BRL 6000 Deel 09 2005-11-18
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO INSTAL® procescertificaat voor ‘ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES’ BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Techniek gebied INST Vastgesteld door het CCvDI op 18 november 2005 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit op 12 januari 2006
Stichting KBI
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ Algemene informatie bij deze uitgave In 1998 is, op initiatief van UNETO-VNI, binnen de installatiesector besloten om uitgaande van de bestaande regeling voor ‘Waarborginstallateur’ (WBI), een nieuwe procescertificatieregeling op te zetten. Deze regeling past goed in de ontwikkelingen op het gebied van liberalisering en privatisering van netwerksectoren met een nutskarakter, waartoe energie en water worden gerekend. De regeling sluit aan bij de in de bouwsector bestaande regelingen voor certificatie en biedt de mogelijkheid van publiekrechtelijke erkenning in relatie tot het Bouwbesluit. In 2001 werd besloten om de regeling aan te passen aan enkele nieuwe ontwikkelingen. De belangrijkste wijzigingen zijn: de facultatieve eisen voor brandveilige elektriciteitskabels, die nog in een aanvullingsblad waren opgenomen, zijn nu geïntegreerd in de beoordelingsrichtlijn, het deelgebied ‘tijdelijke drinkwaterinstallaties’ is toegevoegd, het deelgebied ‘onderhoud van gasverbrandingstoestellen < 130 kW’ is toegevoegd, en de eisen zijn afgestemd op het nieuwe Bouwbesluit (Bouwbesluit 2003 en Regeling Bouwbesluit 2003). In 2003 besloot de stichting KBI om de certificatieregelingen voor installaties onder te brengen in één nieuwe beoordelingsrichtlijn BRL 6000. De beoordelingsrichtlijn bestaat uit een Algemeen Deel en een aantal Bijzondere Delen voor diverse deelgebieden op het gehele terrein van ontwerpen, installeren en beheren van installaties. Een deelgebied wordt gekenmerkt door de soort installatie (bijvoorbeeld: lage temperatuurverwarmingsinstallatie, elektrotechnische installatie) en de soort activiteit (bijvoorbeeld: ontwerpen, installeren). Het Algemene Deel (BRL Deel 6000-00) bevat de eisen die altijd voor het ontwerpen, installeren en beheren van een installatie gelden, ongeacht de soort installatie. Het voorliggende BRL Deel behandelt een deel van BRL 6001 en heeft slechts betrekking op tijdelijke drinkwaterinstallaties. Het voorliggende BRL Deel vervangt het overeenkomstige deel van BRL 6001. Gelet op de wens van de stichting KBI om de certificatieregelingen voor installaties onder te brengen in een nieuwe beoordelingsrichtlijn BRL 6000, is ervoor gekozen om de beoordelingsrichtlijn (BRL) voor ‘ontwerpen en installeren van tijdelijke drinkwaterinstallaties’ op te stellen in de nieuwe vorm. Dit houdt in dat de relevante BRL voor ‘ontwerpen en installeren van tijdelijke drinkwaterinstallaties’ uit twee delen bestaat: BRL Deel 6000-00 (algemene eisen), en BRL Deel 6000-09 (specifieke eisen voor ontwerpen en installeren van tijdelijke drinkwaterinstallaties) Dit BRL Deel is opgesteld onder begeleiding van TC 6001 van het Centraal College van Deskundigen Installatiesector (CCvDI) van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector (KBI).
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ INHOUDSOPGAVE
pagina
1.
INLEIDING
1
2.
REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT
1
3. 3.1 3.2
EISEN TE STELLEN AAN INSTALLATIES EN DOCUMENTEN Eisen te stellen aan de installaties Eisen te stellen aan de documenten
1 1 2
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES Opdracht Programma van eisen Ontwerp Controle bouwkundige randvoorwaarden Uitvoering Gebruikshandleiding Risicoanalyse en beheersplan Onderhoudsschema Uitvoering onderhoud
3 3 3 3 3 3 4 4 4 4
5. 5.1 5.2
EISEN TE STELLEN AAN HET INSTALLATIEBEDRIJF Vergunning Meet- en beproevingsmiddelen
5 5 5
6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING Algemeen Kwaliteitsbeleid Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en vakbekwaamheden Controleactiviteiten Beschrijving van procedures Procedure-eisen
6 6 6 6 6 6 6
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
EXTERNE KWALITEITSBEWAKING Toelatingsonderzoek Vervolgcontroles Eisen aan de bekwaamheid van de auditor (organisatiegericht) Eisen aan de bekwaamheid van de inspecteur (projectgericht) Beslissing ten aanzien van certificatie Klachtenbehandeling door certificatie-instelling
8 8 8 8 8 8 8
8.
EISEN TE STELLEN AAN HET PROCESCERTIFICAAT
9
9.
REFERENTIES
9
Bijlage 1
Bouwbesluitingang tijdelijke leidingwaterinstallaties
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 ___________________________________________________________________________________
1.
INLEIDING Dit Bijzondere Deel van beoordelingsrichtlijn 6000 beschrijft de specifieke eisen voor het procescertificaat voor het ontwerpen, installeren en beheren van installaties: • deelgebied ‘ontwerpen en installeren van tijdelijke drinkwaterinstallaties’. Op de certificering voor dit deelgebied is van toepassing: • dit gehele Bijzondere Deel, en • het Algemene Deel van BRL 6000 (BRL Deel 6000-00) met uitzondering van de bepalingen met betrekking tot beheren.
2.
REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT Het certificaat heeft betrekking op het deelgebied ‘ontwerpen en installeren van tijdelijke drinkwaterinstallaties’.
3.
EISEN TE STELLEN AAN INSTALLATIES EN DOCUMENTEN
3.1
Eisen te stellen aan de installaties De voorschriften van deze paragraaf die ontleend zijn aan publiekrechtelijke regelgeving, zijn voorzien van een verticale kantlijn in de linkermarge van de pagina. Bij voorschriften, die ontleend zijn aan het Bouwbesluit [1], is tussen haakjes het betreffende artikel en/of lid van het Bouwbesluit vermeld, bijvoorbeeld: (BB art. 3.122, lid 1). In bijlage 1 is een overzicht gegeven van de eisen van het Bouwbesluit waarop het certificaat betrekking heeft. Hoewel voor het uitbreiden van installaties van bestaande bouwwerken geen bouwvergunning is vereist, gelden wel dezelfde eisen als bij nieuwe bouwwerken. Indien echter, gegeven de bestaande situatie, redelijkerwijs niet aan de eisen kan worden voldaan, kan in overleg met de opdrachtgever een ander eisenniveau worden vastgesteld. Dit niveau is zodanig dat ten minste wordt voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit voor bestaande bouwwerken, tenzij dit in het Bouwbesluit bij de nieuwbouwvoorschriften anders is aangegeven. Indien dit zogenoemde bodemniveau van de eisen aan de installatie volgens het Bouwbesluit lager is dan het nieuwbouwniveau, dan is dat bodemniveau in deze paragraaf vermeld.
3.1.1
Algemeen Een tijdelijke drinkwaterinstallatie moet voldoen aan de eisen van VEWIN werkblad WB 1.4 H ‘Tijdelijke drinkwaterinstallaties’ [4].
3.1.2
Tijdelijke installaties van gebouwen Voor installaties van tijdelijke gebouwen gelden dezelfde eisen als voor tijdelijke installaties van gebouwen. Deze eisen zijn:
_____________________________________________________________________________________________________ - pagina 1 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ 3.1.2.1
Drinkwaterinstallaties Drinkwaterinstallaties moeten voldoen aan NEN 1006 1981 [3] (BB art. 3.126).
3.1.2.2
Aansluitpunten drinkwaterinstallaties Een drinkwaterinstallatie heeft een aansluitmogelijkheid voor aansluiting op het distributienet voor drinkwater (BB art. 3.125).
3.1.2.3
Warmtapwaterinstallaties Warmtapwaterinstallaties moeten voldoen aan NEN 1006 1981 [3] (BB art. 3.132).
3.1.2.4
Warmtapwatertoestellen Warmtapwatertoestellen moeten voldoen aan NEN 1006 2002 [2].
3.2
Eisen te stellen aan de documenten Niet van toepassing.
_____________________________________________________________________________________________________ - pagina 2 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
4.
EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES
4.1
Opdracht
4.1.1
De schriftelijke vastlegging van de opdracht geeft duidelijk aan: • wat onderdeel uitmaakt van de opdracht (bijvoorbeeld: het leveren van een exemplaar van het rapport van de capaciteitsberekening, het leveren van een ‘risicoanalyse in verband met legionellapreventie), • wie van beide partijen verantwoordelijk is voor de uitvoering van en het onderhoud aan de installatie, • de eisen die de opdrachtgever aan de bruikbaarheid van de installatie stelt (bijvoorbeeld: plaats van tappunten en waterverbruikstoestellen, punten die bijzondere aandacht verdienen, enzovoorts), • het tijdstip waarop het installatiebedrijf de tijdelijke installatie demonteert, • onder welke voorwaarden de dienst wordt geleverd (onder andere onder certificaat). Indien de afvoer van afvalwater niet kan plaats vinden via de bestaande riolering, moet de wijze van afvoer zijn opgenomen in de schriftelijke vastlegging van de opdracht.
4.1.2
Bij de aanvang van de werkzaamheden moet het installatiebedrijf in het bezit zijn van een getekende overeenkomst met de opdrachtgever, waarin de opdrachtgever bevestigt dat hij instemt met het ontwerp, alsmede met de door het installatiebedrijf gestelde voorwaarden en leveringscondities.
4.2
Programma van eisen Geen specifieke eisen.
4.3
Ontwerp
4.3.1
Het installatiebedrijf maakt het ontwerp van de te installeren tijdelijke drinkwaterinstallatie, op basis van de door de opdrachtgever aangeleverde informatie.
4.4
Controle bouwkundige randvoorwaarden Geen specifieke eisen.
4.5
Uitvoering
4.5.1
Aansluiting op het distributienet Indien de leverancier van leidingwater eist dat een installatie niet zonder toestemming wordt aangesloten op het distributienet, sluit de certificaathouder een installatie niet aan op het distributienet als daarvoor geen toestemming is gegeven door die leverancier.
4.5.2
Gereedmelding Nadat de certificaathouder heeft vastgesteld dat de opgedragen installatiewerkzaamheden naar behoren zijn verricht en dat de installatie veilig kan worden gebruikt, meldt hij schriftelijk aan de opdrachtgever dat de installatie gereed is.
_____________________________________________________________________________________________________ - pagina 3 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ 4.5.3
Verwijderen van tijdelijke drinkwaterinstallaties Het installatiebedrijf verwijdert alle onderdelen die deel uitmaakten van de tijdelijke installatie op het met de opdrachtgever overeengekomen tijdstip.
4.6
Gebruikshandleiding In het kader van de oplevering van de installatie stelt het installatiebedrijf aan de opdrachtgever schriftelijke informatie ter beschikking over de specifieke bedienings-, gebruiks- en onderhoudsaspecten van de tijdelijke installatie, met name over de ingebruikname van de installatie, zowel bij oplevering als na een periode van stilstand. Daar waar nodig instrueert het installatiebedrijf de gebruiker hoe de noodzakelijke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Het installatiebedrijf stelt aan de opdrachtgever tevens schriftelijke informatie ter beschikking ten behoeve van organisatoren van evenementen, in ieder geval bevattend: • wat te doen bij calamiteiten (verwijzen naar juiste en kundige instanties), en algemene bedieningsinstructies.
4.7
Risicoanalyse en beheersplan Niet van toepassing.
4.8
Onderhoudsschema Niet van toepassing.
4.9
Uitvoering onderhoud Niet van toepassing.
_____________________________________________________________________________________________________ - pagina 4 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
5.
EISEN TE STELLEN AAN HET INSTALLATIEBEDRIJF
5.1
Vergunning De certificaathouder moet beschikken over een vergunning van de Kamer van Koophandel, of over een ontheffing van bedoelde vergunning vanwege de SER, voor het aanleggen, veranderen, herstellen of onderhouden van: • installaties voor watervoorziening1.
5.2
Meet- en beproevingsmiddelen
Het bedrijf dient de feitelijke beschikking te hebben over de volgende instrumenten: Voor het bepalen van de waterdichtheid van metalen leidingen met behulp van drinkwater: • Een afperstoestel, voorzien van een nauwkeurige gebruiksmanometer, volgens DIN 16005, DIN Klasse 1,6, kastdiameter ∅ 63mm, een bereik van 0 – 1600 kPa, een gebruiksgebied van 0 tot 1000 kPa, een afleesbaarheid van 50 kPa en een gebruiksonzekerheid van ± 50 kPa, of gelijkwaardig. Voor het bepalen van de waterdichtheid van metalen en/of kunststof leidingen met behulp van drinkwater en/of lucht: • Een afperstoestel, voorzien van een nauwkeurige gebruiksmanometer, volgens DIN 16005, DIN Klasse 1, kastdiameter ∅ 100 mm, een bereik van 0 – 1600 kPa, een gebruiksgebied voor lucht van 0 tot 800 kPa, een gebruiksgebied voor water van 0 tot 1000 kPa, een afleesbaarheid van 20 kPa en een gebruiksonzekerheid van ± 10 kPa, of gelijkwaardig. Voor het bepalen van de tapwatertemperatuur: • Een thermometer met een bereik van 10 – 100 °C met een afleesbaarheid van 1 °C en een gebruiksonzekerheid van ± 4 °C. Voor het bepalen van de volumestroom ter plaatse van het tappunt: • Een doorstroommeter met een gebruiksgebied tot 4 l/min met een bijbehorende afleesbaarheid van 0,05 l/min en een gebruiksonzekerheid van ± 5 %, een gebruiksgebied van 4 tot 8 l/min met een bijbehorende afleesbaarheid van 0,1 l/min en een gebruiksonzekerheid van ± 5 %, en een gebruiksgebied van 8 l/min en hoger met een bijbehorende afleesbaarheid van 0,2 l/min en een gebruiksonzekerheid van ± 5 %. Alternatief voor het bepalen van de volumestroom ter plaatse van het tappunt: • een meetkolf en een stopwatch. De hiervoor genoemde instrumenten moeten geschikt zijn voor het doel waarvoor ze worden gebruikt. Voorzover dit document van toepassing is op het betreffende instrument, is in elk geval aan deze eis voldaan als het instrument voldoet aan de betreffende eisen van VEWINWerkblad 2.3 [5].
1
De vergunning betreft het uitoefenen van het installatiebedrijf overeenkomstig Vestigingsbesluit, artikel 5, onderdeel a.
_____________________________________________________________________________________________________ - pagina 5 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ 6.
EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING
6.1
Algemeen Geen specifieke eisen.
6.2
Kwaliteitsbeleid Geen specifieke eisen.
6.3
Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en vakbekwaamheden Geen specifieke eisen.
6.4
Controleactiviteiten Geen specifieke eisen.
6.5
Beschrijving van procedures Het installatiebedrijf beschikt over een overzicht waarin de, voor al het te gebruiken materiaal, relevante documenten zoals installatietekeningen, eisen, normen, voorschriften en bedieningsinstructies zijn opgenomen. Het installatiebedrijf heeft voor alle materialen aangegeven welke maatregelen er genomen moeten worden voor ingebruikname. De herkomst van deze maatregelen, alsmede de effectiviteit zijn door het installatiebedrijf vastgelegd. Het kwaliteitshandboek bevat de beschrijving van de maatregelen die worden genomen bij calamiteiten. Daarbij gaat het om twee soorten calamiteiten: • tijdens controles worden afwijkingen geconstateerd die gevaar voor de gezondheid van de gebruikers van de installatie kunnen opleveren, dan wel reeds hebben opgeleverd (b.v. bij een legionella- of andere bacteriologische besmetting) • de watervoorziening komt door onvoorziene omstandigheden in gevaar.
6.6
Procedure-eisen
6.6.1
Registratie van projecten
6.6.2
Geen specifieke eisen. Beheer van projectdossiers
6.6.3
Geen specifieke eisen. Ontwerpbeoordeling
6.6.4
Geen specifieke eisen. Werktekeningen
6.6.5
Geen specifieke eisen. Ingangscontrole van materialen
6.6.6
Het installatiebedrijf moet de kwaliteitscriteria vastleggen op basis waarvan het tot aanschaf van materialen overgaat. Controle op transport en opslag Het installatiebedrijf handhaaft een duidelijk onderscheid tussen materiaal dat wordt gebruikt voor de aanvoer van drinkwater en voor de afvoer van afvalwater.
_____________________________________________________________________________________________________ - pagina 6 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ 6.6.7
Controle op montagewerkzaamheden
6.6.8
Geen specifieke eisen. Controle van de gerealiseerde installatie
6.6.9
Voor het uitvoeren van controles worden door het installatiebedrijf voorschriften opgesteld. Deze voorschriften moeten, daar waar mogelijk, refereren aan algemene (inter-)nationale normen. Controle op risicoanalyse en beheersplan
6.6.10
Niet van toepassing. Onderhoudsschema
6.6.11
Niet van toepassing. Controle op onderhoudswerkzaamheden
6.6.12
Niet van toepassing. Documentenbeheer
6.6.13
Geen specifieke eisen. Beheer van meet- en beproevingsinstrumenten
6.6.14
Geen specifieke eisen. Beheersing van de vakbekwaamheid van de medewerkers
6.6.15
Geen specifieke eisen. Beheersing van tekortkomingen
6.6.16
Geen specifieke eisen. Klachtenbehandeling Geen specifieke eisen.
_____________________________________________________________________________________________________ - pagina 7 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ 7.
EXTERNE KWALITEITSBEWAKING
7.1
Toelatingsonderzoek
7.1.1
Onderzoek
7.1.2
Er wordt ten minste één project gecontroleerd met een tijdelijke drinkwaterinstallatie. Per project wordt ten minste gecontroleerd of is voldaan aan de volgende eisen: 3.1.3 aansluitpunten drinkwater 3.1.5 aansluitpunten warmtapwater 4.1.2 schriftelijke opdracht 4.6 toestemming voor aansluiting 4.8 gereedmelding installatie 6.4 taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden Rapportage toelatingsonderzoek Geen specifieke eisen.
7.2
Vervolgcontroles
7.2.1
Vervolgonderzoek
7.2.2
Er wordt ten minste één project gecontroleerd met een tijdelijke drinkwaterinstallatie. Per project wordt ten minste gecontroleerd of is voldaan aan de eisen zoals genoemd in onderdeel 7.1.1. Sancties
7.2.3
Geen specifieke eisen. Rapportage vervolgonderzoek
7.2.4
Geen specifieke eisen. Combinatie van onderzoeken
7.2.5
Geen specifieke eisen. Onvoldoende projecten Geen specifieke eisen.
7.3
Eisen aan de bekwaamheid van de auditor (organisatiegericht) Geen specifieke eisen.
7.4
Eisen aan de bekwaamheid van de inspecteur (projectgericht) Geen specifieke eisen.
7.5
Beslissing ten aanzien van certificatie Geen specifieke eisen.
7.6
Klachtenbehandeling door certificatie-instelling Geen specifieke eisen.
_____________________________________________________________________________________________________ - pagina 8 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
8.
EISEN TE STELLEN AAN HET PROCESCERTIFICAAT Geen specifieke eisen.
9.
REFERENTIES [1]
Bouwbesluit, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2005, 528. (Bouwbesluit, www.vrom.nl)
[2]
NEN 1006 2002 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI 2002), inclusief wijzigingsblad A1: 2005.
[3]
NEN 1006 1981 Algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties (AVWI 1981), inclusief correctieblad C1: 1990 (bestaande bouw).
[4]
Werkblad WB 1.4 H, Tijdelijke drinkwaterinstallaties, VEWIN, Rijswijk, februari 2001.
[5]
VEWIN-Werkblad 2.3, VEWIN, Rijswijk, januari 2000.
_____________________________________________________________________________________________________ - pagina 9 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ONTWERPEN EN INSTALLEREN VAN TIJDELIJKE DRINKWATERINSTALLATIES Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-09 d.d. 2005-11-18 ___________________________________________________________________________________ Bijlage 1
Bouwbesluitingang tijdelijke leidingwaterinstallaties
Afd.
Onderwerp
3.18
Drinkwatervoorziening
3.19
Warmwatervoorziening
Grenswaarde/ bepalingsmethode Voldoet aan NEN 1006-1981 Voorzien van een aansluitmogelijkheid op het distributienet voor drinkwater
Prestaties volgens certificaat Voldoet aan NEN 1006-1981 Voldoet aan artikel 3.125
Voldoet aan NEN 1006-1981
Voldoet aan NEN 1006-1981
Toelichting/ voorwaarden
Opmerking: Voor tijdelijke leidingwaterinstallaties en leidingwater installaties van tijdelijke gebouwen gelden de eisen voor bestaande bouw.
_____________________________________________________________________________________________________ Bijlage 1