BRL 9500 Deel 06 concept 2012-04-26
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO®-, respectievelijk het NL-EPBD®-procescertificaat voor ‘ENERGIEPRESTATIEADVISERING’
BIJZONDER DEEL
voor het NL-EPBD®-procescertificaat voor het afgeven van het ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN
Vastgesteld door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector op ……. Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit op …….. Bindend verklaard door de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector per ………
KBI
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
Algemene informatie bij deze uitgave In verband met de implementatie van de nieuwe Europese richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPBD recast) is per 1 januari 2013 de Woningwet aangepast. In het kader van deze aanpassing is onder andere het energielabel voor nieuwe utiliteitsgebouwen ingevoerd. Voor het energielabel voor nieuwe utiliteitsgebouwen moet de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) worden berekend volgens NEN 7120 en moet een gebouwopname worden uitgevoerd volgens (het nieuwe) hoofdstuk 8 van ISSO 75.1. N.B. Als gevolg van de aanpassing van de Woningwet is het voortaan, onder bepaalde voorwaarden, ook mogelijk om voor bestaande utiliteitsgebouwen, die zijn opgeleverd na 1 januari 2003, een energielabel af te geven volgens de methode voor nieuwbouw. Hierdoor kunnen de utiliteitsgebouwen een hogere energielabelklasse krijgen, bijvoorbeeld A++. Voor het afgeven van een energielabel voor nieuwe (en bestaande) utiliteitsgebouwen volgens de methode nieuwbouw is certificering volgens BRL 9500, deel 06, wettelijk verplicht, op grond van de Regeling Energieprestatie Gebouwen (REG).
BRL 9500 bestaat uit een Algemeen Deel en een aantal Bijzondere Delen voor diverse deelgebieden op het terrein van energieprestatieadvisering. Een deelgebied wordt gekenmerkt door het soort advies (bijvoorbeeld: het leveren van een energielabel, bestaande bouw) en het soort gebouw (bijvoorbeeld: utiliteitsgebouwen). Het Algemene Deel (BRL Deel 9500-00) bevat de eisen die altijd voor energieprestatieadvisering gelden, ongeacht het soort advies en gebouw. De relevante BRL voor ‘energieprestatie van gebouwen, deelgebied ‘energielabel, methode nieuwe utiliteitsgebouwen’ bestaat dus uit twee delen: BRL Deel 9500-00 (algemene eisen), en BRL Deel 9500-06 (aanvullende eisen voor het energielabel, methode nieuwe utiliteitsgebouwen).
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
INHOUDSOPGAVE
pagina
1.
INLEIDING
1
2.
REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT
1
3.
EISEN TE STELLEN AAN DE RAPPORTAGE
1
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
EISEN TE STELLEN AAN DE GECERTIFICEERDE ACTIVITEITEN Vakbekwaamheid Geheimhouding Breedte van het advies Opdracht Representativiteit Te verrichten activiteiten
2 2 2 2 2 2 2
4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.6.4 4.6.5 4.6.6 4.6.7 4.6.8
Informeren opdrachtgever Opname huidige situatie Berekening van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) Keuze van energiebesparingsmaatregelen Levering van het energielabel Levering van het maatwerkrapport Afmelding Bewaren van gegevens
2 3 3 3 4 4 4 4
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
EISEN TE STELLEN AAN HET CERTIFICAATHOUDER Inschrijving bij Kamer van Koophandel Inloggegevens afmeldsysteem Personeel Hulpmiddelen en instrumenten Levering van diensten Registratie bij Geschillencommissie
6 6 6 6 6 6 6
6.
EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING
6
7. 7.1
EXTERNE KWALITEITSBEWAKING Toelatingsprocedure
7 7
7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.1.4 7.1.5
Organisatiegericht onderzoek, omvang Organisatiegericht onderzoek, inhoud Projectgericht onderzoek, omvang Projectgericht onderzoek, inhoud Rapportage
7 7 7 7 7
7.2
Vervolgcontroles
7
7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4 7.2.5 7.2.6
Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, omvang Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, inhoud Projectgerichte inspecties, omvang Projectgerichte inspecties, inhoud Rapportage Sancties
7 7 7 8 8 8
7.3
Eisen aan de bekwaamheid van de auditor/ inspecteur van de certificatie-instelling 8
7.3.1 7.3.2
Auditor (organisatiegerichte inspecties) Inspecteur (projectgerichte inspecties)
8 8
7.4
Klachtenbehandeling door certificatie-instelling
8
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
7.5
Rapportage aan CCvD van KBI
8
8.
EISEN TE STELLEN AAN HET CERTIFICAAT
9
9.
REFERENTIES
9
Bijlage 1 Bijlage 2
Model van het certificaat Eisen aan de vakbekwaamheid van de ‘EPN-adviseur’
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
1.
INLEIDING Dit Bijzondere Deel van beoordelingsrichtlijn 9500 beschrijft de aanvullende eisen voor het certificaat voor adviesdiensten op het gebied van de energieprestatie van gebouwen: deelgebied ‘energielabel, methode nieuwe utiliteitsgebouwen’. Op de certificering voor dit deelgebied is van toepassing: dit gehele Bijzondere Deel (BRL Deel 9500-06), en het Algemene Deel van BRL 9500 (BRL Deel 9500-00).
2.
REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT Het certificaat heeft betrekking op diensten op het gebied van de energieprestatie van gebouwen ten behoeve van ‘het energielabel, methode nieuwe utiliteitsgebouwen’. De dienst resulteert in een energielabel 1, waarin maatregelen worden genoemd die ter verbetering van de energieprestatie van het bestaande gebouw overwogen kunnen worden. In deze beoordelingsrichtlijn wordt verstaan onder een ‘EPN-adviseur’: een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2.
3.
EISEN TE STELLEN AAN DE RAPPORTAGE De certificaathouder levert aan zijn opdrachtgever een gecertificeerde dienst, die onder andere bestaat uit het leveren van een rapportage in de vorm van een energielabel 2, waarin maatregelen worden genoemd die ter verbetering van de energieprestatie van het bestaande gebouw overwogen kunnen worden. De eisen die specifiek aan de rapportage worden gesteld, zijn niet opgenomen in de BRL. Er wordt (in hoofdstuk 4) verwezen naar andere documenten. Opmerking Daarnaast bestaat de te leveren dienst ook uit te verrichten activiteiten. De eisen die aan de te verrichten activiteiten worden gesteld, staan in hoofdstuk 4.
1 2
Zoals bedoeld in de Regeling Energieprestatie Gebouwen (REG). Een energielabel wordt niet afgegeven door een certificatie-instelling, maar door het gecertificeerde bedrijf.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 1 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
4.
EISEN TE STELLEN AAN DE GECERTIFICEERDE ACTIVITEITEN De certificaathouder levert aan zijn opdrachtgever een gecertificeerde dienst die uit een aantal te verrichten activiteiten bestaat. De te verrichten activiteiten en de eisen die daaraan worden gesteld, staan in dit hoofdstuk.
4.1
Vakbekwaamheid De dienst wordt verricht door een ‘EPN-adviseur’.
4.2
Geheimhouding De certificaathouder houdt tegenover derden alle gegevens geheim, waarvan hij kennis neemt als gevolg van de gecertificeerde werkzaamheden, behoudens in geval van wettelijke verplichtingen.
4.3
Breedte van het advies Geen eisen.
4.4
Opdracht Geen eisen.
4.5
Representativiteit Niet van toepassing.
4.6
Te verrichten activiteiten
4.6.1
Informeren opdrachtgever De certificaathouder stelt de opdrachtgever op de hoogte van het feit dat de gegevens die moeten worden opgenomen in het monitoringsbestand (zie 4.6.7), zullen worden geregistreerd bij Agentschap NL. Ook deelt hij de opdrachtgever mee dat de certificatie-instelling mogelijk een controleonderzoek zal uitvoeren, alvorens het energielabel kan worden geregistreerd.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 2 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
4.6.2
Opname huidige situatie
4.6.2.1
Basisgegevens voor het energielabel Voor het selecteren van de in overweging te nemen verbetermaatregelen en voor het berekenen van de EPC van een nieuw utiliteitsgebouw wordt uitgegaan van standaard gebruikersgedrag, en van het gebouw en de installaties zoals aanwezig. In verband met de bouw van het gebouw is door het bevoegde gezag op basis van de indieningsbescheiden een omgevingsvergunning afgegeven. Onderdeel van de indieningsbescheiden zijn ‘de gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat het bouwwerk voldoet aan de gestelde EPC-eis’. Opmerking Hier worden de indieningsbescheiden bedoeld zoals voorgeschreven in artikel 2.2, lid 2, onderdeel a, sub 1, van de ‘Regeling omgevingsrecht’. Het ligt voor de hand dat de EPN-adviseur voor het opstellen van het energielabel uitgaat van de indieningsbescheiden. De EPN-adviseur moet dan wel nagaan of en op welke punten het gebouwde utiliteitsgebouw anders is uitgevoerd dan volgens de indieningsbescheiden. Deze controle moet ter plaatse worden uitgevoerd. Voor zover bepaalde gegevens achteraf niet ter plaatse kunnen worden gecontroleerd - bijvoorbeeld het type toegepaste beglazing of de dikte en het type van toegepast isolatiemateriaal - moet de EPN-adviseur de door hem te gebruiken gegevens baseren op bewijsmateriaal (facturen, bouwverslagen).
4.6.2.2
Bezoek door EPN-adviseur De opname van het gebouw wordt uitgevoerd door een EPN-adviseur, volgens hoofdstuk 8 van ISSO 75.1 [1].
4.6.3
Berekening van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) De berekening van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van het nieuwe utiliteitsgebouw wordt uitgevoerd door een EPN-adviseur, volgens NEN 7120 [2]. De EPC moet berekend worden met een rekenprogramma met een geldig EPC-attest op basis van BRL 9501 [3]. Opmerking Als ten behoeve van de omgevingsvergunning reeds een EPC-berekening is gemaakt die aan de genoemde eisen voldoet, en als de basisgegevens nog geldig zijn, dan kan die EPC-berekening uiteraard worden gebruikt voor het energielabel.
4.6.4
Keuze van energiebesparingsmaatregelen Volgt uit de eisen aan het energielabel (zie 4.6.5). ___________________________________________________________________________________________ - pagina 3 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
4.6.5
Levering van het energielabel De certificaathouder levert aan de opdrachtgever een energielabel, dat voldoet aan hoofdstuk 2 van ISSO 75.1 [1] en een ingevuld opnameformulier. Dit doet hij pas nadat hij het energielabel heeft afgemeld. Als de opdrachtgever dit wenst, mag het digitaal in plaats van schriftelijk.
4.6.6
Levering van het maatwerkrapport Niet van toepassing.
4.6.7
Afmelding De certificaathouder meldt de vaststelling van het energielabel en de vastgestelde EPC elektronisch bij de beheerder van het landelijke gegevensbestand van energieprestaties van gebouwen. De gedetailleerde karakteristieken van het monitoringbestand (formats e.d.) worden gepubliceerd door de beheerder van het landelijk gegevensbestand. Opmerking Volgens de Regeling Energieprestatie Gebouwen (REG) mag een energielabel pas worden afgegeven na afmelding (door de EPN-adviseur) aan een door de Minister van BZK aangewezen instelling. Agentschap NL is daarvoor aangewezen. Het landelijke gegevensbestand van energieprestatiecertificaten van gebouwen draagt de naam ‘Energieprestatiecertificatenregistratiesysteem’. Elk energielabel krijgt van Agentschap NL een eigen afmeldnummer. Dit nummer wordt op het energielabel afgedrukt. Ook wordt op het energielabel de opnamedatum vermeld. De opnamedatum is de dag waarop de voor het prestatiecertificaat te gebruiken gegevens worden vastgesteld. Het energielabel is vanaf de afmelddatum geldig tot maximaal 10 jaar na de opnamedatum. Bij de afmelding wordt het monitoringsbestand geupload. De ‘Handleiding Afmelden Energielabel’ staat op de website van Agentschap NL (www.agentschapnl.nl). Het landelijke gegevensbestand biedt ondersteuning aan certificaathouders (EPN-adviseurs) en certificatie-instellingen. De beheerde gegevens zijn slechts toegankelijk voor zover de vereiste bescherming van privacy dat toestaat. De energieprestatieïndicatoren zijn ontsloten via Kadaster-on-line.
4.6.8
Bewaren van gegevens De certificaathouder houdt voor elk project een projectdossier bij. Het projectdossier bevat in elk geval: de schriftelijke opdracht(bevestiging), indien van toepassing, een kopie van het aan de opdrachtgever geleverde energielabel, ___________________________________________________________________________________________ - pagina 4 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
het ingevulde opnameformulier en de invoer file, het bewijs op grond waarvan gebruik mag worden gemaakt van gegevens die niet kunnen worden gecontroleerd door waarneming ter plaatse de elektronische bestanden van de uitgevoerde energieprestatieberekeningen, en als er klachten zijn alle correspondentie in verband met die klachten.
De certificaathouder moet het projectdossier tot tien jaar na afronding van de opdracht bewaren. De certificaathouder bewaart het computerbestand waarmee het energielabel tot stand is gekomen tot tien jaar na afronding van de opdracht.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 5 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
5.
EISEN TE STELLEN AAN HET CERTIFICAATHOUDER
5.1
Inschrijving bij Kamer van Koophandel Geen aanvullende eisen.
5.2
Inloggegevens afmeldsysteem Geen aanvullende eisen.
5.3
Personeel De certificaathouder heeft een arbeidsovereenkomst met ten minste één ‘EPN-adviseur’.
5.4
Hulpmiddelen en instrumenten De certificaathouder beschikt over de in paragraaf 8.2 van ISSO 75.1 [1] genoemde instrumenten. De certificaathouder beschikt over een computer met software voor het berekenen van de EPC met een geldig EPC-attest op basis van BRL 9501 [3].
5.5
Levering van diensten Geen aanvullende eisen.
5.6
Registratie bij Geschillencommissie Geen eisen.
6.
EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING Geen aanvullende eisen.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 6 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
7.
EXTERNE KWALITEITSBEWAKING
7.1
Toelatingsprocedure
7.1.1
Organisatiegericht onderzoek, omvang Geen aanvullende eisen.
7.1.2
Organisatiegericht onderzoek, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.1.3
Projectgericht onderzoek, omvang De totaal te besteden tijd aan het projectgerichte toelatingsonderzoek bedraagt ten minste 8 uren.
7.1.4
Projectgericht onderzoek, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.1.5
Rapportage Geen aanvullende eisen.
7.2
Vervolgcontroles
7.2.1
Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, omvang De totaal te besteden tijd aan een jaarlijkse organisatiegerichte inspectie is 4 uren minder dan de totaal te besteden tijd aan het organisatiegerichte toelatingsonderzoek (zie 7.1.1).
7.2.2
Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.2.3
Projectgerichte inspecties, omvang Elke periode van 12 maanden is het aantal door de certificatie-instelling te controleren energieprestatiecertificaten gelijk aan 5% van het aantal in die periode door de certificaathouder afgemelde energieprestatiecertificaten, afgerond naar boven, met een minimum van 2. Ten minste de helft van de controles betreft een controle ‘achteraf in het werk’. De te onderzoeken energieprestatiecertificaten worden door de certificatie-instelling verder aselect aangewezen of op basis van representativiteit. Opmerking De certificatie-instellingen kunnen uit het Energieprestatiecertificatenregistratiesysteem van Agentschap NL (voorheen SenterNovem) informatie krijgen ___________________________________________________________________________________________ - pagina 7 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
over de energieprestatiecertificaten die door hun certificaathouders zijn afgemeld. Indien de gebruiker van een ‘achteraf in het werk’ te controleren gebouw geen toestemming geeft om het gebouw te betreden, wijst de certificatie-instelling een ander gebouw aan. De totaal te besteden tijd aan de controle van een energielabel ‘op dossier’ bedraagt ten minste 3,5 uren. De totaal te besteden tijd aan de controle van een energielabel ‘achteraf in het werk’ bedraagt ten minste 4,5 uren. De te besteden tijd heeft slechts betrekking op onderzoek en verslaglegging, dus niet op reistijd en dergelijke. 7.2.4
Projectgerichte inspecties, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.2.5
Rapportage Geen aanvullende eisen.
7.2.6
Sancties Als ernstige fout (kritieke afwijking) wordt ten minste aangemerkt: een of meer fouten waardoor de in het energielabel opgegeven waarde van de EPC meer dan 8% afwijkt van de waarde die is vastgesteld door de certificatie-instelling.
7.3
Eisen aan de bekwaamheid van de auditor/ inspecteur van de certificatie-instelling
7.3.1
Auditor (organisatiegerichte inspecties) Een auditor heeft een diploma ‘Energielabel, methode Nieuwe Utiliteitsbouw’.
7.3.2
Inspecteur (projectgerichte inspecties) Een inspecteur heeft een diploma ‘Energielabel, methode Nieuwe Utiliteitbouw’.
7.4
Klachtenbehandeling door certificatie-instelling Geen aanvullende eisen.
7.5
Rapportage aan CCvD van KBI Geen aanvullende eisen.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 8 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
8.
EISEN TE STELLEN AAN HET CERTIFICAAT Een model van het certificaat is opgenomen in bijlage 1. De lay-out van het certificaat moet voldoen aan de eisen van de houder van het merkteken, Stichting Bouwkwaliteit (www.bouwkwaliteit.nl). Opmerking De certificatie-instelling heeft een licentie-overeenkomst voor het gebruik van het NL-EPBD merk met de houder van het merk (Stichting Bouwkwaliteit). Op grond hiervan heeft de certificatie-instelling het recht om het merk op het certificaat aan te brengen, zoals in de beoordelingsrichtlijn voorgeschreven, en ook het recht om de certificaathouder toe te staan het merk te gebruiken in het kader van de certificatieovereenkomst met betrekking tot BRL 9500-06. Op grond van de certificatieovereenkomst tussen de certificatiehouder en de certificatie-instelling mag de certificaathouder het merk aanbrengen op een energielabel, zoals in de beoordelingsrichtlijn voorgeschreven (zie 4.6.5).
9.
REFERENTIES [1]
ISSO 75.1 ‘Energieprestatie van utiliteitsgebouwen. Energielabel’, ……………...
[2]
NEN 7120. ‘Energieprestatie van gebouwen - Bepalingsmethode’, april 2011, inclusief correctieblad C2, december 2011.
[3]
BRL 9501 ………..
___________________________________________________________________________________________ - pagina 9 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
Bijlage 1 Model van het certificaat
NL-EPBD ® procescertificaat __________________________________________________________________________ Naam certificatie-instelling LOGO van Adresgegevens Certificatieinstelling nummer: uitgegeven:
energielabel, nieuwe utiliteitsgebouwen __________________________________________________________________________ NAAM certificaathouder
Verklaring van (ABC)
<<(ABC) staat voor de certificatie-instelling>>
Dit certificaat is op basis van BRL 9500 Deel 00 d.d. …… in combinatie met BRL 9500 Deel 06 d.d …. afgegeven door (naam CI) conform het (hiervoor van toepassing zijnde certificatiereglement van naam CI). (Naam CI) verklaart, dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat, dat de door de certificaathouder verrichte werkzaamheden met betrekking tot het afgeven van energielabels voor nieuwe (en bestaande) utiliteitsgebouwen zijn uitgevoerd volgens de in hoofdstuk 4 van bovengenoemde BRL Delen vastgestelde specificaties. Naam CI) verklaart dat met in achtneming van het bovenstaande de door (naam certificaathouder) afgeleverde energielabels voor nieuwe (en bestaande) utiliteitsgebouwen voldoen aan de eisen van het Besluit Energieprestatie Gebouwen.
Voor (naam CI)
………………………, directeur
Gebruikers van dit certificaat wordt geadviseerd om bij (naam CI) te informeren of dit document nog geldig is.
Beoordeeld is: kwaliteitssysteem en proces
Periodieke controle
® is een collectief merk van Stichting Bouwkwaliteit ___________________________________________________________________________________________
Bijlage 1
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, METHODE NIEUWE UTILITEITSGEBOUWEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 2012-04-26
Bijlage 2 Eisen aan de vakbekwaamheid van de ‘EPN-adviseur’ Een ‘EPN-adviseur’ heeft: ten minste een werk- en denkniveau overeenkomstig een hogere beroepsopleiding, en een diploma ‘Energielabel, methode Nieuwe Utiliteitsgebouwen’. Verder beschikt een ‘EPN-adviseur’ over de volgende vakbekwaamheden: hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL, deel 06, een opname te maken van de bouwkundige schil en de installaties van een utiliteitsgebouw waarvoor het energielabel moet worden opgesteld. hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL, deel 06, op basis van gegevens uit een opname de EPC (Energieprestatiecoëfficiënt) van een utiliteitsgebouw te berekenen. hij/zij is in staat om staat om volgens de voorschriften van de BRL, deel 06, een energielabel voor een utiliteitsgebouw op te stellen.
___________________________________________________________________________________________
Bijlage 2