Brandveilig ontwerpen in de praktijk Deel 1 – ontwerpen van vluchtwegen
Emiel van Wassenaar 14 juni 2012
6/15/2012
Emiel van Wassenaar BOUW | RUIMTE | MILIEU
Inhoud – deel 1 1. 2. 3. 4.
Het menselijk gedrag – zelfredzaamheid bij brand Veilig vluchten volgens Bouwbesluit 2012 Theorie versus praktijk Tips voor een brandveilig ontwerp t.a.v. vluchtwegen
Zelfredzaamheid bij brand
Vluchten bij brand Gedrag van mensen in de praktijk 150 internationale publicaties Menselijk gedrag veelal anders dan regelgeving veronderstelt Ontwikkeling van brand is veranderd
Zelfredzaamheid bij brand
1. Mensen kennen de gevaren van brand? Snelheid van brandontwikkeling Gevaar van rook en giftige gassen Wachten met vluchten Vasthouden aan rolpatronen Fatale omgevingscondities: Temperatuur > 120oC Hittestraling > 2,5 kW/ m2 Zuurstofgehalte < 12% Film: Nachtclub ‘The Station’: binnen 90 sec. fatale condities Simulatiefilm
Zelfredzaamheid bij brand
2. Mensen vluchten zodra ze een brandalarm horen? Uitgangspunt regelgeving Lange reactietijd in praktijk Loos alarm? Geen rook of vlammen, geen noodzaak tot vluchten Groepsgedrag Gesproken instructie / alarmsignaal
Zelfredzaamheid bij brand
3. Mensen volgen de groene vluchtaanduidingen? Veronderstelling beleidsmakers In praktijk ‘groene bordjes’ vaak niet opgemerkt Locatie vaak niet logisch Niet zichtbaar door rook Invloed van andere bordjes/ uitingen
Zelfredzaamheid bij brand
4. Mensen vluchten via dichtstbijzijnde nooduitgang? Gebruik dichtstbijzijnde nooduitgang niet vanzelfsprekend Vluchten via ingang van binnenkomst Negatieve invloed van noodontgrendeling en alarm ‘Veilige’ vluchtroutes vaak niet de normale route ‘Veilige’ vluchtroutes vaak niet uitnodigend
Zelfredzaamheid bij brand
5. Liften en roltrappen niet geschikt voor vluchten? Uitgangspunt regelgeving Steeds meer mensen met ‘beperkingen’ Bij hoge gebouwen inzet liften gewenst Aanslag WTC – ontruiming met lift heeft veel mensen gered
Zelfredzaamheid bij brand
6. Invloed van bedrijfshulpverleners Invloed wordt onderschat Nadruk op technische maatregelen Instructies Richting geven (welke vluchtroute)
Vluchten volgens Bb 2012
Vluchten Begint op een voor personen bestemde vloer en leidt naar veilige plaats Uitgangspunt: 30 seconden door de rook te vluchten met een snelheid van 1 meter per seconde De ene vluchtroute heeft een basisniveau aan bescherming. Meer bescherming nodig indien meer personen gebruik maken van de vluchtroute, bij specifieke gebruiksfuncties, en bij hogere trappenhuizen 1 vluchtroute (met een bepaald beschermingsniveau) volstaat (ommekeer oude principe) Het hogere beschermingsniveau is niet nodig als er een 2e vluchtroute is.
Vluchtroutes Vluchtroute: route die begint in een bij personen bestemde ruimte, uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen en eindigt op een veilige plaats zonder dat gebruik hoeft te worden gemaakt van een lift. Beschermde route: deel van de vluchtroute dat buiten het subBC ligt waar de vluchtroute begint (alleen bij bestaande bouw) Beschermde vluchtroute: beschermde route waarvoor aanvullende eisen gelden (alleen bij nieuwbouw, uitsluitend door verkeersruimten) Extra beschermde vluchtroute: beschermde vluchtroute waarvoor aanvullende eisen gelden (niet in een brandcompartiment) Veiligheidsvluchtroute: extra beschermde vluchtroute alleen bereikbaar via een niet besloten ruimte
Beschermde vluchtroute Begint bij de uitgang van een subBC en geldt voor: woonfuncties (geen woonwagen) slaapfuncties U-bouw U-bouw met bezetting ≤ 37 personen
Maximale loopafstand beschermde vluchtroute tot volgende uitgang: 22,5 m – 30 m Buiten beschouwing blijft: gedeelte dat door een trappenhuis voert of gedeelte dat door een niet besloten ruimte voert
Uitgangspunt: 1 vluchtroute vanuit subBC
subBC BC
Extra beschermde vluchtroute Woonfunctie en slaapfuncties EBV begint bij uitgang BC Niet-slaapfuncties EBV begint bij uitgang subBC bij gebruik door 38 t/m 150 personen Trappenhuis met een hoogteverschil > 8 m of van logiesfunctie is EBV
subBC BC
Woonfuncties EBV voert niet langs beweegbaar constructie-onderdeel van een andere woonfunctie tenzij toegangen van de woonfuncties tegenover elkaar liggen EBV voert niet over een trap, tenzij portiekflat (onder voorwaarden) Maximale loopafstand extra beschermde vluchtroute tot 2e vluchtroute, veiligheidsvluchtroute of aansluitend terrein: 5 m – 30 m Buiten beschouwing blijft: gedeelte door een niet besloten ruimte Uitgangspunt: 1 vluchtroute vanuit subBC/BC
U-bouw
Veiligheidsvluchtroute Slaap- en niet-slaapfuncties (U-bouw) Begint bij de uitgang van een subBC bij gebruik > 150 personen Logiesfunctie Trappenhuis met hoogteverschil > 12,5 m
Uitgangspunt: 1 vluchtroute vanuit subBC
subBC BC
Tweede vluchtroute Vanaf het punt dat sprake is van 2 vluchtroutes en deze vluchtroutes door verschillende ruimten voeren, zijn de voorschriften van art. 2.103 (beschermde vluchtroute), art. 2.104 lid 1 t/m 7 (extra beschermde vluchtroute) en art. 2.105 (veiligheidsvluchtroute) niet van toepassing.
subBC
BC2
BC1 BC3
Buiten het BC waarin de 2e vluchtroute start, voeren de 2 vluchtroutes niet door hetzelfde BC.
BC1
BC2
BC2
BC1
BC3
BC3 BC4
Niet toegestaan
Tweede vluchtroute Vanaf de uitgang van het subBC kunnen de 2 vluchtroutes door dezelfde ruimte voeren, indien die ruimte aan de uitgang van het subBC grenst de vluchtroutes beschermde vluchtroutes (vanuit subBC) of extra beschermde vluchtroutes (vanuit BC) zijn de loopafstand in die besloten ruimte ≤ 30 m is, gemeten over beide vluchtroutes de vluchtroutes in verschillende richtingen voeren
Twee vluchtroutes kunnen door dezelfde ruimte voeren indien de vluchtroute een veiligheidsvluchtroute is. Bij woonfuncties voert deze veiligheidsvluchtroute uitsluitend via trappenhuis.
subBC
BV BC2
BC1
BC3
veiligheidsvluchtroute
L EBV BC1
BC2
BC3
Renovatie en herbestemmen
Voldoen aan rechtens verkregen niveau Minimaal niveau bestaande bouw Eigen verantwoordelijkheid hoger niveau na te streven Niveau bestaande bouw niet altijd veilig!
Zorgfunctie
Nieuwbouw
Bestaande bouw
Vluchtroute
30 m
75 m
Min breedte
0,85 m
0,5 m
Min hoogte
2,3 m
1,7 m
Vluchten langs glas
EI-criterium < 2 kW/ m2
EW-criterium 15 kW/ m2
Opvang- en doorstroomcapaciteit Eis aan doorstroomcapaciteit in BB2012 opgenomen Doorstroomcapaciteit is tenminste gelijk aan het aantal personen dat op dit deel van vluchtroute is aangewezen
Aanwezige doorstroomcapaciteit per type vluchtroute vastgelegd in BB2012 MR geeft voor vluchtroute buiten subBC Afwijkende bepalingsmethode voor doorstroomcapaciteit Bepalingsmethode voor opvangcapaciteit Incl. eisen aan ontruimingstijd (van gebouw, van subBC).
Doorstroomcapaciteit
Theorie versus praktijk
Theorie: Brand wordt snel ontdekt Aanwezigen vluchten direct bij rook en/ of brandalarm Vluchten via dichtstbijzijnde (nood)uitgang Vluchtroute aanduiding leidt naar een veilige plek Praktijk: Waarnemen van rook niet direct noodsignaal Snelheid van brand- en rookontwikkeling wordt onderschat Met vluchten wordt in veel gevallen pas na geruime tijd gestart Vluchten veelal via de ‘bekende’ route Vluchtroute aanduiding niet altijd opgemerkt en bij vluchten door rook, vaak niet zichtbaar
Theorie versus praktijk
Theorie: ‘Standaard’ gebruiksfuncties Toegang tot en inrichting van vluchtroute geen invloed op vluchtgedrag Geen invloed BHV-organisatie op ontruimingstijd Niveau bestaande bouw mag Praktijk: Verminderde mobiliteit aanwezigen Negatieve invloed van noodontgrendeling/ alarm en ‘afwijkende’ inrichting vluchtroute BHV-organisatie kan ontruimingstijd significant verkorten Niveau bestaande bouw kan leiden tot onveilige situaties
Waar heeft u als ontwerper invloed op? Snelheid van brand- en rookontwikkeling wordt onderschat Vluchten veelal via de ‘bekende’ route Vluchtroute aanduiding niet altijd opgemerkt en bij vluchten door rook, vaak niet zichtbaar Verminderde mobiliteit aanwezigen Negatieve invloed van noodontgrendeling/ alarm en ‘afwijkende’ inrichting vluchtroute Afmetingen van vluchtroutes Toepassing van glas in vluchtroutes
Tips
Let bij keuze van materialen op brand- en rookgedrag. Ook bij inrichtingselementen! – deel 2 Toegangsroute is een vluchtroute, ook bij een atrium Meerdere toegangsroutes i.p.v één Vluchtroutes uitnodigend, geen nooduitgangen met voorziening tegen oneigenlijk gebruik ‘Veilige’ afmetingen vluchtroute, ook bij renovatie en herbestemming Voorkom vluchten langs glas (invloed warmtestraling) of EI glas – deel 2
Tips
Vluchtroute duidelijk zichtbaar (afwijkend?) Vluchtroute aanduiding: lager, knipperend Deuren in vluchtroute afwijkend Ontruimingsalarm met gesproken woord Bijvoorbeeld Nodazzle noodverlichting en vluchtroute aanduiding winnaar SBR Innovatieprijs brandveiligheid 2012
Film: nodazzle.com
Tips
Maak brandveiligheidsanalyse uitgaande van: Mensenkenmerken Brandkenmerken Gebouwkenmerken Stem brandveiligheidsvoorzieningen af op resultaat van deze analyse – FSE (fire safety engineering)
Vragen?
Emiel van Wassenaar LBP|SIGHT
[email protected] Tel.: 030 231 1377