BRG Instellingsbesluit voor de instelling van een dagelijks bestuur van de Bestuurlijke Regiegroep Dienstverlening en e-Overheid, van de Programmaraad e-Overheid voor Burgers en van de Programmaraad Stelsel van Basisregistraties (Instellingsbesluit Sturing e-Overheid). De Bestuurlijke Regiegroep Dienstverlening en e-Overheid, Overwegende dat de VNG, IPO, Unie van Waterschappen, Manifestgroep en het Rijk in het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-Overheid (NUP) afspraken gemaakt hebben met als doel de publieke dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen van alle dienstverlenende overheidsinstanties te vergemakkelijken en te verbeteren, daarvoor de beschikbaarheid, de uitwisseling en het gebruik van basisinformatie op een gestandaardiseerde wijze te organiseren en gemeenschappelijke Front-Office voorzieningen te creëren; dat uit een evaluatie in december 2009 van de regie op de invoering van de elektronische overheid (Gateway review NUP) is gebleken dat voor deze invoering meer besluitvaardigheid en betrokkenheid van meest gerede partijen nodig is; dat in een reactie op deze evaluatie aan de Tweede Kamer (kamerstuk 29362 nr.163) de instelling van een Dagelijks Bestuur van de Bestuurlijke Regiegroep, een Programmaraad e-Overheid voor Burgers en een Programmaraad Stelsel van Basisregistraties wordt aangekondigd; voorts overwegende dat in deze reactie een indicatie wordt gegeven van de organisaties die vertegenwoordigd moeten zijn in het dagelijks bestuur en programmaraden. Besluit: Paragraaf 1: Definities Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: a. de BRG: de Bestuurlijke Regiegroep Dienstverlening en e-Overheid zoals bedoeld in de instellingsbeschikking Regiegroep Dienstverlening en e-Overheid van 9 oktober 2007, nr. 0000337648; b. het db-BRG: het dagelijks bestuur van de BRG; c. de programmaraden: de Programmaraad e-Overheid voor burgers en de Programmaraad Stelsel van Basisregistraties; d. de klankbordgroep: de Klankbordgroep e-Overheid voor Bedrijven; e. de Manifestgroep: het samenwerkingsveband waarin zich verenigd hebben de Belastingdienst, het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Werkbedrijf (UWV), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Kadaster, de Vereniging van Kamers van Koophandel (VVK), de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND), het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), de Dienst Regelingen van het ministerie van LNV en de Dienst wegverkeer (RDW); f. e-overheid voorzieningen: alle voorzieningen die in het kader van de digitale overheid worden ontwikkeld door de Programmaraad e-Overheid voor Burgers en de Programmaraad Stelsel van Basisregistraties; g. de Front-Office: het stelsel van e-overheid voorzieningen in het kader van de verbetering van de dienstverlening voor de burger; h. het stelsel: het stelsel van aangewezen basisregistraties, de daarmee verbonden gemeenschappelijke stelselvoorzieningen ten behoeve van gegevensuitwisseling en de verbindingen tussen de basisregistraties;
BRG
Paragraaf 2: Bijzondere bepalingen over het dagelijks bestuur van de Bestuurlijke Regiegroep Dientsverlening en e-Overheid. Artikel 2 Er is een dagelijks bestuur van de Bestuurlijke Regiegroep Dienstverlening en eOverheid. Artikel 3. Het db-BRG krijgt tot taak om voor de BRG: a. de agenda van de BRG voor te bereiden; b. regie te voeren op de cyclus van (door)ontwikkeling, beheer, implementatie en gebruik van de e-overheid voorzieningen; c. richtinggevende financiële kaders te bepalen waaronder de programmaraden werken; d. als opdrachtgever te fungeren voor de programmaraden en de voorzitters van deze te benoemen; e. te sturen op de releaseplanning en releasebeleid en mijlpalen van de eoverheid voorzieningen; f. in samenhang een gedragen implementatiestrategie voor gemeenten te ontwikkelen inclusief het daarvoor vereiste bestuurlijke arrangement; g. de implementatiesamenhang zichtbaar te maken; h. regie te voeren op de ontwikkeling van een overheidsbrede visie op dienstverlening; i. toezicht te houden op de voortgang van de invoering van de e-overheid; j. risico’s te signaleren en risicomanagement te voeren. Artikel 4 In het kader van de uitvoering van de taken genoemd in artikel 3 heeft het db-BRG de bevoegdheid de jaarplannen van de programmaraden: 1. goed te keuren, in welk geval de programmaraden optreden namens de BRG onder dagelijkse aansturing van het db-BRG als enige opdrachtgever binnen het goedgekeurde jaarplan; 2. af te wijzen, in welk geval het db-BRG het concept jaarplan terug naar de programmaraad stuurt voor revisie. Artikel 5 Het db-BRG beargumenteert de beslissingen die afwijken van de adviezen van de programmaraden. Artikel 6 1. Het db-BRG is als volgt samengesteld: a. één lid namens en op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG); b. één lid namens en op voordracht van de Manifestgroep; c. één lid namens het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 2. De leden van het db-BRG zijn verantwoordelijk voor het creëren van het draagvlak bij hun achterban. 3. De leden van het db-BRG spreken elkaar aan op hun verantwoordelijkheid en dragen daarmee ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. 4. Het db-BRG kan besluiten een expert uit te nodigen om als adviserend lid deel ten nemen aan de vergaderingen van het db-BRG.
BRG Artikel 7 Het db-BRG komt ten minste viermaal per jaar bijeen vlak voor de bijeenkomsten van de BRG en voorts steeds als één van de leden dit wenselijk acht. Paragraaf 3: Bijzondere bepalingen met betrekking tot de Programmaraad eOverheid voor Burgers Artikel 8 1. Er is een Programmaraad e-Overheid voor Burgers. 2. De programmaraad treedt op als enige opdrachtgever voor het realiseren van de Front-Office op basis van de nog op te stellen gemeenschappelijke visie op dienstverlening en met gebruikmaking van de overige infrastructuur van de eoverheid. 3. De programmaraad voert de volgende taken uit: a. het zorg dragen voor de (door)ontwikkeling van de Front-Office en de onderlinge samenhang; b. het voeren van de regie en toezicht op de uitvoering van het in beheer geven aan beheerorganisaties van de volgende Front-Office voorzieningen: Antwoord©, MijnOverheid, Webrichtlijnen en Samenwerkende catalogi; c. het zorg dragen voor de acceptatie van onder b genoemde FrontOffice voorzieningen bij gebruikers ten behoeve van het nodige draagvlak voor de implementatie daarvan; d. het zorg dragen voor de coördinatie van de implementatie van FrontOffice voorzieningen; e. het bevorderen van de implementatie door gebruiker, zoals gemeenten en andere overheden, door middel van onder meer: i. ondersteunen van de formulering van behoeften van gebruikers, ii. het bieden van praktisch inzicht in gebruikerstoepassingen, iii. ondersteunen van onderlinge afstemming (technisch, inhoudelijk en procesmatig), iv. het bieden van hulpmiddelen om aansluiting / implementatie te vergemakkelijken; f. Het ontwikkelen en onderhouden van een Front-Office architectuur. Artikel 9 1. De programmaraad wordt voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. De voorzitter, die draagvlak heeft bij de leden van de programmaraad, wordt benoemd door het db-BRG. De voorzitter draagt er zorg voor dat de programmaraad een goede invulling geeft aan de verantwoordelijkheid en taken zoals vermeld in artikel 8 derde lid. 2. De programmaraad is verder als volgt samengesteld: a. een delegatie van ten hoogste drie leden namens de gemeenten en op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG); b. een delegatie van ten hoogste drie leden namens en op voordracht van de Manifestgroep; c. één lid namens het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; d. één lid namens het Interprovinciaal Overleg (IPO); e. één lid namens de Unie van Waterschappen (UvW); f. één lid namens het ministerie van Economische Zaken; g. één lid namens het ministerie van Algemene Zaken; h. één adviserend lid namens de beheerorganisatie Logius; i. als adviserend lid de programmamanager van het ICTU-programma eOverheid voor Burgers.
BRG 3. De programmaraad kan besluiten om meer leden uit te nodigen voor deelname aan de programmaraad wanneer zij van oordeel is dat een overheidsinstantie onvoldoende is vertegenwoordigd in de programmaraad. Ook kan de programmaraad besluiten een expert uit te nodigen om deel te nemen aan de programmaraad als adviserend lid. Paragraaf 4: Bijzondere bepalingen met betrekking tot de Programmaraad Stelsel van Basisregistraties Artikel 10 1. Er is een Programmaraad Stelsel van Basisregistraties. 2. De programmaraad treedt op als enige opdrachtgever voor het realiseren van het stelsel op basis van de nog op te stellen gemeenschappelijke visie op dienstverlening en met gebruikmaking van de overige infrastructuur van de eoverheid. 3. De programmaraad voert de volgende taken uit: a. het zorg dragen voor de (door)ontwikkeling van het stelsel van basisregistraties en de onderlinge samenhang binnen het stelsel; b. het zorg dragen voor de tijdige totstandkoming en doorontwikkeling van gemeenschappelijke stelselvoorzieningen en standaarden, zoals DigiKoppeling, DigiMelding en DigiLevering, de Stelselcatalogus en de informatievoorziening over het stelsel; c. het voeren van de regie en toezicht op de uitvoering van het in beheer geven aan beheerderorganisaties van de onder b genoemde stelselvoorzieningen en standaarden door beheerorganisaties; d. het zorg dragen voor voldoende voorlichting over en communicatie inzake het stelsel bij gebruikers en andere stakeholders ten behoeve van het nodige draagvlak voor de implementatie daarvan; e. het zorg dragen voor de coördinatie van de implementatie van het stelsel; f. het bevorderen van de totstandkoming van randvoorwaarden voor samenhangend gebruik, zoals: i. samenhang en/of verbindbaarheid, zowel op gegevensniveau als in technische (ICT-) opzichten, ii. organisatorische en procesmatige veranderingen nodig om het stelsel te implementeren, iii. het uitwerken van te gebruiken standaarden en de gezamenlijke toepassing van afspraken, zoals terugmelden; g. het bevorderen van de implementatie door gebruikers, zoals gemeenten en andere overheden, door middel van onder meer: i. het ondersteunen van de formulering van de behoeften van gebruikers, ii. het bieden van praktisch inzicht in gebruikerstoepassingen, iii. het ondersteunen van onderlinge afstemming (technisch, inhoudelijk en procesmatig), iv. het bieden van hulpmiddelen om de aansluiting/implementatie te vergemakkelijken; h. het ontwikkelen en onderhouden van een stelselarchitectuur. Artikel 11 1. De programmaraad wordt voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. De voorzitter, die draagvlak heeft bij de leden van de programmaraad, wordt benoemd door het db-BRG. De voorzitter draagt er zorg voor dat de programmaraad een goede invulling geeft aan de verantwoordelijkheid en taken zoals vermeld in artikel 10, derde lid. 2. De programmaraad is verder als volgt samengesteld:
BRG a. een delegatie van ten hoogste drie leden namens de gemeenten en op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG);
b. een delegatie van ten hoogste drie leden namens en op voordracht
van de Manifestgroep; één lid namens het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; d. één lid namens het Interprovinciaal Overleg (IPO); e. één lid namens de Unie van Waterschappen (UvW); f. één lid namens het ministerie van Economische Zaken; g. één lid namens het ministerie van Verkeer en Waterstaat; h. één lid namens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; i. één lid namens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; j. één lid namens het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; k. één lid namens het ministerie van Financiën; l. één lid namens het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; m. één lid namens het ministerie van Justitie; n. één lid namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; o. één adviserend lid namens de beheerorganisatie Logius; p. als adviserend lid de programmamanager van het uitvoerende programma. De programmaraad kan besluiten om meer leden uit te nodigen voor deelname aan de programmaraad wanneer zij van oordeel is dat een overheidsinstantie onvoldoende is vertegenwoordigd in de programmaraad. Ook kan de programmaraad besluiten een expert uit te nodigen om deel te nemen aan de programmaraad als adviserend lid. c.
3.
Paragraaf 5: Algemene bepalingen Artikel 12 1. De delegaties en leden van de programmaraad hebben het gezag om namens hun organisatie te spreken. 2. De delegaties en de leden van de programmaraad creëren het draagvlak voor de ontwikkelde voorzieningen bij hun achterban en bevorderen het gebruik daarvan in hun dienstverlening. 3. De delegaties en leden van de programmaraad spreken elkaar aan op hun verantwoordelijkheid en dragen daarmee ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Artikel 13 1. In geval er sprake is van een blijvend verschil van inzicht met betrekking tot een aangelegenheid van een programmaraad zal de voorzitter, gehoord de leden van de programmaraad, daarover een conceptbesluit aan de programmaraad voorleggen. De programmaraad stemt in met het conceptbesluit of legt de besluitvorming voor aan het db-BRG. 2. Het db-BRG kan besluiten geschillen zoals bedoeld in het eerste lid op zijn beurt voor te leggen aan de BRG. Artikel 14 1. De programmaraden leggen jaarlijks een conceptjaarplan aan het db-BRG ter goedkeuring voor. Daarin wordt in ieder geval aandacht besteed aan de prioriteiten, kwaliteit, oplevertijd en de kosten van de voor het komende jaar uit te voeren plannen. 2. De door het db-BRG volgens artikel 4 eerste lid goedgekeurde jaarplannen, worden onverwijld door de programmaraden conform met de in artt. 9 derde lid en 11 derde lid gestelde taken en bevoegdheden uitgevoerd.
BRG Artikel 15 De programmaraden rapporteren en adviseren gevraagd en ongevraagd aan het dbBRG: a. jaarlijks over de uitvoering van onder artt. 8, derde 3 en 10, derde lid genoemde taken waaronder de doeltreffendheid en effecten daarvan bij de uitvoering van het voor dat jaar opgestelde jaarplan; b. circa vier keer per jaar over de voortgang, issues en risico’s; c. ingeval er sprake is van een knelpunt waarover de programmaraad zelf niet kan beslissen; d. over de (nieuwe) opdrachten die de programmaraad voornemens is uit te voeren, die afwijken van het jaarplan. Artikel 16 1. Het secretariaat voor de programmaraden wordt gevoerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 2. De secretaris is geen lid van de programmaraad. 3. De secretaris draagt er zorg voor dat de programmaraad en de leden tijdig en volledige informatie ontvangen die zij nodig hebben om hun taken te kunnen vervullen. Artikel 17 De programmaraden komen tenminste viermaal per jaar bijeen. De voorzitter kan, al dan niet op verzoek van één of meer leden, besluiten de programmaraad vaker bijeen te roepen. Titel 6: Slotbepalingen Artikel 18 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na vaststelling in de BRG en vervalt met ingang van 1 januari 2011. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Sturing e-Overheid.