Hét Haagse tijdschrift voor natuur en milieu
Branding
8ste jaargang, nummer 1, 1 januari - 31 maart 2008
Duurzame vis De plannen voor Scheveningen buitelen de laatste tijd over elkaar heen. Wij voegen er nog één aan toe: zet de kustplaats op de kaart als centrum van duurzaam gevangen en verwerkte vis. Pagina’s 4 en 5
Groene hoogbouw Vaak wordt gedacht dat hoogbouw een vorm van efficiënt ruimtegebruik is. Niet waar. Vaak wordt hoogbouw lelijk gevonden. Niet per se waar. Wat dacht u van groene hoogbouw? Pagina’s 8 en 9
Cradle to cradle ‘Af val is voedsel’: het lijkt een innerlijke tegenspraak, maar de ideologen van de Cradle to cradlebeweging laten zien dat het kan. Voor de Stichting Aarde-Werk komt het concept als geroepen. Pagina 6
Van de redactie
Inhoud Van de redactie Geen cent extra + kennismaking Duurzame visserij Cradle to cradle Portret van Fred Schippers Groene hoogbouw Gezellige ‘Groependag’ Het Leeuwerikplein Bouwcarrousel Oslo en de auto Korte berichten Column Julius Pasgeld De Kokende Heks Activiteitenagenda De Fietsbalans 2007
2 3 4/5 6 7 8/9 10/11 12 13 14 15 16 17 18/19 20
Colofon > Redactie Bob Molenaar (hoofdredacteur), Tom Pitstra, Sandra Kamphuis en Frans van der Steen. > Fotografie Arjan Korving (ps. 1, 4, 5), Sandra Kamphuis (pgs. 2, 3, 6-11, 15), Ed Venekamp (pag. 12). Google Earth (pag. 12), Rob Gort (pag. 13), Blauwe Aanslag (pag. 17) Bob Molenaar (pag. 20). > Kopij Kopij voor de volgende Branding inleveren vóór 15 november 2007. Br anding wordt met veel zorg samengesteld. De redactie aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of voor auteursrechten van ingezonden kopij > Ontwerp Peter Lammertzen, VlamDesign > Lay-out Sandra Kamphuis > Foto voorpagina Vissersboot (foto: Arjan Korving) > Redac t ieadres Haags Milieucentrum, Groot Hertoginnelaan 203, 2517 ES Den Haag, t. 070 3050286, f. 070 3050294, www.haagsmilieucentrum.nl, email:
[email protected] > Gironr. 94256 tnv. Haags Milieucentrum > Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever •
In deze eerste Branding van de 8e jaargang voor het eerst in het bestaan van het blad uitgebreid aandacht voor de zee. Maar natuurlijk niet alleen dat: we laten ook zien hoe hoogbouw ‘groener’ gemaakt kan worden, hoe een grote stad (in dit geval Oslo) serieus werk maakt van schone lucht en hoe bewoners het groen in ‘hun’ plantsoen veilig weten te stellen. Veel leesplezier!
Doe Branding cadeau! Soor t zoekt soor t, dus uw vriendenkring telt ongetwijfeld een aantal milieuvriendelijke mensen. Kennen zij Branding al? Zo niet, dan doet u ze vast een plezier met een cadeau-abonnement. Als u ons de gegevens van de gelukkige doorgeeft, zorgen wij ervoor dat Branding voortaan iedere drie maanden bij hem of haar op de mat ploft. Het kost u niets, dus dat is lekker weggeven! Een donatie mag natuurlijk, en wordt zeer gewaardeerd.
De redactie van Branding wenst al haar lezers een gezond en duurzaam
2008!
De uitgave van Branding wordt mede mogelijk gemaakt door steun van de Nationale Postcode Loterij.
> Stichting Aarde-Werk, Hugo de Grootstr. 8, 2518 ED Den Haag, T. 3457847 > Biesieklette, Heeswijkplein 86-87, 2531 HG Den Haag, T. 3942211 > Stichting Egelopvang Den Haag e.o., Postbus 82381, 2508 EJ Den Haag, T. 3254045 > Fietsersbond Den Haag, Postbus 11638, 2502 AP Den Haag, T. 3621542 > Haagse Bond van Amateurtuindersverenigingen Postbus 33914, 2503 BE Den Haag, T. 3298895 > Haagse Dierenbescherming Frederik Hendriklaan 85 a, 2582 BV Den Haag, T. 3924289 > IVN, Vereniging voor Natuur- en Milieu-educatie Den Haag, Mw. I. van Wissen, Pelikaanhof 31, 2264 JG Leidschendam, T. 3279321 > St. Kerk en Milieu Den Haag e.o., Mw. J. van Kuijen, Rottermontstr. 20, 2562 NG Den Haag, T. 3452541 > KMTP/’Groei & Bloei’ Den Haag, Sijzenlaan 98, 2566 WN Den Haag, T. 3233506 > Kon. Nederlandse Natuurhistorische Vereniging Den Haag, Ruimzicht 104, 2543 RN Den Haag,
[email protected] > Milieudefensie Den Haag, Cannenburglaan 22, 2532 AM Den Haag, T. 3621542 > NIVON, Werkgroep Milieu Maarseveenstraat 2, 2574 RW Den Haag, T. 3652052 > ROVER, Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer Den Haag, Jan van Male, De Savornin Lohmanlaan 479, 2566 AL Den Haag, T. 3236623 > Stichting Stedenband Den Haag-Warschau, Torenstraat 172, 2512 BW Den Haag, T. 3658183 > Haagse Vogelbescherming, Van Trigtstraat 43, 2597 VX Den Haag, T. 0174-213825 > Wereld Natuur Fonds Den Haag, p/a Postbus 7, 3700 AA Zeist T. o9oo 1962 > De Windvogel, Arnout Verhulst, Molenring 127, 2741 MZ Waddinxveen, T. 0182-614245. > Voor meer informatie: Haags Milieucentrum, t. 3050286 • 2 branding januari-maart
Geen cent extra voor milieu Op 1 november jl. stelde de gemeenteraad de begroting voor dit jaar vast. De begrotingsvaststelling is elk jaar de belangrijkste bijeenkomst, want dan worden de echte keuzes gemaakt. Tal van fraaie beleidsvoornemens blijven namelijk holle frasen als daar geen extra geld beschikbaar voor gesteld wordt. De kwaliteit van het leven is onlosmakelijk verbonden met de vitaliteit van natuur en milieu. Zaken als een stabiel klimaat, voldoende landbouwgrond, voedsel, bruikbaar water, een beschermende ozonlaag en gezonde lucht zijn bestaansvoor waarden. En met al die zaken gaat het in een angstwekkend tempo bergafwaarts. Zo heeft een internationaal team van onderzoekers aangetoond dat, door verschillende oorzaken, de concentratie van CO 2 in de atmosfeer sneller gestegen en hoger is dan in de afgelopen 650.000 jaar. Zelfs in het zwartste scenario van klimaatvoorspellingen, ook in het laatste IPCC-rapport, is daar geen rekening mee gehouden. In het VN-rapport GEO-4 wordt gewaarschuwd dat het doorgaande snelle verlies aan biodiversiteit en land net zo’n groot probleem kan worden al s de gevolgen van de klimaatverandering.
Dit is geen zwartgallig doemdenken, maar door duizenden wetenschappers ondersteunde feiten. Gelukkig ziet bijvoorbeeld ook de rijksoverheid in dat er hoognodig iets moet gebeuren, en stelt daarvoor in haar begroting vervolgens veel extra geld beschikbaar. Als we met deze wetenschap naar de begroting van onze stad kijken, zou je toch verwachten dat een flink deel van de meer dan 150 miljoen voor nieuw beleid wordt ingezet om een stevige impuls aan duurzaamheid te geven. Maar niets blijkt minder waar. Vrijwel geen cent heef t het stadsbestuur in 2008 extra over voor milieu en duurzaamheid, terwijl de kansen en mogelijkheden daartoe voor het oprapen liggen. Den Haag zou zich bijvoorbeeld op de kaart kunnen zetten als Internationale stad van Klimaat, Recht en Vrede. Niet voor niets heeft Al Gore de Nobelprijs voor de VREDE gewonnen: klimaatveranderingen vormen een directe bedreiging voor recht, vrede en veiligheid; niet alleen in de wereld maar op den duur ook in onze stad. Zo kunnen we wellicht voorkomen dat we een stad IN zee worden in plaats van een stad AAN zee. Niet voor niets besteedt de ener-
gienota van de regering veel aandacht aan de belangrijke rol van het lokale bestuur als het gaat om actie rond klimaat en energie, maar Den Haag komt - in tegenstelling tot Amsterdam, Rotterdam en vele andere steden - in het hele stuk niet voor. Bijna geen woord ook over duurzaamheid in de talrijke mooi uitgegeven boekjes en folders om de stad te promoten. Vrijwel nooit haalt Den Haag de pers als het over milieu en duurzaamheid gaat. In Amsterdam en Rotterdam werden recent klimaatconferenties gehouden. Wederom: waar blijft Den Haag…? Niemand in het Haagse college van burgemeester en wethouders draag t die noodzakelijke betrokkenheid bij duurzaamheid en de urgentie echt uit, terwijl dit een verantwoordelijkheid van het HELE college is. Wanneer gaat dit stadsbestuur zijn lokale deel van de verantwoordelijkheid voor het indammen van de wereldwijde milieucrisis eindelijk eens nemen? Frans van der Steen, directeur Haags Milieucentrum
Even kennismaken: Fatiha Mataiche
Sinds november werk ik bij het Haags Milieucentrum met als taak jongeren en leden van diverse etnische gemeenschappen in Den Haag te betrekken bij duurzaamheid. Zelf ben ik afkomstig uit de Marokkaanse gemeenschap - ech-
ter niet de Nederlandse, maar de Belgische. Ik ben in 1973 geboren in Leuven en deed mijn liefde voor de natuur op in het prachtige nabijgelegen natuurgebied Kesselse Bergen. In Leuven ben ik drie jaar met veel plezier bij de Integratiedienst actief geweest als educatief medewerkster. Daarna ben ik aan de Katholieke Universiteit Arabistiek en Islamkunde gaan studeren. En nu ben ik dus hier. Bij het milieucentrum ben ik momenteel druk bezig contacten te leggen met de diverse gemeenschappen in Den Haag. In Regentes-Valkenbos ga ik rondom De Verademing aan de slag om jongeren uit die wijk te betrekken bij natuur, milieu en duurzaamheid. Daarvoor ga ik moskeeën, kerken, natuurorganisaties, wijkorganisaties en scholen
Ook in het eindproduct vinden meeuwen nog iets van hun gading.
benaderen. En in maart organiseer ik een bijeenkomst met vertegenwoordigers van allerlei maatschappelijke organisaties over hoe leden van hun allochtone achterban bij duurzaamheid te betrekken. Mensen van het Rotterdams Milieucentrum, die daar heel succesvol in zijn, komen dan hier een presentatie geven. Daarnaast help ik (als vrijwilligster) jongeren van 12 tot 16 jaar met schoolwerk bij Yasmin, het centrum voor buitenlandse vrouwen aan de Brouwersgracht in Den Haag. Wie iets te vragen of te melden heeft over deze onderwerpen: bel of mail me! Fatiha Mataiche, tel. 30 50 286, e-mail fatiha.mataiche@ haagsmilieucentrum.nl
januari-maart branding 3
De mens neemt en de zee geeft steeds minder “De zee geeft en de zee neemt”, sprak Kniertje in Herman Heijermans’ beroemde toneelstuk Op hoop van zegen. Inmiddels zijn we 107 jaar verder. Het aantal vissers dat ‘op zee blijft’ is gelukkig drastisch teruggelopen, maar door overbevissing valt er op zee ook steeds minder te halen. Hoog tijd voor omschakeling naar een duurzame visserij! Er is heel wat aan de hand in visserijland. Overbeviste visbestanden, be sc hadigde ecos y s temen (ze ebo dems), overmatige dieseluitstoot van visschepen en ga zo maar door… Wat is daaraan te doen en hoe zou ook Scheveningen van die maatregelen kunnen profiteren? Visserij is hier immers een core-business. Grote boomkorkotters die buiten de twaalfmijlszone vissen, de kleinere Eurokotters (tot 300 pk), de zogeheten staand-wantvissers, diepvriestrawlers en nog veel meer: Scheveningen heeft het allemaal. Maar de visserij in Scheveningen verkeert in zwaar weer. Den Haag zou zich kunnen profileren door zich te concentreren op duurzame vis. Duurzame visserij houdt o.a. in dat visbestanden op peil worden gehouden, ecosystemen intact blijven, zuinig met brandstof wordt omgegaan en de bijvangst minimaal is (ter vergelijking: bij de boom-
4 branding januari-maart
korvisserij kan het aantal kilo’s teruggegooide, dode dieren oplopen tot wel acht kilo andere vis en vier kilo ongewervelden per kilo gevangen tong). Dat betekent dat er voor iedere vissoort per plek anders gevist moet worden. Dat kan lastig zijn maar is wel degelijk goed mogelijk.
Vis zonder luchtje Op het oog is een duurzaam gevangen haring in de supermarkt natuurlijk niet te onderscheiden van een niet duurzaam gevangen soortgenoot. Gelukkig
kunnen consumenten zich laten leiden door het MSC-keurmerk. De MSC (voluit de Marine Stewardship Council) is een mondiale, onafhankelijke non-prof it organisatie die overbevissing wil tegengaan. De MSC bestaat sinds 1997 en is volledig geworteld in internationale richtlijnen van de VN. Vissers en visverwerkende bedrijven kunnen hun bedrijf op vrijwillige basis door de MSC laten toetsen aan duurzaamheidscriteria. Als ze aan de standaard voldoen mogen ze zich MSCgecertificeerd noemen en het MSC-keurmerk op hun producten voeren. Helaas beschikken nog maar weinig Nederlandse vissers over dat keurmerk en wordt het in Nederlandse winkels nog maar beperkt aangetroffen. Albert Heijn heeft aangekondigd in 2008 zes MSCgekeurde producten in de schappen te hebben liggen en in 2009 tien (zie voor het standpunt van AH over duurzame vis www.ah.nl/assortiment onder Maatschappelijk verantwoorde vis). Het Centraal Bureau Levensmiddelen wil dat alle Nederlandse supermarkten over vier jaar alleen nog maar gevangen vis met MSC-keurmerk verkopen. Aangezien dit keurmerk nog maar zo weinig producten siert, heeft Stichting De Noordzee in samenwerking met het WereldNatuurFonds een zogenoemde Viswijzer ontwikkeld. Deze is bedoeld om de consument enig houva st te geven bij het kopen van verantwoorde duurzame vis. De viswijzer maakt een onderscheid tussen ‘groene’, ‘oranje’ en ‘rode’ vis. Waarbij de eerste een prima
keuze is, de tweede een mindere keu ze en de derde een ‘liever niet’. Op de visw ijzer v ind t u ook h e t ke u r m e r k M SC terug. De viswijzer is echter indicatief op basis van bureaustudies samengesteld. Het MSC-keurmerk garandeert een veel grondiger beoordeling. Zie ook www. goedevis.nl.
Staand-want In Scheveningen zijn t wee M SCgekeurde bedrijven actief. De firma Jaczon vangt MSC-gecertificeerde haring en de firma Den Dulk verwerkt deze. Maar gek genoeg is deze haring nergens in Den Haag te koop. Ze wordt geëxporteerd naar onder andere Duitsland en Nigeria. Scheveningen heef t echter meer troeven in handen. Een tot nu toe weinig bekende groep van zogenoemde staand-want vissers zou prima in staat zijn om duurzame en tegelijkertijd dagverse vis aan te landen. “Wij vissen met netten die als een gordijn in het water hangen”, leggen Rems Cramer en Arjan Korving uit. “Vissen, waaronder tong, zwemmen er op eigen kracht in. Dat scheelt ons heel veel diesel ten opzichte van de visserij met gesleepte netten. Ook ten opzichte van gekweekte vis is onze visserij energiezuinig, want voor de kweek van vis is verwarming nodig en kweekvis wordt vaak over grote afstanden vervoerd.” Daarnaast kunnen de staand-want vissers heel selectief te werk gaan. Ze gebruiken netten met een maaswijdte die op bepaalde vissoorten afgestemd is, zodat de bijvangst minimaal is. Deze factoren maken dat de staand-want visserij zeer duurzaam kan zijn.
MSC Het Marine Stewardship Council is het onafhankelijke keurmerk voor duurzame visserij. Het MSC-logo garandeert dat visproducten op duurzame wijze gevangen zijn. Vis met dit logo is gekeurd volgens de MSC-standaarden. Die geven vier dingen aan: 1. het visbestand waarvan deze vis afkomstig is bevindt zich op een gezond niveau en kan de inspanning op het bestand dragen 2. de effecten van de visserij op het omliggende ecosystem zijn beperkt en worden geminimaliseerd 3. het visserijbeheer en de controle erop is goed geregeld 4. De traceerbaarheid van deze vis is geborgd van boot tot winkel (zie voor meer informatie www.msc.org)
19 Scheveningse staand-want vissers kan wellicht een begin worden gemaakt. De kosten daarvan (ca. 2 60.000) zijn echter te hoog om door deze vissers alleen gedragen te worden. Daarvoor moeten nog fondsen gezocht worden. Misschien dat hier een rol lig t voor de gemeente, die eerder bijvoorbeeld al meebetaalde aan de visserijonder zoeken van het Landbouw Economisch Instituut. De 2 10.0 0 0 die het vooronderzoek van MSC kost is voor de gemeente best op te brengen. De vis met MSC-keurmerk die nu in de schappen van Albert Heijn ligt is afkomstig uit Engeland. Hier liggen dus kansen om Nederlandse MSC-tong in de schappen te krijgen!
De staand-want visserij kan nóg iets bijzonders betekenen voor Scheveningen: het dagelijks aanlanden van dagverse vis. Dit biedt kansen voor een unieke vismarkt met vis die de nacht er voor gevangen is, voor winkels en voor restaurants die deze vis op het menu kunnen zetten. Deze kleinschalige visserij kan zich tot een toeristische trekpleister ontwikkelen, zoals in zuidelijker havenplaatsen vaak het geval is. Daarvoor moeten echter nog wel wat hobbels genomen worden, want er zijn te weinig ligplaatsen en er is geen opslagcapaciteit. Ook hier zou de gemeente een rol kunnen spelen.
Koopt Nederlandsche waar Maar ook binnen de staand-want visserij kan de duurzaamheid in gevaar komen. Door schaalvergroting is er een tendens naar het gebruik van steeds langere netten. Rems Cramer en Arjan Korving willen dat voorkomen door met de andere staand-want vissers (vrijwillige) afspraken te maken over de maximale totale netlengte. Op termijn is het idee om het MSC-keur aan te vragen voor de Nederlandse visserij op tong met staande netten. Met de ongeveer
Kweekvis Niet alle vis voor menselijke consumptie komt uit de zee en rivieren. Veel vis wordt speciaal gekweekt. Dat neemt soms de vormen aan van een echte bio-industrie, met alle nadelige gevolgen van dien: gebruik van antibiotica, vervoer per vliegtuig en aantasting van de natuur (bijvoorbeeld van mangrovebossen). De kweekvissector gebruikt grote hoeveelheden vismeel; soms is wel zeven kilo wild gevangen vis nodig per kilo kweekvis. Gelukkig worden ook hier steeds meer goede initiatieven genomen. In Brabant zijn bijvoorbeeld voormalige varkensboeren overgeschakeld op de kweek van tilapia en meerval. Meerval is een herbivoor, waarvoor dus geen wilde vis gevangen hoeft te worden en die weinig ziektegevoelig is.
januari-maart branding 5
Cradle 2 Cradle = inspirerend Cradle to Cradle betekent letterlijk ‘van de wieg tot de wieg’ en is een manier om kringlopen te sluiten. Jan-Willem van de Velde, voorzitter van de Stichting AardeWerk, legt uit waarom hij het boek Cradle to Cradle, Afval = voedsel* zo inspirerend vindt. Het door Michael Braungart en William McDonough gelanceerde concept Cradle to cradle staat de laatste tijd aan nogal wat kritiek bloot. Zo zouden ze blind zijn voor de nadelen van de economische groei (zoals een stijgend energiegebruik en hogere CO2-uitstoot) en te weinig denken aan de noodzaak die te beteugelen. Die kritiek begrijp ik wel. Ook Chinezen willen graag een koelkast en gaan daarom nu massaal de steenkool uit de grond halen. Maar dat vind ik geen reden om een concept als C2C daarop af te wijzen. Ik ben juist erg blij dat de twee heren ook in China aan het werk zijn om te voorkomen dat alle steenkool aan het bakken van stenen voor nieuwe huizen wordt opgestookt. Hun ontwerpen maken gebruik van natuurlijke en lokaal aanwezige materialen, wat energievretende transportbewegingen voorkómt.
En wat dacht u van composteerbare luiers?
6 branding januari-maart
C2C laat zich door de natuur de weg wijzen. Het tropisch regenwoud is wat dat betreft het mooiste voorbeeld van een duurzaam systeem. Het bestaat al miljoenen jaren en nog steeds groeit de diversiteit aan soorten. Het geheel van planten, bomen, organismen en dieren vormt een dynamisch evenwicht. Alles in het regenwoud wordt weer grondstof voor andere soorten. Wat zouden wij erop vooruitgaan als wij onze productieprocessen in echte kringlopen konden gaan ontwerpen. Michael Braung ar t is een chemicus die kennis bezit die blijkbaar weinig andere chemici bezitten. Hij kent de stoffen die giftig en schadelijk zijn, maar ook de stoffen die dat niet zijn en die perfect bruikbaar zijn bij de productie van alle mogelijke artikelen. Het ‘upcyclen’ van materialen door de schadelijke elementen eruit te halen levert zuivere grondstoffen op, die bijna eindeloos opnieuw te gebruiken zijn. Dan is het niet erg als je veel verbruikt. Hij vergelijkt het met de uitbundigheid van een kersenboom, waarvan alle bloemblaadjes en pitten in de aarde verwerkt worden tot voedsel. Prachtig. Hij daagt ontwerpers uit totaal nieuw te denken: niet een beetje minder slecht, maar 100% gezond en duurzaam. Dat is inspirerend. Ik weet nog hoe voldaan ik me voelde toen ik voor het eerst biologische melk kon kopen - in 1979 geloof ik. Je weet dat wat je in biologische winkels koopt met zorg is geproduceerd en ik geef, terwijl ik een krent ben, vol plezier mijn geld aan die spullen uit. Want biologische producten zijn sterker en gezonder en ze smaken ook nog eens veel beter. In die tijd van mijn eerste biologische melk zat niet alleen de industrie vol gif, maar ook de landbouw. Boeren waren van natuurlijke mest overgestapt op kunstmest in combinatie met levensgevaarlijke chemische bestrijdingsmiddelen als DDT. Peruaanse boeren die drie jaar na die overschakeling tot hun grote schrik ontdekten dat hun grond zo dood als een pier was geworden door de chemie uit de VS, keerden rigoureus terug naar hun organische landbouwmethoden. Vandaar dat in
de jaren-negentig bioproducten in Peru goedkoper waren dan de chemische en 80% van de productie biologisch was. Hier betalen we voor dergelijke producten juist meer en iedereen vindt dat onterecht. Logisch. Terug naar de sceptici. Is C2C een vrijbrief voor onbeperkte groei van consumptie? Ik denk het niet. Wel verlost het ons bij allerlei producten die we willen kopen van ons schuldgevoel. Dat frustreert immers en brengt de duurzaamheid niet hoger op de agenda van de consument. Ik was erg geraakt door het feit dat de directeur van de door McDonough opnieuw ontworpen Fordf abriek zijn kinderen binnenkor t op het fabrieksterrein wil laten spelen, wat hij eerder voor geen goud durfde… Ik hou niet van auto’s, maar vind het wel geweldig dat de voormalige gifstortplaats er inmiddels uitziet als een natuurgebied waar de werknemers met veel meer plezier werken. Waar straks auto’s van de band rollen die volledig in herbruikbare elementen uit elkaar kunnen worden gehaald. Wat ons verder zal brengen is het besef dat wij in ons huidige gedrag met plezier rekening gaan houden met de generaties die na ons komen. Ik wil dat mijn achterkleinkinderen in bomen kunnen klimmen, schone lucht inademen en zonder na te denken speelgoed in hun mond kunnen stoppen omdat dat geen schadelijke stoffen bevat. Laten we snel beginnen de ideeën van Braungar t en McDonough uit te werken, want haast is geboden. Ik vind het f antastisch dat denkbeelden en praktijken die ik bij Aarde-Werk sinds meer dan tien jaar aan belangstellende burgers doceer, nu op een verrassende manier toegepast (kunnen) worden door ondernemers. Aarde-Werk zal de film Afval is voedsel van Rob van Hattum ver tonen in haar centrum aan de Hugo de Grootstraat 8. Dit vindt plaats op de dinsdagen 8, 15, 22 en 29 januari en 5, 12 en 19 februari om 20.00 uur. * Michael Braungart & William McDonough: Cradle to cradle, afval is voedsel Uitg. Search Knowledge BV Heeswijk www.c2c.duurzaamheid.nl
“De gemeente doordesemen van duurzaamheid” Fred Schippers, sinds 1 december 2006 als directeur verantwoordelijk voor Milieu en Vergunningen bij de Dienst Stadsbeheer, werd net als zovelen geraakt door de film van Al Gore. Maar ook daarvóór was hij al redelijk milieubewust. Greenpeace steunde hij altijd al en ook pakte hij steeds de fiets. Ook voor het woonwerkverkeer, want in tegenstelling tot veel andere Haagse ambtenaren woont Schippers in Den Haag. Sinds ‘Gore’ is het gezin Schippers wel bewuster bezig met afvalscheiding. Hoe schat u de urgentie van het milieuprobleem in? Ik ben nog niet zo lang met dit onderwerp bezig, maar ik vind het een heel urgente zaak. We hebben het hier over de toekomst van onze kinderen. Daar moeten we als een speer mee aan de slag. Daarom ben ik blij met de Regiegroep Duurzaamheid die de gemeente in juli 2007 gestart is. Afwisselend met Melanie Maatman, directeur DSO, ben ik voorzitter daarvan. Nu doe ik het een jaar, daarna zij. Iedereen binnen het ambtelijk apparaat die raakvlak heef t met duurzaamheid is daarin vertegenwoordigd: alle directies van DSO, alle relevante afdelingen bij DSB, maar ook de volksgezondheidspoot van OCW en de FAD, de facilitaire dienst. De afdeling Milieu voert het secretariaat. Zo heeft de gemeente naar aanleiding van het klimaatconvenant tussen het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten op de agenda gezet welke aanknopingspunten voor pilots dat biedt in Den Haag. Is de Stuurgroep Duurzaamheid uit de vorige collegeperiode nog geë valueerd? Dat was een speerpunt van het beleid van toenmalig wethouder Smits. Niet zo expliciet, maar dit is een heel andere tijd. Toen was duurzaamheid een specifiek onderwerp, met een aparte wethouder. Het is nu veel meer facetbeleid. In al het beleid dat we hebben moet duurzaamheid meegenomen worden. Het moet zo normaal zijn dat je het er niet eens meer over hebt. Maar
Branding portretteert mensen binnen het gemeentelijk apparaat die een belangrijk stempel kunnen drukken op de duurzaamheid van Den Haag. Ditmaal is het de beurt aan Fred Schippers, directeur Milieu en Vergunningen.
zover zijn we nog niet. De Regiegroep is bedoeld om concernbreed in een zo vroeg mogelijk stadium, als alles nog open ligt, zaken op elkaar af te stemmen. Leidend zijn daarbij onze hoofdambities: een CO2-neutraal gemeenteapparaat in 2010 en een CO 2 -neutrale stad in 2050. Met dat eerste streven zijn we al een fors eind. Toen ik hier begon dacht ik: denken ze nu écht dat dat mogelijk is, maar ik heb er vertrouwen in dat het gaat lukken. Op het tweede gebied verkeren we nog in een beginfase. Bij de nieuwbouw gebeuren al mooie dingen, neem bijvoorbeeld het nieuwe stadsdeelkantoor Leidschenveen-Ypenburg. De bestaande bouw vind ik het ingewikkeldst. Behalve de Regiegroep is er nu ook weer een Stuurgroep Duurzaamheid. Ja, daarin zitten de wethouders die te maken hebben met duurzaamheidaspecten. Die stuurgroep werkt anders dan in de vorige collegeperiode. Ze komt alleen in actie als we er op ambtelijk niveau niet uitkomen. En dat hebben we nog niet meegemaakt.
haal gaan doen. Om te komen tot een CO2-neutrale stad willen we eveneens workshops gaan organiseren, zowel voor onszelf als voor de buitenwacht. Daaraan zou het Haags Milieucentrum ook een bijdrage kunnen leveren.
Worden er voor die Regiegroep speciaal mensen aangenomen met kennis van duurzaamheid? Nee, we kiezen ervoor om er niet een deskundigenclub van te maken, apart van de core-business. Milieu en Vergunningen werd juist heel lang zo gezien. We willen ook de lijnmanagers erbij betrekken. Die kunnen ons vanuit hun ervaring voeden en omgekeerd dingen meenemen in hun praktijk. In het normale werk moet het milieubesef worden ingebed. De kern van de zaak is dat bij ons in het beheer en bij DSO in ontwikkeling alles van duurzaamheid wordt doordesemd.
Wat CO2 betreft: met alleen energiezuiniger gebouwen kom je er niet. Moet er geen werk worden gemaakt van minder auto’s in de stad? Dat is ook beter voor de luchtkwaliteit. Het Actieplan Luchtkwaliteit gaat vooral om schonere auto’s. We willen zo snel mogelijk het wagenpark verjongen. Ik ben vaak verrast over wat er technisch allemaal mogelijk is. Daarnaast maken we het openbaar vervoer beter, roepen we milieuzones in het leven, breiden we het aantal gebieden met betaald parkeren uit. We beginnen ook met Park and Ride, alleen op een beperktere schaal dan jullie misschien willen. Den Haag zet níet dwingend in op minder auto’s de stad in, wel op betere doorstroming en schonere auto’s en het beïnvloeden van de keuze tussen de auto en het openbaar vervoer.
W o rd e n d i e m a n a g e r s d a n n o g geschoold op milieugebied? Een mooi voorbeeld daarvan is de luchtkwaliteit. Via workshops hebben we DSO goed uiteengezet hoe ze in hun projecten daarmee rekening moeten houden. Vroeger liepen wij altijd in een laat stadium op de rem te trappen – iets wat ons niet altijd in dank werd afgenomen, trouwens. Nu wordt het meegenomen in het denken van de mensen die daar die projecten opzetten. Dat willen we ook met het CO2-ver-
Gaat het allemaal wel snel genoeg? Het ene laat zich sneller regelen dan het andere. En je kunt ook niet alles afdwingen. Als je dingen gaat forceren kan dat averechts werken. Laatst stond in de pers dat steeds minder mensen vertrouwen hebben in al die milieukenmerken waarmee bedrijven zich profileren. Het is een slechte zaak als ze dan besluiten om producten die beter zijn voor het milieu links te laten liggen. Dat zijn de dingen die kunnen gebeuren als je draagvlak verliest.
juli-september branding 7
Hoogbouw kan ook groen zijn Hoogbouw. Wat deprimerende blokken zijn voor de één, betekent voor de ander een fantastische skyline: de meningen zijn sterk verdeeld. De vormgeving maakt voor de acceptatie veel uit. Wordt het een Chrysler Building of een zwarte doos? Het Haag s Milieucentr um ( HMC) vindt het een keuze van de politiek waar welke hoogbouw moet komen. Maar als er voor hoogbouw wordt gekozen moet deze wel groen en duurzaam zijn. Het HMC is voorstander van verdic hting: me er mens en op minder opper vlakte maakt dat groene ruimte niet volgebouwd hoeft te worden. Is hoogbouw dan de oplossing? Nee, in tegenstelling tot wat meestal gedacht wordt zorgt hoogbouw niet altijd voor verdichting. Veel hoge gebouwen vlak naast elkaar conflicteert in Nederland met de vele eisen die gesteld worden aan de woonkwaliteit, zoals daglichttoetreding. Daarom is verdichting door
middel van hoogbouw vaak niet realiseerbaar. Met gestapelde bouw kan je dan een heel eind verder komen. Een goed voorbeeld is de ‘Croissant’ op de hoek Zieken/Groene Wegje, waar dichtheden van 180 woningen per hectare gerealiseerd zijn. Dát er hoog gebouwd wordt, is een politieke keuze die in de Structuurvisie is gemaakt. De gemeente Den Haag werkt aan een nieuwe nota Hoogbouw. In die nota moet een hoofdstuk aan duurzame hoogbouw gewijd worden, vindt het Haags Milieucentrum, en het heef t daarom de Stichting Hoogbouw opdracht gegeven een presentatie te maken rond het thema ‘Groene Hoogbouw’. Deze presentatie is inmiddels getoond aan een aantal gemeenteambtenaren die zich op beleidsniveau met hoogbouw bezighouden. Binnenkor t komen de raadsleden aan de beurt. U kunt de presentatie bekijken via www. haag smilieucentrum.nl > projecten > groene hoogbouw. Voor voorbeelden van groene hoogbouw moeten we helaas de landsgrenzen over. In Nederland is op dat gebied nog niets gerealiseerd. Bij onze oosterburen is een goed voorbeeld de Commerzbank in Frankfur t am Main, maar de grote man van de groene hoog bouw komt van veel verder weg: dat is de Maleisische architect Ken Yeang.
Ken Yeang Ken Yeang is hét gezicht van de bioclimatic skyscrapers, hoogbouw waarbij rekening gehouden wordt met het klimaat. Hij heeft hier veel over gepubliceerd en ‘bioklimatische’ projecten gerealiseerd in met name Kuala Lumpur.
‘Het Strijkijzer’: wel hoog, maar niet groen. 8 branding januari-maart
Yeang heeft zijn carrière vor mgegeven rondom het thema bouwen in relatie met de natuur en de omgeving. Hij ziet wolken-
krabbers als een onvermijdelijke bouwvorm, maar constateert tevens dat deze qua energiehuishouding een fors beslag legt op het milieu. Als voorbeeld noemt hij de hoogbouw in Houston. Ondanks de hoeveelheid energie die van buitenaf de gebouwen binnenkomt in de vorm van zonnewarmte, wordt er veel externe energie gebruikt om ze te koelen. Yeang: ‘Het moment dat de fossiele brandstoffen niet langer in commerciële zin gebruikt kunnen worden, komt met rasse schreden naderbij. De disciplines stedenbouw en architectuur moeten daar dus nu rekening mee gaan houden. Een stedenbouwkundig plan dat honderden jaren mee moet, zou tegenwoordig niet meer op één of andere manier gebaseerd moeten zijn op afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. En nieuwbouw pretendeer t toch altijd minstens 50 jaar mee te gaan? ’’ Yeang stelt dat alle architectuur op ecologische wijze dient te reageren op de natuurlijke omgeving als geheel.
De Commerzbank Frankfurt Een tweede voorbeeld van een duurzame ambitie bij hoogbouw is de Commer zbank in Frankfur t am Main. De toren is ontworpen door de Britse architect Norman Foster, en is met 259 meter nog steeds het hoogste gebouw van Europa. De Commerzbank is een van de eerste bedrijven die duurzaam ondernemen zichtbaar hebben gemaakt, en heeft als voorbeeldproject diverse ontwikkelaars en architecten tot duurzaam bouwen geïnspireerd. Het belangrijkste duurzaamheidsaspect is de natuurlijke ventilatie van het gebouw. Deze is van buitenaf te zien in de vorm van vier verdiepingen hoge atria die om de acht verdiepingen zichtbaar zijn. De computergestuurde ramen in het atrium bepalen hoeveel buitenlucht het gebouw binnentreedt, en dus ook hoeveel lucht er door het gebouw verplaatst wordt. Dat laatste gebeurt via de holle kern van de toren. Via de atria kan de lucht het gebouw ook weer verlaten, zodat deze als het ware door het gebouw kan circuleren. De atria zijn tevens dankbare plekken voor medewerkers van de Commerzbank om zich te ontspannen. Het ziekteverzuim is relatief laag.
Een bijzonder aspect is dat de ramen in de toren open kunnen. In de van dubbel glas voorziene kozijnen kan het buitenste raam aan de onderkant een stukje worden opengeschoven, terwijl het raam aan de binnenkant opengeklapt kan worden. Dit systeem voorkomt dat het verschil tussen trek- of duwkracht aan de buitenzijde en de normale druk in het gebouw te groot wordt. Opmerkelijk is dat de Commerzbank de extra investering in deze duurdere kozijnen in ongeveer vijf jaar tijd heef t terugverdiend. Op www.bouwenwonen.net/ architectuur/special/foster vindt u een fotospecial over het werk van Norman Foster, met daarin zes fraaie foto’s van zijn Commerzbank (de foto’s 11 t/m 16).
Het Strijkijzer In Nederland is duurzaam bouwen reeds enige tijd onderwerp van discussie. In Den Haag is deze onder andere gevoerd over het Strijkijzer, de nieuwe toren aan het Rijswijkseplein. In het oorspronkelijk ontwerp waren zonne-
‘De Croissant’: een goed voorbeeld van efficiënt ruimtegebruik. panelen aan een van de zijden van het gebouw gedacht, maar door stopzetting van de subsidieregeling bleek deze investering niet rendabel te maken. De toren kent wel twee grote atria, maar op het gebied van duurzaamheid en groen is er uiteindelijk niet veel bijzonders gerealiseerd.
Naast genoemde grote projecten zijn er tal van minder ingrijpende maatregelen die bijdragen aan duur zamere (hoog)bouw. Bekend zijn de groene daken en zonnepanelen, maar ook het plaatsen van windturbines op het dak behoort tot de mogelijkheden. Op www.groenehoogbouw.nl zal binnenkort meer informatie te lezen zijn over dit onderwerp.
Ontlast het riool; koppel af! Onder de voeten van ons Hagenaars ligt ongeveer 1300 kilometer aan rioolbuizen. Daardoor wordt per persoon maar liefst 45.000 liter afvalwater afgevoerd. Maar dat niet alleen. Er verdwijnt ook veel regenwater in het rioolstelsel. In Den Haag is ongeveer tachtig procent van het rioolstelsel van het gemengde type. Regen- en af valwater worden daarin samen afgevoerd. Vooral als het erg hard regent, betekent dit dat er een hele plons regenwater naar de zuivering wordt verpompt. Dat kost niet alleen een heleboel energie, maar soms kan de rioolwaterzuivering niet hard genoeg pompen om al het water weg te krijgen. Het mengsel van afvalen regenwater stroomt dan ongezuiverd in de sloten. Dat is ook de reden dat er sinds de jaren-’70 eigenlijk alleen nog maar gescheiden rioolstelsels worden aangelegd. Het ombouwen van een gemengd riool naar een gescheiden riool is een kostbare aangelegenheid. De weg moet worden opgegraven, een diepe sleuf
erin en dan een extra buis erbij. Ook alle kleine buizen vanuit huizen en van de straatputten moeten worden losgemaakt en op de juiste buis worden aangesloten. Dit soort werkzaamheden wordt eigenlijk alleen maar uitgevoerd als woonwijken volledig op de schop gaan. Het is dus niet zo vreemd dat de gemeente bij afkoppelen denkt in termen van decennia. Daarom is het belangrijk dat Hagenaars zelf ook hun steentje bijdragen. Neem bijvoorbeeld de renovatie van platte daken. In de regel komt weer zo’n beetje hetzelfde terug als wat erop zat. In plaats daarvan zou een groen dak (gras of sedum) kunnen worden aangelegd. Het is iets duurder dan een conventioneel dak, maar isoleert veel beter, houdt water vast zodat het riool bij pieken niet zo zwaar wordt belast, het groen oogt beter en de plantjes filteren ook nog fijnstof uit de lucht. Afkoppelen is niet alleen een kwestie van techniek, maar vraagt ook om ander gedr ag. Omdat het af valwa-
ter in nabijgelegen opper vlaktewateren terecht komt, moeten huishoudens goede milieuvriendelijke spullen gebruiken. Het gebruik van onkruidverdelgingsmiddelen die kunnen uitspoelen is in een afgekoppeld gebied (zoals alle Haagse vinexlocaties) niet verstandig, evenmin als de auto op straat wassen. En ook zinken dakgoten, loden afdekslappen en koperen ornamenten worden een bron van verontreiniging als het water dat erop plenst in een nabijgelegen sloot of gracht terechtkomt. Infor matie over materialen die u beter niet kunt gebruiken en beschikbare alternatieven vindt u op www.duurzaam-huis.nl /read /935&sublist=746. Meer info over de Haagse riolen staat op www.denhaag.nl/riolering.
januari-maart branding 9
Gezelligheid troef op de Groe De Groependag is traditiegetrouw de dag waarop het Haags Milieucentrum mensen die zich inzetten voor natuur en/of milieu, beloont voor hun inspanningen. Afgelopen november lag het accent wat meer op het gezelligheidsaspect dan in voorgaande jaren, en gezellig werd het in Restaurant De Hagedis inderdaad. Na de ontvangst met koffie serveerde ’s Peer catering een verantwoorde èn heerlijke lunch (foto 1) en later zou ook nog het duo Hard Gelag (2) acte de présence geven. Speciaal voor deze gelegenheid hadden de musici drie nummers geschreven en ingestudeerd, waaronder de Milieumars.
2
2
Maar, zoals de traditie het wil, er viel van de Groependag wel degelijk het één en ander op te steken. Thema was dit jaar de vraag hoe méér mensen actief te krijgen voor de bescherming van de natuur en het milieu in onze stad. De natuurbeweging vergrijst immers en nieuwe aanwas blijft achter, zeker uit de hoek van mensen die hun wortels buiten Nederland hebben liggen. Bij wijze van ‘best practices’ vertelden drie vertegenwoordigers van succesvolle lokale afdelingen hoe zij dat aanpakken.
Geen toverformule Daarvoor blijkt niet één toverformule te bestaan. Opvallend was juist hoe verschillend de benaderingen waren. De KNNV afd. Regio Delft, bij monde van voorzitter Geert van Poelgeest (3), blijkt erg te hechten aan een solide structuur met een gedetailleerd uitgewerkt organisatiehandboek. Het is echter niet zo dat de voorzitter of secretaris dat in z’n eentje schrijft. Integendeel: actieve leden richten zich op die onderwerpen die hen bovengemiddeld interesseren en schrijven dan ook het desbetreffende hoofdstuk. Wel stelt het bestuur het uiteindelijk vast. Van Poelgeest: “Een kernbegrip is ‘Geldig tot’. Je spreekt van tevoren af wanneer een hoofdstuk geëvalueerd en zonodig herzien wordt. Dat heeft het grote voordeel dat iedereen weet waar-ie aan toe is, en dat je dit soort discussies niet hoeft te voeren in een periode van conflicten.” Van Poelgeest stelt iedere week een elektronische nieuwsbrief samen die ook naar de pers gestuurd wordt.
4
6 10 branding januari-maart
Willemien Troelstra (4) van de Milieudefensie Kerngroep Rotterdam vertelde vereerd te zijn dat ze voor deze bijeenkomst gevraagd was. “Dat betekent dat we er goed in geslaagd zijn het beeld uit te dragen dat we heel actief zijn.” De opmerking karakteriseert haar benadering. Al bestaat de harde kern maar uit vijf mensen (die maandelijks vergaderen), aan hun activiteiten wordt ruime bekendheid gegeven. Milieudefensie Rotterdam houdt een knipselboek bij dat bij manifestaties e.d. neergelegd wordt. Ook tijdens de Groependag ging het rond. Troelstra: “Jaarlijks schrijven we alle Rotterdamse Milieudefensieleden aan met de vraag of ze een steentje willen bijdragen. Dat levert dan reacties op van mensen van in de tachtig die zich verontschuldigen dat ze wel zouden willen maar niet kunnen, maar altijd zijn er wel zo’n twintig mensen die iets willen doen. Als er acties op stapel staan worden die gemaild, maar we maken er een gewoonte van ze ook nog even te bellen.” Troelstra benadrukt tot slot dat organisaties goed voor hun vrijwilligers moeten zorgen: “Hou ze op de hoogte via nieuwsbrieven. Geef ze goede instructies als je een activiteit organiseert. Zorg voor eten en drinken en stel ploegen samen als het om een langdurige actie gaat. En vergeet niet te pauzeren.” Max Leerentveld (5) van de IVN afdeling Den Haag gaf aan zich in dit gezelschap de vreemde eend in de bijt te voelen. “Wij zijn geen professionals, maar amateurs. Bij ons staat de natuurbeleving voorop. We wandelen in de natuur en lei-
5
ependag 2007
1 den natuurgidsen op. Eens in de drie jaar, want vaker kunnen we niet behappen. De initiatieven van die gidsen willen we niet doodslaan met organisatiehandboeken en zo. Ze moeten vooral doen wat ze zelf leuk vinden. Eens in het kwartaal komen we bij elkaar, maar ze hoeven niet aan ons te vragen of ze iets mogen doen of niet.“ In de forumdiscussie die op deze inleidingen volgde, draaide het vooral om twee vragen: moeten de natuuren milieu-organisaties ook ‘gezellig’ zijn? En hoe overbrug je de verschillen - gesteld dat je dat nodig vindt? De eerste vraag werd over wegend positief beantwoord. De IVN vindt het heel belangrijk dat mensen zich bij haar thuisvoelen en organiseert jaarlijks een weekend voor de actieve leden. Van Poelgeest antwoordde met een volmondig ‘ja’ en ook Troelstra neigde daartoe. Wel wees ze op de cultuurverschillen binnen haar groep actieve leden. Jac Wolters, voorzitter van de Raad van Toezicht van het Haags Milieucentrum, zei te denken dat leden van ‘grijze’ organisaties veel minder hechten aan gezelligheid dan leden van ‘groene’ clubs. Yvonne Alexander (6) van het NIVON lanceerde een idee dat de aanwezigen bijzonder aansprak: “Wij hebben
onlangs aan ‘speed-dating’ gedaan. Niet in de gebruikelijke zin, voor het vinden van een liefdesrelatie, maar om te onderzoeken hoe je mensen vindt die samen met jou iets zouden willen ondernemen. Je krijgt dan allerlei mensen tegenover je met wie je drie minuten praat. Het werkte heel goed, mensen spraken af samen te gaan wandelen, fietsen en noem maar op.” Maar hoe overbruggen we de verschillen die er toch wel degelijk zijn? Of toch niet? Zoals Max Leerentveld signaleerde: nogal wat mensen zijn lid van meer dan één (soort) vereniging. Wat de IVN betreft: “Onze natuurgidsen zijn zich heus wel bewust van de bedreigingen van die natuur waar ze doorheen lopen. Alleen dragen wij dat niet zo uit. Daarmee jaag je mensen alleen maar weg.” Troelstra onderschrijft zijn opvatting: “Mensen zijn verschillend. Doe niet of je een ander soort organisatie bent dan je in werkelijkheid bent.”
Andere interesses Natuurlijk kon ook de vergrijzing van de organisaties niet onbesproken blijven. Maar voor IVN’er Jan van den Ende (foto 7) is dat niet echt een issue: “Dat hou je niet tegen. Kinderen zijn vaak
7
nog wel geïnteresseerd in de natuur, maar vanaf hun achttiende krijgen ze andere interesses. Maar mensen leven steeds langer, dus ook degenen die zich inzetten voor de natuur kunnen langer actief blijven dan vroeger.” En de dames van het Wereld Natuur Fonds, voor het eerst aanwezig op de Groependag: ‘Wij hebben veel twintigers en der tigers in onze achterban. Die kennen wel het WNF, want iedereen kent dat, maar niet de andere organisaties.” Dat andere heikele punt, het bereiken van de ‘nieuwe Nederlanders’, kwam aan bod in het middagprogr amma. ErnstJan Stroes van Aarde-Werk gaf toen een demonstratie van de energiecursus waarmee Aarde-Werk brede doelgroepen weet te bereiken. Stroes wist dingen te vertellen die zelfs bij lang niet alle aanwezigen bekend waren, zoals hoe je je woning moet luchten (niet te verwarren met ventileren). Menigeen ging na afloop van deze geslaagde Groependag dus een stuk wijzer naar huis!
3
januari-maart branding 11
Samen aan de slag op het Leeuwerikplein De gemeente is van plan een aantal plantsoenen in de Vogelwijk (opnieuw) in te richten. Eén daarvan is het plantsoen aan het Leeuwerikplein. Daarover dreigde commotie te ontstaan, maar een informatiebijeenkomst op 5 november jl. bracht burgers en Groenbeheer Segbroek nader tot elkaar. De gemeente was aanvankelijk van plan de heesterborders op de vier hoeken van het plantsoen volledig te elimineren en te ver vangen door gras. In het midden van het plantsoen zou dan een rozenperk worden aangelegd. Dit plan was al op een eerdere informatiebijeenkomst bekendgemaakt en leidde tot grote beroering bij de direct omwonenden. Kennelijk was deze commotie tot de burelen van Groenbeheer doorgedrongen, want op de informatiebijeenkomst van 5 november kwam de Gemeente naast de oorspronkelijke rigoreuze oplossing nu ook met twee alternatieven, waarin de heesterborders niet geheel zouden verdwijnen. Namens de bewoners verwoordde Ed Venekamp, gewapend met een fotocollage van de desbetreffende heesterborders, de grote zorgen over de gemeentelijke plannen. Hij vertelde hoe de borders, onder andere door de gevarieerde samenstelling aan heesters, planten en boompjes, al jarenlang een lust voor het oog zijn. De bewoners van het Leeuwerikplein, maar ook andere Vogelwijkbewoners, kijken na een lange winter
in het voorjaar weer reikhalzend uit naar de ontluikende begroeiing op het plein. Het grasveld tussen de borders is een leuk speelveld waar kinderen veelvuldig gebruik van maken.
Ecologische functie Daarnaast hebben de borders een belangrijke ecologische functie. Zij bieden veel broedgelegenheid, beschutting en voedsel aan insecten, vogels, egels en andere dieren. Ook biedt de volwassen heesteraanplant de bewoners enige camouflage tegen ongewenste lichtinval van het doorgaande verkeer op de Houtrustlaan en tegen de verlichting van de sportvelden, de kantine van SVV Scheveningen en straks van de nog te bouwen dertig meter hoge flats aan de Houtrustweg. Uit een gehouden inventar isatie onder de bewoners (met bijbehorende handtekeningen) bleek overduidelijk, dat alle omwonenden de bestaande heesterbegroeiing willen behouden. Het rustige, dorpsachtige karakter van het plein wordt hiermee in stand gehouden, evenals de ecologische en sociale functie van het plantsoen. Door het jarenlang achterwege blijven van onderhoud heef t een aantal (boomvormende) heesters en planten zeker meer ruimte, licht en lucht nodig. Ook zullen een paar oude hees-
ters door nieuwe ver vangen moeten worden. De bewoners vinden - daarin gesteund door de Bomencommissie van de Wijkvereniging Vogelwijk en enkele externe deskundigen - dat een dergelijke opknapbeurt met een goed snoeiplan heel goed uitgevoerd kan worden. Dat zou dan moeten gebeuren door een deskundig hoveniersbedrijf en gespreid over een aantal jaren. De bewoners willen hierbij graag concreet betrokken worden door het geven van adviezen en het leveren van hand- en spandiensten. Een dergelijke stap-voor-stapaanpak, waarbij zoveel mogelijk behoud van de bestaande begroeiing uitgangspunt is, schept de mogelijkheid voor tussentijdse evaluaties en voorkomt ook het schokeffect van een plotselinge kaalslag. Op een herhaling van de geschiedenis rond het Fazantplein, met alle commotie en persaandacht van dien, zit niemand te wachten.
Experiment In een goede sfeer wisselden bewoners en gemeentelijke vertegenwoordigers vervolgens nog wat discussiepunten uit. Zo voelde de gemeente goed aan dat plaatsing van (zit)bankjes op het plein wel ongeveer het laatste was waar de bewoners behoef te aan hebben. Groenbeheerder Hans Kruider ink sloot de bijeenkomst af met het voorstel de (her)inrichting van het plantsoen op het Leeuwerikplein als experiment samen met de bewoners ter hand te nemen. Uitgangspunt zou moeten zijn het zoveel mogelijk behouden van de bestaande groenstructuur. En dat was een voorstel waar de bewoners zich geheel in konden vinden. De struiken die hadden moeten verdwijnen.
12 branding januari-maart
Bouwcarrousel is Den Haag ontgroeid Rob Gort, drijvende kracht achter Bouwcarrousel, was onlangs weer even in Den Haag. Daar komt hij een stuk minder sinds hij vorig jaar naar Zutphen verhuisde. Waarom Zutphen, wilden wij natuurlijk weten als Gort even bij ons langs komt. “Ik ben destijds naar Den Haag gekomen voor werk”, legt hij uit, “maar ik ben geboren in Enschede. Nu ik een zoontje heb werd het huis te klein en de Randstad wordt me te druk. Zutphen is een prachtige stad en die omgeving - de stedendriehoek van Apeldoorn, Zutphen en Deventer - biedt goeie perspectieven omdat er veel aandacht is voor duurzaamheid.” Hoog tijd om even uiteen te zet ten wat Bouwcar rousel ook alweer doet (voor de lezers die de eerdere Br anding-ar tikelen g emi s t h ebb en ) : voorda t e en gebouw gesloopt wordt kunnen Rob Gort en zijn mensen het ontdoen van alle bouwmaterialen die zich lenen voor hergebruik, zoals raamkozijnen, hout, sanitair, verwarming, deuren en dakpannen. In Den Haag is het vooral Vestia die gebruik maakt van zijn diensten. Sinds kort doen ook Apeldoorn en Boxtel een beroep op hem. “Het wer ven van nieuwe klanten aan zowel de afzetkant als de sloopkant blijft een intensieve zaak”, vertelt Gort. “Bovendien is duurzaamheid nog steeds geen standaard-aanpak en denken velen ten onrechte dat duurzaamheid altijd duurder is. Misschien dat de Cradle to cradle-hype nu eens echt wat teweegbrengt”. Waarbij opgemerkt moet worden dat er voor Rob Gort méér in het leven is dan alleen geld verdienen. Al diverse malen heeft hij scheepscontainers vol goederen aan projecten van armlastige hulporganisaties beschikbaar gesteld. In Burundi worden huizen gebouwd waar ‘Bouwcarrousel-deuren’ in zitten, in het Surinaamse Nickerie zit Nederlands sanitair verwerkt in een bejaardentehuis. Dat zoveel van de opbrengsten van de zogenoemde ‘pre-sloop’ naar de Derde Wereld en voormalige Oostbloklanden zou gaan, is overigens niet wat
Gort aanvankelijk voor ogen had. Liever zou hij meer materialen dichter bij huis hergebruiken. Daarom is hij zelf gaan ontwerpen. In samenwerking met Orio Architecten heeft Gort een modulair woningsysteem ontworpen op basis van houtskeletbouw en stro. De woningen bestaan uit een vaste kern, waar nog allerlei ruimtes in modules tegenaan gebouwd kunnen worden. Zo zijn woningen te bouwen tussen de 50 en 150 m2. Gort is ervan overtuigd dat er een markt bestaat voor dit soort unieke huizen, die projectontwikkelaars en aannemers niet bieden. De milieuwinst is groot. “Niet alleen bespaar je zo’n 100 ton aan milieuonvriendelijke bouwmaterialen en zo’n 20
ton aan afval, maar ook circa 100 ton aan CO2-uitstoot”, licht Gort toe. “Daarvan komt zo’n 25 ton op het conto van het toepassen van gebruikte materialen.”
De bestaande voorraad Ook in de bestaande woningvoorraad vallen overigens flinke milieuwinsten te behalen, hebben Bouwcarrousel en 2012 Architecten in opdracht van SenterNovem berekend. Onder het motto ‘bouw voort op wat nog waarde heeft’ zijn twee ontwerpen uitgewerkt voor een woonblok van naoorlogse flats (zoals in Den Haag Zuidwest en Mariahoeve) dat op de nominatie staat gesloopt te worden. Uitgangspunt is het zoveel mogelijk gebruiken van het bestaande casco, de inzet van sloop- en afvalproducten en energiezuinigheid. In overeenstemming met de filosofie van Cradle to cradle is het de bedoeling de restproducten zo hoogwaardig mogelijk in te zetten om ‘downgrading’ van de afvalstroom te voorkomen. Het rapport is te vinden op http:// duurzaambouwen.senternovem.nl.
A ange zien Bouwc ar rou sel nog al eens goederen verscheept, staat een flink deel van de voorraad in zeecontainers in het Rotterdamse havengebied opgeslagen. Daarnaast beschikt het bedrijf nog altijd over een f linke loods in Moerkapelle, waar iedereen op afspraak terecht kan voor tweedehands bouwmaterialen. Maar de huur van die loods is vanwege tegenvallende verkopen op die locatie inmiddels opgezegd. Gort: “Ik ben eigenlijk op zoek naar een betaalbare ruimte in Den Haag. Ik had bijna, samen met Kringloop Den Haag, een ruimte in de Plaspoelpolder kunnen huren. Maar omdat Rijswijk dat bedrijventerrein gaat aanpakken besloot de makelaar de huurprijs in één klap bijna te verdubbelen.” In samenwerking met Kringloop Den Haag ziet Gort goede mogelijkheden. Bijvoorbeeld in de volgende vorm: “Het zou mooi zijn als bezoekers van milieubrengdepots eerst langs een winkel en brengpunt van de Kringloop en Bouwcarrousel konden rijden. Eerst leveren ze hun spullen die nog bruikbaar zijn daar kosteloos in, vervolgens geven ze hun afval tegen betaling af bij het milieudepot.” Gort weet te melden dat bijna de helft van het grof huishoudelijk afval uit bouw- en sloopafval bestaat. Wat nu aan goede producten in de afvalcontainers verdwijnt wordt door de firma Van Vliet nagescheiden. Het wordt wel grotendeels hergebruikt, maar op een laagwaardige manier. Hout dient bijvoorbeeld als grondstof voor spaanplaat of als brandstof. Samen met bijvoorbeeld Kringloop Den Haag en de Haghegroep zou Bouwcarrousel daar heel nuttige dingen mee kunnen doen. “Je zou een pracht van een werkgelegenheidsproject kunnen opzetten rond het schoonmaken en repareren van materialen.” Heeft Gort nog een boodschap voor zijn voormalige woonplaats? Ja. “Het zou mooi zijn als Den Haag nu eens echt werk zou maken van duurzaam slopen en duurzaam bouwen. En een boodschap voor iedereen met een sociale inslag die zich aangesproken voelt door mijn werkwijze, niet te beroerd is om aan te pakken en bij voorkeur wat leiding kan geven: ik verwacht in 2008 een flinke groei, dus solliciteer!”
januari-maart branding 13
Oslo en de auto Den Haag moet alle zeilen bijzetten om in 2010 de Europese normen voor luchtkwaliteit te kunnen halen. Dat bleek uit de Rapportage Luchtkwaliteit 2005 die wethouder Smit eind april 2007 presenteerde. De grote verkeersdruk in de stad is de belangrijkste vervuilingsbron. Inmiddels hebben B&W een Actieplan luchtkwaliteit vastgesteld, waarop u nog t/m 17 januari zienswijzen kunt indienen. Misschien dat Oslo u kan inspireren? Qua bevolkingsomvang is Oslo redelijk vergelijkbaar met Den Haag. De Noorse hoofdstad telt 553.000 inwoners, terwijl Den Haag er 474.000 heeft. Groot-Oslo (dus inclusief de randgemeenten) telt circa 1,1 miljoen inwoners, Stadsgewest Haaglanden 993.000. Het belangrijkste verschil is de dichtheid. Oslo heef t een oppervlakte van 454 km2. Den Haag is met 98 km2 veel compacter. Dat geldt nog sterker voor de wijdere regio: Haaglanden is ruim 400 km2 , terwijl Groot-Oslo wel 6920 km 2 beslaat. De bevolkingsdichtheid van Den Haag is met 5737 inw/km 2 bijna vijf keer zo groot als de 1225 inw/ km2 van Oslo. Qua oppervlakte is Oslo dus beter te vergelijken met Haaglanden.
Tolheffing en metronet Kijken we naar het Oslose mobiliteitssysteem, dan blijkt de auto iets minder dominant dan in Den Haag. In Oslo heeft de auto een aandeel van 57% in het totaal aantal reizigerskilometers, tegen 68% in Den Haag (in Haaglanden 69%). Het openbaar vervoer verzorgt in Oslo 37% van alle reizigerskilometers. In Den Haag is dat slechts 20%. Dit is opvallend, want juist in een dichterbevolkte stad als Den Haag heeft openbaar vervoer in principe een gunstiger positie. Hoe is dit grote verschil te verklaren? Aan het f ietsgebruik ligt het in ieder geval niet. In Oslo wordt 2% van alle kilometers gefietst, in Den Haag 7%. De voornaamste verklaring ligt in de tolheffing voor autoverkeer en het vrij complete OV-systeem. Ook de vermindering van het aantal parkeerplaatsen in het centrum en de verlaging van de maximumsnelheid hebben het OV-gebruik gestimuleerd en de groei van het autogebruik afgeremd. Sinds de jaren ’90 is
14 branding januari-maart
het OV in Oslo sneller gegroeid dan het autoverkeer. Zonder tolheffing zou het autoverkeer met naar schatting 6-10% extra zijn toegenomen. Het tolsysteem werd in 1990 ingevoerd. Langs een ring van circa 5-8 km rond het centrum moet 2�2,50 betaald worden om het centrum in te mogen. Inning gebeur t grotendeels elektronisch. Van de opbrengst wordt 20% geïnvesteerd in het openbaar vervoer. Inmiddels bestaat het stedelijk OVsysteem uit 6 metrolijnen, 6 tramlijnen en een groot aantal buslijnen. Tussen 2002 en 2011 wordt met steun van de landelijke overheid nog eens 2 miljard euro gestopt in verdere verbetering van dit systeem.
Schonere lucht Oslo heef t minder last van luchtvervuiling dan Den Haag. In beide steden is de lucht de afgelopen decennia geleidelijk iets schoner geworden. In Oslo worden de etmaalnorm voor fijn stof (PM10) en de jaargemiddelde norm voor stikstofdioxide (NO 2 ) nog slechts op een enkele plaats overschreden. In Den Haag is dit op tal van plaatsen het geval. Veruit het grootste deel van de luchtver vuiling in Oslo wordt veroorzaakt door het autoverkeer. Verdere stimulering van het OV en afremmen van het autogebruik zijn voor Oslo de belangrijkste middelen om de luchtkwaliteit verder te verbeteren. Oslo stelt zich ook expliciet ten doel om de CO 2 -uitstoot van het verkeer terug te dringen, terwijl de uitstoot per persoon al circa twee keer zo laag is als bij ons. Den Haag heef t zich hierover nog niet duidelijk uitgesproken. Naast
verdere verbetering van het OV neemt Oslo maatregelen zoals uitbreiding van de tolheffing, stimuleren van het fietsgebruik, compact bouwen en de bevordering van mobiliteitsmanagement door het bedrijfsleven. In Den Haag is het verkeer verantwoordelijk voor circa 17% van de totale CO2-uitstoot, en alleen in de verkeerssector groeit de uitstoot nog jaarlijks. Landelijk en Europees is de doelstelling nu om de CO2-uitstoot in 2020 met 30% gereduceerd te hebben. Ook daarvoor zal Den Haag dus alle zeilen moeten bijzetten.
Investeren in duurzame mobiliteit Oslo laat zien dat het Haagse mobiliteitsbeleid een stuk duurzamer kan. De Europese en landelijke doelstellingen op het gebied van luchtkwaliteit en klimaatbeleid zullen het gemeentebestuur daar vroeg of laat ook toe dwingen. Extra investeringen in OV- en fietsvoorzieningen, transferia en een strenger parkeerbeleid zijn een eerste vereiste. Of in Den Haag een metro haalbaar is, moet nog eens goed uitgezocht worden. Verder moet de landelijke kilometerheffing zo snel mogelijk ingevoerd worden. Aanleg van steeds weer nieuwe wegen en rijbanen kan zo overbodig gemaakt worden, zonder verlies aan mobiliteit of economische kracht. Voor die aanleg is ook praktisch zo goed als geen ruimte meer, dus van die kant worden we eveneens gedwongen te kiezen voor duurzamere vormen van mobiliteit. Het tijdperk van het groeiend autogebruik nadert zijn eind, ook in Den Haag. Lennart van der Linde, mobiliteitsmedewerker Haags Milieucentrum
Korte berichten Natuurfoto’s in het Museon
Het Museon exposeert tot en met 9 maart a.s. de beste natuurfoto’s van de wereld. Het gaat om de winnaars van de prestigieuze Wildlife Photographer of the Year 2007-wedstrijd. Onder hen is ook een Nederlander: Jan Vermeer. Museon, Stadhouderslaan 37 in Den Haag, geopend di. t/m zo. van 11.0017.00 uur.
‘Groene’ daken en muren tegen klimaatverandering
Het bedekken van daken en muren met vegetatie kan aanzienlijk bijdragen aan energiebesparing en het verminderen van de behoefte aan airconditioning. Groene daken en muren zijn in staat de temperaturen in een stad met 3,6 tot 11,3°C te koelen. Dit bleek uit onderzoek van de Welsh School of Architecture en de University of Cardiff (GB). Oppervlakten met vegetatie koelen op twee manieren. Ze absorberen minder zonnewarmte dan reguliere muren, en planten koelen de lucht door middel van evapotranspiratie (de som van opname en afgifte van water). Bij toepassing van groene daken en muren in steden als Brasília en Hong Kong zou de vraag naar airconditioning van gebouwen tot nul gereduceerd kunnen worden. (bron: New Scientist).
Plastic bekers milieuvriendelijker dan mokken
Anders dan vaak gedacht wordt, belasten polystyreen koffiebekers het milieu minder dan porseleinen of aardewerk mokken. Dit blijkt uit een studie van TNO naar koffie-automaten in opdracht van Stichting Disposables Benelux (SDB). Het afwassen van de mokken blijkt een nadeliger effect te hebben dan de productie van eenmalige bekertjes. Volgens de onderzoekers is porseleinen of aardewerk drinkgerei pas milieuvriendelijker als het vier keer achter elkaar zonder afwassen wordt gebruikt.
Landjepik
Een nieuw jaar, een nieuw tv-programma. Vanaf 3 januari nemen Victoria Koblenko en Puck Kniesmeijer de bouwplannen in Nederland onder de loep in Landroof (iedere donderdag om 19.25 uur op Ned. 2). Een VPROprogramma over de vernietiging van natuur en landschap door de komst van bijvoorbeeld bedrijven, woningen en vakantieparken, en over de mensen die zich daartegen verzetten. Bent u ook zo iemand die zich zorgen maakt om een plek waar natuur plaatsmaakt voor bebouwing? Ga dan naar www.landroof.nl en maak namens Stichting Natuur en Milieu met tekst, foto’s en video melding van die ‘landroof’. Een selectie van de ingestuurde video’s komt in het tv-programma.
De ene lamp is de andere niet
Milieudefensie demonstreert voormalig milieuwethouder Smits hoeveel roet een dieselmotor uitstoot.
Minister Cramer heeft haar veelbekritiseerde plan om gloeilampen te verbieden al snel laten varen - onder meer omdat de vraag naar spaarlampen in het kielzog van An Inconvenient Truth sterk steeg. Maar het kan nóg zuiniger. Inmiddels is een groot scala aan ledlampen op de markt die de spaarlampen verre overtreffen in energiezuinigheid. Op www.olino.org vindt u een overzicht, inclusief beschrijvingen van het fittingtype, de stralingshoek, de afstand waarbij je nog goed kunt lezen, de kleurtemperatuur (een gezellige warme of een koele witte kleur) en - het allerbelangrijkst - de efficiency. De makers van de site verrichten zelf de metingen, wat nog wel eens andere waarden oplevert dan de gegevens van de lampenfabrikanten.
Diesel maakt astma erger
Luchtver vuiling door diesel maakt mensen met astma extra benauwd. Vervuiling door benzine veroorzaakt opvallend minder klachten. Dit constateerde een internationaal team van onderzoekers. Zij lieten zestig volwassenen met lichte tot zware astma twee uur lopen door Londens Oxford Street, waar alleen bussen en taxi’s rijden: deze voertuigen rijden vooral op diesel. Uit longtests voor en na de wandeling bleek dat de diesellucht de longcapaciteit vermindert. De patiënten werden benauwder en in de longen waren meer ontstekingsreacties te zien. Vergeleken met de resultaten van een wandeling in een autovrij gebied (in dit geval Hyde Park), bevatten hun longen drie maal zoveel ultrafijn stof (minder dan 0,1 micron) en ruim drie maal zoveel NO 2. Het negatieve effect van luchtvervuiling op astmatische klachten was al bekend, maar dat diesel de meeste problemen veroorzaakt is nieuw (bron: BBC News).
Ecot!p Zat er weer veel in uw kerstpakket waar u niks aan heeft? U bent niet de enige, want 33% van de Nederlanders is ontevreden over zijn of haar kerstpakket. Daardoor belandt er voor 75 miljoen euro aan cadeaus in de prullenbak. Dat kan ook anders. Via www. speurders.nl kunt u tegenvallers uit uw kerstpakket verkopen en de ongewilde geschenken van anderen kopen. De opbrengsten gaan rechtstreeks naar drie geselecteerde projecten van GoedGeefs in Zuid-Afrika.
januari-maart branding 15
Column door: Julius Pasgeld
De genoegens van een dorp Sinds kort bewonen mevrouw Pasgeld en ik een deeltijdwoning in Zuid-Beveland. Daar brengen we de helft van onze nog resterende tijd door aan een pleintje in een dorp van ruim 500 inwoners. Woorden schieten tekort om de genoegens daarvan te beschrijven. En zeg nou niet, dat men hier in Zuid-Beveland achterloopt, dat het saai is of dat er niks te beleven valt. Ik noem een paar voorbeelden. Wij hebben hier in ons dorp dus al slimme meters. Vrijwel nergens in Nederland heeft men dat. Ook niet in Den Haag dat zo graag internationaal op de kaart wil staan. Wij dus wel. Wat zijn slimme meters? Dat zijn gas-, water- en elektriciteitsmeters die het verbruik direct doorseinen naar de centrale. Op internet kunnen wij dan weer zien hoeveel we de vorige dag, week, maand en jaar hebben verbruikt. Zoiets noopt tot verstandig energiegebruik. Ander voorbeeld. In Oudelande, een dorpje even verderop heef t men alle verkeersborden verwijderd. Ze waren niet meer nodig en men heeft ze opgeslagen in de kelder van het gemeentehuis. Ach, dacht men. De mensen weten uit zichzelf wel hoe ze zich moeten gedragen. Bovendien is het goed voor ze om de dingen met elkaar op te lossen als er eens iets mis gaat. Daar zijn geen regeltjes, bordjes of andere overheidsbemoeienissen voor nodig. Zelfs het verkeersbord ‘alleen parkeren voor invaliden’ voor het supermarktje in Oudelande hebben ze weggehaald. Was ook niet nodig. Want er is altijd wel een gewone plek voor een invalidenauto dicht bij de ingang. En anders toeteren ze even en dan komt er iemand gehaast uit de winkel om plaats te maken door zijn auto even verderop te zetten. Geweldig toch? Kom daar in Den Haag eens om. Nog iets moois. Hier in Zuid-Beveland miegelt het van de boomgaarden. Appels en peren waar je maar kijkt. Tijdens
wandelingen in de zomer hoef je heus geen appeltje mee in je rugzak. En nou hebben sommige boeren een hagelkanon gekocht. Want een hagelbui kan in één keer de hele oogst bederven. Zo’n hagelkanon (52.000 euro per stuk) schiet, als er hagel dreigt, met tussenpozen van enkele seconden met donderend geweld een schokgolf naar zes kilometer hoogte in de hoop de opbouw van een hagelwolk te verstoren. Ik geloof zelf absoluut niet dat het werkt, maar het is toch leuke folklore. Laatst was er in Hoedekenskerke een experiment om de effecten van die kanonnen op de natuur en de volksgezondheid te onderzoeken. Hoedekenskerke is tien minuten fietsen. Wij erheen. Om te kijken. Er was verder niemand. Een boer en een inspecteur stonden bij een grote container met een pijp erbovenop en acetyleen erin. Er waren een paar ontzettende knallen. Dat wel. En hoe het afgelopen is lezen we wel in de Bevelander. Dat is hetzelfde als De Posthoorn maar dan met twee of drie andere nieuwsartikelen erin. De milieubeweging heeft de fruittelers inmiddels voor de rechter gesleept vanwege het geknal. Maar de fruittelers zeggen: ‘De vogels verroeren nog geen veertje als dat ding knalt’. Prachtig toch? Wie zegt dat het leven in een dorp saai is? En dan zwijg ik nog maar over de dragster- en motorclubs die hier af en toe een paar rondjes over het pleintje rijden met hun moeders achterop tijdens het jaarlijkse uitje. Of over het conflict tussen het bestuur en de vrijwilligers van de schaapskudde. De herder laat, volgens de vrijwilligers, de schapen sterven langs de dijken en slaat lammetjes met een gebrek dood tegen een muur. Het bestuur zegt, dat dat moderne methoden zijn waar de vrijwilligers maar aan moeten wennen. Zelfs de partij voor de dieren heeft zich er al mee bemoeid. Heus. Voor echte avonturen moet je bij ons in het dorp zijn.
Meetlat groene tuinen O ver e en p a ar ma anden br e e k t alweer het moment aan om de tuin voor te bereiden op de zomer. Of is dat bij u niet nodig? Liggen er alleen maar stenen? Dat is jammer, want dan moet u het gezelschap van egels, vlinders, vogels en andere dieren ontberen. En dat is niet alleen jammer voor u, maar
16 branding januari-maart
ook voor de biodiversiteit. Daarom heeft het Haags Milieucentrum de Meetlat groene tuinen uitgegeven. Deze geeft aan welke mogelijkheden u heef t om de natuur in uw tuin meer ruimte te geven. De Meetlat groene tuinen is gratis te bestellen via geert.
[email protected]
of per telefoon: (070) 30 50 286. Voorbeelden van natuurlijke tuinen en veel tips zijn te vinden op www. haagsmilieucentrum.nl op de pagina Groene tuinen.
De Ko ke n d e Heks Bliny In de loop van dit jaar verschijnt ‘De Kokende Heks’: een bijzonder kookboek met recepten van over de hele wereld, gerangschikt naar seizoen. In Branding een voorpublicatie van dit boek. Een waarschuwing vooraf: heksen zijn natuurlijk níet vegetarisch…
Héksen, héksen.... Sommige heksen pezen door de keuken. Als gesjeesde heksen. Alsof ze willen gillen: ‘Geen tijd om lekker te koken!’ of ‘Ik geniet niet van lekker eten!’ Gelukkig weet uw Kokende Heks beter. Hanteer bij dit stomende kookboek onderstaande spreuk, en je bent van pezen genezen. Zo wordt koken weer vrolijk en feeëriek toveren met kruiden in je eigen heksenketel, die binnen keuken heet. Veel, en vooral vaak, witte keukenmagie toegewenst met De K o k e n d e Heks, vol eigen en authentieke brouwsels uit wereldwijde windstreken.
“Het leven is als een sausje; je moet erin blijven roeren...” Guus van Baar
Baba jaga Deze bijdrage is opgedragen aan Omie (1892-1982), de moeder van de moeder van uw Kokende Heks. Haar afkomst: het Deense geslacht Witthoff. De familie voer in de 19e eeuw de Oostzee af richting betere tijden in de Letse havenstad Riga. Omie gaf uw Kokende Heks de passie voor de heksenketel mee, en uw Kokende Heks draagt deze graag over aan u. Daarom hier baba (Slavisch koosnaampje voor baboesjka ~ grootmoeder) jaga met haar onverslaanbare recepten.
Piroshky Piroshky stamt af van pir ~ feest. En dát wordt het, met onderstaand recept voor Slavische spekpiroggen (een soort dubbelgevouwen pannenkoeken). Ingrediënten: deeg, 1 pond spek, 2 uien, 200 g rozijnen, verse zwarte peperkorrels, roomboter. Bereiding: Rol het deeg met een deegrol of ronde fles plat. Het deeg met de rand van een breed glas afsnijden en extra afrollen. Als vulling wat spek, fijngehakte rauwe uien en rozijnen op het deeg leggen en dit peperen. Wikkel het mengsel in de vorm van een envelop en knoop de randen naar boven toe dicht. Plaats deze in de niet voorverwarmde oven en bak de piroshky 15-20 minuten op stand 200˚C op een tevoren met boter ingevette bakplaat. Uw leidraad: 1 handvol rozijnen per pond spek.
Rossol salade Rossol betekent rood, voortvloeiend uit de bieten die het gerecht kleuren. Hier een even rijke als voedzame maaltijdsalade. Ingrediënten (8-10 personen): 3 appels, 2 uien, 2 bos- of waspenen, 3 haringen, 1 pot augurken (aantal naar smaak), 450 ml mayonaise, 1 pond rundvlees (poulet of schenkel), 3 eieren, 750 g roze aardappelen, ca. 4 ons gekookte rode bieten, azijn, mosterd, suiker, peper, zout. Bereiding: Uien snipperen en inleggen in een mengsel van azijn, peper, zout, suiker en mosterd. Kook het rundvlees plus de aardappelen, en de eieren hard. Alle voorgekookte en overige ingrediënten in kleine stukjes verzamelen in een ruime mengbak. Besprenkel dit met de vinaigrette. Alles mengen en afmaken met de mayonaise. Voor het opdienen de salade in de koelkast plaatsen. Serveren met stokbrood of Turks brood.
Bliny zijn Russische pannenkoekjes, gevuld met kwark, jam, gehakt of kaviaar. Het recept komt van de boerenbevolking, ontwikkeld omdat bliny goedkoop en gemakkelijk te bereiden zijn. Bliny bestonden al eeuwen voor de christelijke jaartelling en hadden ook toen al een religieuze betekenis: de ronde vorm symboliseert de zon. Bliny werden gebakken om haar terugkeer te vieren – de latere inleiding tot de vastenperiode voor Pasen. Dus, om met Omie’s bliny te spreken: Komm Morgen wieder! Ingrediënten (24 bliny): 240 ml boekweitmeel, 7 g gist, 1½ theelepel zout, 1 gesplitst ei, 1½ theelepel suiker, 175 ml melk, 1½ theelep e l c i t r o e n s a p, 1 e e t l e p e l boter. Bereiding: Ver meng het meel met het gist in een ruime kom en maak een kuiltje in het midden. Het eigeel kloppen met de suiker en het citroensap in 175 ml water en dit in het kuiltje gieten. Opnieuw mengen, bedekken met een vochtige theedoek en bij kamertemperatuur circa 2 uur laten rijzen. De melk opwarmen tot lauwwarm en door het deeg roeren tot een romig beslag. Het eiwit opkloppen tot halfstijf en dit door het beslag vouwen. Het deeg uitrollen en met de rand van een breed glas in parten snijden. De bovenaan genoemde vulling hierop leggen en naar boven toe dichtvouwen, tot bliny van ca. 3 cm. Een koekenpan met dikke bodem invetten met boter en op matig vuur plaatsen. De oven met bakplaat op de warmhoudstand aanzetten. Bak de bliny en keer deze na ca. 3 minuten wanneer de bovenkanten blaasjes vertonen. Dan opnieuw keren en nog ongeveer 2 minuten doorbakken. De bliny naast elkaar op de bakplaat in de oven warm houden. Warm serveren met een eetlepel zure room of crème fraiche ernaast, daarop wat kaviaar of dunne plakjes zalm, voorzien van een takje dille of snippers bieslook. Thee past hierbij goed. Meer weten over baba jaga? http:// www.beleven.org/verhaal/baba_jaga
januari-maart branding 17
Agenda editie januari februari maart 2008 iedere 2e vrijdag van de maand > Wandelcafé Leiden tijd: 20.00 uur waar: Middelstegracht 85, Leiden informatie: 071 5227079 organisatie: NIVON iedere zaterdag � > Onderhoud Vogelreservaat Ackerdijk� tijd: 13.15 uur� waar: beheerboerderij reservaat� informatie: 015 3697180� organisatie: Ver. voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker iedere 1e zaterdag van de maand (niet in januari) > Open middag Egelasiel tijd: 14.00 tot 16.00 uur waar: vanaf hoek De Savornin Lohmanlaan - Laan van Poot, bordjes Egelopvang volgen de duinen in informatie: 070 3254045 organisatie: Stichting Egelopvang iedere 1e zondag van de maand > Open middag Vogelasiel de Wulp tijd: 13.00-16.00 uur waar: Heliotrooplaan 15 informatie: 070 3231568 organisatie: Haagse Vogelbescherming tot 18 januari > Tentoonstelling Supermarkt Europa: 50 jaar landbouw en voeding waar: achterin Atrium, Stadhuis informatie: www. supermarkt-europa.com organisatie: o.a. Ministerie van Landbouw zondag 6 januari > Excursie Zuiderpark tijd: 10.30 uur waar: het Parkpaviljoen, 18 branding januari-maart
Johanna Naberweg 5 informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN dinsdag 8 januari > Documentaire ‘Afval is voedsel’ met discussie tijd: 20.00 uur waar: Aarde-Werk, Hugo de Grootstraat 8 informatie: 070 3560329 /
[email protected] organisatie: Aarde-Werk woensdag 9 januari > Excursie Duivenvoorde tijd: 14.00 uur waar: Veurseweg, Voorschoten informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN > Vossenexcursie tijd: 20.00 uur waar: slagboom Meijendelseweg bij ingang Meijendel informatie en opgave: 070 3465388 of e-mail:
[email protected] organisatie: KNNV zondag 13 januari > Wandeling boerenlandpaden Land van Wijk en Wouden tijd: 9.30 uur waar: station Leiden Centraal informatie: 071 5227079 of 06 12166190 organisatie: NIVON Leiden > Excursie Berkheide: nieuwe stuifduinen tijd: 10.00 uur waar: parkeerplaats bij restaurant Duinoord, Wassenaarseweg 26, Wassenaar informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN dinsdag 15 januari > De Derde Dinsdag,
Milieucafé tijd: 17.00 uur waar: Café De Ooievaer in het Atrium van het stadhuis. informatie: 070 3050286 organisatie: Haags Milieucentrum > Documentaire ‘Afval is voedsel’ met discussie tijd: 20.00 uur waar: Aarde-Werk, Hugo de Grootstraat 8 informatie: 070 3560329 /
[email protected] organisatie: Aarde-Werk
tijd: 14.00 uur waar: stadsboerderij Madestein, ingang Loosduinse Hoofdstraat informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN dinsdag 22 januari > Documentaire ‘Afval is voedsel’ met discussie tijd: 20.00 uur waar: Aarde-Werk, Hugo de Grootstraat 8 informatie: 070 3560329 /
[email protected] organisatie: Aarde-Werk
donderdag 17 januari > Lezing Evolutionaire ecologie van planten tijd: 20.00 uur waar: Bosbeskapel, Bosbesstraat 7 informatie: 070 3465388, e-mail:
[email protected] organisatie: KNNV
woensdag 23 januari > Wandeling langs de grens van geestgronden tijd: 9.30 uur waar: station Leiden Centraal (kant LUMC) informatie: 071 5221936 of 06 38718099 organisatie: NIVON Wandelcafé Leiden
zaterdag 19 januari > Excursie Pannenlandroute bij Vogelenzang tijd: 9.20 uur waar: Den Haag CS bij Bruna informatie: 070 3201485 of 070 4274818 organisatie: KNNV
zondag 27 januari > Excursie Vlietland tijd: 14.00 uur waar: Kniplaan (Stompwijk) halverwege de Vliet en A4 informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN
> Nieuwjaarsinstuif: Winterwandeling tijd: 10.30-12.00 uur waar: Stadskwekerij informatie: 070-323 35 06 organisatie: KMTP/ Groei & Bloei
dinsdag 29 januari > Documentaire ‘Afval is voedsel’ met discussie tijd: 20.00 uur waar: Aarde-Werk, Hugo de Grootstraat 8 informatie: 070 3560329 /
[email protected] organisatie: Aarde-Werk
> Kids for Animals: Dierenverzorging tijd: 13.45-16.00 uur informatie (lidmaatsch.): kfa @haagsedierenbescherming. nl / 070 3924289 organisatie: Haagse Dierenbescherming zondag 20 januari > Excursie Heempark H.J. Bos
zaterdag 2 februari > Excursie Haagse Bos en Reigersbergen tijd: 9.30 uur waar: Den Haag CS bij Bruna informatie: 070 3554754 organisatie: KNNV > Excursie Kijfhoek/Bierlap tijd: 11.00 uur
waar: parkeerplaats De Kuil informatie en opgave: di. t/m vr. 10.00 -16.00 uur 070 5117276 organisatie: IVN > Excursie Westduinen tijd: 14.30 uur waar: Egelopvang v.a. hoek De Savornin Lohmanlaan - Laan van Poot bordjes Egelopvang volgen informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN dinsdag 5 februari > Excursie Sorghvliet tijd: 11.00 uur waar: ingang Scheveningseweg, tram 1, halte Goekooplaan informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN > Documentaire ‘Afval is voedsel’ met discussie tijd: 20.00 uur waar: Aarde-Werk, Hugo de Grootstraat 8 informatie: 070 3560329 /
[email protected] organisatie: Aarde-Werk woensdag 6 en 13 februari > Cursus Kattengedrag tijd: 20.00-22.00 uur waar: Frederik Hendriklaan 85 A informatie (lidmaatschap): www.haagsedierenbescherming.nl / 070 3924289 organisatie: Haagse Dierenbescherming
dinsdag 12 februari > Excursie Archipelbuurt tijd: 10.30 uur waar: voor café ‘Banka’ op de hoek van de Bankastraat en de Sumatrastraat informatie: 06 53844741 of
[email protected] organisatie: KNNV > Documentaire ‘Afval is voedsel’ met discussie tijd: 20.00 uur waar: Aarde-Werk, Hugo de Grootstraat 8 informatie: 070 3560329 /
[email protected] organisatie: Aarde-Werk donderdag 14, 28 februari, 6 en 13 maart > Cursus EHBO voor dieren tijd: 19.30-21.30 uur waar: Frederik Hendriklaan 85 A informatie (lidmaatschap): www.haagsedierenbescherming.nl / 070 3924289 organisatie: Haagse Dierenbescherming zaterdag 16 februari > Excursie Bos Driebergen tijd: 9.10 uur waar: Den Haag CS bij Bruna informatie: 070 3238629 of 015 2571535 organisatie: KNNV > Excursie Madestein tijd: 10.00 uur waar: pannenkoekenrestaurant Hans en Grietje informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN
zaterdag 9 februari > Excursie Te Werve tijd: 10.00 uur waar: ingang Van Vredenburghweg, Rijswijk informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN
> Groenochtend met plantenruilbeurs tijd: 10.00-12.00 uur waar: Stadskwekerij informatie: 070-323 35 06 organisatie: KMTP/ Groei & Bloei
zondag 10 februari > Excursie Zuiderpark: eendenkooi tijd: 10.00 uur informatie en reserveren: 06-47460159 tussen 18.00 en 20.00 uur organisatie: IVN
> Kids For Animals Natuurfilm in Omniversum tijd: 13.45-16.00 uur informatie (lidmaatsch.): kfa @haagsedierenbescherming. nl / 070 3924289 organisatie: Haagse Dierenbescherming
zondag 17 februari > Excursie Westduinen tijd: 14.00 uur waar: Duivelandsestraat bij het eindpunt van lijn 12 informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN dinsdag 19 februari > De Derde Dinsdag, Milieucafé tijd: 17.00 uur waar: Café De Ooievaer in het Atrium van het stadhuis. informatie: 070 3050286 organisatie: Haags Milieucentrum dinsdag 19 februari > Documentaire ‘Afval is voedsel’ met discussie zie 12 februari donderdag 21 februari > Lezing Uilen van ZuidHolland tijd: 20.00 uur waar: Bosbeskapel, Bosbesstraat 7 informatie: 070 3465388, e-mail:
[email protected] organisatie: KNNV zaterdag 23 februari > Excursie De Horsten tijd: 10.30 uur waar: ingang Papeweg, Wassenaar informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN > Excursie ScheveningenHaven: getijdengebied tijd: 12.00 uur waar: boulevard ter hoogte van eindpunt lijn 11 informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN zondag 24 februari > Excursie Zuiderpark: eendenkooi tijd: 10.00 uur informatie en reserveren: 06-47460159 tussen 18.00 en 20.00 uur organisatie: IVN woensdag 27 februari > Excursie Clingendael tijd: 14.00 uur
waar: ingang Van Alkemadelaan bij het bruggetje t.o. Montfoortlaan, bus 23 informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN zaterdag 1 maart > Excursie Krimpenerwaard bij Berkenwoude tijd: 10.30 uur waar: parkeerplaats in de haakse bocht Schaapjeszijde/ Wellepoort informatie: 06 53844741 of
[email protected] organisatie: KNNV donderdag 13 maart > Excursie Westduinpark tijd: 10.00 uur waar: keerlus van lijn 12 op Markenseplein informatie: 070 3554754 organisatie: KNNV zaterdag 15 maart > Groenochtend met plantenruilbeurs: Rozen snoeien tijd: 10.00-12.00 uur waar: Stadskwekerij informatie: 070-323 35 06 organisatie: KMTP/ Groei & Bloei zondag 16 maart > Bomenexcursie Leiden tijd: 9.45 uur waar: Den Haag CS bij Bruna informatie: 070 3465388 of
[email protected] organisatie: KNNV dinsdag 18 maart > De Derde Dinsdag, Milieucafé tijd: 17.00 uur waar: Café De Ooievaer in het Atrium van het stadhuis. informatie: 070 3050286 organisatie: Haags Milieucentrum zaterdag 22 maart > Kids for Animals: Biologisch pasen tijd: 12.45-16.00 uur informatie (lidmaatsch.): kfa @haagsedierenbescherming. nl / 070 3924289 organisatie: Haagse Dierenbescherming januari-maart branding 19
Balanceren op de fiets Eind 2007 kwamen de resultaten beschikbaar van de t weede ronde van de Fietsbalans. Zes jaar na het eerste bezoek had de high-tec meetfiets van de Fietsersbond wederom Den Haag aangedaan, ditmaal vergezeld van een meetauto die eveneens vol geavanceerde meetapparatuur zat. Zo konden de verschillen in bereikbaarheid van locaties voor fietsers en automobilisten goed onderzocht worden. Uit de Fietsbalans-2 blijkt dat het fietsklimaat op alle aspecten verbeterd is. Of misschien moeten we zeggen: minder slecht geworden. Want op veel aspecten is het nog steeds bedroevend en het fietsgebruik in Den Haag ligt dan ook (nog steeds) f link lager dan het gemiddelde van de in 2006 onderzochte elf grote steden (Amsterdam, Rotterdam en Utrecht zaten hier niet bij).
Tot zover het goede nieuws. Minder prettig is dat de directheid, het comfort en de aantrekkelijkheid nog steeds ver achterblijven bij wat als norm wordt gesteld en bij wat in de andere steden gebruikelijk is. Ook de mogelijkheden om de fiets ergens veilig neer te zetten zijn niet om over naar huis te schrijven, zij het dat negen andere onderzochte steden nóg slechter scoren. De directheid voor f ietsers in Den Haag is slecht. Ze moeten op kruispunten vaak afslaan en hebben vooral veel last van oponthoud als gevolg van verkeerslichten, zij het dat het aantal verkeerslichten en de gemiddelde wachttijd per licht wel is afgenomen ten opzichte van 2000. Bij een aantal verplaatsingen is de omrijdfactor te hoog.
Verkeerslichten hebben ook effect op het comfort, maar hier spelen nog veel meer a spec ten mee. Vooral op de punten hinder van andere verkeersdeelnemers, stopf requentie en ‘inf r ahinder ’ scoor t Den Haag veel slechter dan gemiddeld. De hoge infrahinder - gebrekkig comfor t vanwege de inf rastructuur - komt voor al door de zeer smalle f ie t s s t roken. Van de onder zoc hte stroken was 2/3 deel te smal om me t z ’n Snelheid is geboden, want de auto’s op de Benoordentweeën naast elkaar te houtseweg gaan ook rijden. fietsen. Deze onmogelijkheid gold trouwens Uit de Fietsbalansscore Den Haag (zie voor 1/6 deel van de totale gereden het cirkeldiagram) blijkt in één oogoproutes (waarbij aangetekend moet worslag waar Den Haag het goed en slecht den dat een onbefietspaar gedeelte in doet. De scores worden afgezet tegen een route ertoe kan leiden dat mensen het gemiddelde van de onderzochte die hele route links laten liggen). Veel grote steden en tegen een door de Fietvaker dan in elke andere onderzochte sersbond opgestelde norm. Op papier gemeente worden fietsers gedwongen om achter elkaar te fietsen valt op het fietsbeleid nog steeds niets - hetzij door te smalle fietsaan te merken, de objectieve fietsveiligheid is dik in orde en de fiets is (ook weer objectief gezien) veel aantrekkelijker dan de auto. “Ik zou wel gek zijn om in Den Haag de auto te nemen. Dat is duur en op de fiets ben je sneller waar je wezen moet”, merkte de onderzoeker hierover op. Ook de stedelijke dichtheid is goed, maar dat aspect laten we verder buiten beschouwing.
20 branding januari-maart
De meetfiets, met een krat vol apparatuur. infrastructuur, hetzij door andere fietsers, hetzij door auto’s. Dit gold zelfs voor 20% van het onderzochte deel van het hoofdfietsroutenetwerk. Deze infrastructuur is daardoor ongeschikt voor ouders die naast hun jonge kinderen willen fietsen en voor mensen die zich wat minder vaardig op de fiets voortbewegen.
Trillinghinder De wegdekkwaliteit scoort (niet verbazend) eveneens een dikke onvoldoende. Dit komt vooral door het veelvuldig toepassen van klinkers en tegels. Fietsers in Den Haag krijgen dan ook behoorlijke trillinghinder voor hun kiezen - in enkele gevallen zelfs het dubbele van de waarde die nog als toelaatbaar wordt beschouwd. De aantrekkelijkheid van Den Haag voor f ietsers lijdt ernstig onder het feit dat belangrijke fiets- en autoroutes vaak samenvallen. Fietsers hebben daardoor vaak last van verkeerslawaai meer dan het gemiddelde van de onderzochte grote steden. Zoals gezegd: op alle punten wordt weliswaar vooruitgang geboekt, maar het kan en moet nog veel beter.