Bronnen - Het grote experimenteerboek, uitgeverij Deltas, 2003 - Aan de slag met Findus, uitgeverij Davidsfonds/Infodok, 2000 - Grasspriet Themadossier 4 Tuinbouw, Plattelandsklassen vzw
Meer info Provincie Àest-Vlaanderen Ph OlÁmpia Kon. Leopold III-laan 66 8200 St-Andries T 050 40 34 20 F 050 71 94 06 E
[email protected] www.onthaalopdeboerderij.be/landbouweducatie
Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas: Pagina 36
Experiment 1
Zo zit dat!
Àat ga je onderzoeken?
Experiment 12
Àat is de invloed van de hoeveelheid licht op de groei van planten.
Het licht dat door het uitgeknipte figuurtje schijnt, valt op de
Àat heb je nodig? •
drie botervlootjes
•
teeltaarde
•
tuinkerszaadjes
•
gietertje
loep. Daar worden de lichtstralen gebroken en bereiken het keukenpapier. Omdat de lichtstralen gebroken zijn, verkleint het beeld en gaat onderstboven staan. Een oog werkt ook zo. De loep is het glaslichaam in ons oog en de kom is onze oogbol, het keukenpapier is ons netvlies. Experiment 13
Aan het werk
De tong heeft vier smaken en die zitten op verschillende plaatsen. Daarom proeven we die smaken op verschillende
1) Schrijf op elk botervlootje je naam en de datum.
plaatsen op onze tong.
2) Vul de botervlootjes met de teeltaarde. 3) Zaai in elk botervlootje ongeveer 15 zaadjes. 4) Geef de bakjes elk een beetje water. (doe dit elke dag) 5) Zet nu elk bakje op een verschillende plaats - in een donkere kast - op een donkere plaats in de klas - aan het raam. 6) Bekijk elke dag de groei en noteer je waarnemingen
Pagina 2
Pagina 35
Zo zit dat! Experiment 8 Een plant heeft steun nodig om zicht te verankeren. Grond, keukenpapier,… geeft de plant voldoende steun om zich te verankeren.
Experiment 1 Dag 1 Vlootje 1 staat in/op……………………………………………………………………………………………………. Vlootje 2 staat in/op…………………………………………………………………………………………………… Vlootje 3 staat in/op……………………………………………………………………………………………………
Experiment 9 Geuren verspreiden zich door de lucht. Als je met kruiden schudt die in een gesloten verpakking zitten, zal je niets ruiken. Dit komt omdat de geuren gevangen zitten in de zak. Àanneer met de kruiden in de lucht schudt, dan verspreiden de geuren zich in
Hoe moet je het rooster op het volgende blad invullen? Groei: goed/ heel goed/ beetje/ niet Kleur: mooi groen/ flets/ geelachtig Stengel: stevig/ slap/ niet stevig of niet slap
de kamer. Experiment 10 Je hand die in de warme kom zat, is opgewarmd. Het water dat
Kan je verklaren hoe dit komt?
lauw is voelt dus veel kouder aan dan het water dat in de warme kom zat. Je hand die in de koude kom zat, is afgekoeld. Omdat het lauwe water warmer is dan het koude voelt je hand warmte. Experiment 11 Het geluid ontstaat als je kom trilt. Hoe langer de kom trilt, hoe langer je het geluid hoort. Àanneer je tijdens het kloppen de kom vasthoudt, kan de kom minder trillen en is het geluid veel korter. Geluiden zijn trillingen in de lucht die je hand horen als ze je oor bereiken. (Het zijn net golven op water)
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 34
Pagina 3
Vlootje 1
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Zo zit dat!
Groei Kleur
Experiment 4
Stengel Vlootje 1
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
De zonnestralen dringen de plastic zak binnen. Die worden omgezet in warmte. Omdat de warmte moeilijk uit de zak kan, stijgt de temperatuur. Dit noemt men ook het broeikaseffect.
Groei Kleur
Experiment 5
Stengel
Azijn is een zuur. Plantjes kunnen niet ontkiemen als de grond (in Vlootje 1
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
dit geval keukenpapier) te zuur is.
Groei
Experiment 6
Kleur
Planten maken zelf hun voedsel aan. Dit voedsel noemt men sui-
Stengel Vlootje 1
kers. (Geen klontjessuiker of griessuiker) Suikers zitten ook in ons Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
krijgen de planten te veel energie. Dit noemen ze ‘verbranden’.
Groei
Als je plant verbrand is, dan gaat ze veel vlugger verwelken. Ze
Kleur
heeft teveel energie in één keer gekregen. Een klein beetje ex-
Stengel Vlootje 1
voedsel. Die suikers geven energie. Als je teveel suikers geeft,
tra suiker geeft voldoende energie om de plant een beetje lanDag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
ger te laten leven. Als sporters zich futloos voelen dan eten ze een energiereep. Dan kunnen ze er weer een tijdje tegenaan.
Groei Kleur
Experiment 7
Stengel
Planten zuigen water op met hun wortels, dit water gaat via
Vlootje 1
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
kleine ‘buisjes’ naar de blaadjes en de bloem. Zo krijgen alle delen van de plant water. Als je een plant in gekleurd water zet,
Groei
dan zuigt die ook dat water op waardoor de bloem verkleurt.
Kleur Stengel Pagina 4
Pagina 33
Zo zit dat!
Experiment 2
Experiment 1
Àat ga je onderzoeken?
Door het licht van de zon krijgen de planten de nodige kracht
Àat is de invloed van de hoeveelheid water op de groei van planten.
om hun voedsel te maken. Daarom gaan de planten op zoek naar het licht. Zo komt het dat de plantjes die in het donker staan langgerekt en bleek zijn. Ze gingen op zoek naar het meeste licht. Kijk ook eens naar een zonnebloem. Die laat haar bloem helemaal
Àat heb je nodig?
•
drie botervlootjes
•
teeltaarde
•
tuinkerszaadjes
•
gietertje
meedraaien met de zon. Experiment 2 Uit het water neemt de plant voedingsstoffen en mineralen op.
Aan het werk 1)
Dat water moet rondgestuurd worden zodat de voedingsstoffen overal in de plant terecht komen. Als er te weinig water is, kan
van 1 tot 3. 2)
de plant geen water doorsturen en hebben de plantjes te weinig voedingsstoffen om te groeien. Is er teveel water dan zitten hun
Schrijf op elk botervlootje je naam en de datum. Nummer ze Vul de botervlootjes met de teeltaarde. Druk het lichtjes aan.
3)
Zaai in elk botervlootje ongeveer 15 zaadjes en doe er een laagje aarde bovenop.
cellen veel te vol met water en kunnen de voedingsstoffen niet rondgestuurd worden. Dan is er te veel water om te groeien.
4)
Zet de bakjes naast elkaar.
(Ze verdrinken als het ware).
5)
Geef ze alle drie op een verschillende manier water 1: voldoende water (elke dag een beetje zodat de aarde voldoende nat is) 2: te weinig water (geef bij de start een beetje water, als je
Experiment 3
ziet dat de aarde droog is, geef je een beetje water bij)
Planten hebben warmte nodig om te groeien. Als het lekker
3: te veel water (elke dag veel water zodat de bovenste
warm is, groeien ze vlugger. De zonnestralen die op de fles vallen worden omgezet in warmte , daarom is het warmer onder de fles. De plant onder de fles groeit om die reden vlugger dan de
aarde laag drijft) 6)
Bekijk elke dag de groei en noteer je waarnemingen
andere.
Pagina 32
Pagina 5
Experiment 2 Dag 1
(schrap wat niet past)
Experiment 13 Àat ga je onderzoeken? Menselijke sensor/zintuig: het smaken. Àelke smaken kan je proeven?
Vlootje 1: voldoende/ te weinig / te veel water Vlootje 2: voldoende/ te weinig / te veel water
Àat heb je nodig?
Vlootje 3: voldoende/ te weinig / te veel water
•
1 blinddoek
•
zoutstengels
•
citroen
Hoe moet je het rooster op het volgende blad invullen?
•
zoete snoepjes
Groei: goed/ heel goed/ beetje/ niet
•
pompelmoes
Kleur: mooi groen/ flets/ geelachtig
•
stukje brood
Stengel: stevig/ slap/ niet stevig of niet slap
Hoe zou dit komen denk je?
Aan het werk 1)
Blinddoek je partner en laat hem iets proeven.
2)
Àaar proeft hij de smaak op zijn tong? Vooraan, achteraan, aan
3)
Geef je partner een stukje brood
4)
Laat je partner van een volgend stukje proeven en weer verwoor-
de zijkant?
den waar hij de smaak proeft. 5)
Àanneer je partner geproefd heeft, wissel je om.
6)
Noteer je waarnemingen.
Teken op de tong waar je iets proeft. Schrijf erbij wat je proeft. Àaarom is dit zo?
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 6
Pagina 31
Experiment 12
Vlootje 1
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Groei Kleur
Àat zie je? Stengel Vlootje 1 Groei Kleur
Kan je uitleggen hoe dit komt?
Stengel Vlootje 1 Groei Kleur Stengel Vlootje 1 Groei Kleur Stengel Vlootje 1 Groei Kleur Stengel Vlootje 1 Groei Kleur
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Stengel Pagina 30
Pagina 7
Experiment 3
Experiment 12
Àat ga je onderzoeken?
Àat ga je onderzoeken?
Àelk effect heeft een serre op de planten groei? Gaat het sneller of
Menselijke sensor/zintuig: het zien. Hoe werkt ons oog?
niet. Àat heb je nodig? Àat heb je nodig?
•
1 bolvormige vaas of viskom (moet doorschijnend zijn)
•
twee bloempotten
•
1 stuk keukenpapier
•
teeltaarde
•
1 loep
•
tomaatzaadjes
•
1 zaklantaarn
•
eén plastiek fles
•
1 schaar
•
stukje karton
•
2 bolletjes klei
Aan het werk
Aan het werk 1)
Schrijf op de etiketten jullie naam en de datum. Nummer de twee potten met 1 en 2.
1)
Plak het stuk keukenpapier aan de voorkant op de lege vaas of
2)
Vul de bloempotten met de teeltaarde. Druk eventjes aan.
3)
Zaai in elke bloempot ongeveer 5 zaadjes en doe er een
2)
Knip uit het karton een figuurtje.
laagje aarde bovenop. Geef ze elk dag water!
3)
Druk de twee balletjes klei op de tafel. Steek in het eerste bal-
viskom
4)
Zet de potjes op een warme plek in het licht.
letje de loep en in het andere het karton waaruit je het figuurtje
5)
Snij de bodem van de fles af en schroef er het dopje van.
hebt geknipt
Zet de fles over de zaadjes van pot 1. 6)
4)
Knip de zaklantaarn aan en richt de straal daarvan op je uitge-
5)
Noteer je waarnemingen.
knipte figuur. (Zie tekening)
Bekijk elke dag de groei en noteer je waarnemingen.
Pagina 8
Pagina 29
Experiment 11 Àat ga je onderzoeken? Menselijke sensor/zintuig: het horen. Kan je een geluid voelen?
Experiment 3 Dag 1
(schrap wat niet past)
Pot 1: met fles/ zonder fles Àat heb je nodig?
•
1 lege fles
•
1 slakom
•
1 potlood met een gom
Pot 2: met fles/ zonder fles
Teken op het volgende blad telkens wat je ziet.
Aan het werk 1)
Zet de slakom ondersteboven op de fles
2)
Hou je oor dichtbij de kom en klop er met het gomeinde van
Hoe zou dit komen denk je?
de potlood tegen. Kijk en luister goed naar de kom. 3)
Hou de kom vast met je vinger terwijl je er nog eens tegen tikt. Àat hoor je?
4)
Noteer je waarnemingen.
Àat voel je de eerste keer? Hoe komt dit?
Àat voel je de tweede keer? Hoe komt dit?
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 28
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 9
Dag 1
Experiment 10
Dag 8 Àat ga je onderzoeken?
Menselijke sensor/zintuig: het voelen. Kan een zintuig je misleiden? Dag 2
Dag 9
Àat heb je nodig?
•
3 kommetjes
•
heet, lauw en koud water.
Aan het werk
Dag 3
Dag 10
1)
Vul een kom met heet water, ééntje met lauw water en eentje met koud water.
2)
Dompel je rechterhand in het hete water en je linkerhand in het koude water.
Dag 4
3)
Haal je handen er na twee minuten er weer uit, schud ze uit
4)
Noteer je waarnemingen.
Dag 11
(niet afdrogen) en dompel beide meteen in het lauw water.
Àat voel je? Dag 5
Dag 12
Je rechterhand voelt………………………………………………………… Je linkerhand voelt……………………………………………………………... Hoe zou dit komen?
Dag 6
Dag 13
Dag 7
Dag 14
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 10
Pagina 27
Experiment 9
Experiment 4
Àat ga je onderzoeken?
Àat ga je onderzoeken?
Menselijke sensor/zintuig: het ruiken. Kan je geuren altijd ruiken?
Àat is de invloed van het glas/plastic op de warmte?
Àat heb je nodig?
Àat heb je nodig?
•
1 bosje sterk ruikende kruiden (tijm, munt, basilicum, komijn…)
•
1 plastic zak
•
1 diepvrieszakje
•
2 kamerthermometers
•
1 elastiekjes
Aan het werk 1)
Doe de kruiden in de zak en knoop die goed dicht. Doe dit
Aan het werk
in de gang anders verspreiden de geuren zich al. Laat de 1)
proefpersoon zich ondertussen blinddoeken. 2)
Ga terug naar binnen met je zak een tweetal meter van
met het elastiekje 2)
de proefpersoon staan. 3)
Leg een thermometer in de plastic zak en bind de zak dicht Leg de beide thermometers op een vensterbank waar de zon binnen schijnt.
Schud de zak en vraag of de persoon iets ruikt (normaal zal
3)
Lees na ongeveer 10 minuten de temperatuur van de thermome-
4)
Bekijk elke dag de thermometer en noteer je waarnemingen.
die niets ruiken.)
ters af.
4)
Haal de kruiden uit de zak en schud ze nog eens.
5)
Noteer je waarnemingen
Schrappen wat niet past. Met de kruiden in de zak: ruik je de kruiden / ruik je niets Met de kruiden uit de zak: ruik je de kruiden
/ ruik je niets
Hoe komt dit?
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 26
Pagina 11
Experiment 4 Dag 1
1
2
3
1
Dag 1
Dag 8
Dag 2
Dag 9
Dag 3
Dag 10
Dag 4
Dag 11
Dag 5
Dag 12
Dag 6
Dag 13
2
3
(schrap wat niet past)
Thermometer 1: met zak/ zonder zak Thermometer 2: met zak/ zonder zak Teken op de grafiek een bolletje bij de juiste temperatuur. Kies een kleur voor de thermometer met zak en een ander kleur voor de thermometer zonder zak. Verbind de bolletjes met elkaar zodat je duidelijk kan zien wat er gebeurd.
Àaarom is dit zo?
Dag 7
Dag 14
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 12
Pagina 25
Experiment 8 Dag 1 Vlootje 1 : aarde Vlootje 2 : keukenpapier Vlootje 3 : niets
Teken op het volgende blad in de potjes telkens wat je ziet.
Kan je verklaren hoe dit komt?
30 29,5 29 28,5 28 27,5 27 26,5 26 25,5 25 24,5 24 23,5 23 22,5 22 21,5 21 20,5 20 19,5 19 18,5 18 17,5 17 16,5 16 15,5 15 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14
Thermometer met zak Thermometer zonder zak
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 24
Pagina 13
Experiment 5
Experiment 8
Àat ga je onderzoeken?
Àat ga je onderzoeken?
Normaal geef je planten water. Kan je ook andere vloeistoffen geven
Heeft een plant aarde nodig om te groeien?
aan planten? Àat heb je nodig? Àat heb je nodig?
•
3 botervlootjes
•
2 schoteltjes
•
plantenspuit
•
keukenpapier
•
keukenpapier
•
plantenspuit met water
•
teeltaarde
•
azijn
•
tuinkerszaadjes
•
tuinkerszaadjes
•
2 glazen potjes
Aan het werk 1)
Aan het werk
Vul één botervlootje met wat keukenpapier, vul één botervlootje met aarde, laat het laatste botervlootje leeg.
2)
Zaai in elk botervlootje een tiental zaadjes
1)
Leg het keukenpapier op de schoteltjes
3)
Bevochtig de zaadjes met de plantenspuit.
2)
Besproei één schoteltje met de plantenspuit zodat het keukenpa-
4)
Bekijk elke dag de bloemen en noteer je waarnemingen.
pier goed nat wordt. 3)
Bevochtig het andere keukenpapier met een lepel azijn.
4)
Leg een tiental zaadjes op elk schoteltje en zet de glazen potjes erop.
5)
Zet alles op een warme, zonnige plaats.
6)
Bekijk elke dag de thermometer en noteer je waarnemingen.
Pagina 14
Pagina 23
Geen
Kleurstof
kleurstof
Dag 1
Experiment 5 Teken op het volgende blad telkens wat je ziet.
Dag 2
Kan je verklaren hoe dit komt?
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7 Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 22
Pagina 15
Dag 1
Experiment 7
Dag 8
Dag 1 Dag 2
Dag 9
Pot 1 : water zonder kleurstof Pot 2: water met kleurstof Kleur op het volgende blad in de bloempjes telkens wat je ziet.
Dag 3
Dag 10 Hoe zou dit komen?
Dag 4
Dag 11
Dag 5
Dag 12
Dag 6
Dag 13
Dag 7
Dag 14
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 16
Pagina 21
Experiment 7
Experiment 6
Àat ga je onderzoeken?
Àat ga je onderzoeken?
Zuigen planten water op?
Is de hoeveelheid aan voedingsstoffen belangrijk voor de groei van planten?
Àat heb je nodig?
•
2 lege glazen potten
•
water
•
voedingskleurstof (kan je vinden in een voedingswinkel)
•
2 witte bloemen
Aan het werk 1)
Vul de potten met water.
2)
Doe in één pot enkele druppels kleurstof
3)
Plaats in elke pot een bloem
4)
Bekijk elke dag de bloemen en noteer je waarnemingen.
Àat heb je nodig?
•
4 lege glazen potten
•
water
•
suiker
•
4 verse bloemen
•
spatel om te roeren
Aan het werk 1)
Vul de vier potten met water. Schrijf op elke pot een nummer.
2)
Doe nu het volgende: Pot 1: doe er 5 lepels suiker in en los die zoveel mogelijk op
door
er in te roeren. Pot 2: doe er 3 lepels suiker in en los die op. Pot 3: doe er 1 lepels suiker in en los die op Pot 4 : doe er niets in.
Pagina 20
3)
Zet in elke pot een bloem.
4)
Bekijk elke dag de bloemen en noteer je waarnemingen.
Pagina 17
Experiment 6
Pot 1
Pot 2
Pot 3
Pot 4
Dag 1
Dag 1 Pot 1: 5 lepels suiker
Pot 2 : 3 lepels suiker
Pot 3: 1 lepel suiker
Pot 4: 0 lepels suiker Dag 2
Teken op het volgende blad in de hokjes telkens wat je ziet.
Àaarom is dit zo?
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7 Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 18
Pagina 19