Brochure bij Startbrief

Brochure bij Startbrief Vanaf de datum waarop u in dienst treedt bij Grontmij gaat u pensioen opbouwen in de pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Grontmij (hierna: SPG). Uw werkgever informeert u over uw pensioen. Daarom ontvangt u deze startbrief. Bewaar deze goed. In deze brief leest u over de belangrijkste zaken uit het Pensioenreglement 2015, zoals bijvoorbeeld over het ouderdomspensioen, het partnerpensioen, het wezenpensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen. Als u na het lezen van deze startbrief nog vragen hebt, dan kunt u contact opnemen met de medewerkers van het pensioenbureau. Contactinformatie treft u aan het eind van deze brochure aan. Het reglement kunt u opvragen via SPG en inzien op de website (www.pensioenfonds.grontmij.nl).

In Nederland bestaat het pensioenstelsel uit drie pijlers AOW, de eerste pijler De eerste pijler, de AOW, is een uitkering van de Nederlandse overheid. De ingangsdatum van de AOW schuift jaarlijks op richting 67 jaar. De AOW wordt gefinancierd volgens het omslagstelsel. Dit betekent dat de door u ingelegde AOW-premies direct uitgekeerd worden aan degenen die nu AOW ontvangen. U spaart hier dus niet voor. Aanvullend pensioen, de tweede pijler In de tweede pijler bouwt u via uw werkgever een ouderdomspensioen op. Pensioen is dus een arbeidsvoorwaarde. De premie wordt gezamenlijk betaald door de werkgever en de werknemer. De uitvoering van de pensioenregeling is door Grontmij ondergebracht bij SPG. Privé pensioen, de derde pijler In de derde pijler kunt u zelf voor extra pensioen sparen. Bijvoorbeeld door een lijfrenteverzekering af te sluiten. Deze brochure geeft daarover geen verdere informatie.

Pijler 3

Privé pensioen Aanvullend pensioen

Pijler 2

AOW

Pijler 1

De AOW In de Grontmij CAO is bepaald dat uw dienstverband eindigt op de AOW-gerechtigde leeftijd. Tot die datum bouwt u pensioen op bij Grontmij. De pensioenleeftijd is bepaald op 67 jaar. De overheid verhoogt getrapt per jaar de AOW-leeftijd naar 67. Er kan dus een gat ontstaan tussen de AOW-leeftijd en de pensioenleeftijd, maar voor iedereen is het mogelijk het pensioen op de gewenste leeftijd uit te laten betalen. Wilt u vroeger met pensioen dan vraagt u dat schriftelijk aan bij het pensioenfonds. Gaat u eerder met pensioen dan wordt het pensioen wel lager, er wordt namelijk langer uitgekeerd.

Brochure bij Startbrief

Reglement 2015

Aanvullend pensioen bij SPG De pensioenregeling 2015 bij SPG is gebaseerd op een pensioenovereenkomst met een hybride karakter. Dit betekent dat de regeling bestaat uit twee onderdelen die we hierna stap voor stap uitleggen:

1. De basisregeling De basisregeling is er voor iedereen. Deze regeling is een Collective Defined Contributionregeling, gebaseerd op een middelloonregeling. Dit betekent dat uw ouderdomspensioen is gebaseerd op uw gemiddeld verdiende salaris. U bouwt pensioen op over de pensioengrondslag. Deze grondslag is uw salaris (tot max. schaal 13) verminderd met de AOW-franchise. De AOW-franchise (2015: € 12.642,-) is afgeleid van de AOW. Het is het deel van uw salaris, waarover u geen pensioen opbouwt én geen premie betaalt. Als u met pensioen gaat, komt voor dit deel de AOW in de plaats. Over de pensioengrondslag bouwt u per jaar maximaal 1,875% pensioen op (in 2015: 1,7%). Het pensioen gaat in op de 67-jarige leeftijd. 2. De excedent-regeling (aanvullend) Ook dit onderdeel van de regeling is een Collective Defined Contribution-regeling, gebaseerd op een middelloonregeling. Dit betekent dat uw ouderdomspensioen is gebaseerd op uw gemiddeld verdiende salaris. Vanaf het maximumsalaris van schaal 13 tot een salaris van € 100.000 bouwt u in de excedentregeling maximaal 1,875% pensioen op (in 2015: 1,4%). Ook dit pensioen gaat in op de 67-jarige leeftijd. Wat betekent Collective Defined Contribution? Beide onderdelen van de regeling zijn Collective Defined Contribution-regelingen. Dit is een pensioenregeling waarbij de werkgever zich verplicht een vaste premie te betalen. Deze premie wordt betaald voor alle medewerkers onder de Grontmij-Cao. De collectiviteit en de daarmee samenhangende lage(re) kosten en risicodeling leveren meer pensioen op dan wanneer u individueel een pensioenverzekering afsluit. Dit is een voordeel. De werkgever betaalt een vaste (defined) premie. Er wordt dus niet extra betaald als deze vaste premie onvoldoende blijkt te zijn om de pensioenregeling volledig uit te voeren. Dan komt dat risico van een tekort bij de deelnemers te liggen. Als de pensioenregeling niet volledig uitgevoerd kan worden, dan wordt de regeling versoberd. In eerste instantie merkt u dit, omdat het opbouwpercentage daalt. De regeling is dus niet gegarandeerd, maar voorwaardelijk. De premies Grontmij betaalt 85% van de premie van het ouderdoms-, spaarPartnerpensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen in de basisregeling. U als deelnemer, betaalt de overige 15%. Grontmij betaalt de volledige premie voor het ouderdomspensioen in de excedent-regeling. De premie voor het spaarPartnerpensioen in de excedent-regeling betaalt u zelf. De premie voor het vrijwillig te verzekeren risicoPartnerpensioen betaalt u ook zelf.


Reglement 2015

Toeslagen Het pensioenfonds streeft een toekomstbestendige pensioenregeling na, waarbij een waardevast pensioen hoog in het vaandel staat. Een pensioenaanspraak die u nu opbouwt en die niet aan inflatie wordt aangepast, zal op den duur sterk in (koopkracht)waarde verminderen. Daarom is het van belang dat uw opgebouwde pensioenaanspraken jaarlijks worden aangepast aan de inflatie door indexatie. De indexaties, ook wel toeslagen genoemd, zijn geen vast recht. Er worden alleen toeslagen verleend als er voldoende geld is. Daarom spreken we van voorwaardelijke toeslagen. Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken (kunnen) worden aangepast met toeslagen. Het streven is om de opgebouwde en ingegane pensioen jaarlijks op 1 januari te verhogen met maximaal de stijging van de consumentenprijsindex voor alle huishoudens (afgeleid) over de laatst verstreken periode van september tot september (Bron: CBS). Deze voorwaardelijke toeslagen worden voor zover mogelijk gefinancierd uit de algemene middelen van het fonds. Het bestuur is te allen tijde bevoegd is de systematiek van toeslagverlening en de geformuleerde ambitie aan de omstandigheden aan te passen. Er is geen recht op toekomstige toeslagverlening. Het is daarmee niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagen worden verleend. Het pensioenfonds verleent geen inhaaltoeslagen in verband met in het verleden gemiste toeslagen. Partnerpensioen Bijna niemand houdt rekening met de mogelijkheid dat hij/zij jong overlijdt. Het is dan ook logisch dat weinig mensen goed op de hoogte zijn van de financiële gevolgen hiervan voor de partner. Hieronder komt het partnerpensioenen aan bod. Wat is voor u belangrijk? Het pensioenreglement 2015 kent twee soorten partnerpensioen:

 risicoPartnerpensioen (PP1/TPP)  spaarPartnerpensioen risicoPartnerpensioen (PP1/TPP) Het vrijwillig te verzekeren partnerpensioen, PP1 en TPP, is het best te vergelijken met een risicoverzekering. Deze verzekering wordt afgesloten voor het geval u tijdens uw actieve dienstverband komt te overlijden. Als dat gebeurt, ontvangt uw partner maandelijks het verzekerde partnerpensioen. Dit partnerpensioen PP1 en TPP is geen pensioen op opbouwbasis, maar is een risicoverzekering. Er wordt hiervoor geen spaarpot gevormd. Het PP1 vult het opgebouwde spaarPartnerpensioen aan tot 70% van het bereikbare ouderdomspensioen en wordt uitgekeerd zolang uw partner leeft. Als u aangemeld bent voor het PP1, dan bent u automatisch verzekerd voor het tijdelijk partnerpensioen (TPP). Het Tijdelijk Partnerpensioen (TPP) is een vaste uitkering bij overlijden die aan de partner wordt uitgekeerd tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd van de partner. Daarna zal uw partner AOW gaan ontvangen. De uitkering bedraagt €11.300 bij een volledig dienstverband. Wat moet u doen? I. U bent gehuwd of u bent een geregistreerd partnerschap aangegaan. Het risicoPartnerpensioen is een vrijwillige verzekering. Maandelijks wordt een premie voor het risicoPartnerpensioen ingehouden op uw salaris. U hoeft zich niet aan te melden voor het risicoPartnerpensioen indien u gehuwd bent of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan. U kunt zich hier wel voor afmelden (door invulling van de Verklaring risicoPartnerpensioen PP1/TPP). Als u niets doet, dan is uw risicoPartnerpensioen gewoon verzekerd voor uw partner als u overlijdt.


Reglement 2015

II. U en uw partner hebben een samenlevingscontract afgesloten bij de notaris Het risicoPartnerpensioen is een vrijwillige verzekering. Maandelijks wordt een premie voor het risicoPartnerpensioen ingehouden op uw salaris. U bent automatisch verzekerd voor het risicoPartnerpensioen, indien u en uw partner een samenlevingscontract hebben afgesloten bij de notaris. U moet wel een kopie van deze akte naar het pensioenfonds sturen. Indien u geen risicoPartnerpensioen wenst, kunt u zich ook afmelden voor het risicoPartnerpensioen (door invulling van de Verklaring risicoPartnerpensioen PP1/TPP). III. U heeft geen partner of u en uw partner hebben geen samenlevingscontract Indien u geen partner heeft of indien u en uw partner geen samenlevingscontract bij de notaris hebben afgesloten, dan dient u zelf het initiatief te nemen om u bij het pensioenfonds af te melden voor uw risicoPartnerpensioen (door invulling van de Verklaring risicoPartnerpensioen PP1/TPP). Doet u niets, dan betaalt u mogelijk premie terwijl u geen recht heeft op een partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum. Ook wanneer u geen partnerpensioen wenst, dient u zelf het initiatief te nemen om u af te melden voor het risicoPartnerpensioen. Afmelden voor risicioPartnerpensioen Indien u zich afmeldt voor het risicoPartnerpensioen binnen 14 dagen nadat u de startbrief heeft ontvangen, dan worden de al ingehouden premies voor het risicoPartnerpensioen PP1/TPP aan u gerestitueerd. U kunt dit doen door het invullen en retourneren van de Verklaring risicoPartnerpensioen PP1/TPP. Wanneer u dit op een later tijdstip doorgeeft aan het pensioenfonds, dan vindt geen restitutie meer plaats van de ingehouden premie.


Reglement 2015

Verklaring risicoPartnerpensioen PP1/TPP

Hebt u een partner?

Ja

Bent u getrouwd of bent u een geregistreerd partnerschap aangegaan?

Ja, U bent automatisch verzekerd voor risicoPartnerpensioen (PP1/TPP).

Nee

 Nee, dan is er geen uitkering risicoPartnerpensioen (PP1/TPP) bij uw overlijden verzekerd. Kruis hier aan en onderteken deze verklaring. U voorkomt hiermee dat u premie betaalt terwijl er geen dekking is. Wijzigt uw situatie, neem dan zelf contact op met het pensioenfonds.

Nee, maar woont u samen én heeft u een notariële akte?

Wilt u PP1/TPP behouden?

 Nee, dan kiest u geen verzekering voor risicoPartnerpensioen (PP1/TPP). Ja, dan hoeft u niets te doen, u bent automatisch verzekerd en betaalt premie.

Overlijdt u tijdens het dienstverband dan is er slechts een zeer geringe uitkering voor uw partner.

 Ja, u bent automatisch verzekerd voor het risicoPartnerpensioen (PP1/TPP). U moet nog wel uw notariële akte naar het pensioenfonds sturen.

Kruis hier aan en onderteken deze verklaring. Wilt u zich afmelden voor PP1/TPP?

VERKLARING RISICOPARTNERPENSIOEN PP1/TPP

 Nee, dan kunt u geen verzekering voor risicoPartnerpensioen (PP1/TPP) afsluiten. Kruis hier aan en onderteken deze verklaring risicoPartnerpensioen PP1/TPP onderaan. Overlijdt u tijdens het dienstverband dan is er geen uitkering voor uw partner. Omdat u wel premie betaalt, maar geen recht heeft op het risicoPartnerpensioen, is het belangrijk dat u het formulier aan ons terug stuurt. Anders betaalt u premie terwijl er geen dekking is!

 Ja, let op: dan moet u deze verklaring risicoPartnerpensioen PP1/TPP ondertekenen en naar het pensioenfonds sturen. Overlijdt u tijdens het dienstverband dan is er slechts een zeer geringe uitkering voor uw partner.

____________________________________________ (handtekening)

d.d.: _______________

_______________________________P.nr: _________ DRINGEND VERZOEK: deze verklaring

Ik stuur een kopie van de notariële akte mee naar het pensioenfonds.

binnen 14 dagen na ontvangst retourneren

(naam + P-nummer)

Brochure bij Startbrief Dit formulier s.v.p. naar het pensioenfonds opsturen.

Reglement 2015

Voor alle deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden checkt het pensioenfonds bij overlijden of u voldoet aan de één van de voorwaarden: huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract (opgesteld door de notaris). Het recht op dit partnerpensioen (PP1/TPP) vervalt op het moment dat de premie niet meer betaald wordt (bijvoorbeeld bij beëindiging van het dienstverband, bij pensionering of bij opzegging). Op vaste momenten kunt u besluiten uw partnerpensioen (PP1/TPP) alsnog te verzekeren:

 binnen twee maanden na het aangaan van een partnerschap;  binnen twee maanden na de geboorte van uw kind.

Daarnaast is er de regeling spijtoptanten, maar daarvoor vraagt het bestuur wel een geneeskundig onderzoek. Premie De premie voor beide risicoPartnerpensioenen bedraagt 3,5% van de risicogrondslag. Bij een maandsalaris van € 2.500,- bruto per maand betaalt u maandelijks circa € 57,- (stand 2015). Bij € 3.500 is het circa € 95,-. De premie wordt berekend over uw pensioendragende salaris (tot het maximum van € 100.000,-) te verminderen met de AOW-franchise. Zo blijft de risicogrondslag over. De premie wordt berekend over deze grondslag en bedraagt in 2015 3,5%. ANW Het partnerpensioen (PP1) is niet hetzelfde als de uitkering van de Algemene Nabestaandenwet (ANW). De ANW is de nabestaandenregeling van de overheid (tot de AOWgerechtigde leeftijd). Beide uitkeringen staan los van elkaar. Voor meer informatie kunt u terecht bij de Sociale Verzekeringsbank (www.svb.nl). SpaarPartnerpensioen U spaar niet alleen voor uw een ouderdomspensioen, maar ook voor een spaarPartnerpensioen. Dit is een verplicht pensioen. Op het moment dat het dienstverband start, start ook het sparen van het spaarPartnerpensioen. De opbouw bedraagt 70% van het jaarlijks op te bouwen ouderdomspensioen. Wanneer u net in dienst bent, heeft u nog geen volledig/volwaardig spaarPartnerpensioen opgebouwd. Als u wel een partner heeft, dan raden wij aan ook het PP1/TPP af te sluiten. Het PP1 vult het opgebouwde spaarPartnerpensioen aan tot 70% van het bereikbare ouderdomspensioen SpaarPartnerpensioen spaart u in de basisregeling. Heeft u een salaris boven het maximum van salarisschaal 13, dan spaart u ook verplicht spaarPartnerpensioen in de aanvullende excedent regeling. De premie voor spaarPartnerpensioen is in de basisregeling samengevoegd met het ouderdomspensioen en wordt automatisch op uw salaris ingehouden. Deze premie bedraagt in 2015 voor zowel het ouderdomspensioen als het spaarPartnerpensioen 24,4427% van de pensioengrondslag. U als deelnemer betaalt hier 15% van, de werkgever 85%. De premie voor het spaarPartnerpensioen in de excedent-regeling bedraagt 3,8625% van de pensioengrondslag. Deze premie betaalt u als deelnemer zelf. Na ontslag of pensionering Vindt u dat u bij uw ontslag of pensionering te weinig partnerpensioen hebt opgebouwd (gespaard), dan kunt u dat veranderen. Dit kan door een deel ouderdomspensioen om te zetten in extra partnerpensioen. Heeft u een aangemelde verzekerde partner dan wordt


Reglement 2015

automatisch uw partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen. Dit wordt betaald door uw ouderdomspensioen te verlagen en het partnerpensioen te verhogen. Heeft u geen partner? Het verplichte spaarPartnerpensioen is niet voor niets opgebouwd als u geen partner heeft, of geen partner wilt verzekeren. U kunt later het opgebouwde spaarPartnerpensioen omzetten in extra ouderdomspensioen. Wezenpensioen U bent automatisch verzekerd voor wezenpensioen. Uw kind heeft recht op wezenpensioen vanaf de dag van uw overlijden. Ieder kind dat (half) wees wordt, ontvangt individueel een eigen wezenpensioen tot 23 jaar. Bij overlijden van een actieve deelnemer bedraagt het wezenpensioen 0,25% van de risicogrondslag (zie grondslag vrijwillig partnerpensioen) per te bereiken deelnemersjaar. Arbeidsongeschiktheidspensioen Het kan gebeuren dat u arbeidsongeschikt wordt. Na twee jaar arbeidsongeschiktheid kunt u in aanmerking komen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering van de overheid: de WIA. U vraagt deze uitkering aan bij het UWV. De beslissing hierover ontvangt u in een beschikking van het UWV. Het pensioenfonds kan de uitkering aanvullen in de vorm van een arbeidsongeschiktheidspensioen. Daarnaast wordt uw pensioenopbouw voortgezet. Hiervoor betaalt u geen premie meer. Als basis hiervoor geldt de UWV-beschikking. Keuzemogelijkheden in de regeling Vervroegen en uitstellen U kunt ervoor kiezen het ouderdomspensioen eerder te laten ingaan dan de 67-jarige leeftijd of om het ouderdomspensioen later te laten ingaan. Dit kan tot de AOW-datum plus vijf jaar. Deeltijdpensionering Daarnaast kunt u kiezen voor deeltijdpensionering. Uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen Indien u een risicoPartnerpensioen verzekerd heeft, wordt bij uw pensionering een deel van het ouderdomspensioen omgezet in een hoger partnerpensioen ten behoeve van uw partner, zodat het partnerpensioen 70% bedraagt van het ouderdomspensioen dat na de omzetting resteert. U kunt verzoeken om een omzetting met een andere verhouding tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen. Uitruil partnerpensioen in ouderdomspensioen Op de pensioeningangsdatum kunt u het spaarPartnerpensioen geheel of gedeeltelijk omzetten in een hoger ouderdomspensioen, in een eerder ingaand ouderdomspensioen of in een hoger en eerder ingaand ouderdomspensioen Hoog-Laag of Laag-Hoog Bij uw pensionering kan het ouderdomspensioen gedurende een bepaalde periode worden omgezet in: a. eerst een hoger pensioen gevolgd door een lager daarna binnen de verhouding 100:75. b. eerst een lager pensioen gevolgd door een hoger daarna binnen de verhouding 75:100.


Reglement 2015

Tekort Sinds de financiële crisis van 2008 is er veel gebeurd op de financiële markten. Dit heeft invloed op de balanspositie van Stichting Pensioenfonds Grontmij en op uw pensioen. De rente op de kapitaalmarkt is van grote invloed op de pensioenopbouw. Jaarlijks wordt door het pensioenfonds op basis van de marktrente berekend hoeveel pensioen er opgebouwd kan worden met de premie die ingelegd wordt. De opbouw van pensioen wordt uitgedrukt in een opbouwpercentage. Bij een dalende rente wordt er minder pensioen opgebouwd. Daarnaast zijn de ontwikkelingen op de financiële markten van invloed op uw pensioen. Om uw pensioen waardevast te houden, moet het pensioenfonds een goed rendement realiseren op de beleggingen. Om de ingelegde premie te laten groeien, moet risico genomen worden. Het bestuur heeft daarom een beleggingsbeleid vastgesteld. De vaste kaders in dit beleid worden nauwkeurig gevolgd en gewogen. Pensioenfondsen staan onder toezicht van De Nederlandsche Bank. Om te bepalen of een pensioenfonds voldoende middelen in kas heeft, meten we de dekkingsgraad. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen van het pensioenfonds en alle financiële verplichtingen in de toekomst. Deze dekkingsgraad beweegt met de schommelingen in de rente en de schommelingen op de financiële markten:

 Een dalende rente betekent een dalende dekkingsgraad. Het effect van dalende rentes wordt gedempt, omdat SPG dit risico voor een groot deel heeft afgedekt. Maar als de rente stijgt, dan stijgt de dekkingsgraad maar beperkt.  Ook bij dalende aandelenkoersen daalt het vermogen en dus de dekkingsgraad. Bij stijgende aandelenkoersen stijgt het vermogen en de dekkingsgraad. De dekkingsgraad is dus steeds een momentopname. Maandelijks wordt de dekkingsgraad gepubliceerd op de website van het fonds. Grontmij, als werkgever, kan zich niet veroorloven om de gevolgen van schommelingen op de financiële markten op te vangen door hogere premies te betalen of door bijstortingen in de kas van het pensioenfonds. Grontmij staat dus niet garant voor de compensatie van een mogelijk tekort in de pensioenkas. Wanneer de dekkingsgraad van het fonds te laag is, wordt een herstelplan opgesteld. Herstelplan Als een fonds niet voldoende buffers heeft, moet er een herstelplan ingediend worden bij de toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB). SPG heeft op 1 januari 2015 een actuele dekkingsgraad van 110,6%, terwijl het 111,1% nodig heeft. Er is dus een gering buffertekort. Dit tekort moet binnen 10 jaar zijn opgeheven. Een herstelplan laat zien welke maatregelen een fonds neemt om dit te bereiken. Als een fonds niet in 10 jaar kan herstellen, dan zal worden gekort op bestaande pensioenrechten en pensioenaanspraken. Het risico ligt volledig bij de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Korten is overigens bij SPG tot heden niet aan de orde geweest. Voorbehoud van Grontmij Grontmij heeft zich het recht voorbehouden de betaling van verschuldigde werkgeversbijdragen geheel of gedeeltelijk te beëindigen dan wel de hoogte van die bijdragen te bevriezen, in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. Grontmij kan ook de pensioenovereenkomst zonder instemming van de werknemers wijzigen indien er


Reglement 2015

sprake is van een zodanig zwaarwichtig belang van de werkgever dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. In het pensioenreglement kunt u lezen wanneer dit aan de orde kan zijn. Waardeoverdracht Tegenwoordig komt het niet vaak meer voor dat werknemers bij één werkgever al hun pensioen opbouwen. Als u bij uw werkgever vertrekt kunt u twee dingen doen. U kunt uw pensioen bij het pensioenfonds laten staan of u kunt het meenemen naar het pensioenfonds van uw nieuwe werkgever. Vanaf 1994 is dit mogelijk. Aandachtspunten Als u bij Grontmij komt werken is het handig om de toeslagregeling van Pensioenfonds Grontmij te vergelijken met die van uw oude pensioenverzekeraar. Er kunnen verschillen in deze regelingen zitten. Daarnaast vinden sommige mensen het overzichtelijk om hun pensioen bij één pensioenfonds onder te brengen. Andere mensen kiezen juist voor risicospreiding. Dit is dus een persoonlijke beslissing. Extra aandacht vraagt de hoogte van het partnerpensioen over uw gezamenlijke verzekeringen. Van wie ontvangt uw partner het partnerpensioen bij overlijden? En, hoe hoog is dat partnerpensioen? Als u vertrekt bij uw oude werkgever, worden uw pensioenaanspraken premievrij. Eventueel kunnen ze dan jaarlijks onder voorwaarden worden verhoogd met een indexatie (toeslagen). De indexatie is afhankelijk van de regeling en de beschikbare financiële middelen. Het kan dus voorkomen dat er ėėn of meer jaren geen toeslagen verleend worden of dat er in het geheel geen recht is op voorwaardelijke toeslagen. De kans op korten kan ook worden meegewogen bij de keuze tot waardeoverdracht. Aanvragen waardeoverdracht bij indiensttreding Bij deze brochure heeft u ook het formulier ‘waardeoverdracht’ ontvangen. Hebt u belangstelling voor het overdragen van uw oude pensioenaanspraken naar ons fonds? Stuur dit formulier ingevuld en ondertekend naar ons terug. Na ontvangst van dit formulier vragen wij uw gegevens op bij uw oude pensioenverzekeraar. Vervolgens zult u van ons een aanbieding ontvangen. Hierin staat de waarde van uw pensioenaanspraken bij uw oude pensioenverzekeraar. Dit bedrag wordt over het ouderdomspensioen en het partnerpensioen verdeeld. Daarnaast kan eventueel een deel terechtkomen in de aanvullende excedent-regeling. Of dit laatste voor u het geval is, hangt af van de hoogte van uw salaris. Op het moment dat u akkoord gaat met de aanbieding, stuurt u de aanbieding ondertekend terug. Wij regelen vervolgens de waardeoverdracht. Als u niet reageert, blijven uw pensioenaanspraken bij uw oude pensioenfonds staan. U krijgt een bevestiging als SPG het geld en de nodige stukken van uw oude pensioenverzekeraar heeft ontvangen. Aanvragen waardeoverdracht bij uitdiensttreding Stel, u verlaat de Grontmij-groep en u kiest voor waardeoverdracht. In dat geval moet u altijd eerst (via uw nieuwe werkgever) contact opnemen met het nieuwe pensioenfonds. De waardeoverdracht wordt namelijk geregeld door het pensioenfonds waar u nieuw binnenkomt.


Reglement 2015

Klachtenregeling U kunt zich tot het bestuur wenden indien er een klacht is gerezen over de inhoud of over de uitvoering van de pensioenregeling. De klachtenregeling is gepubliceerd op de website van het fonds. Tot slot Stichting Pensioenfonds Grontmij is statutair gevestigd te De Bilt. De Stichting is ingeschreven in de Kamer van Koophandel Handelsregister 41177281. Het pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds en aangesloten bij de Pensioenfederatie, de koepelorganisatie. Het bestuur van het pensioenfonds stelt het beleid van het Pensioenfonds vast en is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit beleid. Het bestuur heeft acht leden. Het pensioenfonds heeft tot doel het verlenen of doen verlenen van pensioenen en toeslagen daarop aan de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden of hun nagelaten betrekkingen. De aangesloten ondernemingen zijn Grontmij Nederland Holding B.V. gevestigd in De Bilt, ten deze handelend voor zich en als gevolmachtigde van Grontmij N.V., Grontmij Business Services B.V. en Grontmij Assetmanagement Holding B.V. en als zodanig deze vennootschappen rechtsgeldig vertegenwoordigend. Voor ruim 6.000 deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden wordt circa 1 miljard. vermogen beheerd.

Contact Hebt u na het lezen van de brief en deze brochure nog vragen, dan kunt u altijd contact met ons opnemen. Stichting Pensioenfonds Grontmij De Holle Bilt 22 3723 HM De Bilt Postbus 203 3730 AE De Bilt T +31 88 81 16 600 E [email protected] I www.pensioenfonds.grontmij.nl


Reglement 2015

Brochure bij Startbrief

Recommend Documents