In deze uitgave o.a.: Police Mentoring Team Uruzgan Reservisten geen reserve meer Herdenkingen
Oefening Carib Centaur Jaargang 71 - uitgave 323 nummer 2 - 2010
Plaquette Depot Cavalerie
Schot in de roos
Alert en paraat www.gooischeffectenhuis.nl Contact: Res.Elnt. Drs. Jan Kamerbeek - 06-18970561 of
[email protected] vergunninghouder AFM DSI geregistreerd
Gooisch Effectenhuis Noordereinde 9 1243 JG ‘s-Graveland t +31(0)35-577 40 33 f +31(0)35-577 40 39 e
[email protected] i www.gooischeffectenhuis.nl KvK 32115366 BTW nummer NL 8161.53.772.B01 ABN/AMRO 40.70.48.537 vergunninghouder AFM/Deelnemer DSI
Cavalerie officiersdassen VAN SYTZAMA • PRINS VAN ORANJE • PRINS ALEXANDER • BOREEL
F.G. VAN DEN HEUVEL LATE VOGELS 1882 T O U R NOOI VE L D D E N HAAG
Telefoon: (070) 346 08 87 • Fax: (070) 362 84 40 • E-mail:
[email protected]
2
VOC-Mededelingen verschijnt 1 x per kwartaal
Inhoudsopgave
Ereleden
Blauw-witte artikelen zijn vaste rubrieken
oud-res-lkol J. Moes, oud-res-maj E.J. Vinkhuyzen, oud-res-elnt ir. J.J. Heyse, bgen b.d. J.M.A. Thomas, lgen b.d. A.J.G.M. Blomjous.
Dagelijks bestuur genm jhr. J.H. de Jonge
voorzitter
res-ritm jhr. ir. M.O.M. van der Goes
vice-voorzitter
res-elnt drs. R.J. Groot
secretaris
vacant
penningmeester
ritm b.d. G.H. Snellen
ledenadministratie
res-tlnt jhr. drs. Tj. van Citters
communicatie
Overige leden van het bestuur lkol b.d. D.G.G.M. Alexander, maj R. van Ingen,
Van de Wapenoudste
4
Van de redactie
4
Koninklijke onderscheiding
5
Herdenking Voorthuizen
5
RHvS als Police Mentoring Team in Uruzgan
6
Reservisten: allang geen reserve(s) meer
9
ritm L.J.J. Reinders, maj. b.d. N.H. Hoogsteder
4 mei: Herdenking gevallenen van de Cavalerie
11
Toehoorders bestuur
Oefening “CARIB CENTAUR”
12
Van het oude haar: Opening Alexanderkazerne
13
cad-sgt S. de Jong, lkol D.M. Brongers.
Secretariaat
Het depot Cavalerie in mobilisatie- en oorlogstijd
14
Bussum, T 06 - 53 40 88 40 - E
[email protected]
Glibberen en glijden tijdens Noorse slipcursus
19
Ledenadministratie, aanmelding lidmaatschap
45 jaar in dienst van Hare Majesteit
20
Herdenking 1940 van in mei gevallen Cavaleristen
21
De schietwedstrijd OMK schieten 2010
25
Laatste eerbewijs ritm b.d. F.W. Klems
25
Beëdiging en uitreiking draaginsigne gewonden
26
res-elnt drs. R.J. Groot, Graaf Florislaan 64, 1405 BW
ritm b.d. G.H.Th. Snellen, Acaciastraat 4, 4921 MA Made,
[email protected], postrekening nummer 159555 t.n.v. VOC te Baarn. De leden wordt verzocht aan dit adres opgave te doen van adreswijzigingen, benoemingen, bevorderingen, onderscheidingen, eervolle ontslagen enz. Inloggegevens voor het besloten (alleen leden) deel van de website kunnen alhier worden opgevraagd onder vermelding van uw naam, rang en geboortejaar.
Opgave advertenties en banners Wij verzoeken u contact op te nemen met lkol b.d. E. Westerhuis. E-mail:
[email protected]
kol S.M.M. van Hoof
voorzitter redactie
lkol D.M. Brongers
vice-voorzitter redactie
lkol b.d. E. Westerhuis maj K.R. Meijer redactiecoördinator
De redactie dringt er bij de scribenten op aan de kopij en bijbehorende foto’s elektronisch (min. 300 dpi) aan te leveren. Overname artikelen - met bronvermelding - is toegestaan.
Redactieadres ritm O. Ruiter, Bernhardkazerne, geb X, kmr 19, MPC 53B Postbus 3003, 3800 DA Amersfoort, Tel. (033) 466 14 08, Fax (033) 466 11 58, E-mail:
[email protected], Mil mail:
[email protected] Website: www.voc-cavalerie.nl Webmaster: oud-res-elnt ir. M.A.H.J. Savelsberg e-mail:
[email protected] Vormgeving: DRUK Concept & Design, Soest. Druk: Practicum Grafimedia Groep, Soest. Coverfoto: Dennis Boom.
Commando Huzaren Prins van Oranje
27
overgedragen
Redactie
ritm O. Ruiter
42 Tankbataljon RHPO
Verslag 72e Algemene vergadering VOC
28
Jonkheer Frederik Pico Groeninx van Zoelen
30
Band of Liberation viert 10-jarig bestaan
31
Diner de Corps Officieren ‘Huzaren Sytzama’
32
Laatste Betuwse VOC borrel
33
Oud-voorzitter SMNC benoemd tot erelid
34
Onthulling plaquette
35
Regelmatig Terugkerende Bijeenkomsten
36
VOC-activiteitenkalender
37
Personeelsmutaties
38
Kopij voor het volgende nummer inzenden voor 1 augustus 2010 3
Van de Wapenoudste Tijdens de Algemene Vergadering voor leden van de vereniging konden we constateren dat er een paar “rimpelingen” gemeld en besproken moesten worden. Natuurlijk was er het resultaat van de actie door het Bestuur om het ledenbestand op te schonen. Leden waarvan al lange tijd het adres onbekend bleek, ook geen contact meer was en geen contributiebetalingen van binnen kwamen, hebben wij voorlopig uit het bestand verwijderd. Gelukkig was er ook relatief veel aanwas zodat het ledenbestand nu om de 1600 man schommelt. Daarmee hebben we ook de begrotingen en de post “ eigen vermogen” moeten bijstellen. De vergadering toonde begrip voor de noodzaak van deze maatregelen en keurde ze goed. Inmiddels hebben alle sabels die door het Museum Nederlandse Cavalerie aan de V.O.C. geschonken werden als jubileumcadeau hun weg conform plan gevonden naar de staande cavalerie-eenheden. Aldaar zullen ze gebruikt worden tijdens ceremoniën en bijeenkomsten als blijvend teken van verbondenheid tussen het actief dienende deel van de cavalerie en de Vereniging. Wij ondersteunden ook, samen met de Vereniging Onderofficieren Cavalerie, het bijzonder appèl op Koninginnedag 30 april en de herdenking gevallenen cavalerie op 4 mei, uiteraard in beide gevallen op de Bernhardkazerne. Met name op 4 mei was er een grote opkomst, een respectvolle ceremonie en een bijzonder gepast maar krachtig optreden van het Reunieorkest Trompetterkorps der Cavalerie. Wat een fantastische en sfeervolle combinatie! Overigens treft u de rede zoals op die 4 mei werd uitgesproken door de Wapenoudste aan op onze website. De werkgroep onder leiding van lkol bd. Jack Johan werkt verder aan het verwezenlijken van een aanpassing van het “ monumentencomplex” zodat uiteindelijk ook de jonge generatie zich makkelijker kan thuisvoelen bij dat respect betoon. Voorts gaan wij deze zomer ook weer zien dat de “ best man” van de VTO-cavalerie door de Wapenoudste met een giberne onderscheiden wordt. Een traditie in ere hersteld. Kijkt u leden nog eens goed op onze activiteitenkalender? Wat denkt u van het optreden van het Reunieorkest tijdens Challenge Saumur op 26 juni. Uiteraard de diverse periodieke samenkomsten – ook wel borrels en koffietafels geheten – in uw regio. Door de V.O.C. ondersteunde Militair Ruiterkampioen-schappen in Maarsbergen op 2 en 3 juli. De V.O.C. golfdag op 30 augustus. Natuurlijk de V.O.C./ V.O.O.C. borrel tijdens het tankschieten in Bergen-Hohne in september, waarbij u zelf de Bult Francis schiettesten op de bekende baan 9 kunt meemaken. Te veel om u nu op te attenderen. Zie echter daartoe de aankondigingen in dit blad. Maar die aansporing heeft u vast niet nodig!
4
Van de Redactie Versterking redactie De redactie is verheugd u mede te kunnen delen dat ze is versterkt met een actieve reservist: Fred Koolhof. Hij was werkzaam bij Achmea (zie artikel VOC-Mededelingen 2009/Q1), maar is nu voor zichzelf begonnen met zijn bedrijf Ontdekkingsreiziger BV. Als reservist is hij momenteel twee vaste dagen werkzaam als adviseur communicatie voor Commandant 1CIMIC Bataljon. Met zijn komst hebben we nu alle gelederen verzameld binnen de redactie van actief, reservist en buitendienst. Vanaf juni gaat Fred Koolhof actief deelnemen bij het samenstellen van het blad. Deze uitgave staat in het teken van de herdenkingen die in de afgelopen maanden weer hebben plaatsgevonden. Zo werd de traditionele herdenking op de Bernhardkazerne van gesneuvelde cavaleristen vanaf 1940 tot heden extra luister bijgezet met het aantreden van delegaties van parate eenheden en onder de muzikale tonen van het Reünieorkest Trompetterkorps Cavalerie. Ook was er de onthulling van de plaquette op de Alexanderkazerne die herinnert aan de huzaren die bij het Duitse verrasingsbombardement vielen op 10 mei 1940. Bij het zoeken naar een tekst ‘van het oude haar’ tussen de oude perkamenten van de Mededelingen, viel de keuze daarom al snel op een publicatie uit 1938 toen de Alexanderkazerne aan de van Alkemadelaan werd geopend. Daarnaast neemt dhr Koningsberger ons mee naar een herdenking van gesneuvelde cavaleristen van vlak na de oorlogsdagen, toen er pas na enige tijd een beeld ontstond van de geleden personele verliezen binnen ons wapen. Tot slot komen de publicaties van ons parate deel voornamelijk van de tankbataljons. Het lijkt erop dat het immer actieve blauwe regiment wat achterblijft. Wij zijn uiteraard van hen gewend dat ze zien, zonder gezien te worden, met een daarna verrassend effect. Hopelijk is het dus een tactische stilte voor de storm. We gaan het zien in het volgende nummer. Veel leesplezier.
Herdenking Voorthuizen Door: tlnt L.A. Konings
Koninklijke onderscheiding Het heeft H.M. de Koningin behaagd te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau: de Adjudant der Cavalerie b.d. W.J.M.A.M. Bouwmans. Op een zonnige 29e april werden hem door de burgemeester van Helmond, Drs. A. Jacobs, de daarbij behorende versierselen uitgereikt. Getuigen daarvan waren zijn echtgenote, dochter, zoon met partners, de RC Lkol Koek, de RA, Stafadj Koot, het bestuur van de Stichting Regiment Huzaren van Sytzama en hun dames. De burgemeester ging uitgebreid in op de vele verdiensten van de gedecoreerde in relatie tot het regiment. Na de plechtige uitreiking gevolgd door een feestontbijt toog het gezelschap naar de vredeslocatie van gedecoreerde, waar de gezelligheid werd voortgezet. Daar meldden zich ook nog de Ritms b.d. Korting, Huisman, de Adj b.d. de Matter (wie kent hem niet). Dat de gezichten op de foto wat ernstig staan heeft meer te maken met het tijdstip van de dag dan de ernst van de gebeurtenis.
Ieder jaar op 11 mei vindt in Voorthuizen een herdenking plaats, ter nagedachtenis aan de cavaleristen van het 1e Regiment Huzaren die tijdens de meidagen van 1940 zijn gesneuveld. Zo ook dit jaar en aan de militairen van het Bravo eskadron, 11 Tankbataljon om deze herdenking met militaire aanwezigheid te verrijken. Naast de aanwezige militairen en militaire genodigden waren ook de Baron van Sytzama, groep 8 van de Wilhelminaschool en een grote groep reünisten aanwezig bij de ceremonie. Muzikale ondersteuning werd verzorgd door het Fanfarekorps Koninklijke Landmacht Bereden Wapens. De Regimentscommandant, lkol Koek werd vergezeld door de Wapenoudste van de Cavalerie, generaal-majoor Jhr de Jonge, de burgemeester van Barneveld, de heer Houben en een wethouder uit Zwolle, de heer Berkhout. Na het intreden van de standaard en het appèl door de Regimentscommandant werd aangevangen met de herdenking. Een toespraak van de lkol Koek gevolgd door een tweetal gedichten, opgedragen door twee leerlingen van de Wilhelminaschool, gingen vooraf aan een minuut stilte. Aansluitend aan de plechtigheid werd een van de gevallenen postuum gedecoreerd met het Mobilisatie-Oorlogskruis. Nabestaanden namen de onderscheiding in ontvangst uit de handen van de Regimentscommandant. De ochtend eindigde met een defilé van aanwezigen voor het monument van Voorthuizen.
5
RHvS als Police Mentoring Team in Uruzgan Door elnt Wesley - PC 2e Pel, B-Esk, 11Tkbat, RHvS
In de periode van 23 juli t/m 18 december 2009 is het Bravo Eskadron, 11 Tankbataljon, Regiment Huzaren van Sytzama uitgezonden naar Uruzgan als Police Mentoring Team (PMT). Gedurende deze unieke samenwerking met de Koninklijke Marechaussee zijn in drie verschillende districten, vijf teams intensief bezig geweest met het mentoren en begeleiden van de Afghan National Police (ANP). Voorbereiding De opdracht was op sommige vlakken nog onduidelijk en de samenwerking met de KMar op zijn minst gezegd onwennig. In de opwerkperiode naar de uitzending toe zijn vijf teams samengesteld. Elk team bestond uit twee man van de KMar, de mentoren, en acht man van het Eskadron, als Force Protection voor de mentoren. Twee teams werden geplaatst in Deh Rawod, onder leiding van Elnt Bob en Wmr1 Roel. Twee teams zaten in Tarin Kowt. Hier was de leiding in handen van Tlnt Luc en Wmr1 Remko. Tevens was het commandoelement grotendeels in Tarin Kowt werkzaam. Als laatste één team in district Chora, onder leiding van Elnt Wesley.
van eenmaal Patria (pantser wielvoertuig) en eenmaal MB ST CDI (Mercedes-Benz, gepantserde terreinwagen), waar we ook gedurende het opwerktraject mee hebben geoefend. Bij de eerste gelegenheid is mijn team ingevlogen naar het district Chora, ten noorden van Tarin Kowt. De opdracht van mijn team was het mentoren en begeleiden van de lokale politie, inclusief de ‘Chief of Police’ (CoP). Nadat we ons hadden gevestigd op de Forward Operating Base (FOB) Mirwais, was het noodzaak zo snel mogelijk de mogelijkheden te inventariseren. Als snel bleek dat er veel kansen, maar ook uitdagingen lagen in de komende periode.
Chora De opstart Na een druk opwerktraject en een welverdiend inschepingsverlof, werden de eerste kaderleden en de commandogroep op 21 en 23 juli ingevlogen. Bij aankomst op Kamp Holland, in Tarin Kowt, werden we hartelijk ontvangen door onze voorgangers. De cavaleristen van het Alfa Eskadron. Na de periode van overname, kwamen ook de rest van de teamleden binnen. Inmiddels was elke groep in het bezit
6
De vallei in Chora is er een met vele kanten. Daar waar in 2007 dezelfde luchtmobiele compagnie nog hevig heeft gestreden in de slag om Chora, worden nu vele sociale patrouilles gelopen. Ook het optreden is veranderd. Met kleinere groepen het dorp in, veelvuldig contact met de lokale autoriteiten maar ook bezoek vanuit Nederland en het opstarten van vele lokale projecten is nu mogelijk. Desondanks is veiligheid nog steeds relatief. Een zelfmoord-
aanslag, meerdere IED-explosies (bermbommen) en dreiging van indirect vuur, deed ons beseffen dat het nog steeds gevaarlijk is. Mede hierdoor zijn de plannen die er zijn op het gebied van ontwikkeling altijd onderhevig aan verandering. Wanneer de situatie stabiel leek, bleek toch weer dat ook wij continue onze wijze van aanpak moesten wijzigen. Bijvoorbeeld bij de aanslag op de Chief of Police, die hierbij om het leven kwam. Ook de dood van andere agenten in ons district had impact op de instelling en motivatie op het ANP-personeel, zowel positief als negatief. Het leven op de FOB was ook een hele ervaring. Bij het wegvliegen met de Chinook of Cougar naar Mirwais lieten we tevens de ‘luxe’ van Kamp Holland achter ons. Geen vers eten, beperkt water, geen bescherming tegen indirect vuur en weinig middelen voor het contact met het thuisfront. Gedurende de periode werd dit echter steeds beter. De laatste weken hebben we zelfs kunnen genieten van draadloos internet. Ondanks de beperkingen, maakt de goede sfeer en de fijne samenwerking met de Compagnie van de Battlegroup het verblijf op het kleine kamp tot een aangename tijd.
Mogelijkheden en beperkingen Mijn team was zodanig samengesteld dat we tot een bepaalde hoogte zelfstandig konden optreden. De vele patrouilles in Ali Shirzai en het gebied in directe omgeving van de FOB werden dan ook te voet uitgevoerd met de mogelijkheid van steun door een peloton van de Compagnie. Buiten onze ‘permissive area’ waren we afhankelijk van externe steun. Vaak ontvingen we die van de Compagnie en werden gelijktijdig meerdere opdrachten uitgevoerd, waardoor meerdere partijen gebaat waren bij een patrouille. Inclusief meerdaagse patrouilles. Een andere optie was een samengestelde patrouille in samenwerking met de Australische OMLT
(Operational Monitor and Liaison Teams). Hierbij was met name de samenwerking tussen de ANP en de ANA (Afghan National Army) erg belangrijk. Door de aanwezigheid van bijvoorbeeld medische capaciteit bij de Australiërs konden we nu ook verder het gebied in. Hierdoor kwam de ANP in een groter gebied in contact met de lokale bevolking, wat ten goede kwam van de veiligheid in het gebied.
Lokale en internationale samenwerking De eerste kennismaking met de Chief of Police was erg spannend. Zeker omdat een aantal van mijn teamleden voor het eerst ‘buiten de poort’ waren, maar ook voor de eerste keer contact maakten met de lokale bevolking. Toch werden we vriendelijk en erg gastvrij ontvangen. In de navolgende weken bleek de ANP in ons district erg leergierig en enthousiast. Met als gevolg een druk programma met vele praktijklessen, gesprekken en patrouilles. Deze
7
laatste waren, enkele uitgezonderd, altijd gecombineerd met de ANP. Veelal werden sociale patrouilles gelopen in het dorp Ali Shirzai, nabij de FOB. Hierbij stond het contact van de ANP met de lokale bevolking centraal. Juist de lokale autoriteiten, inclusief veiligheidsorganen als de ANP en ANA, dienen op straat te laten zien dat zij de aangewezen personen zijn voor het brengen van stabiliteit in de regio. Ondanks beperkte middelen, wapens en munitie, is er over het algemeen wel acceptatie van de lokale bevolking naar de ANP. Naast sociale patrouilles hebben wij na de praktijklessen ook invulling gegeven aan bijvoorbeeld het uitbrengen van vehicle checkpoints. Het checkpoint werd bemand door zowel ANA als ANP en door ons op gepaste afstand gevolgd. Daar waar mogelijk voorzagen we de lokale commandant van tips. Het begeleiden van de enkele agent was niet alleen een taak van de mentoren, maar van elk teamlid. Eenieder droeg zijn steentje bij als het aankwam op het corrigeren of ondersteunen van de agenten.
Tanks Op enkele acties na, zijn al onze patrouilles uitgevoerd te voet. Voor een team bestaande uit tankers, was dit wel even wennen. Toch kijken we met een goed gevoel terug op de afgelopen periode. De uitzending is een periode waar we veel van hebben geleerd. Ondanks het ontbreken van tanks in Uruzgan, nemen we belangrijke ervaringen en kennis mee in de toekomst. De ‘onzichtbare’ vijand, optreden in een extreem klimaat, samenwerken met lokale veiligheidsdiensten en internationale partners zijn zaken die we, ook
8
als cavaleristen, hoogstwaarschijnlijk in de toekomst gaan tegenkomen. Inmiddels is het gehele Eskadron weer druk met de voorbereidingen voor de eerste oefeningen met de tanks. Nu de recuperatie oefening ten einde is, laten we de uitzending achter ons. We zullen ons de komende tijd met het B-Eskadron vol richten op het tankoptreden.
RESERVISTEN: allang geen reserve(s) meer Door: kol Frank de Wit
Vanaf 2005 is er, na een lange periode van stilte, hernieuwd aandacht gekomen voor de reservist. Tijdens de herstructureringen die in de 90er jaren zijn doorgevoerd, was de Koninklijke Landmacht begrijpelijkerwijs vooral met zichzelf en de beroepscomponent bezig. De focus was absoluut niet gericht op de reservist, die immers voor het overgrote deel voortkwam uit de grote cohorten dienstplichtigen, waar we net in die periode min of meer afscheid van namen. Een daarvan losstaand element was de Nationale Reserve die in die periode in stand is gebleven en – anders dan de reserveofficieren voortkomend uit de dienstplicht – puur op basis van vrijwilligheid “dienst verrichten”. Na een beperkte beleidswijziging in 1996 werd in 2005 met het de kamerbrief Reservistenbeleid echt een nieuwe weg ingeslagen. Er was behoefte aan twee soorten reservisten, de reservist militaire taken en de reservist specifieke deskundigheid. De taken van de reservisten militaire taken (RMT) worden vooral voorzien in de nationale context. Hierbij moet worden gedacht aan bewaken en beveiligen van vitale infrastructuur in Nederland (Nationale Reserve), ceremoniële taken (Nationale Reserve en Cavalerie Ere Escorte) en ondersteuning bij calamiteiten. De reservisten specifieke deskundigheid (RSD) daarentegen zijn in beginsel juist bestemd voor deelname in expeditionaire operaties. RSD beschikken over civiele kennis en vaardigheden die de Koninklijke Landmacht in de normale (vrede)bedrijfsvoering niet of maar beperkt nodig heeft, maar die bij de uitvoering van missies niet kunnen worden gemist in het inzetgebied. Naast inzet van zogenaamd functioneel specialisten uit het CIMIC-bataljon in het kader van de wederopbouw van civiele bestuursorganen en het bevorderen van economische activiteit, spelen er ook de behoeften van staven op bataljons- en hogere niveaus een rol. Operationeel analisten en dagboekschrijvers zijn hiervan voorbeelden. Binnen het Commando Landstrijdkrachten werd in 2006 de Afdeling Reservisten Aangelegenheden (ARA) opgericht. Hiermee werden alle stukjes landmachtorganisatie die zich met reservisten bezighielden bijeen gebracht, waardoor er belangrijk synergetisch voordeel kon worden behaald. Vanaf kort voor de oprichting van ARA werd het bestand dienstplichtig reservisten (ca. 45.000) gesaneerd en kreeg iedere reservist de vraag of hij op vrijwillige basis nog iets wilde bijdragen. Inmiddels is het bestand teruggebracht tot ca. 1000 actieve RSD en een nog vrij indeelbaar bestand van ca. 1100 reservisten. Naast deze deelbestanden omvat
de Nationale Reserve ongeveer 3000 functies. Vanaf 2005 werd ook de professionalisering ter hand genomen. Van het beeld dat je met de reservist prima een borrel kon drinken, maar dat was het dan ook, wilde iedereen af. Een borrel drinken prima, maar dan wel na professioneel gedane arbeid. Die professionalisering heeft zowel bij de RMT als bij de RSD gestalte gekregen en is – zoals het hoort - een continu proces geworden. Bij de RMT heeft het absoluut geholpen dat Defensie van vangnet tot structureel veiligheidspartner is geëvalueerd (Civiel Militair Bestuurlijke Afspraken (CMBA)) en dat de relatie met de civiele bestuurslagen bij de regionaal militair commandanten (RMC) via officieren bij de 25 veiligheidsregio’s (OVR) vorm wordt gegeven. Ook daar is een groot aantal reservisten bij betrokken. Iedere veiligheidsregio kent één beroeps- en – voor het voortzettingvermogen - drie reservisten OVR. Daarnaast zijn er binnen de regionaal militaire commando’s ook functies voor reservisten als vertegenwoordiger van C-RMC bij regionale beleidsteams (RBT), liaisons in de civiele crisisorganisaties en functies in de actiecentra van de RMC’n. Voor de RSD geldt dat de belangrijkste bijdrage zijn/haar bijdrage aan missies is. De functioneel specialisten van het CIMIC-bataljon maken het overgrote deel van de categorie RSD uit. Binnen het CIMIC-bataljon zijn dat – bij volle omvang – 480 functies. Daarnaast zijn er ca. 120 functies bij 400 Geneeskundig bataljon en ca. 30 functies voor operationeel analisten en dagboekschrijvers. Al met al heeft het CLAS zo’n 3950 reservistenfuncties, waarvan ca. 3000 RMT en 950 RSD. Defensiebreed zijn er ca. 5600 functies voor deze categorieën militairen . De professionalisering kent ook een organisatiekant. In 2008
9
zijn er belangrijke stappen gezet met betrekking tot de zorg voor reservisten en in 2009 is de taakstelling voor reservisten verbreed. De kamerbrief Reservistenbeleid 2009 introduceert frontfill en backfill als nieuwe inzetmogelijkheden voor de reservist. Frontfill is het inzetten van een reservist op een reguliere militaire functie in een eenheid die op missie gaat, terwijl bij backfill de reservist wordt ingezet op een reguliere functie in de vredesorganisatie ter compensatie van de beroepsmilitair die is of wordt uitgezonden. De ambitie die de Staatssecretaris voor deze nieuwe inzetvormen in de kamerbrief heeft verwoord, is – evenals de daarvoor beschikbaar gestelde financiële middelen - beperkt. Ook de uitvoeringsregelingen en randvoorwaarden zijn nog niet ingevuld. Zo moet er een hyves-achtig systeem komen, waarin vraag van de Defensieorganisatie en aanbod van geschikte reservisten op eenvoudige wijze bij elkaar kan worden gebracht. Om dat te bereiken zijn de reservisten benaderd om hun gegevens, waaronder hun emailadres te actualiseren. Ondanks dat de randvoorwaarden voor implementatie nog niet volledig zijn ingevuld, is het CLAS wel begonnen met front- en backfill. Improviserend en zonder reclame te maken is binnen het CLAS de ambitie voor het jaar 2010 nu al volledig ingevuld. Naast de intentie om de reservist breder in te zetten, wordt ook langduriger aaneengesloten inzet van de reservist nagestreefd. In het kader van employer support wordt voor werkgevers de mogelijkheid geïntroduceerd om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de kosten die gepaard gaan met inzet van hun werknemer als reservist tijdens een uitzending. Deze tegemoetkoming bedraagt € 50 per dag bij een aaneengesloten inzet voor Defensie van meer dan drie maanden. De regeling is echter op dit moment nog niet operationeel. Misschien nog wel belangrijker dan de vergoeding op zich, is dat Defensie met deze regeling voor het eerst ook, zij het schoorvoetend, met de civiele werkgever een relatie aangaat. Voordien was er alleen een relatie tussen de reservist en Defensie; de relatie met de civiele werkgever was uitsluitend het probleem van de reservist in zijn rol als werknemer. De inmiddels opgedane ervaringen met reservisten als front- en backfill zijn overwegend positief. Het mag duidelijk
10
zijn dat reservisten niet in elke (operationele) functie in een uit te zenden eenheid kunnen worden ingezet. Dat laat onverlet dat er toch meer mogelijkheden zijn dan menigeen denkt. Natuurlijk spelen de achtergrond van de reservist en de mate waarin een uitgebreid voorbereidingstraject mogelijk is hierbij een belangrijke rol. Effect van deze inzet van reservisten is tweeledig: het heeft een dempende invloed op de uitzendfrequentie en uitzenddruk voor het beroepspersoneel en op de ervaren werkdruk bij de eenheid in Nederland, want er blijft immers een paar handen meer achter (beschikbaar) om het werk te doen. De mogelijkheden om reservisten in te zetten voor backfill zijn ruimer, doordat het meestal functies met een vredesbedrijfsvoeringkarakter betreft. Backfill heeft geen effect op de uitzendfrequentie of -druk, maar wel op de ervaren werkdruk bij de achterblijvers. Een laatste effect is dat reservisten die ervaring in front- of backfill functie hebben opgedaan, meer dan gemiddeld kiezen voor voortzetting van hun relatie met Defensie als beroepsmilitair. Met de intrede van front- en backfill vervult de reservist vaker functies waarin regulier beroepsmilitairen werkzaam zijn. Commandanten zijn enthousiast over de mogelijkheden en het functioneren van reservisten. De reservist is geen reserve meer en de reserves ten aanzien van de reservist (en zijn/haar kunnen) nemen in snel tempo af.
4 mei: Herdenking gevallenen van de Cavalerie Door: S.M.F. van der Zwaag
De Bernhardkazerne te Amersfoort was ook dit jaar het toneel voor de ‘herdenking der gevallene cavalerie’. Op de thuishaven der Nederlandse Cavalerie neemt het ‘monument Gevallenen der cavalerie’een prominente plaats in. Het hele jaar door is het een plaats waar alle (oud-) cavaleristen stil kunnen staan bij hun wapenbroeders die het leven lieten voor vrede, veiligheid en stabiliteit in de wereld. Het is daarom juist op 4 mei de plek waar de herdenkingsceremonie geheel op zijn plaats is. De ceremonie stond onder leiding van de lkol Alers (C-Cavalerieschool). Nieuw dit jaar waren de vier gewapende detachementen. Deze werden uitgebracht door de 3 actieve regimenten en de cavalerieschool. Om precies 14.45 begon de ceremonie door het aantreden van de standaardgroep. De standaardgroep was gekleed in het CT (ceremonieel tenue) en stond onder leiding van de ritm Feith (Cavalerieschool). De standaardgroep werd begeleid door leerlingen van de (onder)officiersopleiding verkenning en tanks en bestond uit de standaarden van de drie actief dienende regimenten. De standaarden werden gedragen door de regimentsadjudanten Koot en Boessen ( resp RHvS en RHHB) en de waarnemend regimentsadjudant Bethlehem (RHPO). Na het aantreden was het de beurt aan de wapenoudste genmaj Jhr de Jonge om het woord te nemen. In zijn toespraak legde de generaal de nadruk op de vele slagvelden waar lopende de geschiedenis cavaleristen zijn gesneuveld.
Hij haalde meerder situaties aan waarin cavaleristen gestreden hebben en waar cavaleristen gesneuveld zijn. Hij sprak ook van hen die in verdere en recente verleden vanwege hun optreden werden gedecoreerd. Daarnaast benadrukte de generaal de dunne scheidslijn die getrokken kan worden tussen de gesneuvelden, de gedecoreerden en alle overig dienende cavaleristen. Zij hebben hun lot niet gekozen, deze is ontstaan uit plichts-, moreel- en/of ethisch besef en het vertrouwen in de eenheid. Als laatste benadrukte de generaal het besef dat ‘respect’ voor alle gesneuvelden en actief dienenden voor hun familie zeer belangrijk is. Na het halfstok hijsen van de vlag, de kranslegging door de wapenoudste en de drie regimentscommandanten en ‘het Wilhelmus’ werd de ceremonie beëindigd. Na afloop was er tijd voor wat napraten tijdens een borrel in de voormalige officiersmess. Eén van de onderwerpen die regelmatig voorbij kwam was de zeer uitgesproken en aansprekende toespraak van onze wapenoudste. Op meer dan uitstekende wijze werd de muziek gedurende de ceremonie verzorgd door het ‘Reünieorkest Trompetterkorps der Cavalerie’. Bijzonder was de grote opkomst dit jaar. Het was een waardige middag die werd bijgewoond door zowel cavaleristen in opleiding, in actieve dienst, buiten dienst en hun familie, hetgeen wederom toont hoe sterk de verbondenheid is die wij als wapen met elkaar delen.
11
Oefening “CARIB CENTAUR” Door: Ritm M.A.P.M. Mol
Bij gebrek aan inzet van ons hoofd wapensysteem de laatste tijd zijn wij als tankeenheid gedwongen breed en flexibel inzetbaar te zijn. Dit alles onder de noemer van het OOT optreden (Overige Opgedragen Taken). Nu is dit natuurlijk niet de eerste keer dat we onder die noemer op pad gaan (daar heeft u al genoeg artikelen over kunnen lezen in dit blad). Dit keer is de opdracht echter toch wel bijzonder. Het A-eskadron en verkenningspeloton 11 Tankbataljon gaan namelijk onder de noemer Compagnie In De West (CIDW) richting CURAÇAO. Nu dient er naast het inkopen van zonnebrandcrème, slippers en een groter strandlaken ook nog het een en ander te gebeuren aan de opleiding hiervoor. Natuurlijk is het zo dat Curaçao onderdeel uitmaakt van het Nederlandse koninkrijk, zodat de taken daar vrijwel gelijk zijn aan de taken in Nederland. Met als belangrijkste taak natuurlijk het voorkomen van de offensieve aspiraties van anderen jegens het mooie eilandje. Maar daarnaast zal de CIDW ook een rol moeten gaan spelen in mogelijke Hurricane Relief Operations, en het Beteugelen van Woelingen (daarover later meer). Als laatste moet men ook nog eens rekening houden met Overige Opgedragen Taken die de marine voor ons mag verzinnen; we houden zwaar rekening met het baksgewijs welkom heten van vele bezoekers. Maar zoals al gemeld, moet er hiervoor ook nog het een en ander aan opleiding voor gedaan worden. De belangrijkste hiervan was wel dat het verkenningspeloton opgeleid is in het Beteugelen van Woelingen (Crowd and Riot Controle). De eerste oefening voor de CIDW werd gehouden in Oostdorp (OVG locatie op de Harskamp) in samenwerking met de KMAR (die veel meer ervaring hebben in Crowd and Riot Controle).
12
De naam van de oefening was “CARIB CENTAUR”. Het OVG (Optreden in Verstedelijkt Gebied) dorp werd hiervoor omgetoverd tot een subtropisch paradijs genaamd SURABAJAO. De oefening stond in het teken van de inzet tijdens Hurricane Relief Operations, en dan zowel “zachte”(ondersteunen van slachtoffers) als “harde” (onder controle houden van de openbare orde) bijstand. Vanwege het feit dat de KMAR veel ervaring heeft in harde bijstand hebben we besloten de oefening samen met de KMAR op te zetten. En de eerlijkheid gebied te zeggen dat we veel van elkaar hebben kunnen leren. De oefening stond de eerste twee dagen in het teken van het leveren van zachte bijstand, waarbij de pelotons gedwongen werden om anders te denken. De houding tijdens normale inzet met tanks, maar ook tijdens inzet in Afghanistan moest aangepast gaan worden. Ook is er getraind in het ondersteunen van gevangenispersoneel, het opvangen van vluchtelingen en het opzetten van een voedseluitgiftepunt. Met name de juiste mindset is hierbij erg belangrijk; om dit voor elkaar te krijgen hebben we van de KMAR het bejegeningsprofiel overgenomen wat ook gebruikt wordt door de politie tijdens inzet van risicovoetbalwedstrijden. In dit profiel staat hoe je je moet gedragen, en kort komt het erop neer dat je zelfverzekerd en open naar de bevolking moet overkomen. De laatste twee dagen stonden in het teken van het samen oefenen met de KMAR in het kader van de harde bijstand. Met name voor de oefenvijand was dit het minder leuke gedeelte van de oefening. Het beteugelen van Woelingen blijkt erg goed te werken, en voegt een belangrijk middel toe in de escalatie/ de-escalatie mogelijkheden. Er zitten zeker mogelijkheden in om dit ook in andere situaties te
gebruiken. Het eerste verzoek van PSV is reeds binnengekomen om samen met ons naar de beveiliging tijdens wedstrijden te kijken. Naast al dit oefenen in zachte en harde bijstand was ook de fysieke training een belangrijk onderdeel van de oefening, want tijdens de inzet in de West zullen we te maken gaan krijgen met zware omstandigheden en extreme temperaturen. Maar zoals het echte tankers betaamd hadden we weinig moeite met het speedmarsen, en het opgezette
VAN HET OUDE HAAR
Opening van de Alexanderkazerne Redactie: gezien de aandacht in dit nummer voor de Alexanderkazerne is in de archieven gedoken op zoek naar berichten die refereerden naar de opening van deze cavaleriekazerne. In één van de oude Mededeelingen zat een krantenartikel uit het dagblad “Het Vaderland”, maar dat ging meer over de bezoekende hoogwaardigheidsbekleders. Het onderliggende korte artikel over de verhuizing van het 3e Half-Regiment naar hun nieuwe onderkomen, spreekt mogelijk meer tot de verbeelding en komt uit de Mededeelingen 1938-5.
De verhuizing van het 3e Half-Regiment Huzaren Tien dagen lang met zeven groote vrachtauto’s en drie transportwagens (bij de troep beter bekend als caissonwagens) is er op en neer gereden tusschen de oude, ons allen zoo zeer vertrouwde Alexanderkazerne aan de laan Copes en het nieuwe complex van 23 gebouwen, omgeven door een groot hek, dat, ter traditie getrouw, ook Alexanderkazerne heet. Het zou een onbegonnen werk zijn, ook maar een eenigszins nauwkeurig verhaal dezer verhuizing te geven. Hoe meer de 16e augustus naderde, hoe leelijker de naaktheid werd van die oude, volkomen uitgewoonde stallen, lokalen en bureaux, hoe meer charme er uitging van al de pracht van de nieuwe gebouwen.
sportprogramma. Hoewel we ons af en toe afvragen of we nog wel echte tankers zijn. Zo loopt de gemiddelde huzaar tegenwoordig bijna 2900 meter op de coopertest, zijn we tweede geworden met het NMK geweerschieten en meer van dat soort zaken die we dachten nooit te zullen gaan doen. Ons opwerkprogramma voor de inzet in Curaçao loopt nog even door, maar vanaf 2 augustus zijn we ingezet in de West. We zullen ervoor zorgen dat u ook zult kunnen lezen hoe het ons hier vergaat.
Maar toch, hoeveel goeds en gemakkelijks zat er in de “blokken”van bijna 100 jaar oud. Met de kazerne moest ook het Alexanderveld worden verlaten; het was alsof er een sfeer tot in hoogspanning geladen met oude herinneringen dit veld bedekte, toen op dien gedenkwaardigen morgen van den 16en Augustus, de eskadrons met den Standaard in hun midden daar voor het laatst stonden opgesteld. Na een korte toespraak van den waarnemend Regimentscommandant, den majoor P.W. Pieters, waarin deze nog enkele der voornaamste herinneringen van de oude kazerne ophaalde, werd onder de tonen van het huzarenlied afgemarcheerd. Na een marsch door de straten van de Archipelbuurt achter de kazerne, een afscheid aan de bewoners, die hun geheele leven de lasten en genoegens van deze nabuurschap hadden beleefd, werd doorgemarcheerd naar de van Alkemadelaan. Weer klonk het huzarenlied en terwijl de vlaggen geheschen werden, marcheerde het Regiment de nieuwe kazerne binnen. Een plechtigheid was het allerminst; 2 September zal de officiëele inwijding geschieden door den Inspecteur der Cavalerie. Belangrijk in de geschiedenis van het Regiment was het echter zeker wel, niet in het minst voor de troep, die de prachtige ligging, de mooie waschlokalen en vooral ook de boven alles uitmuntende keuken wel zeer bijzonder waardeert. Een nadere beschrijving van de kazerne te geven voor de leden van de V.O.C. lijkt ons volkomen overbodig; zij die er belang in stellen, komen er zeker eens kijken. 17 Augustus, de dag na de verhuizing kwam bij het 3e HalfRegiment het eerste kanon van 4,7 (pantserafweergeschut) binnen, weldra gevolgd door zijn trekker. Het is het eerste tastbare symptoom van de nieuwe organisatie. Het allerbeste, meest moderne kanon ter bestrijding van het overal en altijd aanwezige pantsergevaar is thans een eigen wapen van ons geworden. Met nog grooter vertrouwen dan voorheen kunnen wij de gevaren van den oorlog onder de oogen zien, 17 Augustus 1938 achten wij een zeker niet mindere belangrijke datum in de geschiedenis van het Regiment dan 16 Augustus 1938.
13
Het depot Cavalerie in mobilisatieen oorlogstijd (1939-1940) Door: Drs. J.A. Bom, medewerker Cavaleriemuseum
Inleiding Ter inleiding wordt een beknopt overzicht gegeven van de ontwikkelingen bij het Wapen der Cavalerie in de jaren dertig van de vorige eeuw. Na eerdere stelselmatige politieke bezuinigingen was de Koninklijke Landmacht In de jaren dertig van de vorige eeuw fors gereduceerd. Daardoor was de samenstelling van de landmacht op voet van vrede los komen te staan van die op voet van oorlog. Zo was het Wapen der Cavalerie in de vredesorganisatie vrijwel gehalveerd. Het 1e, 2e, 3e en 4e Regiment Huzaren waren opgeheven en vervangen door vier halfregimenten huzaren, die twee aan twee tot een regiment huzaren waren samengevoegd. Deze halfregimenten huzaren hadden vrijwel uitsluitend een opleidingstaak. Achtereenvolgende lichtingen dienstplichtige huzaren kwamen daarbij voor eerste oefening onder de wapenen om voor cavalerie-onderdelen in de oorlogsorganisatie te worden opgeleid. Daarna werden deze huzaren met verlof gezonden; parate cavalerie-onderdelen met geoefend personeel waren in vredestijd niet aanwezig. In geval van oorlogsdreiging werd de Koninklijke Landmacht gemobiliseerd. Daartoe werden met verlof zijnde lichtingen weer onder de wapenen geroepen om de onderdelen in de oorlogsorganisatie te formeren. Medio 1930 was de voornaamste eenheid in deze oorlogsorganisatie het Veldleger, waartoe de Lichte Brigade en vier divisiegroepen met ieder twee infanteriedivisies behoorden. Voor dit Veldleger moesten de halfregimenten huzaren de volgende oorlogsonderdelen vormen: twee regimenten huzaren (te paard) voor de Lichte Brigade, per halfregiment een reserve-eskadron huzaren (te paard) en later ook twee eskadrons huzaren-wielrijder voor de verkenningsafdeling van een divisiegroep, per halfregiment een eskadrons huzaren-wielrijder voor de staf van een divisie. In verband met de politieke en militaire ontwikkelingen in Duitsland werd in de tweede helft van de jaren dertig in toenemende mate duidelijk dat er ernstig rekening moest worden gehouden met een nieuwe Europese oorlog. Bovendien zou Nederland daadwerkelijk in deze oorlog kunnen worden betrokken. Daarom moest onze landmacht worden uitgebreid en gemoderniseerd. Zo werden in de vredesorganisatie bij het Wapen der Cavalerie opgericht het 1e Eskadron Pantserwagens voorjaar 1936, het 2e Eskadron Pantserwagens en het 1e Regiment Huzaren-Motorrijder medio 1938 en het 2e Regiment Huzaren-Motorrijder begin 1939.
14
Ieder eskadron pantserwagens had tot taak dienstplichtige huzaren op te leiden om een oorlogseskadron met vier pelotons pantserwagens te kunnen mobiliseren. Ieder regiment huzaren-motorrijder had deze opleidingstaak voor een oorlogsregiment met drie eskadrons huzaren-motorrijder, een gemotoriseerd mitrailleureskadron, een gemotoriseerd pantserafweer eskadron en later ook een gemotoriseerde sectie mortieren. In de oorlogsorganisatie werden beide eskadrons pantserwagens en beide regimenten huzarenmotorrijder in de Lichte Brigade (later Lichte Divisie) ingedeeld. Bovendien werd in het voorjaar 1938 tot een ingrijpende reorganisatie in de oorlogsorganisatie van het Veldleger besloten. Daarbij vervielen de regimenten huzaren in de organisatie van de Lichte Brigade, de verkenningsafdelingen in die van de divisiegroepen en de eskadrons huzarenwielrijder in die van de divisies. In plaats daarvan werden vier gedeeltelijk gemotoriseerde regimenten huzaren opgericht, die ieder in een divisiegroep (later legerkorps genaamd) werden ingedeeld. De oorlogsorganisatie van ieder van deze regimenten huzaren zag er als volgt uit: een staf, twee eskadrons huzaren (te paard), vier eskadrons huzarenwielrijder, een gemotoriseerd mitrailleureskadron, een gemotoriseerd pantserafweereskadron, een peloton pantserwagens en later ook een gemotoriseerde sectie mortieren. De geplande ingangsdatum van deze gewijzigde oorlogsorganisatie was 1 mei 1940. Met de uitvoering van de daarvoor vereiste maatregelen moest begin 1939 een aanvang worden gemaakt. In dat verband werden de halfregimenten huzaren begin januari 1939 in de vredesorganisatie opgeheven en werden het 1e, 2e, 3e en 4e Regiment Huzaren daarin (her)opgericht. Bij deze regimenten huzaren moest met name de opleiding voor de nieuwe gemotoriseerde onderdelen ter hand worden genomen. Het daarvoor benodigde motormaterieel en de benodigde wapens zouden in de verdere loop van 1939 geleidelijk ter beschikking komen.
In de oorlogsorganisatie is het Depot Cavalerie met de opleiding belast In de samenstelling van de Koninklijke Landmacht op voet van oorlog werd de opleiding van nieuwe dienstplichtigen overgenomen door depots, die door de wapens en dienstvakken werden gemobiliseerd. Daaronder was het Depot Cavalerie, dat was samengesteld uit een staf, zes depotafdelingen en een paardendepot. Bij de 1e, 2e, 3e en 4e Afdeling Depot Cavalerie werd de opleiding verzorgd
Alexanderkazerne aan de Van Alkemadelaan te Den Haag in vogelvlucht (situatie eind augustus 1938). Op het voorste gedeelte van de kazerne staan in U-vorm het hoofdgebouw en twee legeringsgebouwen. Op het achterste gedeelte bevindt zich het stallencomplex, grenzend aan de Oude Waalsdorperweg. Tussen de kazerne en het duingebied loopt de spoorbaan Rotterdam-Scheveningen. Aan de andere zijde deze spoorbaan het springterrein dat door middel van een brug met de kazerne is verbonden. Aan de overzijde van de Van Alkemadelaan het, grotendeels nog onbebouwde, terrein van de Frederikkazerne. Het grote gebouw met vleugels midden op het bovenste gedeelte van de foto is het ziekenuis Bronovo. voor respectievelijk het 1e, 2e, 3e en 4e Regiment Huzaren. De 5e Afdeling verzorgde de opleiding voor het 1e regiment Huzaren-Motorrijder en 2e Eskadron Pantserwagens en de 6e Afdeling die voor het 2e Regiment Huzaren-Motorrijder en 1e Eskadron Pantserwagens. Het Paardendepot Depot Cavalerie nam de taken over welke in de vredesorganisatie werden verricht door het Cavalerie Paardendepot als onderdeel van de Rijschool. Bij dit paardendepot werden jonge Ierse paarden, na hun verblijf op het Remontedepot, verder afgericht voor de troependienst bij de cavalerie. Na de algemene mobilisatie, die eind augustus 1939 werd afgekondigd, werd het Depot Cavalerie in Amersfoort gemobiliseerd. In de eerste dagen van september 1939 werd het depot in het kader van Concentratie Blauw grotendeels over de weg naar Den Haag verplaatst.1 De jonge paarden van de Rijschool werden per trein van Amersfoort naar Den Haag vervoerd. In Den Haag werd het Depot Cavalerie ondergebracht op de Alexanderkazerne aan de Van Alkemadelaan.2 Voorts werden voor de legering van personeel school- en andere gebouwen in de omgeving van deze kazerne gevorderd en voor stalling en onderhoud van gemotoriseerd materieel burgergarages. Op de nog in aanbouw zijnde Frederikkazerne aan de overzijde van de Van Alkemadelaan kreeg het Depot Cavalerie de beschikking
over inmiddels gereedgekomen opslag- en stallingsruimten. In het duinterrein achter de Frederikkazerne bevond zich een militaire verharde rijbaan, die voor de eerste lessen motor- en autorijden kon worden gebruikt. Commandant van het Depot Cavalerie was reserve luitenant-kolonel J. Knel. De depotcommandant stond onder de bevelen van de waarnemend Inspecteur der Cavalerie en Wielrijders, luitenant-kolonel C.H. Labouchere. Op zijn beurt stond deze waarnemend inspecteur onder de rechtstreekse bevelen van de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht. Uitstellers, nog onvoldoende afgerichte huzaren en na mobilisatie van oorlogsonderdelen overtollig gebleken personeel werden als eersten bij het Depot Cavalerie geplaatst. Vervolgens kwamen bij het depot de nieuwe lichtingploegen dienstplichtige huzaren op. Deze nieuwe huzaren kregen bij een depotafdeling een algemene militaire vorming en een minimaal noodzakelijk geachte opleiding in pelotons- of sectieverband. In het algemeen was daarvoor in totaal een periode van zes maanden benodigd. Daarna werden de gevormde pelotons of secties, inclusief organieke bewapening, uitrusting en materieel, naar de oorlogsonderdelen uitgezonden, waarbij de dienstplichtige huzaren te velde verder moesten worden opgeleid.
In verband met de Nederlandse neutraliteitspolitiek waren voor diverse vormen van buitenlandse agressie verplaatsingscenario’s vastgesteld, die ieder met een kleur waren aangeduid. Concentratie Blauw was van toepassing bij agressie vanuit Duitsland.
1
De Alexanderkazerne was voor het 3e (Half-)Regiment Huzaren gebouwd en op 2 september 1938 officieel in gebruik genomen.
2
15
Op 29 september 1939 vereert Koningin Wilhelmina het Depot Cavalerie met een bezoek. Tijdens dit bezoek worden eerst op de Alexanderkazerne demonstraties gegeven. Op deze foto verlaat de koningin vervolgens de kazerne om onder meer enkele gevorderde gebouwen in Scheveningen te bezoeken, waarin eskadrons van de 3e Afdeling Depot Cavalerie zijn ondergebracht. Van links naar rechts: Koningin Wilhelmina, luitenant-kolonel J. Knel (commandant Depot Cavalerie), nauwelijks zichtbaar reserve ritmeester A. Baron Calkoen (tijdelijk ritmeester-adjudant 3e Afdeling), reserve majoor V.W.F. Overbeck (commandant 3e Afdeling) en generaal-majoor tit. Jhr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet (adjudant van Koningin Wilhelmina).
brekende onderdelen te vormen. Daarbij was het gebrek aan ervaren kader vrijwel voortdurend een probleem, terwijl gemotoriseerd materieel, wapens en munitie meer dan eens niet tijdig beschikbaar waren. Bovendien zouden de barre weersomstandigheden in de mobilisatiewinter 1939/1940 de opleiding bemoeilijken. Gedurende de periode september 1939 tot en met april 1940 slaagde men er bij het Depot Cavalerie, vaak met extra inspanningen en het nodige improvisatievermogen, toch in te vormen en uit te zenden: twee eskadrons huzaren-motorrijder, twee eskadrons huzaren-wielrijder, zes gemotoriseerde secties mortieren en acht secties zware mitrailleurs. Begin mei 1940 was bij het Depot Cavalerie nog de vorming onder handen van twee secties zware mitrailleurs bij de 2e Afdeling, twee secties zware mitrailleurs en twee secties geweren tegen pantsering bij de 3e Afdeling en vier pelotons pantserwagens bij de 5e Afdeling. Vanaf begin april werden ook 80 nieuwe huzaren, die tot dan toe bij de 3e Afdeling in opleiding waren tot huzaar-wielrijder, omgeschoold tot motorrijder om de uiterst noodzakelijke aanvulling voor het 2e Eskadron Pantserwagens te kunnen leveren. Voorts was op 6 mei 1940 een nieuwe lichtingploeg voor het 1e en 2e Regiment Huzaren-Motorrijder bij het Depot Cavalerie opgekomen. Uit deze lichtingploeg zou zowel bij de 5e als bij de 6e Afdeling een eskadron huzaren-motorrijder worden gevormd.
Een wedloop tegen de tijd om de oorlogonderdelen op sterkte te brengen Na de algemene mobilisatie waren diverse oorlogsonderdelen van de cavalerie nog ver beneden hun organieke sterkte. Zo ontbraken in het beperkte oorlogsregiment, dat het 1e Regiment Huzaren-Motorrijder slechts had kunnen mobiliseren, twee eskadrons huzaren-motorrijder, twee secties zware mitrailleurs in het mitrailleureskadron, de sectie geweren tegen pantsering in het pantserafweereskadron en de sectie mortieren. Bij het 2e Regiment HuzarenMotorrijder was het zelfs onmogelijk een beperkt oorlogsregiment te mobiliseren. De dienstplichtige huzaren van dit regiment waren namelijk nog onvoldoende opgeleid. Daarom werden zij naar het Depot Cavalerie overgeplaatst om hun minimaal noodzakelijke opleiding te voltooien. Hierna kon in oktober 1939 een beperkt oorlogsregiment worden gemobiliseerd. Als enig gemotoriseerd onderdeel was het gemobiliseerde 1e Eskadron Pantserwagens wel op volledige oorlogssterkte. In het eskadron dat door het 2e Eskadron Pantserwagens was gemobiliseerd, waren de pantserwagens aanwezig maar ontbrak een groot aantal motorrijders. Voor de vier gedeeltelijk gemotoriseerde regimenten huzaren, die nog steeds per 1 mei 1940 zouden worden opgericht, was het ten tijde van de algemene mobilisatie per regiment slechts mogelijk één gemotoriseerde sectie pantserafweergeschut te formeren. In een periode van toenemende oorlogsdreiging moest het Depot Cavalerie onder steeds grotere tijdsdruk van hogerhand dienstplichtige huzaren opleiden om de vele nog ont-
16
De Alexanderkazerne in de vroege morgen van 10 mei 1940 na het Duitse luchtbombardement; situatie bij de hoofdingang aan de Van Alkemadelaan. Op hol geslagen paarden proberen te ontvluchten. Een vrije impressie van amateur-schilder Dirk van Rijn. Naar verwachting zouden alle eerder genoemde onderdelen uiterlijk in het najaar 1940 zijn gereedgekomen en uitgezonden. Hiernaast werden op 7 mei 1940 bij de 2e, 3e en 4e Afdeling Depot Cavalerie dienstplichtige huzaren van de lichtingen 1924, 1925 en 1926 weer onder de wapenen geroepen. Hieruit zouden drie eskadrons op autotrekkers worden gevormd. Dit waren trekkers voor pantserafweergeschut, die door DAF te Eindhoven op vierwielig Ford- of Chevrolet-chassis waren gebouwd. De drie aldus gemotoriseerde eskadrons zouden worden verenigd tot een tijdelijk oorlogsregiment, dat naar het Veldleger zou worden uitge-
Het door Duitse bommen getroffen stallencomplex van de Alexanderkazerne, gezien vanaf de Oude Waalsdorperweg.
zonden. Voor deze reservisten was geen organieke legeringsruimte beschikbaar. Daarom werden de huzaren van de 2e en 3e Afdeling gelegerd op hooizolders van stallen op de Alexanderkazerne. De huzaren van 4e Afdeling werden in loodsen op Frederikkazerne ondergebracht.
De oorlogsdreiging neemt sterk toe Begin mei 1940 vaardigde de Opperbevelhebber van Landen Zeemacht een regeling voor de binnenlandse beveiliging uit, die op 13 mei 1940 zou ingaan. Op zijn bevel “verscherpte bewaking binnenland” moesten uit bij de diverse depots aanwezige militairen, die tenminste drie maanden in dienst behoorden te zijn, bewakingstroepen voor aangewezen locaties en objecten worden gevormd. In dat verband kreeg het Depot Cavalerie tot taak een gemotoriseerd detachement te formeren, dat kon worden ingezet voor speciale bewakingstaken en in het bijzonder voor de bestrijding van parachutisten. Het Depot Detachement Bewakingstroepen Cavalerie werd onder de rechtstreekse bevelen van de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht gesteld. Met het commando over en het formeren van dit detachement werd belast de commandant 3e Afdeling Depot Cavalerie, reserve majoor V.W.F. Overbeck. In verband met de verontrustende berichten die op 7 mei werden ontvangen, gelastte de Opperbevelhebber de verscherpte bewaking binnenland reeds op 8 mei te laten ingaan. Bij het Depot Cavalerie werden in allerijl maatregelen getroffen om het detachement bewakingstroepen te formeren en van de benodigde voertuigen, wapens, munitie en uitrusting te voorzien. Naast de drie eskadrons op autotrekkers kwamen daarvoor in aanmerking: twee gemotoriseerde secties zware mitrailleurs van de 2e Afdeling, twee gemotoriseerde secties zware mitrailleurs en twee gemotoriseerde secties geweren tegen pantsering van de 3e Afdeling en een peloton pantserwagens van de 5e Afdeling. Op 9 mei waren van de benodigde autotrekkers ruim dertig stuks in Den Haag op de Frederikkazerne aanwezig, terwijl de resterende trekkers in de loop van de volgende ochtend in Rotterdam zouden worden afgehaald. Ondanks de sterk toenemende oorlogsdreiging werd van hogerhand voor het Depot Cavalerie, als opleidingseenheid, geen verhoogde staat van paraatheid gelast. Een uitzonde-
ring vormde het Depot Detachement Bewakingstroepen Cavalerie, omdat daarvoor sinds 8 mei in principe de staat van paraatheid volgens “verscherpte bewaking binnenland” gold. In de nacht van 9 mei omstreeks 23.30 uur ontving de commandant van het detachement bewakingstroepen van het Algemeen Hoofdkwartier de opdracht met het verder uitrusten van zijn detachement door te gaan; tot uitrukken gereed personeel moest blijven rusten.
De oorlogsdagen In de vroege morgen van 10 mei 1940 werd de Duitse aanval op Nederland ingezet. Onder meer werd omstreeks 04.00 uur de Alexanderkazerne te Den Haag door een Duitse vliegtuig gebombardeerd. Daarbij werd het stalcomplex op deze kazerne door enige bommen getroffen. Enkele korporaals en meer dan 60 huzaren werden direct gedood of zo zwaar verwond dat zij later overleden. Voorts vielen vele tientallen niet-dodelijk gewonden. Overlevenden zochten in
Nederlands militair erehof op de Algemene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan te Den Haag. Op het groepsgraf van de omgekomen korporaals en huzaren van het Depot Cavalerie hebben hun nabestaanden grafkruisen geplaatst. In de tweede helft van 1942 wordt dit erehof heringericht en wordt een grafmonument geplaatst, waarop de namen van alle hier begraven militairen zijn vermeld. Daarom zijn alle individuele grafkruisen toen verwijderd.
17
onder het puin bedolven. Het zou dan ook de nodige tijd duren voordat onderdelen van het detachement bewakingstroepen successievelijk in gereedheid konden worden gebracht en konden uitrukken. Gedurende de meidagen werden deze onderdelen hoofdzakelijk ingezet voor bewakingstaken in Den Haag en omgeving.
Capitulatie en opheffing
Monument “Gevallen voor het Vaderland Mei 1940” op de Algemene Begraafplaats te Den Haag; eretafels waarop namen van gevallenen van het Depot Cavalerie. paniek een veilig heenkomen. In de getroffen stallen werden meer dan 100 paarden gedood of later ernstig gewond afgemaakt. Meteen na het bombardement waren paardenoppassers naar de stallen gesneld om zo veel mogelijk paarden te bevrijden. Het gevolg was wel dat diverse paarden in paniek over het kazerneterrein renden en een aantal via de hoofdingang probeerde te ontsnappen. Bij het bombardement hadden het hoofdgebouw en de twee legeringsgebouwen geen treffers opgelopen. Onder het aldaar gelegerde personeel, dat door de explosie van bommen ruw was ontwaakt, ontstond echter flinke verwarring. Veelal nog nachtkleding, zochten velen een goed heenkomen via de brug over de spoorlijn RotterdamScheveningen naar het springterrein en het omliggende duingebied. Ondanks alle tumult trof een aantal officieren onmiddellijk maatregelen om de situatie in de hand te krijgen en de gewonden te laten overbrengen naar het vlakbij gelegen ziekenhuis Bronovo. Nadat de rust was hersteld en het personeel weer op de kazerne verzameld, had de depotcommandant ongeveer 600 man tot zijn beschikking. In de verdere loop van de morgen werden daardoor samen met enige compagnieën en secties van andere eenheden een lijn bezet van Wassenaar-Zuid via Waalsdorp en het Scheveningse pompstation naar het strand. Van hieruit werden in het voorterrein verkenningen verricht. Tot en met 14 mei is deze situatie min of meer zo gebleven. Onder de reservisten van de 2e en 3e Afdeling Depot Cavalerie, die bij het detachement bewakingstroepen waren ingedeeld, waren vooral veel slachtoffers gevallen. Zij waren immers op hooizolders van het getroffen stallencomplex gelegerd. Voorts waren hun wapens en uitrusting
18
In de late middag van 14 mei 1940 werd het bevel van de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht bekend, dat de strijd moest worden gestaakt. De volgende morgen vonden te Rijsoord capitulatieonderhandelingen plaats, waarna de Opperbevelhebber onder meer liet bekendmaken dat alle bij de capitulatie betrokken onderdelen van de Nederlandse krijgsmacht als krijgsgevangen werden beschouwd. Vervolgens werden alle onderdelen van het Depot Cavalerie weer in Den Haag verzameld. In de verdere loop van mei werden de stoffelijke overschotten van de korporaals en huzaren, die bij het bombardement op de Alexanderkazerne waren omgekomen, op de Algemene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan in een groepsgraf ter aarde besteld. In aanwezigheid van de waarnemend Inspecteur der Cavalerie en Wielrijders, luitenant-kolonel C.H. Labouchere, vond in de morgen van 29 mei bij hun graf een plechtigheid plaats. Daarbij bracht de commandant Depot Cavalerie, reserve luitenant-kolonel J. Knel, met zijn officieren, onderofficieren, korporaals en huzaren een laatste groet aan de gevallen kameraden. In de middag werd op initiatief van de veldprediker van het Depot Cavalerie, dr. L.D. Terlaak Poot, in de Willemskerk aan de Nassaulaan een
In de tweede helft van 1942 wordt het Nederlandse militaire erehof op de Algemene Kerhof te Den Haag heringericht en wordt een grafmonument geplaatst, waarop de namen van alle hier begraven militairen zijn vermeld. Daarom zijn alle individuele grafkruisen toen verwijderd. Deze foto geeft de situatie eind 1945 weer. rouwdienst opgedragen. Vanaf eind mei mocht aan reserve- en dienstplichtig personeel groot verlof worden verleend. Op 24 juni 1940 vond op instructie van de Duitse Commissaris voor Demobilisatie van de Nederlandse Weermacht een reorganisatie van de Koninklijke Landmacht plaats. Hierbij werden eerst alle gemobiliseerde oorlogsonderdelen opgeheven. Daardoor hield ook het Depot Cavalerie op te bestaan.
Glibberen en glijden tijdens Noorse slipcursus Artikel uit de BIZON, nr. 2/2010.
De Noorse wegen boven de poolcirkel veranderen in de winter in één grote ijsbaan. Lastig om in dit soort omstandigheden een 65 ton zware Leopard 2 A6 tank op de weg te houden. In de aanloop naar de NAVO-oefening Cold Response in Noorwegen, volgden alle chauffeurs van de deelnemende eenheden van 43 Gemechaniseerde Brigade een uitgebreide slipcursus. Cold Response wordt gehouden van 21 februari tot 3 maart. Om tijdens deze internationale oefening ‘goed beslagen ten ijs te komen’, leren de chauffeurs tijdens een Artic Drivers Course om hun rups- en wielvoertuigen op de verraderlijke ijzige Noorse wegen te houden. Op een grote ijsplaat bij het stadje Setermoen draaien een aantal Leopard tanks en YPR voertuigen hun rondjes, glibberend op de stevig samengeperste sneeuw. Dieselmotoren brullen wanneer de voertuigen driftend door de bocht glijden, en de tracks met een dotje gas toch weer grip krijgen op het ijs waardoor de pantsers soepel hun weg vervolgen, op naar een volgende ronde.
Timing De cursus wordt geleid door instructeurs van de Noorse Armoured Fighting Vehicle Driving School. De Noorse rijinstructeur kapitein Petter Gabrielsen legt net aan een groepje tankers van 42 Tankbataljon uit hoe je het beste op een glad wegdek kunt slalommen om een aantal pionnen. “Begin langzaam, voel aan het stuur wanneer je moet corrigeren en rij vooral niet te dicht op elkaar”, luidt zijn advies aan de Nederlanders. Hij kijkt goedkeurend als het groepje in drie 65 ton zware Leopards 2 A6 stappen. Hij is tevreden, want de chauffeurs pakken de lesstof goed op. “Rijden onder deze omstandigheden hoeft ook niet moeilijk te zijn”, verklaart hij. “Je moet alleen wel weten wat je moet doen, wanneer je plotseling in een slip terecht komt.” Belangrijk volgens Gabrielsen, want een ongeluk zit op een gladde ondergrond in een klein hoekje. “Tijdens operationele omstandigheden ligt de stressfactor toch al wat hoger. Als je dan ook nog eens in paniek raakt als je voertuig gaat glijden, ontstaat er een gevaarlijke situatie.” De cursus bestaat uit een aantal verschillende rijopdrachten. Eerst een paar rondjes slalommen om rustig te wennen aan de gladheid. Vervolgens een onderdeel parallelrijden, waarbij de bochten al scherper worden. Tot slot moeten de chauffeurs een pitti-
ge uitwijk manoeuvre uitvoeren. “Dat is een lastige”, weet Gabrielsen. “Je moet eerst vol in de remmen, vervolgens aanvoelen tot hoever je moet insturen en op het juiste moment weer gas geven. Een kwestie van goed timen.”
Tempo Als de chauffeurs na een aantal ronden weer uit de voertuigen kruipen, volgt een korte evaluatie door een van de Noorse instructeurs. Complimenten worden overgebracht aan YPRchauffeur korporaal der eerste klasse Michael Kanninga van 42 Tankbataljon. Hij verklaart zijn goede rijstijl als volgt: “Je moet goed aanvoelen wat het voertuig gaat doen. Voor de bocht licht remmen, dan rustig en soepel de bocht Voordat de chauffeurs in in draaien en op het juiste hun rupsvoertuigen stapmoment weer het gas erop. pen, legt een Noorse inDaardoor kun je vrijwel in structeur eerst even ‘droog’ hetzelfde tempo doorrijuit hoe je langs de pionnen den.” Maar volgens moet slalommen Kanninga is het minstens zo belangrijk om te kijken waar je naar toe wilt als je voertuig gaat glijden. Kijk je in de richting waar je naar toe glijdt, dan zul je hier ook naar toe blijven sturen. Je moet dus je ogen juist altijd op de weg houden.” Het scheelt volgens hem dat hij in Nederland al eens een algemene slipcursus volgde. “Deze basis geldt eigenlijk ook voor de rupsvoertuigen. En mijn 6 jaar lange ervaring op dit voertuig helpt natuurlijk ook mee.”
Spiegelglad Ook huzaar der eerste klasse Johan Bouma, die als Leopard bestuurder deelneemt aan de cursus, geniet zichtbaar van het racewerk. “Vooral achterop de plaat, waar de sneeuw helemaal is platgereden, is het spiegelglad. Echt mooi! Ik kan dit de hele dag wel doen.” Volgens Bouma is de cursus belangrijk, want het draagt bij aan de veiligheid. “We zijn dit niet gewend. Voor ons tankpeloton is dit de eerste keer dat we in deze extreme omstandigheden trainen. Wel wat anders dan oefeningen in Duitsland, waar je hooguit in wat ondiepe sneeuw rondrijdt.” Naast rijvaardigheid staat ook een stukje onderhoud van de voertuigen op het programma. Bouma verklaart: “Als je in deze omstandigheden slordig met het onderhoud om gaat, kom je in de problemen. Het zit vaak in kleine dingen. Bijvoorbeeld na een rit de rupsbanden weer sneeuw en ijsvrij maken. Als die prut namelijk vastvriest, bestaat de kans dat je het voertuig niet meer kunt verplaatsen.”
19
45 jaar in dienst van Hare Majesteit Door: Ikol b.d. Klaas Huizenga
We schrijven 1963. Een zeer koud begin met een Elfstedentocht en voor de mannen van de verkenning en de tanks in Hohne Siberische toestanden op baan 3. In mei bij de lichting 63-3 verschenen tussen de rekruten ook twee mannen, die we in dit stuk gaan volgen: Gilbert Monod de Froideville en Dré Blomjous. Tijdens hun rekrutentijd werden ze geselecteerd voor de vervolgopleiding, Gilbert ging naar de SROC en Dré naar de Kaderschool, waarna ze elkaar weer tegenkwamen in de Boskamp bij 101 Tankbataljon. Gilbert als kornet en Dré als wachtmeester. Het militaire leven beviel de heren zeer goed en Gilbert besloot om officier speciale diensten (sd) te worden en Dré ging naar KMA. In augustus 1968 werd Dré beëdigd als tlnt en haalde zijn “slapie Gilbert” weer in, die al eerder was benoemd tot tlnt sd. Ook gedurende hun vervolgcarrière kwamen ze elkaar steeds weer tegen. Als instructeur op de SROC in het begin van de jaren 70 en later bij de eenheden in West-Duitsland, zij het bij verschillende regimenten. Als C-SSVesk bij 101 Tkbat hoorde ik dat er een nieuwe S1 in aantocht was, jawel, de ritm Gilbert. Het was echter van korte duur, omdat de toenmalige BLS, lgen J. Roos, Gilbert wilde aantrekken als zijn adjudant en de ritmeesterj spoorslags verdween naar Den Haag. Dré had ook niet stil gezeten en kreeg na zijn eskadronscommando bij 41 Tkbat in Hohne een aanbeveling voor de studie aan de HKS om daarna allerlei functies te gaan vervullen in het Haagse. In 1981 kwamen wij weer bij elkaar op de HKS. Dré als docent en Gilbert en ik als leerling VMV. Prachtige tijd, veel gelachen en veel geleerd. Gilbert zou een glanzende carrière maken na de VMV bij de DPKL, maar gen de Jager, toen voorzitter van het Military Committee NATO, zocht een adjudant en kwam uit bij Gilbert, die de functie graag aannam. In de periode daaropvolgend ging Dré naar Staf COKL (huidige OTCo) en werd ik weer geplaatst bij 101 Tkbat, om S4 te worden. In 1985 werd duidelijk, dat lkol van Vlodrop als C-101 Tkbat zou worden afgelost door lkol Blomjous en in november 1985 vond de commando-overdracht plaats. In 1986 vonden er allerlei wisselingen plaats, zoals te doen gebruikelijk bij de cavalerie-eenheden in die tijd en het gerucht ging dat ik in november zou worden afgelost door Gilbert als S4, want gen de Jager ging met FLO en Gilbert moest nog een meetfunctie vervullen om te kunnen worden bevorderd tot lkol. Op dat zelfde moment speelde maj Kuijt, PBC bij 101 Tkbat, met de gedachte om de militaire dienst te verlaten en een functie te gaan vervullen in de burgermaatschappij. Begin november 1986, meldde maj Gilbert 20
Dré Blomjous Inzet: Gilbert Monod de Froideville zich bij C-101 Tkbat, lkol Dré, om zich de problematiek van het S4-schap eigen te maken en half november mijn functie officieel over te nemen. Wij hadden ons af- en aangemeld bij de brigade in Schaarsbergen, waar Dré ook moest zijn i.v.m. een vergadering en gingen weer terug naar Soesterberg om te gaan genieten van een heerlijke lunch. Tijdens de lunch vernamen wij dat maj Kuijt was aangenomen bij Brocacef in Utrecht en per 1 feb 1987 de militaire dienst zou gaan verlaten. Tijdens de lunch werd Gilbert weggeroepen omdat er telefoon uit Den Haag was. Na ongeveer twintig minuten verzocht ik de hofmeester om eens te kijken hoe het met de majoor was bij de telefoon. Toen kwam Gilbert binnen, ging weer aan tafel en sprak de historische woorden tegen mij: “Ik moet helaas melden, dat ik geen S4 van dit bataljon wordt, want Majesteit heeft mij benoemd tot haar ceremoniemeester.” Na de lunch gingen wij nog wat nababbelen in de mess, waar ook maj Kuijt bij aanwezig was en zagen toen de BC binnenkomen die onmiddellijk vroeg wat er was gebeurd. Ik heb toen de BC gevraagd of hij wel eens naar het TV-programma “Wie van de drie” had gekeken en toen hij daar bevestigend op had geantwoord, vroeg ik hem ”Wie van de drie blijft bij het bataljon?” Het antwoord was duidelijk: “Gilbert natuurlijk”. Helaas was het antwoord fout en moesten wij hem uitleggen wat er zoal was gebeurd en dat ik zou blijven tot 1 augustus 1987, want dat had lkol Meeder in Den Haag al geregeld. Gelukkig werd Gilbert na zijn benoeming tot ceremoniemeester benoemd tot res-lkol der cavalerie, hetgeen natuurlijk dik verdiend was, ondanks de gemiste meetfunctie. Voor maj Kuijt stond vervolgens maj Receveur op de rol, ook een goede bekende van Dré. Na zijn bataljonscommando denderde Dré door de rangen heen om uiteindelijk als luitenant-generaal in 2001 te worden benoemd tot adjudant-generaal van Hare Majesteit, tevens Chef Militaire Huis van Hare Majesteit de Koningin. Zo werden de rekruten van de lichting 63-3 weer aan elkaar verbonden aan het Hof van Hare Majesteit en stonden zij bij de begrafenissen van Prins Claus, Prinses Juliana en Prins Bernhard, zij aan zij, teneinde de laatste eer op een zeer waardige maar vooral ook stijlvolle wijze te laten verlopen. Iets wat menigeen van het Wapen der Cavalerie met ontroering vervulde. Dré en Gilbert genieten inmiddels van hun welverdiende pensioen en zullen nog vaak terugdenken aan hun diensttijd, waarvan je kunt zeggen dat deze gedurende 45 jaren in dienst heeft gestaan van Hare Majesteit en Haar Huis.
De herdenking in 1940 van de in mei gevallen Cavaleristen Door: mr V.J.M. Koningsberger*
Bij de strijd in de meidagen van 1940 vonden méér dan 150 cavaleristen de dood. Ieder jaar worden ze herdacht, dit jaar voor de 70e maal. Weinigen weten dat er al in 1940 een herdenking plaatsvond. Wanneer was dat? Wie werden toen herdacht? En door wie gebeurde dit? In dit artikel het antwoord op deze vragen.**
De Duitse inval Op vrijdag 10 mei 1940 vroeg de Duitse gezant om ongeveer 06.00 uur de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken te spreken. Hij meldde hem dat Duitse troepen ons land waren binnengetrokken. Als motief daarvoor voerde hij namens zijn regering aan, dat Duitsland ‘onweerlegbare bewijzen had van een onmiddellijk dreigende inval van Frankrijk en Engeland in België, Nederland en Luxemburg […] met als doel op te rukken naar het Ruhrgebied’. Op dat moment was de oorlog al uren aan de gang, en waren reeds tientallen Nederlandse huzaren gedood. X-Zeit was om 03.55 uur geweest. Toen waren sterke Duitse troepen op een aantal plaatsen de Nederlandse grens overgetrokken. Op hetzelfde moment had de Luftwaffe een verrassingsaanval uitgevoerd op o.a. het algemeen hoofdkwartier en het regeringscentrum in Den Haag. Daarbij waren kazernes gebombardeerd, evenals de drie om de stad gelegen vliegvelden. Vervolgens waren er parachutisten geland en luchtlandingstroepen aan de grond gezet.
In mei 1940 omgekomen cavaleristen Eén van de Duitse doelen in Den Haag was de Nieuwe Alexanderkazerne aan de Van Alkemadelaan. Daarin was onder meer het Cavalerie Depot ondergebracht. Dit was een opleidingseenheid, waarvan de militairen behoorden tot verschillende Regimenten Huzaren. Die ochtend werden ze rond vier uur door het bombardement in hun slaap overvallen. Hierbij kwamen 3 korporaals en 63 huzaren om het leven. Verder vielen er meer dan 150 gewonden. Afgrijselijk was ook het beeld van de meer dan honderd gedode en gewonde paarden. Die dag alsmede de daarop volgende dagen vielen nóg tientallen doden onder de cavaleristen. Dit gebeurde op een aantal plaatsen, verspreid over het land. Maar het exacte aantal doden was lang onzeker. Eén van de redenen daarvoor was dat stoffelijke overschotten soms vermist waren (omdat men ze in alle haast begraven had), of niet geïdentificeerd konden worden. Hierdoor kwam het dat bij de tweede verbeterde druk van de Lijst van Gesneuvelden – maart 1941 door de Vereeniging Officieren der Cavalerie (VOC) uitgegeven – was aange-
Het monument op de begraafplaats aan de Kerkhoflaan in Den Haag, ter herdenking van in mei ’40 in en om Den Haag gevallen militairen (waaronder meer dan 70 cavaleristen). tekend, dat ook deze nog onjuistheden kon bevatten.
Rouwnummer der Mededeelingen Waarover zomer 1940 wèl duidelijkheid bestond, was welke officieren de dood hadden gevonden. Hetzelfde gold voor de kornetten. Dat is niet verwonderlijk bij een klein, hecht Wapen. Daarom besloot het toenmalige bestuur van de VOC op 15 augustus 1940 een speciaal rouwnummer van de Mededeelingen uit te brengen. Dat nummer begon met een opsomming van 120 namen van hen die ‘voor Koningin en Vaderland zijn gesneuveld, of aan hun in den krijg bekomen wonden overleden’. Zekerheidshalve tekende het bestuur bij de verlieslijst aan: ‘en menig ander dapper huzaar, wiens naam ons helaas nog niet bekend is’. [Zie ook de paragraaf m.b.t. de overzichten der gevallenen, aan het slot van dit artikel]. Vervolgens bevatte het rouwnummer een In memoriam – veelal geschreven door hun toenmalige commandant – van de volgende officieren (in de volgorde van toen):
Res. ritm. mr A.L.F.J. de Vries De Vries was commandant van het 4e eskadron (Wielrijders) van 1 RH. Hij kreeg op 12 mei 1940 opdracht om met zijn eskadron een verkenning uit te voeren richting 21
straatgevechten met Duitse troepen). Er zijn echter aanwijzingen dat hij door eigen vuur werd getroffen. Hij overleed op 14 mei, eveneens in het Gemeenteziekenhuis aldaar.
Ritm. L.C. Cnopius Cnopius was commandant van het bereden 1e eskadron van 1 RH. Al snel na het uitbreken van de oorlog had de commandant Veldleger alle bereden eskadrons uit de strijd genomen, met als doel hen als reserve in te kunnen zetten. Daarvan kwam het voor zijn eskadron echter niet; terugtrekken bleef het parool. Betrokkene had, blijkens het In memoriam, ‘hooge plichtsopvattingen en denkbeelden omtrent het beroep van officier […] dikwijls grenzend aan idealisering….waardoor grote teleurstelling niet kon uitblijven’. Toen de Nederlandse opperbevelhebber op 14 mei capituleerde (en ook het bericht doordrong dat de Koningin inmiddels het land had verlaten) was voor Cnopius de maat vol: die nacht benam hij zich het leven. De katafalk tijdens de rouwdienst in de Oude Kerk te Amsterdam, ter herdenking van de omgekomen cavaleristen. Barneveld, ten einde meer inzicht te krijgen in de bewegingen van de vijand. Bij Achterveld stuitte het op een (sterke) vijandelijke eenheid. Buiten de opdracht, ging hij daar met zijn eskadron agressief tegen in de aanval. Hierbij sneuvelde De Vries. (Verdere slachtoffers van deze aanval waren drie van zijn vier pelotonscommandanten – zie hierna, en acht huzaren). Het In memoriam roemt zijn moedig gedrag en doorzettingsvermogen. Daarvoor werd hem postuum de Bronzen Leeuw verleend. In het officiële verslag van dit gevecht valt echter ook het verwijt te lezen, dat hij ‘zich teveel had blootgesteld’. Er zijn aanwijzingen dat betrokkene (om redenen van persoonlijke aard) die dag bewust zijn dood zocht.
Res. 1e lnt H. Simon Thomas Simon Thomas was commandant van het eerste peloton van genoemd 4e eskadron. Toen hij bij hetzelfde gevecht met zijn eenheid een omtrekkende beweging moest maken om de vijand in de rug te kunnen aanvallen, sneuvelde hij. Hij werd postuum onderscheiden met het Bronzen Kruis.
Res. 1e lnt J.J.A. Korthals Korthals diende vanaf begin mei ’40 (als sectiecommandant) bij de 3e compagnie van het 2e Reg. Wielrijders. Zoals in het In memoriam vermeld, raakte hij op 12 mei in Dordrecht zwaar gewond, toen hij met enkele militairen trachtte een stuk pantserafweergeschut te heroveren. Hij overleed op 15 mei aan zijn verwondingen in het Gemeenteziekenhuis aldaar.
Res. 1e lnt F.B. s’ Jacob s’Jacob behoorde tot 1 RH. Hij was als officier inlichtingen ingedeeld bij de staf van de Lichte Divisie. Op 13 mei kreeg hij opdracht zich naar een gevechtsgroep van deze divisie te begeven. Onderweg raakte hij gewond, toen hij vanuit een huis in Dordrecht werd beschoten. (Die dag waren er felle
22
Oud-res. 1e lnt Ph.J. graaf van Zuylen van Nijevelt In het aan Van Zuylen gewijde In memoriam wordt gemeld, dat hij op 12 mei viel ‘terwijl hij zijn diensten in het belang van de verdediging van zijn vaderland aanbood’. Achter deze cryptische mededeling gaat het volgende drama schuil: Op die dag bevonden zich op zijn landgoed ‘Duynrell’ te Wassenaar Nederlandse militairen, die ingezet waren tegen Duitse parachutisten geland op het nabij gelegen vliegveld Valkenburg. In de paniek over de ‘overal opduikende leden van de Vijfde Colonne’ beschoten deze militairen een ‘verdachte’ auto die niet op hun stopteken reageerde. Dat bleek een fatale vergissing: in deze auto zaten niet alleen hun bataljonscommandant en zijn adjudant, maar ook Van Zuylen. Die werd – in zijn eigen auto – dodelijk getroffen.
In het rouwnummer herdachte kornetten en wachtmeester Behalve over de hiervóór vermelde (oud-)officieren was er in het rouwnummer van de Mededeelingen ook een In memoriam opgenomen van vier kornetten en een wachtmeester. (Daarmee liep het bestuur vooruit op het besluit, bij de VOC een buitengewoon-lidmaatschap in te stellen voor kornetten die vóór 15 mei 1940 bij de Cavalerie hadden gediend, alsmede een junior-lidmaatschap voor hen die in de jaren 1939/1940 bij de S.R.O.C. in opleiding waren geweest). Het ging – in de volgorde van toen – om de volgende personen:
Kornet P. Rink Rink was commandant van het derde peloton van het hiervoor genoemde vierde eskadron (Wielrijders) van 1 RH. In het In memoriam wordt opgemerkt, dat hij een hechte band met (de eerder vermelde) De Vries en Simon Thomas had. Net als dezen, vond ook hij op 12 mei te Achterveld de dood bij hun aanval op de overmachtige vijand. Rink kreeg postuum het Bronzen Kruis.
Kornet J. Offringa Offringa was begin mei ’40 overgeplaatst naar de 3e compagnie van het 2e Reg. Wielrijders. Blijkens zijn In memoriam kon hij soms onverzettelijk zijn. Dat was hij óók op 13 mei, toen hij als sectiecommandant bij de strijd om het Eiland van Dordrecht in Dubbeldam tegenover een Duitse pantserafdeling kwam te staan. Hij had tot opdracht zijn opstelling te houden. Dit deed hij tot zijn einde.
geleid door ds J.C. Koningsberger***, alsmede door hulpaalmoezenier rector G.P.J. Bannenberg. De dienst werd bijgewoond door 50 familieleden van de omgekomen leden en kornetten, 200 nabestaanden van de gevallen onderofficieren, korporaals en huzaren, alsmede door ca 150 leden. Blijkens het verslag verlieten zij ‘diep onder de indruk van de ontroerende plechtigheid’ na afloop het kerkgebouw.
Kornet C.E. graaf van Limburg Stirum
Overzichten van in mei 1940 gevallen cavaleristen
Van Stirum behoorde tot 4 RH. Eind april ’40 werd hij bij het 2e eskadron van 3 RH gedetacheerd. Op 10 mei kreeg hij de opdracht met een kleine gemotoriseerde patrouille de aftocht van zijn eskadron te dekken. Bij Ede kwam hij in gevecht met de voorhoede van een Duitse divisie. Toen zijn patrouillegenoten gesneuveld waren, nam hij zelf de lichte mitrailleur ter hand. Bij dit gevecht kwam hij om het leven. Hij werd postuum onderscheiden met het Bronzen Kruis.
Wie inzicht wil krijgen in de namen (en aantallen) van de cavaleristen die in de meidagen van 1940 de dood vonden, kan de volgende lijsten raadplegen:
Kornet C. baron de Vos van Steenwijk De Vos behoorde tot 1 RH. Hij werd begin mei ’40 (als commandant van het 2e peloton) ingedeeld bij het 6e eskadron van 4 RH. In de vroege ochtend van 10 mei kwam hij bij Wekerom om het leven, toen een lading bij een wegversperring ontijdig ontplofte.
I. VOC-lijst van gevallenen (1941) In het voorjaar van 1941 gaf de VOC een tweede verbeterde druk uit van het boekje ‘Ter nagedachtenis aan de kameraden die voor Koningin en Vaderland zijn gevallen, 10-14 mei 1940’. De lijst telt 163 namen, per regiment geordend. Bij 22 namen wordt aangegeven, dat het sneuvelen niet onomstotelijk vaststaat. Verder wordt opgemerkt dat er nog andere onjuistheden in de lijst kunnen voorkomen. Bij het opstellen van deze verlieslijst heeft men kennelijk als criterium gehanteerd: gesneuveld in of door de strijd. Op deze lijst komen niét de namen voor van de (hiervoor genoemde) ritm. L.C. Cnopius en oud-1e lnt Ph.J. graaf van Zuylen van Nijevelt.
Res. wmr M.A. Vlielander Hein Hein was (na het volgen van de S.R.O.C.) als wachtmeester bij 2 RH ingedeeld. Begin mei ’40 werd hij bij het mitrailleureskadron van 4 RH geplaatst. Daar kreeg hij een sectie zware mitrailleurs onder zich. Bij felle gevechten op 12 en 13 mei in Rhenen liet hij – elke vroegere beoordeling ten spijt – zien, een goed commandant te zijn. Als zodanig liet hij zich de volgende dag bij Leersum opnieuw kennen, bij het dekken van de achterhoede van zijn terugtrekkend eskadron. Daarbij sneuvelde hij. Vlielander Hein werd postuum met het Bronzen Kruis onderscheiden.
II. Lijst van gevallenen der Cavalerie (1998; onlangs gecorrigeerd) Achterin het boek van E.H. Brongers De Nederlandse Cavalerie in de Meidagen van 1940 bevindt zich een ‘Lijst van gevallenen der Cavalerie’. Deze lijst vermeldt in totaal 156 namen (waarvan 5 beroepscavaleristen). Het eerste deel
Rouwdienst op 26 oktober 1940 In de zomer van 1940 kwam in de kring van de VOC de gedachte op, de omgekomen leden eveneens in een gezamenlijke rouwdienst te herdenken. Daartoe werd besloten. Kort voor de dienst werd evenwel beslist, daarin óók stil te doen staan bij de overige cavaleristen die in de meidagen waren omgekomen. De toenmalige voorzitter (res.-maj. jhr mr W.E. van Weede) en ondervoorzitter (res. ritm. jhr P.J. Six) van de VOC beijverden zich om in sneltreinvaart de adressen te achterhalen van de overige gesneuvelde huzaren, ten einde hun nabestaanden eveneens voor de rouwdienst te kunnen uitnodigen. Op zaterdag 26 oktober 1940 vond, in de Oude Kerk te Amsterdam, de rouwdienst plaats. Op de Orde van Dienst daarvoor stond vermeld, dat de dienst gehouden werd ‘Ter nagedachtenis aan de in de oorlog gevallen leden [waarna de namen volgden van de hiervóór genoemde officieren, waaraan een In memoriam was gewijd] en de Kornetten, Onderofficieren, Korporaals en Huzaren, die eveneens hun leven gaven voor Koningin en Vaderland’. De dienst werd
Kaft van de Verlieslijst, uitgegeven door de VOC, met daarin de naam van 163 cavaleristen die gedurende de periode 10-14 mei 1940 omkwamen.
23
bekijken op het Museum Nederlandse Cavalerie te Amersfoort. Bij dit register wordt als criterium aangehouden: ‘gevallen in de strijd tegen de vijand of omgekomen als gevolg van vijandelijk handelen of door eigen inzet, met als oogmerk zich bij eigen troepen te voegen of tijdens hun verblijf als militair in den vreemde door andere oorzaken zijn overleden of omgekomen’. In dit register komen álle namen voor van de (oud-)officieren, kornetten en wachtmeester, waarvan een In memoriam was opgenomen in het rouwnummer van de Mededeelingen van 15 augustus 1940.
Benutte bronnen Bij het schrijven van dit artikel werd een groot aantal bronnen geraadpleegd. Zij die willen weten welke bronnen werden gebruikt, kunnen bij de bibliotheek van het Museum Nederlandse Cavalerie in Amersfoort (033-4661362) een kopie opvragen van de oorspronkelijke versie van dit artikel. Die is voorzien van 47 noten. Daarin wordt o.a. verwezen naar de gebruikte bronnen. Een aantal noten bevat bovendien nadere informatie. Verder zijn er kanttekeningen in te vinden.
Monument voor alle gevallenen Cavalerie daarvan wordt gevormd door de (alfabetisch opgesomde) namen van 65 korporaals en huzaren, die op 10 mei 1940 in de Alexanderkazerne ‘in hun slaap gedood [werden] of overleden aan hun verwondingen’. Het tweede deel bestaat uit een lijst van 91 cavaleristen die ‘vielen in of door de strijd’. Onlangs is een erratum op deze overzichten verschenen. Daarin wordt gemeld dat bij het bombardement 3 korporaals en 63 huzaren omkwamen. Ook de tweede lijst wordt daarin gecorrigeerd: gemeld wordt dat 92 cavaleristen vielen. Bij het opstellen van zijn lijst heeft Brongers (niet consequent) het criterium gehanteerd: gevallen in of door de strijd. Op de lijst ontbreken de namen van de 1e lnts s’ Jacob en Korthals, alsmede die van kornet Offringa. De naam van oud-lnt graaf Van Zuylen van Nijevelt is evenmin vermeld. Die van ritm. Cnopius komt echter wèl op de lijst voor.
III. Register der Gevallenen (1984; tot op heden bijgewerkt) In 1984 werd – tegelijk met de onthulling van het monument voor de gevallenen der Cavalerie – een register aangeboden. Daarin zijn de namen vermeld van diegenen van het Wapen der Cavalerie (inclusief de bereden en met pantsermateriaal uitgeruste eenheden van het KNIL en van de Verkenningseenheid van de Prinses Irene-Brigade) die sedert 1813 zijn gevallen. Dit register wordt tot op de dag van vandaag bijgehouden en zo nodig aangevuld of verbeterd. Het vermeldt de namen van 162 huzaren die overleden in (of rond) de periode 10-14 mei 1940. Het register is te
24
* Oud-kapt. der Mariniers KMR. ** De auteur dankt oud-res. maj. E.J. Vinkhuyzen voor zijn zeer bereidwillige medewerking om materiaal voor dit artikel boven water te halen. Zijn dank gaat ook uit naar drs J.A. Bom, kol. b.d. J.W. de Leeuw, en ritm. b.d. H. Steenmetz die eveneens gegevens aandroegen, alsmede naar brig.-gen. b.d. J.M.A. Thomas voor zijn commentaar op het concept van dit artikel. *** Ds J.C. Koningsberger (1896-1956) was hervormd predikant in Amsterdam. In 1940 was hij als reserve-Veldprediker toegevoegd aan de Lichte Divisie. Cavalerie-onderdelen maakten van die divisie een belangrijk onderdeel uit. Op 10 mei 1940 en volgende dagen verleende ds Koningsberger geestelijke bijstand aan o.a. huzaren, die bij het bombardement op de Nieuwe Alexanderkazerne in Den Haag gewond waren geraakt.
“De schietwedstrijd” OMK schieten 2010 Door: ritm J. Romein
Op 19 mei 2010 werden op het ISK in de Harskamp de jaarlijkse schietwedstrijden gehouden voor onderdeelteams. Om deze kans op integratie met onze manoeuvrebroeders van de infanterie niet te missen heeft 11 Tankbataljon RHvS deze mogelijkheid met 2 teams aangepakt. Zowel het StSt-esk als het B-esk hebben een team geleverd. Helaas kon dit niet door het A-esk gedaan worden in verband met hun voorbereidingen op hun tijdelijke plaatsing op Curaçao. Na een gedegen voorbereiding, onderleiding van de OWI van Putten en inspirerende woorden van de Ritm Romein werd er vol goede moed aan de schietdag begonnen. In de tussenstand na 3 schietrondes was het B-esk 14e gekwalificeerd en het StSt-esk stond met 57sec achterstand op de 3e plaats. De 4e ronde was helaas alleen voor de 8 hoogst gekwalificeerde teams, waardoor Het B-esk helaas op een 14e plaats bleef steken. Echter het StSt-esk mocht meedoen aan een spannende finale. Door goed te schieten en hard te rennen hebben de mannen van het StSt-esk het voor elkaar gekre-
gen 1 plaats te stijgen met als resultaat dat zij een 2e plaats hadden veroverd met alleen 45 Painfbat voor zich. Door de kwalificatie van de 2 teams was het bataljon 4e geworden in de ranglijst voor de prins Bernhard trofee. Deze prijs is van oudsher een Infanterie trofee zoals wij de Bult Francis hebben. Volgend jaar zal 11 Tank bataljon ook zeker een poging doen om deze prijs aan haar collectie toe te voegen.
Laatste eerbewijs aan ritm b.d. Friedrich Wilhelm Klems Fotografie: Jan van Alphen
Ritmeester b.d. Will Klems, Ridder in de Orde van OranjeNassau overleed 23 maart 2010 te Amersfoort. Familie, bekenden en een groot aantal militaire vrienden kwamen 30 maart in het crematorium op de begraafplaats Rusthof te Amersfoort bijeen voor een laatste eerbewijs.
25
Beëdiging en uitreiking draaginsigne gewonden 42 Tankbataljon RHPO Bron: BIZON, nr. 4
Op 29 april j.l. werden er 10 nieuw geplaatste militairen van 42 Tankbataljon Regiment Huzaren Prins van Oranje beëdigd op de markt in Steenwijk. Tevens werd er tijdens deze ceremonie een draaginsigne gewonden (DIG) uitgereikt aan een veteraan van het Bataljon. Doorgaans vindt, zoals bij zoveel eenheden, de beëdiging plaats op de kazerne. Dit keer was er voor gekozen om het op een publieke locatie te laten plaatsvinden. Steenwijk was hiervoor een voor de hand liggende keuze. Regelmatig rijden de tanks door Steenwijk wanneer het bataljon op oefening gaat en de tanks op de trein geladen moeten worden. Deze beëdiging en de uitreiking van de DIG vormden een goede gelegenheid om het bataljon eens op een andere manier bij de bevolking van deze oude vestingstad te presenteren. Een andere reden was omdat de dag van de ceremonie viel op de dag voor Koninginnedag. Met het zweren of beloven van trouw aan de Koningin wordt immers trouw beloofd aan het Koninkrijk der Nederlanden. Door dit op de dag voor Koninginnedag te doen op een publieke locatie, kreeg de beëdiging een extra dimensie en betekenis voor de beëdigde militairen.
veel indruk gemaakt. Verder was het intreden van de Standaardwacht o.l.v. de waarnemend C Standaardwacht, de Aooi Bethlehem in vol ornaat ook indrukwekkend en dit leverde dan ook de nodige positieve reacties van de toeschouwers op.
De keuze voor de openbare locatie betekende natuurlijk ook dat er een correcte en waardige ceremonie moest worden neergezet. En daarnaast moest er voldoende te zien en te horen zijn om de interesse van het winkelend publiek gedurende de hele ceremonie vast te houden.
Bij de ceremonie waren de Burgemeester van Steenwijk met een van zijn wethouders en een delegatie van het veteranencomité Steenwijkerland aanwezig. Deze laatste had speciaal verzocht om bij ceremonie aanwezig te mogen zijn om zodoende de veteranen van toen betrokken te houden bij de actief dienende militairen van nu. En om de actief dienende militairen van nu te laten zien dat er een plek is waar zij na hun diensttijd terecht kunnen.
Dit hebben we weten te bereiken door de markt aan te kleden met diverse voertuigen. Helaas was het i.v.m. de nauwe toegangswegen en de eisen die de gemeente stelde, niet mogelijk om hier tanks te parkeren. Dus werd er volstaan met een YBZ, een Fennek en een ZAU.
Van de 10 beëdigde militairen waren er 9 cavaleristen en 1 soldaat van geneeskundige dienst. Allen hebben deze dag onder het toeziende oog van Commandant RHPO en tevens Commandant 42 Tankbataljon Lkol P.A.J. van Egmond de belofte afgelegd.
Om zoveel mogelijk publiek te trekken zijn de eskadrons onder begeleiding van de Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso van het station via de winkelstraat naar de markt gemarcheerd. Dit was een erg mooi gezicht en heeft
Na de beëdiging werd er een DIG uitreikt aan de Sgt1 b.d. Harry Sterken. Tijdens een van zijn missies naar Bosnië is hij gewond geraakt, en op deze dag heeft hij daarvoor zijn erkenning gekregen. Omdat hij een groot gedeelte van zijn
26
Commando Huzaren Prins van Oranje overgedragen Commando Huzaren Prins van Oranje overgedragen Volgens kolonel Bolderman zijn traditie-ervaring, traditiehandhaving en traditiebeleving altijd belangrijke elementen binnen het regiment Huzaren Prins van Oranje geweest. De nieuwe regimentscommandant beaamt dit en wil zich hier in de toekomst hard voor blijven maken: “Het regiment is altijd een bindend element geweest binnen de cavalerie.” Overste Van Egmond voelt zich vereerd de werkzaamheden van de kolonel over te mogen nemen: “Het is altijd moeilijk om de werkzaamheden van iemand over te nemen die zo lang werkzaam is geweest als regimentscommandant. Maar, ik ga mijn uiterste best doen.”
diensttijd bij 42 Tankbataljon heeft gediend als Chef Keukengroep was zijn wens om de DIG bij dit Bataljon uitgereikt te krijgen. Gelukkig werkte ook het weer deze dag goed mee. Hierdoor bleven veel mensen gedurende de ceremonie staan kijken en konden we tijdens de receptie onze drankjes en hapjes nuttigen op het terras van een café aan de markt. Al met al kan er terug gekeken worden op een geslaagde dag.
27
Verslag 72e Algemene Vergadering VOC 17-04-2010 Münster Door Ikol b.d. Doug Alexander
Het verzoek van de redactie aan schrijver luidde: “Schrijf een luchtig verslag van de belangrijkste punten ter vergadering met daarna enige impressies van het bezoek aan Münster”. Samen met zijn echtgenote begroette voorzitter Jhr. J.H. de Jonge bij koffie en cake een veertigtal V.O.C.-leden, waaronder ook cadetten en een groot aantal dames in het statige en indrukwekkende Hoofdkwartier van het 1 (German/Netherlands) Corps aan de Hindenburgplatz te Münster. De vlaggen voor het gebouw hangen halfstok omdat een drietal Duitse soldaten gesneuveld is in Afghanistan. De V.O.C.-vlag wordt om die reden dan ook niet gehesen. Terwijl de dames zich elders in het gebouw bevinden toont voorzitter zich ter vergadering verheugd over de aanwezigheid van de vier Ereleden der vereniging, Heyse, Vinkhuyzen, Moes en Thomas. Gezamenlijk en elk voor zich gedenken we staande de 26 leden, die de vereniging in het afgelopen jaar zijn ontvallen. De vergaderende leden stemmen gewillig in met de voorliggende agenda en steunen het bestuursvoorstel om een extra agendapunt in te voegen dat betrekking heeft op het voorstellen en benoemen van een nieuw erelid. De spanning stijgt. De voorzitter attendeert op het nieuwe V.O.C.-kleed, dat de bestuurstafel siert. Hij blikt terug op het jubileumjaar 2009, met als hoogtepunt het diner in Kasteel Maurick, dat bij velen in de smaak viel en eens in de zoveel jaar herhaald zal worden. Bij de behandeling van het agendapunt ‘Mededelingen’ komt het cadeau van het Museum Nederlandse Cavalerie aan de vereniging in de vorm van zes sabels aan de orde. Deze zijn inmiddels uitgereikt aan de parate eenheden. Links en rechts is een gefronst voorhoofd waarneembaar. Van het voorziene geschenk van de vereniging aan het Museum, een schilderij, is de verf nog niet droog. Vandaar dat de overhandiging enige tijd is uitgesteld. Koffietafels en borrelgezelschappen bloeien, tijdgebrek belemmert een bestuurslid in zijn functievervulling, de ondervoorzitter treedt op als vervanger. Het ledenbestand, de jarenlang slepende contributiekwestie, de financiële draagkracht, het blad Mededelingen en de toekomstnotitie hebben alle aandacht van voorzitter en bestuur. Ter plekke blijkt dat de notulen van de 71e Algemene Vergadering niet aan de leden zijn verstuurd, maar de vergadering keurt ze goed, nadat beterschap is beloofd. Ondervoorzitter Jhr. M.O.M. van der
28
Goes mankeert ter vergadering. Hij treedt leidinggevend op bij de begrafenis van een mede-escorteur. De immer actieve voorzitter van de Kascommissie, T. J. Bouwers, is bereid om in plaats van Jhr. M.O.M. van der Goes, de jaarcijfers te presenteren. De vergadering vindt dat goed, het verhaal is luid en duidelijk en de financiën blijken keurig in orde. Lof voor diens grondig werk valt de ondervoorzitter ten deel. Wanneer de voorzitter van de Kascontrolecommissie aan de vergadering voorstelt om de penningmeester en het bestuur te dechargeren voor het in het jaar 2009 gevoerde financiële beheer volgt discussie. Maalderink, Gerards en Thomas laten van zich horen. De voorzitter vat de diverse meningen samen en er komt een besluit. T.J. Bouwers krijgt na zijn driejarig voorzitterschap voor zijn vele verdiensten een boek over de verzetsman Pim Boellaard, waarmee hij zeer verguld is. De leden Roelofsz, Vincken en Zeelenberg vormen de nieuwe kascommissie. De vergadering gaat snel akkoord met de herziene begroting van 2010 en met de begroting van 2011. De herdenking van de gevallen cavaleristen in Amersfoort op 4 mei, de aanpassing en uitbreiding van het monument op de Bernhardkazerne en de zoektocht naar een nieuwe penningmeester houdt het gezelschap kort bezig. Bij mondelinge stemming keurt de vergadering de voordracht van het bestuur, om de Luitenant Generaal b.d. A.J.G.M. Blomjous vanwege diens trouw lidmaatschap, grote verdiensten voor het Wapen der Cavalerie, profiel, uitstraling en ambassadeurschap voor de V.O.C. te benoemen tot erelid, bij acclamatie goed.
Tijdens het aperitief ontving mevrouw de Jonge een boeket tulpen als attentie voor haar voortreffelijk gastvrouwschap. Voorzitter de Jonge nodigde uit tot een korte wandeling naar het typisch Westfaals bruin café Pinkus Müller, dat bekend staat om zijn traditionele Münsterse keuken. Gesterkt door een mooi glas bier en lekkernijen, opgediend in “het Westfaals Pannetje” wandelde het gezelschap door het lenteachtig centrum van de oude bisschopsstad. Twee gidsen gaven kundig tekst en uitleg bij kerken, de Dom, het bisschoppelijk paleis, het Raadhuis, pleinen, markten en gevels. Terrassen en pleinen waren overvol, de sfeer weldadig.
Het jaarlijks ter vergadering voorlezen van de lijst van evenementen is het prerogatief van de ondervoorzitter. Bij diens ontstentenis wijst bestuurslid Alexander op de vele evenementen voor het komend verenigingsjaar, die door het bestuur worden georganiseerd, ondersteund of moreel gesteund. Voor ieder wat wils. De onthulling van een plaquette in het Nederlands Instituut Militaire Historie, de suggestie de Algemene Vergadering dichter bij kazernes en eenheden te houden, de bestuursplannen t.a.v. de website en bruikleenbewijs voor de geschonken sabels, zijn de onderwerpen bij de rondvraag. Wanneer de voorzitter de vergadering sluit onder dankzegging aan zijn toehoorders en mede bestuurders blikken de deelnemers terug op een vergadering onder strakke leiding, tot in de puntjes voorbereid en verlopen in goede sfeer en naar beste V.O.C.-traditie. Gedurende de vergadering lieten de dames zich rond leiden door het stafgebouw en volgden een presentatie door twee cavaleriecollegae, die op hun vrije zaterdag bereid waren gevonden om het gezelschap te informeren over het 1 NL/ GE Corps.
Een rondrit per fluisterbus door de historische binnenstad met toelichting op de bezienswaardigheden ging vooraf aan de ontvangst door de locoburgemeester,mevrouw Karin Reismann. Met groot enthousiasme vertelde zij over de banden met Nederland en toonde haar kennis en welbespraaktheid in de gerestaureerde 500 jaar oude Vredeszaal. Namens de Stadt Münster bood mevrouw een glas witte wijn aan, de voorzitter sprak een dankwoord en bracht een heildronk uit op de goede relatie tussen de stad Münster en Nederland, waarna het Huzarenlied volgde. Hulde en dank aan de voorzitter en diens echtgenote voor de voortreffelijke organisatie. Leden en dames zien voldaan terug op een buitengewoon goed en boeiend programma.
29
Jonkheer Frederik ‘Pico’ Groeninx van Zoelen Bron: www.telegraph.co.uk
Jonkheer Frederik “Pico” Groeninx van Zoelen, who has died aged 85, was the laird of Het Huys ten Donck, a magnificent house near Rotterdam, where his family had been prominent merchants from the 16th century; in 1944 he won an MC in France. In July 1944 Groeninx van Zoelen, a young troop leader serving with the 2nd Household Cavalry Regiment (2 HCR), landed on Omaha Beach in Normandy. The regiment had the role of a reconnaissance unit for the Guards Armoured Division. On August 31 he was ordered to seize and hold a bridge over the river Somme, near Amiens. He and his men had to make a long approach march under cover of darkness and ran into strong enemy opposition in thick woodland. With great dash and determination, Groeninx van Zoelen’s troop shot its way through, only to be told by locals that their objective was heavily guarded and that the Germans were set to blow it up. At the head of his troop Groeninx van Zoelen charged the bridge through a hail of fire. He and his men took it, and then held it from midday until they were relieved the following morning. They beat off several counter-attacks and inflicted considerable losses on the enemy. Groeninx van Zoelen received an immediate MC and was decorated by Field-Marshal Montgomery. Frederik Willem Edzard Groeninx van Zoelen was born in Mexico on April 21 1924. His father, Willem, had been posted there in 1917 as the political representative for the Aguila Oil Company, a subsidiary of Shell. In his first years, “Federico” decided that his name was too difficult to pronounce and started calling himself “Pico”. The nickname stuck and “Pico” returned to the Netherlands with his parents in 1926. The Depression led the family to close down their grand house and move to France for six years. They rented a large villa near St Jean-de-Luz and sent Pico to a local school. In 1936 he was sent to England where he went first to Summer Fields Preparatory, near Oxford, and then to Stowe. Eton, with its fogs, had been rejected as insalubrious. Pico’s parents, seeing the war looming and keen to ensure that Het Huys ten Donck was properly looked after, returned to the Netherlands. In 1942 Groeninx van Zoelen joined the Prinses Irene Brigade, a Dutch Army unit based in England and, after six months at Sandhurst, was posted to 2 HCR. He entered Brussels with his regiment in September 1944 and crossed the Dutch border near Valkenswaard. While on patrol near
30
the river Waal, he met a skipper who was able to give his parents at Het Huys ten Donck news that their son was well. Six months later he was wounded in the face at the Battle of the Rhine Crossing and evacuated to England but, in May 1945, returned to his regiment in time to celebrate the end of the war at Cuxhaven. After five years absence he returned home. He was appointed ADC to the military governor of The Hague until his demobilisation in 1946 and then briefly joined Shell before moving to the airline KLM, where he worked until 1960. He then worked at the bank Samuel Montagu. In 1973 he married Marie-Liliane Filz von Reiterdan in a register office in Ayrshire. Groeninx van Zoelen recalled that, after the registrar had been presented with a bottle of malt whisky, the ceremony was less coherent than it otherwise might have been. In 1983 Groeninx van Zoelen and his wife returned to the Netherlands, to the house which had been in the family for 300 years and to which they were devoted. A great sportsman, Groeninx van Zoelen enjoyed his shooting. On his own shoots, safety was never far from his mind. Duck flighting on his estate took place near a large shipyard and he used to remind his guests to try not to shoot the operator of the crane there. In the running of a household or in matters of gastronomy he could be a martinet. Dining at a restaurant in Spain, he once complained that the plates were cold and sent the dish back. The waiter returned some time later wearing asbestos gloves. No sooner were the scalding plates put on the table than they split in half. He spent many of his later years restoring the lake and gardens and parkland. In 1988, in view of the rising cost of upkeep, they decided to open the doors of the house to private and corporate guests. “Pico” Groeninx van Zoelen died on January 1. His wife survives him with their daughter and three stepsons of her first marriage.
Band of Liberation viert 10-jarig bestaan Door: Jan van Alphen
PR-boss Jan Jaap van Weering van de Band of Liberation (BOL), bleek al vóór het jubileumconcert in de Hooglandse Kerk in Leiden een tevreden man. Het uitnodigingsbeleid leidde tot een volle kerk. De bezoekers, onder wie de Inspecteur Generaal van de Krijgsmacht tevens Inspecteur der Veteranen, luitenant-generaal Lex Oostendorp, werden door gentleman-speaker Ed van den Bend door een programma geleid dat het best gekarakteriseerd is met een muzikale presentatie die terug gaat tot de periode 1914-1918. Met composities als o.a. Old Soldiers Never Die, Lilli Marleen, een Vera Lynnmedley, Scotland the Brave, Aromanches, On the Quaterdeck, Ons Legermars, Washington Post met aan het slot het Wilhelmus van
CD voor IGK concert musiceerde de BOL, gekleed in de battledresses van weleer, in een kleurrijk bevrijdingsdecor. Het zorgde ten behoeve van het auditorium met dertig door de speaker in blokken gepresenteerde en soepel uitgevoerde traditionals, voor herkenning waarvoor de handen bij herhaling enthousiast op elkaar werden gebracht.
Gebroeders Dubbelaar
IGK Oostendorp in gesprek met ritm b.d. Bert Klein
Nassouwe en Auld Long Syne een muziekfeest vol herinneringen. Verschillende bandleden participeren in de presentatie en nemen solopartijen, vocaal of met het instrument, op het oog met gemak, voor hun rekening. Voor de Schotse klankkleur van enkele composities waren er twee pipers standby. Deze melodieën behoorden tot de dertig pareltjes die enthousiast met een “Band of Liberationsound de gehoorgangen werden ingeblazen. Aangename en herkenbare herinneringen aan een 65-jarige periode van vrijheid die dit jaar achter ons ligt. In het verleden bevestigden componisten van naam, die al dan niet aan de schermutselingen hadden deelgenomen, hun beleving in notenschrift dat de geïnteresseerde luisteraar inmiddels meer dan vijfenzestig jaar in een stemming brengt van het vreugdevolle vrij zijn. Tijdens het jubileum-
Vóór de pauze werd de onder het majestueuze orgel uit de 16e en 17e eeuw van De Swart en te Van Hagerbeer geposteerde band geleid door concertdirigent Hans Dubbelaar. Na de pauze nam de marchingdirector, broer Simon Dubbelaar, de dirigeerstok over. De gebroeders hebben het orkest 10 jaar geleden opgericht en werden daarvoor terecht in de bloemetjes gezet. Bovendien was er namens de bandleden voor beiden een oorkonde waarop het aanbieden van een sierspeld met daarin centraal de letter V van Vriendschap, Vreugde en Vrede en alle andere met deze letter beginnende toepasselijke begrippen was gekalligrafeerd. De band zet een traditie voort die, wat de Koninklijke Landmacht betreft, vele jaren lang door verschillende wapens en dienstvakken vertegenwoordigende orkesten in stand werd gehouden. De o.a. aan personeelsreductie en bezuinigingen ten grondslag liggende vermindering van het aantal militaire beroepsorkesten wordt mede door de gebroeders Dubbelaar opgerichte én tien jaar in stand gehouden band met veel elan gecompenseerd. Wat dat betreft mag belangstellend worden uitgekeken naar hun in productie zijnde geluidsdrager waarop een aantal tijdens het concert uitgevoerde werken te horen zullen zijn. De aanbeveling van speaker van den Bent, dat naast het beluisteren van de CD een ontmoeting met de band tijdens een taptoe of defilé (“dan zie je wat voorbij komen…”) beslist de moeite waard is wordt dezerzijds gaarne onderschreven.
31
Diner de Corps Officieren van het Regiment Huzaren van Sytzama 2010 Door: oud-res elnt Tijme J. Bouwers
De stichtingsdag, dies natalis, van het Regiment Huzaren van Sytzama op 9 januari 1814 wordt jaarlijks gevierd met een diner voor het corps onderofficieren en een diner voor het corps officieren. Die van de onderofficieren heeft donderdagavond jl. plaatsgevonden, die van de officieren vond plaats op vrijdagavond 5 februari 2010. Als locatie voor het diner van de officieren is dit jaar gekozen voor de Kumpulan van het Koninklijk Tehuis voor Oud Militairen en Museum Bronbeek te Arnhem. Dat is een andere plek dan de Bernhardkazerne in Amersfoort, die we gewend zijn. Bij de ingang van de grote zaal wachten de nieuwe regimentscommandant, overste Kees Koek, en de nieuwe regimentsritmeester, ritmeester Michiel Nieuwenhuis, de gasten ter verwelkoming op. Het aperitief gebruiken we dus niet in een officiersmess, maar bij het uitgiftebuffet van de grote zaal. Praktisch is het wel, de tafels waaraan het diner zal plaatsvinden, staan een paar meter verderop. Er zijn veel andere gezichten dan in de voorgaande jaren. Komt dat door de andere, nieuwe, locatie? Er zijn, zo is mijn indruk, meer actief dienende officieren. Een enkeling is gekleed in attila, het overgrote deel in smoking, de actief dienende in avondtenue dat op een smoking lijkt met op de broek een brede witte bies. Dames zijn niet aanwezig. Vanuit het Westen arriveren de regimentsleden met enige vertraging, op de A12 heeft het verkeer enige tijd stil gestaan. De tafelpresident, de regimentsritmeester, noodt ons niettemin rond zeven uur aan tafel, vraagt om een ogenblik stilte om de maaltijd op eigen wijze te beginnen, verzoekt ons te gaan staan en noemt de namen van de in het afgelopen jaar overleden regimentsgenoten waarna we een minuut stilte in acht nemen. De regimentscommandant heet ons welkom en vindt dat er veel leden aanwezig zijn. Misschien is door de nieuwe locatie een nieuwe bron van leden aangeboord. Er zijn op het laatste moment nog een paar afmeldingen, na 2½ uur in de file heeft een enkeling rechtsomkeert gemaakt. Hij wenst ons een aangenaam diner. De regimentsritmeester leest de fax van ons regiment aan Hare Majesteit, haar antwoord is ondertekend door de Chef van haar Militaire Huis, de Generaal-majoor Henk Morsink. De kaarsenceremonie volgt, de zeven kaarsen worden aangestoken door de luitenants Marc Peters en Franse waarbij alle officiersrangen worden genoemd en besloten met de woorden ‘in trouw aan de Koningin’. Na deze rituelen wordt
32
de soep opgediend. Hierna is er een lopend buffet, uiteraard zijn de gerechten Indonesisch, een blauwe hap dus. Dat laat een ieder zich goed smaken. Mijn tafelgenoten zijn onder meer Dirk van Zuidam, de president van de Brabantse lunchtafel van de VOC, Max van der Hoog, Jan Lakeman, klasgenoot op de SROC, en Leo Otten, lid van de Brabantse lunchtafel. Tegen half tien krijgt de regimentscommandant weer het woord. Er zijn twee nieuwe leden van het regiment, de luitenants Peter Marisael en Wesley van Dalen. Zij worden ingedronken. Eerst spreken ze elk de volgende woorden uit: ‘Ik beloof de naam van het regiment, ook onder moeilijke omstandigheden, steeds hoog te houden. Hierna drinken ze ‘Waterloobeker’ leeg. Dan heeft de regimentscommandant het traditionele cadeau, ditmaal de grote zakdoek van 11 Tankbataljon. Die is groot genoeg om te dienen als mitella, voor het afbinden van een been als dat nodig is, en bij een
Landgoed Bronbeek
flinke verkoudheid. Wesley van Dalen leest daarna de proclamatie voor, die de baron van Sytzama op 11 januari 1814 in Leeuwarden heeft uitgesproken, om als ruiters mee te doen aan de strijd tegen Napoleon. Er zijn enkele sprekers. Majoor Harry Kampen, commandant van het cavalerie ere-escorte, vraagt ons jonge ruiters naar zijn bureau te sturen. Door het ere-escorte komt de cavalerie in het oog van het volk en wordt jaarlijks in dat oog gehouden. ‘Het kost wat, maar er is geld, u moet het weten te vinden’, zo besluit hij zijn gepassioneerde rede. De Brigadegeneraal buiten dienst Onno van der Wind dankt de
Laatste Betuwse VOC borrel Door: oud-res elnt Tijme J. Bouwers
De VOC vlag wappert fier in de wind; in de tuin van huize Vinkhuyzen. In Amersfoort is alles in gereedheid gebracht voor een traditionele Betuwse VOC-borrel. Het is de laatste keer dat deze wordt gehouden. Op 18 maart 1980 wordt voor het eerst in Nijmegen een Betuwse borrel gehouden, in de ‘Karsseboom’ met als uitbater oudres-wmr Bruins.
regimentscommandant voor het houden van het diner op deze voortreffelijke plek. Hij memoreert dat het regiment in 2014 tweehonderd jaar bestaat en stelt voor dat het diner dan in Leeuwarden wordt gehouden, hetgeen door de aanwezigen met luid applaus wordt begroet. Er is nog een spreker, ritmeester Jan-Willem van Esch. Hij vertelt ons enkele ervaringen van een jonge officier. In drie jaar tijd heeft hij enkele malen dienst gedaan in Afghanistan. Is er voor opgeleid in Nederland, en gaat met een speciale opdracht naar Uruzgan. Hij komt terug en krijgt weer een korte opleiding en gaat met een andere opdracht weer naar Afghanistan. De laatste spreker is de regimentscommandant. Hij zegt dank voor de lovende woorden voor de locatie. Als team wilden we het wat anders doen. Daarbij hoort ook anders denken, een andere spirit. Hij maakt dit duidelijk door het verschil in reactie wanneer een cavalerist en een infanterist de vijand opmerken. De reactie van de infanterist is veel pittiger. Die geest moeten wij ook hebben. Er is ook iets wat we missen. Gisteravond was hij bij het Diner de Corps Onderofficieren. Die zijn mentor voor elkaar. Als iemand te lang op een post zit, wordt er door een collega gezegd: ‘Zou je niet eens ...?’ Dat doen officieren onderling niet. Hij vindt dat een gemis. Met zijn collega van 42 Tankbataljon heeft hij afgesproken dat wanneer er bij het ene onderdeel een vacature is, dat aan het andere zal worden gemeld. Tot slot wenst hij ons een goede voortzetting en tot de volgende keer. Er wordt nog een nagerecht opgediend, waarna er aan de bar koffie of wat anders te verkrijgen is. Het was een druk bezocht diner in een daarvoor geschikte ambiance die de kameraadschappelijke sfeer bevordert. Al met al geslaagd te noemen.
Daarna krijgt deze in 1985 als thuisbasis Eck en Wiel waar Ger en Annet van der Werff zijn gaan wonen. De borrels worden bij de leden thuis gehouden. Het zijn de enige VOCborrels waarvoor ook de partners van de VOC-leden worden uitgenodigd. Ger is helaas op 27 maart jl. overleden en nog eenmaal hebben de deelnemers aan deze borrel per brief op het bekende blauwe papier een uitnodiging ontvangen om de laatste bijenkomst bij te wonen. Velen hebben aan deze uitnodiging gehoor gegeven en zo raakt de tuin van de heer en mevrouw Vinkhuyzen-Baart de la Faille goed gevuld. Wanneer een ieder die zich heeft aangemeld present is, neemt Evert-Jan Vinkhuyzen het woord en heet allen van harte welkom. Hij noemt in het bijzonder de ereleden Moes en Thomas, de nestor Van Breugel en meldt de afwezigheid van de jongste negentigjarige Kohutnicki. De dames weduwen worden genoemd en dan geeft Evert-Jan een kort historisch overzicht van deze VOCactiviteit. Deze borrel is begonnen vanuit Oeffelt en ging – als gevolg van verhuizing van Ger en Annet – na vijf jaar vanuit Eck en Wiel verder met als thuisbasis huize Van der Werff. Benoemingen van voorzitters volgen de hiërarchische lijnen. Er komt een geheimschrijver (Ger) van de kolonel met hulp van Annet. Op een tafel liggen fotoboeken ter inzage die een goed beeld geven van 25 jaar gezelligheid. De uitnodigingen op blauw papier zijn voor het laatst verzonden. Dan herdenkt Evert-Jan de in maart jl. overleden Ger van der Werff. We nemen een minuut stilte in acht. Hierna wordt het glas geheven op het leven. Een speciaal verzoek van Annet. Vervolgens wordt Annet van der Werff in de bloemetjes gezet. Joris Moes overhandigt haar namens de voorzitter van de VOC, die op dienstreis is naar Canada, een fraaie ruiker. Annet spreekt enkele woorden van dank. Zij memoreert dat de sabels, die door het Museum aan de Vereniging zijn geschonken, helaas niet naar de lunchtafels zijn gegaan. Ze heeft gehoord dat de Brabantse lunchtafel een VOCvaantje met VOC-embleem en St. Joris op de keerzijde ont-
33
>> Laatste Betuwse VOC borrel beert, omdat de vaantjes in 1984 zijn gemaakt en toen uitgereikt en de tafel in Boxtel in 2001 is opgericht. Ze heeft het vaantje van de Betuwse borrel bij zich en overhandigt dit aan Dirk van Zuidam. Dirk is er zeer mee verguld en hij heeft ook wat voor Annet. De defensiefotograaf heeft tijdens de Poolse lunch in Boxtel ter gelegenheid van de negentigste verjaardag van Wlad Kohutnicki een foto van Ger en Annet, naast Wlad op de eerste rij, gemaakt. Die foto is ingelijst en wordt door hem
samen met Annet van het omhullend papier ontdaan. Annet zegt Dirk hartelijk dank voor deze geste. Er zijn geen sprekers meer. Steeds wordt er rondgegaan met heerlijke hapjes, de wijn is voortreffelijk, en tot slot is er een met veel vakmanschap bereide aspergesoep. De regen die plots is gaan vallen verstoort de gemoedelijke bijeenkomst niet. Door de gastvrouw en gastheer, Antje en Evert-Jan, is ervoor gezorgd dat de druppels van boven ons niet kunnen deren.
Oud voorzitter van Stichting Museum Nederlandse Cavalerie benoemd tot erelid Tijdens de voorjaarsvergadering op 21 april jl. van het bestuur en adviseurs van de Stichting Museum Nederlandse Cavalerie, werd conform de daartoe geboden mogelijkheid in de statuten (artikel 6, punt 6.6), de oud-voorzitter, brigadegeneraal der Cavalerie b.d. J.M.A. Thomas, benoemd tot Erelid van het bestuur van de Stichting.
De benoeming was gebaseerd op de volgende overwegingen: • Brigadegeneraal b.d. J.M.A. Thomas heeft zich sedert 1992 op excellente wijze ingezet voor het Cavalerie museum en de stichting Museum Nederlandse Cavalerie. • Na een verzoek daartoe van de Wapenoudste der Cavalerie werd onder zijn voortvarende leiding het historisch en traditioneel bezit van de Nederlandse Cavalerie geïnventariseerd, bijeengebracht en op de Bernhardkazerne geëxposeerd. • Door zijn niet aflatende inzet en brede deskundigheid werden de benodigde financiën bijeengebracht, werd de benodigde infrastructuur op de Bernhardkazerne verworven en werden de gewenste bouwkundige aanpassingen doorgevoerd. • Op basis van een museumvernieuwingsproject werd de voorheen bestaande Historische Verzameling Cavalerie
34
• •
uitgebouwd tot een zowel hoogwaardig als uniek Museum Nederlandse Cavalerie, dat op 25 april 1998 door ZKH de Prins van Oranje officieel werd geopend en dat op 28 juni 2008 het certificaat Geregistreerd Museum verwierf. In de jaren tot april 2003, waarin hij voorzitter van de Stichting Museum Nederlandse Cavalerie, tevens directeur van het Cavaleriemuseum was, heeft hij met veel kennis van zaken en op stimulerende wijze leiding gegeven aan bestuur, adviseurs en medewerkers. Als projectleider werd door zijn toedoen op 26 september 2009 het 50-jarig jubileum van het Cavaleriemuseum op grootse en gedenkwaardige wijze gevierd. Bij die gelegenheid werd het door hem geschreven jubileumboek ‘50 jaar Cavaleriemuseum’ uitgegeven.
Nadat de bijbehorende oorkonde door de huidige voorzitter, bgen TS b.d. ir. J. Sluiter, aan het erelid was uitgereikt, werd in de Waterloozaal het glas geheven op de heuglijke gebeurtenis; zulks in aanwezigheid van de leden van het bestuur, de adviseurs en genodigde oud-leden van het bestuur. Het nieuw benoemde erelid is de eerste sedert het bestaan van de huidige stichting. Al eerder, in 1973, werd de toenmalige voorzitter van de Stichting Historische Verzameling Cavalerie, kolonel N.J. Broertjes, tot erelid benoemd.
Onthulling plaquette ter nagedachtenis van omgekomen korporaals en huzaren Depot Cavalerie Den Haag Door: drs. J.A. Bom, medewerker Cavaleriemuseum
In de vroege morgen van 10 mei 1940 werd de Alexanderkazerne te Den Haag omstreeks 04.00 uur door een Duits vliegtuig gebombardeerd. Van het op deze kazerne gelegerde Depot Cavalerie kwamen door dit bombardement drie korporaals en 63 huzaren om het leven. Momenteel is de Alexanderkazerne nog steeds in beperkt militair gebruik. Zo wordt er onderdak aan het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) verleend.
Brigade-generaal b.d. J.M.A. Thomas tijdens zijn inleiding. In de nabije toekomst wordt deze kazerne echter afgestoten en gesloopt om plaats te maken voor de nieuwbouw van het Internationaal Strafhof. Om te voorkomen dat het bombardement op 10 mei 1940 en de daarbij omgekomen cavaleristen in de vergetelheid raken, heeft brigade-generaal b.d. J.M.A. Thomas het initiatief voor een herinneringsplaquette genomen. Inmiddels is deze plaquette aangebracht in de entreehal van een voormalig legeringsgebouw, dat momenteel in gebruik is bij het NIMH. De tekst op deze plaquette is eenvoudig. Nagelaten is daarop de namen van de omgekomen korporaals en huzaren te vermelden. Een opgave van hun namen zal beschikbaar zijn bij het Cavaleriemuseum te Amersfoort en het NIMH te Den Haag. Op 10 mei 2010, dus precies 70 jaar na dato, vond op de Alexanderkazerne de onthullingsplechtigheid plaats. Na de ontvangst verzamelden de genodigden zich op verzoek van de ceremoniemeester, oud-reservemajoor E.J. Vinkhuyzen, in een vergaderruimte in het betreffende gebouw. Vervolgens heette de directeur NIMH, drs. P.H. Kamphuis de aanwezigen welkom en in het bijzonder de oud-reserveritmeester Jhr. W.F. Clifford Kocq van Breugel, onderscheiden met het Bronzen Kruis voor zijn verrichtingen in de meidagen van 1940, mevrouw J. Broertjes-Wessel, wiens echtgenoot als cadet- vaandrig het Duitse luchtbombardement op de Alexanderkazerne heeft meegemaakt en kolonel b.d. Jhr.mr. M.W.C. de Jonge die recent de militaire
De entreehal van gebouw 203 op de Alexanderkazerne; in afwachting van de onthulling van de plaquette van links naar rechts: kolonel b.d. Jhr. mr. M.W.C. de Jonge , mevrouw J. Broertjes-Wessel, oud reserve ritmeester Jhr. W.F. Clifford Kocq van Breugel en brigade generaal b.d. J. Valstar. geschiedschrijving met zijn boek “Mijn Ruiters” heeft verrijkt. Voorts werd een bijzonder welkom geheten aan de Wapenoudste van de Cavalerie, generaal-majoor Jhr. J.H. de Jonge, de regimentscommandanten van het Regiment Huzaren Van Sytzama, het Regiment Huzaren Prins van Oranje en het Regiment Huzaren van Boreel of hun plaatsvervangers en de laatste commandant van het Regiment Huzaren Prins Alexander I.M. Hierna gaf de directeur NIMH een boeiende uiteenzetting over de geschiedenis van de militaire kazernes in Den Haag en in het bijzonder over die van de Oude en Nieuwe Alexanderkazerne. Vervolgens hield generaal Thomas een inleiding waarin hij onder meer de gebeurtenissen van 10 mei 1940 op zeer aanschouwelijke wijze de revue liet passeren. Aan het slot van zijn inleiding werd oud-reserveritmeester Jhr. W.F. Clifford Kocq van Breugel uitgenodigd de daadwerkelijke onthulling te verrichten. Nadat iedereen in en rond de hal bij de te onthullen plaquette was verzameld, sprak ritmeester Van Breugel enige woorden. Daarbij vestigde hij ook de aandacht op de meer dan 100 paarden die het bombardement niet hadden overleefd. Vervolgens werd het doek, dat tot dan toe de plaquette had bedekt, door hem verwijderd. Bij het daarop volgende dodenappel, werden de namen van de gevallenen van het Depot Cavalerie door luitenant-kolonel b.d. D.G.G.M. Alexander voorgelezen. De plechtigheid werd met een minuut stilte afgesloten. Tot slot volgde nog een informeel samenzijn, terwijl ook de mogelijkheid bestond in de studiezaal van het NIMH een speciaal ingerichte kleine tentoonstelling te bezichtigen. De tentoongestelde foto’s en documenten over de Alexanderkazerne, het Depot Cavalerie en Den Haag in de meidagen 1940 waren de moeite zeer waard. Het is de bedoeling dat de herinneringsplaquette na de sloop van de Alexanderkazerne een passende plaats in de nieuwbouw van het Internationaal Strafhof zal krijgen. De ambassadeur voor internationale organisaties in Den Haag heeft toegezegd daarin een bemiddelende rol te willen spelen. 35
Regelmatig Terugkerende Bijeenkomsten LUNCHES
Brabantse Lunch Elke vierde woensdag van de maand v.a. 12.00 uur in auberge de Waag, Markt 32 te Boxtel. Info en opgave bij de res-lkol mr. D. van Zuidam , tel: 0411-610219 of e-mail:
[email protected]
Den Haag Elke tweede donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in de Pulchri Studio, Lange Voorhout 15, tel.: 070-3589474; inlichtingen en opgave aldaar of bij lkol b.d. drs A.J. Rosendahl Huber, tel 0655-991808.
Rotterdam Elke derde woensdag in de derde maand van het kwartaal v.a. 12.00 uur in Roei en Zeilvereniging ‘de Maas’. Info bij res-elnt W. Aalders, e-mail:
[email protected]
Zutphen Elke eerste donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in de Roskam te Gorssel, info: maj b.d. H.A.G. Nix, tel: 0575-528002, e-mail:
[email protected].
BORRELS NEDERLAND
Amersfoort-Bernhardkazerne Vereniging Officieren Cavalerie School (VOCS) organiseert 4 x per jaar de cavalerieborrel op de Bernhardkazerne. Uiteraard zijn ook VOC-leden van harte welkom. Opgave en inlichtingen bij maj J. van Bommel, tel: 033-4661281
Tiel In principe om de maand op telkens wisselende lokaties. Informatie bij de oud-res elnt G.E. van der Werff, tel: 0344-691943.
Spanje
Sydney, bij de oud-res-elnt drs. H.A.J. Sprangers. Tel privé: 02 96341822, e-mail:
[email protected]
Marbella, bij de oud-res-elnt jhr. M.L. de Blocq van Scheltinga, adres: Finca Linda Vista, E-29110 Monda. Tel.: (0034) 95 211 2739 of (0034) 68 074 9411. Cavaleristen in Barcelona zijn welkom om contact op te nemen met Mark Wuijten, e-mail:
[email protected]
België
Albanië
Brusselse VOC-borrel vindt plaats op uitnodiging en op wisselende locaties. Info bij oud-res-elnt D. Tromp, e-mail:
[email protected]
Cavaleristen op doorreis of een stay in Albanie zijn welkom om contact op te nemen met Hans Kuijpers via
[email protected],
[email protected] of
[email protected]. Zij kunnen zich ook aanmelden via de NLD Ambassade in Tirana alwaar echtgenote Christine werkt.
BORRELS BUITENLAND
Australië
Curaçao Willemstad, bij oud-res-ritm F. Fontein. Flexibel qua locatie, datum en tijd. De Ketel One Vodka en Ketel 1 jenever staan altijd koud. Tel: +59 99 461 0425 of +59 99 529 7027, e-mail:
[email protected]
Frankrijk Mornac sur Suedre, elke dinsdag bij oudres-maj J.H. Goedkoop in Le Mornac, 21 rue des Halles, 17113 Mornac sur Suedre. Tel.: +33 546 22 63 20, e-mail:
[email protected] Opgave: tel aanmelden 1 dag vooraf. Leden en niet-leden op doorreis zijn welkom bij kol b.d. mr. C.H. Blok, Château des Loges, 61250 Hauterive, Orne. Tel.: +33 233826756 / E-mail:
[email protected]
Amsterdam/ ‘t Gooi De Henk Oortman Gerlingsborrel in jan, mrt, jun en nov. De borrel wordt altijd gevolgd door een maaltijd. Aanmelden bij res-ritm M.P. Oortman Gerlings via e-mail: mp.oortman.gerlings @tip.nl of bij res elnt R. Hermens via e-mail:
[email protected].
36
Scandinavie, lkol P. Teeuw. Leden en niet leden, altijd welkom. Tel +47 91 391 256 of
[email protected]
UK Londen, in de Cavalry and Guards club, 127 Piccadilly. Afspraken met res elnt G.J. ter Brugge. Tel: +44 20 76773875 of e-mail: gerbrand.j.ter.brugge@ morganstanley.com.
USA New-York, info bij oud-res-elnt jhr. Job B.B. Sandberg. (office) tel: 1-646-4247210, e-mail
[email protected], (prive) tel:1-203-655-4003, e-mail:
[email protected].
Lancaster (Pennsylvania), bij de oud-res-elnt W.R.H.M. van Huystee. Tel: kantoor (717) 393-1551 en thuis (717) 393-3005.
Luxemburg Bij de oud-res-elnt jhr. T.C.H.N.G. van Rijckevorsel. Tel (en fax): 00-(352)7704¬36.
Noorwegen Oslo, bij de Defensie attachee voor
Atlanta
(terug van weggeweest), bij res-ritm Robert B. Koch, 44 05 10 209 ‘t Hoveke, 730 Mt Paran Rd NW, Atlanta Ga 30327, Tel: 404 323 6075 / 404 843 3946
[email protected]. •
VOC Activiteitenkalender Datum
Activiteit
Plaats
Contactpersoon
01-07-10
VOC-lunchtafel; de Roskam
Gorssel
Maj b.d. H.A.G. Nix 0575-528002;
[email protected]
03-07-10
NMRK Samengestelde Wedstrijd
Maarsbergen
res Elnt J.W.H. van der Goes-Petter;
[email protected]
03-07-10
res ritm Jhr ir M.O.M. van der Goes;
VOC Borrel
Maarsbergen
[email protected]
08-07-10
Lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber;
Haagse VOC Koffietafel
Den Haag
[email protected] 06-55991808
28-07-10
res Lkol mr D. van Zuidam 0411610219;
Brabantse Lunch
Boxtel
[email protected]
05-08-10
VOC-lunchtafel; de Roskam
Gorssel
Maj b.d. H.A.G. Nix 0575-528002;
[email protected]
12-08-10
Haagse VOC Koffietafel
Den Haag
Lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber;
[email protected] 06-55991808
25-08-10
res Lkol mr D. van Zuidam 0411610219;
Brabantse Lunch
Boxtel
[email protected]
27-08-10
Militaire Prestatietocht te paard MPTTP ’t Harde
Lkol Suijkerbuijk b.d. / www.mpttp.nl
30-08-10
VOC Golfdag op Anderstein
res ritm Jhr ir M.O.M. van der Goes;
Maarsbergen
[email protected]
01-09-10
Sixborrel Excursie/Forten reis
Zwitserland
oud res ritm tit T. van Nierop;
[email protected]
02-09-10
VOC-lunchtafel; de Roskam
Gorssel
Maj b.d. H.A.G. Nix 0575-528002;
[email protected]
09-09-10
Haagse VOC Koffietafel
Den Haag
Lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber;
[email protected] 06-55991808
15-09-10
Lunch KR&ZV “de Maas”
Rotterdam
res Elnt W.J.G. Aalders;
[email protected]
19-09-10
Ere Escorte - begunstigers - oud -
Den Haag
res ritm Jhr ir M.O.M. van der Goes;
ruiters-bestuur-stafdag
[email protected]
21-09-10
Prinsjesdag
res ritm Jhr ir M.O.M. van der Goes;
Den Haag
[email protected]
22-09-10
Bult Francis Cup/Schietserie
Hohne
Ritm L. Reinders;
[email protected]
22-09-10
Brabantse Lunch
Boxtel
res Lkol mr D. van Zuidam 0411610219;
[email protected]
02-10-10
res Elnt Drs.E.T. Woudenberg MRE;
Militair Ruiterbewijs
t Harde
[email protected]
07-10-10
Cavaerieschool diner
Amersfoort
Maj J.M.J. van Bommel;
[email protected]
09-10-10
Vriendendag Museum
Amersfoort
www.cavaleriemuseum.nl
Nederlandse Cavalerie
04-11-10
borrel en wilddiner VOA/VOC
Oldebroek
maj b.d. W.L. Plink
[email protected] 0578-612138
20-11-10
Jaarconcert Reunie Trompetterkorps
Amersfoort
www.trompetterkorpsdercavalerie.nl
der Cavalerie
37
Personeelsmutaties B E V O R D ERING EN Bevorderd
Naam
Afdeling
Reden
Ingangsdatum
Kol
Leuvering, Antonius A
OCIO
Effectieve bevordering
29-05-10
LtKol
Nieboer, Wycliffe A
OTCOPN/AFD OPL&
Effectieve bevordering
29-03-10
Effectieve bevordering
01-04-10
tot
TRA/BUR OPL&TRA
LtKol
CLAS/DOPS/OG/SIE
Zwan, Robin van der
EVAL OG
Kap/Ritm
Blindenburg, Saidou J
DC PV: Sie Werving KL
Effectieve bevordering
01-03-10
Kap/Ritm
Stal, John
LFD WEERT
Effectieve bevordering
01-04-10
Kap/Ritm
Kemenade, Madoc T O van
11TKBAT/STSTESK/
Effectieve bevordering
26-04-10
Effectieve bevordering
01-03-10
BATST/SIE S1
Maj
Dir. Aansturen Operat.
Veen, Marea H van der
Gereedst
Maj
Esch, Wilhelmus A T J van
CLAS/CSGP/STGP
Effectieve bevordering
12-03-10
Maj
Koolhof, Frederik C
CIMIC/RSD/IDEA/BEWAKING
Effectieve bevordering
01-04-10
Elt
Eijk, Kevin A T van
11TKBAT/A-ESK/1TKPEL
Effectieve bevordering
23-02-10
Elt
Kamphorst, Marco J C
104VERKESK/2VERKPEL
Effectieve bevordering
23-02-10
Elt
Runhart, Alle
42TKBAT/A-ESK/1TKPEL
Effectieve bevordering
23-02-10
Elt
Borgman, Roland
43BVE/VERKPEL MRAT
Effectieve bevordering
04-04-10
Elt
Kusters, Pieter
MMKL/KORPS/ST
Effectieve bevordering
01-05-10
Knt
Boll, Sander
NLDA/Opkomst OFFN MWO
Effectieve bevordering
05-02-10
O N D E RSCH EIDINGEN Rang
Naam
Arbeidsplaats
Afdeling
Kwalificatie
Datum
Kap/Ritm
Wit,Age J de
STOFF O&T MECHBRIG
13MECHBRIG/ST/
Landmachtmedaille
30-03-10
G3/CURRENT OPS
UI TSTROO M Rang Naam Arbeidsplaats Afdeling
Ingangs- datum
Leeftijd op ontslagdatum
Ritm Huisman, Rein Ritm Soest, Jan van Tlnt Theunissen, Erik P
01-04-10
58
01-03-10
59
01-04-10
28
38
OTCRIJ/ST/SIE OTK/BUR P&P OTCMAN/ST/OTK/ BUR/O&T/OTOGP NLDA/Opkomst OFFN KOO Extern
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a Ontslag AMAR art. 39.2h
(H ER) PLAATSIN G Rang Naam
Arbeidsplaats titel
Afdeling
Locatie
Interne herplaatsing
Stafgroep MD
Den Haag - Binckhorsthof
Bgen
Pruyssenaere De La
Woestijne, Rudolf E de
Kol
Leuvering, Antonius A
C-OCIO
OCIO
Ermelo - Jan v. Schaffelaerkaz
LtKol
Couvee, Damiaan F
HFD SIE OPOST
C2SC SIE OPOST
Ede - Elias Beekmankazerne
LtKol
Horbach, Xavier A R M J
Assistant Deputy Exec Coord
DCIOD: IMS
Brussel - Nato Headquarters
LtKol
Jong, Jelle A de
Staff Off (Civ Engagement)
DCIOD: LAND CC-HQ Heidelberg
Heidelberg - Landcent
LtKol
Nieboer, Wycliffe A
STOFF OPL&TRA INLN
OTCOPN/AFD OPL&TRA/BUR
Amersfoort - Bernhardkazerne
OPL&TRA
LtKol
Pleijsant, Rik
Sr. Mdw. Pers. Gereedst. Land
Afd.Pers.Gereedst,Arbo & Genee
Den Haag - Prinses Julianakaz
LtKol
Verseveld, Ronald M van
MILITARY ASS
DCIOD: JFC-HQ Brunssum
Brunssum - H. Nassau Ouwerk.kp
LtKol
Zanten, Rob van
Stafofficier NAVO algemeen
Afdeling NAVO/EU
Den Haag - Min Def/Kalvermarkt
LtKol
Zwan, Robin van der
HFD SIE EVAL OG DIR OPS
CLAS/DOPS/OG/SIE EVAL OG
Utrecht - Lgen Knoopkazerne
Maj
Drenth, Harmannus G
OFF VEILIGHEIDSREGIO
RMC-NOORD/SIE OPN/BUR NATOPS Darp - Johannes Postkazerne
Maj
Esch, Wilhelmus A T J van HOT CS ST CLAS
CLAS/CSGP/STGP
Utrecht - Lgen Knoopkazerne
Maj
Klaarbergen, Andele van
P&O ADVISEUR SR
RPD HAVELTE/CLUSTER B
Darp - Johannes Postkazerne
Maj
Koolhof, Frederik C
NETWMNGR/ADV
CIMIC/RSD/IDEA/BEWAKING
Apeldoorn - F v Bijnenkazerne
Maj
Veen, Marea H van der
Directiesecretaris
Dir.Aansturen Operat. Gereedst
Den Haag - Min Def/Kalvermarkt
Ritm
Blindenburg, Saidou J
Wervingscoordinator Doelgroep
DC PV: Sie Werving KL
Amsterdam - Kmkaz Kattenbgrstr
Ritm
Bock, Peter de
STOFF MATVERWV&PL CAV TK
OTCMAN/KCEN/BUR CAV TK
Amersfoort - Bernhardkazerne
Ritm
Borst, Timo de
STOFF BUR PLANS SIE 3
43MECHBRIG/ST/G3/PLANS
Darp - Johannes Postkazerne
43MECHBRIG/ST/G2/MV
Darp - Johannes Postkazerne
MECHBRIG
Ritm
Euving, Jan J
STOFF MIL VEILIGHEID
Ritm
Kemenade, Madoc T O van HFD SIE S1 TKBAT
11TKBAT/STSTESK/BATST/SIE S1
Oirschot - De R v Steveninckkz
Ritm
Nieuwenhuis, Michiel F M C-TKESK LEOP2A6
11TKBAT/B-ESK
Oirschot - De R v Steveninckkz
Ritm
Reek, Roeland W
STOFF CONOPS SIE G3 DIR OPS
CLAS/DOPS/SIE G3/BUR CONOPS
Utrecht - Lgen Knoopkazerne
Ritm
Stal, John
C-LFD
LFD WEERT
Weert - Van Hornekazerne
Ritm
Vlaardingerbroek, Jochem STOFF LSO GRONDGEBON-
103GGVERKESK/ESKST/LSGP
‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne
DENVERKESK
Elt
Bilzen, Geert-Jan M van
C-INSTRPEL AMO
OCIO/SCHL ZUID/A-CIE/4PEL
Oirschot - De R v Steveninckkz
Elt
Borgman, Roland
C-VERKPEL FENNEK/MRAT GILL
43BVE/VERKPEL MRAT
Darp - Johannes Postkazerne
Elt
Bulthuis, Folkert
PLV C-TKESK LEOP2A6/CBRN
42TKBAT/A-ESK
Darp - Johannes Postkazerne
Elt
Kusters, Pieter
ROADMANAGER/MUZIKANT
MMKL/KORPS/ST
Vught - Van Brederodekazerne
Elt
Meer, Rian van der
PLV C-STSTESK TKBAT/CBRN
42TKBAT/STSTESK/ESKST/STGP
Darp - Johannes Postkazerne
Elt
Peters, Marc A M
PLV C-TKESK LEOP2A6/CBRN
11TKBAT/A-ESK
Oirschot - De R v Steveninckkz
Elt
Vogelaar, Sanne
C-INSTRPEL AMO
OCIO/SCHL N/B-INSTRCIE/1PEL
Assen - J W Frisokazerne
39
Uw voordelen wanneer u kiest voor een DFD hypotheek......... Uw DFD-adviseur komt naar u toe; Transparantie: een vooraf afgesproken adviesvergoeding. U weet op voorhand hoeveel en waarvoor u betaalt; Wij bieden de scherpste rentetarieven; Militairen met BBT- en FPS-contracten kunnen bij DFD wel terecht; Starterslening en NHG zijn voor ons gesneden koek.
www.dfd.nl/particulier/hypotheken.html Verzekeren • Hypotheken • Sparen • Pensioenen Tel: (040) 20 73 100 • E-mail:
[email protected] • www.dfd.nl