Branche rapportage Winkels in schoenen
De Jonge Accountants Waalwijk Branche 47721 Winkels in schoenen Rechtsvorm Plaats Waalwijk Boekjaar 2013 Omzet 0 0
Referentiegroep
Branche 47721 Winkels in schoenen Aantal in groep 41 Boekjaar 2013 Rechtspersoonlijkheid Met rechtspersoonlijkheid Omvang Alle Regio Heel Nederland Grondslag Alle Status Alle
Deze rapportage is alleen bedoeld voor de geadresseerden. Aan dit rapport kunnen geen rechten worden ontleend. Zowel SRA als haar aangesloten leden kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade als gevolg van een onjuiste of onvolledige weergave van de gegevens in dit rapport. Dit rapport bevat een verkorte weergave van de jaarrekening en kan niet als officiële plaatsvervanger van de wettelijke jaarstukken worden beschouwd. Op de in dit rapport opgenomen gegevens is geen accountantscontrole toegepast.
1. Inhoud brancherapportage 2. Actuele trends en thema’s in de detailhandel 3. Uw financiële prestatie ten opzichte van branchegenoten 4. Visie van experts op de detailhandel 5. Kansen en bedreigingen in de branche
Leeswijzer In deze rapportage combineren we algemene brancheontwikkelingen met een overzicht van uw financiële positie. In hoofdstuk 2 gaan we in op de actuele trends en thema’s in de detailhandel in het algemeen en in de subsector kleding- en modeartikelen in het bijzonder. Uw financiële situatie komt aan bod in hoofdstuk 3. We zoemen in op uw balans en resultatenrekening en zetten deze af tegen die van uw branchegenoten. Hoofdstuk 4 biedt een blik op de toekomst: wat vinden deskundigen van de vooruitzichten voor de detailhandel? We sluiten de rapportage af met een overzicht van de belangrijkste kansen en bedreigingen.
Branche rapportage
20 september 2014
Pagina 2
2. Actuele trends en thema’s De economische krimp en de daarmee samenhangende afname van de koopkracht en het vertrouwen van de consument hebben grote gevolgen voor de detailhandel. Consumenten kunnen en willen minder besteden. De branche als geheel heeft mede daardoor te lijden van teruglopende omzetten, een toenemend aantal faillissementen en leegstand van winkelpanden. De deelbranche non-food (onder meer kleding, drogisterijen, consumentenelektronica en huishoudelijke artikelen) merkt dit het sterkst. Daarnaast speelt de veranderende consumentenbehoefte de detailhandel parten. Het draait niet meer om het product of de dienst alleen; de consument oriënteert zich meer online en zoekt beleving. De branche blijkt (nog) niet flexibel en innovatief genoeg om in deze ontwikkeling mee te gaan. Te vaak houden retailers, al dan niet gedwongen door regels of omstandigheden, vast aan het oude stramien. Voor een op termijn gezonde branche is echter aanpassingsvermogen nodig: inzet op andersoortige winkelgebieden, samenwerking in en buiten de keten, nieuwe technieken en personeel met andere competenties.
Trends en ontwikkelingen in de detailhandel Omzetontwikkeling detailhandel (% mutatie tov dezelfde periode jaar eerder)
Ontwikkeling reëel beschikbaar inkomen 4% 3% 2% 1% 0% -1% -2% -3% -4%
3%
2,7%
0% -0,1%
-0,3%
-0,2%
-1,1%
-3% -3,2%
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Bron: CBS
Waarde
Volume
Bron: CBS
Consument heeft minder te besteden Het reële beschikbare inkomen is in Nederland in 2012 met 3,2% gedaald. Dit is de sterkste afname sinds het begin van de meting in 1981. Dit komt door minder werkgelegenheid, hogere belastingen en premies en inflatie. Mede door de inkomensdaling zijn de bestedingen van consumenten in 2012 met 1,4% afgenomen.
Branche rapportage
-6%
Omzet detailhandel blijft licht krimpen In 2012 kwam de omzet van de detailhandel als geheel 1% lager uit dan in 2011. In augustus 2013 bedroeg de krimp 0,7% versus dezelfde maand een jaar eerder. Dat kwam vooral door non-food: de omzet liep hier met 2,1% terug. De omzet in de deelbranche food verbeterde met 2,7%, vooral dankzij de supermarkten (+3,3%).
20 september 2014
Pagina 3
Omzetontwikkeling non-food detailhandel (% mutatie tov dezelfde periode jaar eerder)
Ontwikkeling faillissementsgraad (detailhandel vs. totaal bedrijfsleven)
2%
1,0%
0%
0,8%
-2%
0,6%
-4% 0,4%
-6% -8%
0,2%
-10%
0,0% 2007
Waarde
Volume
2008
2009
Detailhandel
Bron: CBS
2010
2011
2012
2013 Prognose ABN AMRO
Totaal bedrijfsleven
Bron: CBS / ABN AMRO
Non-food ziet volumes kelderen De deelbranche non-food houdt last van een forse volumedaling. In 2012 kwam die uit op 4,6% ten opzichte van een jaar eerder. In het eerste en tweede kwartaal van 2013 nam het volume af met respectievelijk 9,2% en 5,1%. Winkels in consumentenelektronica bleven het meest achter met een volumedaling van 16% in het tweede kwartaal.
Aantal faillissementen neemt toe Om consumenten ondanks de crisis toch naar de winkel te trekken, kiest de detaillist vaak voor prijsacties en flink lagere marges. De gevolgen zijn pijnlijk duidelijk: de faillissementsgraad in de detailhandel loopt fors op. In 2007 bedroeg deze nog 0,45%, maar in 2012 was deze opgelopen naar 0,83%. Daarmee gaan er in de detailhandel in vergelijking met het Nederlandse bedrijfsleven als geheel relatief veel bedrijven op de fles.
Omzet online retailmarkt (x mln euro, eerste 6 maanden van het jaar) 6.000 5.000 4.000 3.000
€ 3.010
€ 3.510
€ 3.854
€ 4.250
€ 4.613
€ 5.001
€ 2.370
2.000 1.000 0 2007 Bron: Thuiswinkel.org
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Recessie heeft geen vat op de webwinkelmarkt In de eerste helft van 2013 nam de omzet van de online retailmarkt met ruim 8% toe ten opzichte van dezelfde periode in 2012 (tot 5 miljard euro). Wel vlakt de groei iets af in vergelijking met voorgaande jaren. Ook voor de tweede helft van 2013 wordt een groei verwacht, vooral gedreven door het bestellen via smartphones en tablets.
Nog weinig fiducie in de toekomst Detaillisten hebben nog altijd weinig vertrouwen: dit is nu al ruim 4 jaar negatief. Dat wil zeggen dat er meer pessimisten dan optimisten zijn. Het vertrouwen is het laagst in de deelbranche non-food.
Branche rapportage
20 september 2014
Pagina 4
Thema’s In de detailhandel speelt een aantal generieke thema’s waarmee alle winkeliers in de deelbranches in meerdere of mindere mate te maken hebben. In deze rapportage noemen we de vijf belangrijkste:
Dalende koopkracht en vergrijzing Mede door de oplopende verzekerings- en pensioenpremies en belastingen staat het vrije besteedbare inkomen van consumenten al een tijd onder druk. De tanende vrije koopkracht heeft grote gevolgen voor de retailsector. Tegelijkertijd neemt de bevolking in Nederland de komende jaren maar heel beperkt toe, zodat er weinig groei zit in het aantal consumenten. Die bevolking vergrijst voorlopig ook nog eens flink. Dat betekent een andere manier van besteden en vaak ook een ander bestedingsgebied: de koopkracht verhuist mee. De detailhandel in Nederland richt zich over het algemeen op een relatief jong publiek en een jong imago. Behoefte aan beleving De hedendaagse consument kan zijn of haar materiële wensen over het algemeen behoorlijk vervullen en heeft daarom meer behoefte aan beleving: producten en diensten die aanspreken op emotioneel vlak. In dit opzicht moet recreatief winkelen steeds meer concurreren met andere vormen van vrijetijdsbesteding. En dat terwijl uit trendmatig onderzoek (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2005) blijkt dat onze absolute hoeveelheid vrije tijd afneemt. De concurrentieslag zal dus alleen maar zwaarder worden. Opkomst van nieuwe media De tijd dat het winkelpersoneel per definitie een informatievoorsprong had op de consument is voorbij. Dankzij de nieuwe media kunnen consumenten zich op allerlei manieren oriënteren en laten informeren. Via (sociale) netwerken delen ze kennis en kunnen ze rechtstreeks met de fabrikant communiceren. Ze verwachten ook dat ze via verschillende kanalen (multi-channel) bij een winkel/aanbieder terechtkunnen. Dit alles vergt een andere aanpak van de detailhandel. Leegstand en kwaliteit van de winkelgebieden De detailhandel is van oorsprong aanbodgedreven. In de afgelopen decennia is de hoeveelheid winkels dan ook flink uitgebreid. Nu loopt de markt tegen haar grenzen aan. Sterker nog: doordat de consument de hand op de knip houdt en de concurrentie toeneemt, vallen veel bedrijven om. Het gevolg: oplopende leegstand. Dit is nadelig voor de kwaliteit van de betreffende winkelgebieden. Ketenintegratie Dat schakels in de retailbedrijfskolom de functies van voor- of achterliggende schakels overnemen, is op zich niet nieuw. Door de recente snelle technologische ontwikkelingen heeft deze ketenintegratie echter een sterke impuls gekregen. Fabrikanten doen online bijvoorbeeld rechtstreeks zaken met de consument. Dit zet de positie van de detaillist onder druk.
Branche rapportage
20 september 2014
Pagina 5
3. Uw financiële prestatie versus branchegenoten In onderstaande tabellen worden de verkorte resultatenrekening en verkorte balans afgezet tegen het gemiddelde van de referentiegroep. De Jonge Accountants Waalwijk
Referentiegroep (n=41)*
x01
%
x01
%
Netto omzet
0
..
1
100 %
Voorraadmutaties
0
..
0
0%
Inkoopwaarde
0
..
1
60 %
Brutomarge
0
..
0
40 %
Overige bedrijfsopbrengsten
0
..
0
0%
Bedrijfskosten
0
..
0
37 %
Personeelskosten
0
..
0
19 %
Exploitatiekosten
0
..
0
0%
Inventariskosten
0
..
0
0%
Huisvestingskosten
0
..
0
11 %
Autokosten
0
..
0
1%
Verkoopkosten
0
..
0
2%
Algemene kosten
0
..
0
4%
Overige bedrijfskosten
0
..
0
0%
Afschrijvingen
0
..
0
3%
Bedrijfsresultaat
0
..
0
0%
Financiële baten en lasten
0
..
0
-1 %
Gewoon resultaat vóór belasting
0
..
0
-1 %
* Posten in deze (rechter)kolom zijn geschaald op basis van de netto omzet van de testonderneming (linker kolom).
De Jonge Accountants Waalwijk
Referentiegroep (n=41)**
x01
%
x01
Immateriële vaste activa
0
..
0
1%
Materiële vaste activa
0
..
0
18 %
Financiële vaste activa
0
..
0
1%
Voorraden
0
..
0
42 %
Vorderingen
0
..
0
15 %
Liquide middelen
0
..
0
23 %
0
..
1
100 %
Eigen vermogen
0
..
0
4%
Voorzieningen
0
..
0
9%
Langlopende schulden
0
..
0
27 %
Kortlopende schulden
0
..
1
60 %
Vermogensbehoefte
0
..
0
..
0
..
1
100 %
%
Activa
Totaal activa Passiva
Totaal passiva
** Posten in deze (rechter)kolom zijn geschaald op het totaal vermogen van de testonderneming (linker kolom).
Branche rapportage
20 september 2014
Pagina 6
Bandbreedtes resultatenrekening en balansposten In onderstaande grafieken worden uw financiële prestaties afgezet tegen de referentiegroep. Hieronder staat middels een legenda toegelicht hoe u de grafieken dient te interpreteren. Gemiddelde 50% van alle waarnemingen binnen de referentiegroep
Laagste waarneming binnen de referentiegroep*
Gemiddelde van de referentiegroep
Positie van uw onderneming*
Hoogste waarneming binnen de referentiegroep*
* Indien de laagste of hoogste waarneming, of de positie van uw onderneming buiten het bereik van de referentiegroep valt, wordt dit met een pijl aan het eind van de as weergegeven.
Netto omzet De netto omzet is de totale omzet van alle verkochte goederen en diensten. Bedrijfskosten Hierin zijn alle bedrijfskosten, zoals personeelskosten, auto- en transportkosten, huisvestingskosten, onderhoudskosten, verkoopkosten en andere bedrijfskosten opgenomen. Winst voor belastingen De winst voor belastingen is het commerciële resultaat; omdat we geen rekening houden met fiscale correcties, kan dit afwijken van het resultaat volgens de fiscale aangifte. Materiële vaste activa Bestaat uit grond, gebouwen, machines, vervoermiddelen en inventaris. Voorraden Hieronder zijn alle voorraden handelsgoederen, grondstoffen en gereed product begrepen, evenals de kosten van onderhanden projecten. Eigen vermogen Bevat naast het (aandelen)kapitaal ook de wettelijke, statutaire en overige reserves. Langlopende schulden Dit zijn alle leningen en andere financieringen die op de langere termijn moeten worden afgelost. De aflossingsverplichting voor het komende jaar is hier niet bij inbegrepen. Balanstotaal Dit is het totaal van alle activa, gelijk aan het totaal van alle passiva.
Branche rapportage
20 september 2014
Pagina 7
Kengetallen Op basis van de resultatenrekening en de balans is een aantal kengetallen berekend. Van de belangrijkste kengetallen zijn de bandbreedtes hieronder weergegeven. Rentabiliteit Onder rentabiliteit verstaan we de verhouding tussen winst en het vermogen (eigen vermogen, dan wel totaal vermogen) dat deze winst heeft gegenereerd. De rentabiliteit is een belangrijke maatstaf voor beslissingscalculaties op de lange termijn. Brutomarge De brutomarge is de omzet minus de kostprijs van de omzet, gedeeld door de omzet. Rentabiliteit eigen vermogen De rentabiliteit van het eigen vermogen is de winst (voor belastingen) gedeeld door het eigen vermogen.
Solvabiliteit De solvabiliteit geeft aan in hoeverre een onderneming de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (lang- en kortlopende schulden) kan nakomen. Solvabiliteit Dit is de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen (langlopende en kortlopende schulden). Interest coverage ratio Dit geeft aan hoeveel maal een bedrijf zijn rentelasten verdient. Het is een maatstaf voor de mate waarin de winst voor rente en belasting kan dalen zonder dat het bedrijf in financiële moeilijkheden komt.
Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. Current ratio De current ratio meet de financiële toestand en specifiek de liquiditeit van een bedrijf. Het geeft de mate aan waarin een bedrijf de verschaffers van het kort vreemd vermogen (kortlopende schulden) kan betalen uit de vlottende activa (voorraden, vorderingen en liquide middelen). Defensive interval (weken) Het defensive interval geeft aan (in weken) hoe lang een bedrijf bij het ontbreken van activiteiten niet in liquiditeitsproblemen komt.
Branche rapportage
20 september 2014
Pagina 8
4. Visie op de retailsector Samenwerken is de sleutel De detailhandel is als geen andere sector afhankelijk van het consumentengedrag. En dat gedrag verandert. Dit gegeven is niet nieuw, maar door de economische achteruitgang en technologische innovatie van de laatste jaren zijn de veranderingen in een stroomversnelling geraakt. “De consumptieve bestedingen staan onder druk door een grootschalige schuldenreductie”, vertelt sectoreconoom Mathijs Deguelle van ABN Amro. “Daarbij oriënteert de consument zich steeds meer buiten de fysieke winkels om, bijvoorbeeld online. Dat vraagt om een andere aanpak, ook in de winkel. De angst voor de opkomst van het online kanaal wordt vaak maar op één manier bestreden: door de prijs te drukken. Maar de prijs is in deze branche nu juist niet het aangewezen wapen. De prijs wordt steeds transparanter en daarmee wordt het onderscheidend vermogen belangrijker.” “Het hebben van goede digitale productinformatie, ook in de winkel zelf, is een basisvoorwaarde”, vult Jan-Willem Janssen van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel aan. “Grote partijen investeren hier fors in, maar veel zelfstandig ondernemers hebben deze informatie niet. Er is veel tijd en geld voor nodig en daar hebben veel ondernemers nu juist een gebrek aan. Samenwerking kan hier uitkomst bieden; het delen van online informatie is essentieel voor de branche. Het collectieve belang vereist dat dit wordt geregeld.” “Zelfstandig ondernemers hebben alleen toekomst als ze zorgen dat ze relevant zijn”, stelt Alexander Heijkamp, sectormanager Detailhandel bij de Rabobank. “De aandacht van de consument is schaars, de wereld is mobiel en het aanbod is fors toegenomen. Het gaat erom attractief te blijven. Dat vraagt om innovatie- en aanpassingsvermogen. Veel ondernemers hebben zich in de laatste vijf tot tien jaar echter niet aangepast aan de veranderende wereld. Dit komt onder meer doordat ze eigenlijk al met pensioen hadden willen gaan, maar dit vanwege de crisis hebben uitgesteld. Het is de vraag of ze die stap naar vernieuwing nu nog wel kunnen zetten.” “Retailers houden te veel vast aan oude patronen”, vindt ook Marcel ten Holte, uitgever van de onder meer Retailnieuws. “Dat hebben ze deels aan zichzelf te wijten, maar dit komt ook door het overheidsbeleid en de stugheid van andere partijen, zoals verhuurders en projectontwikkelaars. Er is dus een collectief adaptief vermogen nodig. Men moet zich meer richten op de behoefte van de hedendaagse consument: advies, sfeer en beleving.” Marco van den Broek, retailadviseur van Alfa Accountants: “Ik vrees in dit opzicht voor de winkels in de middencategorie, waarin veel zelfstandig ondernemers zitten. Ik verwacht een verschuiving in de functies van winkelgebieden. Sommige krijgen vooral een rol voor de directe omgeving, bijvoorbeeld voor de dagelijks boodschappen en verzorgende artikelen. Andere zijn meer gericht op ontspanning en recreatie, aangevuld met meer specialistische winkelgebieden. Ik vrees dat de middencategorie onvoldoende attractief is voor de recreatieve rol. Dat zal een kaalslag tot gevolg hebben.” Janssen vult aan: “Er komen ook nieuwe winkelplekken bij. Denk aan treinstations en luchthavens. Nederland heeft een groot reizend publiek. In de wachttijd kun je consumeren. Daar liggen enorme kansen voor een snel en gericht aanbod. Ik zie ook mogelijkheden voor rijdende winkels, bijvoorbeeld met vers voedsel. In New York is dit al een succes. Je volgt de winkel op Twitter en bestelt via een app. Retailers met een fysieke winkel kunnen hun verzorgingsgebied uitbreiden door met dit soort partijen samen te werken.” Kortom, het vermogen en de bereidheid om – op allerlei manieren - samen te werken met partijen in en buiten de keten zijn voor een gezonde detailhandel van levensbelang.
Branche rapportage
20 september 2014
Pagina 9
5. Kansen & bedreigingen Wil de retailsector op de lange termijn gezond zijn, dan zal de branche slim moeten inspelen op kansen en verstandig moeten omgaan met bedreigingen. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste:
Kansen Nieuwe technologie De consument maakt overal en altijd gebruik van mobiele informatie en is voortdurend verbonden met sociale netwerken en het internet. Door dit gebruik van nieuwe technologie is altijd bekend waar de consument zich bevindt. Dit alles biedt kansen voor de detailhandel: men kan het aanbod, het contact met de klanten en de service verbeteren. Voorbeelden zijn digitale spaarsystemen, interactieve etalages (ook informatief als de winkel dicht is) en apps voor bestellingen. Samenwerking Door een betere samenwerking in de keten zijn er nieuwe, flexibele concepten mogelijk. De voorraden liggen daarbij bij voorkeur aan het begin van de keten. De detaillist hoeft daardoor veel minder eigen voorraad aan te houden. Naast logistieke voordelen biedt samenwerking ook mogelijkheden om informatie over (analyses van klantgedrag) en naar de consument (online informatie) te delen. Nieuwe winkelgebieden Kopen is iets anders dan winkelen. De detaillist moet dan ook geen verkoper meer zijn, maar een aanbieder van beleving en vermaak. Dat biedt mogelijkheden voor nieuwe winkelgebieden. Denk aan tijdelijke winkels met een hip en instant aanbod, bijvoorbeeld op treinstations. Maar ook aan winkelgebieden met speciaalzaken, bijvoorbeeld op het gebied van koken.
Bedreigingen Tekort aan personeel met de juiste competenties De consument heeft zich voordat hij of zij de winkel bezoekt al uitgebreid online georiënteerd. De kennisvoorsprong die het winkelpersoneel op de consument had, is daarmee verdwenen. Veel winkelmedewerkers hebben daardoor niet meer de juiste vaardigheden om de consument te begeleiden. Hij of zij moet gastheer of gastvrouw zijn in plaats van verkoper. Dat vraag om andere competenties. Daarnaast speelt de opvolgingskwestie: veel ondernemers vinden hun kinderen niet meer bereid om de zaak over te nemen. Verkopen is in de huidige tijd niet aantrekkelijk, zodat zij vaak langer doorwerken dan gepland. Dit kan ten koste gaan van het aanpassingsvermogen. Demografische ontwikkelingen Nederland vergrijst. Het gevolg is dat een steeds groter deel van het budget van consumenten in hogere zorgpremies moet worden gestoken. Daardoor dalen de overige bestedingen. Daarnaast neemt voor de bevolking als geheel het aantal uren vrije tijd en daarmee ook de tijd die mensen aan winkelen kunnen besteden af. Recreatief winkelen moet meer en meer concurreren met andere vormen van vrijetijdsbesteding. Leegstand Ondanks de economische teruggang en de daarmee gepaard gaande daling van de consumptieve bestedingen, is het winkeloppervlak blijven toenemen. Daarnaast heeft een aantal gemeenten shopping malls aan de rand van de gemeente ontwikkeld. Tel daarbij het toenemende aantal faillissementen op en het gevolg is duidelijk: leegstand, vooral in de binnensteden. Winkelgebieden met veel leegstand zijn minder aantrekkelijk voor de consument, waardoor een neerwaartse spiraal ontstaat.
Branche rapportage
20 september 2014
Pagina 10