs. S.A.W. van Oostrom-van der Meijden dr. J.W. Metz dr. B.J.M. van der Aa oktober 2010
Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk Informatie
Gemeente Dordrecht, sector Maatschappelijke Ontwikkeling Onderzoekcentrum Drechtsteden Impuls Publiciteit, Alblasserdam GR Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Postbus 619 3300 AP Dordrecht 078 – 770 3905 www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl
Overnemen van delen van de tekst is toegestaan onder voorwaarde van een duidelijke bronvermelding.
Inhoud
Samenvatting .........................................................................................5 1 Inleiding..........................................................................................9 1.1 Aanleiding en doel ............................................................................9 1.2 Vraagstelling .................................................................................. 10 1.3 Opzet............................................................................................ 10 1.4 Leeswijzer ..................................................................................... 11 2 Doelgroep ByWay 23 ..................................................................... 13 2.1 Instroom ....................................................................................... 13 2.2 Profiel deelnemers .......................................................................... 14 2.3 Vergelijking met Route 23 jongeren .................................................. 16 2.4 De beoogde doelgroep .................................................................... 17 2.5 Omvang doelgroep ByWay 23 .......................................................... 19 3 Hulpverlening en ondersteuning ................................................... 21 3.1 Een zelfstandig bestaan en onderwijs ................................................ 21 3.2 Begeleiding naar werk..................................................................... 25 4 Resultaten ByWay 23 .................................................................... 27 4.1 Reguliere uitstroom ........................................................................ 27 4.2 Voortijdige uitstroom ...................................................................... 28 4.3 Vervolgtraject ................................................................................ 29 5 Projectorganisatie ByWay 23 ........................................................ 31 5.1 Procedure ByWay 23: de theorie ...................................................... 31 5.2 Route 23 als toegangspoort ............................................................. 32 5.3 Instroom in ByWay 23..................................................................... 34 5.4 Doorstroming ................................................................................. 35 5.5 Uitstroom uit ByWay 23................................................................... 36 5.6 Samenwerking binnen ByWay 23...................................................... 36 6 Meerwaarde van ByWay 23 ........................................................... 39 6.1 De voordelen ................................................................................. 39 6.2 Verbeterpunten .............................................................................. 40 Bijlage .................................................................................................. 41 Bijlage 1 Vragenlijst externe partners ..................................................... 43
Samenvatting ByWay 23 is in 2007 ontstaan als antwoord op de vele en langdurige signalen van maatschappelijke partners dat jongeren tussen de 16 en 23 jaar tussen wal en schip vallen omdat zij te oud zijn voor de jeugdzorg en te jong zijn voor de maatschappelijke opvang. Door met ByWay 23 praktische ondersteuning te organiseren, wil de gemeente Dordrecht in de praktijk achterhalen over welke jongeren het gaat, welke ondersteuning deze jongeren nodig hebben en hoe die ondersteuning het beste geboden kan worden. In deze samenvatting geven we antwoord op deze vragen en doen we aanbevelingen voor de toekomst.
De doelgroep Wat kunnen we op basis van de 22 ingestroomde jongeren concluderen over de doelgroep van ByWay 23? De doelgroep van ByWay 23 bestaat uit jongeren in de leeftijd van 16 t/m 22 jaar, die vaak op meerdere terreinen problemen hebben en een onstabiele gezinsachtergrond hebben. Zo wonen van 16 jongeren de ouders niet meer bij elkaar. Daar komt bovenop dat deze jongeren in de meeste gevallen slecht of geen contact hebben met één of beide ouders. Maar ook bij de jongeren waarvan de ouders nog wel bij elkaar zijn, is er vaak sprake van een instabiele thuissituatie. De problematiek van ByWay 23 jongeren is niet heel anders dan die van Route 23 jongeren, maar wel zwaarder. Dit blijkt uit het percentage jongeren dat ten tijde van instroom contact had met een hulpverlenings- of maatschappelijke instantie. Dit percentage is onder ByWay 23 jongeren duidelijk hoger dan onder Route 23 jongeren. Wel hebben ByWay 23 jongeren vaker een wat hoger afgerond opleidingsniveau. Dit is het gevolg van de vroegtijdige ondersteuning die via de pijler ‘Time-out’ wordt geboden. Ten slotte blijkt dat twee van de eerste 20 ingestroomde jongeren niet geheel voldoen aan de definitie van de beoogde doelgroep van ByWay 23.
De geboden ondersteuning Bij de oprichting van ByWay 23 is gedacht aan drie typen trajecten: 1. trajecten primair gericht op toeleiding naar betaald werk; 2. trajecten primair gericht op toeleiding/teruggeleiding naar onderwijs; 3. trajecten primair gericht op zelfstandig wonen. Aanvankelijk was het idee dat 30 jongeren in de pilot van ByWay 23 zouden instromen. Voor deze jongeren werd als indicatie een verdeling van 10/10/10 over de drie trajecten aangenomen. We zien dat van de 22 jongeren die daadwerkelijk ingestroomd zijn, één jongere een traject primair gericht op toeleiding naar betaald werk heeft gevolgd, acht jongeren een traject hebben gevolg om toe- of teruggeleid te worden naar regulier onderwijs en 12 jongeren gestart zijn met het traject gericht op een zelfstandig bestaan. We komen uiteindelijk dus uit op een verdeling van 1/8/121. Het aantal jongeren dat in ByWay 23 instroomt om toegeleid te worden naar een betaalde baan is dus duidelijk achter gebleven bij de verwachting. Wanneer we inhoudelijk kijken naar het soort hulpverlening en ondersteuning die de 22 ByWay 23 jongeren hebben ontvangen, zien we een duidelijke tweedeling. Enerzijds is er de brede begeleiding op alle leefgebieden, gericht op zelfstandig functioneren. Deze hulpverlening wordt onder andere gegeven in de vorm van de basismodule onder de pijlers ‘begeleid wonen’ en ‘ambulante bege1
Een totaal van 21, aangezien één jongere wel officieel is ingestroomd in Route 23 maar geen modules heeft gevolgd.
Evaluatie ByWay 23
5
leiding’ van TriviumLindenhof. Anderzijds zijn er de modules waar jongeren de gelegenheid krijgen de benodigde vaardigheden op te doen en uit te zoeken welke opleiding of welk werk ze (in navolging op ByWay 23) willen gaan doen. Het gaat hierbij om de modules lesbegeleiding, beroepskeuzebegeleiding, de Loods, de Horecagroep en de Werkplaats. Deze modules zijn zowel inzetbaar door TriviumLindenhof als de SDD. Het uiteindelijke doel van ByWay 23 is dat jongeren met meer intensieve en extra begeleiding een zelfstandig bestaan kunnen opbouwen en gebruik kunnen maken van het reguliere zorgaanbod. Er is voor ByWay 23 geen nieuw aanbod ontwikkeld. Er wordt in ByWay 23 gebruik gemaakt van de bestaande modules van TriviumLindenhof, het Da Vinci College (DVC) en de SDD. De meerwaarde zijn de korte lijnen en kleinschaligheid van het project, waardoor het ondersteuningsaanbod ook toegankelijk is voor jongeren vanuit andere organisaties. De kleinschaligheid zorgt voor een meer persoonlijke aanpak. Deze combinatie maakt maatwerk beter mogelijk.
De resultaten Begin 2010 werd bekend dat de pilot ByWay 23 per 1 juli 2010 voortijdig beëindigd zou worden. Door het voortijdig stopzetten van de pilot is het lastig om conclusies te trekken over het daadwerkelijke succes van ByWay 23. Door de diversiteit van de doelgroep en problematiek is het moeilijk te voorspellen of de jongeren die regulier uitgestroomd zijn of doorverwezen zijn naar een andere hulpverleningsinstantie, het ook daadwerkelijk gaan redden. Wellicht hadden deze jongeren (wanneer ByWay 23 was doorgezet) geen verdere hulpverlening nodig gehad. Ook zijn er jongeren op wie de boodschap van de beëindiging van hun hulp door ByWay 23 zo veel invloed had, dat zij er zelf voor hebben gekozen om voortijdig te stoppen en geen vervolghulp aan te nemen. Het volgende is wel bekend. Van alle 22 jongeren zijn er zeven regulier en tien voortijdig uitgestroomd. Voor vijf jongeren is er na 1 juli vervolghulpverlening gezocht, zodat deze jongeren niet in een gat zouden vallen. Het zijn voornamelijk jongeren die de pijler ‘Time-out’ hebben gevolgd, die op een positieve manier uit ByWay 23 zijn uitgestroomd. Zes van de zeven regulier uitgestroomde jongeren zijn dan ook naar een opleiding van het Da Vinci College uitgestroomd. ByWay 23 heeft dus zeker een ondersteuningsaanbod gecreëerd dat aansluit bij de behoefte van deze jongeren om verder te leren. Dat tien jongeren ByWay 23 voortijdig hebben verlaten, doet hier niets aan af. Voor alle vormen van zorg en ondersteuning geldt dat er uitval is.2 Het is net een kaartenhuis; er worden een aantal stappen voorwaarts gezet en doelen bereikt, maar de keuzes van de jongeren kunnen zo wisselend zijn dat het kaartenhuis weer in elkaar stort en de hulpverlening weer van voren af moet beginnen. Ook het regeldoolhof en bureaucratie spelen hierbij een rol. Jongeren hebben weinig geduld en haken snel af. Tegelijkertijd levert een nadere analyse van de voortijdige uitstroom aandachtspunten op voor de hulpverlening van ByWay 23 in de toekomst. De redenen voor voortijdige uitstroom zijn immers gronden waarom jongeren afhaken, terwijl het doel van ByWay 23 is een vangnet te vormen dat zorgt voor toeleiding naar reguliere ondersteuning en zorg. De twee belangrijke uitstroomredenen zijn (te) zware problematiek en gebrek aan motivatie.
2
6
Metz, J.W., e.a. (2009). Zoeken naar zicht. Functioneren Dordtse Sociale Infrastructuur. Verdiepingsonderzoek Sociale Staat. Onderzoekcentrum Drechtsteden
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
De projectorganisatie Voor de organisatie van ByWay 23 is gekozen voor ketensamenwerking conform Route 23 omdat daar in het verleden goede ervaringen mee zijn opgedaan. Ook in ByWay 23 is men tevreden over de ketensamenwerking. Deze samenwerking en de kleinschaligheid van het project worden dan ook als de twee belangrijkste voordelen van ByWay 23 gezien. Over het algemeen werkt de projectorganisatie goed en zijn de betrokken partners redelijk tevreden. De lijnen zijn kort en er wordt goed samengewerkt. Jongeren worden goed opgevangen, ook wanneer het ondersteuningsaanbod van de verschillende organisaties niet helemaal op elkaar aansluit. Indien nodig worden de behandelplannen van de jongeren bijgesteld, waardoor de doorstroming binnen ByWay 23 goed verloopt. Ook de wachtlijsten binnen de eigen organisaties van de samenwerkende partijen hebben niet voor belemmeringen gezorgd. Wel heeft het even geduurd voordat ByWay 23 goed werkte en zijn er zeker nog aandachtspunten te noemen. Route 23 als toegangspoort De functie van Route 23 als toegangspoort werkt niet zoals zou moeten. Van de 22 jongeren zijn er tien niet via de officiële weg van het MDT van Route 23 ingestroomd. Dit is niet de bedoeling, aangezien de kans bestaat dat op deze manier de verkeerde jongeren instromen (die niet tot de doelgroep van ByWay 23 behoren). Bijvoorbeeld de jongeren die zijn ingestroomd vanuit het DVC, behoren zij we echt tot de doelgroep van ByWay 23? Daarnaast is het voor de helft van de MDT-leden niet duidelijk wat ByWay 23 precies inhoudt. Dit roept de vraag op of steeds de juiste beslissing wel wordt genomen om jongeren toe te laten tot ByWay 23. Echter, de partners die jongeren hebben doorverwezen naar ByWay 23 zeggen wel te weten wat ByWay 23 inhoudt en uiteindelijk zijn zij vaak degenen die de beslissing nemen. Instroom en doorstroom Zoals gezegd is de doorstroming in ByWay 23 goed. Dit geldt over het algemeen ook voor de instroom in ByWay 23: de intakegesprekken die de behandelcoördinatoren houden met de jongeren en informatieoverdracht tussen de betrokken partners. Behalve dat sommige ByWay 23 jongeren een uitkering hebben via de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD), is de rol van de SDD binnen ByWay 23 beperkt. In vergelijking met TriviumLindenhof en het Da Vinci College heeft ByWay 23 binnen de SDD een minder duidelijke positie. Dit heeft meerdere oorzaken. Ten eerste is de inzet van ByWay 23 wat minder noodzakelijk omdat de SDD zelf ook maatwerk kan leveren. Ten tweede is er binnen de SDD niet één maar zijn er meerdere medewerkers verantwoordelijk voor de ByWay 23 jongeren die een module van de SDD volgen en/of een uitkering via de SDD ontvangen. Ten slotte ontbreekt het bij de SDD aan betrokkenheid vanuit het management. Dit alles is wel het geval bij TriviumLindenhof. En ook voor het DVC heeft ByWay 23 een duidelijke toegevoegde waarde. Uitstroom In totaal zijn er zeven jongeren zonder problemen regulier uitgestroomd. De wachtlijsten bij reguliere zorgaanbieders zoals in de psychiatrie, bij verslavingsinstanties en de kinderopvang hadden voor knelpunten kunnen zorgen. Dit was bij de zeven jongeren echter niet het geval.
Evaluatie ByWay 23
7
Aanbevelingen De evaluatie van ByWay 23 laat ons zien dat na een wat moeizame start, ByWay 23 zich qua doelgroep en ondersteuning goed heeft bewezen. Wel doen we de volgende - meer algemene - aanbevelingen voor hulpverlening gericht op jongeren:
8
•
Formuleer heldere criteria waaraan de doelgroep moet voldoen en scherp deze eventueel aan. Communiceer de criteria ook naar alle betrokken ketenpartners en zorg voor draagvlak.
• •
Zorg voor een strikte handhaving voor de toeleiding van jongeren.
•
Zorg voor continuïteit in de projectleiding, zodat knelpunten binnen de hulpverlening sneller zichtbaar zijn, er eerder kan worden bijgestuurd en problemen eerder opgepakt worden.
•
Zoek naar manieren om jongeren gemotiveerd te houden.
Zoek naar samenwerking met andere partners op het terrein van maatschappelijke zorg, zoals het Boumanhuis en De Grote Rivieren, zodat ook met deze hulpverleningsinstanties kortere lijnen mogelijk zijn.
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
1
Inleiding
In 2007 heeft de gemeente Dordrecht de Leer-Werk-Leefaanpak ontwikkeld, bekend onder de naam ‘ByWay 23’. Het project beoogt een meer persoonlijke opvang en begeleiding te bieden aan jongeren tussen de 16 en 23 jaar die op dat moment geen onderwijs volgen én geen betaald werk hebben. In opdracht van de gemeente Dordrecht hebben wij - het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) - een evaluatie uitgevoerd onder alle 22 ingestroomde jongeren.
1.1
Aanleiding en doel
De primaire doelstelling van het project ByWay 23 is Dordtse jongeren toe te leiden naar zelfstandig leren, werken en wonen met de nadruk op leren als voorwaarde om later zelfstandig in de maatschappij te kunnen functioneren. Om de aanpak goed te laten aansluiten bij de ondersteuningsbehoefte van de jongeren, is de gemeente Dordrecht in oktober 2008 gestart met een pilot. Voor deze jongeren wordt de ondersteuning in de praktijk ontwikkeld. Besloten is dat 20 jongeren ondersteund worden door TriviumLindenhof en tien jongeren door de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD). Door de pilot te evalueren kunnen we vaststellen welke doelgroep gebruik maakt van ByWay 23, welke ondersteuning wordt geboden, wat het resultaat is en hoe de projectorganisatie functioneert. De doelstelling van het onderzoek luidt: ‘het in beeld brengen van het project ByWay 23 toegespitst op de doelgroep, de geboden begeleiding, het resultaat en de projectorganisatie’. Doelgroep De beoogde doelgroep van ByWay 23 zijn Dordtse jongeren van 16 tot 23 jaar die vanwege gedragsproblemen niet handhaafbaar zijn in het onderwijs of op het werk. De oorzaken van dat gedrag kunnen uiteenlopend zijn. Het kan gaan om sociaal-emotionele problemen, opvoedingsproblemen, maar ook om factoren als de gezinssituatie en gezondheid. Er is vrijwel altijd sprake van meervoudige problematiek. Uitgesloten van het project zijn jongeren met een criminele leefstijl en jongeren met een beperkt leervermogen. In deze evaluatie kijken we naar de praktijk. Welke jongeren maken nu precies gebruik van ByWay 23? Begeleiding De inzet van ByWay 23 is dat de beoogde doelgroep ‘een meer persoonlijke opvang en begeleiding nodig heeft. Daarnaast is er de noodzaak om jongeren te begeleiden bij het oplossen van problemen die belemmerend zijn voor hun verdere leer- en werktraject’3. Binnen Dordrecht bestaat al een aantal voorzieningen dat voor een deel rekening houdt met deze problematiek. Het uitgangspunt van ByWay 23 is dat met intensieve en extra begeleiding deze jongeren wel van de reguliere voorzieningen gebruik kunnen maken. Is dit daadwerkelijk ook zo in de praktijk? Projectorganisatie Voor de projectorganisatie van ByWay 23 is gekozen voor ketensamenwerking waarmee in Route 23 en de Foyer goede ervaringen zijn opgedaan. Het multidisciplinaire team (MDT)4 van Route 23 dat wekelijks bijeenkomt, is verantwoordelijk voor de toeleiding van de jongeren naar en de regie over de specifieke trajecten van ByWay 23. Daarnaast is er de projectgroep ByWay 23. De
3 4
C.M.T. van Vliet. Raadsinformatie inzake Ontwikkeling Pilotproject Leer-Werk-Leefaanpak, 13 februari 2008. Het MDT van Route 23 bestaat uit medewerkers van de volgende instellingen: SDD, UWV Werkbedrijf Drechtsteden, Stichting MEE, ROC Da Vinci College, Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten, en Bureau Jeugdzorg.
Evaluatie ByWay 23
9
projectgroep bestaat uit een beleidsmedewerker van de gemeente Dordrecht en de hoofdverantwoordelijken bij Route 23, TriviumLindenhof, de SDD en het Da Vinci College. Centraal staat de voortgang van het project ByWay 23.
1.2
Vraagstelling
De evaluatie geeft antwoord op de volgende vragen:
•
Wat leert de pilot ByWay 23 over de potentiële doelgroep van de Leer-WerkLeefaanpak qua omvang en profiel?
•
Welke trajecten zijn er in de pilot ByWay 23 aangeboden met welk doel en welke vormen van begeleiding?
•
Op welke wijze draagt de pilot ByWay 23 bij aan het toeleiden van jong-eren naar zelfstandig leren, werken en wonen?
•
Hoe functioneert de projectorganisatie in de pilot ByWay 23 wat betreft de instroom, selectie, doorstroom en uitstroom van jongeren?
1.3
Opzet
In dit rapport doen we verslag van de evaluatie onder alle 22 jongeren die in de pilot ByWay 23 zijn ingestroomd. In deze evaluatie hebben we aandacht voor de doelgroep, de trajecten, de daarbinnen geboden begeleiding en de projectorganisatie. We hebben hierbij gebruik gemaakt van vier verschillende bronnen. Registratiebestanden Allereerst hebben we voor het onderzoek - in samenspraak met de behandelcoördinatoren van ByWay 23 - een registratiebestand gemaakt, waarin zij de jongeren die in ByWay 23 instromen registeren. Aanvankelijk wilden we de eigen registratiegegevens van de uitvoerders gebruiken, maar deze bleken te verschillend te zijn en niet alle data te bezitten die wij voor dit onderzoek nodig hebben. Een uniforme registratie was zeker van belang bij jongeren die bij meerdere organisaties modules volg(d)en. We hebben de registratiebestanden gebruikt om de doelgroep van ByWay 23 te bepalen en om de geboden begeleiding, gevolgde trajecten en het uiteindelijke resultaat hiervan in kaart te kunnen brengen. Begeleidingscontacten en -verslagen Naast de registratiegegevens hebben we gebruik gemaakt van de begeleidingscontracten, evaluatie- en eindverslagen van 17 jongeren. Een analyse van deze documenten geeft een nog beter en vollediger beeld van de achtergrond en problematiek van de jongeren. En dus een nog beter beeld van de doelgroep, geboden begeleiding en resultaat van ByWay 23. In een enkel geval hebben we contact opgenomen met de verantwoordelijke behandelcoördinator om extra informatie te verkrijgen of om onduidelijkheden te verhelderen. Vragenlijst externe partners De omvang van de doelgroep hebben we getracht vast te stellen door dit als vraag op te nemen in de schriftelijke vragenlijst (bijlage 1) die we in september 2009 naar alle externe partners van ByWay 23 hebben gestuurd: de MDT-leden en begeleiders van de jongeren. In deze vragenlijst hebben we de externe partners ook gevraagd naar het functioneren van ByWay 23 en hun ervaringen en visie op ByWay 23. Na een tweetal weken hebben we een herinneringsmail gestuurd naar degenen die nog niet gereageerd hadden. Ook hebben we enkele partners nog nagebeld. Uiteindelijk hebben 22 externe partners de vragenlijst ingevuld. Een respons van 76%.
10
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
Focusgroepbijeenkomst Het functioneren van de projectorganisatie hebben we inzichtelijk proberen te maken door het organiseren van een focusgroepbijeenkomst, waarin de eerste resultaten van ByWay 23 zijn besproken. Deze bespreking maakte zelf ook deel uit van de evaluatie. De focusgroepbijeenkomst diende enerzijds om verklaringen voor de uitkomsten te zoeken en anderzijds om het eigen functioneren van de projectgroep te evalueren. We hebben gekozen voor een gezamenlijke evaluatie, omdat dit tijd scheelde en voor iedereen openbaar was. Ten slotte bood het de mogelijkheid de eerste uitkomsten door te praten. Voor het onderzoek hebben we ook een schriftelijke vragenlijst opgesteld die aan jongeren voorgelegd moest worden ten tijde van uitstroom. Aangezien de vragenlijst slechts bij vijf jongeren is afgenomen, kunnen we deze bron niet gebruiken voor deze evaluatie.
1.4
Leeswijzer
Allereerst bespreken we in hoofdstuk 2 de potentiële doelgroep van ByWay 23. Hoe ziet deze eruit? En wat is de omvang? Vervolgens gaan we in hoofdstuk 3 dieper in op de begeleiding en trajecten die de 22 ingestroomde jongeren aangeboden hebben gekregen. In hoofdstuk 4 kijken we vervolgens naar de resultaten. Heeft de geboden begeleiding het doel van zelfstandig functioneren in de samenleving bereikt? De evaluatie van de projectorganisatie van ByWay 23 staat in hoofdstuk 5 centraal. Hoe functioneert het MDT van Route 23? En hoe functioneert de projectgroep? Vervolgens bespreken we in hoofdstuk 6 de (meer)waarde van ByWay 23. Voorafgaand aan deze inleiding treft u een apart leesbare samenvatting waarin we onze conclusies en aanbevelingen presenteren.
Evaluatie ByWay 23
11
12
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
2
Doelgroep ByWay 23
Centraal in dit hoofdstuk staat de doelgroep van ByWay 23. Hoe ziet het profiel van de deelnemers aan de pilot eruit? In welke mate komt dit profiel overeen met de beoogde doelgroep? Hoeveel jongeren binnen de organisatie van de externe partners komen in aanmerking voor begeleiding vanuit ByWay 23?
Voordat we op deze vragen een antwoord geven en een beeld schetsen van de doelgroep van ByWay 23, gaan we in paragraaf 2.1 eerst in op de instroom in ByWay 23. Via welke kanalen stromen jongeren in? En naar welke ketenpartner worden ze doorverwezen? Een uitgebreide beschrijving van de procedure waarmee jongeren in ByWay 23 instromen, vindt u in paragraaf 5.1.
2.1
Instroom
In totaal zijn er in de periode oktober 2008-juli 2010 22 jongeren in ByWay 23 ingestroomd. De eerste jongere stroomde op 22 oktober 2008 in, de laatste op 22 maart 2010. Ongeveer de helft van de jongeren is door het Da Vinci College (DVC) verwezen naar ByWay 23. Een andere belangrijke verwijzer is Bureau Jeugdzorg, dat in totaal acht jongeren heeft doorverwezen.5 Verder zijn twee jongeren door Routecoaches aangemeld bij ByWay 23, één jongere door Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten en één jongere door schoolmaatschappelijk werk (tabel 2.1).
Tabel 2.1
Verwijzers ByWay 23
ROC Da Vinci College Bureau Jeugdzorg Routecoaches Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Schoolmaatsc happelijk werk
aantal 10 8 2 1 1
Wat zijn precies de redenen waarom de jongeren door deze instanties verwezen zijn naar ByWay 23? Het DVC en Bureau Leerplicht geven voor tien jongeren als reden de time-out van het DVC6. Daarnaast geeft het DVC voor één jongere problemen op school als reden voor de doorverwijzing naar ByWay 23. ‘Er was meer en intensieve begeleiding nodig’ wordt voor negen jongeren als reden genoemd, waarvan bij drie jongeren aangegeven wordt dat de zorg van T-team niet voldoende toereikend (meer) was. De overige twee jongeren zijn naar ByWay 23 doorverwezen om meer praktische redenen. Eén jongere had een hulpvraag op het gebied van dagbesteding, werk en financiën. De ander ontwikkelde zich niet meer en had geen woning, geen werk en ging niet naar school. Nadat de jongeren besproken waren in het multidisciplinaire team (MDT) van Route 23 en het MDT had besloten dat zij in ByWay 23 konden instromen, zijn de jongeren doorverwezen naar één van de twee verantwoordelijke ketenpartners: TriviumLindenhof en de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD). Van de 22 jongeren zijn er 20 doorverwezen naar TriviumLindenhof en twee naar de SDD. De praktische uitvoering is anders. Beide jongeren die onder de verantwoorde-
5 6
Deze jongeren zijn verwezen door het T-team of Entree en hadden dus geen indicatie. De time-out is een voorziening van het DVC waarvan de behandelcoördinatoren van ByWay 23 gebruik kunnen maken bij het opstellen van behandelplannen. Het is bedoeld voor jongeren die vanwege hun gedrag (even) niet op school kunnen zijn en dus extra begeleiding nodig hebben. Na het volgen van de time-out kunnen de jongeren weer terug instromen in het reguliere onderwijs.
Evaluatie ByWay 23
13
lijkheid van de SDD vallen, volgden naast modules van de SDD ook modules van TriviumLindenhof. Daarnaast hebben vier van de 20 jongeren waarvoor TriviumLindenhof verantwoordelijk is een module van de SDD gevolgd en hebben negen jongeren een uitkering via de SDD gekregen. Veertien jongeren volgden alleen modules van TriviumLindenhof.
2.2
Profiel deelnemers
Onder de 22 jongeren die in de pilot ByWay 23 zijn ingestroomd, zijn duidelijk meer jongens dan meisjes: 17 jongens versus vijf meisjes. Wel zien we een redelijk gelijke verdeling over alle leeftijden (tabel 2.2). De helft van de ByWay 23 jongeren is van Nederlandse afkomst, de andere helft is dit niet. Zij zijn of zelf in het buitenland geboren of hebben minimaal één ouder die in het buitenland geboren is. Kijken we naar de huishoudensituatie van de 22 jongeren, dan zien we dat negen jongeren zelfstandig woonden ten tijde van instroom (waarvan één met kind) en 13 niet. Van deze jongeren woonden er acht in een éénoudergezin en vier in een gezin met een vader en moeder. Eén jongere woonde bij zijn/haar zus en zwager ten tijde van de instroom in ByWay 23. Bijna twee derde van de jongeren die in Byway 23 zijn ingestroomd, was ten tijde van de instroom student/scholier en had problemen op school. Daarnaast waren vier jongeren werkloos en/of werkzoekende, hadden twee jongeren een betaalde baan, zorgde één jongere thuis voor zijn/haar kind en deed één jongere aan vrijwilligerswerk. Gezien de grote groep scholieren is het logisch dat de helft van de ingestroomde jongeren moest rondkomen van een studiefinanciering. Daarnaast hadden zes jongeren een WWB-uitkering en leefden drie jongeren van geld van hun ouders, vriend(din)en of kennissen. Voor de jongeren met een betaalde baan was dit hun bron van inkomsten. Achttien ByWay 23 jongeren hebben minimaal een vmbo-diploma. Geen van hen heeft een startkwalificatie. Dan zijn er nog drie jongeren die alleen hun basisschool hebben afgerond en één jongere die helemaal geen onderwijs heeft afgerond.
Tabel 2.2
Profielschets ByWay 23 jongeren aantal
14
geslacht jongens meisjes
17 5
leeftijd 16-17 jaar 18-22 jaar
7 15
etniciteit Nederlands Turks Antilliaans/Arubaans Surinaams Marokkaans overige westerse allochtonen niet-westerse allochtonen onbekend
11 2 1 1 1 2 3 1
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
Tabel 2.2
Vervolg aantal
huishoudentype éénoudergezin met kind(eren) éénpersoonshuishouden twee-oudergezin met kind(eren) anders
9 8 4 1
dagbesteding student werkloos/werkzoekende betaald werk huisman/-vrouw vrijwilligerswerk
14 4 2 1 1
bron van inkomsten studiefinanciering uitkering ouders, vriend(in), kennis werk
11 6 3 2
schoolopleiding geen onderwijs basisonderwijs vmbo mbo, niveau 1
1 3 11 7
Onderliggende problematiek Nu we het profiel van alle instromers in beeld hebben gebracht, rest de vraag wat de onderliggende problematiek van deze jongeren is. Van de 22 jongeren hadden 21 jongeren contact met een instantie voordat zij in ByWay 23 instroomden. Ten tijde van instroom hadden nog 17 jongeren contact (tabel 2.3). Kijken we naar het soort instantie, dan zien we dat De Grote Rivieren en Bureau Jeugdzorg (T-team/Entree) de twee hulpverleningsinstanties zijn waar jongeren het meest contact mee hebben. Een combinatie van deze twee zien we bij twee jongeren. Een andere instantie op het gebied van hulpverlening zijn Routecoaches, door wie twee jongeren begeleid werden voordat zij aan ByWay 23 begonnen. Ruim de helft van de jongeren heeft contact (gehad) met een hulpverleningsorganisatie. Maatschappelijke instanties waarmee de jongeren contact hebben of hadden, zijn: schoolmaatschappelijk werk, Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten, en de jeugdreclassering. Het hebben van een schuld komt onder de jongeren iets vaker voor dan het hebben van een verslaving: tien versus acht jongeren. De meest voorkomende verslaving is drugs (5), gevolgd door alcohol (2). Daarnaast roken 15 jongeren. De schuldbedragen variëren van 180 tot 10.000 euro. Van twee jongeren is zeker dat zij een strafblad hebben en van zeven anderen is bekend dat zij wel eens in aanraking zijn geweest met de politie. Richten we ons op de beperkingen die de ByWay 23 jongeren hebben, dan zien we dat vier jongeren een psychosociale beperking hebben, twee jongeren een psychiatrische beperking en één jongere beide beperkingen heeft. Dit betekent dat de grootste groep jongeren in hun doen en laten niet wordt belemmerd door een beperking. Overigens geeft geen van de jongeren mantelzorg, wat belemmerend zou kunnen werken.
Evaluatie ByWay 23
15
Tabel 2.3
Problematiek ByWay 23 jongeren ten tijde van instroom aantal 17 8 10 5 3 2
contact met instantie verslaving schulden psychosociale beperking psychiatrische beperking strafblad
Gezinsachtergrond Kijken we naar de relatie die de 22 ByWay 23 jongeren hebben met hun ouders dan zien we een gevarieerd beeld. Voor het merendeel van de jongeren (18 van de 22) geldt dat de relatie die zij hebben met één of beide ouders niet optimaal is. Van elf jongeren zijn de ouders gescheiden. Tien van hen hebben slechts met één van beide ouders een goede relatie en met de ander slecht of zelfs helemaal geen contact. Dan zijn er nog drie jongeren van wie de vader overleden is. Van hen hebben er twee een goede band met hun moeder en heeft één geen contact. Eén jongere is wees en een ander woont in een pleeggezin. Hoe de band met zijn/haar pleegouders is, is niet bekend. Ten slotte zijn er zes jongeren van wie de ouders samen zijn. Hiervan wonen er twee niet meer thuis vanwege problemen met één of beide ouders. Vier jongeren wonen wel thuis en hebben een goede relatie met hun ouders. Voor twee geldt echter dat ook de ouders door een hulpverleningsinstantie begeleid worden/zijn en volgens deze instanties niet goed voor hun eigen kind kunnen zorgen.
Tabel 2.4
Gezinsachtergrond ByWay 23 jongeren ten tijde van instroom aantal 11 6 3 1 1
gescheiden ouders samenwonende ouders vader overleden beide ouders overleden pleeggezin
2.3
Vergelijking met Route 23 jongeren
Het oorspronkelijke idee van ByWay 23 is dat wanneer jongeren niet binnen de bestaande zorginfrastructuur voor jongeren opgevangen kunnen worden (bv. binnen Route 23), zij met intensieve en extra begeleiding wel van de reguliere voorzieningen gebruik kunnen maken. ByWay 23 is dus een tree hoger. Op basis hiervan zou men verwachten dat Route 23 jongeren en ByWay 23 jongeren van elkaar verschillen. Maar is dit ook zo? En zo ja, op welke punten verschillen zij en welke overeenkomsten zien we?
Route 23 Evenals ByWay 23 is Route 23 een samenwerkingsverband, dat bestaat uit: de Sociale Dienst Drechtsteden, Bureau Jeugdzorg, Da Vinci College, Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten, Stichting MEE, UWV Werkbedrijf en het Werkgeversservicepunt Drechtsteden. Samen voorkomen en bestrijden zij voortijdig schoolverlaten en jeugdwerkloosheid in de regio Drechtsteden. Hiertoe biedt Route 23 jongeren van 16 tot en met 23 jaar scholing, werk, hulpverlening, of een combinatie daarvan. Route 23 streeft daarnaast naar een sluitende en soepele overgang tussen de diverse onderwijssoorten en tussen school en werk (www.route23.nl).
16
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
Tabel 2.5 laat ons een aantal duidelijke verschillen zien. Allereerst zien we dat onder de 22 ByWay 23 jongeren jongens duidelijk sterker vertegenwoordigd zijn dan meisjes, terwijl we onder Route 23 jongeren een oververtegenwoordiging zien van meisjes. Ook zien we een verschil wat betreft leeftijd. Van de jongeren in ByWay 23 is 32% 16 of 17 jaar, in Route 23 is dit percentage 9%. Opvallend is dat de jongeren in ByWay 23 veel vaker een opleiding hebben afgerond dan de jongeren in Route 23. Wat betreft de problematiek van jongeren zien we dat ByWay 23 jongeren vaker geen inkomsten uit werk hebben dan de jongeren in Route 23. Het hebben van een schuld en/of strafblad komt even vaak voor, ouderschap minder vaak. Dit laatste heeft mogelijk te maken met de wat lagere gemiddelde leeftijd. De problematiek van ByWay 23 jongeren is op het moment van instroom dus niet heel anders dan van Route 23 jongeren, maar naar alle waarschijnlijkheid wel zwaarder gezien het hogere aandeel dat contact heeft met een instantie. De lagere gemiddelde leeftijd gecombineerd met het hogere aandeel jongeren met een afgeronde schoolopleiding, zou voor de toekomst wel een gunstig effect kunnen hebben.
Tabel 2.5
a
Profielschets ByWay 23 versus Route 23 jongeren (%) Route 23 n=235
ByWay 23 n=22
geslacht jongens meisjes
33 66
77 23
leeftijd 16-17 jaar 18-22 jaar 23-24 jaar
9 88 3
32 68 .
etniciteita Nederlands Turks Antilliaans/Arubaans Surinaams Marokkaans overige allochtonen
40 5 12 3 3 18
50 9 5 5 5 23
schoolopleidinga geen onderwijs basisonderwijs v(m)bo havo/vwo/mbo
46 0 29 14
5 14 50 32
problematiek geen inkomsten uit werk contact met instantie schulden zwanger-/ouderschap strafblad
77 46 49 29 9
91 77 45 5 9
telt niet op tot 100%, aangezien er gevallen ‘onbekend’ zijn
2.4
De beoogde doelgroep
In hoeverre wijkt het profiel van de deelnemers aan de pilot ByWay 23 af van de beoogde doelgroep? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, presenteren we allereerst de definitie van de beoogde doelgroep:
Evaluatie ByWay 23
17
‘de beoogde doelgroep van ByWay 23 zijn Dordtse jongeren van 16 tot 23 jaar die vanwege gedragsproblemen niet handhaafbaar zijn in het onderwijs of op het werk. De oorzaken van dat gedrag kunnen uiteenlopend zijn. Het kan gaan om sociaal-emotionele problemen, opvoedingsproblemen, maar ook om factoren als de gezinssituatie en gezondheid. Er is vrijwel altijd sprake van meervoudige problematiek. Uitgesloten van het project zijn jongeren met een criminele leefstijl en jongeren met een beperkt leervermogen’. Niet handhaafbaar op school en werk Alle 14 jongeren die op school zaten tijdens hun instroom in ByWay 23 hadden problemen op school. Twaalf van hen zijn door het Da Vinci College en/of Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten naar ByWay 23 gestuurd, omdat zij niet meer handhaafbaar waren op school. Veel voorkomende problemen zijn gedragsproblemen, spijbelen, gebrek aan prestaties, gezagsproblemen en het niet nakomen van afspraken. De andere twee jongeren zijn door Bureau Jeugdzorg (T-team/Entree) aangemeld bij ByWay 23. Het grootste probleem van deze jongeren was dat zij niet gemotiveerd waren. Van alle 22 jongeren hadden twee jongeren op het moment van instroom in ByWay 23 een betaalde baan. Uit de registratiebestanden blijkt dat zij geen problemen hadden op het werk. De vraag is dus of zij – samen met de twee jongeren die niet gemotiveerd waren op school - toch echt niet handhaafbaar waren. Dan zijn er nog zes jongeren die op het moment van instroom geen opleiding volgden én geen betaalde baan hadden. Hadden zij eerder problemen op school en/of op hun werk? Voor twee jongeren geldt het eerste. Eén jongere is langdurig ziek geweest en daarom gestopt met school, een andere jongere moest stoppen met school omdat hij/zij haar stage niet haalde. Van de overige vier jongeren is niet bekend of zij problemen hadden op school of op hun werk. Overigens geldt voor alle zes de jongeren die werkloos waren, dat zij schulden hadden voor aanvang van ByWay 23. Meervoudige problematiek Dat de jongeren die in ByWay 23 instromen problemen hebben, is duidelijk. De vraag is of er altijd sprake is van meervoudige problematiek. Een lastig te beantwoorden vraag aangezien niet altijd duidelijk is of een bepaald gedrag ook daadwerkelijk als een probleem wordt ervaren. Een psychiatrische of psychosociale beperking is – zoals het woord zelf al zegt – een beperking. Ook het hebben van schulden werkt belemmerend. Maar hoe is dit voor een verslaving als roken. Werkt dit voor alle jongeren echt belemmerend? Om te kunnen bepalen wanneer er sprake is van meervoudige problematiek gebruiken we voor dit onderzoek het 8-fasenmodel, dat ontwikkeld is door het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW).
In het 8-fasenmodel onderscheidt het NIZW acht leefgebieden: 1. huisvesting: huidige woonsituatie en relatie met ouders 2. financiën: financiële situatie en bestedingspatroon 3. sociaal functioneren: relatie met omgeving, inclusief maatschappelijk gedrag (relatie met justitie) 4. psychisch functioneren: het ‘welbevinden’, incl. eventueel psychiatrisch ziektebeeld en verslavingsgedrag 5. zingeving: datgene wat motiveert om te leven (bv. religie) 6. lichamelijk functioneren: fysieke gesteldheid en zelfzorg 7. praktisch functioneren: huishoudelijke en technische vaardigheden, taalvaardigheden 8. dagbesteding: daginvulling (werk, studie, hobby’s)
18
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
Het NIZW spreekt over meervoudige problematiek wanneer een persoon op minstens drie van de acht leefgebieden problemen heeft. Aangezien we in dit onderzoek geen zicht hebben op de zingeving van jongeren en hun praktisch functioneren, spreken we in dit onderzoek van meervoudige problematiek wanneer een jongere op ten minste twee van de zes overgebleven leefgebieden problemen heeft. Alle 22 jongeren hebben we gescreend op de zes overgebleven leefgebieden. Bij twee jongeren is duidelijk geen sprake van meervoudige problematiek. Beide jongeren wonen thuis waar zij een goede verstandhouding hebben met hun ouder. Ook hebben de jongeren geen beperking, verslaving of schulden en is niet bekend bij TriviumLindenhof dat zij wel eens in aanraking zijn geweest met de politie. Het enige is dat zij problemen op school hebben. De jongeren zijn dan ook door het Da Vinci College verwezen naar ByWay 23. De reden was de Time-out van het DVC. Voor de overige 20 jongeren geldt dat zij op ten minste twee leefgebieden problemen hebben. Veel voorkomende problemen hebben betrekking op het sociaal en psychisch functioneren van de jongeren. Criminele leefstijl Uitgesloten van deelname aan ByWay 23 zijn jongeren met een criminele leefstijl. In tabel 2.2 zagen we al dat twee jongeren voordat zij instroomden in ByWay 23 een strafblad hadden en een voorwaardelijke straf. Op het moment van instroom hadden beide jongeren echter geen criminele leefstijl. Volgens TriviumLindenhof bestaat er voor één jongere een kans dat de jongere (ook) vanwege zijn psychische stoornis weer in de problemen komt. Deze kans acht TriviumLindenhof echter klein, ook omdat de reclassering nauw betrokken is. Beperkt leervermogen Geen van de ingestroomde ByWay 23 jongeren heeft een beperkt leervermogen. Ten slotte, wat kunnen we concluderen over de beoogde doelgroep? Behoren de 22 ingestroomde jongeren daadwerkelijk tot de doelgroep van ByWay 23, zoals deze vooraf bepaald is? Het antwoord is ‘ja, voor het grootste deel wel’. Op basis van onze analyse blijkt dat twee jongeren niet geheel voldoen aan de definitie van een ByWay 23 jongere omdat er geen sprake is van meervoudige problematiek.
2.5
Omvang doelgroep ByWay 23
Eén van de onderliggende vragen in dit onderzoek is om de omvang van de doelgroep van ByWay 23 in kaart te brengen. De basis hiervoor vormen de vragenlijsten die we onder de externe partners hebben uitgezet. We hebben hen gevraagd of zij een schatting konden maken van het aantal jongeren dat binnen hun organisatie in aanmerking komt voor ByWay 23 maar nog niet in ByWay 23 is ingestroomd. Dit bleek voor de meeste externe partners een lastige opgave te zijn. Slechts vijf externe partners hebben een aantal genoemd, dat varieert van twee tot tien jongeren. Het is niet eenvoudig een schatting te maken van de omvang van de doelgroep van ByWay 23. Dit heeft wellicht ook te maken met de relatieve onbekendheid onder de externe partners van wat een ByWay 23 jongere nu precies is. En al weten de partners wat een ByWay 23 jongere is, dan zijn er altijd nog jongeren die (nog) niet bekend zijn bij de externe partners en ‘rondzwerven’ zonder gebruik te maken van de Dordtse hulpverlening en zorginstanties.
Evaluatie ByWay 23
19
Eén ding weten we wel: ByWay 23 jongeren behoren tot de groep risicojongeren. In de publicatie ‘De jeugd een zorg’7 van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat ongeveer 15% van de jeugd in Nederland serieuze problemen heeft en/of opgroeit in een risicovolle situatie. Het grootste deel daarvan heeft problemen die weliswaar ernstig, maar ook redelijk oplosbaar en tijdelijk van aard zijn (Hermanns e.a., 2005 in Stevens e.a., 2009). Een klein deel, ongeveer 5% wordt langdurig en structureel in de ontwikkeling bedreigd. Dit zijn jongeren die extra zorg en hulpverlening nodig hebben, en om deze reden tot de doelgroep van ByWay 23 zouden kunnen behoren. In totaal waren er op 1.1.2010 10.124 jongeren van 16 t/m 22 jaar in Dordrecht. Omgerekend voor Dordrecht zou het dus gaan om ruim 500 jongeren die potentieel tot de doelgroep van ByWay 23 behoren.
7
Stevens, J. e.a. (2009). De jeugd een zorg. Ramings- en verdeelmodel jeugdzorg 2007. Den Haag: SCP.
20
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
3
Hulpverlening en ondersteuning
De inzet van ByWay 23 is om de jongeren een meer persoonlijke opvang en begeleiding te bieden die aansluit bij de behoeften van de jongeren. Het aanbod van ByWay 23 wordt dan ook in de praktijk ontwikkeld, afhankelijk van de situatie en de jongere in kwestie. In dit hoofdstuk bekijken we welke begeleiding en ondersteuning de 22 ingestroomde jongeren is gegeven.
Globaal werd bij de oprichting van ByWay 23 gedacht aan drie typen trajecten, waarbij aangesloten wordt bij de expertise en de ondersteuning die in Dordrecht aanwezig zijn: 1. trajecten primair gericht op toeleiding naar betaald werk, een maatwerk aanpak bekostigd uit de Wet Werk en Bijstand; 2. trajecten primair gericht op toeleiding of teruggeleiding naar het regulier onderwijs. Deze trajecten kunnen gecombineerd worden met het onderwijsaanbod van het Da Vinci College; 3. trajecten primair gericht op zelfstandig wonen, waarvoor aangesloten wordt bij de intensieve woonbegeleiding van TriviumLindenhof in de Foyer. Het eerste type traject zou door de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) geboden moeten worden, de andere twee typen trajecten door TriviumLindenhof. De vraag die we in dit hoofdstuk stellen, is welke typen trajecten de jongeren in ByWay 23 gevolgd hebben. Welk hoofdtraject hebben de jongeren toegewezen gekregen? En uit welke modules bestonden deze hoofdtrajecten? In hoofdstuk 4 staan vervolgens de resultaten centraal. Van alle 22 ingestroomde jongeren hebben er 21 één of meerdere modules gevolgd bij TriviumLindenhof. Zes van hen hebben ook een module gevolgd bij de SDD. Eén jongere is wel officieel ingestroomd in ByWay 23 (via het MDT van Route 23) maar heeft geen module gevolgd. De psychiatrische problematiek van deze jongere was te groot, waardoor hij/zij is doorverwezen naar De Grote Rivieren. Wel heeft deze jongere uiteindelijk zelf werk gevonden. Allereerst gaan we in dit hoofdstuk in op de hulpverlening van TriviumLindenhof.
3.1 Een zelfstandig bestaan en onderwijs De hulpverlening en ondersteuning van TriviumLindenhof is opgezet volgens drie hoofdpijlers: begeleid wonen, ambulante begeleiding en Time-out. De eerste twee pijlers vormen samen één type, namelijk trajecten primair gericht op een zelfstandig bestaan. De pijler Time-out is gericht op toe- of terugleiding naar regulier onderwijs. De aard van de meest voorliggende problematiek, de woonsituatie van de jongere en de reden van instroom bepaalt in welke pijler een jongere terecht komt. Los van de pijlers staan de modules van TriviumLindenhof. Van het totale pakket van modules van TriviumLindenhof hebben de ingestroomde jongeren vier modules gevolgd:
• • • •
beroepskeuzebegeleiding; de horecagroep; lesbegeleiding; de loods.
De modules vallen allemaal onder de Dagbehandeling Oudere Jeugd (DOJ) van TriviumLindenhof en kunnen in de verschillende pijlers ingepast worden. Dit
Evaluatie ByWay 23
21
maakt het aanbod breed en ook kan er op deze manier voor iedere jongere maatwerk geleverd worden.
Pijler 1: begeleid wonen Jongeren die problemen hebben met zelfstandig wonen kunnen vanuit TriviumLindenhof begeleiding krijgen. Veel jongeren moeten wennen aan een situatie met meer verantwoordelijkheden, zoals het huis netjes bijhouden, voor eigen maaltijden zorgen, aan de slag gaan met instanties en eigen geldzaken regelen. Daarnaast is er ook nog school en/of werk. Om in aanmerking te komen voor begeleid wonen van TriviumLindenhof, moeten jongeren wel een kamer huren in de Foyer. De Foyer is een initiatief van de Dordtse woningcorporatie Woonbron, waar jongeren zelf verantwoordelijk zijn voor de huur en bewoning van hun kamer. In de pijler ‘begeleid wonen’ staat de toekomst van de jongere centraal. Een stabiele woonsituatie, naar school gaan of werken en een goede financiële basis zijn daarbij belangrijk. Ook wordt er aandacht besteed aan een stabiel sociaal netwerk en aan een goede vrijetijdsbesteding. Elke jongere die binnen de pijler ‘begeleid wonen’ valt, krijgt een individuele mentor toegewezen en daarbij een schaduwmentor. Minimaal twee keer per week hebben de jongere en de mentor een afspraak, waarin zij samen werken aan de doelen die zijn beschreven in het begeleidingscontract. Elke drie maanden worden de doelen geëvalueerd en eventueel bijgesteld. De praktijk Van alle ingestroomde jongeren zijn er vijf gestart met de pijler ‘begeleid wonen’. De begeleiding start altijd met een basismodule waarin de financiële situatie van een jongere wordt bekeken en aangepakt, verzekeringen worden geregeld en toeslagen worden aangevraagd. Ook wordt er door de jongere gezocht naar werk en/of scholing. Na deze module, wanneer er meer stabiliteit is ontstaan, is er ruimte om aan doelen te werken die op andere ontwikkelingsgebieden liggen. Vier van de vijf jongeren hebben enkel en alleen de basismodule gevolg. Twee hadden voordat zij in ByWay 23 instroomden al een WWB-uitkering, voor twee anderen behoorde het regelen van een WWB-uitkering tot de basismodule. Gezien het doel van de pijler ‘begeleid wonen’ is het niet zo vreemd dat er zich tussentijds nogal wat veranderingen hebben voorgedaan in de situatie van de jongeren. Eén jongere woonde al in de Foyer voordat hij/zij instroomde in ByWay 23 (geregeld door het T-team), voor drie jongeren betekende ByWay 23 een verandering in huishoudensamenstelling: van een (instabiele) gezinssituatie naar zelfstandig wonen. Daarnaast deden de volgende tussentijdse veranderingen zich voor:
•
Bij twee jongeren werd hun verslaving (bij één drugs, bij de ander drugs en alcohol) steeds heftiger, wat de hulpverlening niet ten goede kwam.
• •
Van één jongere werd zijn/haar schuld steeds groter.
• •
Twee jongeren zochten contact met het Boumanhuis.
Twee jongeren stopten met hun schoolopleiding, één jongere wisselde twee keer van baan. Vier jongeren minderden hun contact met de hulpverlening van ByWay 23 en/of waren herhaaldelijk zoek.
Naast de basismodule zijn twee jongeren gestart op de Werkplaats van de SDD en is één jongere begonnen met de module ‘lesbegeleiding’. Deze module wordt ingezet om jongeren zo min mogelijk achter te laten raken op school. De docent van het Da Vinci College (werkzaam bij ByWay 23) neemt contact op met de
22
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
mentor, waarin afspraken gemaakt worden over de lesstof die de jongere kan doen. Hiervoor wordt tijd ingeruimd waarin de jongere aan school kan werken onder begeleiding van de docent. Ook zijn er mogelijkheden om toetsen e.d. alsnog te doen. Dit alles in samenspraak met de opleiding van het Da Vinci College die de jongere volgt. Naast de lesbegeleiding wordt er vaak nog een stuk coaching gegeven om het (probleem)gedrag van een jongere inzichtelijk te maken en hen handvatten te geven hiermee om te gaan. Nadat de jongere met de module ‘lesbegeleiding’ voortijdig was gestopt, is hij/zij begonnen aan de Loods onder de pijler ‘ambulante begeleiding’ (waar hij/zij ook voortijdig mee gestopt is). Hieronder leest u meer over deze pijler en module.
Pijler 2: ambulante begeleiding Wanneer een jongere al zelfstandig woont maar daarbij toch begeleiding nodig heeft of wanneer een jongere nog thuis woont en daar problemen ervaart, wordt de pijler ‘ambulante begeleiding’ ingezet. De ambulant begeleider van TriviumLindenhof gaat met de jongere op pad of komt bij de jongere thuis om aan de doelen te werken die beschreven staan in het begeleidingscontract. Evenals in de pijler ‘begeleid wonen’ staat in de pijler ‘ambulante begeleiding’ de toekomst van de jongere centraal. Een stabiele woonsituatie, naar school en/of werk gaan en een goede financiële basis zijn belangrijk. Het verstevigen van het netwerk en het verbeteren van de omgang tussen gezinsleden kunnen tevens aandachtspunten zijn. De pijler ‘ambulante begeleiding’ komt dan ook voor een groot deel overeen met de pijler ‘begeleid wonen’. Ook in de pijler ‘ambulante begeleiding’ krijgt een jongere een mentor en een schaduwmentor toegewezen. Daarnaast start de begeleiding ook altijd met een basismodule waarin de financiële situatie van een jongere wordt bekeken en aangepakt, verzekeringen worden geregeld, toeslagen worden aangevraagd en er door de jongere gezocht wordt naar werk en/of scholing. Na deze module, wanneer er meer stabiliteit is ontstaan, is er ruimte om aan doelen te werken die op andere gebieden liggen. Elke drie maanden worden de doelen geëvalueerd en eventueel bijgesteld. De ambulante begeleiding is in het eerste stadium van de begeleiding vaak nog heel intensief. Belangrijk is om de jongere vaardigheden aan te leren om later zelfstandig te kunnen wonen en leven. Bij sommige jongeren is er vanuit de ouders de vraag om begeleiding in de relatie met hun kind. Ook in deze situaties kan er ambulante begeleiding gegeven worden. Dit geldt ook voor jongeren die zelf een kind hebben. De praktijk Van de ingestroomde jongeren zijn er zeven gestart met de pijler ‘ambulante begeleiding’. Van deze jongeren zijn er drie alleen gestart met de basismodule van de pijler ‘ambulante begeleiding’. De andere vier jongeren hebben nog één of meerdere modules gevolgd. Drie jongeren hebben een schuldhulpverleningstraject gevolg bij de SDD, waarvan twee jongeren ook zijn begonnen op de Werkplaats van de SDD. Daarnaast is binnen de pijler ‘ambulante begeleiding’ één jongere begonnen aan de module ‘beroepskeuzebegeleiding’, één jongere aan ‘de Horecagroep’ en één jongere zowel aan de module ‘beroepskeuzebegeleiding’ als aan ‘de Horecagroep’. Wat houden deze modules precies in? De module ‘beroepskeuzebegeleiding’ wordt ingezet op jongeren die nog geen idee hebben wat voor soort werk of opleiding bij hen past. Voor hen is er de mogelijkheid om op het Da Vinci College een uitgebreide beroepskeuzetest te doen. Deze test bestaat uit meerdere afspraken, waaruit een advies volgt voor de richting die goed bij de jongere aansluit. Naast deze test kunnen jongeren,
Evaluatie ByWay 23
23
samen met de docent van het DVC die voor Byway 23 werkt, ook door middel van gesprekken gaan uitvinden wat het beste bij hen past. Er wordt dan uitgegaan van de competenties, vaardigheden en interesses van de jongeren. In de Horecagroep kunnen jongeren - door te werken in een restaurant - uitvinden wat voor werk ze later willen gaan doen. Er wordt gewerkt aan een goede werkhouding, zoals op tijd komen, je aan afspraken houden, samenwerken met anderen en overleggen. Belangrijk is dat jongeren in deze groep kunnen werken aan hun gedrag door middel van koken en bedienen in het restaurant. De jongeren leren sociale vaardigheden en passen deze gelijk toe in de praktijk. De Horecagroep is vier werkdagen geopend. Uiteindelijk helpt de leerwerkmeester een jongere een passende vervolgopleiding of werk te vinden. Ook in de situatie van de jongeren die onder de pijler ‘ambulante begeleiding’ vallen, hebben zich nogal wat - zowel positieve als negatieve - veranderingen voorgedaan:
•
Eén jongere is begonnen met een nieuwe schoolopleiding en één jongere is gestart met een nieuwe baan.
•
Bij één jongere bleek zijn/haar verslaving veel groter dan gedacht, terwijl één jongere zijn/haar verslaving steeds meer onder controle kreeg.
•
Van één jongere zijn zijn/haar schulden steeds verder toegenomen, terwijl bij een andere jongere zijn/haar schulden door schuldhulpverlening minder werden. Eén jongere heeft geen eigen bron van inkomsten meer.
•
Van twee jongeren ging de relatie van hun gescheiden moeder met haar nieuwe partner over.
• •
Voor één jongere is urgentie aangevraagd, maar afgewezen. Twee jongeren hielden het contact met ByWay 23 steeds meer af. Van één jongere is wel aan de ouders hulpverlening geboden.
Naast de zeven jongeren die gestart zijn met de pijler ‘ambulante begeleiding’ zijn er drie jongeren die volgend op een andere pijler begonnen zijn aan de pijler ‘ambulante begeleiding’. Eén jongere is na de pijler ‘begeleid wonen’ gestart met de Loods onder de pijler ‘ambulante begeleiding’. Een ander is na de Werkplaats begonnen aan de basismodule van de pijler ‘ambulante begeleiding’. Ten slotte is er één jongere na de pijler ‘Time-out’ begonnen aan de basismodule. Meer over de laatste pijler leest u hieronder.
Pijler 3: Time-out Jongeren die vanwege hun gedrag (even) niet op school kunnen zijn, komen vanuit het Da Vinci College (DVC) terecht in de pijler ‘Time-out’8. Time-out is een voorziening van het DVC, waarvan ByWay 23 (oftewel TriviumLindenhof) gebruik maakt. Voor elke jongere wordt gewerkt aan de doelen die beschreven staan in zijn/haar begeleidingscontract. Elke maand is er een evaluatie van de doelen, die dan eventueel bijgesteld kunnen worden. Bij deze evaluatiegesprekken worden vaak ook de ouder(s) uitgenodigd omdat deze groep jongeren vaak nog bij hun ouder(s) woont. Een basis hebben de jongeren vaak al, waardoor het starten met de basismodule niet nodig is. De praktijk In totaal zijn er acht jongeren ingestroomd in de pijler ‘Time-out’. Vier van hen zijn begonnen met de module ‘de Loods’, drie met de module ‘Horecagroep’ en één met de module ‘beroepskeuzebegeleiding’. Zoals in de Horecagroep kunnen jongeren op de Loods uitvinden wat voor werk ze later willen gaan doen. De leerwerkmeesters helpen een jongere een passende vervolgopleiding of werk te vinden en verder wordt er gewerkt aan een goede werkhouding. Belangrijk is
8
Voor jongeren onder de 18 jaar geldt dat deze periode maximaal drie maanden is.
24
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
dat jongeren in deze groepen kunnen werken aan hun gedrag door middel van techniek (metaal, houtbewerking, autotechniek). Ook wordt er gezamenlijk gesport. De Loods is alle werkdagen geopend. Na voortijdig gestopt te zijn met de Horecagroep is één jongere nog begonnen op de Loods en heeft hij/zij ook lesbegeleiding gekregen. Ook twee andere jongeren zijn na de Loods gestart met de module ‘lesbegeleiding’. Ten slotte hebben twee jongeren de rots- en watertraining gevolgd. Dit is een training die toegesneden is op gedrag van jongeren dat soms verkeerd wordt begrepen en hierdoor voor probleemsituaties kan zorgen. Er wordt door middel van de herkenbare uitersten hard en zacht (rots en water) duidelijk gemaakt dat ‘normaal’ gedrag niet uit uitersten bestaat maar uit een evenwichtige balans van deze twee. Voor een aantal jongeren die in de pijler ‘Time-out’ terecht zijn gekomen, is er het een en ander veranderd in hun persoonlijke situatie:
• •
Van één jongere zijn zijn/haar moeder en stiefvader uit elkaar gegaan.
• •
Eén jongere is veranderd van school.
Drie jongeren zijn gestopt met hun opleiding. Twee van hen zijn gaan werken, één jongere begint in september met een nieuwe opleiding. Twee jongeren hielden het contact met de hulpverlening van ByWay 23 steeds verder af. Daarnaast hebben twee jongeren hun contact opgezegd, waarvan één jongere is doorverwezen naar de Grote Rivieren.
Ten slotte is er nog één jongere, aanvullend op de Werkplaats als hoofdpijler, gestart met de Loods onder de pijler ‘Time-out’.
3.2
Begeleiding naar werk
Naast TriviumLindenhof begeleidt en ondersteunt de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) jongeren in ByWay 23. De SDD heeft een grote verscheidenheid aan modules waaruit zij kan putten. Van de ingestroomde jongeren is één jongere in ByWay 23 gestart met de Werkplaats van de SDD, onder de verantwoordelijkheid van de SDD. Daarnaast werkte één jongere al op de Werkplaats voordat hij/zij instroomde in ByWay 23. De Werkplaats is een traject van 13 weken dat wordt ingezet om jongeren rijp te maken voor het arbeidsproces. Nadat een uitgebreide diagnose is gesteld, gaat een jongere voor 32 uur per week aan de slag. Belangrijke zaken zijn onder andere discipline, op tijd komen, luisteren en werken met collega’s. Het werk op de Werkplaats bestaat voornamelijk uit werkzaamheden waar weinig tot geen scholing voor nodig is (zoals inpakken). De jongere die in ByWay 23 gestart is met de Werkplaats, heeft ook een schuldhulpverleningstraject gevolgd bij de SDD en heeft een uitstap gemaakt naar TriviumLindenhof: de Loods onder de pijler ‘Time-out’. Dit avontuur duurde slechts drie dagen. Nadat de jongere de Werkplaats had afgerond, is hij/zij gestart met de basismodule van de pijler ‘ambulante begeleiding’. Andersom komt ook voor. Vier jongeren zijn aanvullend op een basismodule van de pijlers ‘begeleid wonen’ en ‘ambulante begeleiding’ begonnen op de Werkplaats. In tabel 3.1 hebben we de geboden hulpverlening in ByWay 23 kort samengevat in een totaaloverzicht.
Evaluatie ByWay 23
25
Tabel 3.1
a b
Totaaloverzicht van gevolgde modules per pijler (aantallen) begeleid wonen amb. begeleiding
Time-out
de Werkplaats
a
b
a
b
a
b
a
b
basismodule beroepskeuzebegeleiding de Horecagroep lesbegeleiding de Loods rots- en watertraining de werkplaats schuldhulpverlening
5 0 0 1 0 . . .
0 0 0 0 0 . . .
7 2 2 0 0 . . .
2 0 0 0 1 . . .
. 1 3 4 5 2 . .
. 0 0 0 1 0 . .
. . . . . . 1 1
. . . . . . 4 3
totaal
5
0
7
3
8
1
1
5
als hoofdpijler volgend op een andere pijler
26
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
4
Resultaten ByWay 23
De primaire doelstelling van ByWay 23 is jongeren toe te leiden naar zelfstandig leren, werken en wonen, met de nadruk op leren als voorwaarde om later zelfstandig in de maatschappij te kunnen functioneren. De vraag die we in dit hoofdstuk beantwoorden, is of en op welk wijze de aanpak bijdraagt aan het toeleiden van jongeren naar een zelfstandig bestaan.
Begin 2010 werd bekend dat de pilot ByWay 23 per 1 juli 2010 voortijdig beëindigd zou worden. Dit bericht kwam, met name voor de jongeren, vrij onverwacht. Er werden nog wel jongeren aangemeld, maar deze konden niet meer geholpen worden door ByWay 23. Voor deze jongeren is door Route 23 andere hulp gezocht. Door het voortijdig stopzetten van de pilot is het lastig om conclusies te trekken over het daadwerkelijke succes van ByWay 23. Door de diversiteit van de doelgroep en problematiek is het moeilijk te voorspellen of de jongeren die regulier uitgestroomd zijn of doorverwezen zijn naar een andere hulpverleningsinstantie het ook daadwerkelijk gaan redden. Wellicht hadden deze jongeren (wanneer ByWay 23 was doorgezet) geen verdere hulpverlening nodig gehad. Ook zijn er jongeren op wie de boodschap van de beëindiging van hun hulp door ByWay 23 zo veel invloed had, dat zij er zelf voor hebben gekozen om voortijdig te stoppen en geen vervolghulp aan te nemen. In dit hoofdstuk presenteren we daarom beknopt de resultaten. De nadruk in deze evaluatie ligt op het in kaart brengen van de doelgroep van ByWay 23 en de hulpverlening die geboden wordt.
4.1
Reguliere uitstroom
Van alle 22 jongeren zijn er zeven succesvol uit ByWay 23 uitgestroomd. Zes jongeren zijn uitgestroomd naar een opleiding en één jongere is (volgens afspraak) doorverwezen naar routecoaches. De vraag is wat het traject van deze jongeren zo succesvol maakte. En om wat voor jongeren gaat het precies? Profielschets Onder de jongeren die regulier zijn uitgestroomd, bevindt zich één meisje en zes jongens. Vier jongeren zijn van Nederlandse afkomst, de andere drie jongeren zijn allochtoon. De leeftijd waarop de jongeren instroomden, varieert van 16 t/m 19 (tabel 4.1). Eén jongere had toen hij/zij in ByWay 23 instroomde (zonder problemen) een betaalde baan, zes jongeren zaten op school en hadden problemen op school. Kijken we naar de verdere problematiek, dan zien we dat vier jongeren wel eens in aanraking zijn geweest met de politie en vijf jongeren een verslaving hadden ten tijde van instroom. Het hebben van een schuld en/of een psychiatrische beperking komt minder vaak voor. Van de zeven jongeren hebben er drie een stabiele thuissituatie. Wel is van één jongere de vader overleden. Alle andere jongeren hebben gescheiden ouders en/of hebben met één of beide ouders geen goed contact. Trajecten Alle zeven jongeren die succesvol uit ByWay 23 zijn uitgestroomd vielen onder de verantwoordelijkheid van TriviumLindenhof: vijf volgden modules onder de pijler ‘Time-out’ en twee jongeren volgden modules onder de pijler ‘ambulante begeleiding’. Geen van de jongeren volgden een module bij de SDD.
Evaluatie ByWay 23
27
Welke modules hebben de zeven regulier uitgestroomde jongeren allemaal gevolgd? De twee meest voorkomende modules zijn ‘lesbegeleiding’ (door vier jongeren gevolgd) en ‘de Loods’ (drie jongeren). De Horecagroep is door twee jongeren gevolgd (van wie één de module niet heeft afgerond), de rots- en watertraining ook door twee jongeren en één jongere heeft beroepskeuzebegeleiding gekregen. De jongeren die als hoofdpijler ‘ambulante begeleiding’ hadden, hebben beide hiervan de basismodule succesvol gevolgd. Zes van de zeven regulier uitgestroomde jongeren zijn door het Da Vinci College aangemeld bij ByWay 23. Eén jongere is door een routecoach doorverwezen. Kijken we naar de datum waarop het intakegesprek plaatsvond en de datum waarop de jongeren zijn uitgestroomd, dan zien we dat het aantal maanden in ByWay 23 varieert van 3,5 maand tot 9,5 maand.
4.2
Voortijdige uitstroom
Tien jongeren zijn voortijdig uit ByWay 23 uitgestroomd. Allen vielen zij onder de verantwoordelijkheid van TriviumLindenhof. In deze paragraaf bekijken we in hoeverre deze jongeren verschillen van de zeven jongeren die regulier zijn uitgestroomd. Profielschets In vergelijking met de regulier uitgestroomde jongeren bevinden zich verhoudingsgewijs onder de voortijdig uitgestroomde jongeren wat meer jongens: zeven jongens versus drie meisjes. Verder zien we in tabel 4.1 dat het gaat om zes autochtone jongeren en vier allochtone jongeren. Over het algemeen zijn de voortijdig uitgestroomde jongeren wat ouder. Kijken we naar de dagbesteding van de tien die voortijdig zijn uitgestroomd, dan zien we dat ook zij voor het merendeel studenten waren ten tijde van hun instroom in ByWay 23 en problemen hadden op school. Daarnaast waren drie jongeren werkloos en had één jongere een betaalde baan. Vijf van hen zijn aangemeld door Bureau Jeugdzorg, drie door het Da Vinci College, één door Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten en één door een routecoach.
Tabel 4.1
28
Profiel voortijdig versus regulier uitgestroomde jongeren (aantal) regulier
voortijdig
geslacht meisjes jongens
1 6
3 7
leeftijd 16-17 jaar 18-22 jaar
4 3
2 8
etniciteit autochtoon allochtoon
4 3
6 4
problematiek schoolproblemen verslaving aanraking met politie schulden psychosociale beperking psychiatrische beperking
6 5 4 1 0 2
7 8 4 6 3 1
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
Hoe staat het met de onderliggende problematiek van de tien voortijdig uitstromers? Vier jongeren hadden naast roken een andere verslaving toen zij in ByWay 23 instroomde, vier waren wel eens in aanmerking gekomen met de politie en zes jongeren hadden een schuld. Daarnaast hadden drie jongeren een psychosociale beperking, waarvan één ook een psychiatrische beperking had. In negen van de tien gevallen was er sprake van een instabiele thuissituatie. Trajecten De voortijdig uitgestroomde jongeren hebben over het algemeen korter in ByWay 23 gezeten dan degenen die regulier uit ByWay 23 zijn uitgestroomd. Het langste traject duurde 9,5 maand. Voor één jongere duurde het ByWay 23 avontuur maar 14 dagen. Van de tien jongeren hebben er acht zelf de beslissing genomen om met ByWay 23 te stoppen. Eén jongere wilde graag gaan werken (hoewel hij/zij leerplichtig was) en de andere zeven jongeren stonden niet open voor verdere hulp (waarvan twee jongeren gewoonweg onvindbaar waren)9. In twee gevallen heeft TriviumLindenhof besloten de behandeling stop te zetten. Voor één jongere was de verslavingsproblematiek te groot, waardoor hij/zij moest stoppen. De andere jongere had een te groot psychiatrisch probleem en is nooit gestart met een traject. In hoofdstuk 3 zagen we al dat de hulpverlening van TriviumLindenhof drie pijlers kent: begeleid wonen, ambulante begeleiding en Time-out. Onder welke pijlers vielen de voortijdig uitgestroomde jongeren en welke modules hebben zij gevolgd? Vijf voortijdige uitstromers hebben de pijler ‘begeleid wonen’ gevolgd, twee jongeren vielen onder de pijler ‘Time-out’ en twee onder ‘ambulante begeleiding’. De vijf jongeren die onder de pijler ‘begeleid wonen’ vielen hebben allemaal de bijbehorende basismodule gevolgd. Twee van hen zijn daarnaast begonnen op de Werkplaats van de SDD en één heeft de module ‘lesbegeleiding’ gevolgd en daarna de Loods onder de pijler ‘ambulante begeleiding’. Voor alle vijf jongeren geldt dat ze geen van de modules met succes hebben afgerond. Een andere voortijdig uitgestroomde jongere is ook gestart met de Loods, maar dan onder de pijler ‘Time-out’. Ten slotte is er nog één jongere die onder de pijler ‘Timeout’ voortijdig uit de Horecagroep uitgestroomd is en zijn er twee jongeren die de basismodule van de pijler ‘ambulante begeleiding’ niet positief hebben afgerond. Wel heeft één van hen (na voortijdig gestopt te zijn met de Werkplaats en een schuldhulpverleningstraject van de SDD) de Horecagroep succesvol beëindigd. Slechts één voortijdige uitstromer heeft dus – ondanks zijn/haar voortijdige uitstroom - een module succesvol afgerond. Ook kunnen we kijken naar de doelen die de jongeren samen met hun behandelcoördinator hebben gemaakt tijdens het intakegesprek. Vier voortijdig uitgestroomde jongeren hebben wel een aantal einddoelen bereikt, zoals het hebben van verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces en het hebben van een realistisch toekomstperspectief. Van één jongere is bekend dat hij/zij geen doelen heeft bereikt, van alle andere zes jongeren is het niet bekend of zij wel of niet (gedeeltelijk) sommige einddoelen hebben behaald.
4.3
Vervolgtraject
Uiteindelijk is er voor vijf jongeren na 1 juli 2010 vervolghulpverlening gezocht, zodat deze jongeren niet in een gat zouden vallen. Voor de meeste is dit een veel lichtere vorm van hulpverlening geworden dan ByWay 23 was. Zo zijn twee jongeren doorverwezen naar het mentorproject van Route 23. Eén van hen is 9
Voor sommige jongeren kwam de boodschap van de beëindiging van ByWay 23 erg hard aan, waardoor zij er zelf voor hebben gekozen voortijdig af te zien van verdere hulpverlening van ByWay 23.
Evaluatie ByWay 23
29
daarnaast begonnen op de Werkplaats van de SDD, de ander begint in september met een opleiding. Ook een andere jongere zal in september met een opleiding starten. Ten slotte is er nog één jongere doorverwezen naar Opmaat en een zorgmakelaar, en één jongere naar Stichting Cirya. In tabel 4.2 presenteren we een totaaloverzicht van de resultaten van ByWay 23.
Tabel 4.2
Totaaloverzicht resultaten ByWay 23 regulier begeleid wonen 0 ambulante begeleiding 2 Time-out 5 de Werkplaats 0 totaal
a
7
voortijdig 5 2 2 0
vervolg 0 3 1 1
10a
5
één jongere is wel officieel ingestroomd in ByWay 23, maar nooit gestart met een pijler
In tabel 4.2 zien we dat het voornamelijk jongeren zijn die de pijler ‘Time-out’ volgden, die op een positieve manier uit ByWay 23 zijn uitgestroomd. Zes van de zeven regulier uitgestroomde jongeren zijn uitgestroomd naar een opleiding van het Da Vinci College. Het aanbod van TriviumLindenhof sluit goed aan bij deze jongeren, die vaak nog een ondersteunend netwerk van een gezin of familieleden hebben. De andere, complexere doelgroep staat er in de meeste gevallen alleen voor en staat vaak ook wantrouwend in het leven. Deze jongeren hebben vaak een traumatische achtergrond en zijn gericht op de korte termijn in plaats van de lange termijn. Dit maakt de hulpverlening zeer wankel; een soort kaartenhuis. Er worden een aantal stappen voorwaarts gezet en doelen bereikt, maar de keuzes van de jongeren kunnen zo wisselend zijn dat het kaartenhuis weer in elkaar stort en de hulpverlening weer van voren af aan moet beginnen. Ook het regeldoolhof en bureaucratie spelen hierbij een rol. Jongeren hebben weinig geduld en haken snel af.
30
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
5
Projectorganisatie ByWay 23
De kern van ByWay 23 is extra en intensieve begeleiding waarmee jongeren gebruik kunnen maken van de bestaande jeugdinfrastructuur in Dordrecht. Een goed functionerende projectorganisatie is een vereiste voor een goed resultaat. Voor de projectorganisatie van ByWay 23 is gekozen voor ketensamenwerking met het multidisciplinaire team (MDT) van Route 23 als entree. De vraag die we in dit hoofdstuk stellen is hoe de projectorganisatie functioneert.
Bij de projectorganisatie is het de vraag in hoeverre de beoogde doelgroep van ByWay 23 de weg naar ByWay 23 via het MDT van Route 23 weet te vinden. Hoe verloopt de instroom van jongeren en vindt er tussentijdse bijstelling van een traject plaats wanneer daar aanleiding voor is?
5.1
Procedure ByWay 23: de theorie
Voordat we in dit hoofdstuk in gaan op de projectorganisatie van ByWay 23 is het belangrijk eerst de werkwijze van ByWay 23 in kaart te brengen. In het activiteitenplan ‘Project ByWay 23: Leer Werk Leef - Aanpak Dordrecht’ staat deze werkwijze beschreven (figuur 5.1). Het begint allemaal bij het multidisciplinaire team (MDT) van Route 23. Dit team bestaat uit medewerkers van Bureau Jeugdzorg, Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten, het Da Vinci College, de Grote Rivieren, Route 23, de Sociale Dient Drechtsteden (SDD), Stichting MEE en het UWV Werkbedrijf Drechtsteden. In hun wekelijkse overleg bespreken zij jongeren die dreigen af te haken rondom scholing of werk. Indien blijkt dat de inzet van ByWay 23 gewenst is, wordt een jongere binnen 24 uur aangemeld bij één van de twee behandelcoördinatoren van ByWay 23: TriviumLindenhof of de SDD. De melding wordt gedaan door de secretaresse van de voorzitter van Route 23 aan de hand van een aanmeldformulier10. De behandelcoördinator maakt op basis van de beschikbare informatie een inschatting van de problematiek en stelt in overleg met de cliënt een zorgarrangement samen. De afspraken over de inzet van alle betrokken partijen worden vastgelegd in een plan van aanpak, dat de aard heeft van een begeleidingscontract. Op vooraf bepaalde tijden wordt het plan van aanpak geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. De behandelcoördinatoren sluiten eens per maand aan bij het MDT. Dan wordt nagegaan of de onderlinge afstemming naar wens verloopt. Tevens kan een behandelcoördinator toelichting geven op de voortgang van individuele trajecten. De behandelcoördinator is verantwoordelijk voor een cliënt, van aanmelding tot afsluiting. Wel werken de twee behandelcoördinatoren nauw samen. Zo kan het zijn dat een jongere onder de verantwoordelijkheid van TriviumLindenhof valt, maar tegelijkertijd een uitkering ontvangt door de SDD. Op basis van het plan van aanpak wordt door de behandelcoördinator gebruik gemaakt van verschillende modules. Het pakket aan modules vormt samen het specifieke, unieke zorgarrangement van een jongere. Voor een uitgebreide beschrijving van het hulpverleningsaanbod van de SDD en TriviumLindenhof verwijzen wij naar hoofdstuk 3.
10
In uitzonderlijke, acute gevallen kunnen leden van het MDT via de projectleider van Route 23 jongeren aanmelden bij de behandelcoördinator. Accordering vindt dan achteraf plaats.
Evaluatie ByWay 23
31
Figuur 5.1 Procedure ByWay 23 cliënten
MDT Route 23
ByWay 23
Route 23
TriviumLindenhof
SDD
behandelcoördinator
behandelcoördinator
plan van aanpak
plan van aanpak
module 1 t/m module ..
module 1 t/m module ..
toeleiding
een zelfstandig bestaan: uitstroom naar arbeidsmarkt of kwalificerende opleiding
Voor de organisatie van ByWay 23 is er een projectgroep in het leven geroepen, die bestaat uit een beleidsmedewerker van de gemeente Dordrecht en de hoofdverantwoordelijken bij Route 23, TriviumLindenhof, de SDD en het Da Vinci College. De projectgroep heeft als doel de voortgang van ByWay 23 te bewaken. De gemeente Dordrecht is de projectleider en in die rol aanwezig. In de volgende paragrafen evalueren we de projectorganisatie van ByWay 23, zoals deze beschreven is in paragraaf 5.1. Als we goed kijken naar figuur 5.1 dan zien we vier opeenvolgende fasen: Route 23 als toegangspoort, de instroom in ByWay 23, de doorstroom in ByWay 23 en uiteindelijk de uitstroom uit ByWay 23.
5.2
Route 23 als toegangspoort
Dordrecht kent een groot aantal zorginstellingen waar het gaat om jongeren met problemen. Jongeren die school- en werkloos dreigen te raken of dit al zijn, worden door deze instellingen opgemerkt en opgevangen. In het MDT van Route 23 komen de verschillende zorginstellingen bijeen om jongeren te bespreken waarvoor de huidige hulpverlening en ondersteuning niet meer voldoende is. In deze gevallen kan de hulp in worden geroepen van Route 23, mits een jongere tussen de 16 en 23 jaar is. Wanneer meer intensieve en extra begeleiding nodig is, is ByWay 23 inzetbaar.
32
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
De beslissing of een jongere instroomt in ByWay 23 wordt overgelaten aan de deskundigheid van de leden van het MDT. Een ketenpartner draagt een jongere aan en vertelt de bijbehorende problematiek. In overleg wordt bepaald wat de doelen van de jongere worden en of deze passen binnen ByWay 23. Ook wordt een eerste analyse gemaakt van de zorg die past bij de problematiek van de jongeren. Vaak is het de verwijzende partij die de uiteindelijke beslissing neemt. Uit de focusgroepbijeenkomst blijkt dat de leden van de projectgroep tevreden zijn met deze werkwijze, maar dat het wel even heeft geduurd voordat het goed werkte. In de beginfase van ByWay 23 was Route 23 vooral een doorgeefluik, ook om het instrument onder de aandacht te brengen van de ketenpartners. Na een tijd werd ByWay 23 erg gewild onder de ketenpartners en werd er in het MDT minder kritisch gekeken naar welke jongeren er precies instroomden. Nu is het MDT van Route 23 weer kritischer in het aannemen van jongeren in ByWay 23. De projectorganisatie geeft aan dat de rol van Route 23 en de criteria om jongeren toe te laten, nog verder verfijnd moeten worden. Overigens moet worden opgemerkt dat Route 23 niet voor alle 22 jongeren die zijn ingestroomd in ByWay 23 de officiële toegangspoort was. Zo zijn alle tien de jongeren die door het Da Vinci College zijn doorverwezen naar ByWay 23, rechtstreeks bij TriviumLindenhof terecht gekomen en niet via het MDT van Route 23 aangemeld. Als verklaring hiervoor wordt door de externe partners het vertragende effect genoemd dat het MDT kan hebben.11 Als tegenargument wordt in de focusgroepsbijeenkomst aangevoerd dat het in sommige gevallen juist goed is om wat meer tijd te hebben om te kunnen bepalen of een jongere wel echt een ByWay 23 jongere is en om het juiste behandelplan te bepalen. Beoogde doelgroep Het MDT van Route 23 fungeert als officiële toegangspoort voor ByWay 23. De vraag is of alle jongeren die tot de beoogde doelgroep van ByWay 23 behoren via het MDT hun weg vinden naar ByWay 23. Ook blijft de vraag bestaan of de jongeren die door het MDT uiteindelijk worden doorverwezen naar ByWay 23 wel de juiste jongeren zijn. Uit de analyse van de vragenlijsten onder de externe partners van ByWay 23 blijkt dat degenen die wel eens een jongere hebben doorverwezen naar ByWay 23 heel goed weten wat ByWay 23 inhoudt. Dit zou betekenen dat de juiste jongeren op de agenda van het MDT van Route 23 komen te staan. De leden van het MDT - die moeten beslissen of een jongere wel of niet instroomt in ByWay 23 - weten echter niet allemaal even goed wat het project ByWay 23 inhoudt. Zeven van hen zeggen een beetje te weten wat ByWay 23 inhoudt, één lid antwoordt dat hij/zij wel eens gehoord heeft van ByWay 23 maar niet weet wat het project inhoudt. De overige acht leden zeggen wel precies te weten wat ByWay 23 inhoudt. De vraag of alle jongeren die tot de doelgroep van ByWay 23 behoren ook hun weg naar ByWay 23 vinden via het MDT van Route 23, is lastig te bepalen. Een groot aantal externe partners weet niet helemaal zeker of er jongeren in hun organisatie zijn die in aanmerking komen voor ByWay 23. Ook geeft een aantal externe partners aan dat zij binnen hun organisatie zeker jongeren hebben die tot de doelgroep van ByWay 23 behoren, maar dat deze jongeren nog niet allemaal zijn ingestroomd. Hoe komt het dat deze jongeren nog niet in ByWay 23 zijn ingestroomd? Drie externe partners noemen als reden dat de jongeren nog andere (geïndiceerde) zorg ontvangen en dus nog niet in ByWay 23 kunnen instromen. Twee externe partners geven aan dat zij de jongeren al wel hebben aangemeld bij het MDT van Route 23, maar dat de jongeren (nog) niet
11
Vanwege hun gedrag moesten de jongeren direct van school weg. Omdat de jongeren wel leerplichtig zijn, stroomden zij vaak ‘tussendoor’ in om ze zo snel mogelijk weer een dagbesteding te geven.
Evaluatie ByWay 23
33
bemiddeld zijn. Andere redenen, die allemaal door één externe partner worden genoemd, zijn:
• •
De externe partner is zelf terughoudend in het aanmelden van jongeren.
• •
De jongeren worden niet via Route 23 aangemeld (= administratieve fout).
Jongeren hebben een criminele leefstijl, waardoor de externe partner zelf al ziet dat zij niet tot de doelgroep van ByWay 23 behoren. De jongeren missen door procedures de boot, waardoor zij niet de juiste begeleiding krijgen en zodoende niet worden doorverwezen.
Ten slotte zijn er, zoals we in paragraaf 2.5 al hebben beschreven, mogelijk nog jongeren die de weg naar ByWay 23 niet vinden omdat zij niet bekend zijn bij de Dordtse jeugdinstellingen.
5.3
Instroom in ByWay 23
Nadat in het MDT van Route 23 is besloten dat een jongere tot de doelgroep van ByWay 23 behoort en bepaald is welke ketenpartner verantwoordelijk is voor de jongere, stroomt de jongere officieel in ByWay 23 in. De behandelcoördinator van TriviumLindenhof heeft met alle 20 jongeren een intakegesprek gevoerd. Tijdens de intakegesprekken wordt in overleg met de jongeren een behandelplan opgesteld, dat eens in de drie maanden wordt geëvalueerd. De jongeren die onder de Time-out vallen, hebben eens per maand een evaluatiegesprek omdat deze trajecten slechts drie maanden duren. Bij het opstellen van het behandelplan borduurt de behandelcoördinator voort op de eerste analyse die al in het MDT van Route 23 gemaakt is. Het intakegesprek Een eerste intakegesprek vindt meestal binnen een week plaatst, waarbij ook de verwijzende partij aanwezig is. Er vindt op deze manier een echte overdracht plaats, wat ook duidelijk is voor de jongeren. De behandelcoördinator geeft aan dat de gesprekken met de jongeren over het algemeen goed verlopen. De meeste jongeren zijn na hun intakegesprek binnen twee weken gestart met één van de drie pijlers in ByWay 23. Vanwege de zomervakantie is één jongere niet ingestroomd in de pijler waartoe hij/zij eigenlijk behoorde. De Time-out van het Da Vinci College is namelijk dicht tijdens schoolvakanties. Voor deze jongere is gezocht naar een andere module van TriviumLindenhof die het beste bij hem of haar paste. Het probleem werd zo dus opgelost. Informatieoverdracht Wanneer een jongere in ByWay 23 instroomt, draagt de verwijzende partij de jongere over en vindt er een informatieoverdracht plaats. Route 23 ontvangt van de verwijzende partijen (bijvoorbeeld van Bureau Jeugdzorg en de Grote Rivieren) meestal niet de volledige dossiers van de jongeren. Ook de behandelcoördinator van TriviumLindenof geeft aan te twijfelen of hij/zij in alle gevallen wel alle informatie krijgt van de verwijzende partij of dat er informatie wordt achtergehouden. Het komt namelijk regelmatig voor dat de jongeren tijdens het intakegesprek nog gemotiveerd zijn, maar wanneer ze beginnen aan een traject in ByWay 23 de problematiek van de jongeren (toch) te heftig is of de jongeren toch niet voldoende gemotiveerd zijn. Het kan ook zijn dat de jongeren zelf niet het achterste van hun tong hebben laten zien tijdens het intakegesprek. De rol van de SDD Van de 22 ingestroomde jongeren vallen twee jongeren officieel onder de verantwoordelijkheid van de SDD. Het aanvankelijke plan om tien ByWay 23 jongeren onder de verantwoordelijkheid van de SDD in te laten instromen, is dus niet gehaald. In de focusgroepbijeenkomst wordt als verklaring genoemd dat het aanbod van de SDD zich tijdens de pilot ByWay 23 verder heeft
34
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
doorontwikkeld. Bij de start van ByWay 23 was er bij de SDD veel minder ruimte om maatwerk te leveren. Dit is nu niet meer het geval, waardoor de inzet van ByWay 23 niet echt noodzakelijk is. Wel geeft de behandelcoördinator van de SDD aan dat het leveren van maatwerk vanuit de eigen organisatie erg arbeidsintensief en dus tijdrovend is. Binnen ByWay 23 is het leveren van maatwerk een stuk makkelijker. Vanuit dit oogpunt blijft de inzet van ByWay 23 binnen de SDD wenselijk. Binnen de SDD is er niet één medewerker verantwoordelijk voor alle ByWay 23 jongeren. Dit is gewoonweg te arbeidsintensief. Wel hebben de twee jongeren die onder de verantwoordelijkheid van de SDD vallen beide - naast hun intake bij TriviumLindenhof - een intakegesprek gehad bij de behandelcoördinator van de SDD. Alle andere jongeren die onder de verantwoordelijkheid vallen van TriviumLindenhof maar wel een uitkering ontvangen van de SDD of een module volgen van de SDD, bevinden zich verspreid onder andere medewerkers van de SDD. Een praktisch gevolg is dat ByWay 23 binnen de SDD geen duidelijke positie heeft en er vanuit de SDD dus minder jongeren in het MDT van Route 23 zijn aangemeld voor ByWay 23. Wel geven de twee behandelcoördinatoren aan dat de samenwerking tussen beide erg goed verloopt. In de praktijk vallen eigenlijk alle ByWay 23 jongeren onder de verantwoordelijkheid van de behandelcoördinator van TriviumLindenhof en wanneer nodig vult de behandelcoördinator van de SDD hem/haar aan. De behandelcoördinatoren werken dus complementair aan elkaar en weten elkaar gemakkelijk te vinden. Ze stellen niet samen het behandelplan van een jongere op.
5.4
Doorstroming
Het is van groot belang dat tijdens ByWay 23 het hulpverleningstraject blijft aansluiten bij de behoeften van de jongere. Tussentijdse veranderingen kunnen leiden tot een ander soort behoefte en ook voortschrijdend inzicht kan leiden tot een aanpassing van een traject. Het is belangrijk dat deze op tijd worden gesignaleerd door de behandelcoördinatoren. Wanneer een jongere niet (meer) komt opdagen, is dat al een teken aan de wand en zoekt de behandelcoördinator contact met de jongere. Daarnaast komt het ook voor dat een jongere zelf aangeeft dat een bepaalde module niet bij hem/haar past. Op zo’n moment is het beter om het traject van de jongere bij te stellen, zodat hij/zij gemotiveerd blijft. De behandelcoördinatoren geven aan dat trajecten tussentijds vaak bijgesteld worden, zodat maatwerk geleverd kan worden. Hiermee wordt wel een beroep gedaan op de flexibiliteit van de verschillende medewerkers en de jongeren die zich al in een module bevinden. De jongeren in ByWay 23 vereisen vaak erg intensieve begeleiding en de onderliggende problematiek is vaak erg divers. Dit vraagt veel tijd en betrokkenheid van de medewerkers. Informatie-uitwisseling Voor de doorstroom van jongeren in ByWay 23 is het van belang dat de overdracht soepel verloopt. De SDD, het Da Vinci College, TriviumLindenhof en andere betrokken partijen geven aan elkaar gemakkelijk en snel te vinden en spreekt elkaar wanneer dit nodig is. De projectleden geven aan dat wanneer een jongere wordt overdragen altijd alle informatie wordt uitgewisseld die zij hebben, volledig en juist.
Evaluatie ByWay 23
35
Wachtlijsten Ook wachtlijsten kunnen een belemmering vormen in de doorstroom in ByWay 23. Dit is tot op heden niet gebeurd. Wanneer er sprake was van een wachtlijst binnen ByWay 23 is er steeds gezocht naar een oplossing met als doel de jongeren actief te houden. Niet alleen het Da Vinci College is dicht tijdens schoolvakanties, dit geldt bijvoorbeeld ook voor de Loods en de Horecagroep. Ook zijn er modules die op een aantal vaste punten in het jaar starten. Gelukkig is het ‘gat’ steeds opgevangen met een andere module. Het voordeel van deze ‘noodoplossingen’ is dat de jongere weet waar hij/zij aan toe is en structuur geboden wordt. Daarnaast kan de jongere contact blijven opnemen met de behandelcoördinator wanneer er tussentijds problemen zijn. Daarnaast wordt in de focusgroepbijeenkomst door de projectleden opgemerkt dat er een spanningsveld is tussen het vraaggerichte werken van ByWay 23 jongeren aan de ene kant en de beschikbare capaciteit van de betrokken instanties aan de andere kant. Dit kan wel eens voor problemen zorgen als een module of voorziening vol is. Dit is echter steeds opgelost door de flexibiliteit van de medewerkers en door te zoeken naar alternatieve modules. Ten slotte kunnen de wachtlijsten bij reguliere zorgaanbieders eventueel zorgen voor een knelpunt. Zo zijn er lange wachtlijsten in de psychiatrie, bij verslavingsinstanties, de Foyer en de kinderopvang. Dit varieert van enkele weken tot ruim een jaar. Vaak kunnen de ByWay 23 jongeren wel snel op het eerste intakegesprek komen, maar laat de daadwerkelijke start van de behandeling lang op zich wachten.
5.5
Uitstroom uit ByWay 23
Het doel van ByWay 23 is dat jongeren zelfstandig kunnen leven danwel (weer) gebruik kunnen maken van het bestaande, reguliere zorgaanbod voor jongeren. Op basis van de voorafgestelde doelen beslissen de behandelcoördinatoren of en wanneer een jongere regulier uit ByWay 23 uitstroomt. Tot nu toe is dit alleen de behandelcoördinator van TriviumLindenhof geweest. Wanneer de vooropgestelde doelen uit het behandelplan (deels) zijn behaald, stroomt een jongere succesvol uit. De betreffende behandelcoördinator maakt een eindverslag en geeft het eindresultaat door aan Route 23. Knelpunten In totaal zijn er zeven jongeren succesvol uit ByWay 23 uitgestroomd: zes naar een opleiding bij het Da Vinci College en één naar een routecoach. Het Da Vinci College geeft aan het lastig te hebben gevonden om deze jongeren in de loop van het schooljaar in te laten stromen in het reguliere onderwijs. Om ByWay 23 goed aan te laten sluiten op het reguliere onderwijs heeft één jongere daarom vier maanden (in plaats drie maanden standaard) in ByWay 23 gezeten. Tot nu toe heeft dit geen verdere gevolgen gehad, aangezien de zes jongeren al bij het Da Vinci College stonden ingeschreven. Dit wordt echter anders wanneer een ByWay 23 jongere had willen uitstromen naar een opleiding bij een andere onderwijsinstellingen dan het Da Vinci College.
5.6
Samenwerking binnen ByWay 23
Voor de projectorganisatie van ByWay 23 is gekozen voor ketensamenwerking. In de vorige paragrafen is de samenwerking tussen de twee behandelcoördinatoren al ter sprake gekomen. De vraag die in deze paragraaf centraal staat, is hoe de samenwerking binnen ByWay 23 in het algemeen is.
36
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
Na een analyse van de antwoorden van de externe partners van ByWay 23 zien we dat het merendeel (13 van de 21) zich neutraal opstelt of geen mening heeft ten aanzien van de samenwerking binnen ByWay 23. Dit laatste wordt vooral genoemd door externe partners die (nog) geen directe ervaringen met ByWay 23 hebben gehad en/of onvoldoende afweten van ByWay 23. Alle overige acht partners zeggen tevreden te zijn over de samenwerking. Als positieve punten worden genoemd: de goede onderlinge contacten, het feit dat partners elkaar snel weten te vinden en de goede terugkoppeling. Ook uit de focusgroepbijeenkomst blijkt dat de samenwerking binnen ByWay 23 op een groot aantal punten goed te noemen is. De medewerkers van de SDD, TriviumLindenhof en het Da Vinci College denken met elkaar mee en vullen elkaar goed aan. Er is hard gewerkt en er is een stevige basis ontstaan. Ondanks de tevredenheid blijven een aantal partners (waaronder ook de projectleden) kritisch. Zo is één partner van mening dat de samenwerking en interesse van/met ketenpartners beter zou kunnen en geeft een ander aan dat de lijnen nog niet zijn zoals ze zouden moeten zijn. Eén partner merkt ook op dat de start van ByWay 23 wat aarzelend was. In de focusgroepbijeenkomst wordt aangegeven dat de rol van Route 23 onvoldoende uit de verf is gekomen, en de rol en inzet van de SDD in de loop der tijd veranderd is. Eén projectlid had graag meer betrokkenheid van Route 23 willen zien, zowel op projectniveau als casusniveau. De projectorganisatie De projectgroep is slechts een aantal keer bij elkaar gekomen, waardoor er nauwelijks sprake is van een projectorganisatie. De projectleden geven aan dat zij sturing vanuit en participatie van de gemeente Dordrecht als projectleider hebben gemist. Een tweede knelpunt was de continuering van ByWay 23. Voor zowel de projectgroep als de jongeren was lange tijd niet duidelijk wat het voortbestaan van de pilot ByWay 23 was.
Evaluatie ByWay 23
37
38
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
6
Meerwaarde van ByWay 23
Centraal in dit hoofdstuk staat de meerwaarde van ByWay 23 volgens de externe partners. Wat heeft ByWay 23 extra te bieden voor jongeren naast de bestaande jeugdinfrastructuur? En wat is de meerwaarde voor de betrokken partijen zelf?
Volgens de externe partners en de leden van de projectgroep heeft ByWay 23 een aantal voordelen ten opzichte van het bestaande zorgaanbod voor jongeren. De twee voordelen die het meest genoemd worden, zijn: de kleinschaligheid en de ketensamenwerking. ByWay 23 heeft volgens de betrokken partijen echter ook een aantal aandachtspunten.
6.1
De voordelen
Kleinschaligheid Eén van de twee grootste voordelen van ByWay 23 is de kleinschaligheid van het project. Dit heeft zowel voordelen voor de samenwerking binnen ByWay 23 als voor de aangeboden ondersteuning. Vrijwel alle betrokken partijen zijn tevreden over de samenwerking binnen ByWay 23. De lijnen zijn erg kort, waardoor de partners elkaar makkelijk en snel weten te vinden. Het gevolg is dat betrokken partijen eerder een beroep op elkaar doen, makkelijker schakelen en flexibeler zijn. Dit alles komt het leveren van maatwerk ten goede. Daarnaast zorgt de kleinschaligheid van ByWay 23 ervoor dat meer langdurige en intensieve begeleiding mogelijk is die aansluit bij de behoeften en wensen van de jongeren. De ByWay 23 jongeren krijgen een meer persoonlijke aanpak en de ruimte een pas op de plaats te maken, waarbij zij geholpen worden om te kiezen hoe zij zelf verder willen . Ketensamenwerking Het tweede voordeel is de ketensamenwerking binnen ByWay 23. Route 23 biedt een netwerk van waaruit samengewerkt wordt in de ondersteuning van de jongere. In het MDT van Route 23 wordt vanuit verschillende disciplines gekeken naar de problemen van de jongeren en hoe deze aan te pakken. De verschillende ketenpartners hebben ieder kennis op hun eigen vakgebied, waardoor een brede analyse van de situatie van de jongere kan worden gemaakt en een globaal behandelplan kan worden opgesteld. Doordat de uitvoerende organisaties tevens zitting hebben in het MDT worden de jongeren direct toegeleid naar een passend hulpaanbod. Voor het Da Vinci College (DVC) is de ketensamenwerking de belangrijkste meerwaarde. Door ByWay 23 krijgen jongeren die op school niet meer in een grote groep functioneren de mogelijkheid om er even tussenuit te gaan. Om vervolgens met veel rust, aandacht en aangereikte handvatten hun pad te vervolgen. De meerwaarde van ByWay 23 is dat er vanuit een bredere blik naar de situatie van de jongeren wordt gekeken, waarbij jongeren ondersteuning kunnen krijgen van alle andere modules van ByWay 23. Het verschil met de time-out van het DVC is dat daarin de brede analyse ontbreekt, evenals de toegang tot het bredere ondersteuningsaanbod van TriviumLindenhof. Volgens de leden van de projectgroep ligt de kracht van de ‘opgepluste’ Time-out (pijler ByWay 23) in dat jongeren intensieve ondersteuning ontvangen op het moment dat zij uitvallen, maar nog wel ‘actief’ zijn en een bepaald leefritme hebben. Zonder ByWay 23 zouden deze jongeren zijn afgehaakt. En als zij hun weg uiteindelijk wel hadden gevonden, had dit veel langer geduurd.
Evaluatie ByWay 23
39
Overige voordelen van ByWay 23 Naast de kleinschaligheid en ketensamenwerking noemen enkele leden van de projectgroep en externe partners de onderstaande voordelen:
• • • •
de competentiegerichte manier van werken; de behandelcoördinatoren zitten ‘bovenop’ de jongeren; snelle plaatsing, weinig wachtlijsten; jongeren staan centraal.
6.2
Verbeterpunten
We hebben de externe partners en projectleden de mogelijkheid geboden om verbetersuggesties voor ByWay 23 aan te dragen. Door externe partners en projectleden worden drie verbeterpunten genoemd voor ByWay 23. Voor de medewerkers van de SDD is er eigenlijk geen verschil tussen de ByWay 23 jongeren die een module van de SDD volgen en de eigen jongeren die vanuit de SDD een maatwerkaanpak krijgen. De behandelcoördinator zou graag meer verantwoordelijkheid en ruimte krijgen voor ByWay 23 binnen de SDD. De verbinding met TriviumLindenhof kan dan ook voor de andere jongeren die een maatwerkaanpak volgen, makkelijker worden gemaakt. Een tweede verbeterpunt is dat een aantal partners aangeeft niet precies te weten wat ByWay 23 inhoudt. Wat is de doelgroep van ByWay 23? Wat zijn de doelstellingen? Uit welke activiteiten en begeleiding put ByWay 23? En welke afspraken zijn er gemaakt tussen de verschillende ketenpartners? Kortom, de communicatie en terugkoppeling omtrent ByWay 23 kan verbeterd worden. Ten slotte geeft de projectgroep aan dat ByWay 23 nog meer meerwaarde zou hebben als ook met andere partners op het terrein van maatschappelijke zorg, zoals het Boumanhuis en De Grote Rivieren, wordt samengewerkt. Hierdoor worden de lijnen met deze hulpverleningsinstanties korter en kan de functie van ByWay 23 als vangnet voor jongeren met een zwaardere problematiek worden waargemaakt. De volgende (praktische) suggesties worden ieder door één partner genoemd:
• • • • • •
40
Maak meer gebruik van schuldhulpverlening bij TriviumLindenhof. Geef extra subsidie voor dagopvang en kosten die voor de jongeren worden gemaakt. Zorg voor een (nog) betere samenwerking tussen ketenpartners. Spreek verwachtingen over en weer uit en/of maak deze helder. Maak de toegang tot ByWay 23 voor jongeren gemakkelijker. Richt bij de uitstroom van jongeren meer op de terugkeer naar hun eigen opleiding/school.
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
Bijlage
Evaluatie ByWay 23
41
42
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
Bijlage 1 Vragenlijst externe partners september 2009 Onderzoekcentrum Drechtsteden
A. Ervaringen met By Way 23 1.
Heeft u wel eens van By Way 23 gehoord?
Ja nee --> einde vragenlijst 2.
Weet u wat het project By Way 23 inhoudt?
ja, helemaal ja, een beetje nee 3.
Hoe bent u bij By Way 23 betrokken? (meerdere antwoorden mogelijk)
jongere(n) doorverwezen naar By Way jongeren(n) uit By Way ‘opgevangen’ binnen eigen organisatie deelname aan MDT-vergaderingen van Route 23 anders, namelijk:
niet 4.
Hoe tevreden bent u over de samenwerking binnen By Way 23?
erg tevreden tevreden niet tevreden, niet ontevreden ontevreden erg ontevreden geen mening/n.v.t. 5.
Kunt u uw antwoord op vraag 4 toelichten?
Evaluatie ByWay 23
43
B. Doelgroep By Way 23 VOOR DE TOEKOMST VAN BY WAY 23 IS HET BELANGRIJK TE WETEN WAT DE OMVANG VAN DE POTENTIËLE DOELGROEP IS. 6.
Heeft u jongeren in uw organisatie die in aanmerking komen voor By Way 23?
ja, zeker ja, misschien nee --> ga naar vraag 10 weet niet / n.v.t. --> ga naar vraag 10 7.
Kunt u een schatting geven van het aantal jongeren dat in aanmerking komt?
8.
Zit(ten) deze jongere(n) al in By Way 23?
ja --> ga naar vraag 11 sommige wel, sommige niet nee --> ga naar vraag 10 9.
Kunt u een schatting geven van het aantal jongeren dat nog niet in By Way 23 zit, maar hiervoor wel in aanmerking komt?
10.
Waarom zit(ten) deze jongere(n) nog niet in By Way 23? (graag per persoon (geanonimiseerd) toelichten wat de reden is)
44
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
C. Visie op By Way 23 11.
Wat is volgens u de meerwaarde van By Way? En waarom?
12.
Welke opmerkingen en/of verbetersuggesties heeft u voor By Way?
Hartelijk dank voor het invullen van de vragenlijst!
Evaluatie ByWay 23
45
46
Brug tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang
Publicaties van het Onderzoekcentrum Drechtsteden Bestuur en Imago Imago Oud Krispijn, Herhalingsmeting Vertrouwen in het bestuur en oordeel over de raadscommunicatie 2007 Imago onderzoek De Grote Rivieren Imago Oud-Krispijn Bekend maakt bemind Monitor Beeld van Dordt Wijkpanel Staart Imago
2008 2008 2007 2006 2005 2005
Bevolking Bevolkingsprognose per wijk gemeente Dordrecht 2007-2020 2008 Integrale leerlingenprognose gemeente Dordrecht 2002-2018 2003 Dordt op z’n droogst jaarlijks Dienstverlening Klanttevredenheidsonderzoek Sociale Dienst Drechsteden Klanttevredenheidsonderzoek Wijklijn Klanttevredenheidsonderzoek Drechthopper Klanttevredenheidsonderzoek Monumenten Klanttevredenheidsonderzoek Parkeren 2006 Bekendheid, gebruik en tevredenheid website en E-loket Bekendheid en wensen Ondernemersloket Evaluatie waarderingsgesprekken Economie en Arbeidsmarkt Monitor Binnenstad 2007 Bedrijvenregister Drechtsteden 2007 Monitor Route 23 Dordrecht en Drechtsteden ‘07 Situatie, toekomstperspectief en randvoorwaarden voor ontwikkeling bedrijven buitengebied Dordrecht Passantenenquête Kernwinkelgebied Jongerenonderzoek Route 23 Evaluatie vrijdagmiddagmarkt Koopgedrag, koopstromen en het functioneren van het aanbod in de sector dagelijkse artikelen Inkomen en Armoede Inkomensmonitor Dordt-West 2008 0-Meting SMS-Kinderfonds Leefbaarheid en Veiligheid Veiligheidsbeleving op school 2008 Sturen aan de wal, Brede aanpak jeugdcriminaliteit uitgelicht Politiekeurmerk Veilig wonen 0- en 1- meting Leefbaarheid en veiligheid Dordrecht 2007 De burger over de buurtagent Evaluatie stadswachten in de wijken Leefbaarheid en veiligheid Zwijndrecht 2005 Leefbaarheid en veiligheid in de Drechtsteden ‘05 Leefbaarheid en veiligheid Oud-Beijerland 2006 Wijkpanel Veilig opgroeien in de Staart Leefbaarheid en veiligheid in Sliedrecht 2005 Leefbaarheid en veiligheid in Alblasserdam 2005 Mobiliteit en Milieu Milieu in de Drechtsteden 2007 Gebruik bestrijdingsmiddelen en meststoffen onder hoveniers nulmeting Evaluatie Wijkverkeersplannen Milieumonitor Dordrecht 2005 Evaluatie Verkeersplan Binnenstad Belevingswaardeonderzoek oppervlaktewater Goeree-Overflakkee Evaluatie proef mini-container papier
Evaluatie ByWay 23
2009 2007 2006 2006 2006 2006 2005 2005
2008 2008 2008
2007 2007 2006 2005 2005
2008 2006
2008 2008 2007 2007 2007 2007 2006 2006 2006 2006 2005 2005
2008 2007 2006 2006 2006 2006 2005
Onderwijs Onderwijsmonitor Dordrecht 2006-2007 Overgang basisonderwijs - voortgezet onderwijs Huiswerkbegeleiding bij Dordtse zelforganisaties Laaggeletterdheid in Dordrecht Jongeren en huiswerk Kiezen voor beroepsonderwijs Vrije tijd Recreatie in Dordrecht Vrijetijdsmonitor Dordrecht 2008 Evaluatie festival- en evenementenbeleid Dordrecht Publieksprofiel en economische en toeristische betekenis Sinterklaashuis 2006 Bereik en waardering RTV Dordrecht – herhalingsmeting Evaluatie Internationaal Poppentheater Festival Cultuurbereik 2005 Welzijn Bekendheid en gebruik Openbare Bibliotheek Dordrecht 2007 Inventarisatie behoefte dagarrangementen Hendrik Ido Ambacht Jongerenmonitor 2007 Mantelzorg Dordrecht 2007 Anatomische model van de civil society voor de WMO Factsheet Antilliaanse Dordtenaren 2008 Factsheet Jongerenparticipatie Ouderenmonitor 2007 Leefsituatie ouderen in Zwijndrecht 2006 Ban yuda otro – Antilliaans moederschap in Dordt Sociale voorzieningen in Hendrik Ido Ambacht Factsheet Sociale Staat van Dordrecht 2005 Integratiemonitor Dordrecht 2005 Realisatie- en exploitatiemogelijkheden hostelvoorziening Evaluatie kwaliteitsimpuls Stadspolder Opinie buurtwerk Inventarisatie WMO Drechtsteden Wonen Woonmonitor Drechtsteden 2008 Woonwensen senioren en aanbod van complexen Opinieonderzoek structuurvisie Papendrecht 2020 Opinieonderzoek structuurvisie Dordrecht 2020 Verhuisonderzoek Drechtsteden 2005 en 2006 Bewonersoordeel openbaar groen Enquête onderzoek Woonkeus en woonruimteverdelingssysteem Behoefte aanleunwoningen Sterrenburg
2007 2007 2006 2006 2005 2005
2009 2008 2007 2007 2006 2005 2005
2008 2008 2008 2008 2008 2008 2008 2008 2007 2007 2007 2006 2006 2006 2006 2005 2005
2008 2008 2008 2007 2007 2007 2006 2005
Bovenstaande lijst bevat een selectie van publicaties van het OCD Algemeen Trends Toekomst van Dordrecht Kerncijfers Drechtsteden 2008 Staat van de Drechtsteden Prognose plechtigheden op de Essenhof in Dordrecht 2005-2020
2009 2009 2008 2006
Meer cijfers en trends kunt u vinden op onze website www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl Informatie/bestellen: (078) 770 3905 Onderzoekcentrum Drechtsteden Postbus 619 - 3300 AP DORDRECHT
[email protected] www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl
47