BROCHURE BIJ DE DVD
1
COLOFON
In opdracht van: Provincie Vlaams-Brabant Vzw ‘de Rand’
Auteurs:
Eveline Coppin Sara Jonkers Machteld Verhelst Lay-out: Riet Theys Centrum voor Taal en Onderwijs http://www.cteno.be
Met dank aan:
Frank Raes, voor de presentatie van de dvd Visual Expedition, voor de productie van de dvd FC Asse-Zellik 2002 SK Beersel-Drogenbos en Koninklijk Diegem Sport voor de medewerking aan de dvd 2
INHOUDSTAFEL
1. ACHTERGROND Voorgeschiedenis: een onderzoek Vormingspakket voor trainers 2. SPORT EN COMMUNICATIE Waarom is communicatie in sport belangrijk? Welke kansen tot taalstimulering zijn er in een sportclub? Sport is het belangrijkst Een sportclub is geen school 3. TRAINING 3.1 Opwarming Mogen de spelers babbelen tijdens de opwarming? Hoe kan je reageren wanneer de spelers onder elkaar een andere taal spreken? 3.2
Instructie geven Hoe maak je je uitleg zo duidelijk mogelijk? Hoe zorg je ervoor dat je spelers meer inzicht krijgen in het spel?
3.3
Uitleg niet begrepen Wat als een speler de uitleg niet begrijpt? Kan je je oefening ook uitleggen in een andere taal?
3.4
Feedback Hoe kan je feedback geven tijdens een oefening?
3.5
Wedstrijd Waar kan je op letten bij de wedstrijd?
4. OUDERS & INITIATIEVEN Welke taal spreek je met de ouders? Welke taalstimulerende initiatieven vind je in sportclubs? 5. CONCLUSIE 6. VRAGEN EN STELLINGEN VOOR DISCUSSIE
3
4
1. ACHTERGROND ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ VOORGESCHIEDENIS: EEN ONDERZOEK Deze brochure en dvd zijn ontstaan uit een grootschalig onderzoek uitgevoerd door de KULeuven en de VUBrussel naar de taalsituatie en het omgaan met meertaligheid in de sportclubs in de Vlaamse Rand rond Brussel. Voor dit onderzoek werden zowel op gemeentelijk beleidsniveau als op sportclubniveau interviews afgenomen. Daarnaast werden heel wat trainingen geobserveerd en werden bij ouders en leden enquêtes afgenomen. De belangrijkste conclusie uit het onderzoek is dat er in de sportclubs in de Vlaamse Rand vaak meerdere talen gesproken worden. Het Nederlands is daarbij de belangrijkste taal, maar daarnaast is er ook heel wat Frans te horen. Hoeveel Frans er ■ DUS ■ gesproken wordt, is zeer uiteenlopend. Zo wordt ■ N e d e er in bepaalde regio’s meer Frans gesproken rland belangrijkst s is de dan in andere. Ook de gesprekken tussen de e taal ■ er wordt h clubleden onderling en hun ouders zijn vaker eel wat Fra gesproken ns in het Frans dan de officiële (schriftelijke) ■ meer Fra communicatie. Daarnaast blijken er in de ns bij spele rs onderlin g jeugdafdelingen en in voetbalclubs ook en hun ouders ■ meer Fran vaker meerdere talen s bij de jeu gd gesproken te worden. en in voetba lclubs Er zijn heel wat sportclubs waar al dan niet expliciete regels worden gemaakt over het taalgebruik in de sportclub; deze zijn wel niet altijd even consequent en niet alle trainers kennen deze regels. Een minderheid ervaart de taalsituatie in hun sportclub als problematisch. De aanwezigheid van meerdere talen blijkt meestal geen problemen bij het sporten zelf te geven. Volgens ■ DUS ■ de meesten kan het zelfs een goede manier ■ meertaligheid zijn om anderstaligen met het Nederlands geeft meestal ge in contact te brengen. Een nadeel is wel en problemen bij he eventuele ‘kliekjesvorming’, waarbij spelers t sporten gaan samenklitten op basis van hun zelf gemeenschappelijke taal en daardoor ■ kliekjesvorm ing moet anderen kunnen uitsluiten. wel vermeden worden 5
■ DUS ■ Het sportieve is in een sportclub het belangrijkst, ■ de comm unicatie maar toch zijn er ook kansen om taal te leren. in sportclu bs kan Veel sportclubs gaan al op een positieve verbeterd worden manier met meertaligheid om. Toch is ■ er zijn h eel wat vra gen over het niet altijd duidelijk hoe taalstimulering hoe er met meert aligheid Nederlands een plaats kan krijgen binnen de omg egaan kan sporttrainingen en hoe er in een sportclub met w orden meertaligheid omgegaan kan worden.
VORMINGSPAKKET VOOR TRAINERS Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek hebben Vlaams minister Frank Vandenbroucke, gedeputeerde Tom Troch van de provincie Vlaams-Brabant en vzw ‘de Rand’ verschillende acties opgestart, onder andere het maken van een vormingspakket voor trainers. Dit vormingspakket bevat tips over hoe je aan taalstimulering Nederlands kan doen en hoe je kan omgaan met meertaligheid in een sportclub. Wat? Het vormingspakket bestaat uit een dvd en een brochure. De dvd is opgebouwd volgens het principe van de training en behandelt alle aspecten waarbij je als trainer taal gebruikt. De verschillende tips en situaties zijn in beeld geïllustreerd en worden door de trainers en voorzitters van uitleg voorzien. Deze dvd kan zowel in groep als individueel bekeken worden. Achteraan in de brochure vind je vragen en stellingen die je kan gebruiken om in groep over de dvd te discussiëren. In de brochure is de informatie uit de dvd opgeschreven en verder uitgewerkt. Daarbij worden de tips ook meer theoretisch uitgelegd en overzichtelijk samengebracht. We hebben in de brochure ook een aantal extraatjes opgenomen: oefeningen die niet alleen de sfeer bevorderen, maar ook de spelers meer betrekken en meer taal uitlokken. 6
Voor wie? Op de dvd zijn enkel beelden gemaakt van jeugdtrainingen in voetbalclubs. Uit ons onderzoek bleek immers dat deze groep het meest met anderstaligheid geconfronteerd wordt. Dit betekent helemaal niet dat de tips niet door trainers van andere sporttakken opgevolgd zouden kunnen worden. Een goede speluitleg is immers ook in het basketbal of in het tennis van belang. Het antwoord op de vraag wat je moet doen als iemand je instructies niet begrepen heeft, is ook belangrijk voor een zwemleraar. En in alle sporttakken kunnen er spelers zijn die je in het Frans aanspreken. Dus niet enkel voetbaltrainers maar ook andere trainers of coaches kunnen inspiratie opdoen met deze dvd.
In de rest van de brochure wordt enkel over trainers gesproken, maar het spreekt voor zich dat we hier ook coaches mee bedoelen. Met trainer verwijzen we zowel naar mannen als vrouwen.
7
Deze dvd kan ook voor volwassenentrainers interessant zijn, wanneer de tips aangepast worden aan hun niveau. Daarnaast kan ook iedereen die direct of indirect te maken heeft met een sportclub of zelfs vrijetijdsbesteding in het algemeen leren uit deze dvd. Verder spreekt het voor zich dat dit thema ook interessant is voor sportclubs buiten de rand rond Brussel. Anderstalige sporters komen in vele Vlaamse clubs voor, en ook Nederlandstaligen kunnen uit deze dvd heel wat oppikken.
Deze dvd is gemaakt voor alle jeugdtrainers van sportclubs, maar ook voor: ■ trainers van volwassenen ■ trainers buiten de rand rond Brussel ■ andere betrokkenen van de sportclub (voorzitter, coördinator, …) ■ medewerkers van vrijetijdsbestedingen (speelpleinen, verenigingen, …)
8
2. SPORT EN COMMUNICATIE ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ WAAROM IS COMMUNICATIE IN SPORT BELANGRIJK? Communicatie is belangrijk in elke sportclub want tijdens trainingen moeten de spelers de instructies van hun trainer goed kunnen begrijpen. Bij teamsporten is de communicatie onderling zeker ook van groot belang: de spelers zullen meer betrokken zijn bij de training en ze leren met elkaar Gu ido, trainer min samenwerken. Als de spelers iemen je uitleg beter begrijpen en Comm unicatie is so wieso belangrij de sfeer in de ploeg goed spelers k omdat de elkaar niet al leen in daden zit, zal ook de sport zelf beter in wo maar ook orden moeten kunnen versta worden. betekent dat an . Dus dat als ze met elk aar ku dan weten ze oo k wat ze aan elk nnen praten, aar hebben, wa ze met elkaar t kunnen en wille n doen, ook op voetbalplein; ee een n pa s vr ag WELKE KANSEN TOT vrijstaan en of een pas geven, . Voetbaltaal is wel universeel TAALSTIMULERING ZIJN ER IN is toch maar het ook wel gemak ke lij EEN SPORTCLUB? k als je tegen elk kan zeggen ‘ik aar sta vrij’ of ‘ik wi In een sportclub kunnen l een pas’. spelers veel taal oppikken. Zonder veel extra moeite kan je de leden niet alleen de sport zelf, maar ook taal aanleren. Tijdens sporttrainingen zijn er heel wat mogelijkheden om aan taalstimulering te doen, zonder dat je daarom het gewone ritme van een sporttraining doorbreekt. Er zijn verschillende momenten waarop je de interactie met de spelers kan vergroten en lijke Willy, taalverantwoorde kan zorgen voor extra taalaanbod. Nederlands Een kind leert immers taal door Het feit dat de voertaal een aantal het te spreken, in interactie is, betekent dat als er komen met de anderen, en dit vooral tjes ller tba voe anderstalige tijdens activiteiten die hem echt alleen leren trainen dat ze niet basis interesseren. De taal die je met de ook ze dat ar ma voetballen krijgen. En de spelers spreekt, moet natuurlijk van het Nederlands mee nen spreken aangepast zijn aan hun niveau: ze kun we dat ik k den dan moeten het kunnen begrijpen. van een win-winsituatie.
9
In een sportclub komen ook vaak dezelfde instructies en sportspecifieke termen terug zoals ‘buitenspel’, ‘dropshot’, ‘dekking geven’, ‘onderhands’ of ‘rebound’. Als dezelfde instructies en dezelfde woordenschat geregeld terugkomen, zullen anderstalige kinderen deze ook gemakkelijk kunnen oppikken en zo al snel de grote lijnen van een oefening kunnen begrijpen. HOE KUNNEN KINDEREN TAAL LEREN? Kinderen luisteren naar de taal die ze aangeboden krijgen en pikken daar dingen van op. Wanneer er veel gesproken wordt, zullen ze ook meer taal kunnen oppikken. Deze taal horen ze zeker niet alleen in de taalles, maar de hele dag door. Ook in de sportclub kan je zorgen voor een rijk en natuurlijk taalaanbod
Willy, taalverantwoorde
lijke
Bij het voetballen wordt er gecommuniceerd met een beperkte woordensc hat, maar als je op het veld op een efficiënte ma nier een aantal zaken wil aanleren, dan moet er een bepaalde terminologie gebruikt worden. En het is uiteraard van belang dat alle spelers die term inologie ook kennen. Het is een beperkte woorde nschat, maar iedereen moet wel weten als we spr eken over ‘diep spelen’ waarover het gaat.
SPORT IS HET BELANGRIJKST Natuurlijk mag je nooit uit het oog verliezen waarom spelers naar een sportclub komen, namelijk om te sporten. Sport is het belangrijkst. De spelers leren er de sporttechnieken en sportieve vaardigheden, maar ze leren daarnaast ook samenspelen met anderen, werken in groep, ze leren omgaan met verlies, enzovoort. Bij dat alles komt voor sommigen ook ‘Nederlands’, maar het leren van de taal komt zeker niet op de eerste plaats. De taal is voornamelijk een manier om de sport over te brengen.
tuurslid
bes Frank,
oe jven, h hier bli e knie e z r d e g r n Hoe la die taal onde expliciet t e meer z lhoewel we nie llessen’, a A krijgen. e geven hier ta tot het t ‘w , rk n e e p g e g b ze ze n t is on e blijve maar w ied, want da b . e b voetbalg als voetbalclu ak hoofdta
10
EEN SPORTCLUB IS GEEN SCHOOL In een sportclub wordt taal best niet op een schoolse manier bijgebracht. Anderstalige kinderen horen en spreken vaak enkel Nederlands op school, en daardoor kan het Nederlands een ‘moet-taal’ worden, een verplichte taal. Willy, ta De eigen taal verbieden kan dan soms een alveran twoorde averechts effect hebben. Het is een uitdaging lijke A ls om de jongeren in een sportclub op een ze naar d e club ko komen speelse manier met Nederlands in contact te me ze beoefen om hun hobb n, brengen. Daardoor zullen ze ook positiever en: ze y te k o m m aken o staan tegenover het Nederlands. p de ee en plezier Het is h rste pla ier dus geen sc ats. omgevin hoolse g, waa rz naartoe moeten e verplicht gaan.
11
3. TAAL TIJDENS DE TRAINING ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 3.1 OPWARMING
Guido, tr ainer m iniemen Mogen de spelers babbelen D e opwarm tijdens de opwarming? ing is spieren De opwarming is voor de spelers losmake eigenlijk gew oon de p ra te n. Dat h n en daar m vaak een moment waarop ogen zij ang de moe in ze elkaar van alles vertellen, ilijkheid t natuurlijk oo k af va sgra maar in n over de sport maar ook over principe ad van de oe fening, babbele mogen allerlei andere zaken. Deze n. zij met elkaar spontane communicatie moet je als trainer zeker niet verbieden, want het is een goed moment voor de spelers om elkaar beter te leren kennen. Je kan als trainer ook zelf gesprekken aanknopen, wat de sfeer in de ploeg alleen maar zal bevorderen. En wanneer er ruimte is om te babbelen, zullen de spelers ook gemakkelijker taal oppikken. Een taal leer je immers door ze te spreken. ■■■■■
EXTRA
■■■■■
PAK JE OPWARMING EENS OP EEN ORIGINELE MANIER AAN! Naarmate het seizoen vordert, zullen de spelers de opwarmingsoefeningen zonder veel uitleg kunnen uitvoeren. Je kan hen dan voor een extra uitdaging zetten door ze zelf de opwarming te laten leiden: je duidt één verantwoordelijke aan die de oefeningen uitlegt en de andere spelers volgen dan zijn instructies op. De opwarming kan ook leuker worden door de oefeningen speelser aan te pakken. Je kan bijvoorbeeld loopspelletjes spelen waarbij balvaardigheid en concentratie geoefend worden. Een voorbeeld van zo’n spelletje is ‘tienbal’. De spelers zullen zo ook meer samenspelen en de opwarming zal minder individueel verlopen. 12
Hoe kan je reageren wanneer de spelers onder elkaar een andere taal spreken? Tijdens de opwarming kunnen de spelers onderling Frans of een andere taal praten, als trainer moet jes r duivelt je dit niet verbieden. Het is belangrijk Hubert, traine itsluiten dat de spelers een zekere taalvrijheid nooit u g om je n a k hebben, het is vaak onnatuurlijk om Het Frans bedoelin De niet de k o o wijzen. is tegen hun vrienden Nederlands te en het cht te te re te p erlands spreken als ze er normaal Frans of een hen daaro en Ned h el e v m o l a andere taal mee praten. Als trainer kan bedoeling is ep die een gro eeft. b e h je hen er wel op wijzen dat ze anderen leren. Ik rd h bijgelee uitsluiten wanneer ze geen Nederlands Nederlands spreken. Wanneer je zelf consequent met je spelers Nederlands praat, worden ze op die manier gestimuleerd om ook in het Nederlands verder te babbelen. Zo kan je de eigen taal van de spelers respecteren en hen impulsen geven om Nederlands te spreken. 3.2 INSTRUCTIE GEVEN Wanneer je oefeningen uitlegt, is het belangrijk dat je de instructies zo duidelijk mogelijk geeft. Zo zullen niet alleen de Nederlandstaligen sneller weten wat ze moeten doen, maar ook de anderstaligen zullen de instructies beter begrijpen. Hoe maak je je uitleg zo duidelijk mogelijk? Wanneer je je uitleg geeft, praat je best niet te rap en spreek je luid en duidelijk. Je gebruikt ook beter geen abstracte termen of moeilijke woorden. Het is ook belangrijk dat je aan je spelers vraagt of ze iemen jouw uitleg goed in m r ne ai tr Guido, begrepen hebben. en re de ie Op die manier vraag ik of en zi ge l n aa da Norm en heeft en kan je ingrijpen bij ep gr be ng de oefeni stal steken onduidelijkheden, ageren. Mee re ze ze en en nn ku hoog en vrag nog voor er om nd ha n hu en ze dan n uitlegg p r o b l e m e n een keer ka of ik het nog optreden. Het voordoen. of eens kan is ook goed dat de spelers weten dat ze onmiddellijk vragen kunnen stellen wanneer ze iets niet begrijpen. 13
■ ■ ■ TIP ■ ■ ■
Je kan je woorden ook ondersteunen door gebaren te gebruiken, bijvoorbeeld door met je handen aan te geven waar ze moeten lopen. Je instructies worden hierdoor duidelijker en minder abstract. Dat is zeker het geval wanneer je de oefening demonstreert. Je kan dit zelf doen of de oefening laten voordoen door één of meerdere spelers.
Marc, train
er miniemen
Meestal pr obeer ik he t doen, zoda t ze toch ra zelf voor te pper oppikk wat ik bed oel. Als he en t alle het verbale blijft, en je en maar bij to heb je som s problemen ont het niet, dat ze het oppikken. niet
HOE MAAK JE JE UITLEG ZO DUIDELIJK MOGELIJK? ■ ■ ■ ■ ■
spreek niet te snel gebruik woorden die je spelers kennen controleer of de spelers de uitleg begrepen hebben gebruik gebaren doe de oefening voor of laat spelers de oefening voordoen
Hoe zorg je ervoor dat je spelers meer inzicht krijgen in het spel? Het is voor spelers niet altijd duidelijk waarom ze een bepaalde oefening uitvoeren. Daarom is het goed om bij je uitleg naar concrete wedstrijdsituaties te verwijzen waarin de vaardigheid van pas komt. Op die manier zullen de spelers beter inzien wat het nut van een oefening is en dat zal hen ook motiveren. Ze zullen de ingeoefende vaardigheden n e m minie sneller kunnen inzetten tijdens de ainer pre t Said, tr mis gaa wedstrijd. Je kan bij je uitleg ook naar een ts ie r e or dat ootsen o b v t situatie uit een vorige wedstrijd verwijzen t a m d o n Het k trijd e waarbij het verkeerd gelopen is. Tijdens de weds training. tijdens ens de de training kan je dan inoefenen hoe jd ti a n we het beter gebeurt. 14
Je kan ook aan je spelers vragen hoe ze in een bepaalde situatie zouden reageren, bijvoorbeeld dat ze ruimte moeten zoeken wanneer ze de bal Frederic, trainer kadette krijgen. Samen met de spelers n bouw je dan de verschillende Ik probeer de spelers zo mogelijkheden op. Op die manier veel mogelijk zelf te laten nadenken, worden ze aangespoord om mee want zo kunnen ze ook beter inzi na te denken en kan je samen en wat het nut is van een oefening. met de spelers tot een oplossing komen. Als je hen zelf actief laat redeneren, zullen ze het ook beter onthouden en zelf kunnen toepassen. De spelers kunnen ook de oefening aan elkaar uitleggen. Deze interactie tussen de spelers kan je stimuleren door OEFEN VERSCHILLENDE hen in groepjes te verdelen. VAARDIGHEDEN IN GROEPJES.! Wanneer een speler de Verdeel je team in groepjes en laat oefening uitlegt aan een ieder groepje een bepaalde techniek andere speler, hoef je de oefenen. Zorg er voor dat er in een oefening niet nog eens te groepje zowel goede als minder herhalen en de speler die de goede spelers zitten en probeer uitleg geeft, bewijst dat hij het je anderstalige spelers over de begrepen heeft. De speler die groepjes te verdelen. Laat je spelers het niet begrepen heeft, krijgt per groepje tips geven aan elkaar. de uitleg nog Na verloop van tijd laat je je spelers eens op een doorschuiven, zodat ze uiteindelijk andere manier te alle vaardigheden oefenen. horen, wat hem kan helpen om de oefening uit te voeren. Probeer er wel voor te zorgen dat je niet altijd dezelfde groepjes maakt. Het is belangrijk om iedereen met elkaar te laten samenwerken.
■ ■ ■ TIP ■ ■ ■
■■■■■
EXTRA
■■■■■
HOE ZORG JE ERVOOR DAT JE SPELERS MEER INZICHT KRIJGEN IN HET SPEL? ■ oefening linken aan de wedstrijd ■ samen met de spelers de mogelijke reacties in een situatie opbouwen ■ stimuleren dat de spelers elkaar uitleg geven 15
3.3. UITLEG NIET BEGREPEN Ook al heb je je uitleg zo duidelijk mogelijk proberen te geven, toch zijn er soms spelers die de instructie niet begrepen hebben en niet weten hoe ze aan de oefening moeten beginnen. Dat kan zijn omdat ze de oefening technisch niet doorhebben of omdat ze de taal van de instructie niet genoeg begrijpen. Zowel Nederlandstaligen als anderstaligen zullen dus soms een extra uitleg kunnen gebruiken.
Marc, trainer miniemen Als een speler het nog een keer niet begrepen heeft, dan moet er een tweede uitleg kom en. Dat kan volstaan met dezelfde uitleg, maar sommige kinderen hebben nood aan een andere taalinstruc tie waardoor ze beter mee zijn.
men er preminie Bert, train keer ers na een at de spel Wat als een speler de uitleg niet , kijken rd oo Het is zo d eh g de te hebben begrijpt? s om zo de uitleg er el sp e nder Een eerste mogelijkheid om te naar de a nden vi reageren wanneer de spelers je niet oplossing te begrepen hebben, is de uitleg herhalen. Je kan proberen dat in andere woorden te doen of de uitleg wat uit te breiden. Daarbij kan je natuurlijk ook de oefening nog eens voordoen. Daarna controleer je best nog eens of iedereen de instructies begrepen heeft.
Je kan je spelers ook stimuleren elkaar te helpen. Wanneer sommige spelers de oefening niet begrijpen, kan een ploegmaat die het wel begrepen heeft de oefening nog eens uitleggen. Spelers die niet goed weten wat ze moeten doen, kunnen ook afwachten en kijken hoe de anderen de oefening uitvoeren. Wanneer er dan toch nog spelers zijn die vastlopen, kan je de oefening in stukken verdelen en stap voor stap overlopen hoe de oefening in elkaar zit. Je kan zo ook uitzoeken waar precies het probleem zit en daar dieper op ingaan. Als je dit met een speler individueel doet, kan je nog beter inspelen op zijn onbegrip. 16
■ ■ ■ TIP ■ ■ ■
WAT ALS EEN SPELER DE UITLEG NIET BEGRIJPT? ■ de uitleg herhalen voor de hele groep ■ de spelers elkaar de oefening laten uitleggen ■ de uitleg stap voor stap herhalen
Kan je je oefening ook uitleggen in een andere taal? Belangrijk is dat je ervoor zorgt dat iedereen kan meedoen, Nederlandstaligen en anderstaligen. Wanneer een speler de uitleg ook na meerdere keren niet begrijpt in het Nederlands kan je eventueel naar een andere taal Hubert, trainer overschakelen,. Het kan ook zijn dat duiveltje s spelers je in een andere taal aanspreken, In het begin van he dan kan je best in het Nederlands wordt e t s r antwoorden. Belangrijk gesprok nog een woord eizoen en tege je Fran n s is wel dat je de vraag als er d na een e groep, maar gecorrig niet negeert, vooral a a ntal ee dat enk rd moet wo weken wat de speler el indiv rd idueel n en is Frans. zegt is immers og in h et belangrijk. Op die manier maak je aan de anderstalige duidelijk dat je wel geïnteresseerd bent in wat hij zegt en dat je zijn thuistaal niet zonder meer afkeurt.
3.4 FEEDBACK Met een goede speluitleg ben je goed vertrokken, maar ook tijdens de oefening zelf moet je nog geregeld bijsturen als spelers fouten maken of de oefening niet zorgvuldig genoeg uitvoeren. Die bijkomende instructies kan je zowel individueel als voor de groep samen geven. Belangrijk is steeds dat je spelers op een duidelijke manier feedback geeft zodat ze goed weten wat ze fout doen en hoe ze de oefening juist moeten uitvoeren. 17
Hoe kan je feedback geven tijdens een oefening? Als de spelers een fout maken kan je aan je spelers vragen wat er verkeerd gegaan is. Op die manier zullen ze zelf mee Bert, tr nadenken over wat er fout liep en hoe ze ainer pre miniem het beter kunnen aanpakken. en Als de Soms kan je de fouten zelfs met speler de oefe uitvoert wat humor nadoen, waardoor de , dan ning sle wordt stilgele kritiek minder direct is. Wanneer de oefe cht gd e n nin naar de w je opbouwende feedback geeft, juiste o ordt stapsge g wijs plossing jongens zorgt dit voor een goede sfeer in de gezocht. m vinden: oeten dan zelf De groep en daar wordt ook de sport d e k o ij p ken lossin waarom zelf beter van. staan z waar ze sta g e an, beter, … fout, wa ar staa n ze de juiste En dan lopen Er zijn ook een heleboel leuke ze zelf oplossin naar later oo g, zo ku k beter bewegingen te zien tijdens de onthoud nnen ze het en. oefeningen. Het is goed om ook deze
acties in de verf te zetten en ze verder aan te moedigen. Door positieve feedback te geven zullen spelers ook kritiek makkelijker kunnen accepteren. Het beklemtonen van goede acties is ook goed voor het zelfvertrouwen van de spelers.
■ ■ ■ TIP ■ ■ ■
Je kan ook stimuleren dat de naar elkaar roepen, dit is vooral teamsporten zoals basketbal Een speler kan bijvoorbeeld roepen dat hij vrij staat en de bal wil krijgen. Op die manier zijn de spelers meer met elkaars spel betrokken. Wanneer spelers oog hebben voor goede acties van anderen en complimentjes als ‘mooi gedaan’ of ‘goed bezig’ roepen, bevordert dit de sfeer.
spelers instructies van belang bij of voetbal.
HOE KAN JE FEEDBACK GEVEN TIJDENS EEN OEFENING? ■ bouw negatieve kritiek samen met de spelers op ■ zorg ervoor dat de spelers goed weten wat er fout was en hoe het beter kan ■ geef ook positieve feedback ■ stimuleer dat de spelers elkaar instructies geven 18
■■■■■
EXTRA
■■■■■
LAAT SPELERS EENS DE ROL VAN TRAINER OVERNEMEN! Om je spelers te laten inzien hoe ze een tactiek moeten toepassen, kan je hen zelf trainer laten zijn. Je laat spelers een oefening uitvoeren. Het is dan aan de speler-trainer om de eventuele fouten op te merken. Je kan ook enkele spelers een tactiek laten spelen en halverwege ‘stop’ roepen. Je laat dan de andere spelers vertellen hoe de tactiek verder moet gebeuren. 3.5 WEDSTRIJD Waarop kan je letten bij de wedstrijd? De wedstrijd is een moment waar veel spelers en trainers met spanning naar uitkijken. Winnen is hierbij sowieso het belangrijkst, maar toch mag je een aantal andere zaken niet uit het oog verliezen. Zo is het goed om op een opbouwende en m ie lf in trijd ze er prem manier feedback te s in d a e tr w , Bert toch a de geven zodat er een ven, of ellijk n Onmidd it feedback ge r de te e b goede sfeer heerst. rt o u o e n b e ik g l a za ng. Dat trijd. N s la Belangrijk is ook om d l e e w e h niet na de soms de spelers inzicht te aining trainer in eerste tr ijd ben je als t laten krijgen in wat Je ben n tr s . d d e g w a de da geja etje op e wedstrijd en en er fout is gegaan een be g d in en duidelijk te tie van erde d de emo ms de verke n rustiger o ij s maken dat er z je rs le kan spe jker Ook de ck gemakkeli aan negatieve a zeggen. b punten nog en feed ll u z n e rden. verder gewerkt aanvaa zal worden tijdens de training. Tips over hoe je de wedstrijdfeedback het best geeft, vind je in de vorige hoofdstukken.
19
4. OUDERS & INITIATIEVEN Als jeugdtrainer heb je ook geregeld met de ouders van je spelers te maken. De ouders brengen en halen hun kinderen, volgen wat hun kinderen leren tijdens de training of supporteren bij wedstrijden. Als trainer spreek je voor en na de training of wedstrijd soms met de ouders van je spelers. Tijdens deze gesprekken Willy, taalv worden er vaak praktische erantwoord elijke afspraken gemaakt over De commun de kledij of trainingsuren. icatie met gebeurt fo de ouders Sommige ouders willen met rmeel in in de club het Neder betekent je spreken over de prestaties dat alle br lands. Da ie t fw d e is en vorderingen van hun aankondig ingen in he seling, de website, Uiteraard t N kind of over de sfeer in de ed er lands verlop zal je in d en. e praktijk informatie groep. , als een no ouder spreekt, ui dig heeft en geen t praktisch Nederland s e overweg even Frans Welke taal spreek je met ing misschi spreken. M en a bi a r jv een inform de ouders? oorbeeld atieavond wordt ook gehouden. in het N Met de ouders gebruik je ederlands bij voorkeur Nederlands, belangrijk is wel dat je de ouders laat merken dat je openstaat voor hun vragen. Welke taalstimulerende initiatieven vind je in sportclubs? In verschillende sportclubs in de rand rond Brussel zijn er initiatieven rond taalstimulering Nederlands. De acties zijn gericht op trainers, leden of ouders en hebben als doel de meertalige communicatie te vergemakkelijken en de integratie van (anderstalige) ouders en leden te vergroten.
20
In de voetbalclub FC Asse-Zellik 2002 gebruiken ze een tweetalige woordenlijst met de voornaamste voetbaltermen. Als de trainer dan iets roept, zullen de anderstalige spelers dit sneller begrijpen. Trainers proberen ook zoveel mogelijk de woorden van de lijst te gebruiken, waardoor je vermijdt dat de ene trainer ‘goal’ zegt en de andere trainer ‘doel’. Wanneer de termen van deze lijst gebruikt worden, zijn er minder misverstanden en is het voor de anderstalige spelers gemakkelijker om te begrijpen wat de trainer bedoelt. De voetbalclub Koninklijk Diegem Sport wil workshops voor jeugdtrainers organiseren. Een lesgever zal de jeugdtrainers bijbrengen hoe ze taalprikkels kunnen geven tijdens de trainingen. Verder zullen er ook sessies Nederlands komen voor anderstalige jeugdspelers. In deze lessen zal er geoefend worden op de communicatie tussen medespelers, trainers, begeleiders en op het lezen van geschreven informatie. Concrete situaties zullen ingeoefend worden, zoals een speler die een trainer belt om te zeggen dat hij de volgende training niet kan komen. Een ander initiatief van Koninklijk Diegem Sport is het ‘babbelcafé’. Anderstalige ouders verzamelen in de kantine voor een gezellige babbel over voetbal, bijvoorbeeld over de wedstrijd van vorig weekend. Deze begeleide koffie- en theeontmoetingen brengen mensen dichter bij elkaar en proberen ook de anderstalige ouders bij de club te betrekken, wat hun integratie vergroot. De voetbalclub zal ook informatie verstrekken over lessen Nederlands. De stad Vilvoorde wil een omnisport- en taalkamp organiseren. Tijdens het omnisportgedeelte worden er door Nederlandstalige monitoren sportactiviteiten georganiseerd. Van de monitoren wordt hierbij verwacht dat extra rekening gehouden wordt met het taalniveau van de deelnemers en dat indien nodig gebaren of voorwerpen gebruikt worden om de opdracht duidelijk te maken. Voor het taalgedeelte wordt gewerkt met taalleraars. Tijdens die taallessen zal sport nog steeds centraal staan en wordt er op een speelse manier Nederlands aangeleerd. 21
Een ander initiatief komt van de Gezinsportfederatie. Deze zal voor clubs die in de Vlaamse Rand kleuterturnen en/of kleuterzwemmen aanbieden een kijk- en leesboekje met bijhorende kijkwijzers ontwerpen. Deze boekjes en kijkwijzers zullen gebruikt worden tijdens de sportactiviteiten. Elke kleuter krijgt het boekje zodat ze ook thuis met familie en vrienden kunnen oefenen, waardoor ook zij met het Nederlands in aanraking komen. Deze lijst is natuurlijk niet volledig. Wellicht worden er hier en daar nog grote en kleine zinvolle initiatieven ondernomen. Laat je als club zeker inspireren door de acties van anderen.
22
5.CONCLUSIE Dit vormingspakket bevat tips over hoe je aan taalstimulering Nederlands kan doen en hoe je kan omgaan met meertaligheid in een sportclub. We zijn dieper ingegaan op het belang van communicatie in sport, ook al is de sport zelf natuurlijk prioritair. Toch hebben we vastgesteld dat er in een sportclub kansen tot taalstimulering zijn, al leer je sport best niet op een schoolse manier aan. We hebben uitvoerig de momenten besproken waarbij je als trainer taal gebruikt. Aan de hand van concrete vragen kom je te weten hoe je taal kan stimuleren tijdens de opwarming, waar je op moet letten tijdens het geven van instructie, wat je kan doen als je spelers je uitleg niet begrepen hebben en hoe je feedback kan geven tijdens een oefening en de wedstrijd. Als laatste kwamen de ouders aan bod en bespraken we enkele initiatieven rond taalstimulering die in sportclubs in de Vlaamse Rand rond Brussel opgestart zijn. Iedereen profiteert ervan wanneer je tijdens de voetbaltraining ook aandacht aan taal besteedt: de kinderen leren Nederlands bij op een spontane manier en jouw trainingen zullen vlotter verlopen, want de kinderen begrijpen beter wat je wil zeggen. Wellicht kende je de meeste suggesties al. De meeste tips zijn dan ook geen zaken die je extra moet doen. Het belangrijkste doel is dat je in de toekomst de kansen tot taalstimulering wat bewuster aangrijpt. Nu is het aan jullie!
23
6. VRAGEN EN STELLINGEN VOOR DISCUSSIE De dvd kan zowel in groep als individueel bekeken worden. Wij raden aan om de dvd samen met de andere trainers van je sportclub te bekijken. We hebben vaak gemerkt dat trainers onderling niet over de taalsituatie in hun groep spreken en dat heel wat trainers benieuwd zijn naar hoe een collega eventuele problemen aanpakt. Daarom lijkt het ons nuttig samen over de tips te discussiëren en de inhoud van de dvd te linken aan eigen ervaringen. We hebben per onderdeel een aantal vragen en stellingen gemaakt. De stellingen zijn zo opgesteld dat ze discussie uitlokken en vragen kunnen oproepen. De vragen zijn aandachtspunten bij het bekijken van de dvd. Natuurlijk kan je ook nog andere vragen stellen, zoals dat ook in de brochure wordt gedaan. Om samen te discussiëren is het handig als er iemand de rol van begeleider op zich neemt. Deze persoon reikt de stellingen en vragen aan en kan het gesprek leiden. Hij zal ook moeten inspelen op reacties en antwoorden van de trainers. De begeleider kan best de brochure op voorhand al eens lezen, zodat hij weet wat er allemaal aan bod komt en beter voorbereid is op vragen van trainers. Maar de begeleider is natuurlijk geen alwetende persoon die overal een antwoord op moet kunnen geven. Bedenk ook dat niet alle vragen pasklare of eenduidige antwoorden hebben; het is niet de bedoeling één juiste oplossing te geven, maar wel de discussie tussen de trainers aan te moedigen.
24
DEEL 1: INLEIDING Stellingen ■ Sport komt in een sportclub op de eerste plaats. ■ Taal moeten ze maar op school leren, dat is niet mijn taak. Vragen ■ Waarom is communicatie in sport/een sportclub belangrijk? ■ Op welke momenten in mijn trainingen gebruik ik taal?
DEEL 2: OPWARMING Stellingen ■ Tijdens de opwarming mag zeker en vast gepraat worden. Het is immers maar een opwarming en de spelers leren elkaar daardoor ook beter kennen. ■ Spelers mogen op de sportclub alleen maar Nederlands praten, zowel tegen mij als onder elkaar. Vragen ■ Waarom kan het goed zijn dat je de spelers onderling laat babbelen? ■ Hoe kan je reageren als spelers onderling Frans spreken? Hoe reageer ik meestal tijdens mijn trainingen? DEEL 3: INSTRUCTIE GEVEN Stellingen ■ Ik deel mijn spelers nooit in groepjes in, dan babbelen ze toch alleen maar, zonder te sporten. ■ Ik zeg mijn spelers hoe ze de vaardigheid die ze inoefenen kunnen gebruiken in de wedstrijd. Dan weten ze waarom de oefening belangrijk is. Vragen ■ Wat kan je doen om je uitleg zo duidelijk mogelijk te maken? ■ Waarom kan het goed zijn om de spelers mee te laten nadenken over hoe ze kunnen reageren in een situatie?
25
DEEL 4: UITLEG NIET BEGREPEN Stellingen ■ Ik geef mijn uitleg één keer, wie het dan niet begrijpt, heeft gewoon niet goed opgelet. ■ Ik herhaal de oefening enkel voor de hele groep, ook als slechts één van de spelers een vraag heeft. ■ Als spelers tegen mij Frans praten, zal ik altijd in het Nederlands antwoorden. Vragen ■ Wat kan je doen als je spelers de uitleg niet begrepen hebben? ■ Hoe kan je reageren wanneer een speler uitleg vraagt in het Frans? Schakel je over naar een andere taal? DEEL 5: FEEDBACK Stellingen ■ Ik zal geen fouten demonstreren, dat kan spelers alleen maar in verwarring brengen. ■ Ik geef alleen feedback als de spelers dingen fout doen. Complimentjes krijgen ze wel op andere plaatsen. Vragen ■ Waarop moet je letten als je feedback geeft? ■ Waarom is het goed dat spelers ook op elkaar commentaar geven? DEEL 6: WEDSTRIJD Stellingen ■ Bij een wedstrijd telt enkel winnen. De rest is bijzaak. ■ Ik geef mijn feedback meestal onmiddellijk na de wedstrijd. Vragen ■ Hoe kan je tijdens een wedstrijd de sfeer positief houden?
26
DEEL 7: OUDERS EN INITIATIEVEN Stellingen ■ Met de ouders spreek ik altijd Nederlands. Als ze het niet verstaan moeten ze maar aan hun kind vragen wat ik bedoel. ■ Extra taalinitiatieven in een sportclub kosten alleen maar tijd en geld, het levert ons niets op. Vragen ■ Welke taal spreek je met de ouders? ■ Wat vind je van de initiatieven van andere sportclubs? Zouden die ook in jouw sportclub kunnen helpen?
27
28