De klant-close-up: Zeugenhouder Jan Kreuger: “We hebben ons bedrijf zo efficiënt mogelijk ingericht” • • • • •
Laat niet zien dat u op vakantie bent • • • • •
Oldtimer: pas belastingvrijstelling bij 40 jaar • • • • •
De gevaren van buitenopslag • • • • •
Productaansprakelijkeid en de agrarische ondernemer
uitgave juli 2013
FINBULLETIN
Brandblussers en controle
1
De reis- en de zorgverzekering Wat vergoedt de zorgverzekering en waarom heeft u een reisverzekering
Inhoudsopgave
1
• De reis- en de zorgverzekering • Laat niet zien dat u op vakantie bent
2
• Oldtimer: pas belastingvrijstelling bij 40 jaar • Schadepraktijk • Handige app
3 5
• Zeugenhouder Jan Kreuger: “We hebben ons bedrijf zo efficiënt mogelijk ingericht”
• De bestelauto en het behoud van fiscale voordelen • De gevaren van buitenopslag
6 7
• Produktaansprakelijkheid en de agrarische ondernemer
nodig: hoe zit het nou precies? Uw zorgverzekering vergoedt medische kosten in het buitenland doorgaans tot maximaal de kosten die u in Nederland kwijt zou zijn in een vergelijkbare situatie. Zijn de werkelijke kosten hoger, dan moet u het verschil waarschijnlijk zelf bijbetalen.
Opname in privékliniek Dat de kosten voor medische zorg buiten Europa, bijvoorbeeld in de VS, veel hoger zijn dan in Nederland, is bij de meeste mensen wel bekend. Maar ook binnen Europa doen zich schrijnende situaties voor. Vaak worden toeristen doorverwezen naar een privékliniek en juist daar lopen de kosten flink op. Er zijn Nederlanders in de financiële problemen gekomen bij een acute ziekenhuisopname in onder meer Oostenrijk, Spanje, Portugal en Roemenië. Zo kwam een Nederlandse man met acute hartproblemen terecht op de operatietafel van een kliniek in Spanje. De man was blij met de deskundige hulp na zijn hartinfarct, maar zeer zeker niet met de tienduizenden euro’s die de kliniek nadien van hem opeiste. Hij bleek hiervoor niet verzekerd te zijn. Medische zorg is in de Europese Unie goed geregeld. Veel landen hebben afgesproken dat een toerist recht heeft op medische zorg uit het basispakket van het betreffende land. Dit geldt echter alleen als u in een staatsziekenhuis wordt behandeld. En dat is lang niet altijd het geval. In landen als Griekenland, Spanje en Portugal komt u als zieke toerist vaak in een veel duurdere privékliniek terecht. Heeft u een reisverzekering afgesloten voor vakantie in het buitenland, dan neemt de reisverzekering de extra medische kosten – mits meeverzekerd – voor haar rekening. Daarnaast vergoedt de reisverzekering ook het eigen risico van uw zorgverzekering. Een reisverzekering is beslist geen overbodige luxe, zo blijkt. Kijkt u voor vertrek nog even na of de medische kosten zijn meeverzekerd en hoe het zit met uw eigen risico?
Laat niet zien dat u op vakantie bent Wanneer inbrekers weten dat u op vakantie bent, maakt u het ze wel heel gemakkelijk. Hieronder volgen enkele tips om schade te voorkomen en kwaadwillenden op het verkeerde been te zetten. Haal alle stekkers uit het stopcontact, zodat er geen problemen kunnen ontstaan bij onweer of kortsluiting. Noteer voor de thuisblijvers polisnummers van inboedel- en opstalverzekeringen. Zorg voor een waterstop tussen de kraan en uw (af)wasmachine en draai alle kranen goed dicht, ook de hoofdkraan. Laat overgordijnen open en laat planten in de vensterbank staan.
• Brandblussers en controle
Meld niet op uw antwoordapparaat dat u op vakantie bent en laat de brievenbus regelmatig legen. Tijdschakelaars op lampen en radio zorgen ervoor dat uw huis bewoond lijkt. Parkeer zo mogelijk een auto op uw oprit; dat kan uw tweede auto zijn maar bijvoorbeeld ook die van de buren. Bied inbrekers geen opklimmogelijkheden aan; denk bv. aan afvalcontainers en tuinmeubilair. Sluit alle ramen en deuren goed af; dievenklauwen en anti-inbraakstrips maken het inbrekers extra lastig. Breng spullen met een hoge waarde naar een kluis bij de bank en berg overige kostbaarheden op verschillende plaatsen in uw woning op. Leg achter de schuifpui een balk, zodat deze niet open kan. Doe zo min mogelijk kasten en deuren binnenshuis op slot, om onnodige schade te voorkomen mocht er toch worden ingebroken.
2
FINBULLETIN JULI 2013
Oldtimer: pas belastingvrijstelling bij 40 jaar Per 1 januari a.s. gaat de leeftijdsgrens voor de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor oldtimers naar 40 jaar. Staatssecretaris Weekers wilde aanvankelijk de vrijstelling helemaal afschaffen, maar dat wisten brancheverenigingen te voorkomen. Er komt een overgangsregeling voor auto’s die op 1 januari 2014 ouder zijn dan 26 jaar, maar jonger dan 40 jaar. De regeling: • Er geldt vanaf 1 januari 2014 vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor alle motorrijtuigen – motorfietsen, bussen, vrachtauto’s en kampeerauto’s – van 40 jaar en ouder. Dit geldt voor benzine-, diesel- en lpg-oldtimers. • Voor voertuigen met een datum eerste toelating vanaf 1973 tot en met 1987 komt er een overgangsregeling. Deze regeling is niet van kracht voor voertuigen die rijden op diesel of lpg. Indien een voertuig met ingebouwde lpg-installatie in originele staat wordt hersteld, kan de overgangsregeling voor benzineauto’s van toepassing worden. • Benzinevoertuigen die vallen onder de overgangsregeling komen in aanmerking voor het kwarttarief van maximaal € 120,–. Voorwaarde is wel dat het voertuig niet op de openbare weg verschijnt in de maanden december t/m februari; anders moet het volledige bedrag aan motorrijtuigenbelasting worden betaald. Eerste toelating voertuig
Benzine
Diesel/lpg
1974 t/m 1987
Kwarttarief
Vol tarief
1973 of eerder
Vrijstelling
Vrijstelling
Of de oldtimerverzekering blijft bestaan, is nog niet duidelijk.
Schadepraktijk Heeft u onverhoopt een schade, dan staan we bij Finagri voor u klaar! Jaarlijks worden er bij ons zo’n 500 schades gemeld. In het Finbulletin brengen we een schade uit de praktijk bij u onder de aandacht. Op een parkeerplaats verlaten twee auto’s gelijktijdig hun parkeervak. Beide rijden achteruit en dan gaat het mis. Een aanrijding is het gevolg. Beide partijen melden de schade bij hun verzekeraar. Hoe zit het met de aansprakelijkheid bij dit soort aanrijdingen?
Allebei evenveel schuld De schadebehandelaars van zowel meneer Citroën als meneer Kia stellen vast dat beide bestuurders een even groot aandeel hebben in het veroorzaken van de aanrijding, en voor een gelijk deel aansprakelijk zijn. Meneer Citroën is het hier niet mee eens en stelt dat hij als eerste wegreed. Hij verliest door deze aanrijding vier kortingsjaren. Dit soort aanrijdingen levert vaak vragen op. Vaak is een van de bestuurders van mening dat hij beter op de situatie heeft ingespeeld dan de tegenpartij. Omdat de heer Citroën voor de helft aansprakelijk is, heeft deze schade gevolgen voor zijn kortingsjaren. Gelukkig behoudt hij ondanks de terugval in kortingsjaren wel de 70% no-claimkorting. Vaak is er sprake van relatief kleine schades. Het kan dan voordeliger zijn om de schade voor eigen rekening te nemen.
Handige app Wie z’n smartphone na verlies of diefstal wil opsporen, doet er goed aan een speciale opsporings-app te installeren. Hiermee kunt u de locatie van uw toestel bepalen via Google Maps. U kunt ook instellen dat er een luid signaal afgaat, zodat u kunt horen waar het apparaatje is, zelfs als het op ‘stil’ staat. Blokkeren en wissen van persoonlijke informatie op afstand is ook mogelijk.
Kijk voor meer informatie op www.hier-waak-ik.nl
3
CLOSE-UP
Zeugenhouder Jan Kreuger: “We hebben ons bedrijf zo efficiënt mogelijk ingericht” Onder de rook van Woerden ligt in een oer-Hollands landschap de prachtige monumentale boerderij van de familie Kreuger. Op het bedrijf worden zo’n 500 zeugen en 1100 vleesvarkens gehouden. De Kreugers waren één van de eerste zes varkenshouders die meededen met de pilot van het keurmerk ‘1 ster Beter Leven’. Al het varkensvlees dat door Albert Heijn wordt verkocht, voldoet inmiddels aan dit keurmerk. Van origine komen de Kreugers uit Maartensdijk. Jaap Kreuger groeide op op het gemengde bedrijf van zijn ouders. Het bedrijf was echter te klein om overgenomen te worden. Na een opleiding aan de Hogere Agrarische School kwam Jaap uiteindelijk terecht op het varkensproefbedrijf Bantham in Maartensdijk. Daar was Jaap zeven jaar bedrijfsleider. Het ondernemerschap bleef echter lonken en Jaap besloot samen met zijn vrouw op zoek te gaan naar een plek waar hij een eigen varkensbedrijf kon stichten. Na lang zoeken viel hun oog op een varkensbedrijf in Woerden. Het betrof een bedrijf voor 125 zeugen. De keuze viel op dit bedrijf vanwege de goede vergunning en de centrale ligging. De bedrijfsgebouwen waren echter wel sterk verouderd. Inmiddels zijn alle bedrijfsgebouwen dan ook vervangen door nieuwe stallen. Jaap en zijn zoon Jan vormen een maatschap en runnen het bedrijf met zijn tweeën. Jan werkt gemiddeld één dag in de week thuis op het
bedrijf en verhuurt zich de overige dagen als zzp’er in de agrarische sector. “We hebben ons bedrijf zo efficiënt mogelijk ingericht. We willen makkelijk werken. Zo zijn de looplijnen kort en hebben we bijvoorbeeld geen brijvoerinstallatie. Zo’n installatie zou namelijk een hoop werk met zich meebrengen en er kunnen storingen bij optreden. Bij de arbeidspieken op het bedrijf ben ik natuurlijk wel thuis en ook toen de schuren in eigen beheer werden gebouwd, was ik voornamelijk thuis aan het werk”, vertelt Jan.
Compensatie voor wijziging bedrijfsvoering De varkens worden allemaal afgezet via een particuliere varkenshandelaar. “Eén keer per jaar gaan we om de tafel zitten en spreken we een vaste toeslag af die we boven de beursprijs krijgen. We leveren vanaf 1993 al aan deze handelaar, dus het bevalt prima”, legt Jaap uit. In 2010 werd Kreuger via deze handelaar gevraagd voor het pilotproject ‘1 ster Beter
4
FINBULLETIN JULI 2013
Leven’. Dit concept is een samenwerkingsverband tussen Albert Heijn, de Dierenbescherming en slachterij Vion. Samen met vijf andere varkensbedrijven nemen ze deel aan een proef waarbij de varkens gehouden worden volgens bepaalde eisen. Jan vertelt hierover: “Aangezien dit het eerste concept is waarbij je gecompenseerd wordt voor de maatregelen die je moet nemen, hebben we besloten deel te nemen. Bovendien zou AH al zijn varkensvlees gaan vervangen door varkensvlees met één ster. Er was dus een gegarandeerde afzet. Daarnaast kon ik door deelname aan de pilotgroep meepraten over de invulling van het eisenpakket
“Je hebt te maken met de burger en de consument” De grootste verandering bij het houden van varkens conform het ‘1 ster Beter Leven’-concept is dat de varkens meer ruimte hebben. Vleesvarkens hebben 1 m2 ruimte per varken, terwijl wettelijk de minimale eis 0,8 m2 is. Voor gespeende biggen is 0,3 m2 de wettelijke eis, en bij het ‘1 ster’concept is dat 0,4 m2. Daarnaast moeten de varkens extra speeltjes krijgen naast de speelketting die al gebruikelijk is. Je moet daarbij denken aan een blok hout of een koker met gehakseld stro. Ook worden de beertjes niet meer gecastreerd. Met dit laatste waren de Kreugers heel blij. “Het castreren is niet het leukste werk. Dit is een win-winsituatie voor zowel het varken als de boer!”, zegt Jan. Het concept is aangeslagen en inmiddels worden 1 miljoen varkens geleverd conform het ‘1 ster Beter Leven’-keurmerk.
Burger versus consument “Je hebt te maken met de burger en de consument”, vertelt Jaap. “De burger is iemand die wil dat alle varkens in de wei wroeten en in de modder rollen. De consument daarentegen wil goed vlees tegen een lage prijs. Slechts een klein deel van de consumenten kan en wil betalen voor biologisch varkensvlees. Het ‘1 ster Beter Leven’-concept is een mooie tussenoplossing. Voorlopig kunnen er geen nieuwe varkenshouders meer deelnemen aan het concept. Er wordt wel met grote partijen in de voedselbusiness gesproken over het vervangen van gangbaar varkensvlees door ‘1 ster Beter Leven’-varkensvlees. Verder heeft het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel onlangs besloten dat vanaf 2015 de eisen voor de binnenlandse markt flink aangescherpt worden.
1-0 achter “Het mooiste van ons beroep is toch wel het ondernemen. De vrijheid die je hebt. Toevallig zijn we in de varkenshouderij terechtgekomen, maar als ik koeien had gehad, hadden we ook dit antwoord gegeven. Je probeert het maximale uit je bedrijf te halen. Zo hebben we weleens een groep vleesvarkens gehad waarbij we berekenden dat de groei 1 gram per minuut was; dat zijn mooie dingen”, legt Jaap uit. Zoon Jan vult aan: “Of als wij bezoekers via de skybox een kijkje geven in de kraamstal en zij met open mond staan te kijken als ze horen dat de varkens vloerverwarming hebben en de stal er zo licht en schoon uit blijkt te zien. Dat geeft een kick! Waar we weleens moe van worden, is het negatieve imago dat rond de varkenssector hangt. We moeten ons altijd verdedigen als ze horen dat we varkenshouder zijn. Je staat bij voorbaat 1-0 achter. Bouwt een varkensboer een stal voor 1200 vleesvarkens met een oppervlakte van 1200 m2, dan is het een megastal. Maar bouwt een boer een stal voor 300 koeien à 3000 m2, dan is er niets aan de hand! Terwijl veel koeien tegenwoordig ook niet meer naar buiten gaan. En dus proberen we de burger zo veel mogelijk ons bedrijf te laten zien. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld meegedaan aan een fietstocht. We hebben toen 500
bezoekers gehad. Mensen gaan dan met een heel ander beeld van de varkenshouderij naar huis!”
Alle verzekeringen bij één persoon Sinds jaar en dag is de familie Kreuger klant bij Finagri. Jan en Jaap kiezen ervoor niet alle risico’s af te dekken. “Dat kost te veel”, aldus Jan. “Maar grote risico’s zoals arbeidsongeschiktheid kun je zelf niet dragen en moet je afdekken. Het is een dure verzekering, maar door het eerste jaar niet te verzekeren kun je premie besparen”, vertelt Jan. Jaap vult aan: “Bovendien moet je regelmatig opnieuw de afweging maken wat je verzekert. Dit hangt af van hoe het loopt op je bedrijf. Wij vinden het belangrijk om alle verzekeringen bij één persoon onder te brengen. Is er dan een keer wat aan de hand, dan kun je hem of haar daarop aanspreken. Bovendien kent Finagri ons bedrijf en hoeven we niet uit te leggen wie we zijn. Ik verwacht natuurlijk wel dat ze kritisch zijn en blijven. Actuele ontwikkelingen moeten besproken worden en als er wat uit kan, moeten we daar ook op gewezen worden. We willen niet oververzekerd zijn”, besluit Jaap.
5
De bestelauto en het behoud van fiscale voordelen Wanneer u in een bestelauto rijdt en wilt genieten van de fiscale voordelen, gelden strenge eisen. Voldoet u hier tijdelijk niet aan, dan kost dat een flinke duit. Dat ondervond ook de bestuurder uit het volgende voorbeeld. Een bestuurder van een bestelauto (zonder bpm en met verlaagd tarief voor de wegenbelasting) wordt door de douane langs de kant gezet. Bij controle blijkt het tussenschot – normaliter bevestigd met kit en schroeven – te zijn verwijderd. “Dat is tijdelijk, in verband met vervoer van een ladder”, meldt de bestuurder. Enkele dagen nadien plaatst de bestuurder het tussenschot weer terug. Helaas valt er enkele weken later een naheffing van ruim € 3.000,– op de mat, én een boete van € 1.000,–! De bestuurder is hier niet blij mee en probeert de naheffing en boete ongedaan te maken. De rechters moeten beoordelen of de bestelauto nog wel voldoet aan de daarvoor geldende eisen en zo niet, of de bestuurder een beroep kan doen op het zogenaamde ‘herstelbeleid’. Volgens dit beleid kan een bestelauto die net niet helemaal aan de
eisen voldoet, soms toch nog als bestelauto worden aangemerkt. Zo kan een naheffing bpm worden voorkomen. Bij een succesvol beroep op het ‘herstelbeleid’ moet het gaan om situaties waarbij de laadruimte voldoet aan de fiscaal vereiste maten en het karakter van de bestelauto slechts in geringe mate is aangetast; bovendien moet herstel betrekkelijk eenvoudig zijn. Het met succes een beroep doen op ‘herstelbeleid’ komt slechts sporadisch voor. Helaas, de bestuurder uit ons voorbeeld vangt bot bij de rechter. Hij kan geen beroep doen op het ‘herstelbeleid’ omdat de tussenwand was bevestigd met schroeven en kit. Neem geen risico en huur in een voorkomend geval een groter voertuig. Onlangs zijn de eisen weer strenger geworden; het tussenschot moet tegenwoordig aanwezig zijn.
De gevaren van buitenopslag Brandstichting is al jaren een van de meest voorkomende oorzaken van brand. Vaak blijkt het te gaan om brandbare goederen die tegen de buitengevel zijn geplaatst. Denk hierbij aan pallets, open afvalcontainers, kratten, kisten, dozen en zwerfvuil. Zo zijn winkelcentra compleet in de as gelegd doordat vandalen een afvalcontainer of enkele pallets van een winkelier in brand gestoken hadden en het vuur het dak bereikte. Om de oorzaak van dergelijke branden te voorkomen, kunt u zich als ondernemer afvragen of dergelijke brandbare zaken niet binnen kunnen worden opgeslagen. En als toch brandbare goederen buiten opgeslagen moeten worden, kan dat dan niet op minstens 10 meter afstand van gebouwen? Met een degelijk hek houd je de meeste indringers op afstand. Voorkom daarbij wel dat gemakkelijk iets over het hek kan worden gegooid waardoor de brandbare buitenopslag alsnog vlamvat.
Vaak worden gebouwen op enige afstand van elkaar gesitueerd. De afstand tussen gebouwen moet minimaal 5 meter bedragen om te kunnen spreken van een echte scheiding. Gaat de brand van het ene gebouw naar het andere gebouw, dan spreken we van ‘brandoverslag’. Brandbaar materiaal dat tussen de gebouwen ligt, vormt een extra risico voor brandoverslag, bv. kuubkisten die tussen twee schuren worden geplaatst. Een natuurlijke brandwerende scheiding – 5 meter afstand tussen gebouwen – wordt door die stapeling tenietgedaan. Of wat te denken van auto’s die geparkeerd staan tussen twee gebouwen bij een garagebedrijf of afvalcontainers bij een aannemer. Ook daar is het risico van brandoverslag aanwezig. Dit geldt natuurlijk ook voor gebouwen van de buurman.
Clausule In erg veel polissen staat een clausule die direct te maken heeft met dit onderwerp: de ‘buitenopslag clausule’. Afhankelijk van de precieze tekst van de clausule kan het gebeuren dat een polis geen dekking biedt als brand ontstaat ten gevolge van buitenopslag. Lang niet iedereen is zich hiervan bewust. Vaak zijn minimale afstanden tussen brandbare goederen en buitengevels opgenomen in de clausule waaraan moet worden voldaan om schade vergoed te krijgen die het gevolg is van een brand, veroorzaakt door ontstoken brandbare buitenopslag.
6
FINBULLETIN JULI 2013
Productaansprakelijkheid en de agrarische ondernemer In de wet is vastgelegd dat bij het maken van een product alle schakels, vanaf de producent van een grondstof tot aan de fabrikant van een onderdeel of eindproduct, als producent worden beschouwd. Sinds 10 mei 1999 vallen onbewerkte landbouwproducten ook onder de regeling productaansprakelijkheid en kan bijvoorbeeld een tuinder of (pluim)vee- of varkenshouder aansprakelijk worden gesteld voor schade door zijn gebrekkige producten. Bij productaansprakelijkheid gaat het erom dat een producent aansprakelijk kan worden gesteld als zijn gebrekkige product schade toebrengt aan een persoon of zaak van een derde. Een product is gebrekkig wanneer het niet de veiligheid biedt die men ervan mag verwachten. Zo mag van levensmiddelen verwacht worden dat ze niet ziek maken. Een consument hoeft er bijvoorbeeld geen rekening mee te houden dat vlees of melk verontreinigd zou kunnen zijn met dioxine. Een benadeelde kan iedere schakel in de voedselproductieketen aanspreken wanneer er sprake is van een gebrekkig product; ze zijn allemaal voor het geheel aansprakelijk. De benadeelde kan dus kiezen wie hij aansprakelijk stelt. Hij moet wel aantonen dat er sprake is van schade veroorzaakt door het gebrek. De producent kan een aantal verweermiddelen aanvoeren om zijn aansprakelijkheid uit te sluiten. Ondernemers als (pluim)veehouders en varkenshouders zijn afhankelijk van toeleveranciers (onder andere voor veevoer en medicijnen) en afnemers (bv. de slachterij of melkfabriek). Hierbij wordt vaak gewerkt met algemene voorwaarden. Deze toeleveranciers en afnemers hebben hun aansprakelijkheid in de verhouding met hun leveranciers grotendeels beperkt. Zij zullen, in geval van aansprakelijkstelling, vaak alleen het schadebedrag voldoen dat in de algemene voorwaarden is vastgesteld.
De agrarische ondernemer lijkt de enige partij in de voedselproductieketen te zijn die afspraken niet of nauwelijks vastlegt. Vaak zijn aangegane overeenkomsten gebaseerd op goed vertrouwen, met als gevolg dat de aansprakelijkheid voor schade door gebrekkige producten niet beperkt is en de agrariër dan de meest kwetsbare schakel in de voedselproductieketen blijkt te zijn. Het sluiten van leveringsovereenkomsten en algemene leveringsvoorwaarden zou een oplossing kunnen zijn, al zult u in uw eentje weinig kunnen bereiken. Samenwerking is daarbij noodzakelijk. Een aansprakelijkstelling kan grote nadelige financiële gevolgen hebben voor u als agrarisch ondernemer. U kunt zich hiertegen verzekeren. Een belangrijk aandachtspunt is dat goed gekeken moet worden naar wat wel en wat niet onder de dekking van de verzekeringspolis valt. Voorkomen van schade is nog altijd de beste manier om productaansprakelijkheid in de voedselproductieketen buiten de deur te houden. Kwaliteitssystemen kunnen schade voor een belangrijk deel voorkomen, maar bijvoorbeeld ook de melding van bewaar- en bereidingswijze op de verpakking.
Arxx reclame & marketing 2013
7
ING 10% KORT middelen
op brandblus bij Jaru Fire Control* Wanneer u als Finagri klant brandblussers bij Jaru (www.jarufirecontrol.nl) bestelt en de kortingscode “Fin072013” noemt heeft u recht op 10% korting! U kunt Jaru bereiken op 0345-633706
*Deze actie is geldig tot 01-11-2013
Brandblussers en controle Een brandblusser is een product dat je nooit nodig hoopt te hebben. Maar op het moment dat er onverhoopt toch een blusmiddel nodig is, moet het apparaat wel meteen goed werken! Veel verzekeraars stellen de eis dat er voldoende blusmiddelen aanwezig moeten zijn om de veiligheid te vergroten en het risico op schade te beperken. Hoeveel blussers moeten er zijn? In de regeling ‘NEN 4001:2006-projecteringsnorm kleine blusmiddelen’ staat dat een pand in verschillende zones moet worden verdeeld op basis van brandrisico en soort gebruik. Vervolgens bepaalt de oppervlakte van de zone het minimale aantal blussers. Bij een normaal brandrisico is dit: • per 150 m2 minimaal één brandblusser met een inhoud van 6 kg poeder of 6 liter schuim; • per 225 m2 minimaal één brandblusser met een inhoud van 9 kg poeder of 9 liter schuim; • minimaal twee blustoestellen per zone; als een zone kleiner is dan 100 m2, voldoet één blustoestel van minimaal 6 kg poeder of 6 liter schuim. Naast de basisbeveiliging dienen ook aanvullende brandblussers te worden geplaatst bij ruimtes met bijzondere risico’s, zoals elektraverdeelkasten, serverruimtes, keukens, cv-ruimtes en ruimtes waar chemische middelen opgeslagen worden. Hiervoor kunnen ook kleinere brandblustoestellen met een inhoud van 2 kg koolzuursneeuw (CO2) worden gebruikt.
Niet alleen de aanwezigheid van blusmiddelen is van belang, maar ook het jaarlijks onderhoud ervan. De Nederlandse wet geeft aan dat brandblussers tweejaarlijks gecontroleerd moeten worden. De NEN-normering eist echter jaarlijkse controle. Werkt een onderhoudsbedrijf conform de NEN-normeringen, dan betekent dit in de praktijk dat zij na de keuring voor één jaar de verantwoording nemen. Het in de wet genoemde tweede jaar zou dan voor eigen verantwoording van de klant zijn. Dat durven de meeste mensen niet aan; zij kiezen voor de veilige optie van de jaarlijkse controle door het onderhoudsbedrijf. Uitgaande van de NEN 2559-normering is het onderhoudsinterval als volgt weer te geven:
Regelgeving voor kleine blusmiddelen Type blusmiddel Schuim
Controle
Uitgebreid onderhoud
Revisie
Levensduur
1 jaar
5 jaar
10 jaar
20 jaar
Poeder
1 jaar
–
10 jaar
20 jaar
CO2
1 jaar
–
10 jaar
20 jaar
Slanghaspel
1 jaar
5 jaar
–
-
Het verdient de voorkeur om de controle van uw blusmiddelen alleen uit te laten voeren door een NCP REOB-erkend bedrijf. Hiermee bent u verzekerd van kwaliteit. Het bezitten en onderhouden van kleine blusmiddelen is een wettelijke verplichting. Hoewel dit niet altijd de aandacht krijgt van elke ondernemer, is het van belang dit op orde te hebben. Dan komt men bij noodzakelijk gebruik niet voor nare verrassingen te staan omdat de blusser dienst weigert.
telefoon 030 - 691 22 18 fax 088 - 932 00 50 mail info@finagri.nl internet www.finagri.nl postadres Postbus 332, 4140 AH Leerdam bezoekadres Vlietskant 37, 4141 CK Leerdam Wilt u het FINBULLETIN voortaan per mail ontvangen; stuurt u hiervoor dan een mailbericht naar info@finagri.nl Finagri staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk gesteld kan worden.