BPV-gids – algemeen gedeelte Hoornbeeck College Sector Economie
BPV-gids Algemeen gedeelte Gegevens student Naam Adres Postcode + woonplaats Telefoonnummer Locatie Amersfoort
Locatie Rotterdam
BPV-coördinator: commercieel en handel Dhr. A. de Jongh Email:
[email protected]
BPV-coördinator: financieel Mw. H.G. Janssen-Haveman Email:
[email protected]
BPV-coördinator: financieel en secretarieel Dhr. J. Bal Email:
[email protected]
BPV-(beleids)coördinator: commercieel en secretarieel Drs. P.C. Kok Email:
[email protected]
Locatie Apeldoorn
Locatie Kampen
BPV-coördinator Dhr. K. Mulder Email:
[email protected]
BPV-coördinator Dhr. W. de Boer 06-12332784 Email:
[email protected]
Locatie Goes BPV-coördinator Dhr. A.J. de Visser Email:
[email protected]
locatie Amersfoort: Apeldoorn: Postbus 875 4328
locatie Rotterdam:
locatie Kampen:
locatie Goes:
locatie
Postbus 55437
Postbus 313
Van Dusseldorpstraat 45
Postbus
3800 AW Amersfoort Apeldoorn Tel.nr. 033-468 08 08 45 50
3
3008 EK Rotterdam
8260 AH Kampen
4461 LT Goes
7320 AH
Tel.nr. 010-293 78 77
Tel.nr. 038-333 64 87
Tel.nr. 0113-21 42 78
Tel. 055-538
Inhoudsopgave BPV-gids Beroepscontext economische opleidingen ____________ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Inleiding ___________________________________________________________________5 Deel 1 1
Algemeen gedeelte ___________________________________________________6
De plaats van de BPV binnen de opleiding _____________________________________6 1.1
Identiteit _________________________________________________________________6
1.2
Werkweek en datarooster en urennorm ________________________________________7
1.3
Periodisering ______________________________________________________________8
1.4
Ziekte tijdens de BPV-periode _________________________________________________8
2
De organisatie van de BPV _________________________________________________9 2.1
Betrokkenen ______________________________________________________________9
2.2
Gecertificeerd leerbedrijf ____________________________________________________9
2.2.1 2.2.2
2.3
Taakomschrijving betrokkenen _______________________________________________11
2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6
2.4
2.5
Voor welke opleiding moet een leerbedrijf erkend zijn? _________________________________ 10 Geen familieverband _____________________________________________________________ 10 Taken van het BPV-bedrijf _________________________________________________________ 11 Taken van de praktijkopleider ______________________________________________________ 11 Taken van de BPV-docent _________________________________________________________ 12 Taken van de BPV-coördinator _____________________________________________________ 12 Taken van de student ____________________________________________________________ 13 Verdere bepalingen ( o.a. beëindiging BPV) ___________________________________________ 13
Beroepsprocedure_________________________________________________________14
Overleg rond de BPV ___________________________________________________14 2.5.1 2.5.2
2.6 2.6.1 2.6.2
Wekelijks overleg ________________________________________________________________ 14 BPV-bezoek ____________________________________________________________________ 14
Verslaglegging door student _________________________________________________15 Weekverslag / logboek en urenregistratie ____________________________________________ 15 Portfolio _______________________________________________________________________ 16
2.7
Beoordelingsnormen en Beoordelingsinstrumenten ______________________________16
2.8
Cesuur en herkansingsmogelijkheden _________________________________________16
2.9
Afwikkeling van de BPV _____________________________________________________17
2.10
Klachtenregeling en Protocol ongewenste bejegening ____________________________18
3
Juridische en Financiële aspecten __________________________________________18
4
BPV-fonds _____________________________________________________________19
5
Beroepspraktijkvorming in het buitenland ___________________________________20 5.1
Algemeen _______________________________________________________________20
5.2
Stappenplan _____________________________________________________________20
5.3
Kosten __________________________________________________________________20
Inleiding Het Hoornbeeck College voor middelbaar beroepsonderwijs heeft vestigingen in Amersfoort, Apeldoorn, Goes, Kampen en Rotterdam. Het onderwijs aan het Hoornbeeck College heeft als doel eigentijds onderwijs aan te bieden dat gericht is op kennis, vaardigheden en de juiste beroepshouding om studenten in staat te stellen in het beroepenveld werkzaam te zijn. Tijdens en rondom dit onderwijsleerproces heeft de instelling ook tot taak mee te werken aan de persoonlijke en maatschappelijke vorming van onze studenten. Het onderwijs is bedoeld voor jonge mensen die met hun ouders bewust kiezen voor reformatorisch onderwijs. Studenten, ouders en personeel van het Hoornbeeck College belijden zich verbonden te weten aan de Bijbel, als het Woord van God. We willen het onderwijs vorm geven op grond van de Bijbel en de drie formulieren van Enigheid die ons leren over de mens en de samenleving, over de zin en het doel van ons leven en werken. Binnen de opleiding aan het Hoornbeeck College neemt ook de vorming in de praktijk een belangrijke plaats in. Door het volgen van de beroepspraktijkvorming (BPV) doen de studenten praktijkervaring op die op school niet of moeilijk is aan te leren. De beroepspraktijkvorming heeft de volgende doelstellingen: Ontwikkelen tot beginnend beroepsbeoefenaar door het werken aan de kerntaken van het beroep. Opdoen van kennis en vaardigheden door middel van praktijkopdrachten door school verstrekt. Opdoen van sociale en communicatieve vaardigheden. Examineren in de praktijk. De beroepspraktijkvorming wordt uitgevoerd in een erkend leerbedrijf. Wij zijn blij dat veel bedrijven bereid zijn om studenten in de gelegenheid te stellen praktijkervaring op te doen. Deze gids is een onmisbare handleiding voor ieder die betrokken is bij de beroepspraktijkvorming van de studenten van het Hoornbeeck College, sector Economie. Een stagegids bestaat uit twee onderdelen: Deel 1 Algemeen gedeelte met informatie over de taken en verantwoordelijken van de betrokkenen bij de BPV-periode. Alleen dit deel vindt u in dit document. Deel 2 Studentinstructie met alle taken die gedaan moeten worden in de BPV. Dit gedeelte is opgenomen in de gids die de studenten krijgen uitgereikt en waarvan u bij aanvang van de stage ook een exemplaar krijgt. Deel 2 is digitaal op te vragen bij de BPV-coördinator. Als er na het lezen van deze gids nog vragen zijn, kunnen deze gericht worden aan een BPV-coördinator. Ook voor reacties en/of suggesties houden wij ons aanbevolen. De BPV-coördinatoren
5
Deel 1 1
Algemeen gedeelte
De plaats van de BPV binnen de opleiding
Van de student wordt verwacht dat hij gedurende de BPV-periode werkt aan de doelstellingen van de BPV. Deze doelstellingen zijn: Werken aan de kerntaken van het beroep: de student dient tijdens de BPV werkzaamheden te verrichten die kenmerkend zijn voor het beroep. Opdoen van kennis en vaardigheden d.m.v. praktijkopdrachten door school verstrekt en daarover in verslagvorm rapporteren. De inhoud van de opdrachten heeft betrekking op kennis en vaardigheden die voor het beroep belangrijk zijn. Opdoen van sociale en communicatieve vaardigheden. Examinering in de BPV. De student legt in de laatste fase van de opleiding een Proeve van bekwaamheid af. Voor het behalen van het diploma is het noodzakelijk dat aan alle BPV-verplichtingen is voldaan.
1.1
Identiteit
Wie is de Hoornbeeck-stagiair? Studenten en docenten van het Hoornbeeck College werken vanuit een christelijke levensovertuiging. We hebben Bijbelse principes en daar willen we graag naar leven. Presentatie De stagiair maakt deel uit van een reformatorisch mbo-college. Als het goed is, wordt dat op verschillende manieren duidelijk. De Bijbel spreekt over vriendelijkheid, medeleven en eerlijkheid, maar ook over taalgebruik en kleding. We verwachten van onze studenten dat ze er ook op de BPV-plaats netjes uitzien en kleding dragen die past bij ons beleid. Het kan natuurlijk zo zijn dat de bedrijfskleding die gedragen wordt niet helemaal past bij onze regels. In dat geval overleggen we even met onze student en het leerbedrijf. Zondag is rustdag Voor christenen is de zondag een door God ingestelde rustdag. Binnen de economische sector verrichten stagiaires in het algemeen geen noodzakelijke werkzaamheden (zoals in de zorg- en welzijnssector). Onze studenten mogen daarom voor het leerbedrijf werken van maandag tot zaterdag. BPV-omgeving en bedrijfsactiviteit Onze studenten volgen BPV in allerlei verschillende branches. Het kan zo zijn dat er dingen zijn die niet passen bij een christelijke levensovertuiging. De inhoud van bedrijfsuitjes, het werk of bepaalde muziek op de werkvloer bijvoorbeeld. Gelukkig komt dit maar zelden voor. Mocht het toch voorkomen, dan zal de school (eventueel voorafgaand aan de BPV-) in overleg met de student en het leerbedrijf op zoek gaan naar een goede oplossing.
1.2
Werkweek en datarooster en urennorm
1. Bij de bepaling van het aantal uren per periode wordt uitgegaan van een vijfdaagse werkweek van ongeveer 40 uur. Bij niv. 2 opleidingen is sprake van lintstages, met 2 tot 3 dagen school. Dan wordt uitgegaan van respectievelijk 16 en 24 uur. 2. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de stagiair vijf dagen (bij lintstages 2 – 3 dagen) aanwezig is op de BPV-plaats. Wel mogen uren die op een bepaalde dag extra zijn gemaakt op andere dagen van diezelfde week opgenomen worden. 3. In de zomervakantie wordt geen BPV gedaan en dit geldt in principe ook voor de ‘kleine’ schoolvakanties. De school kan dan geen begeleiding bieden en ook geen verantwoordelijkheid dragen voor de student (bij bijv. een ongeval). 4. Uitsluitend voor de kleine schoolvakanties geldt een uitzondering: in overleg met het bedrijf en de BPV-docent mag hiervan afgeweken worden, bijv. om gezamenlijk als gezin op vakantie te kunnen. Of vanwege de bij 5. genoemde omstandigheid (inhalen van BPV-uren). 5. Elke student moet het minimaal aantal uren halen dat per periode is vastgesteld. Ziekte en verlof moeten worden gecompenseerd bij het BPV-bedrijf, binnen de periode of in de eerst volgende korte schoolvakantie. De BPV-coördinator beslist over de wijze waarop de uren worden gecompenseerd. Wanneer het niet mogelijk is om bij het bedrijf de uren te compenseren op bovengenoemde wijze, mag het tekort, wanneer het een heel klein tekort betreft, eventueel ook in de volgende BPV-periode worden gecompenseerd. Dit ter beoordeling van de BPV-coördinator. 6. Per BPV-periode is een aantal vrije dagen gepland. Meer vrij nemen is niet toegestaan. In de BPV-periode van het eerste leerjaar hebben de studenten wekelijks één schooldag. Er worden binnen de sector economie verder geen terugkomdagen georganiseerd (tenzij anders vermeld op het datarooster). 7. Voor de omvang en de begin- en einddatum van de beroepspraktijkvorming verwijzen we naar de praktijkovereenkomst (POK). Wanneer tijdens de beroepspraktijk-vorming hierover andere informatie wordt verstrekt, geldt de informatie uit de praktijkovereenkomst. 8. Het is niet toegestaan vóór de einddatum te stoppen met de BPV ook al is het minimum aantal uren behaald. Wel kan er in goed overleg geschoven worden met een vakantieweek en met vrije dagen. Voor verdere details verwijzen we u naar het datarooster uit de Studentinstructie (zie deel 2 van deze BPV-gids, par. 4.4).
7
1.3
Periodisering
Voor de financiële, commerciële en secretariële opleidingen van de sector Economie is de volgende periodisering vastgesteld: Niveau 2 opleidingen
Leerjaar
Periode
Niveau 2
1
School
2
3 dagen school
2 dagen BPV
3
3 dagen school
2 dagen BPV
4
3 dagen school
2 dagen BPV(PvB)
1
Niveau 3 en 4 opleidingen
Leerjaar
Periode
Niveau 3
Niveau 4
1
School
School
2
School
School
1 3
1 dag school
4 dagen BPV
1 dag school
4 dagen BPV
4
School
School
5
School
School
6
BPV
BPV
7
School
School
8
BPV(PvB)
School
2
3
1.4
9
BPV(PvB)
10
School
11
School
12
BPV(PvB)
Ziekte tijdens de BPV-periode
In geval van ziekte wordt dit op dezelfde dag gemeld bij de receptie van het Hoornbeeck College en bij de praktijkopleider. Wanneer de student onwettig afwezig is (dit is zonder goedkeuring door de praktijkopleider), neemt de praktijkopleider op dezelfde dag contact op met de BPV-docent. Zie verder de bepaling bij 1.2 (deel 1).
2
De organisatie van de BPV
2.1
Betrokkenen
Bij de BPV zijn vier partijen betrokken:
de onderwijsdeelnemer (hierna genoemd: de student); het bedrijf/de instelling waar de BPV plaatsvindt, vertegenwoordigd door de praktijkopleider; de onderwijsinstelling, tijdens de BPV vertegenwoordigd door de begeleidende BPV-docent en vóór de BPV-periode door de BPV-coördinatoren; Ecabo, het landelijk orgaan dat verantwoordelijk is voor de erkenning van de leerbedrijven.
De BPV vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling. Afspraken worden geregeld in een wettelijk voorgeschreven Praktijkovereenkomst, die samen met het regelement van de Praktijkovereenkomst naar de BPV--instelling wordt toegezonden. De Praktijkovereenkomst die door de onderwijsinstelling wordt opgesteld en door drie partijen wordt getekend: de student, het bedrijf en de onderwijsinstelling moet voor aanvang van de BPV op school aanwezig zijn.
2.2
Gecertificeerd leerbedrijf
Bedrijven waar onze studenten hun BPV doen dienen geaccrediteerd te zijn als erkend leerbedrijf. In de WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) is bepaald, dat Stichting Ecabo te Amersfoort als Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs voor de sector Economie fungeert als schakel tussen beroepsonderwijs enerzijds en bedrijfsleven anderzijds. Ecabo zorgt o.a. voor de exameneisen, draagt zorg voor het beschikbaar zijn van voldoende leerbedrijven van voldoende kwaliteit en beheert het register waarin alle BPV-bedrijven van de sector Economie verplicht zijn opgenomen. Momenteel zijn bij Ecabo voor zo'n 100.000 studenten leerbedrijven in het register vermeld. Ecabo heeft ook tot taak leerbedrijven – en binnen die bedrijven praktijkopleiders – te erkennen als opleidingsplaats c.q. –functionaris. Als een student zijn BPV wil doen bij een bedrijf dat nog niet erkend is door Ecabo, overlegt de student eerst met de BPV-coördinator. Vervolgens neemt de student contact op met het bedrijf en vraagt de praktijkopleider contact op te nemen met Ecabo om de accreditering te regelen. De accreditering dient bij aanvang van de BPV geregeld te zijn. Dat betekent dat in het Ecaboregister de BPV-instelling wordt vermeld mét de opleiding die de stagiair volgt. Welke opleiding in het Ecaboregister vermeldt moet zijn, wordt in de volgende paragraaf weergegeven.
9
2.2.1 Voor welke opleiding moet een leerbedrijf erkend zijn? Hieronder is weergeven welke erkenning het bedrijf moet hebben om een student van een bepaalde studierichting te kunnen plaatsen.
Niveau 2 Niveau 2: De student mag alleen de BPV volgen bij een bedrijf dat erkend is voor de gekozen uitstroomvariant. Studierichting Financiële beroepen Niveau 2
Studierichting Secretarieel Niveau 2
Bedrijfsadministratief medewerker niveau 2
Secretarieel medewerker niveau 2
Niveau 4 De student mag in klas 1 en 2 BPV volgen bij een bedrijf dat erkend is voor minimaal één van de volgende opleidingen: Studierichting commercieel Niveau 4 Commercieel medewerker binnendienst niv.3 Commercieel medewerker buitendienst niv. 3 (Junior) accountmanager niv. 4 Contactcenter medewerker niv. 4
Studierichting Financieel Niveau 4 Assistent-accountant niv. 4 Bedrijfsadministrateur niv. 4 Financieel administratief medewerker niv. 3 Salarisadministrateur niv. 4
Studierichting Secretarieel Niveau 4 Directiesecretaresse / Managementassistent niv. 4 Juridisch secretaresse niv. 4 Medisch secretaresse niv. 4 Secretaresse niv. 3
De student mag de afstudeerBPV (zgn. PvB-BPV ) in klas 3 (niv. 4) of klas 2 (niv. 3 afstroom) alleen doen bij een bedrijf dat erkend is voor de gekozen uitstroomvariant
2.2.2 Geen familieverband De regel is dat de student een bedrijf kiest waarbij de eigenaar, bedrijfs- of afdelingsleider geen familie is. Ook de praktijkopleider mag geen familielid zijn. Dat wil zeggen dat er geen 1e of 2e-graads familieverhouding mag zijn. In ieder geval mag de beoordelaar geen familielid zijn.
2.3
Taakomschrijving betrokkenen
2.3.1 Taken van het BPV-bedrijf
Wanneer een bedrijf of instelling via een praktijkovereenkomst met school overeenkomt, één of meer BPV-plaatsen ter beschikking te stellen, verplicht het bedrijf zich om de student onder begeleiding van een voldoende gekwalificeerde praktijkopleider en de BPV-docent leerervaring op te laten doen. Het BPV-bedrijf schept mogelijkheden om de student te introduceren en te laten acclimatiseren. Het BPV-bedrijf zal de student in de gelegenheid stellen om de afgesproken werkzaamheden te verrichten. Het BPV-bedrijf draagt zorg voor realisering van de afgesproken opdrachten uit de studentinstructie en voor de beoordeling daarvan. De stagiair is student en geen werknemer! Het BPV-bedrijf stelt de student, de praktijkopleider en de BPV-docent in de gelegenheid om regelmatig contact met elkaar te hebben om de vorderingen van de student te bespreken. Bij een mogelijk conflict met de student zal het BPV-bedrijf de overeenkomst niet eenzijdig en met onmiddellijke ingang beëindigen. Voordat tot ontbinding van de overeenkomst kan worden overgegaan zal gezamenlijk overleg tussen alle betrokken partijen dienen plaats te vinden. Het BPV-bedrijf geeft de student de mogelijkheid om alle werkzaamheden die verband houden met de opdrachten die vanuit de onderwijsinstelling worden aangeleverd tijdens de reguliere BPV-uren te realiseren. Het uitwerken van de opdrachten, het vervaardigen van het Portfolio en de wekelijkse rapportage aan de BPV-docent vallen onder deze werkzaamheden.
2.3.2 Taken van de praktijkopleider De praktijkopleider: Begeleidt de student op de werkplek. Draagt zorg voor: - de introductie van de student in het bedrijf; - het bekendmaken van huisregels en voorschriften aan de student; - de realisering door de student van de op de Activiteitenlijst Kerntaken aangekruiste werkzaamheden en van de opdrachten; - wekelijks overleg met de student; - de begeleiding van de student bij het samenstellen van het Portfolio; - de beoordeling van de (resultaten van de) student aan de hand van beoordelingsformulieren en het bespreken van de beoordelingen met de student; - de mogelijkheid tot minimaal tweemaal een bedrijfsbezoek van de BPV-docent. Treedt op als praktijkbeoordelaar indien er tijdens de BPV-periode sprake is van een Proeve van bekwaamheid.
11
2.3.3 Taken van de BPV-docent De BPV-docent: Zorgt in het algemeen voor begeleiding vanuit de school. Bespreekt de werkwijze van beoordeling (en de examinering bij examinerende BPV) in de BPV met de student en degene die de student beoordeeld. De BPV-docent is geïnformeerd over de inhoud van de BPV. Deze informatie blijkt uit: Deze BPV-gids, waarin in deel 2 (of in de PvB-gids bij examinerende BPV) staat vermeld welke praktijkopdrachten in welke BPV aan de orde zijn. Het BPV-formulier (ontwikkelingsgerichte BPV) of een overzicht met BPVexamenafspraken (bij examinerende BPV) , dat de BPV-coördinator aan elke BPV-docent geeft. Indien van toepassing een document met afwijkende BPV-examenafspraken. Dit is bijvoorbeeld aan de orde wanneer de student niet de standaard BPV-periode doet, maar een inhaal- of herkansings BPV-periode doet. Onderhoudt tijdens de BPV-periode regelmatig contact met de student en het leerbedrijf. De BPV-docent bezoekt de student tweemaal op de BPV-plaats. Hij ziet ook toe op het nakomen van afspraken door de student (bijv. inleveren van weekverslagen) en bewaakt het beoordelingsproces. Bij eventuele geschillen is hij namens de school de eerst aangewezene om te bemiddelen. In geval van bijzonderheden wordt dit door de BPV-docent met de BPV-coördinator en/of de opleidingsmanager kort gesloten. Beoordeelt in samenspraak met de praktijkopleider de BPV en het Portfolio van de student en zorgt voor verwerking van de resultaten in overleg met de BPVcoördinator. Is eindverantwoordelijk voor de beoordeling van de resultaten van de student. Draagt er zorg voor, dat de BPV-coördinatoren na de BPV alle benodigde formulieren kunnen archiveren. Treedt op als schoolexaminator indien er tijdens de BPV-periode sprake is van een Proeve van bekwaamheid.
2.3.4 Taken van de BPV-coördinator De BPV-coördinator: Draagt zorg voor de BPV-organisatie en zorgt voor alle benodigde formulieren. Zorgt voor een goed verloop van de communicatie tussen alle betrokkenen. Ziet erop toe dat aan alle randvoorwaarden voor de BPV wordt voldaan. Onderhoudt contacten met Ecabo en met bedrijven. Bereidt met de vakdocenten de student voor op de BPV. Ziet toe op tijdige werving van geschikte BPV-plaatsen door de studenten. Verzorgt de administratieve verwerking van de BPV, onder andere de invoer van de cijfers in het systeem en de archivering van alle formulieren. Probeert een oplossing te vinden als met betrekking tot de BPV problemen zijn ontstaan, waar de andere partijen niet uitkomen.
Zorgt voor optimale verdeling van leermomenten op school en in de BPV; maakt daarmee samenhangend mede (onderwijskundig) beleid. Controleert voorafgaand aan de BPV of het BPV-bedrijf erkend is, voordat de Praktijkovereenkomst wordt opgemaakt.
2.3.5 Taken van de student De student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces. Daarom is het van belang dat de student de volgende taken en verantwoordelijkheden goed oppakt. De BPV-voorbereiding bevat één studiepunt die behaald moet zijn om op BPV te mogen. Om deze studiepunt te behalen dient de student: 1. deelgenomen te hebben aan de BPV-voorbereidingslessen die voorafgaan aan de BPV-periode. 2. de opdrachten van de BPV-voorbereiding (top-5 BPV-bedrijven en de presentatie) met goed gevolg te hebben afgerond. Verdere bepalingen. De student: Dient zelf binnen de door de school gestelde voorwaarden een BPV-plaats te werven en de benodigde formaliteiten af te handelen. Is verplicht binnen de gestelde termijn een BPV-plaats te zoeken en de formulieren die ingevuld moeten worden op school in te leveren. BPV-uren tellen alleen mee wanneer er een compleet ingevuld BPV-formulier met activiteitenlijst bij de BPV-coördinator is ingeleverd. Te laat inleveren betekent dus dat de BPV-uren niet mee tellen! Komt alle afspraken na met betrekking tot de opdrachten en de verslaglegging daarvan zoals in deze BPV-gids staan vermeld. Niet tijdige nakoming van de verplichtingen door de student heeft tot gevolg datgene wat in paragraaf 2.8 beschreven is. Houdt zich aan de eis met betrekking tot de duur van een BPV-periode. Het per BPV-periode door de school verstrekte BPV-datarooster (zie deel 2, par. 4.4 Studentinstructie) geeft hierbij nadere richtlijnen. Het niet voldoen aan het aantal verplichte uren impliceert dat de gemiste tijd ingehaald moet worden. Dit geldt ook bij ziekte.
2.3.6 Verdere bepalingen ( o.a. beëindiging BPV)
13
De BPV-coördinator schakelt bij akkoordverklaring van de BPV-plaats de student in bij het maken van definitieve afspraken en draagt zorg voor de afwikkeling van de procedure m.b.t. de Praktijkovereenkomst. Uitsluitend de door de onderwijsinstelling gehanteerde, landelijk rechtsgeldige Praktijkovereenkomst wordt gebruikt. De student realiseert gedurende de opleiding zijn BPV bij zoveel mogelijk verschillende BPV-bedrijven. In ieder geval dient bij de niv. 3 en 4 opleidingen het eerste BPV-bedrijf van klas 1 en het tweede BPV-bedrijf van klas 2 verschillend te zijn. Studenten die er zelf voor kiezen hun BPV-periode tussentijds te beëindigen of tussentijds door disfunctioneren hun BPV-periode niet kunnen of mogen
2.4
voortzetten, moeten hun BPV integraal aan het einde van de opleiding over doen. Hun BPV is dan onvoldoende en moet dus integraal herkanst worden. Reeds gemaakte BPV-uren tellen dan niet mee. Studenten mogen niet tussentijds van BPV-plek wisselen. Studenten mogen zelf solliciteren bij erkende leerbedrijven en krijgen veel ruimte om een passende keus te maken. Daarom is het uitgangspunt: starten met een BPV betekent ook de BPV afmaken. Alleen als daar moverende redenen voor zijn vanuit het bedrijf of vanuit de opleiding die niet te maken hebben met het functioneren van de student kan besloten worden de BPV te beëindigen. In dat geval mogen de gemaakte uren wel meetellen. Alleen de BPV-coördinator geeft toestemming om te stoppen op een BPV-plek. De BPV-docent gaat in situaties waarin het niet goed gaat, altijd op de BPV-locatie in gesprek met de praktijkopleider en de student met als doel de BPV weer op de rit te krijgen en deze te vervolgen. De BPV-coördinator wordt betrokken bij dit proces voor advies en evt. voor het nemen van een beslissing.
Beroepsprocedure
Wanneer er problemen zijn waar de betrokkenen na onderling overleg niet uitkomen, kunnen zij zich wenden tot de BPV-coördinator die verantwoordelijk is voor de betrokken student. Deze zal proberen met de betrokkenen tot een oplossing te komen. In het uiterste geval kan een student zich beroepen op het secretariaat van het examen.
2.5
Overleg rond de BPV
Tijdens de BPV vindt regelmatig overleg plaats. De praktijkopleider kan bij vragen of onduidelijkheden per mail of telefonisch contact opnemen met de BPV-docent of voor dringende zaken met de BPV-coördinator. De volgende vormen van overleg zijn van belang voor een goed verloop van de BPV-periode.
2.5.1 Wekelijks overleg Het is noodzakelijk dat de student en de praktijkopleider wekelijks overleggen over de vorderingen van de student. Aan de hand van de weekverslagen kunnen de vorderingen worden besproken en kan de planning voor de komende week worden doorgenomen.
2.5.2 BPV-bezoek Naast bovenstaande vormen van overleg legt de BPV-docent minimaal 2 bezoeken af bij het BPV-bedrijf. Tijdens dit bezoek vindt er overleg plaats tussen de praktijkopleider, de BPV-docent en de student.
Eerste bezoek Tijdens het eerste bezoek in de 2e of 3e week van de BPV komt de BPV-docent kennismaken. Tijdens dit gesprek komen de volgende punten aan de orde: Kennismaking. Het functioneren van de stagiair. Welke opdrachten kunnen worden gerealiseerd? Toelichting op de opdrachten. Uitleg over de wijze van beoordelen, planning van het 2e BPV-bezoek. Toelichting op de Proeve van bekwaamheid (indien van toepassing). Tweede BPV-bezoek In de (voor-)laatste week van de BPV-periode komt de BPV-docent nogmaals op bezoek. De student heeft zijn portfolio voorafgaand aan het gesprek al via Its Learning ingeleverd. Het is de bedoeling dat de praktijkopleider alle afgesproken taken heeft beoordeeld en het Portfolio heeft goedgekeurd. Daarmee geeft de praktijkopleider aan dat de betreffende competenties daadwerkelijk in de praktijk zijn geleerd na voldoende training. Tijdens dit gesprek: Wordt er ingegaan op de manier waarop de student de opdrachten heeft gedaan; Is er een geprinte versie van het Portfolio aanwezig (exclusief weekverslagen /logboeken); Worden de eindbeoordelingen besproken en vastgesteld; Wordt er eventueel door de student uitwerkingen van opdrachten gepresenteerd.
2.6
Verslaglegging door student
Door middel van de BPV-bezoeken en de weekverslagen blijft de BPV-docent op de hoogte van de vorderingen en de planning van de student.
2.6.1 Weekverslag / logboek en urenregistratie De student dient zijn weekverslagen met het urenregistratieformulier tijdig en volgens de onderstaande richtlijnen in te leveren bij BPV-docent: Er dienen totaal 5 weekverslagen ingeleverd te worden. De eerste is van de eerste week. Daarna maakt de student telkens van twee weken één verslag. Van week 10 hoeft geen verslag gemaakt te worden. Binnen 3 werkdagen na de week/weken waar het verslag betrekking op heeft. Eventueel voorzien van evaluatie van de praktijkopleider. Het urenregistratieformulier voorzien van het aantal gewerkte uren van de betreffende week en het totaal tot die week gewerkte aantal uren. Aanleveren in Its Learning volgens het format van de school. Indien er sprake is van een Proeve van Bekwaamheid (examinerende BPV-periode) worden de werkzaamheden beschreven in een logboek. Dit logboek wordt per twee weken volgens het format van de school gemaakt en ingeleverd bij de praktijkopleider, die het logboek ondertekent. Tevens wordt het ondertekende logboek via Its Learning ter kennisname gebracht aan de BPV-docent.
15
2.6.2 Portfolio De stagiair dient het Portfolio 3 werkdagen voorafgaande aan het BPV-bezoek ingeleverd te hebben in Its Learning. De student houdt zich aan de richtlijnen voor het Portfolio uit de studentinstructie van zijn BPV-gids. In het Portfolio zijn de uitwerkingen van de opdrachten waar de stagiair aan heeft gewerkt opgenomen. Er is een geprinte versie van het Portfolio aanwezig (exclusief weekverslagen / logboeken).
2.7
Beoordelingsnormen en Beoordelingsinstrumenten
Wij vragen de praktijkopleider de student positief kritisch te beoordelen. De beoordelingsnormen zijn te vinden in het boekje met de naam ‘Beoordelingsformulier’. Daarin staat ook aangegeven op welke momenten de student door de praktijkopleider beoordeeld moet worden. De beoordeling vindt plaats door een daartoe deskundig persoon. Ten behoeve hiervan wordt aan het leerbedrijf gevraagd om een deskundigheidsverklaring in te vullen voor de personen die dit betreft. Op verschillende momenten en met behulp van diverse beoordelingsinstrumenten worden de vorderingen van de stagiair beoordeeld. De wet stelt dat de school eindverantwoordelijk is voor alle beoordelingen van de student. In de BPV-praktijk ligt deze eindverantwoordelijkheid bij de BPV-docent. Dit geldt zowel voor de beoordeling van de BPV-docent op basis van het Portfolio als voor de beoordeling van de praktijkopleider. Deze regel is ook van toepassing als er sprake is van een Proeve van bekwaamheid. De BPV-docent treedt dan op als schoolexaminator. Tijdens het tweede BPV-bezoek zal de docent de beoordeling van de praktijkopleider bespreken. De BPVdocent stelt de definitieve beoordeling vast. De praktijk wijst uit dat in de meeste gevallen de beoordeling van de praktijkopleider door de BPV-docent als eindresultaat wordt overgenomen.
2.8
Cesuur en herkansingsmogelijkheden
Voor alle werkzaamheden en opdrachten die in de BPV-periode worden verricht, dient een voldoende eindbeoordeling te worden behaald. De student krijgt tijdens de BPV-periode de gelegenheid om onvoldoende opdrachten maximaal twee keer over te doen of aan te vullen. De BPV-docent stelt de deadlines vast waarvoor de herkansingsopdracht gereed moet zijn. Onvoldoende beoordelingen worden door de docent toegelicht en vastgelegd in Its Learning, gemaakte afspraken (zoals deadlines) worden via de schoolmail gecommuniceerd.
Na bekendmaking van de onvoldoende beoordeling aan de student heeft deze ongeveer 1 week de tijd tot herstel en het inleveren van de verbeterde versie. De herkansingstermijn is ongeveer 5 weken na de einddatum van de BPV-periode. Binnen deze termijn mogen dus maximaal twee keer één of meer opdrachten herkanst worden. Bij het overschrijden van een deadline is de beoordeling per definitie onvoldoende en is een herkansingsmoment verspeeld. Cesuur In geval van eindbeoordeling ‘onvoldoende’ voor één of meerdere kerntaken kan de student niet door naar de volgende BPV-periode. De student moet zich nog verder ontwikkelen. Concreet betekent dit dat de student in de eerstvolgende BPV-periode opnieuw de beroepsgerichte opdrachten van de afgelopen BPV-periode moet doen. Indien een student voor een tweede herkansing van één of meerdere opdrachten een onvoldoende heeft, krijgt hij nog een laatste kans om deze opdracht te herkansen. De student ontvangt dan een brief, mede gericht aan de ouder(s) waarin de student in gebreke gesteld wordt m.b.t. het (onvoldoende) inleveren van het BPV-materiaal. Tevens wordt hierin de termijn vermeld waarbinnen de student de tijd krijgt om het materiaal opnieuw in te leveren. Indien op de in de brief genoemde datum het materiaal niet in het bezit is van de BPV-docent, of opnieuw als onvoldoende wordt beoordeeld, voldoet de student niet aan de gestelde eisen van de BPV-periode en wordt deze als onvoldoende beoordeeld. In die situatie ontvangt de student, mede gericht aan de ouder(s), hierover opnieuw een brief. Hierin staat dat de BPV-periode geheel herkanst moet worden. Deze herkansing zal plaatsvinden in de eerst volgende BPV-periode. De opleidingstijd wordt dus met één periode verlengd. Wanneer de student voor het onderdeel ‘weekverslagen’ een onvoldoende heeft behaald, dient de student door middel van een gerichte opdracht gedurende drie lesweken blijk te geven van het vermogen tot rapporteren over geleverde prestaties en de reflectie daarop. Ook voor deze opdracht geldt dat er twee herkansingen mogen plaatsvinden. Wanneer de student het benodigde urenaantal niet heeft behaald gelden de regels zoals bij par. 1.2 (deel 1) genoemd. In overleg met de student wordt een inhaaltraject vastgesteld.
2.9
Afwikkeling van de BPV
De BPV is afgerond als de student aan alle verplichtingen heeft voldaan: De volledig ingevulde wettelijke Praktijkovereenkomsten zijn getekend en in bezit van het bedrijf, de student en de onderwijsinstelling. Alle verplichte BPV-opdrachten zijn binnen de gestelde termijn gerealiseerd en voldoende afgerond. De student heeft voldaan aan de eisen van verslaglegging (weekverslagen / logboeken, urenregistratieformulier, Portfolio). Alle beoordelingsformulieren zijn binnen de gestelde termijn – na ondertekening voor voldaan – in bezit van de BPV-coördinatoren.
17
De student heeft voldaan aan de eisen qua tijdsduur m.b.t. de BPV (zie dataoverzicht dat aan de student bij aanvang van de BPV wordt verstrekt).
2.10 Klachtenregeling en Protocol ongewenste bejegening Voor alle andere soorten klachten vanuit het bedrijf of de student kan contact opgenomen worden met de BPV-docent of de BPV-coördinator. De vertrouwenspersonen die op elke locatie van het Hoornbeeck College aanwezig zijn, zijn er voor alle studenten (BOL en BBL) die gehoord willen worden of advies willen omdat ze geconfronteerd worden met een niet-wenselijke ervaring op school, zoals seksuele intimidatie of een andere vorm van machtsmisbruik. Op school is een protocol ‘ongewenste bejegening tijdens BPV’ en een ‘Klachtenregeling’ aanwezig. Dit Protocol en Klachtenregeling zij ook te vinden de website van het Hoornbeeck College www.hoornbeeck.nl/het-onderwijs/beroepspraktijkvorming.aspx www.hoornbeeck.nl/hoornbeeck/studentenvoorzieningen/vertrouwenspersonen.aspx
3
Juridische en Financiële aspecten
Zoals hiervoor al aan de orde is geweest, wordt een Praktijkovereenkomst getekend. Gebruik van deze overeenkomst is wettelijk verplicht. Deze BPV-gids en het dataoverzicht vormen hier een aanhangsel bij. Bij de praktijkovereenkomst wordt een Reglement Praktijkovereenkomst verstrekt, waarin alle van belang zijnde bepalingen opgenomen zijn. De onderwijsinstelling draagt zorg voor de afwikkeling van deze procedure. Alle partijen ontvangen uiteindelijk een exemplaar. Een aantal bepalingen uit het Reglement Praktijkovereenkomst zijn hieronder weergegeven. Artikel 8 Verzekeringen De onderwijsinstelling sluit ten behoeve van de deelnemer een verzekering af tegen het financiële risico van wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan de organisatie of derden. Artikel 9 Aansprakelijkheid organisatie De organisatie aanvaardt geen aansprakelijkheid voor letsel of schade die deelnemer mocht lijden tijdens of in verband met zijn/haar aanwezigheid binnen de organisatie, dan wel bij de uitvoering van praktijkactiviteiten, behalve voor zover dit letsel of deze schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de organisatie of haar werknemers. Uitsluiting: Cascoschade toegebracht door de deelnemer aan een motorvoertuig van het BPV-bedrijf. Veel bedrijven hebben een eigen verzekering voor deze gevallen. Tijdens de BPV geldt voor een stagiair de ziektekostenverzekering die normaliter van toepassing is.
De BPV is een onderwijsperiode. Om de objectiviteit en het pedagogisch-didactische doel van het praktijkgedeelte van de beroepsopleiding te bewaken, keuren wij het ten strengste af, als een bedrijf een leerling als werknemer aanmerkt. Aangezien het bedrijf investeert in tijd om de BPV te realiseren, kan er geen sprake zijn van verplichte beloning. Goede begeleiding van de student en een adequaat BPVprogramma zijn belangrijk. Vergoeding door het bedrijf van door de stagiair gemaakte (reis)kosten i.v.m. de BPV is gebruikelijk. In alle gevallen geldt dat financiële kwesties door het BPV-bedrijf rechtstreeks met de student worden geregeld. Het komt vaak voor dat een stagiair een vergoeding voor zijn BPV-inspanningen ontvangt. Gemiddeld komt dat neer op een bedrag iets lager dan het minimumloon.
4
BPV-fonds
Soms kunnen de reiskosten die de stagiair(e) maakt gedurende de BPV-periode(n) hoger zijn dan de kosten die gemaakt worden om naar school te komen. Wanneer een stagiair geen vergoeding krijgt van het BPV-bedrijf voor de werkzaamheden en/of voor de reiskosten, dan kan een student in aanmerking komen voor een vergoeding. Het is in dit verband van belang of de student door de school wordt “verplicht” de BPV te volgen in een bedrijf of instelling dat aanmerkelijk verder is gevestigd. Mocht de stagiair in aanmerking denken te komen voor een tegemoetkoming in de kosten van het BPV-fonds, dan kan daarover contact opgenomen worden met de BPVcoördinator. De regeling m.b.t. een BPV-vergoeding is opgenomen in een notitie. Deze notitie is te vinden op Its Learning.
19
5
Beroepspraktijkvorming in het buitenland
5.1
Algemeen
In het tweede leerjaar is het mogelijk om een buitenlandse BPV te doen mits de BPVplaats aan de eisen van de BPV kan voldoen. Onder bepaalde voorwaarden is het ook mogelijk om in de eerste periode van het derde leerjaar een BPV periode in het buitenland te doen. Vraag bij de BPV-coördinator naar de voorwaarden om in het buitenland op BPV- te mogen gaan. Ook bij een BPV-periode in het buitenland gaat het erom dat de kerntaken die kenmerkend zijn voor de opleiding bij het bedrijf kunnen uitgeoefend worden. Daarnaast is het evenzo belangrijk dat gedurende de BPV-periode in een bij de identiteit van school en thuis passend onderdak gevonden kan worden. Uiteindelijk beslist de BPV-coördinator of de student naar het buitenland kan of niet.
5.2
Stappenplan
Als een student de BPV in het buitenland wil doen, dient hij dit ongeveer een half jaar van tevoren kenbaar te maken bij de BPV-coördinator. Deze zal bekijken wat de mogelijkheden zijn en een stappenplan in werking zetten. Dit stappenplan is te downloaden van Its Learning.
5.3
Kosten
Voor de BPV in het buitenland worden meer kosten gemaakt dan voor de BPV in Nederland. Het is belangrijk dat van alle kosten bewijsstukken bewaard worden. Deze zijn nodig om achteraf te kunnen declareren bij het BPV-fonds. Het aanvraagformulier BPV-fonds en informatie over het BPV-fonds zijn te downloaden van Its Learning. Als de student een beurs heeft, kan voor de buitenlandse BPV een uitwonende beurs aangevraagd worden.