BRL 6000 Deel 014 2005-11-18
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO INSTAL® procescertificaat voor ‘ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES’ BIJZONDER DEEL INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN Techniek gebied INST Vastgesteld door het CCvDI op 18 november 2005 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit op 12 januari 2006
Stichting KBI
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ Algemene informatie bij deze uitgave In het kader van het ‘Convenant Zonneboilers’ heeft UNETO-VNI een model kwaliteitssysteem ontwikkeld voor het installeren van zonneboilers. Installatiebedrijven kunnen dit kwaliteitssysteem op vrijwillige basis gaan gebruiken. Ter bevordering van de toepassing van het model kwaliteitssysteem, is een procescertificatieregeling opgesteld die aansluit op de procescertificatie overeenkomstig de vigerende BRL 6001 (installeren van gas-, water-, en elektriciteitsinstallaties’). In 2003 besloot de stichting KBI om de certificatieregelingen voor installaties onder te brengen in één nieuwe beoordelingsrichtlijn BRL 6000. De beoordelingsrichtlijn bestaat uit een Algemeen Deel en een aantal Bijzondere Delen voor diverse deelgebieden op het gehele terrein van ontwerpen, installeren en beheren van installaties. Een deelgebied wordt gekenmerkt door de soort installatie (bijvoorbeeld: lage temperatuurverwarmingsinstallatie, elektrotechnische installatie) en de soort activiteit (bijvoorbeeld: ontwerpen, installeren). Het Algemene Deel (BRL Deel 6000-00) bevat de eisen die altijd voor het ontwerpen, installeren en beheren van een installatie gelden, ongeacht de soort installatie. Gelet op de wens van de stichting KBI om de certificatieregelingen voor installaties onder te brengen in een nieuwe beoordelingsrichtlijn BRL 6000, is ervoor gekozen om de beoordelingsrichtlijn (BRL) voor het installeren van zonneboilers, op te stellen in de nieuwe vorm. Dit houdt in dat de relevante BRL voor zonneboilers uit twee delen bestaat: BRL Deel 6000-00 (algemene eisen), en BRL Deel 6000-14 (specifieke eisen voor het installeren van individuele zonneboilers van woningen). De certificatieregeling die is vastgelegd in het voorliggende BRL Deel, biedt de mogelijkheid van certificatie van het installeren van individuele zonneboilers van woningen. Het door de werkgroep ‘Zonneboilers’ van UNETO-VNI opgestelde document ‘Kwaliteitssysteem voor het installeren van zonneboilersystemen’ biedt installatiebedrijven ondersteuning bij aanpassing van hun werkwijzen, zodat zij kunnen voldoen aan de eisen van deze BRL. Het is verkrijgbaar bij UNETO-VNI. De certificatieregeling sluit aan bij de bestaande regelingen voor certificatie in de installatiesector en de bouwsector en biedt de mogelijkheid van publiekrechtelijke erkenning in relatie tot het Bouwbesluit. De beoordelingsrichtlijn is tot stand gekomen onder begeleiding van de Technische Commissie ‘zonneboilers’ van het Centraal College van Deskundigen Installatiesector (CCvDI) van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector (KBI).
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
INHOUDSOPGAVE
pagina
1.
INLEIDING
1
2.
REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT
1
3. 3.1 3.2
EISEN TE STELLEN AAN INSTALLATIES EN DOCUMENTEN Eisen te stellen aan de installaties Eisen te stellen aan de documenten
2 2 5
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES Opdracht Programma van eisen Ontwerp Controle bouwkundige randvoorwaarden Uitvoering Gebruikshandleiding Risicoanalyse en beheersplan Onderhoudsschema Uitvoering onderhoud
6 6 6 7 7 7 7 7 7 7
5. 5.1 5.2
EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICAATHOUDER Vergunning Meet- en beproevingsmiddelen
8 8 8
6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING Algemeen Kwaliteitsbeleid Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en vakbekwaamheden Controleactiviteiten Beschrijving van procedures Procedure-eisen
9 9 9 9 9 9 9
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
EXTERNE KWALITEITSBEWAKING Toelatingsonderzoek Vervolgcontroles Eisen aan de bekwaamheid van de auditor (organisatiegericht) Eisen aan de bekwaamheid van de inspecteur (projectgericht) Beslissing ten aanzien van certificatie Klachtenbehandeling door certificatie-instelling
11 11 11 11 11 11 11
8.
EISEN TE STELLEN AAN HET PROCESCERTIFICAAT
12
9.
REFERENTIES
12
Bijlage 1
Bouwbesluitingang individuele zonneboilers van woningen
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
1.
INLEIDING Dit Bijzondere Deel van beoordelingsrichtlijn 6000 beschrijft de specifieke eisen voor het procescertificaat voor het ontwerpen, installeren en beheren van installaties, deelgebied ‘installeren van individuele zonneboilers van woningen’. Op de certificering voor dit deelgebied is van toepassing: • dit gehele Bijzondere Deel , en • het Algemene Deel van BRL 6000 (BRL Deel 6000-00) met uitzondering van de bepalingen met betrekking tot beheren. Een bedrijf kan het procescertificaat ‘ontwerpen, installeren en beheren van installaties’, deelgebied ‘installeren van individuele zonneboilers van woningen’ slechts verkrijgen, als het beschikt over het procescertificaat voor ‘ontwerpen en installeren van leidingwaterinstallaties van individuele woningen’ (BRL Deel 6000-07).
2.
REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT Het certificaat heeft betrekking op het installeren van individuele zonneboilers van woningen. Een zonneboiler wekt warmte op ten behoeve van een warmtapwaterinstallatie, en eventueel ten behoeve van ruimteverwarming, in welk geval sprake is van een combizonneboiler. In deze beoordelingsrichtlijn wordt onder een zonneboiler verstaan: een al dan niet geïntegreerd toestel, bestaande uit ten minste: een warmtapwatervoorraadvat, en een zonnecollector die warmte onttrekt aan de zonnestraling, waarbij de zonneboiler verder kan omvatten: een vloeistofcirculatiepomp, een geïntegreerde elektrische of indirect gestookte naverwarmer. Opmerking Een zonneboiler met een geïntegreerde gasbrander valt dus niet binnen de reikwijdte van het certificaat. Een eventueel in serie geschakelde naverwarmer is een zelfstandig toestel en dus geen onderdeel van de zonneboiler.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 1 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
3.
EISEN TE STELLEN AAN INSTALLATIES EN DOCUMENTEN
3.1
Eisen te stellen aan de installaties De voorschriften van deze paragraaf die zijn ontleend aan publiekrechtelijke regelgeving, zijn voorzien van een verticale kantlijn in de linkermarge van de pagina. Bij voorschriften, die zijn ontleend aan het Bouwbesluit [1], is tussen haakjes het betreffende artikel of lid van het Bouwbesluit vermeld, bijvoorbeeld: (BB art. 3.52). In bijlage 1 is een overzicht gegeven van de eisen van het Bouwbesluit waarop het certificaat betrekking heeft. De eisen te stellen aan een zonneboiler van een woning zijn onder te verdelen in: • de primaire kwaliteitsaspecten; deze omvatten de eigenschappen van de zonneboiler zelf; • de secundaire kwaliteitsaspecten; deze betreffen de invloed van de zonneboiler op eigenschappen van andere onderdelen van de woning.
3.1.1
Primaire kwaliteitsaspecten van de geïnstalleerde zonneboiler
3.1.1.1
Zonneboiler(toestel) CE-markering Een zonneboiler met circulatiepomp is een elektrisch toestel; het moet daarom zijn voorzien van de CE-markering als bedoeld in de Europese richtlijn 73/23/EEG, ‘veiligheid elektrotechnisch materiaal’ (VEM). Opmerking De installateur mag ervan uitgaan dat het toestel aan alle relevante publiekrechtelijke eisen voldoet, als het voorzien is van de CE-markering. Jaarrendement Er wordt geen eis gesteld aan het jaarrendement voor tapwaterverwarming van de zonneboiler. Opmerking Het jaarrendement voor tapwaterverwarming van een zonne-energiesysteem is van belang voor het bepalen van de bijdrage van een zonne-energiesysteem aan tapwaterverwarming en beïnvloedt de energieprestatie van de woning. Het Bouwbesluit [1] stelt in artikel 5.12 eisen aan de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van woningen.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 2 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
3.1.1.2
Zonneboiler (geïnstalleerd) Installatievoorschriften van de fabrikant Zonneboilers moeten worden geïnstalleerd overeenkomstig de installatievoorschriften van de fabrikant.
Bevriezingsbeveiliging De zonneboiler moet beveiligd zijn tegen het optreden van bevriezing.
Oververhittingsbeveiliging De zonneboiler moet beveiligd zijn tegen het optreden van oververhitting (temperatuur hoger dan 363 K).
Regeling De regeling van de zonneboiler moet worden ingesteld overeenkomstig de betreffende voorschriften van de leverancier van het toestel. De regeling van een zonneboiler met een eventueel in serie geschakelde naverwarmer dient uitgevoerd te worden conform de voorschriften van de leverancier van zowel de zonneboiler als de leverancier van de naverwarmer.
3.1.1.3
Warmtapwaterinstallatie Het inbouwen van een zonneboiler, en eventueel een naverwarmer na een dergelijk toestel, in de voorzieningen voor drinkwater en warmtapwater valt tevens onder het procescertificaat voor het deelgebied ‘ontwerpen en installeren van leidingwaterinstallaties van individuele woningen’ (BRL Deel 6000-07). Onderstaande eisen vormen een aanvulling op de eisen voor dat deelgebied. Toepassingsklasse De warmtapwaterinstallatie heeft één van de toepassingsklassen ‘aanrecht’ en 1 t/m 4, zoals bedoeld in onderdeel 9.4.2, tabel 16, van NEN 5128 [2]. Opmerking In de warmtapwaterinstallatie kan een in serie geschakelde naverwarmer opgenomen zijn.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 3 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
Geluidniveau veroorzaakt door de zonneboiler Aangrenzend perceel Een zonneboiler van een woning of woongebouw veroorzaakt in een verblijfsgebied van een gebruiksfunctie op een aangrenzend perceel een volgens NEN 5077 [3] bepaald karakteristiek geluidsniveau van ten hoogste 30 dB(A). Dit geldt niet voor een op een aangrenzend perceel gelegen lichte industriefunctie of een overige gebruiksfunctie (BB art. 3.7). Zelfde perceel Een zonneboiler van een woning of woongebouw veroorzaakt in een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied van een andere op hetzelfde perceel gelegen woonfunctie een volgens NEN 5077 [3] bepaald karakteristiek geluidsniveau van ten hoogste 30 dB(A) (BB art. 3.8, lid 1). Zelfde woning Indien dit in de opdracht is vastgelegd, veroorzaakt de zonneboiler van een woning, in die woning geen hoger geluidniveau dan overeenkomstig NEN 1070 [7] is toegestaan voor het in de opdracht vastgelegde kwaliteitscijfer (k = 2, 3, 4 of 5) voor installaties binnen de woning. Toelichting In het algemeen wordt voor normale situaties k = 3 aanbevolen. In verblijfsruimten is dan 30 dB(A) toegestaan en in andere ruimten 35 dB(A). Een verschil in kwaliteitscijfers van 1 komt overeen met een verschil in geluid van 5 dB(A). Een hoger cijfer betekent meer geluid.
3.1.1.4
Aansluiting zonneboiler op de elektrotechnische installatie De zonneboiler moet op de elektrotechnische installatie worden aangesloten, indien van toepassing, volgens de installatievoorschriften van de leverancier van de zonneboiler. De beveiliging van de elektrotechnische installatie moet afgestemd zijn op de zonneboiler.
3.1.1.5
Aansluiting zonneboiler op de riolering Als er water uit de zonneboiler kan vrijkomen (veiligheidsventiel), dan moet dit water worden afgevoerd via de binnenriolering. De aansluiting op de binnenriolering moet voldoen aan NEN 3215 [5] (BB. art. 3.34 en 3.35)1.
1
NTR 3216 bevat richtlijnen voor ontwerp en uitvoering van binnenrioleringsinstallaties die aan deze eisen voldoen.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 4 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ 3.1.2
Secundaire kwaliteitsaspecten van de geïnstalleerde zonneboiler
3.1.2.1
Waterdichtheid van de uitwendige scheidingsconstructie De plaatsing van een zonnecollector op een dak mag de waterdichtheid van het dak niet aantasten (BB art. 3.23, lid 1 t/m 3). Indien voor een zonnecollector een erkende kwaliteitsverklaring is afgegeven, moet de plaatsing van de zonnecollector in overeenstemming zijn met de daarvoor in de kwaliteitsverklaring opgenomen bepalingen.
3.1.2.2
Luchtdichtheid van de thermische schil Doorvoeringen van leidingen door de thermische schil moeten zodanig luchtdicht zijn, dat de volgens NEN 2686 [6] bepaalde luchtvolumestroom van het totaal aan verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten, kleiner kan zijn dan 0,2 m3/s (BB art. 5.9, lid 1 en 4). Indien voor een zonnecollector een erkende kwaliteitsverklaring is afgegeven, moet de plaatsing van de zonnecollector in overeenstemming zijn met de daarvoor in de kwaliteitsverklaring opgenomen bepalingen.
3.2
Eisen te stellen aan de documenten Niet van toepassing.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 5 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
4.
EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES
4.1
Opdracht Geen specifieke eisen.
4.2
Programma van eisen
4.2.1
Systeemkeuze Het systeem van de warmtapwaterinstallatie moet in overleg met de opdrachtgever worden vastgesteld. Daarbij moet de certificaathouder de klant een toelichting geven over de voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden. Daarbij komen de volgende aspecten aan de orde: warmwater vraag beschikbaarheid van warmtapwater (toepassingsklasse), energiegebruik, subsidiemogelijkheden, mogelijke inpassing van reeds aanwezige warmteopwekker (bijvoorbeeld combiketel), plaatsingsmogelijkheden voorraadvat, plaatsingsmogelijkheden collector (op het dak, oriëntatie, hellingshoek, beschaduwing), bouwvergunning collector, mogelijk optredende storingen en hun frequentie, en omvang en frequentie van noodzakelijke onderhoudshandelingen. Toelichting Het ‘Kwaliteitssysteem voor het installeren van zonneboilers’ [4] bevat basisinformatie voor een goede afstemming van het programma van eisen op de wensen van de klant.
4.2.2
Jaarrendement zonneboiler Het jaarrendement voor tapwaterverwarming van de zonneboiler moet in overleg met de opdrachtgever worden vastgesteld. Toelichting Het jaarrendement voor tapwaterverwarming van de zonneboiler is gelijk aan het gedeelte van de jaarlijkse hoeveelheid energie van de zonnestraling die op de zonnecollector valt, dat bijdraagt aan de tapwaterverwarming. Het jaarrendement is onder andere afhankelijk van de zonnecollector en de verhouding tussen de opslagcapaciteit van het voorraadvat en de oppervlakte van de zonnecollector. Conservatieve waarden voor het jaarrendement van zonneboilers zijn te vinden in NEN 5128 [2], tabel 32.
4.2.3
Toepassingsklasse warmtapwaterinstallatie De toepassingsklasse van de warmtapwaterinstallatie (zie 3.1.2.1) moet in overleg met de opdrachtgever worden vastgesteld.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 6 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ 4.2.4
Keuzelijst In de keuzelijst is de systeemkeuze (4.2.1), het jaarrendement van de zonneboiler (4.2.2) en de toepassingsklasse van de warmtapwaterinstallatie (4.2.3) duidelijk aangegeven en is verder ten minste aangegeven welke facultatieve eisen van paragraaf 3.1 van toepassing zijn. Toelichting De facultatieve eisen zijn: geluidsniveau in verblijfsgebieden van de woning (3.1.1.3).
4.3
Ontwerp Geen specifieke eisen.
4.4
Controle bouwkundige randvoorwaarden Geen specifieke eisen.
4.5
Uitvoering
4.5.1
Opleveringsrapport Indien de garantievoorwaarden van de fabrikant/leverancier van de zonneboiler voorschrijven dat een opleveringsrapport naar de fabrikant/leverancier wordt gezonden, stelt het installatiebedrijf een opleveringsrapport op dat voldoet aan de daaraan door de fabrikant/leverancier gestelde eisen. De certificaathouder draagt dit opleveringsrapport over aan de opdrachtgever.
4.6
Gebruikshandleiding De gebruikshandleiding geeft specifiek informatie met betrekking tot: de inhoud van het voorraadvat en het elektrisch vermogen van het toestel, en het controleren van het functioneren van de zonneboiler. Opmerking Regelmatig controleren van het functioneren van de zonneboiler is gewenst, omdat het bij een zonneboiler mogelijk is dat de gebruik niet direct merkt dat er niet optimaal gebruik wordt gemaakt van zonnewarmte.
4.7
Risicoanalyse en beheersplan Niet van toepassing.
4.8
Onderhoudsschema Niet van toepassing.
4.9
Uitvoering onderhoud Niet van toepassing.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 7 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ 5.
EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICAATHOUDER Onderstaande eisen vormen een aanvulling op de eisen voor het procescertificaat voor het deelgebied ‘ontwerpen en installeren van leidingwaterinstallaties van individuele woningen’ (BRL Deel 6000-07).
5.1
Vergunning De ondernemer moet beschikken over een vergunning van de Kamer van Koophandel, of over een ontheffing van bedoelde vergunning vanwege de SER, voor het aanleggen, veranderen, herstellen of onderhouden van: installaties2 voor centrale verwarming en installaties voor warm water met indirecte verwarming.
5.2
Meet- en beproevingsmiddelen Geen aanvullende eisen.
2
De vergunning betreft het uitoefenen van het installatiebedrijf overeenkomstig Vestigingsbesluit, artikel 5, onderdeel d.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 8 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
6.
EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING Onderstaande eisen vormen een aanvulling op de eisen voor het procescertificaat voor de deelgebieden ‘ontwerpen en installeren van leidingwaterinstallaties van individuele woningen’ (BRL Deel 6000-07).
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.6.1 6.6.2 6.6.3 6.6.4 6.6.5
Algemeen Geen specifieke eisen. Kwaliteitsbeleid Geen specifieke eisen. Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en vakbekwaamheden Geen specifieke eisen. Controleactiviteiten Geen specifieke eisen. Beschrijving van procedures Geen specifieke eisen. Procedure-eisen Registratie van projecten Geen specifieke eisen. Beheer van projectdossiers Geen specifieke eisen. Ontwerpbeoordeling Geen specifieke eisen. Werktekeningen Geen specifieke eisen. Ingangscontrole van materialen Geen specifieke eisen.
6.6.6
Controle op transport en opslag Geen specifieke eisen.
6.6.7
Controle op montagewerkzaamheden Geen specifieke eisen.
6.6.8
Controle van de gerealiseerde installatie Geen specifieke eisen.
6.6.9
Controle op risicoanalyse en beheersplan Niet van toepassing.
6.6.10
Onderhoudsschema Niet van toepassing.
6.6.11
Controle op onderhoudswerkzaamheden Niet van toepassing.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 9 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
6.6.12
Documentenbeheer Geen specifieke eisen.
6.6.13
Beheer van meet- en beproevingsmiddelen Geen specifieke eisen.
6.6.14
Beheersing van de vakbekwaamheid van de medewerkers Geen specifieke eisen.
6.6.15
Beheersing van tekortkomingen Geen specifieke eisen.
6.6.16
Klachtenbehandeling Geen specifieke eisen.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 10 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ 7.
EXTERNE KWALITEITSBEWAKING Onderstaande eisen vormen een aanvulling op de eisen voor het procescertificaat voor de deelgebieden ‘ontwerpen en installeren van leidingwaterinstallaties van individuele woningen’ (BRL Deel 6000-07).
7.1
Toelatingsonderzoek
7.1.1
Onderzoek Per project wordt ten minste gecontroleerd of is voldaan aan de volgende eisen: 3.1.1.3 3.1.2.1 4.1 6.3
toepassingsklasse waterdichtheid van de uitwendige scheidingsconstructie schriftelijke opdracht taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en vakbekwaamheden
7.1.2
Rapportage toelatingsonderzoek Geen specifieke eisen.
7.2
Vervolgcontroles
7.2.1
Vervolgonderzoek Per project wordt ten minste gecontroleerd of is voldaan aan de eisen zoals genoemd in onderdeel 7.1.1.
7.2.2
Sancties Geen specifieke eisen.
7.2.3
Rapportage vervolgonderzoek Geen specifieke eisen.
7.2.4
Combinatie van onderzoeken Geen specifieke eisen.
7.2.5
Onvoldoende projecten Geen specifieke eisen.
7.3
Eisen aan de bekwaamheid van de auditor (organisatiegericht) Geen specifieke eisen.
7.4
Eisen aan de bekwaamheid van de inspecteur (projectgericht) Geen specifieke eisen.
7.5
Beslissing ten aanzien van certificatie Geen specifieke eisen.
7.6
Klachtenbehandeling door certificatie-instelling Geen specifieke eisen.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 11 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________ 8.
EISEN TE STELLEN AAN HET PROCESCERTIFICAAT Geen specifieke eisen.
9.
REFERENTIES [1]
Bouwbesluit, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2005, 528. (Bouwbesluit, www.vrom.nl)
[2]
NEN 5128 2004 Energieprestatie van woonfuncties en woongebouwen – Bepalingsmethode, inclusief correctieblad C1:2004.
[3]
NEN 5077 2001 Geluidwering in gebouwen - Bepalingsmethoden voor de grootheden voor luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidwering van scheidingsconstructies en geluidniveaus veroorzaakt door installaties, inclusief wijzigingsblad A2: 2005 en correctieblad C1: 2005.
[4]
Kwaliteitssysteem voor het installeren van zonneboilersystemen, UNETO-VNI.
[5]
NEN 3215 2002 Binnenriolering - Eisen en bepalingsmethoden, inclusief wijzigingsblad A1: 2004.
[6]
NEN 2686 1988 Luchtdoorlatendheid van gebouwen - Meetmethode, inclusief wijzigingsblad A1: 1997.
[7]
NEN 1070:1999, Geluidwering in gebouwen. Specificatie en beoordeling van de kwaliteit, 1999, inclusief correctieblad NEN 1070/C1, 1999.
___________________________________________________________________________________________________ - pagina 12 -
ONTWERPEN, INSTALLEREN EN BEHEREN VAN INSTALLATIES BIJZONDER DEEL ‘INSTALLEREN VAN INDIVIDUELE ZONNEBOILERS VAN WONINGEN’ Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 6000-14 d.d. 2005-11-18 __________________________________________________________________________________
Bijlage 1
Bouwbesluitingang individuele zonneboilers van woningen
Afd.
Onderwerp
3.2
Bescherming tegen geluid van installaties Wering van vocht van buiten
3.6
Grenswaarde/ bepalingsmethode Karakteristiek geluidsniveau volgens NEN 5077. Waterdicht volgens NEN 2778.
Prestatie volgens certificaat Voldoet aan artikel 3.7 en artikel 3.8 Kan voldoen aan artikel 3.23
3.8
Afvoer van afvalwater en fecaliën
Capaciteit afgestemd op de belasting, volgens NEN 3215
Kan voldoen aan artikel 3.34
5.2
Beperking van luchtdoorlatendheid Energieprestatie
Lucht- en waterdicht volgens NEN 3215 Luchtvolumestroom (van het totaal aan gebieden en ruimten) ≤ 0,2 m³/s volgens NEN 2686. Energieprestatiecoëfficiënt volgens NEN 2916 en/of NEN 5128.
Voldoet aan artikel 3.35 Kan voldoen aan artikel 5.9
5.3
Kan voldoen aan artikel 5.12
___________________________________________________________________________________________________ Bijlage 1