Bronnen - Het grote experimenteerboek, uitgeverij Deltas, 2003 - Aan de slag met Findus, uitgeverij Davidsfonds/Infodok, 2000 - Grasspriet Themadossier 4 Tuinbouw, Plattelandsklassen vzw
Meer info Telefoon: (055) 555 55 55 Fax: (055) 555 55 55 E-mail:
[email protected]
Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas: Pagina 34
Zo zit dat! Experiment 12 Het licht dat door het uitgeknipte figuurtje schijnt, valt op de loep. Daar worden de lichtstralen gebroken en bereiken het keukenpapier. Omdat de lichtstralen gebroken zijn, verkleint het beeld en gaat onderstboven staan. Een oog werkt ook zo. De loep is het glaslichaam in ons oog en de kom is onze oogbol, het keukenpapier is ons netvlies.
Experiment 13 De tong heeft vier smaken en die zitten op verschillende plaatsen. Daarom proeven we die smaken op verschillende plaatsen op onze tong.
Pagina 2
Pagina 33
Zo zit dat! Experiment 8 Een plant heeft steun nodig om zicht te verankeren. Grond, keukenpapier,… geeft de plant voldoende steun om zich te verankeren.
Heeft een plant licht nodig?
Experiment 9 Geuren verspreiden zich door de lucht. Als je met kruiden schudt die in een gesloten verpakking zitten, zal je niets ruiken. Dit komt omdat de geuren gevangen zitten in de zak. Wanneer met de kruiden in de lucht schudt, dan verspreiden de geuren zich in de kamer.
Experiment 10 Je hand die in de warme kom zat, is opgewarmd. Het water dat lauw is voelt dus veel kouder aan dan het water dat in de warme kom zat. Je hand die in de koude kom zat, is afgekoeld. Omdat het lauwe water warmer is dan het koude voelt je hand warmte.
Experiment 11 Het geluid ontstaat als je kom trilt. Hoe langer de kom trilt, hoe langer je het geluid hoort. Wanneer je tijdens het kloppen de kom vasthoudt, kan de kom minder trillen en is het geluid veel korter. Geluiden zijn trillingen in de lucht die je hand horen als ze je oor bereiken. (Het zijn net golven op water)
Pagina 32
Pagina 3
Hoe zit dat?
Wat ga je onderzoeken? Heeft een plant licht nodig om te groeien.
Zo zit dat! Experiment 4 De zonnestralen dringen de plastic zak binnen. Die worden omgezet in warmte. Omdat de warmte moeilijk uit de zak kan, stijgt de temperatuur. Dit noemt men ook het broeikaseffect.
Wat heb je nodig? drie champignonbakjes
teeltaarde
tuinkerszaadjes
3 etiketten
Aan het werk 1) Schrijf op elk bakje je naam en de datum. 2) Vul de botervlootjes met de teeltaarde. 3) Zaai in elk botervlootje ongeveer 15 zaadjes. 4) Geef de bakjes elk een beetje water. (doe dit elke dag) 5) Zet nu elk bakje op een verschillende plaats - in een donkere kast - op een donkere plaats in de klas - aan het raam. 6) Bekijk elke dag de groei en noteer je waarnemingen
Experiment 5 Azijn is een zuur. Plantjes kunnen niet ontkiemen als de grond (in dit geval keukenpapier) te zuur is.
Experiment 6 Planten maken zelf hun voedsel aan. Dit voedsel noemt men suikers. (Geen klontjessuiker of griessuiker) Suikers zitten ook in ons voedsel. Die suikers geven energie. Als je teveel suikers geeft, krijgen de planten te veel energie. Dit noemen ze ‘verbranden’. Als je plant verbrand is, dan gaat ze veel vlugger verwelken. Ze heeft teveel energie in één keer gekregen. Een klein beetje extra suiker geeft voldoende energie om de plant een beetje langer te laten leven. Als sporters zich futloos voelen dan eten ze een energiereep. Dan kunnen ze er weer een tijdje tegenaan.
Experiment 7 Planten zuigen water op met hun wortels, dit water gaat via kleine ‘buisjes’ naar de blaadjes en de bloem. Zo krijgen alle delen van de plant water. Als je een plant in gekleurd water zet, dan zuigt die ook dat water op waardoor de bloem verkleurt.
Pagina 4
Pagina 31
Experiment 1
Zo zit dat! Experiment 1 Door het licht van de zon krijgen de planten de nodige kracht om hun voedsel te maken. Daarom gaan de planten op zoek naar het licht. Zo komt het dat de plantjes die in het donker staan langgerekt en bleek zijn. Ze gingen op zoek naar het meeste licht. Kijk ook eens naar een zonnebloem. Die laat haar bloem helemaal meedraaien met de zon.
Experiment 2 Uit het water neemt de plant voedingsstoffen en mineralen op. Dat water moet rondgestuurd worden zodat de voedingsstoffen overal in de plant terecht komen. Als er te weinig water is, kan de plant geen water doorsturen en hebben de plantjes te weinig voedingsstoffen om te groeien. Is er teveel water dan zitten hun cellen veel te vol met water en kunnen de voedingsstoffen niet rondgestuurd worden. Dan is er te veel water om te groeien. (Ze verdrinken als het ware).
Dag 1 Vlootje 1 staat / op……………………………………………………………… Vlootje 2 staat in/op……………………………………………………………. Vlootje 3 staat in/op………………………………………………………………
Hoe moet je het rooster op het volgende blad invullen? Groei: goed/ heel goed/ beetje/ niet Kleur: mooi groen/ flets/ geelachtig Stengel: stevig/ slap/ niet stevig of niet slap
Kan je verklaren hoe dit komt?
Experiment 3 Planten hebben warmte nodig om te groeien. Als het lekker warm is, groeien ze vlugger. De zonnestralen die op de fles vallen worden omgezet in warmte , daarom is het warmer onder de fles. De plant onder de fles groeit om die reden vlugger dan de andere.
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 30
Pagina 5
Vlootje 1
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
1
2
3
1
2
3
Groei Kleur
Dag 1
Dag 8
Dag 2
Dag 9
Dag 3
Dag 10
Dag 4
Dag 11
Dag 5
Dag 12
Dag 6
Dag 13
Stengel Vlootje 1
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Groei Kleur Stengel Vlootje 1
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Groei Kleur Stengel Vlootje 1 Groei Kleur Stengel Vlootje 1
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Groei Kleur Stengel Vlootje 1
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Groei
Dag 7
Kleur
Dag 14
Stengel Pagina 6
Pagina 29
Experiment 8
Dag 1 Vlootje 1 : aarde Vlootje 2 : keukenpapier Vlootje 3 : niets
Teken op het volgende blad in de potjes telkens wat je ziet.
Kan je verklaren hoe dit komt?
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 28
Heeft een plant water nodig?
Experiment 2
Experiment 8
Wat is de invloed van de hoeveelheid water op de groei van planten .
Wat ga je onderzoeken? Heeft een plant aarde nodig om te groeien?
Wat heb je nodig?
Wat heb je nodig?
drie champignonbakjes
3 botervlootjes
tuinkerszaadjes
keukenpapier
Wat ga je onderzoeken?
teeltaarde gietertje
teeltaarde tuinkerszaadjes
Aan het werk
Aan het werk 1)
Schrijf op elk botervlootje je naam en de datum. Nummer ze van 1 tot 3.
2)
Vul de botervlootjes met de teeltaarde. Druk het lichtjes aan.
3)
plantenspuit
Zaai in elk botervlootje ongeveer 15 zaadjes en doe er een
1)
Vul één botervlootje met wat keukenpapier, vul één botervlootje met aarde, laat het laatste botervlootje leeg. 2) Zaai in elk botervlootje een tiental zaadjes 3) Bevochtig de zaadjes met de plantenspuit. 4) Bekijk elke dag de bloemen en noteer je waarnemingen.
laagje aarde bovenop. 4)
Zet de bakjes naast elkaar.
5)
Geef ze alle drie op een verschillende manier water 1: voldoende water (elke dag een beetje zodat de aarde voldoende nat is) 2: te weinig water (geef bij de start een beetje water, als je ziet dat de aarde droog is, geef je een beetje water bij) 3: te veel water (elke dag veel water zodat de bovenste aarde laag drijft)
6)
Bekijk elke dag de groei en noteer je waarnemingen
Pagina 8
Pagina 27
Geen kleurstof
Kleurstof
Experiment 2 Dag 1
Dag 1 (schrap wat niet past) Dag 2
Dag 3
Dag 4
Vlootje 1: voldoende/ te weinig / te veel water Vlootje 2: voldoende/ te weinig / te veel water Vlootje 3: voldoende/ te weinig / te veel water
Hoe moet je het rooster op het volgende blad invullen? Groei: goed/ heel goed/ beetje/ niet Kleur: mooi groen/ flets/ geelachtig Stengel: stevig/ slap/ niet stevig of niet slap
Hoe zou dit komen denk je?
Dag 5
Dag 6
Dag 7 Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 26
Pagina 9
Vlootje 1
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Experiment 7
Groei Kleur
Dag 1
Stengel Vlootje 1
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Pot 1 : water zonder kleurstof Pot 2: water met kleurstof
Groei
Kleur op het volgende blad in de bloempjes telkens wat je ziet.
Kleur Stengel Vlootje 1
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Hoe zou dit komen?
Groei Kleur Stengel Vlootje 1 Groei Kleur Stengel Vlootje 1 Groei Kleur Stengel Vlootje 1 Groei Kleur
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt.
Stengel Pagina 10
Pagina 25
Experiment 7
Experiment 5
Wat ga je onderzoeken? Zuigen planten water op?
Wat ga je onderzoeken? Normaal geef je planten water. Kan je ook andere vloeistoffen geven aan planten?
Wat heb je nodig?
2 lege glazen potten
Wat heb je nodig?
water
2 schoteltjes
voedingskleurstof (kan je vinden in een voedingswinkel)
plantenspuit met water
2 witte bloemen
Aan het werk 1) Vul de potten met water. 2) Doe in één pot enkele druppels kleurstof 3) Plaats in elke pot een bloem 4) Bekijk elke dag de bloemen en noteer je waarnemingen.
azijn tuinkerszaadjes 2 glazen potjes
Aan het werk 1) 2) 3) 4) 5) 6)
Pagina 24
keukenpapier
Leg het keukenpapier op de schoteltjes Besproei één schoteltje met de plantenspuit zodat het keukenpapier goed nat wordt. Bevochtig het andere keukenpapier met een lepel azijn. Leg een tiental zaadjes op elk schoteltje en zet de glazen potjes erop. Zet alles op een warme, zonnige plaats. Bekijk elke dag de thermometer en noteer je waarnemingen.
Pagina 11
Experiment 5
Pot 1
Pot 2
Pot 3
Pot 4
Dag 1 Teken op het volgende blad telkens wat je ziet.
Kan je verklaren hoe dit komt?
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7 Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 12
Pagina 23
Experiment 6
Dag 1 Pot 1: 5 lepels suiker Pot 3: 1 lepel suiker
Pot 2 : 3 lepels suiker Pot 4: 0 lepels suiker
Teken op het volgende blad in de hokjes telkens wat je ziet.
Waarom is dit zo?
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 22
Heeft een plant warmte nodig?
Experiment 3
Experiment 6
Wat ga je onderzoeken? Welk effect heeft een serre op de planten groei? Gaat het sneller of niet.
Wat ga je onderzoeken? Is de hoeveelheid aan voedingsstoffen belangrijk voor de groei van planten?
Wat heb je nodig?
twee bloempotten
tomaatzaadjes
Wat heb je nodig?
teeltaarde eén plastiek fles twee etiketten
4 lege glazen potten
suiker
water 4 verse bloemen spatel om te roeren
Aan het werk 1) Schrijf op de etiketten jullie naam en de datum. Nummer 2) Vul de bloempotten met de teeltaarde. Druk eventjes aan. 3) Zaai in elke bloempot ongeveer 5 zaadjes en doe er een dag water! 4) Zet de potjes op een warme plek in het licht. 5) Snij de bodem van de fles af en schroef er het dopje van. Zet de fles over de zaadjes van pot 1. 6) Bekijk elke dag de groei en noteer je waarnemingen.
Pagina 14
de twee potten met 1 en 2. laagje aarde bovenop. Geef ze elk
Aan het werk 1) Vul de vier potten met water. Schrijf op elke pot een nummer. 2) Doe nu het volgende: Pot 1: doe er 5 lepels suiker in en los die zoveel mogelijk op door er in te roeren. Pot 2: doe er 3 lepels suiker in en los die op. Pot 3: doe er 1 lepels suiker in en los die op Pot 4 : doe er niets in. 3) Zet in elke pot een bloem. 4) Bekijk elke dag de bloemen en noteer je waarnemingen.
Pagina 21
Dag 1
Experiment 3
Dag 8
Dag 1 (schrap wat niet past) Dag 2
Dag 9
Dag 3
Dag 10
Pot 1: met fles/ zonder fles Pot 2: met fles/ zonder fles
Teken op het volgende blad telkens wat je ziet.
Hoe zou dit komen denk je?
Dag 4
Dag 11
Dag 5
Dag 12
Dag 6
Dag 13
Dag 7
Dag 14
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 20
Pagina 15
Dag 1
Dag 8
Dag 2
Dag 9
Dag 3
Dag 10
Dag 4
Dag 11
Dag 5
Dag 12
Dag 6
Dag 13
30 29,5 29 28,5 28 27,5 27 26,5 26 25,5 25 24,5 24 23,5 23 22,5 22 21,5 21 20,5 20 19,5 19 18,5 18 17,5 17 16,5 16 15,5 15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14
Thermometer met zak
Dag 7
Pagina 16
Dag 14
Thermometer zonder zak
Pagina 19
Experiment 4
Dag 1 (schrap wat niet past) Thermometer 1: met zak/ zonder zak Thermometer 2: met zak/ zonder zak Teken op de grafiek een bolletje bij de juiste temperatuur. Kies een kleur voor de thermometer met zak en een ander kleur voor de thermometer zonder zak. Verbind de bolletjes met elkaar zodat je duidelijk kan zien wat er gebeurd.
Experiment 4
Wat ga je onderzoeken? Wat is de invloed van het glas/plastic op de warmte? Wat heb je nodig?
1 plastic zak
1 elastiekjes
2 kamerthermometers
Aan het werk
Waarom is dit zo?
1) 2) 3) 4)
Leg een thermometer in de plastic zak en bind de zak dicht met het elastiekje Leg de beide thermometers op een vensterbank waar de zon binnen schijnt. Lees na ongeveer 10 minuten de temperatuur van de thermometers af. Bekijk elke dag de thermometer en noteer je waarnemingen.
Op het einde van het boekje kom je te weten hoe dit komt. Pagina 18
Pagina 17