Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Brede Economie van A tot Z, van ambachten tot zakelijke dienstverlening Woensdag 11 mei van 18.00 tot 21.00 uur in het Wijnfort in Lent en Donderdag 19 mei van 18.00 tot 21.00 uur in De Linde in Groesbeek
Economische Agenda regio Arnhem Nijmegen
‘Samenwerken, verbinden, versterken’
Inhoudsopgave Inleiding
4
Doelstelling
5
Programma
5
Leeswijzer
6
Informatie Brede Economie: Sectoren Feiten en cijfers Trends en ontwikkelingen
7 7 12 15
Bijlage
22
Bronvermelding
24
Colofon
26
Inleiding ‘Samenwerken, verbinden en versterken’ zijn thema’s die van groot belang zijn voor de brede bedrijvigheid van ambachten, detailhandel, horeca, vrijetijdseconomie en zakelijke dienstverlening. Om dit te onder strepen en antwoord te krijgen op de vraag waar de kansen liggen, worden twee debatavonden georganiseerd over deze zogenaamde ‘Brede Economie’. De debatten ‘Brede Economie van A tot Z, van ambachten tot zakelijke dienstverlening’ vinden plaats op de volgende twee data en locaties in de stadsregio Arnhem Nijmegen:
Woensdag 11 mei 2011 van 18.00 tot 21.00 uur met aansluitend een netwerkborrel. Locatie: Wijnfort, Bemmelsedijk 4, 6663 KZ Lent. Speciaal bedoeld voor ondernemers, onderwijsinstellingen, bestuurders en geïnteres seerden in het middengebied tussen Arnhem en Nijmegen.
4
Donderdag 19 mei 2011 van 18.00 tot 21.00 uur met aansluitend een netwerkborrel. Locatie: De Linde, Cranenburgsestraat 33, 6561 AM Groesbeek. Speciaal bedoeld voor ondernemers, onderwijsinstellingen, bestuurders en geïnteres seerden in het gebied ten oosten en zuiden van Nijmegen.
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
De bijeenkomsten ‘Brede Economie van A tot Z, van ambachten tot zakelijke dienstverle ning’ maken onderdeel uit van een reeks economische debatten die wordt georganiseerd op initiatief van de Rabobank, de Kamer van Koophandel, de Stadsregio Arnhem Nijmegen, VNO-NCW Midden, MKB Nederland/ Midden en in samenwerking en afstemming met het regionale bedrijfsleven. De debatten over de Brede Economie zijn de laatste van deze reeks. Eerdere debatten waren het Debat Logistiek in de Liemers (9 december 2010), het debat over Energie en Milieu Technologie in Arnhem (5 april 2011) en het Nijmeegs Innovatiedebat (28 april 2011). De debattenreeks wordt eind juni afgesloten met een eindcongres. Tijdens dit eindcongres zal onder meer worden ingegaan op de highlights uit de debattenreeks en de acties die naar aanleiding van de debatten zijn opgepakt of opgepakt zullen worden. De Stadsregio Arnhem Nijmegen werkt namens en voor twintig gemeenten aan een aantrekkelijke, goed bereikbare en internationaal concurrerende regio, bestemd voor inwoners, bedrijven en bezoekers. Zij werkt hierin samen met andere partijen, waaronder overheden, Kamer van Koophandel en marktpartijen in de regio. De twintig gemeenten binnen de Stadsregio zijn: Arnhem, Beuningen, Duiven, Doesburg, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Montferland, Mook en Middelaar, Lingewaard, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Ubbergen, Westervoort, Wijchen, Zevenaar.
Doelstelling Het debat ‘Brede Economie van A tot Z, van ambachten tot zakelijke dienstverlening’ richt zich op de sectoren ambachten, detailhandel, horeca, vrijetijdseconomie en delen van de zakelijke dienstverlening. Het gaat met name om de delen van de economie die lokaal of regionaal gebonden en van belang zijn. Het doel van de debatten Brede Economie is vierledig: 1. vergroten van de betrokkenheid van ondernemers en andere stakeholders bij de sectoren uit de brede economie en de Economische Agenda van de Stadsregio Arnhem Nijmegen; 2. vergroten kennisniveau, uitwisselen van informatie en leggen van slimme verbindingen; 3. benoemen van de kansen en randvoorwaarden voor de versterking van de brede economie; 4. initiëren van concrete projecten (shortlist). Centrale vraag is wat de brede economie in onze regio het komend decennium nodig heeft om optimaal te kunnen (blijven) functioneren en te groeien?
Programma
5
Tijdstip
Onderdeel
18.00-18.30 uur:
Ontvangst met soep en broodjes
18.30-18.40 uur:
elkom door avondvoorzitter Ronald Migo, algemeen W directeur Kamer van Koophandel Centraal Gelderland
18.45-19.00 uur:
Inleiding vrijetijdseconomie door Alex van Hooff, algemeen directeur Burgers’ Zoo en bestuurslid RBT KAN
19.00-19.15 uur:
Inleiding detailhandel door Patrick Manning, hoofd afdeling ruimtelijke ordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel
19.15-19.20 uur:
Film: Waar zouden we zijn zonder de ambachtseconomie?
19.20-19.30 uur:
Korte pauze met koffie en thee
19.30-20.30 uur:
2 Workshoprondes
20.30-21.00 uur:
lenaire terugkoppeling workshoprondes onder leiding van P avondvoorzitter (Ronald Migo) en afsluiting officiële gedeelte.
21.00-22.00 uur:
Netwerkborrel
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Het programma van de beide debatten over de Brede Economie ziet er als volgt uit:
Workshops Op basis van deskresearch en bijeenkomsten met ondernemers en deskundigen uit de diverse sectoren, zijn enkele thema’s en vraagstukken geselecteerd die voor de brede economie relevant zijn. Om met elkaar te bepalen hoe we de diverse sectoren van de brede economie in deze regio kunnen versterken, beter samen kunnen werken en verbindingen kunnen leggen, organiseren wij tijdens het debat twee workshoprondes. De workshops worden voorgezeten door vertegenwoordigers uit de sectoren. Naast u nemen er ondernemers uit de diverse sectoren en branches, staffunctionarissen uit het onderwijs, bestuurders en vakspecialisten deel.
Thema’s Tijdens iedere workshop staat er een andere sector of thema centraal. U kunt deelnemen aan twee thematafels. Zowel op 11 mei als op 19 mei 2011 vinden onderstaande vijf workshops plaats: • Vrijetijdseconomie: “Hoe verbinden we de parels?” • Detailhandel: “Hoe heeft de detailhandel nog toekomst?” • Horeca: “Hoe wordt de horeca 2.0?” • Ambachten: “Hoe kan het ambacht (weer) boeien en bloeien?” • ICT en Social Media: “Hoe benutten we de kansen?”
6
Op 11 mei 2011 vindt daarnaast een zesde workshop plaats, met de titel: • ‘Hoe profileren we het Middengebied?’.
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Leeswijzer In deze Conference Paper treft u de definities aan van de brede economie (sectoren ambachten, detailhandel, horeca, vrijetijdseconomie en delen van de zakelijke dienstverlening). Ook zijn feiten en cijfers en trends en ontwik kelingen opgenomen. Dit document heeft als doel u achtergrondinformatie te geven over bovengenoemde sectoren. Het is tot stand gekomen door middel van deskresearch. Een overzicht van de geraadpleegde bronnen vindt u achterin. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan de orde: • definities van de diverse sectoren van de brede economie • feiten en cijfers over bedrijvigheid en werkgelegenheid • trends en ontwikkelingen en te benutten kansen
Informatie Brede Economie Sectoren
De diverse sectoren die onderdeel uitmaken van de brede economie wor den hieronder gedefinieerd. Tevens zijn per sector de kenmerken in beeld gebracht. Hoewel de sectoren erg met elkaar samenhangen en elkaar ook deels overlappen, worden ze in deze Conference Paper voor de duidelijk heid afzonderlijk behandeld. Ambachten Volgens het Hoofdbedrijfschap Ambachten is een ambacht ‘geschoold handwerk waarmee iemand zijn brood verdient’. Het is een verzamelterm voor een grote variëteit aan beroepen. Hierbij zijn twee elementen kenmerkend: 1. vakkundig handwerk, dat vooral in de praktijk wordt geleerd onder begeleiding van ervaren collega’s. 2. bedrijfsmatige uitoefening van het vak.
Ondanks de grote verscheidenheid hebben alle ambachten met elkaar gemeen dat het gaat om handwerk dat vooral in de praktijk onder deskundige leiding is geschoold. Wie het aantal ambachtelijke ondernemingen en het aantal daarin werkzame personen met elkaar vergelijkt, ziet al snel dat het kleinbedrijf in de ambachtseconomie overheerst. Gemiddeld werken er vier personen per bedrijf. Grotere ondernemingen zijn vooral in de bouw te vinden en in de gezondheidstechniek, zoals ketens van opticiens1.
1
Bron: Hoofdbedrijfschap Ambachten (2011)
7
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
De ambachtseconomie valt uiteen in veel verschillende branches, variërend van de bouw tot de kapsalon. Het Hoofdbedrijfschap Ambachten onderscheidt de volgende categorieën1: • bouwambachten, zoals metselaar, timmerman, betonboorder, betonvlechter, schilder, stukadoor, dakdekker, voeger, straatmaker, glazenier • gebouwverzorgende ambachten, zoals glazenwasser,schoonmaker, schoorsteenveger • installatie en elektrotechniek, zoals loodgieter, cv-monteur, elektricien • metaal- en houtbewerking en andere productieambachten, zoals bankwerker, lasser, meubelmaker,kleermaker, muziekinstrumentenmaker,leerbewerker, glasblazer • reparatieambacht, zoals fietsenmaker, kledingreparatie, klokkenmakers, schoenmaker, automonteur • gezondheidstechniek en uiterlijke verzorging, zoals opticien, audicien, tandtechnicus, kapper, pedicure, schoonheidsspecialiste • voedingsambachten, zoals banketbakker, vakslager, ijsbereider • creatieve en communicatie ambachten, zoals fotograaf, gameontwikkelaar, keramist, geluidtechnicus, pc-reparateur, webontwikkelaar, grafisch ontwerper
Gemiddelde grootteklasse van branches 67%
22%
1 persoon 7% 4%
2 t/m 4 personen 5 t/m 9 personen 10 of meer personen
Bron: www.hba.nl, 2011
Ruim tweederde van de ondernemingen is een zelfstandige zonder personeel (zzp-er). Het aantal zzp-ers neemt de laatste jaren met name snel toe in de bouw.
8
Zowel mannen als vrouwen werken in de ambachtseconomie. Maar zij zijn niet gelijk over de branches verdeeld. In de bouw, de metaal en de installatiebranches werken vooral mannen. In de uiterlijke verzorging en de modevakbranches zijn de vrouwen daarentegen duidelijk in de meerderheid. In de branches waar naast de techniek ook het ontwerp of design belangrijk is, zoals bij de goud- en zilversmeden, ontloopt het aantal mannen en vrouwen elkaar niet veel.2
Detailhandel Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel omschrijft de detailhandel als volgt: de verkoop van niet-zelfvervaardigde goederen, zowel nieuw als tweedehands, aan consumenten (niet bedrijfsmatige gebruikers). Er kan onderscheid worden gemaakt tussen food en non-food detailhandel. Er zijn meer dan 50 branches te onderscheiden, die kunnen worden onder verdeeld in een aantal subcategorieën (Standaard Bedrijfsindeling (SBI) volgens het CBS): • Supermarkten, warenhuizen en dergelijke winkels met een algemeen assortiment • Gespecialiseerde winkels in voedings- en genotmiddelen • Benzinestations • Winkels in consumenten-elektronica • Winkels in overige huishoudelijke artikelen • Winkels in lectuur, sport-, kampeer- en recreatie-artikelen • Winkels in overige artikelen (kleding, schoenen, lederwaren, drogisterij- en medische artikelen, etc.) • Markthandel • Detailhandel niet via winkel of markt (colportage, straathandel, internet, postorder) Ook in de detailhandelssector is een toenemend aantal zzp-ers waarneembaar. 1/3 deel van de ondernemers is ouder dan 50 jaar. Voor veel van hen komt de komende jaren de bedrijfsopvolging in zicht. Het grootste gedeelte van de detaillisten is autochtoon, 16% is van allochtone afkomst. In de detailhandel werken vooral vrouwelijke medewerkers (62% is vrouw).3
2 3
ron: Hoofdbedrijfschap Ambachten (2011) B Bron: Hoofdbedrijfschap Detailhandel (2011)
Horeca Het verstrekken van logies en/of bereide maaltijden, snacks en dranken aan gasten voor onmiddellijke consumptie. Het woord is een lettergreepwoord, gevormd uit de woorden hotel, restaurant en café. Er is een onderscheid tussen natte horeca en droge horeca. In de ‘droge horeca’ wordt geen alcoholhoudende drank geschonken. Dit in tegenstelling tot de natte horeca. Volgens de Nederlandse Drank- en Horecawet is een horecabedrijf een bedrijf dat alcoholische drank voor consumptie ter plaatse aanbiedt. De volgende soorten horeca kunnen worden onderscheiden: • Hotels • Restaurants • Drankverstrekkende bedrijven • Fastservice (snackbar, cafetaria, ijsbedrijven, lunchrooms, grillrooms, fastfoodketens, etc.) • Vrije tijd (musea, bowlingbanen, strandpaviljoens, attractieparken, etc.) • Ondersteunende horeca in andere sectoren en op het platteland In de horeca werken vooral jonge mensen: 63% is onder de 30 jaar. Ca. 2/3 deel van de medewerkers heeft geen afgeronde opleiding, dit kan deels te maken hebben met het feit dat er veel scholieren en studenten in de horeca werkzaam zijn. Het aandeel mannen en vrouwen dat in de horeca werkzaam is, is ongeveer gelijk.4 In de horeca wordt veel gewerkt met seizoenskrachten. De sector is erg afhankelijk van het seizoen en van de weersomstandigheden in het bijzonder, maar ook evenementen of activiteiten kunnen bijdragen aan extra drukte. 9
Vrijetijdseconomie
De volgende onderdelen kunnen deel uitmaken van de vrijetijdseconomie: • Verblijfsaccommodaties (hotels, campings, bungalowparken, Bed & Breakfast, etc.) • Attractieparken • Horeca • Uitgaan (bioscopen, schouwburgen, evenementen) • Delen van de detailhandel (funshoppen) • Kunst en cultuur (musea, kunstgaleries) • Sport en spel, watersportsector • Wellness & Health • Dieren- en plantentuinen • Delen van de vervoerssector (personenvervoer over de weg, per spoor, door de lucht, over water) • Zakelijk toerisme en congressen
4
Bron: Bedrijfschap Horeca & Catering (2011)
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
De vrijetijdseconomie is een brede term die met name de toeristisch-recreatieve sector omvat. Daarnaast kunnen ook delen van andere sectoren onderdeel zijn van de vrijetijds economie, zoals sport, wellness, natuur, cultuur, detailhandel (funshoppen) en horeca. Een definitie van de vrijetijdsindustrie is: alle (concentraties van) publieksverzorgende, commerciële vrijetijdsvoorzieningen met een (boven-) stedelijke of (boven-) regionale verzorgingsfunctie. Onder recreatie wordt verstaan: alle activiteiten die iemand voor zijn plezier onderneemt (geen bezoek aan familie/ kennissen).
Voor berekening van de cijfers zijn we in deze Conference Paper uitgegaan van een meer beknopte afbakening - om overlap met de andere sectoren te voorkomen. Het gaat om de volgende branches (SBI-indeling): • Logiesverstrekking • Theaters, schouwburgen en evenementenhallen • Musea, kunstgalerieën en – expositieruimten • Dieren- en plantentuinen, natuurbehoud • Overige recreatie In de vrijetijdssector zijn zowel grote als kleine bedrijven te vinden. Van grote recreatiebedrij ven en attractieparken tot kleine Bed & Breakfasts en mini-campings. De sector werkt – net als de horeca – veel met seizoenswerkers en veelal laaggeschoolde arbeidskrachten. De vrijetijdsindustrie is in economisch en sociaal opzicht erg belangrijk. Een gevarieerd vrijetijds aanbod maakt een regio aantrekkelijk om te wonen en werken. Bovendien leveren bezoe kers van de regio extra inkomsten en werkgelegenheid op. Daarnaast zorgt de vrijetijdssec tor voor draagvlak voor behoud van natuur en cultuur(historische) waarden. Omgekeerd hebben investeringen in bijvoorbeeld de culturele en sportinfrastructuur, natuur en landschap een positieve invloed op de vrijetijdseconomie. De vrijetijdssector is een coproducent van ruimtelijke kwaliteit en draagt bij aan de leefbaarheid, ook in de landelijke gebieden.
Zakelijke dienstverlening 10
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Met de term zakelijke dienstverlening wordt een deel van de tertiaire sector aangeduid (verkoop van diensten). Er is een onderscheid te maken tussen persoonlijke dienstverle ning (gericht op de verzorging van personen, maar ook bijvoorbeeld autorijscholen en kinderopvang) en zakelijke dienstverlening.5 In deze uitgave richten we ons op de laatste categorie. In de theorie en praktijk wordt het begrip ‘zakelijke dienstverlening’ op twee verschillende manieren ingevuld6: 1. Alle commerciële dienstverleners, die hoofdzakelijk hun diensten verlenen aan bedrijven. Deze dienstverleners leveren niet of slechts beperkt aan de consument en komen voor in alle branches en bedrijfstakken. Deze invulling van het begrip zakelijke dienstverle ning is gebaseerd op een indeling naar soort afnemer. 2. Alle commerciële dienstverleners, die een specifiek soort zogenoemde overige zakelijke diensten leveren. Bij de indeling van dienstverlenende bedrijven naar bedrijfstak of branche wordt geke ken naar het soort dienst dat ze leveren. Hierbij worden bijvoorbeeld groothandels ingedeeld bij “Handel”, transportbedrijven bij “Vervoer”, hotels bij “Horeca” en banken bij “Financiële dienstverlening”. Een restgroep van commerciële dienstverleners past niet bij die nader omschreven bedrijfstakken. Deze groep bestaat uit diverse deelgroepen, die te klein zijn voor een eigen bedrijfstak of branche. Zij leveren hun diensten hoofd zakelijk aan bedrijven en worden door het CBS als restgroep gezamenlijk aangeduid met de term “zakelijke dienstverlening”. Deze invulling van het begrip zakelijke dienst verlening is gebaseerd op een indeling naar het soort diensten dat wordt verleend.
5 6
Bron: Rabobank Branche Informatie (2011) Bron: Wikipedia (2011)
De belangrijkste kenmerken van de zakelijke dienstverlening zijn7: • De meeste zakelijke dienstverleningsbedrijven zijn erg klein. Bedrijven met maximaal tien werknemers vormen in Nederland negentig procent van alle zakelijke dienst verleningsbedrijven. • Het aandeel startende ondernemingen is hoger bij de zakelijke dienstverlening dan in andere bedrijfstakken. De drempel om te starten is laag doordat het leveren van zakelijke diensten over het algemeen relatief weinig investeringen vergt in gebouwen, machines en voorraden. • Zakelijke dienstverleners zijn sterk afhankelijk van hun reputatie. Het werken aan naamsbekendheid en een kwaliteitsimago is dan ook belangrijk omdat ze een dienst leveren waarbij hun kennis en kunde doorslaggevend is, maar die tegelijk moeilijk meetbaar is.
7
Bron: Wikipedia (2011)
11
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
De onderdelen van de zakelijke dienstverlening die van belang zijn voor de brede economie en bedrijvigheid in de kleine kernen zijn bijvoorbeeld adviesdiensten, de financiële sector, ICT en software. Vanzelfsprekend valt een groot deel van de zakelijke dienstverlening ook onder de eerder genoemde sectoren en is hiermee vervlochten. Bijvoorbeeld sommige ambachten (creatieve en communicatieve beroepen) en de dienstverlening in de horeca. Concreet gaat het bij zakelijke dienstverlening in deze Conference Paper om de volgende branches (SBI-indeling): • Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie • Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie • Financiële instellingen • Verzekeringen en pensioenfondsen (geen verplichte sociale verzekeringen) • Overige financiële dienstverlening • Verhuur van en handel in onroerend goed • Rechtskundige dienstverlening, accountancy, belastingadvisering en administratie • Architecten, ingenieurs en technisch ontwerp en advies; keuring en controle • Reclame en marktonderzoek • Arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer • Beveiliging en opsporing • Facility management, reiniging en landschapsverzorging • Overige zakelijke dienstverlening
Feiten en Cijfers Gemiddeld drijft ruim tweederde deel (67%) van de economie in de stadsregio Arnhem Nijmegen op de brede bedrijvigheid van ambachten, detailhandel, horeca, vrijetijdsecono mie en zakelijke dienstverlening. Met name in de kleine kernen en de plattelandsgebieden is deze vooral regionaal gebonden economie van groot belang voor de werkgelegenheid en de leefbaarheid. Het voorzieningenniveau in kleine kernen bestaat voor een groot deel uit deze vormen van bedrijvigheid. Zoals in onderstaande tabel is te zien, is het aandeel van de brede economische bedrijvig heid in de totale regio Arnhem Nijmegen fors groter dan gemiddeld in Nederland (uitgaan de van het aantal bedrijven/ vestigingen). Daarnaast zijn er grote verschillen per gemeen te. Rozendaal, Renkum en Mook en Middelaar kennen het grootste aantal bedrijven die actief zijn in sectoren van de brede economie. Dit percentage wordt in hoge mate beïn vloed door het aandeel in de zakelijke dienstverlening. Duidelijk te zien is dat in de grotere steden (Arnhem en Nijmegen) het aandeel in de totale brede economie het kleinst is.
Aandeel vestigingen t.o.v. totaal aantal vestigingen Gemeenten
12
Totaal Brede economie
Ambachten Detailhandel
Horeca (excl. logies)
VrijetijdsZakelijke economie dienstverlening
Rozendaal
83,8%
3,2%
2,6%
0,6%
1,3%
76,0%
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Renkum
76,4%
6,4%
7,7%
2,2%
1,4%
58,7%
Mook en Middelaar
75,6%
9,8%
4,4%
3,5%
2,2%
55,6%
Groesbeek
74,5%
16,0%
7,2%
3,4%
2,4%
45,4%
Montferland
74,2%
13,5%
7,8%
2,9%
1,8%
48,2%
Zevenaar
73,2%
9,9%
10,3%
3,3%
1,1%
48,6%
Beuningen
72,3%
12,4%
9,8%
2,4%
0,6%
47,2%
Rijnwaarden
71,6%
11,8%
9,7%
4,4%
2,2%
43,5%
Wijchen
70,7%
12,9%
8,7%
1,8%
0,7%
46,6%
Duiven
70,5%
8,5%
7,7%
2,2%
0,6%
51,5%
Lingewaard
69,9%
12,3%
8,8%
2,7%
0,7%
45,4%
Doesburg
69,8%
9,0%
11,7%
4,1%
2,0%
43,0%
Rheden
68,6%
9,8%
9,4%
2,9%
1,6%
44,9%
Ubbergen
68,6%
8,8%
5,4%
2,1%
1,2%
51,0%
Heumen
67,6%
8,0%
8,2%
2,4%
0,8%
48,2%
Overbetuwe
67,4%
10,5%
8,8%
2,2%
1,0%
44,9%
Westervoort
67,1%
13,3%
7,7%
2,9%
0,7%
42,5%
Millingen aan de Rijn
63,5%
15,5%
13,5%
4,4%
1,0%
29,0%
Arnhem
63,3%
7,4%
8,1%
4,1%
1,0%
42,7%
Nijmegen
59,8%
7,2%
8,0%
4,0%
0,9%
39,7%
STADSREGIO
67,0%
9,3%
8,4%
3,7%
0,6%
44,9%
NEDERLAND
52,9%
7,2%
6,5%
2,4%
0,9%
35,8%
Bron: Handelsregister KvK, maart 2011
Gekeken naar de afzonderlijke sectoren die onderdeel uitmaken van de brede economi sche bedrijvigheid, valt op dat de ambachtseconomie met name goed vertegenwoordigd is in Groesbeek en Millingen aan de Rijn. Detailhandel kent een groot aandeel in Millingen, Doesburg en Zevenaar en de horeca is met name in de steden Arnhem en Nijmegen goed vertegenwoordigd. Ook in Millingen, Rijnwaarden en Doesburg neemt de horeca een bovengemiddeld deel van het totale bedrijfsleven in beslag. De vrijetijdssector is het grootst in Groesbeek, Mook en Middelaar en Rijnwaarden. De zakelijke dienstverlening tenslotte, is het grootst in Rozendaal, Renkum en Mook en Middelaar. Een uitschieter naar beneden is Millingen aan de Rijn: daar bestaat ‘slechts’ 1/3 deel van alle bedrijven uit zakelijke dienstverlening. In onderstaande grafiek is per gemeente te zien welk aandeel de afzonderlijke sectoren van de brede economie innemen in het totaal van de brede economische bedrijvigheid (wat het aantal vestigingen betreft):
Aandeel vestigingen sectoren van de brede economie naar gemeente 0%
20%
40%
60&
80%
100%
Rozendaal Renkum Mook en Middelaar Groesbeek
13
Montferland Zevenaar
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Beuningen Rijnwaarden Wijchen Duiven Lingewaard Doesburg Rheden Ubbergen Heumen Overbetuwe Westervoort Millingen aan de Rijn Arnhem Nijmegen STADSREGIO NEDERLAND Ambachten
Vrijetijdseconomie
Detailhandel
Zakelijke dienstverlening
Horeca
Bron: Handelsregister KvK, maart 2011
Als we inzoomen op de werkgelegenheid die samenhangt met de brede economie, dan gaat het om een aandeel van gemiddeld 35% in de regio Arnhem Nijmegen. De zakelijke dienst verlening neemt 15% van de werkgelegenheid voor haar rekening, de detailhandel ca. 10%, maar de vrijetijdseconomie slechts 1,2%. Per gemeente verschillen de cijfers: in Millingen en Beuningen is het grootste deel van de beroepsbevolking werkzaam in de sectoren van de brede economie, Renkum, Nijmegen en Rozendaal sluiten de rij. Opvallend is dat de zakelijke dienstverlening weliswaar qua bedrijvigheid de grootste sector is, maar dat dit qua werkgelegenheid niet overal geldt. Met name de detailhandel zorgt voor veel arbeidsplaat sen, vooral in Millingen, Westervoort, Beuningen en Heumen. Ook de ambachtseconomie draagt fors bij aan de werkgelegenheid, met name in Beuningen en Groesbeek. Overigens geeft dit overzicht slechts een indicatie, er zijn ook bronnen en rekenmethoden die heel andere cijfers laten zien. Zo kan de sector ‘zakelijke dienstverlening’ op verschil lende manieren afgebakend worden. Ook voor de vrijetijdssector bestaan verschillende afbakeningen. Als bijvoorbeeld het aandeel van de werkgelegenheid in de vrijetijdssector wordt berekend volgens een landelijk ingestelde standaard norm (waaronder dan ook delen van de groot- en detailhandel, de horeca en bijvoorbeeld de vervoerssector vallen) hebben we het over een aandeel van 6% in de stadsregio - en in enkele gemeenten zelfs meer dan 10% van de werkgelegenheid die met de vrijetijdssector samenhangt (bijvoor beeld Heumen, Ubbergen en Groesbeek)!
Aandeel werkgelegenheid t.o.v. totale werkgelegenheid 14
Gemeente
Totaal Brede Ambachten economie
Detailhandel
Horeca (excl. logies)
VrijetijdsZakelijke economie dienstverlening
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Millingen aan de Rijn
45,6%
9,7%
19,3%
5,9%
3,8%
6,9%
Beuningen
45,1%
13,4%
16,3%
4,5%
0,7%
10,2%
Heumen
44,4%
7,1%
16,3%
7,6%
1,7%
11,6%
Westervoort
43,3%
10,8%
17,7%
4,8%
0,1%
9,9%
Groesbeek
39,9%
12,3%
8,7%
4,9%
4,9%
9,2%
Doesburg
39,4%
5,5%
14,2%
6,4%
1,0%
12,3%
Zevenaar
38,2%
7,3%
10,3%
3,7%
0,7%
16,2%
Lingewaard
38,0%
6,3%
12,0%
3,8%
0,2%
15,6%
Arnhem
37,2%
2,9%
8,2%
3,2%
1,3%
21,5%
Rheden
37,1%
7,1%
10,0%
2,7%
1,7%
15,5%
Ubbergen
35,8%
8,4%
7,8%
6,1%
4,2%
9,3%
Montferland
35,8%
8,5%
9,2%
4,7%
3,0%
10,5%
Wijchen
35,1%
10,7%
11,2%
2,7%
0,7%
9,9%
Overbetuwe
34,1%
8,0%
10,7%
3,1%
0,4%
11,9%
Duiven
33,6%
6,0%
11,0%
2,6%
0,2%
13,7%
Rijnwaarden
33,2%
8,5%
9,0%
4,4%
1,2%
10,1%
Renkum
30,8%
5,6%
9,9%
2,7%
3,7%
9,0%
Nijmegen
26,4%
3,6%
7,8%
3,9%
0,6%
10,5%
Rozendaal
18,6%
1,6%
1,4%
1,9%
5,3%
8,4%
Niet bekend
-
-
-
-
-
35,3%
5,6%
9,7%
3,8%
1,2%
15,0%
Mook en Middelaar STADSREGIO
Bron: Provinciale Werkgelegenheidsenquête 2010, provincie Gelderland
Trends en ontwikkelingen Per afzonderlijke sector spelen verschillende trends en ontwikkelingen een rol. Veel van deze ontwikkelingen zijn ook van belang voor de totale (brede) economie in de regio. In dit hoofdstuk worden per sector de relevante trends weergegeven. In de bijlage is een samen vattend overzicht van de trends en ontwikkelingen per sector opgenomen.
Ambachten: De ambachtseconomie doet ertoe. Voor beoefenaars van ambachten is hun vak vaak hun passie. En de verdiensten steken doorgaans goed af bij bijvoorbeeld administratieve beroepen. Bovendien is er vaak het perspectief om een eigen onderneming te starten. En toch kampen de meeste ambachtelijke branches met een groeiend tekort aan vakbe kwame krachten, zeker op de langere termijn. De huidige ontgroening (minder jongeren) en vergrijzing (de babyboomers gaan binnenkort met pensioen) maken de uitdaging alleen maar groter. Ervaren mensen verdwijnen, te weinig jongeren dienen zich aan. En dat in een sector die het moet hebben van leren in de praktijk, het liefst onder begeleiding van een ervaren of volleerde vakman of –vrouw. Ook kampt de sector met een imago-probleem: het beeld van werken in de ambachtsector is voor veel mensen nog steeds dat je er vuile handen van krijgt en dat het werk slecht verdient. De praktijk laat echter vaak een ander beeld zien.
Bovendien biedt de hang naar authenticiteit en individualiteit die in de maatschappij te zien is toekomstperspectief: dit is passend bij de aard van het ambacht (maatwerk, handgemaakt). Belangrijkste uitdaging die naar voren is gekomen uit gesprekken met vertegenwoordigers uit het regionale bedrijfsleven en andere deskundigen is het ambacht weer te laten boeien en bloeien. Dit is dan ook een onderwerp dat bij de workshoprondes tijdens het debat aan de orde komt.
Detailhandel: In de detailhandel spelen verschillende ontwikkelingen een rol. Onontkoombaar is de opkomst van internet en andere technologische ontwikkelingen. De consument koopt zijn producten niet meer alleen in de winkels, maar voor een groot deel ook via internet of mobiele telefoon en/ of Apps. Veel winkeliers hebben een website, deze kan voor verschillende doeleinden gebruikt worden. 97% van de winkels met een eigen website in 2009, verstrekt online informatie over het bedrijf. 67% geeft aan de website te gebruiken voor het geven van informatie over specifieke producten of diensten. 27% biedt via de website klantenservice. 24% van de
8
Bron: www.ambachtseconomie.nl (2011)
15
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
De ambachtseconomie staat hiermee voor een enorme uitdaging. Thema’s daarbij zijn8: • verbetering van het imago van ambachten; • herwaardering van het ambachtelijke beroepsonderwijs; • versterking van het ondernemerschap van vakmensen; • stimulering ambachtelijk ondernemersklimaat.
winkeliers met een website geeft aan online artikelen te verkopen (jnclusief betalen en bezorgen). Dat komt neer op 16% van álle winkels, dus inclusief de winkels die geen website hebben. Multichanneling - verkopen via fysieke winkel en website - neemt toe.9 Daarnaast brengt het internet ook met zich mee dat de markt transparanter wordt. De consument zoekt snel en makkelijk informatie op over prijs, kwaliteit en service, vergelijkt deze zaken online en is kritischer geworden. Anderzijds heeft men minder vrije tijd en is men vrij op andere momenten (24-uurs economie). Consumenten hechten ook belang aan beleving en genieten, aan authenticiteit. Dit vinden ze juist door bijvoorbeeld te funshop pen of rond te slenteren in winkelcentra en (kleine) dorpskernen. De detailhandel heeft te maken heeft met een toenemend aantal vierkante meters aan winkelruimte. De groei van winkelruimte is veel groter dan de groei van de bevolking en de bestedingen. De uitbreiding van het aantal vierkante meters en de komst van nieuwe, vaak in de periferie van steden gelegen winkelgebieden, kan leiden tot extra (verdringings) concurrentie. Het legt in tijden van stagnerende bestedingen een grote druk op de vloer productiviteit. Afnemende vloerproductiviteit en de druk op marges kunnen het rendement van de detailhandel ondermijnen. Kostenbeheersing en schaalvoordelen die mede door samenwerking kunnen worden gerealiseerd, blijven belangrijke aandachtspunten. Met de komst van nieuwe winkelgebieden staat ook de kwaliteit van bestaande winkelgebieden onder druk. Bereikbaarheid, parkeren en de invulling van de nieuwe centra zijn voor de consument op deze locaties veelal aantrekkelijker. Ondernemers moeten dan ook alert blijven op deze ontwikkelingen en de (toekomstige) kwaliteit van hun vestigingslocatie goed monitoren. Het is nu tijd om ingrijpende beslissingen te overwegen.10 16
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Ontwikkelingen die van belang zijn voor de detailhandel11: • Individualisering: speciaal en specifiek aanbod, persoonlijke benadering • Cross Channel Commerce: internet als verkoopkanaal, afstemming online en offline, mobiel betalen, consumenten willen overal op elk moment kunnen kopen • Digitalisering: verandering oriëntatie- en zoekproces, onder invloed van internet: social media, forums, review sites • Demografische ontwikkelingen: vergrijzing, opkomst nieuwe ouderen, voelen zich jong en zijn koopkrachtig. Jongeren zijn eerder volwassen en zelfstandig. Kleinere huishou dens. Ontwikkeling van een multiculturele samenleving. • Globaal tegenover lokaal: mogelijkheden om producten wereldwijd in te kopen en /of te produceren (grenzen vervagen) tegenover lokale verschillen en aanpassingen. Consument wil lokaal en dichtbij winkelen; authenticiteit, ambacht, persoonlijk contact. Behoefte aan afwisseling en beleving (kans voor kleinere winkelsteden) • Minder (vrije) tijd en op andere momenten (24-uurs-economie) tegenover ruimte voor funshoppen, genieten en beleven (offline). • Transparantie: duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen, transparantie over prijs, kwaliteit en service. Kritische consument. • Nieuwe generatie discounters, value for money, consumenten kopen zowel aan onderkant als aan bovenkant van de markt, design voor de massa. • Consuminderen: terughoudende en (prijs)bewuste consument, opkomst tweedehands en vintage. • Nieuwe markten: expansie naar groeimarkten zoals Japan, China en India.
Bron: Hoofdbedrijfschap Detailhandel (2011) ron: Rabobank Branche Informatie (2011) B 11 Bron: CBW-Mitex (2010) 9
10
De uitdagingen waar de detailhandel voor staat, zijn o.a.12: • Verbetering imago van werken in de sector • Juiste onderwijs en scholing • Aantrekken van personeel (kansen liggen o.a. bij aantrekken van meer mannelijke en allochtone medewerkers) • Vergrijzing: bedrijfsoverdracht en -overname • Winkelcriminaliteit • Duurzaam ondernemen • Innovatie en benutten van internet • Professionalisering • Ruimtelijk: passende locatie en goede bereikbaarheid De hierboven genoemde thema’s laten zien dat er erg veel veranderingen op deze sector afkomen. Hoe kan de detailhandel hierop inspelen en in de toekomst ook in de kleine kernen succesvol blijven functioneren? Dit is een belangrijke vraag, die tijdens de workshops aan bod zal komen.
Horeca: In de horeca werken veel mensen vooral vanwege de sfeer en het sociale aspect. De arbeidsomstandigheden zijn vaak zwaar. Zoals eerder vermeld zijn er veel jongeren werkzaam in de horeca. Belangrijke ontwikkelingen voor deze sector zijn13:
De samenleving Mensen gaan steeds bewuster consumeren. Zij zien in dat consumptiegedrag negatieve gevolgen kan hebben voor het milieu en de gezondheid. Daarom zien zij graag dat onder nemers maatschappelijk verantwoord ondernemen. De nadruk ligt op gezonde voeding, veiligheid en een gegarandeerd veilige herkomst van producten. Daarnaast hebben consumenten vooral behoefte aan een beleving: zij zijn bereid tijd en geld te besteden aan een goed gevoel of een gedenkwaardige gebeurtenis. Tegelijk zijn zij trendgevoelig en snel uitgekeken. De economie Door de komst van de euro kan de consument de prijzen van de meeste Europese landen goed met elkaar vergelijken en zal Nederland door de hogere kostprijzen moeilijker kunnen concurreren. Concurrentie ondervindt de horeca ook van de detailhandel, met name door de kant-en-klaarmaaltijden. Tot slot is er een duidelijke verandering achter de schermen: de macht van toeleveranciers neemt toe door de schaalvergroting en de afnemende bereidheid van banken en producenten om horecaondernemers te financieren.
12 13
oofdbedrijfschap Detailhandel (2011) H Bron: Horecaplaza (2011)
17
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
De bevolking Jongeren blijven voorlopig een belangrijke afzetmarkt, vooral voor de drankverstrekkende horeca. Wie goed inspeelt op deze trendgevoelige consumenten met hun sterk wisselende voorkeuren, kan een gezonde omzetontwikkeling tegemoet zien. Veel jongeren blijven geïnteresseerd in een bijbaan in de horeca, maar de beschikbaarheid van ongeschoolden en lager opgeleiden neemt de komende jaren af. Door werkzaamheden uit te besteden of verder te automatiseren wordt de horecaondernemer minder afhankelijk van dit personeel.
De politiek Niet alle landen houden zich in dezelfde mate aan de Europese regels. Zij komen daarmee weg omdat er nog weinig toezicht is op de naleving. In Nederland worden de regels wel keurig nageleefd en dat is nadelig voor de ondernemer. Ook gemeentelijk zijn er nog steeds verschillen in regelgeving, wat zorgt voor rechtsongelijkheid. De techniek De automatisering in de horeca zou sneller kunnen groeien: meer computersystemen in de back-office en meer e-mail, SMS en internet in het contact met klanten, leveranciers en collega’s. Onder andere de mogelijkheden van social media, twitter, etc. zouden binnen de horeca meer benut kunnen worden om klanten aan te trekken en te binden. Vooral kleine ondernemingen schrikken echter terug voor de investeringen en hebben onvoldoende tijd en interesse om op de hoogte te blijven. Mede hierdoor groeit de kloof tussen grote en kleine ondernemingen.
18
Perspectief Uit de Rabobank Branche Informatie blijkt dat door schaalvergroting en professionalise ring het aantal (kleinere) horecabedrijven verder afneemt. Vooral cafés en discotheken hebben het moeilijk. Naast de conjunctuur spelen hier structurele problemen en te lage rendementen. De hotellerie profiteert van de aantrekkende economie: meer zakelijke en buitenlandse gasten. De bedrijvigheid in de verblijfsrecreatie is relatief stabiel maar blijft weersafhankelijk. In de horeca & recreatie geldt nog meer dan in andere sectoren dat het uiteindelijk de ondernemer is die van grote invloed is op het resultaat. Het draait kortom om de ‘vent en zijn tent’ of om de ’vrouw en haar gebouw’14.
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Thema’s die voor de horeca van belang zijn15: • Gezonde arbeidsmarkt en voldoende adequaat geschoold personeel • Heldere en gelijke wet- en regelgeving (ook t.o.v. nieuwe ‘concurrenten’ zoals drankketen, ondersteunende horeca in andere sectoren en op het platteland) • Milieu en duurzaamheid • Veiligheid binnen het bedrijf • Gezondheid en hygiëne binnen het bedrijf • Kwaliteit van gastvrijheid en gastheerschap, bieden van beleving • Innovatie en aanpassingsvermogen (meegaan met o.a. technologische ontwikkelingen) De centrale vraag die tijdens de debatavonden wordt behandeld is: “Hoe wordt de horeca 2.0?” Met andere woorden, hoe kan de horeca meegaan met de kritische wensen van de consument, nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij en met name in de ICT (social media, internet, apps, etc.)?
Vrijetijdseconomie De regio Arnhem Nijmegen is een belangrijke en populaire bestemming voor binnenlands en buitenlands toerisme en dagrecreatie. De diversiteit aan landschappen, stuwwallen, rivieren en dijken, afwisseling van dorpen en grotere winkelsteden en de ligging nabij de grens maken de regio aantrekkelijk. Gasten bezoeken de regio voor bijvoorbeeld stadsbe zoek (funshoppen) of de afwisselende natuur met heuvels en uiterwaarden. Ook de grote
14 15
abobank Branche Informatie (2011) R Koninklijke Horeca Nederland (2011)
attracties en evenementen trekken veel bezoekers: het Openluchtmuseum, Burgers´ Zoo, Museumpark Oriëntalis, de Nijmeegse Wandelvierdaagse, het Gebr. Van Limburg festival, World Statues , Arnhem Mode Biënnale, concerten in het Gelredome, etc. Tenslotte speelt zakelijk- en congrestoerisme een grote rol in het gebied. Het toeristisch-recreatief bedrijfs leven heeft hier baat bij, maar dient zelf ook actief in te spelen op de kansen die dit biedt. Aanhaken bij bestaande regionale promotiecampagnes en het ontwikkelen van (grens overschrijdende) arrangementen zijn voorbeelden. Belangrijke kenmerken en ontwikkelin gen van de vrijetijdssector zijn: Bedreigingen: De kwaliteit van de verblijfsrecreatie is niet optimaal en de bestedingen van toeristen zijn relatief laag. De sector is erg versnipperd, waardoor het ontbreekt aan lobbykracht en slagkracht voor innovatie. Een ander heikel punt is onduidelijke regelgeving en (on)eerlijke concurrentie met agrotoeristische initiatieven. Daarnaast speelt ook voor de vrijetijdssector de opkomst van het internet een cruciale rol. De consument zoekt en vergelijkt informatie en vakanties via internet en boekt er net zo makkelijk een week Turkije als een weekendje in de regio. De consument wordt kritischer en minder voorspelbaar.
Uitdagingen waar de vrijetijdssector verder voor staat: • Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen • Ruimte voor ondernemerschap (o.a. op het platteland) • Heldere en eerlijke regelgeving • Omgaan met natuur en milieu (Natura 2000) • Samenwerking met andere sectoren In de gebieden waarop de debatten Brede Economie zich richten (middengebied en zuidelijk deel van de stadsregio) is veel potentie voor een sterke toeristisch-recreatieve ontwikkeling. Er liggen goede kansen en er zijn veel attracties, evenementen, routes en mooie plekken. De uitdaging is vooral deze met elkaar te verbinden. Niet alleen in de vorm van aantrekkelijke arrangementen en samenwerking, maar ook fysieke verbindingen zijn van groot belang. Dit alles zodat de toerist langer in de regio verblijft. De vraag die tijdens de workshop centraal staat is: ‘Hoe verbinden we de parels in de vrijetijdssector?’
19
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Kansen: De kritische, veeleisende consument kiest steeds vaker voor kwaliteit en laat zich graag verleiden. Het is van belang in te spelen op de vraag van de consument. Kansen liggen in technologische ontwikkelingen (Marketing 2.0). De groeiende belangstelling voor luxe en comfort, voor wellness en gezondheid en voor beleving zijn trends waarop de sector kan inspelen. Daarnaast biedt de vergrijzing van de samenleving kansen; het aandeel actieve senioren met veel vrije tijd en geld neemt toe en zij vormen een belangrijke doelgroep. Ook de ligging aan de grens met Duitsland en aanwezigheid van Airport Weeze in de nabijheid bieden kansen (aantrekken van buitenlandse bezoekers).
Zakelijke dienstverlening Het belang van de sector zakelijke dienstverlening is de afgelopen decennia sterk toegeno men. De Nederlandse economie is vooral een diensteneconomie geworden. Afgezet tegen het totaal van de marktsectoren, leveren de commerciële diensten tweederde van de werkgelegenheid en een bijna even groot aandeel van de binnenlandse afzet op. De zake lijke dienstverlening is nog steeds één van de snelst groeiende bedrijfstakken in Nederland16. Voor de zakelijke dienstverlening is, meer dan voor andere sectoren, de subjectieve toegevoegde waarde van belang. Kwaliteit bieden en de verwachtingen van de opdracht gever of klant kennen zijn dus erg belangrijk!
20
De zakelijke dienstverlening is tot de economische crisis fors gegroeid: zowel in aantallen bedrijven, omzet als werknemers. Bijvoorbeeld de makelaardij, de beveiligingsbranche, de uitzendbranche, de communicatiebranche en de advocatuur doorstonden, als gevolg van een steeds toenemende vraag, een periode van stormachtige groei. Nu branches zijn geconfronteerd met dalende afzetten is het tijd om een duidelijke toekomstvisie te formule ren. De huidige marktomstandigheden, met in een aantal gevallen substantieel lagere omzetniveaus, maken duidelijk dat sommige branches structurele aanpassingen behoe ven. Dit geldt bijvoorbeeld voor de notarissen, waar de marktwerking om strategische heroriëntatie vraagt en voor de makelaars waar de markt door transparantie, dankzij de nieuw media, volledig is veranderd. Aandachtspunten in de strategie zijn marketing en communicatie, internet en de opkomst van nieuwe media. Wat betekenen deze ontwikke lingen voor de onderneming? Tevens is het belangrijk keuzes te maken in de toekomstige personeelsplanning. Weliswaar zorgt de huidige economische situatie voor een rem op de banengroei, de sector blijft op langere termijn in diverse branches een tekort houden aan hoogopgeleide professionals.17
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Met name door de economische recessie is dus ook deze sector gedwongen om na te denken over de toekomst. Sommige beroepsgroepen en branches, waaronder notarissen, banken, verzekeraars en pensioenfondsen kampen (voor het eerst sinds eeuwen) met verliezen en tegenslagen. Ook de uitzendbranche en de makelaars staan onder druk door de crisis. Hierdoor veranderen interne verhoudingen binnen de organisaties, wordt kosten beheersing belangrijker en staat het personeelsbestand onder druk. Naast arbeidsmarktproblemen, zijn andere thema’s voor de brede zakelijke dienstverlening relevant, zoals schaalvergroting (fusies en overnames), verminderde omzetgroei en automatisering / technologische ontwikkelingen en digitalisering (opkomst nieuwe media). Ook strengere regelgeving en wettelijke voorschriften kunnen een rol spelen (bv. aanpak woekerpolissen en bescherming van en duidelijkheid naar de consument). In het huidige economische klimaat willen opdrachtgevers besparen op hun uitgaven aan zakelijke dienstverlening. Bedrijven hebben te maken met klanten met een krappe beurs en met concurrenten die net een stapje verder moeten of durven gaan. Het ‘uurtje-factuur tje model’ blijft vermoedelijk wel bestaan maar de komende jaren zullen er vaker alternatieven worden aangeboden. Transparantie is daarbij het toverwoord: de opdrachtge ver wordt betrokken in alle stappen van het dienstverleningsproces18.
ron: ABN-AMRO (2009) B Rabobank Branche Informatie (2011) 18 Bron: Berenschot Groep (2010) 16 17
Samengevat staat de zakelijke dienstverlening voor de volgende uitdagingen: • Klantgerichtheid en inspelen op wijzigende vraag: bieden toegevoegde waarde en transparantie • Binden en boeien medewerkers / talenten • Omzetafname en overige problemen door economische recessie • Technologische ontwikkelingen en ICT / opkomst nieuwe media
ICT en Social Media In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat technologische ontwikkelingen, nieuwe media en sociale media, waaronder Hyves, Facebook, LinkedIn, YouTube en Twitter, voor alle sectoren van groot belang zijn. De consument is hiermee relatief eenvoudig en goed koop te bereiken en te verleiden. Voor sommige sectoren is het zelfs van cruciaal belang om hierin mee te gaan en te blijven innoveren. Vanwege het belang van deze ontwikkelin gen wordt er tijdens beide debatavonden een workshop georganiseerd rondom het thema: ‘ICT en Social Media: hoe benutten we de kansen?’
21
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Bijlage - Samenvattend overzicht sectoren Sector
Definitie en kenmerken
Branches
Relevante trends en ontwikkelingen
Thema’s en uitdagingen
Ambachten
Geschoold handwerk waarmee iemand zijn brood verdient. Verzamelterm voor een grote variëteit aan beroepen. Twee elementen zijn kenmerkend: 1. vakkundig handwerk, dat vooral in de praktijk wordt geleerd onder begeleiding van ervaren collega’s. 2. bedrijfsmatige uitoefening van het vak.
• • • •
• O ntgroening en vergrijzing: • Groeiend tekort aan vakbekwame krachten • Hang naar authenticiteit en individualiteit biedt toekomstperspectief: dit is passend bij de aard van het ambacht (maatwerk, handgemaakt)
• V erbetering van het imago van ambachten; • herwaardering van het ambachtelijke beroepsonderwijs; • versterking van het ondernemerschap van vakmensen; • stimulering ambachtelijk ondernemersklimaat.
• S upermarkten, warenhuizen en dergelijke winkels met een algemeen assortiment • Gespecialiseerde winkels in voedings- en genotmiddelen • Benzinestations • Winkels in consumenten-elektronica • Winkels in overige huishoudelijke artikelen • Winkels in lectuur, sport-, kampeer- en recreatie-artikelen • Winkels in overige artikelen (kleding, schoenen, lederwaren, drogisterij- en medische artikelen, etc.) • Markthandel • Detailhandel niet via winkel of markt (colportage, straathandel, internet, postorder)
• • • • • • • • • • • •
Invloed economische crisis Individualisering Digitalisering (internet: social media, forums, review sites, apps) Cross Channel Commerce Demografische ontwikkelingen Globaal vs. Lokaal Opkomst 24-uurs economie Transparante samenleving Nieuwe generatie discounters vs. design voor de massa. Consuminderen Opkomst nieuwe (groei)markten Nieuwe winkelen: winkelen als totaalbeleving
• • • • • • •
inkelcriminaliteit w duurzaam ondernemen innovatie professionalisering onderwijs en scholing ruimtelijk: locatie en bereikbaarheid imago van de sector
• • • •
otels H Restaurants Drankverstrekkende bedrijven Fastservice (snackbar, cafetaria, ijsbedrijven, lunchrooms, grillrooms, fastfoodketens, etc.) • Vrije tijd (musea, bowlingbanen, strandpaviljoens, attractieparken, etc.) • Ondersteunende horeca in andere sectoren en op het platteland
• Invloed economische crisis • Demografische ontwikkelingen (ontgroening en vergrijzing) • Krimp en leegloop plattelandsgebieden: traditionele en kleine buurtcafés platteland hebben het moeilijk • Bewuster consumeren • Beleving en persoonlijk contact blijven belangrijk • Toenemende concurrentie vanuit andere sectoren (detailhandel, dagattracties, woonboulevards, etc.)
• • • • • • • •
ersoneel en arbeidsmarkt P Imago van werken in de sector Wet- en regelgeving / ruimtelijke ordening Milieu en duurzaamheid Veiligheid Gezondheid/ Hygiëne Gastvrijheid Innovatie
• • • • • • • • • •
• • • • • • • • • •
echnologische ontwikkelingen en ICT / opkomst social media T Toename aantal actieve ouderen met tijd en geld Consument wil meer luxe en comfort, ook in de verblijfsrecreatie Groeiende belangstelling gezondheid en wellness Groeiende belangstelling voor kunst, cultuur(historie) Groeiende belangstelling voor evenementen Zakelijke markt biedt kansen Regeldruk Toenemende concurrentie tussen bestemmingen in binnen- en buitenland Grillige, veeleisende en onvoorspelbare consument
• • • • • • •
ersoneel en arbeidsmarkt/ onderwijs P Wet- en regelgeving/ ruimtelijke ordening Milieu en duurzaamheid Veiligheid Gezondheid/ Hygiëne Innovatie Gebruik internet/ web 2.0 / social media
• • • •
Invloed economische recessie; tegenvallende omzetcijfers of verlies Fusies en overnames Technologische ontwikkelingen en digitalisering Strengere wet- en regelgeving (ter bescherming van de consument)
• K lantgerichtheid en inspelen op wijzigende vraag: bieden toegevoegde waarde en transparantie • Binden en boeien medewerkers en talenten • Omzetafname en overige problemen door economische recessie • Technologische ontwikkelingen en ICT / opkomst nieuwe media
Vooral kleinbedrijf/ zzp-ers. Detailhandel
De verkoop van niet-zelfvervaardigde goederen, zowel nieuw als tweedehands, aan consumenten (niet bedrijfsmatige gebruikers). Er kan onderscheid worden gemaakt tussen food en non-food detailhandel. 60% behoort tot ongebonden zelfstandigen, 40% heeft zich aangesloten bij een samenwerking.
Horeca
Het verstrekken van logies en/of bereide maaltijden, snacks en dranken aan gasten voor onmiddellijke consumptie. Het woord is gevormd uit de woorden hotel, restaurant en café. Er is een onderscheid tussen natte horeca en droge horeca. In de ‘droge horeca’ wordt geen alcoholhoudende drank geschonken. Dit in tegenstelling tot de “natte” horeca.
• • • •
ouwambachten, b gebouwverzorgende ambachten, installatie en elektrotechniek, metaal- en houtbewerking en andere productieambachten, reparatieambacht, gezondheidstechniek en uiterlijke verzorging, voedingsambachten, creatieve en communicatie ambachten
Nederlandse Drank- en Horecawet: een horecabedrijf is een bedrijf dat alcoholische drank voor consumptie ter plaatse aanbiedt. Vrijetijdseconomie
Alle (concentraties van) publieksverzorgende, commerciële vrijetijdsvoorzieningen met een (boven-) lokale of regionale verzorgingsfunctie. Recreatie: alle activiteiten die iemand voor zijn plezier onderneemt (geen bezoek aan familie/ kennissen).
Zakelijke dienstverlening
Verkoop van diensten: 1. commerciële dienstverleners, die hoofdzakelijk hun diensten verlenen aan bedrijven. 2. commerciële dienstverleners, die een specifiek soort dienst leveren (bv. handel, horeca, vervoer, financiële dienstverlening De meeste zakelijke dienstverlenings-bedrijven zijn vrij klein (max. 10 werknemers). Het aandeel startende ondernemingen is hoog (lage drempel om te starten). Zakelijke dienstverleners zijn sterk afhankelijk van hun reputatie; kennis en kunde zijn doorslaggevend, maar moeilijk meetbaar.
Verblijfsaccommodaties ttracties/ vermaak, A Horeca/ uitgaan, Delen van de detailhandel (funshoppen) Kunst en cultuur, Sport en spel, watersportsector Wellness & Health, Dieren- en plantentuinen Delen van de vervoerssector Zakelijk toerisme en congressen
• D ienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie • Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie • Financiële instellingen • Verzekeringen en pensioenfondsen (geen verplichte sociale verzekeringen) • Overige financiële dienstverlening • Verhuur van en handel in onroerend goed • Rechtskundige dienstverlening, accountancy, belastingadvisering en administratie • Architecten, ingenieurs en technisch ontwerp en advies; keuring en controle • Reclame en marktonderzoek • Arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer • Beveiliging en opsporing • Facility management, reiniging en landschapsverzorging • Overige zakelijke dienstverlening
Bronvermelding 1. H oofbedrijfschap Ambachten www.hba.nl (maart 2011) 2. H oofbedrijfschap Ambachten www.hba.nl (maart 2011) 3. H oofbedrijfschap Detailhandel www.hbd.nl (maart 2011) 4. B edrijfschap Horeca & Catering www.kenniscentrumhoreca.nl (maart 2011) 5.
Rabobank Branche Informatie www.rabobank.nl/bedrijven/kennis/branches (maart 2011)
6. W ikipedia http://nl.wikipedia.org/wiki/Zakelijke_dienstverlening (april 2011)
24
7. W ikipedia http://nl.wikipedia.org/wiki/Zakelijke_dienstverlening (april 2011) 8. A mbachtseconomie www.ambachtseconomie.nl (maart 2011)
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
9. H oofbedrijfschap Detailhandel www.hbd.nl (maart 2011) 10. R abobank Branche Informatie www.rabobank.nl/bedrijven/kennis/branches (maart 2011) 11. C BW-Mitex Retail 2020 – re’structure (2010) 12. H oofbedrijfschap Detailhandel www.hbd.nl (maart 2011) 13. H orecaplaza www.horecaplaza.nl/horeca2020 (maart 2011) 14. R abobank Branche Informatie www.rabobank.nl/bedrijven/kennis/branches (maart 2011) 15. K oninklijke Horeca Nederland www.khn.nl (maart 2011)
16. A BN-AMRO Visie op zakelijke dienstverlening, sectorrapport 2009 (2009) 17. R abobank Branche Informatie www.rabobank.nl/bedrijven/kennis/branches (maart 2011) 18. B erenschot Groep Trends in zakelijke dienstverlening (2010)
Overige bronnen Centraal Bureau voor de Statistiek Standaard Bedrijfsindeling 2008, structuur (2008) Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme www.gobt.nl (maart 2011) Kamer van Koophandel Handelsregister (maart 2011) Provincie Gelderland Provinciale werkgelegenheidsenquête (2010) 25
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen
Colofon Mei 2011 Redactie Drs. M. Nouwt, Adviseur Regionale Economie Kamer van Koophandel Centraal Gelderland Lay out Mooijekind ontwerpers, Loenen (Gld) Druk GSD, Grafische Service Doetinchem
26
Debat Brede Economie Regio Arnhem Nijmegen