Juli 2013
In deze uitgave:
Projecten ProNiño Honduras 2013 Voortgang projecten ProNiño Opening Bellas Princesas Ingezonden stuk door een sympathisant van onze stichting
Projecten ProNiño Honduras 2013 Ook in 2013 zijn we weer druk in de weer geweest met de ondersteuning van onze kinderen in San Pedro de Sula. In samenspraak met de directie van ProNiño is een lijst van projecten beoordeeld op prioriteit. De navolgende projecten zijn door ons gekozen en worden financieel ondersteund. Dyslexieproject moeilijk lerende kinderen De hiervoor in aanmerking komende kinderen krijgen apart les onder begeleiding van een psycholoog en een leerkracht. Dit project leverde vanaf het begin dusdanig goede resultaten op dat wij dit al voor het derde opeenvolgende jaar ondersteunen. Veilig slapen In Honduras zijn de normen voor veiligheid beduidend lager dan in Nederland, maar bovendien worden de voorschriften, die er al zijn, vaak niet nageleefd. We hebben maar drie brandblussers voor vier woonhuizen die bovendien op twee verschillende terreinen liggen. In twee van de slaapzalen is maar één ingang en we hebben helemaal nergens een rookmelder hangen! Dit project had hoge prioriteit. Er zijn vier nieuwe brandblussers en vijftien rookmelders aangeschaft. Tevens zullen er twee nooduitgangen gemaakt worden. Motivatie werknemers Zeker de helft van de werknemers bij ProNiño verdienen minder dan het officiële minimumloon. Let wel, het minimumloon dat geldt in Honduras, hetgeen met onze westerse maatstaven niet te vergelijken is. Deze werknemers ontvangen naar rato een laag salaris en maken veel uren die niet gedeclareerd worden. De medewerkers van ProNiño ontvangen naar rato een laag salaris en maken veel uren die niet gedeclareerd worden. Dit zou middels een soort van performance management beloond moeten worden, bij goed presteren ontvangt hij/zij een bonus van ongeveer € 40. In 2012 hebben we voor de eerste keer een bijdrage geleverd ad € 1.000 om deze werknemers bij goede werkprestaties een bonus toe te kennen. Dit heeft geleid tot goede resultaten, tevredenheid en een betere werkbeleving bij alle partijen. Familiebezoek Ongeveer 25 % van onze kinderen hebben geen familie meer. De overige kinderen hebben zonder uitzondering trauma's opgelopen, bijvoorbeeld omdat één of beide ouders vermoord zijn, omdat één of beide ouders als illegale emigrant naar de VS is getrokken, of omdat er in het gezin zware vormen van fysiek, seksueel of emotioneel misbruik hebben plaats gevonden. Een aantal van deze kinderen kunnen vanwege de situatie met hun familie geen bezoek meer brengen, maar een aantal hebben juist met één of meerdere familieleden een zeer goede band, bijvoorbeeld met een naast familielid dat hen langdurig kost, inwoning en liefde heeft geboden. Onze psychologe vindt het van groot belang dat deze kinderen een gezonde relatie kunnen blijven houden met de betreffende familie, maar er zijn geen middelen voor een bezoekje of een verblijf. Vaak gaat het om extreem arme mensen die onmogelijk twee dagen lang een extra mond kunnen voeden. Ook ontbreekt het aan geld voor vervoer naar de familie toe, die soms wel enkele uren verder weg woont. Vier je verjaardag! Onze kinderen vieren nooit hun verjaardag. Sterker nog, een aantal weet niet eens wanneer ze eigenlijk jarig zijn! Straatkinderen zwerven natuurlijk niet met hun geboorteakte in hun achterzak
door de stad en als ze eenmaal bij ons wonen moeten we vaak samen met hen en de tandarts en dokter een leeftijd (en geboortedag) bepalen. Maar als dan eindelijk die felbegeerde verjaardag op de kalender staat dan is er nog steeds niets om te vieren, want daar hebben we geen geld voor. Nu wordt er met onze hulp één keer per maand de verjaardagen van die maand gevierd. Een paar grote taarten (zelfgebakken!), zes flessen frisdrank en wat kaarsjes. Vooral voor de kleinere kinderen is dit belangrijk. Op weg in het leven… Ze kwamen aan op hun negende, of elfde misschien, maar zijn inmiddels (haast) achttien en moeten onder moeders vleugels vandaan. Dat is zo makkelijk nog niet, en zeker niet zonder familie om op terug te vallen, zonder kruiwagen in een arm en instabiel land. De afgelopen jaren zijn er drie relatief gedegen en gecertificeerde vakopleidingen in het leven geroepen, tevens is hard gewerkt aan betere banden met lokale bedrijven en overheid. Toch merken we dat de overstap van ons beschermde opvanghuis naar de maatschappij zodanig groot is dat een aantal jongeren terugvalt als ze plots op eigen benen moeten staan. Zodoende is door ProNiño besloten om in januari 2013 te beginnen met een “begeleid wonen” huis. Een eigen stek, maar met dagelijkse supervisie van onze staf en steun bij het zoeken naar (en behouden van!) een baan, het regelen van administratie en het leren leven op je zelf. Via stichtingen en fondsen wordt geprobeerd het budget voor dit huis rond te krijgen, maar er ontbreekt in de begroting een post die geen van hen op zich lijkt te willen nemen: een kist met gereedschap of een rijbewijs of een kit voor elektricien, al naar gelang de individuele situatie van elke kandidaat een item. Elk van de tien jongeren die in het huis gaan wonen hebben een vakopleiding afgerond maar missen het basisgereedschap of het rijbewijs dat vaak nodig is om aan de slag te kunnen.
Voortgang projecten ProNiño Bas Wiersma, directeur bij ProNiño en onze contactpersoon ter plaatse, heeft ons onlangs een update verzonden hoe de zaken ervoor staan. We kunnen stellen dat mede dankzij onze hulp het met de organisatie ProNiño voorspoedig gaat. Zo zijn er een flink aantal kinderen met Pasen en met Moederdag op bezoek gegaan bij de familie, wat behoorlijk wat emoties losmaakte. Ook is er al een uitje georganiseerd voor de medewerkers op de Dag van de Arbeid, het was een daverend succes en het geeft deze mensen weer de nodige motivatie om door te gaan met hun geweldige werk. Met veel trots kunnen we ook melden dat de eerste rijbewijzen zijn gehaald, een van de jongens heeft zijn papiertje al ! En dat in een land als Honduras, waar dit normaal maanden duurt. Begin maart 2013 heeft de opening plaatsgevonden van Pisos Tutelados, het huis voor zelfstandig begeleid wonen. Momenteel wonen er vijf jongens, er is plaats voor acht. De basisvoorwaarden zijn een minimumleeftijd van 18 jaar, bezig met middelbare school of een afgeronde vakopleiding en in het bezit zijn van een baan of hiernaar actief zoekende. Een maatschappelijk werker is aangetrokken, die een groot deel van zijn tijd steekt in het wegwijs maken van de jongens in de wereld van onafhankelijkheid (bankrekening openen, ID laten maken, leren stemmen, rijbewijs halen etc…) en hen begeleidt op weg naar zelfstandigheid in het leven. In het algemeen gaat het goed in Proniño. Het kinderaantal is enigszins gedaald van 92 jongens naar 82 jongens. De rechterlijke macht is veel voorzichtiger geworden in het plaatsen van kinderen sinds de organisatie in mei 2012 heeft laten weten dat ze onmogelijk als enige centrum in de regio de nijpende tekorten aan opvangplaatsen konden oplossen. Er is iets meer aandacht per kind en het
helpt de “kindkosten” iets meer beheersbaar te houden. De veiligheidssituatie in het land en in het bijzonder rondom “La Montaña” is zorgwekkend. De acute problemen rondom La Montaña zijn niet meer actueel maar de toestand blijft gevaarlijk en dwingt tot onprettige maatregelen zoals voor het donker iedereen binnen, niet alleen naar buiten, buitenlandse vrijwilligers die niet meer zelfstandig naar het centrum kunnen. De overige aspecten in de organisatie, zoals gezondheidszorg, onderwijs, psychologie, functioneren naar wens en de kwaliteit van de kindzorg blijft gestaag verbeteren.
Opening Bellas Princesas Sinds dit jaar worden door ProNiño ook meisjes opgevangen. In het meisjeshuis is plek voor acht meisjes in de leeftijd van 7 tot 11 jaar op moment van opname, en de plekken worden gereserveerd voor meisjes die slachtoffer zijn van langdurig seksueel misbruik. In februari zijn de eerste meisjes welkom geheten en inmiddels wonen er zes. Het huis is prachtig, met twee ruime slaapkamers, een kantoor, een grote speelruimte, zitkamer en zelfs een kleine tuin met schommel en glijbaan. De meisjes zijn vrolijk, vriendelijk met elkaar, en er heerst een sfeer van solidariteit en optimisme.
In het huis werken drie begeleidsters, waarvan twee full time. Elke dag is er één begeleidster 24 uur bij de kinderen aanwezig en kookt, leert, eet ,slaapt met hen. De volgende dag komt de andere begeleidster. De derde begeleidster werkt ook part time als rechterhand van directeur Reginaldo, hetgeen hem in enige mate ontlast. Twee van de begeleidsters studeren pedagogie. Er is nog geen psycholoog gevonden. Inmiddels is besloten dat de bestaande Proniño psychologe deeltijd met de meisjes en deeltijd met de jongens zal gaan werken en dat een mannelijke psycholoog full time met de jongens zal gaan werken, zodra een geschikte kandidaat is aangenomen. De meisjes hebben enige interactie met de kleinste jongens, bijvoorbeeld om samen in de sieradenkamer te werken, of een keertje voor een uitje, of andere activiteiten die enkele uurtjes duren.
Ingezonden stuk door een sympathisant van onze stichting Onlangs ontvingen wij een verhaal van een sympathisant van onze stichting, welke ons verraste met onderstaand verhaal. Onbekend is wie de auteur van dit verhaal is, maar het sluit wel aan bij de idealen van onze stichting. Bedankt !
Sinds de grote dag waarop meneer HEB meneer ZIE geworden was keek hij veel meer naar de dingen. Het was net alsof alles hem veel te vertellen had: de bomen, de gekleurde bladeren en al die mensengezichten. Ze vertelden van geluk maar ook van droefheid. Van vol verwachting maar ook van tegengevallen. Op zekere dag vond meneer ZIE een mooie kaars in een oude kast, die hij nog overgehouden had. Hij keek naar de kaars, vuurrood met een gouden randje. En plotseling verstond hij het verhaal van de kaars: Ik heb nooit mogen branden, omdat jij zo zuinig was. Ik heb altijd maar in die donkere kast moeten liggen. Steek mij aan en ik breng je licht. Meneer Zie stak de kaars aan. Eerst werd het vlammetje kleiner, alsof hij niet wilde branden. En toen opeens werd het groter en groter. Er kwam dansend licht in de kamer, en de kaars lachte dat de dikke tranen kaarsvet naar beneden drupten. Zie je : ik word kleiner, maar jij hebt licht. Zie je, ik brand weg, maar jij kunt de kleuren van de kamer zien. Ha, nu ben ik pas echt kaars. Toen de kaars helemaal was opgebrand werd het donker in de kamer, maar in het hart van meneer ZIE was een lichtje gaan branden. Nu begrijp ik de kaars, zei hij. Je bent pas echt kaars als je brandt voor een ander, als je je helemaal weggeeft om een ander wat licht te geven. De volgende dag stond er te lezen op het grote bord en de tuin van meneer ZIE: Vanaf vandaag heet ik meneer GEEF. En hij was heel lief voor alle mensen, overal waar hij kwam was het net of er een lichtje begon te branden, Een klein lichtje van vreugde.