Noaberschap Bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
Rapportage van de werkgroep Kerk in de Buurt in opdracht van de kerkenraad van de SOW-gemeente Immanuelkerk
december 2003
I
Inhoudsopgave 1.
Inleiding: wereldgelijkvormig?................................................ 1
1.1
Algemeen ............................................................................................... 1
1.2
De vraag ................................................................................................ 1
2.
Op bezoek bij de buren.......................................................... 2
2.1
Algemeen............................................................................................... 2
2.1.1
Hoe ziet de buurt er uit?................................................................... 2
2.1.2
Wie kom je tegen in de buurt?.......................................................... 3
2.1.3
Wat is de functie van de buurt? ........................................................ 3
2.2
Planologische aspecten ........................................................................... 4
2.2.1
Geschiedenis ................................................................................... 4
2.2.2
Situering ......................................................................................... 4
2.2.3
Bereikbaarheid................................................................................. 4
2.3
De bewoners .......................................................................................... 5
2.3.1
Aantal inwoners ............................................................................... 5
2.3.2
Leeftijdsopbouw............................................................................... 7
2.3.3
Beroepsbevolking............................................................................. 7
2.3.4
Burgerlijke staat............................................................................... 8
2.3.5
Welstand ......................................................................................... 8
2.3.6
Herkomst ........................................................................................ 9
2.3.7
Politieke voorkeuren........................................................................10
2.3.8
Kerkelijkheid ...................................................................................11
2.4
Instellingen, voorzieningen en kerken .....................................................13
2.4.1
Instellingen en voorzieningen ..........................................................13
2.4.2
Kerken ...........................................................................................13
2.5
Problemen en pluspunten voor de buurt..................................................13
2.5.1
Problemen ......................................................................................13
2.5.2
Pluspunten .....................................................................................14
2.6
Het karakter van de buurt ......................................................................14
2.6.1
Karakter .........................................................................................14
2.6.2
De toekomst van de buurt ...............................................................14
2.6.3
Hoe kijken buurtbewoners naar de kerk?..........................................14
2.7
3.
Conclusie...............................................................................................15
Te gast in eigen huis ........................................................... 16
3.1
Algemeen ..............................................................................................16
3.1.1
Pluriform ........................................................................................16
3.1.2
Het gebouw....................................................................................16
3.1.3
Functies van het kerkgebouw ..........................................................16
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
II
3.2
De leden ...............................................................................................17
3.2.1 3.2.2.
Het aantal leden. ............................................................................17 Leeftijdsopbouw…………………………………………………………………………..
18 3.2.3
Participatie bij kerkdiensten, catechese etc. ......................................20
3.2.4
Geloofsrichting................................................................................20
3.3
De gemeente als systeem.......................................................................20
3.3.1
Het klimaat.....................................................................................20
3.3.2
De leiding .......................................................................................23
3.3.3
De groepen ....................................................................................24
3.3.4
De structuur ...................................................................................25
3.3.5
Doelen en identiteit.........................................................................28
3.4
Plus- en minpunten................................................................................29
3.5
Karakter van de gemeente .....................................................................29
3.5.1
Het karakter van deze gemeente .....................................................29
3.5.2
De geschiedenis en de toekomst van deze gemeente ........................30
3.5.3
Hoe kijken de leden van de Immanuelkerk aan tegen de buurt? ........30
3.6
Conclusie...............................................................................................30
Actief… ........................................................................................................30 …maar overbelast ........................................................................................31 Veelkleurig… ................................................................................................31 …maar grijs .................................................................................................31 Open… ........................................................................................................31 …maar intern gericht ....................................................................................32
4.
Samenvatting en discussie ................................................... 33
4.1
Samenvatting ........................................................................................33
4.1.1
De vragen ......................................................................................33
4.1.2
De buurt.........................................................................................33
4.1.3
De kerk ..........................................................................................33
4.2
Discussie ...............................................................................................34
4.2.1
Hoofdkeuze: trek conclusies, maar blijf jezelf....................................34
4.2.2
Word selectiever: houd rekening met krappe capaciteit .....................34
4.2.3
Het licht blijft aan ...........................................................................35
4.2.4
Word kerk in de buurt .....................................................................35
Bijlage 1: Burgerlijke staat ........................................................... 37 Bijlage 2: Enquête onder kerkmensen ........................................... 38 Bijlage 3: Enquête onder buurtbewoners....................................... 39
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
1
1.
Inleiding: wereldgelijkvormig?
1.1
Algemeen ‘Wereldgelijkvormig’ is een belegen protestants scheldwoord. ‘Wel in de wereld, maar niet van de wereld’, luidde de norm. Verstandig, wanneer de verleiding voor kerkleden groot is om te veel in de wereld op te gaan. Anno 2003 is serieuze bezinning nodig op de omgekeerde vraag: zijn we nog wel in de wereld? Staan we nog met ons gezicht naar de samenleving? Het loont de moeite dat serieus te verkennen. Of we wat hebben met de buurt en met de buren. Dat vond ook de kerkenraad toen hij op 9 juni 2001 tijdens de kerkenraadsdag de ‘missie’ voor de Immanuelkerk formuleerde als ‘kerk in de buurt, stem in de stad, werk in de wereld’. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Met dit document wil de ‘werkgroep kerk in de buurt’ bouwstenen aanreiken voor een Immanuelkerk die meer wereldgelijkvormig is.1 Die daardoor gemakkelijker van betekenis wordt voor haar omgeving: de buurt, de stad en de wereld. Het is ingewikkeld om de missie concreet te maken. Over het deel van de stad waar de kerk in staat, is veel bekend. We hebben geprobeerd een zinvolle selectie te maken van basisgegevens over de kerk en de buurt, om zo te Waaraan behoefte is: komen tot het begin van een opdracht. We zijn daar nog maar ten dele in geslaagd. Nadere discussie leidt tot vervolgvragen en tot concentratie op de relevante gegevens.
Wat we doen:
Stoppen?
Doorgaan?
1.2
De inventarisatie is dus geen doel op zichzelf. Ze is bedoeld om binnen de kerk de discussie mogelijk te maken wat de kerk kan doen om van grotere betekenis te zijn voor de buurt. Die discussie begint natuurlijk niet blanco. De kerk is op ongelooflijk veel terreinen actief, met de inzet van een aantal professionals en een grote hoeveelheid vrijwilligers. De activiteiten van de kerk zijn nooit ‘zo maar’ begonnen. Ze hebben een doel, of hadden dat. Maar het lijkt zinvol om de huidige activiteiten van de kerk en de behoeften van de buurt eens naast elkaar te houden, om daar na een grondige discussie conclusies aan te verbinden: wat zijn de dingen waar we mee doorgaan? Met welke houden we op? Waar liggen kansen voor een kerk die kerk in de buurt wil zijn? Ontwikkelen?
De vraag De hoofdvraag die dit rapport probeert te beantwoorden is de volgende: ‘Waar liggen kansen om als kerk wat voor de buurt te betekenen?’ Het is interessant om die discussie ‘van buiten naar binnen’ te voeren. Daarom geeft dit rapport eerst een beeld van de buurt: ‘Waar zijn we? En wat weten we van de behoeften van de buurt?’. We raadplegen openbare statistieken over de buurt en presenteren feiten: pluspunten en problemen. Hoofdstuk 2: ‘Op bezoek bij de buren’ gaat daarover. De tweede deelvraag is of de kerk aansluit bij de behoeften van de buurt: ‘Wie zijn wij en wat doen we?’ Ze wordt beantwoord in hoofdstuk 3: ‘Te gast in eigen huis.’
Onze ‘kerkelijke kaart’ beantwoordt vragen als ‘wie zijn wij’? en ‘Op welke manier zijn wij kerk?’ Ze geeft een overzicht van bestaande contacten en activiteiten. Zo wordt duidelijk op welke manier de kerk ‘op de kaart’ staat.
De rapportage geeft nog geen antwoord op de vraag: ‘En wat gaan we doen dan?’. Dat is het punt waarop bouwstenen voor beleid overgaan in beleid zelf. Dat vergt een discussie. Deze discussie wordt voorbereid in het vierde hoofdstuk.
1
De werkgroep Kerk in de buurt bestaat uit Arend Castelein, Dieneke Hoving, Jan Kiel, Cor van der Klaauw en Ruth Peetoom
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
2
2.
Op bezoek bij de buren
2.1
Algemeen.1 In dit deel van dit rapport schetsen we een beeld van het deel van de stad waarin de Immanuelkerk functioneert: Groningen-Zuid. Het valt niet mee om iets gemeenschappelijks te zeggen over Groningen-Zuid als geheel. Het stadsdeel als geheel is een behoorlijke afspiegeling van de hele stad. Maar er zijn grote onderlinge verschillen. Elke wijk kent zijn eigen problemen en ademt zijn eigen sfeer. In de ene wijk nemen veel mensen deel aan het arbeidsproces, een andere wijk kent juist een hoge werkloosheid. De ene wijk heeft voldoende groen en recreatieve voorzieningen, terwijl er in de andere wijk juist gebrek aan is. De verschillen tussen bijvoorbeeld De Wijert-Noord en De Wijert-Zuid, zijn opvallend. Wat in elk geval wél over GroningenZuid als geheel kan worden gezegd is dat het als woongebied zeer gewild is. In de volgende paragraaf onderscheiden we eerst de verschillende buurten en wijken in Groningen-Zuid. We beschrijven wie we tegenkomen en wat de functie is van de buurt. Daarna behandelen we enkele planologische aspecten (geschiedenis, bereikbaarheid, situering). Paragraaf 3 staat in het teken van de bewoners: wie wonen er eigenlijk in Groningen-Zuid? Waar komen ze vandaan? Wat weten we over hun levensstijl en hun opvattingen? Vervolgens gaan we in op de organisaties, verenigingen en kerken en de plus- en minpunten van de buurt (paragraaf 4 en 5). In paragraaf 6 gaan we in op de vraag hoe de buurtbewoners tegen de kerk aankijken.
2.1.1 Hoe ziet de buurt er uit? Groningen-Zuid in zijn geheel kan worden bestempeld als zeer gevarieerd van opbouw. Er is een diversiteit aan woonomgevingen en werklocaties aanwezig. Het noordelijk deel wordt vooral gekenmerkt door een dichte, vooroorlogse bebouwing met weinig groen. De naoorlogse en meest recente wijken (bijv. Buitenhof en Piccardthof) zijn juist ruim van opzet en kennen meer verspreid groen. De functiemenging van wonen en werken in deze wijken is weer veel geringer dan in het noordelijke deel. Verder zijn in Groningen-Zuid enkele belangrijke stedelijke voorzieningen gevestigd zoals het Martiniziekenhuis, de Gasunie, Martiniplaza en een groot aantal onderwijsinstellingen. Onder Groningen-Zuid verstaan we de volgende wijken en buurten: 1. Zeeheldenbuurt 2. Rivierenbuurt 3. De Wijert 4. De Wijert-Zuid 5. Laanhuizen 6. Grunobuurt 7. Herewegbuurt (ten westen van de Hereweg) 8. Corpus den Hoorn 9. Hoornse Meer, Hoornse Park en Piccardthof 10. De Buitenhof 11. Peizerweg 12. De Kring 1
De gegevens in de grafieken en tabellen en de bijlage zijn voor een groot deel ontleend aan de gemeentelijke bevolkings-administratie (GBA) uit 2003 en informatie uit het socio-economische gegevens-bestand, Mosaic. Dit bestand is gebaseerd op jaarlijkse enquêtes onder inwoners van geheel Nederland. Dit onderzoek wordt jaarlijks uitgevoerd door het bureau Expérian. Diverse instanties, waaronder gemeenten, kopen de betreffende gegevens bij dit bureau. Ook de gemeente Groningen koopt een aantal Mosaic-databestanden. De bestanden worden opgebouwd op basis van enquêtes die zijn gebaseerd op een representatieve steekproef per 6-cijferig postcode gebied: er worden 3 enquetes per 6-cijferig postcode gebied gehouden, voortschrijdend over een periode van drie jaar. Voor dit rapport is gebruik gemaakt van de Mosaic-bestanden van 2000 en 2001. Daarnaast hebben we gebruik gemaakt van het statistisch jaarboek van de gemeente Groningen over het jaar 2002. Overige informatie is afkomstig uit de gemeentelijke informatiegids (Stadjersgids) 2002/2003. Wat betreft de systematiek en opbouw van het rapport hebben we gebruik gemaakt van de opzet van J. Hendriks, “De uitgangssituatie, sociale en kerkelijke kaart”.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
3
De kerkelijke indeling van Groningen-Zuid wijkt daarmee af van de door de gemeente Groningen gehanteerde indeling; tot die indeling behoren ook de wijken Helpman en Coendersborg. Waar in het vervolg van dit rapport wordt gesproken over ‘Groningen-Zuid’ wordt de kerkelijke indeling bedoeld. Gemeentelijke en andere openbare gegevens zijn ‘vertaald’ naar die indeling.
1 11
7
5 6
12
2
10 8 3
4 9
2.1.2 Wie kom je tegen in de buurt? De gemiddelde leeftijd van de bewoners van Groningen-Zuid is iets hoger dan het stedelijke gemiddelde, de buurtgebondenheid groot (blijkt uit de lange woonduur) en de mutatiegraad (mate waarin woningen van hoofdbewoners wisselen) laag. In de buurten in de eerste ring rond de binnenstad (Zeeheldenbuurt, Rivierenbuurt, Laanhuizen en Grunobuurt) is er een grote verscheidenheid aan bewoners (studenten, één- en twee persoonshuishoudens en jonge gezinnen). In deze buurten wonen relatief veel alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens. Ook in de wijken Corpus den Hoorn en De Wijert wonen relatief veel ouderen en één- en twee persoonshuishoudens, wat mede kan worden toegeschreven aan het grote aantal portieketagewoningen. Hoe verder men van het centrum komt (Hoornse Meer, Hoornse Park en De WijertZuid) hoe meer de wijken het karakter krijgen van een buitenwijk. De gemiddelde woonduur in deze buurten is langer dan in andere buurten. De nieuwbouwwijken Piccardthof en Buitenhof zijn echte woonbuurten met relatief veel jonge gezinnen en/of tweeverdieners en vrijwel uitsluitend koopwoningen in het duurdere segment. In de appartementencomplexen in de Piccardthof wonen echter relatief veel oudere mensen.
2.1.3 Wat is de functie van de buurt? De belangrijkste functie van Groningen-Zuid als geheel is wonen. Daarnaast is er een aantal belangrijke stedelijke en regionale voorzieningen in het gebied gevestigd is. Genoemd kunnen worden: de beide locaties van het Martiniziekenhuis (Van Swieten en Van Ketwich: in totaal 940 bedden en 2500 medewerkers), diverse onderwijslocaties (Gomaruscollege, Noorderpoortcollege, Aa-college), zorgcentra (Menno Lutterhuis, Talmahuis, Hoornse Heem, Maartenshof) en serviceflats (Vondelflat, Zuiderflat, en Huize de Wijert). Daarnaast is een aantal belangrijke dienstverlenende bedrijven en instellingen in het gebied gevestigd, zoals de Gasunie, regiopolitie, ziektekostenverzekeraars, accountants en automatiseringsbedrijven.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
4
Ook zijn er belangrijke winkelconcentraties zoals winkelcentrum Overwinningsplein, De Wijert (van Lenneplaan en PC Hooftlaan) en de kop van de Paterswoldseweg. Aan de Vechtstraat (Herewegbuurt), Von Suttnerstraat (Hoornse Meer) en de Bordewijklaan (de Wijert-Zuid) is een supermarkt gevestigd.
2.2
Planologische aspecten 2.2.1 Geschiedenis Na de tweede wereldoorlog groeide de stad van ruim 128.000 inwoners in 1945 naar ruim 142.000 inwoners in 1955. Deze tijd stond vooral in het begin in het teken van de wederopbouw van de binnenstad. Maar aan het begin van de jaren 50 richtte men zich ook op het plannen van nieuwbouwwijken. Het structuurplan van Groningen uit 1950 ging uit van een prognose van 180.000 inwoners medio zestiger jaren. Tussen 1950 en halverwege de zestiger jaren zijn de wijken Laanhuizen (500 woningen), Corpus den Hoorn (2000 woningen) en De Wijert (3000 woningen) gebouwd. Begin jaren zeventig is gestart met de bouw van woningen in De Wijert-Zuid (1300 woningen) en in de afgelopen 15 jaar zijn de wijken Hoornse Meer en Hoornse Park gebouwd met respectievelijk 2200 en 300 woningen. In 1995 bracht de gemeente een nieuw structuurplan uit, getiteld “de Stad van Straks”. In dit plan presenteerde de gemeente de te ontwikkelen woningbouwlocaties en bedrijventerreinen voor de periode tot 2010. Uitvloeisel van dit plan voor Groningen-Zuid zijn de nieuwbouwlocaties Buitenhof (500 woningen) en Piccardthof (400 woningen; medio 2002).
2.2.2 Situering Groningen-Zuid ligt ten zuiden van de Verbindingskanaalzone en wordt aan de westzijde begrens door Hoogkerk en de spoorlijn Groningen-Leeuwarden. In het Zuiden vormt de gemeentegrens de begrenzing van het gebied. De oostelijke grens wordt gevormd door de Hereweg, openluchtbad “de Papiermolen”, de Hora Siccamasingel en de Bordewijklaan.
2.2.3 Bereikbaarheid Groningen-Zuid is goed bereikbaar. Er zijn directe aansluitingen op de autosnelwegen A7 (oost en west) en de A28 (zuid). Daarnaast grenst het gebied aan het Stationsgebied en wordt Groningen-Zuid doorsneden door het Noord Willemskanaal. Aan verbetering van de infrastructuur wordt de komende jaren (2004-2007) gewerkt, zoals de aanpak van de Zuidelijke ringweg (Julianaplein, Euvelgunnetracé, aansluiting Laan Corpus den Hoorn). Daarnaast vormen de (Verlengde) Hereweg en de Paterswoldseweg de belangrijkste noord-zuidverbindingen. De Stationsweg is de belangrijkste oost-westverbinding aan de noordkant van het gebied. De Laan van de Vrijheid (en in het verlengde daarvan de Van Iddekingeweg), de Laan Corpus den Hoorn en de Van Ketwich Verschuurlaan vormen de oostwestverbinding. Een groot aantal wegen is voorzien van fietspaden/fietsstroken. Daarnaast zijn er voor de fiets “kortsluitende” fietsverbindingen aanwezig, zoals de fietsbrug Julianaplein en de fietspaden parallel aan de zuidelijke ringweg bij o.a. de Papiermolen. De openbaar vervoersvoorzieningen (lijnen, frequenties) zijn over het algemeen goed, met name in de noord-zuid relaties. Inwoners kunnen gebruik maken van de stads- en streekbussen voor verbindingen van en naar het Hoofdstation en de binnenstad. De busverbindingen tussen de wijken onderling zijn slechts beperkt aanwezig.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
5
De bewoners 2.3.1 Aantal inwoners Groningen telt ongeveer 177.000 inwoners (2003). Groningen-Zuid telt ongeveer 30.000 inwoners. Ruim 15% van de inwoners van de stad woont dus in GroningenZuid. Het werkgebied van de Immanuelkerk, ruwweg het ‘stadsdeel Zuid’, is in veel opzichten een afspiegeling van de stad als geheel, maar er zijn verschillen. Het grootste deel van de verschillen lijkt te worden veroorzaakt door het feit dat in dit stadsdeel minder studenten wonen. Dat leidt in een typische studentenstad als Groningen tot belangrijke verschillen. Aan de leeftijdsopbouw van de stad Groningen is in één oogopslag te zien welke impact universiteit en hogeschool op de samenstelling van de stad hebben:
Demografie van een studentenstad 7000
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0
Waar andere gemeenten een lichte stijging hebben rond de 55 plussers (‘babyboomers’), valt deze in Groningen in het niet bij de piek rond de twintig. Aan de demografie van het zuidelijke stadsdeel is te zien, dat het zuiden geen afspiegeling is van de stad als geheel: de ‘studentenpiek’ is veel minder uitgesproken en het aantal ouderen ligt relatief wat hoger.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
100 jaar
95 jaar
90 jaar
85 jaar
80 jaar
75 jaar
70 jaar
65 jaar
60 jaar
55 jaar
50 jaar
45 jaar
40 jaar
164 180 167 182 215 373 561 618 708 748 717 35 jaar
30 jaar
25 jaar
20 jaar
15 jaar
10 jaar
j 13 jaar 800 14 jaar 700 15 jaar 600 16 jaar 500 400 17 jaar 300 (e) 18 tot 2 18 jaar 200 19 jaar 100 20 jaar 0 21 jaar 22 jaar (f) 23 tot 3023 jaar 5 jaar
( )
0 jaar
2.3
6
Veel andere afwijkingen van het zuidelijke stadsdeel ten opzichte van het stedelijke gemiddelde laten zich gemakkelijk verklaren als men bedenkt dat in het zuiden minder studenten wonen. De man-vrouwverhouding bijvoorbeeld. Van de 30.000 inwoners van het zuiden is 46 % man en 54% vrouw. Voor de stad zijn deze percentages respectievelijk 49% en 51%. Dat is verklaarbaar doordat een hogere gemiddelde leeftijd gepaard gaat met een relatieve toename van de hoeveelheid vrouwen. De man-vrouwverhouding laat zich lezen als een indicator voor de hoeveelheid ouderen. Iets vergelijkbaars doet zich voor met de gemiddelde huishoudensgrootte. Naarmate
De Kring Peizerweg Buitenhof Hoornsewijken, Piccardthof Corpus den Hoorn
Vrouw
Herewegbuurt (Davidstraatbuurt)
Man
Grunobuurt Laanhuizen De Wijert-zuid De Wijert Rivierenbuurt Zeeheldenbuurt
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
een wijk meer studentikoos is – of juist meer alleenstaande ouderen bevat – daalt de gemiddelde huishoudensgrootte. 3 ,5 3 ,0 2 ,7
2 ,8
2 ,9
2 ,5 1 ,8
1 ,8
1 ,8
Corpus den Hoorn
De Wijert
1 ,7
Rivierenbuurt
1 ,7
Laanhuizen
1 ,7
Grunobuurt
2 ,0
Zeeheldenbuurt
2 ,1
2 ,2
1 ,9
1 ,5 1 ,0 0 ,5
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
Buitenhof
De Kring
Peizerweg
De Wijert-zuid
Piccardthof
Hoornsewijken,
Herewegbuurt
(Davidstraatbuurt)
0 ,0
7
2.3.2 Leeftijdsopbouw Ook zijn er belangrijke winkelconcentraties zoals winkelcentrum Overwinningsplein, De Wijert (van Lenneplaan en PC Hooftlaan) en de kop van de Paterswoldseweg. Aan de Vechtstraat (Herewegbuurt), Von Suttnerstraat (Hoornse Meer) en de Bordewijklaan (de WijertZuid) is een supermarkt gevestigd.
Leeftijdsopbouw > 65 jr. 50-64 40-49
Groningen-zuid Stad
30-39 18-29 0-17
In dit overzicht is aangegeven 0 5 10 15 20 hoe de leeftijdsverdeling in Groningen-Zuid zich tot de totale stad verhoudt. Uit de grafiek valt op te maken dat het “omslagpunt” tussen de stad als geheel en Groningen-Zuid ongeveer ligt bij 40 jaar. In Groningen-Zuid wonen relatief minder mensen die jonger zijn dan 40 jaar dan in de stad als totaal. Het grootste verschil zit in het typische ‘studentensegment’ van 18-29 jaar oud. Andersom lijkt het dat het aandeel ouderen in Groningen-Zuid anderhalf keer zo groot is als het stedelijke gemiddelde. De aanwezigheid van diverse zorgcentra en serviceflats in Groningen-Zuid draagt hieraan bij.
100% 80% >65 jaar
60% 40% 20% 0%
Interessant is het, om te verkennen of de leeftijdsopbouw van de kerkelijke gemeente een beetje ‘wereldgelijkvormig’is. Lijkt de leeftijdsopbouw van de kerk op die van de stad? Of tenminste op die van de wijk? En zo nee, waar zitten de belangrijkste verschillen?
36-65 jaar
De kerk blijkt vergrijsd. Groningen is – met een gemiddelde leeftijd van rond de 35 – de jongste stad van Nederland. Die 0-17 jaar gemiddelde leeftijd (we zagen het hierboven) wordt laag gehouden door een groot aantal studenten: mensen van rond de Stad Zuid Kerk twintig. In de grafiek is dat terug te vinden in het segment 18-35 jaar. Het stadsdeel Zuid is minder jong dan de stad als geheel. Uit de diagram blijkt ook dat de kerk beslist geen afspiegeling is van haar omgeving: een aanzienlijk geringer deel van de leden is jonger dan 35. Jongeren beneden de 18 komen in de Immanuelkerk vrijwel niet voor. En een derde van de leden is pensioensgerechtigd (zie ook paragraaf 3.2.2.).
18-35 jaar
2.3.3 Beroepsbevolking De totale bevolking van Groningen-Zuid omvat bijna 13.000 personen die tot de beroepsbevolking behoren. Daarnaast zijn er 1.500 werkloos. Het werkloosheidspercentage voor de gehele stad bedraagt gemiddeld 11,4%. Het werkloosheidspercentage voor de Wijert-Noord, Corpus den Hoorn-Noord en de Grunobuurt ligt boven dit gemiddelde, namelijk respectievelijk 19,3%, 16,7% en 13,7% (cijfers 2000).
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
25
30
8
2.3.4 Burgerlijke staat 70% 60% 50% 40% 30% 20%
man
weduwe
gescheiden
gehuwd
ongehuwd
weduwnaar
gehuwd
ongehuwd
0%
gescheiden
10%
Groningen Zuid % Groningen %
vrouw
Ook de burgerlijke staat spoort met het ietwat minder studentikoze karakter van Groningen-Zuid. Het aantal ongehuwde mannen en vrouwen is in Zuid wat lager. Het aantal gehuwden en verweduwden is iets hoger. Opmerkelijk is dat het patroon van de echtscheidingen afwijkt van het minder studentikoze beeld: het stadsdeel Groningen-Zuid zit daarbij zelfs iets onder het stedelijke gemiddelde. Uit bijlage 1 blijkt dat er overigens grote verschillen zijn tussen de verschillende wijken en buurten. In De Wijert en de Grunobuurt wonen naar verhouding veel gescheiden mensen en weduwes en weduwnaren. In de Buitenhof daarentegen wonen naar verhouding veel gehuwden. Ook in de Wijert-Zuid en in de Hoornse Wijken zijn meer mensen getrouwd.
2.3.5 Welstand Er zijn verschillende manieren om het begrip welstand te kwantificeren. Op grond van de ons beschikbaar gestelde gegevens hebben wij er voor gekozen om welstand te definiëren op basis van inkomensgegevens.
50,00% 40,00% < € 13.600 30,00%
€ 13.600 - 20.400 € 20.400 - 34.000
20,00%
€ 34.000 - 55.800 > € 55.800
10,00% 0,00%
Groningen-zuid
Stad
Landelijk
Het gemiddelde jaarinkomen van inwoners in de gemeente Groningen, gebaseerd op het totale bruto huishoudinkomen, in 2000 bedroeg ruim € 20.000. In GroningenZuid is het gemiddelde jaarinkomen hoger: ongeveer € 23.000. Deze bedragen zijn lager dan het landelijke gemiddelde jaarinkomen dat in 2000 bijna € 26.000 bedroeg. Enerzijds ligt het gemiddelde jaarinkomen in Groningen-Zuid hoger dan voor de Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
9
gehele stad (15,0%), anderzijds is het gemiddelde jaarinkomen in Groningen-Zuid 11,5% beneden het landelijk gemiddeld jaarinkomen. In de grafiek geven wij de procentuele inkomensverdeling weer van de stad in zijn geheel, Groningen-Zuid en landelijk gemiddelde. Procentuele inkomensverdeling voor het jaar 2000 voor inwoners van de gemeente Groningen, Groningen-Zuid en landelijk. (Bron: Mosaic (2000), omgerekend naar Euro’s). Uit een nadere analyse per buurt blijkt dat er grote verschillen optreden in het gemiddelde jaarinkomen per buurt: van € 18.300 in de Grunobuurt tot ruim € 34.000 in de Buitenhof. Uit de gegevens blijkt ook dat er sprake is van uitersten: alle wijken, behalve Hoornse Meer, Hoornse Park, Piccardthof, Buitenhof en de Wijert-Zuid hebben een lager gemiddeld inkomen dan Groningen-Zuid, namelijk € 22.400.
Gemiddeld jaarinkomen per huishouden 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000
Buitenhof
De Wijert-zuid
Hoornsewijken, Piccardthof
Peizerweg
Laanhuizen
Herewegbuurt (ged)
Rivierenbuurt
de Wijert
Grunobuurt
Zeeheldenbuurt
De Kring
0
Corpus den Hoorn
5.000
Bron: CBS: regionaal inkomensonderzoek (2000)
2.3.6 Herkomst Hiernaast wordt de verhouding aangegeven tussen minderheden en nietminderheden. Onder minderheden worden verstaan de zogenaamde traditionele doelgroepen (Arubanen, Surinamers, Turken, Marokkanen etc.), vluchtelingen (o.a. uit Iran, Afghanistan, Somalië) en mensen die afkomstig zijn uit OostEuropa, China, Australië, Afrika, Indonesië en overige West-Europese landen. Men wordt tot een minderheid gerekend wanneer één van de ouders of de betrokkenen zelf in het buitenland geboren is. De “derde generatie” wordt niet meer tot een minderheid gerekend.
Percentage minderheden
20%
10%
0%
Stad
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
Groningen-zuid
10
In Groningen zijn een aantal Asielzoekers Centra (AZC’s) gevestigd. In onderstaand overzicht is het aantal asielzoekers per centrum opgenomen, zoals in de gemeente Groningen staat ingeschreven. Daarnaast is per AZC de capaciteit aangegeven. Het aantal aanwezige asielzoekers is gelijk aan de capaciteit; een groot aantal asielzoekers (2003: 820 – 452 = 368) staat niet geregistreerd in de bevolkingsadministratie; in veel gevallen betreft dit asielzoekers die nog geen half jaar in het AZC wonen. De capaciteit van de AZC’s is door het Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA) opgegeven. Hieronder staat een overzicht van het aantal asielzoekers in de gemeente Groningen, over de periode 1997 tot en met 2002. 1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
centrum
adres
Cap.
Openings jaar
Mariënholm
Merwedestraat 43
59
1995
19
21
22
19
20
35
34
Martinistate
Laan van de Vrijheid 31
250
1997
.
54
72
62
54
173
183
Formule I
Helsinkistraat 6
100
1998
.
.
8
8
14
21
32
Eugeria
G. Borgesiuslaan 40
86
2000
.
.
.
.
28
24
37
Martinihof
v. Houtenlaan 27
325
2001
.
.
.
.
.
35
166
59
309
409
409
495
820
820
19
75
102
89
116
288
452
Totale capaciteit (= bezetting)
820
Totaal ingeschreven in Groningen
Bron: Statistisch jaarboek gemeente Groningen (diverse jaargangen) In het werkgebied van de Immanuelkerk waren tot voor kort twee AZC’s gevestigd, namelijk Mariënholm (Merwedestraat) en Martinistate (Laan van de Vrijheid). Marienholm is onlangs gesloten. Daarnaast woonden in het Heymanshuis (Kochstraat 61) tot 1 juli 2003 uitgeprocedeerde asielzoekers. Een aantal van hen is verhuisd naar de nieuwe opvang in het voormalige Formule 1 hotel in het industriegebied Euvelgunne. Voor de overigen is geen opvang meer.
2.3.7 Politieke voorkeuren Op 6 maart 2002 werden de laatste gemeenteraadsverkiezingen gehouden. De uitslagen zijn gerapporteerd naar stembureau, waardoor een zuivere vergelijking met de tot nu toe gevolgde wijkindeling niet mogelijk is. In de hierbij gevoegde figuren is geprobeerd een vertaling te maken naar de samenstellende delen van GroningenZuid. De bovenste figuur is een overzicht van de percentages op partijen uitgebrachte stemmen in verschillende wijken. De onderste figuur bevat de verschuivingen ten opzichte van de verkiezingen van 1998 (in procentpunten). Uit deze tabel blijkt dat er per partij tussen de wijken soms sprake is van (grote) verschillen, o.a. voor CDA, GroenLinks, VVD, PvdA en Student en Stad. Opvallend is het relatief grote aandeel Student en Stad stemmers in de Rivieren-, Gruno- en Zeeheldenbuurt; te verklaren uit het relatief grote aantal studenten/jongeren dat in deze buurten woont (een kwart tot een derde van de bewoners is tussen de 18 en 30 jaar).
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
11
30 25
PvdA
20
VVD
15
GL
10
SP
5
D66
Stad (totaal)
Piccardthof
Hoorn,
Corpus den
Hoornsewijken,
Zeeheldenbuurt
Grunobuurt,
Rivierenbuurt,
CU
Helpman
De Wijert, De
S+S
Wijert-zuid,
0
CDA
6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 PvdA, VVD en D66 hebben in vrijwel alle wijken verloren. CDA heeft in alle wijken gewonnen, evenals GroenLinks (GL) en de SP. Ook Student en Stad (S en S) en Christenunie (CU) hebben hun aanhang in de drie gebieden vergroot. Voor zowel CDA als GL is de stijging groter dan het stedelijke gemiddelde.
2.3.8 Kerkelijkheid Nederland Groningen-stad Groningen-zuid 0% Katholiek
20%
40%
Protestant
60% Overig
80%
100% Geen
Hiernaast staat weergegeven de kerkelijke gezindte van Groningen-Zuid in relatie tot de stad en het land. Het ligt voor de hand dat de katholiciteit in Nederland gemiddeld hoger scoort dan in Groningen of Groningen-Zuid. Dat geldt (in mindere mate) ook voor de kerkelijkheid in het algemeen. In Groningen-Zuid is sprake van een hogere kerkelijkheid dan in Groningen als geheel.
Bron: Mosaic 2000
De algehele kerkelijkheid voor Groningen-Zuid ligt iets hoger dan voor de stad als geheel (geen 30 maar 40%). Daarmee is het zuiden van de stad nog steeds behoorlijk geseculariseerd ten opzichte van Nederland als geheel, maar daar moet bij worden vermeld dat Nederland als geheel vooral veel katholieker is. Het aandeel protestanten ligt in Groningen-Zuid ongeveer op hetzelfde niveau als dat van Nederland als geheel. Tenslotte moet worden opgemerkt dat Noord Nederland altijd minder kerkelijk is geweest dan de rest van Nederland.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
12
In onderstaande diagram wordt de kerkelijke gezindte van de bewoners in de verschillende wijken in Groningen-Zuid weergegeven.1 Opvallend is dat Groningen-Zuid twee katholieke “enclaves” bevat: Rivierenbuurt en Corpus den Hoorn-Zuid. Wat betreft de Rivierenbuurt kan hier een historische verklaring aan ten grondslag liggen. In het AZC Mariënholm aan de Merwedestraat was vroeger een klooster gevestigd. Bovendien was in het gebouw naast Mariënholm een katholieke MAVO gevestigd. Deze Mavo is in de afgelopen jaren opgegaan in het Maartenscollege. Nu is dit gebouw in gebruik bij de Vrije School. In Corpus den Hoorn-Zuid is het Katholieke zorgcentrum “Maartenshof” gevestigd. Hier wonen 126 personen (per 1 januari 2003). Het kan zijn dat van deze ‘katholieke infrastructuur’ een aanzuigende werking is uitgegaan die nog steeds in de cijfers zichtbaar is.
Herewegbuurt Zeeheldenbuurt Corpus den Hoorn-zuid Corpus den Hoorn-noord De Wijert-noord De Wijert-zuid Peizerweg Stadspark Rivierenbuurt Grunobuurt Laanhuizen 0%
10%
20%
30%
40%
Katholiek
50%
Protestant
60%
70%
80%
Overig
90%
100%
Geen
De meeste protestanten wonen in Laanhuizen (36%), Grunobuurt (35%), Stadspark (= Buitenhof, 30%) en De Wijert-Zuid (29%). Een opvallend hoog percentage niet kerkelijk scoort de Herewegbuurt (82%). Ook in de Zeeheldenbuurt is het percentage niet-kerkelijken relatief hoog (86%). Geconstateerd kan worden dat in beide buurten relatief gezien veel studenten wonen. Wanneer zij kerkelijk zijn, kunnen zij nog bij ouders ingeschreven staan; dit betekent dat zij niet voorkomen in de kerkelijke statistieken. Ook zal naar verwachting het aantal niet-kerkelijken onder studenten groter zijn dan onder de “gewone” bevolking.
1
Enkele opmerkingen bij deze grafiek:
a. We hebben de gegevens, en dus de indeling van Mosaic moeten volgen. Bij de definities zijn zeker kanttekeningen te plaatsen: ‘Protestant’ is in de definiëring van Mosaic: hervormden en gereformeerden. De categorie ‘overig kerkelijke gezindte’ is wel heel breed gedefinieerd: daaronder worden niet alleen Remonstrants, Doopsgezind, Baptist, Luthers, en Pinkstergemeente verstaan, maar ook Moslim (!). c. de bij de Herewegbuurt genoemde percentages hebben betrekking op de gehele Herewegbuurt (incl. gedeelte tussen Hereweg en spoorlijn) d. Mosaic bevat geen gegevens van inwoners over woonwagencentrum “de Kring”.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
13
2.4
Instellingen, voorzieningen en kerken 2.4.1 Instellingen en voorzieningen Groningen-Zuid heeft een groot aantal maatschappelijk voorzieningen en sociaalculturele instellingen. Hoewel een vergelijking met de stad als geheel moeilijk valt te maken kan wel worden geconcludeerd dat Groningen-Zuid op het gebied van instellingen en voorzieningen vrij compleet is. Ter ondersteuning van dit beeld enkele voorbeelden: •
in Groningen-Zuid (Van Iddekingeweg) is één van de acht openbare bibliotheken gevestigd;
•
een grote verscheidenheid aan kerken en religieuze genootschappen (Baptistengemeente, SOW-gemeenten, Rooms Katholieke parochie);
•
diverse voorzieningen voor ouderen (van huisvesting, zoals de Stichting Service Vondelflat, tot thuisalarmering), zowel in wijk- en buurtcentra als via de verschillende verzorgings- en verpleeghuizen;
•
diverse sportvoorzieningen (sporthal de Wijert, sportparken Corpus den Hoorn en de Wijert, openluchtbad De Papiermolen, de Stadjershal, Martiniplaza);
•
Buurtpanden, waarin onder andere opvang van psychiatrisch patiënten, activiteiten voor jongeren en projecten in het kader van de sociale cohesie.
•
Humanitas, project “Heel de buurt”, winkeliersvereniging etc.
2.4.2 Kerken In het gebied van de Immanuelkerk zijn veel andere kerken. In de Stadsgids 20022003 staan de volgende kerkgenootschappen vermeld: de Christengemeenschap (Lauwersstraat), De Gemeente van Christus (Dinkelstraat), het Apostolisch Genootschap (Vestdijklaan), de Apostolische Gemeente Groningen-Zuid (Vondellaan), de Hersteld Apostolische Zendingskerk (Geulstraat), de Baptistengemeente GroningenZuid, de Vrije Baptistengemeente Groningen (Snelliusstraat), de Volle Evangelie Gemeente De Rank (Paterswoldseweg), de Christelijke Gereformeerde Kerk (Maranathakerk, Van Lenneplaan), de Gereformeerde gemeente Magnalia Deikerk (Landsteinerlaan), de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt (Opstandingskerk, P.C. Hooftlaan; Refajahkerk, Galenuslaan), de Molukse Evangelische Kerk (Van Eedenstraat), de kerk van de heiligen der laatste Dagen (Paterswoldseweg), de Bethel-Pinksterkerk (P.C. Hooftlaan), de Rooms-katholieke Salvator Mariaparochie (Hora Siccamasingel). Daarnaast zijn er in de stad tal van andere christelijke kerken en geloofsgemeenschappen. Van de niet-christelijke religieuze genootschappen bevindt zich de Boeddhistische Studiegroep Maitreya (Parkweg) binnen de wijkgrenzen.
2.5
Problemen en pluspunten voor de buurt 2.5.1 Problemen Het is niet goed mogelijk om een totaal oordeel te geven over de maatschappelijk problemen in Groningen-Zuid. Daarvoor zijn de verschillen tussen de wijken te groot. Op basis van mondelinge informatie van de buurtagent kunnen we wel enkele opmerkingen maken over een paar individuele wijken. De Wijert-Noord is een echte gezinsbuurt waar naar verhouding veel huiselijke problemen voorkomen, zoals relatieproblemen en burenruzies. De Wijert-Zuid daarentegen kan worden gekenschetst als een vrij rustige wijk waar zich niet of nauwelijks problemen voordoen. Een zelfde onderscheid kan worden gemaakt tussen Corpus den Hoorn-Noord (volkswijk met huiselijke problemen) en Corpus den Hoorn-Zuid (vrij rustig). In de Grunobuurt en de Rivierenbuurt werd in het verleden vrij veel geklaagd over respectievelijk drugsoverlast en zwervers. Op dit moment doen zich in beide wijken geen noemenswaardige problemen voor.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
14
Daarnaast wonen in de Zeeheldenbuurt en Laanhuizen tegenwoordig veel studenten. Dit betekent dat in beide buurten de sociale contacten tussen bewoners onderling zijn verminderd. Dit is o.a. en gevolg van de verschillen in leefstijl tussen de oorspronkelijke bewoners en de studenten. Ook speelt de mindere gehechtheid aan de buurt bij studenten hierbij een rol; men woont relatief kort in de buurt. De problemen die de buurtagent noemt, lopen opvallend parallel met de gemiddelde hoogte van het jaarinkomen in de verschillende wijken. Een laag gemiddeld jaarinkomen per huishouden blijkt een uitstekende voorspeller te zijn voor problemen in de buurt. Ook kan geconstateerd worden dat door diverse ontwikkelingen en trends in de maatschappij vrijwel alle buurtwinkels zijn verdwenen. Tenslotte blijkt uit informatie van bewoners zelf dat in de oudere wijken eenzaamheid onder de oudere bewoners voorkomt.
2.5.2 Pluspunten Bewoners geven aan dat ze de diverse buurten in Groningen-Zuid ervaren als goede, rustige woonwijken. Ook de ligging van de buurten en de winkelvoorzieningen worden gewaardeerd.
2.6
Het karakter van de buurt 2.6.1 Karakter Uit de voorgaande paragrafen kan worden geconcludeerd dat de diverse buurten van Groningen-Zuid divers van karakter zijn. Dit betreft zowel de bebouwing (oud en nieuw) als ook de bevolkingssamenstelling. In sommige buurten wonen veel studenten, in andere buurten wonen daarentegen veel ouderen. De nieuwste wijken huisvesten veel gezinnen. Ook zijn in de ene buurt meer bovenwijkse voorzieningen gesitueerd (Corpus de Hoorn) dan in de andere wijk (de Wijert-Zuid).
2.6.2 De toekomst van de buurt In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk is een korte beschrijving gegeven van de geschiedenis en totstandkoming van de diverse buurten/wijken van Groningen-Zuid. Daarnaast zal het aanzien van Groningen-Zuid de komende jaren sterk wijzigen. De volgende ontwikkelingen spelen hierbij o.a. een rol: •
uitbreiding Martiniziekenhuis (locatie van Swieten) en sloop voormalige Diaconessenhuis. Hier zal de nieuwe woonwijk Helpermaar worden gerealiseerd.
•
toename autoverkeer op de Laan Corpus den Hoorn als gevolg van de nieuwe aansluiting op de A7
•
realisering kantorenlocatie Van Heemskerckpark
•
wijkvernieuwing in Corpus den Hoorn, Grunobuurt-noord en de WijertNoord
•
renovatie winkelcentrum Overwinningsplein
•
nieuwbouwlocatie “Ter Borgh”; afronding Piccardthof
•
diverse kleinschalige ingrepen in de ruimtelijke omgeving
2.6.3 Hoe kijken buurtbewoners naar de kerk? Buurtbewoners ervaren de kerk als erg onzichtbaar. In de wijken buiten Corpus den Hoorn weten mensen die geen lid van de Immanuelkerk zijn, doorgaans niet dat er een Samen-op-Wegkerk is die bij hun buurt hoort. ‘Er is geen kerk’ is bijvoorbeeld het antwoord in de Zeeheldenbuurt, de Rivierenbuurt en de Buitenhof. Wanneer mensen wel weten dat de Immanuelkerk hun wijkkerk is ervaren ze er weinig binding mee. ‘Daarvoor is die te ver weg’, zei iemand bij de schriftelijke enquête (bijlage 2).
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
15
Dat er in de buurt een kerk is, is prima, is de mening van buurtbewoners van Corpus den Hoorn en het winkelende publiek op het Overwinningsplein (bijlage 3).
2.7
Conclusie In dit hoofdstuk is beeld gegeven van de buurt: ‘Waar zijn we? En wat weten we van de behoeften van de buurt?’. Gebruikmakend van openbare informatie, beschrijven we het werkgebied van de kerk. Wat gaat er goed? Wat is er loos? Waar liggen de knelpunten en waar is behoefte aan? Het resultaat is een beschrijving van een stadsdeel ten opzichte van de stad als geheel en een onderlinge vergelijking van wijken. Het resultaat is een aardig inzicht in de kaartenbak. Dat is nog niet hetzelfde als een antwoord op de vraag: ‘Waaraan is behoefte’. Maar aanzetten voor de discussie bevat het hoofdstuk zeker. ‘Groningen-Zuid’ lijkt een aardige doorsnede van de stad als geheel. Het grootste deel van de verschillen wordt veroorzaakt door het feit dat in dit stadsdeel minder studenten lijken te wonen. Dat leidt in een typische studentenstad als Groningen tot belangrijke verschillen in de gemiddelde huishoudensgrootte, de burgerlijke staat, de gemiddelde leeftijd (en daarmee in de verhouding tussen mannen en vrouwen) en het gemiddelde inkomen. De gemiddelde leeftijd van inwoners van Groningen-Zuid is iets hoger dan het stedelijke gemiddelde. Het gaat hier om relatief bescheiden verschillen: minder inwoners in het typische ‘studentensegment’ (18-29) en anderhalf keer zo veel 65 plussers. De kerk is qua leeftijdsopbouw geen afspiegeling van de stad of het stadsdeel. De helft van de inwoners van Groningen-Zuid is jonger dan 36 jaar. Dat geldt voor slechts een derde van de kerkleden. Een derde van de kerkleden is ouder dan 65 jaar. Dat geldt voor niet meer dan 17% van de inwoners van Groningen-Zuid en voor slechts 11% van alle Stadjers. Interessant wordt het, wanneer we ‘Groningen-Zuid’ openbreken in afzonderlijke wijken. Dan wordt zichtbaar dat achter de gemiddelden totaal verschillende buurten met zeer verschillende mogelijkheden en problemen schuilgaan. De Grunobuurt, de Wijert en de Zeeheldenbuurt kennen veel alleenstaanden (gescheiden mensen, weduwe/weduwenaar, studenten). In de Buitenhof, de Hoornse Wijken en de WijertZuid wonen veel jonge gezinnen. In die laatstgenoemde wijken ligt het gemiddelde inkomen per huishouden ook aanzienlijk hoger dan in de eerstgenoemde. De algehele kerkelijkheid voor Groningen-Zuid ligt iets hoger dan voor de stad als geheel (geen 30 maar 40%). Daarmee is het zuiden van de stad nog steeds behoorlijk geseculariseerd ten opzichte van Nederland als geheel, maar daar moet bij worden vermeld dat Nederland als geheel vooral veel katholieker is. Het aandeel protestanten ligt in Groningen-Zuid ongeveer op hetzelfde niveau als dat van Nederland als geheel. Er zijn echter grote verschillen tussen wijken. De meeste protestanten wonen in Laanhuizen, Grunobuurt, Buitenhof en De Wijert-Zuid. Een opvallend hoog percentage niet kerkelijk scoort de Herewegbuurt. Ook in de Zeeheldenbuurt is het percentage niet-kerkelijken relatief hoog. Ook voor de beschrijving van maatschappelijke problemen, is het niet zinvol om ons te concentreren op Groningen-Zuid als geheel. De problemen die de buurtagent rapporteert, lopen opvallend parallel met de inkomensniveaus in de genoemde wijken: hoe hoger het inkomen, hoe groter de rust. Uit een enquête onder buurtbewoners blijkt dat ze de kerk slecht kennen, maar er ook geen bezwaar tegen hebben. Voor veel mensen is die ook ver weg. Voorzover mensen al weten dat de Immanuelkerk hun wijkkerk is, ervaren ze er weinig binding mee.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
16
3.
Te gast in eigen huis
3.1
Algemeen Na het bezoek aan de buren, ligt het voor de hand te kijken naar de Immanuelkerk zelf. We brengen in dit hoofdstuk in beeld wat voor kerk de Immanuelkerk is, hoe de gemeente functioneert, hoe ze wordt bestuurd en welke activiteiten er zijn. De tweede deelvraag is immers ‘Wie zijn wij en wat doen we?’ Ze wordt beantwoord in dit hoofdstuk: ‘Te gast in eigen huis.’ Onze ‘kerkelijke kaart’ beantwoordt vragen als ‘wie zijn wij’? en ‘Op welke manier zijn wij kerk?’ Ze geeft een overzicht van bestaande contacten en activiteiten. Zo wordt duidelijk op welke manier de kerk ‘op de kaart’ staat. De ‘kerkelijke kaart’, kortom.
3.1.1 Pluriform De Samen-op-Weg-gemeente Immanuelkerk is een grote gemeente in GroningenZuid. Er zijn veel mensen actief en er zijn veel verschillende soorten activiteiten. De gemeente is pluriform te noemen: het geloof wordt in de gemeente op heel verschillende manieren beleefd en er is ruimte voor verschillende meningen. Het pluriforme karakter blijkt ook uit het feit dat er in de Immanuelkerk verschillende soorten vieringen gehouden worden. Naast de wekelijkse ‘gewone’ zondagochtenddiensten om 9.30 uur zijn er experimentele thematische vieringen die als tweede dienst om 11.00 uur worden gehouden. Deze ‘Vieringen op Weg’ worden door groepen geïnteresseerden samen met de predikanten voorbereid. Er zijn ieder jaar zo’n zeven cycli van telkens twee diensten in één maand. In de paascyclus en in de Adventsdiensten komen de gewone kerkdiensten en de Vieringen op Weg samen.
3.1.2 Het gebouw Het kerkgebouw dateert uit 1965. Het is een hoog, rechthoekig, stenen gebouw met een dak dat bestaat uit vier bogen en een losse rechthoekige toren met klokken – een kenmerkende vorm, die terugkomt in het logo. Het ontwerp, gemaakt door architectenbureau Haijkens & Jansma uit Groningen, is geïnspireerd op de stijl van de Franse architect Le Corbusier. De zwarte bakstenen band rond de kerkzaal symboliseert de saamhorigheid van de gemeente. In 1994-1995 en 2001-2002 zijn er verbouwingen geweest. Bij de eerste verbouwing is de opstelling van de stoelen veranderd, is er een podium gekomen, is de preekstoel verplaatst van de muur naar het podium en is de grote rechthoekige avondmaalstafel vermaakt tot twee kleinere ronde tafels. Bij de tweede verbouwing is het orgel naar beneden verplaatst, is de gaanderij weer inzetbaar gemaakt, zijn de stoelen vernieuwd en is er nieuw liturgisch meubilair gekomen. De kerkzaal heeft nu een licht en ruim aanzien. Daarnaast zijn bij de tweede verbouwing de keuken, de toiletten, de hal en de zaalruimte veranderd en vernieuwd. Het kerkgebouw is daarmee toegankelijker geworden en daardoor beter bruikbaar voor meerdere doeleinden. Over de schoonheid van het gebouw lopen de meningen uiteen. Het gebruik van steen en beton in het gebouw is door de architecten in navolging van Le Corbusier bewust opvallend gemaakt. Er zijn mensen die dat mooi vinden, anderen echter vinden de Immanuelkerk koud (‘Het is net een fabriekshal’).
3.1.3 Functies van het kerkgebouw In het kerkgebouw wordt op zondag minstens één kerkdienst gehouden, en wanneer er sprake is van Vieringen op Weg twee. Met ingang van 2003 is de koffiezaal met aangrenzende ruimten op zondagmiddag bovendien verhuurd aan de Victory Christian Church, een gemeente van overwegend christenen van Afrikaanse herkomst. Op zaterdagmorgen kerkt in de gesprekskamer een kleine Indonesische gemeente. Door de week zijn er tal van kerkelijke activiteiten: vergaderingen, kringen, pastorale gesprekken, repetities van de cantorij, ouderenmiddagen, koffiemorgens, tienerkoorof musicalrepetities en jongerenactiviteiten. In het IKO-gebouw, een noodgebouw achter de kerk, zijn een tienersoos en een jongerencafé op de vrijdagavond. Daarnaast wordt de kerk veelvuldig verhuurd: voor lezingen, vergaderingen van bewo-
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
17
nerscommissies en buurtorganisatie en koorrepetities van niet aan de kerk verbonden koren. Twee keer per jaar is de kerk de spil van de buurt: bij het pleinfeest op het Overwinningsplein in mei en in de decembermaand als er een kerstmarkt wordt gehouden.
3.2
De leden 3.2.1 Het aantal leden.1 Hieronder wordt het aantal Gereformeerde en Nederlands-hervormde leden in onze wijkgemeente aangegeven. In totaal telt de gemeente uit 3914 leden: tweederde daarvan is Nederlands-hervormd. Gereformeerd
3000 2500 2000 1500
1355 personen (40 % mannen en 60% vrouwen)
belijdende leden
852 personen
doopleden
430 personen
overige leden
73 personen
Nederlands Hervormd belijdende leden
1000
doopleden geboorte leden
500
Totaal aantal leden
0 Gereformeerd
Hervormd
2559 personen (43 % mannen en 57 % vrouwen) 663 personen 1145 personen 751 personen 3914 personen (42 % mannen en 58 % vrouwen)
Uit de tabel blijkt dat in onze wijkgemeente vrouwen beter zijn vertegenwoordigd dan mannen (58 % versus 42 %). Uit de grafieken op pagina 18 blijkt dat dit geldt voor bijna alle leeftijdsgroepen (met uitzondering van de jongste groep tot en met 17 jaar). In de leeftijdscategorie van 66 jaar en ouder is het aantal vrouwen zelfs 67 %. Bij de gereformeerden is het aantal “geperforeerde leden” leden groter dan bij de hervormden. Het betreft hier leden van de wijkgemeente die niet binnen de grenzen van de Immanuelkerk wonen, maar in een ander deel van de stad Groningen woonachtig zijn. Het betreft hier 87/1355= 6.4 %. Bij de hervormden blijkt dit veel minder het geval te zijn: 21/2559=0.8 %. Hierbij moet echter worden bedacht dat veel hervormde leden van de Immanuelkerk-gemeente niet de moeite nemen zich te laten perforeren. Zo wonen b.v. een hervormd lid van de kerkenraad en een medewerkster van de kinderkerk niet in onze wijk en zijn zij niet bij onze wijkgemeente ingeschreven. Uit navraag bij het SOW-Kerkelijk Bureau blijkt inderdaad dat onze wijkgemeente (en ook de wijkgemeente rond de Nieuwe Kerk) een boven-proportioneel aantal geperforeerde leden telt.
1
Om een cijfermatig overzicht te krijgen van de wijk van de Immanuelkerk is gebruik gemaakt van de Samen-op-Weg ledenadministratie. Het gaat om district 1, dat de vroegere kluften 4 en 11 behelst. Peildatum was 24 april 2003. Tevens is gebruik gemaakt van een overzicht van alle leden opgesteld door het SOW-Kerkelijk Bureau (juli 2003).
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
18
3.2.2
Leeftijdsopbouw
Hieronder staat de leeftijdsopbouw van de Immanuelkerk afgebeeld. Duidelijk is dat het aantal vrouwen door alle leeftijden heen de overhand heeft, maar dat van de
Leeftijd, gereformeerd > 66 jr 36 - 65 jr 18 – 35 jr 0 – 17 jr 0
50
100
150
200
250
300
350
Leeftijd, hervormd > 66 jr 36 - 65 jr 18 – 35 jr 0 – 17 jr 0
100
200
300
400
Mannen
500
600
Vrouwen
65+-ers meer dan twee derde vrouw is. Uit de grafieken is af te lezen dat het aantal kinderen van 0 tot en met 17 jaar in onze wijkgemeente zeer laag is (namelijk 168). Slechts ca. 4.3 % van onze leden valt in deze categorie. Hierbij moet worden opgemerkt dat het totale aantal kinderen in ons district vermoedelijk wel hoger ligt dan uit de grafieken blijkt: veel ouders schrijven hun kinderen niet in bij het Kerkelijk Bureau. Dit gebeurt bijvoorbeeld als één van de ouders gereformeerd is en de andere hervormd. Opmerkelijk is dat een groot deel van de kinderen wel actief betrokken is de kinderkerk of kindernevendienst. Dit Leeftijdsopbouw per wijk
Totaal (3914) De Buitenhof (128) Herewegbuurt (141) Zeeheldenbuurt (493) Laanhuizen (182) 0 t/m 17
geperforeerde leden (108)*
18 t/m 35
Hoornse Meer c.a. (563)
36 t/m 65
Rivierenbuurt (441)
> 65
Grunobuurt 297) De Wijert-Zuid (417) De Wijert-Noord (577) Corpus Den Hoorn (567) 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
90%
100%
19
aantal varieert van 15 tot 40 (kerst). Voor andere leeftijdscategoriën is de ‘kerkelijke betrokkenheid’ moeilijk aan te geven omdat er geen exact inzicht bestaat in het aantal actieve kerkleden per leeftijdscategorie. De verdeling van de leeftijdscategorieën over de verschillende wijken, geeft goed inzicht in het karakter van de verschillende wijken. Veel jongeren tussen 18 en 35 jaar wonen in de Zeeheldenbuurt, de Herewegbuurt, de Rivierenbuurt, Laanhuizen en Grunobuurt. Dit is zeer opvallend bij de Nederlands Hervormde leden, en in iets mindere mate bij Gereformeerde leden. Het betreft hier veelal studenten. Bij de Nederlands Hervormde leden betreft dit (zie de tabel in paragraaf 3.2.1) veelal doopleden. Deze leden zijn meestal niet zeer actief in het kerkenwerk (het betreft hier dan ook voornamelijk de zogenaamde “B-cohieren”). Veel leden tussen 35 en 65 jaar wonen in De Wijert-Zuid, Laanhuizen, De Hoornse Meer/Hoornse Park, De Piccardthof en De Buitenhof. Dit zijn over het algemeen de nieuwere wijken in ons werkgebied. De oudere leden van onze wijkgemeente wonen vaak in de Rivierenbuurt, De Wijert-Noord, De Wijert-Zuid en zeker in Corpus Den Hoorn. Dit is geen verrassing omdat zich in deze wijken veel verzorgings- en verpleeghuizen bevinden.
Soorten leden per wijk
geperforeerde leden *
Belijdende leden
De Buitenhof
Doopleden
Herewegbuurt Laanhuizen
Niet- of geboorteleden
Grunobuurt De Wijert-Zuid Rivierenbuurt Zeeheldenbuurt Hoornse Meer c.a. Corpus Den Hoorn De Wijert-Noord 0
100
200
300
400
500
600
* geperforeerde leden: leden van de wijkgemeente die niet in het Immanuelkerk-gebied wonen, maar in een ander deel van de stad Groningen.
Anders Dooplid Belijdend lid
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Ook is interessant om hier te memoreren dat inmiddels een groot gedeelte van de leden geen belijdend lid is. De mate waarin verschilt sterk per wijk: in de Zeeheldenbuurt is een relatief groot gedeelte dooplid of ‘niet-lid’ (gereformeerd) of ‘geboortelid’ (hervormd). In De Wijert (Zuid- en Noord) en in Corpus den Hoorn is het aantal belijdende leden weer relatief groot. Het is in dit kader niet onderzocht, maar het lijkt niet al te gewaagd om te veronderstellen dat hier sprake is van een sterke correlatie met de leeftijd: hoe ouder, hoe meer belijdende leden. Er lijkt een sterke samenhang met de leeftijdsopbouw per wijk.
Geref
Hervormd
Totaal
Er is ook een andere samenhang: en die is met het lidmaatschap van de kerk. Er bestaan op dit punt in het oog springende verschillen tussen de gereformeerde en de hervormde ledenbe-
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
20
standen: de gereformeerden zijn nog voor 63% belijdend. De hervormden zijn dat nog voor 26%. Bijna de helft van de hervormde leden is dooplid. Onder gereformeerden is dat een derde. Bijna een derde van de leden van de N.H. Kerk is noch doop-, noch belijdend lid (geboortelid). Onder gereformeerden is dat slechts 5%.
3.2.3 Participatie bij kerkdiensten, catechese etc. In de ‘gewone’ ochtenddiensten om 9.30 uur komen gemiddeld zo’n 300 kerkgangers. Op hoogtijdagen en met Kerst en Pasen ligt dit aantal aanzienlijk hoger, met uitschieters tot 450. Als er Vieringen op Weg zijn, komen er ongeveer 250 mensen in de eerste dienst en 100 in de tweede om 11.00 uur. In het seizoen 2002-2003 zijn er zeven kringen georganiseerd waarvoor een minimumdeelname van negen personen was vereist: Geloof in gesprek, Belijdeniskring, Als getuigen gaan praten, Help, mijn partner gelooft niet!, Het verstaan van de Bijbel, De kleine prins en Harry Potter. Twee, Als getuigen gaan praten en Help mijn partner gelooft niet! zijn wegens gebrek aan belangstelling niet doorgegaan, de andere hadden een gemiddelde bezettingsgraad van 12 deelnemers. De ‘jongerenkring’ Geloof in Gesprek had de meeste deelnemers: ruim 20. Er waren acht belijdeniscatechisanten, waarvan er twee al belijdend lid waren. Van de overige zes hebben er vijf belijdenis gedaan in de paasnacht. Aan de voorbereidingen voor de musical Simson deden zo’n 15 tieners mee. Verder bezoeken enkele tientallen jongeren de tienersoos en het jongerencafé.
3.2.4 Geloofsrichting De leden van de Immanuelkerk hebben heel verschillende geloofsopvattingen. Sommige leden hechten sterk aan de klassieke protestantse liturgie (schuldbelijdenis, genadeverkondiging, elke zondag de Tien Geboden lezen), anderen voelen zich thuis in de opvattingen van de basisgemeente, weer andere zijn als middenorthodox te typeren. Er zijn leden die de rationele theologie van Kuitert als bevrijdend ervaren, voor anderen is het veel te vergaand en weer anderen vinden dat Kuitert te weinig aandacht heeft voor het wonder van het bestaan. Er zijn mensen die het kinderverhaal het hoogtepunt van de zondagse kerkdienst vinden, anderen vinden dat er veel te veel aandacht aan kinderen wordt geschonken. Kortom: de gemeente is pluriform. De kerkenraad heeft dat karakter tot geuzennaam gemaakt: in de Immanuelkerk is ruimte en het is heel bijzonder dat mensen met zulke verschillende overtuigingen ervoor kiezen om met elkaar kerk onder één dak te blijven, met respect voor elkaars verschillende opvattingen.
3.3
De gemeente als systeem 3.3.1 Het klimaat a. Aanvaarding van andersdenkenden
In de Immanuelkerk is geen sprake van één manier van denken. Dat geldt zowel in theologische zin als waar het gaat om gemeenteopbouw en procedures. Er leeft het besef dat opmerkingen gehoord in de gemeente op hun waarde moeten worden geschat. Dat hoort bij de identiteit van een pluriforme gemeente. Sommige mensen hebben er bijvoorbeeld moeite mee dat in bijzondere diensten als de kerst- en paasvieringen alledrie de predikanten voorgaan, en dat ze niet elders ingezet kunnen worden, zoals in de verpleeghuizen. De predikanten vinden het belangrijk voor het onderstrepen van de eenheid van onze grote gemeente en hun eigen spiritualiteit. De kerkenraad is het daarmee eens. Maar het onderkennen van het feit dat sommigen daar moeite mee hebben, is noodzakelijk en goed. In de praktische vormgeving van het gemeenteleven zijn de verschillende denkwijzen goed zichtbaar. Zo is er een Johannes de Heer zanggroep, maar worden ook de oratoria van Marijke de Bruijne uitgevoerd. Er is ruimte voor een jongerencafé, maar ook voor taallessen voor asielzoekers.
b. Procedures - Besluitvorming. Besluiten van de gemeente worden als het om gewone dingen gaat in de kerkenraad genomen. De kerkenraad vergadert zo’n tienmaal per jaar. De
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
21
besluitvorming van de kerkenraad wordt voorbereid in het moderamen. Daar wordt de agenda van de kerkenraad opgesteld en worden dagelijkse bestuurlijke zaken afgehandeld. Ook het moderamen komt zo’n tienmaal per jaar bijeen. Voor buitengewone besluiten als beroepingswerk, verbouwing van de kerk, besluiten in het kader van het Samen op Wegproces maar ook bijvoorbeeld het zegenen van relaties van partners van gelijk geslacht, wordt een gemeentevergadering bijeengeroepen. Dat gebeurt in de praktijk zo’n één- á tweemaal per jaar. Omdat de opkomst voor aparte avonden niet hoog is (gemiddeld 50 leden) kiest de kerkenraad er ook voor om de gemeente te informeren na de zondagse kerkdienst. Dit blijkt in de praktijk goed te werken
- Verspreiding informatie. De kerkenraad probeert de gemeente zo goed mogelijk te
informeren. Omgekeerd weten gemeenteleden de kerkenraad te vinden voor vragen, informatie en om opvattingen door te geven. De scriba krijgt veel telefoon en ook de ouderlingen en de predikanten worden vaak benaderd. Over het algemeen bestaat de indruk dat de communicatie tussen de kerkenraad en de gemeente voldoende is. Bij de visitatie in het voorjaar van 2003 kwam de suggestie om twee keer per jaar na de kerkdienst een forum van ongeveer een half uur te organiseren om gemeenteleden de gelegenheid te bieden ook daar vragen te stellen. Ook wordt overwogen om een ‘smoelenboek’ te maken om ambtsdragers en andere actieve gemeenteleden meer bekendheid te geven.
- Beleidsvorming. Een formeel beleidsplan is er niet in de SOW-gemeenten Immanuelkerk. Dat betekent niet dat er geen beleid wordt gemaakt. Twee jaar geleden is onder leiding van gemeenteopbouw-deskundige Dr. Fred Tjeerdsma een zelfonderzoek gedaan naar onze identiteit. Het pluriforme karakter van de gemeente is gewaardeerd als kracht en vertaald in concrete taken. Via startzondag en de seizoensafsluitende zondag is dat in de gemeente geworden tot een gezamenlijk project. Wij zien beleid maken als een doorgaand proces. Dat moet geen intern gerichte kwestie zijn maar leiden tot actieve presentie van de kerk, voor de leden en in buurt en samenleving. - Problemen en het omgaan met conflicten. In de kerkenraad worden problemen die in de gemeente leven besproken. In voorkomende gevallen is de kerkenraad homogeen gebleken in het nemen van haar verantwoordelijkheid. Besluiten die genomen zijn, zijn door de hele kerkenraad uitgedragen. De kerkenraad realiseert zich dat haar samenstelling uniformer is dan de pluriformiteit van de gemeente. De meest randkerkelijke leden hebben geen zitting in de kerkenraad, en er zijn ook geen vertegenwoordigers van het meest behoudende gedeelte van onze leden. Het ontbreken van de laatste groep heeft ook met de over het algemeen hoge leeftijd van deze leden te maken. De kerkenraad probeert in haar besluitvorming en communicatie rekening te houden met haar naar verhouding uniforme samenstelling. Zo is in het besluitvormingsproces rondom de zegening van huwelijken van mensen van gelijk geslacht in onze gemeente veel aandacht besteed aan de pastorale inbedding daarvan. Natuurlijk zijn er af en toe conflicten in de gemeente. Afhankelijk van de aard van het conflict wordt het opgepakt door één van de predikanten, door het moderamen of door de kerkenraad.
c. Riten - Vormgeving ‘rites de passage’. De doop wordt zo vaak bediend als gevraagd wordt. In totaal worden zo’n tien men-
sen per jaar gedoopt, kinderen en volwassenen. Voor iedere doop zijn er doopgesprekken die gevoerd worden door de predikanten. De doopgesprekken hebben zowel elementen in zich van doopcatechese als van toerusting tot geloofsopvoeding. Wat betreft de godsdienstige opvoeding is er geen sprake van structurele begeleiding. Met vragen kunnen ouders altijd terecht bij de predikanten. Gemiddeld één keer in de vier jaar is er een cursus geloofsopvoeding voor ouders van jonge kinderen. Verder is geloofsopvoeding een terugkerend thema in de Vieringen op Weg (Bidden met kinderen, Kind en geloof (kinderliederen en kinderbijbels), Avondmaal met kinderen). Ook is er sprake van toerusting in de gewone dienst – er is altijd een verhaal voor de kinderen en aparte kinderkerk tijdens de dienst. De dopelingen worden vermeld op een dooprol die in de kerkzaal hangt. Vooraf-
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
22
gaande aan de doop wordt er altijd afgekondigd dat gedoopt zal worden, en ook wordt er melding van gemaakt in het kerkblad ‘Kerk in Stad’.
De avondmaalsvieringen zowel in de eerste diensten als in de Vieringen op Weg worden ervaren als een belangrijke vorm waarin de vierende geloofsgemeenschap zichtbaar wordt. De gemeente ziet zichzelf als een pluriforme gemeente. Dat komt ook tot uiting in de persoonlijke ervaring van deelnemers aan de avondmaalsvieringen, zowel in de eerste dienst als in de Vieringen op Weg. De avondmaalsvieringen zijn open voor iedereen die zich geroepen weet. Dat geldt voor de eerste diensten en voor de Vieringen op Weg. In de eerste diensten wordt het avondmaal lopend gevierd. Het avondmaal zittend vieren wordt in onze gemeente als te statisch ervaren. Aan tafel of in een kring het avondmaal vieren is in de eerste diensten vanwege het grote aantal deelnemers technisch onmogelijk. Aan hen die niet lopend kunnen deelnemen wordt het avondmaal ter plaatse bediend. Het avondmaal wordt ongeveer één keer per twee maanden gevierd, naast de avondmaalsvieringen op Witte Donderdag en in de paasnacht. In de maanden dat er Vieringen op Weg gehouden worden, wordt vrijwel altijd in de tweede viering van de cyclus in de kring avondmaal gevierd. In totaal gebeurt dat zo’n zeven keer per jaar. Overlijden. Elk jaar wordt op de laatste zondag van het kerkelijk jaar het overlijden
van zo’n 55 tot 60 gemeenteleden herdacht. Het aantal gestorven gemeenteleden ligt hoger, maar niet van alle overlijden krijgt de gemeente bericht. In de zondagse kerkdienst(en) na het ontvangen van het bericht worden de namen van de gestorvenen genoemd en in een korte stilte herdacht en wordt voorbede gedaan voor de nabestaanden. Ook worden de namen van de overledenen in de kerkenraad genoemd en wordt er mededeling van het overlijden gedaan in ‘Kerk in Stad’. Voor de begrafenisdiensten bestaat geen vast ritueel. De diensten worden door de voorganger voorbereid samen met de nabestaanden en aangepast aan persoonlijke wensen.
Huwelijk. Per jaar wordt er zo’n acht keer inzegening van een huwelijk aangevraagd. De predikanten verzorgen de dienst en bereiden die samen met het bruidspaar voor. Daarbij wordt rekening gehouden met allerlei persoonlijke wensen. De kerkenraad heeft in 2002 besloten om in de Immanuelkerk het zegenen van huwelijken van mensen van gelijk geslacht mogelijk te maken. Huwelijken worden van tevoren afgekondigd in de kerkdienst(en) en vermeld in het kerkblad. - verwelkoming van nieuwe leden.
Nieuwe leden krijgen een brief ter verwelkoming, met de mededeling dat ze bij de Immanuelkerk ingeschreven staan en de vraag of ze bezoek op prijs stellen (de zgn. pastorale peiling). Bij positieve reactie krijgen ze bezoek. Het verschilt per pastorale wijk hoe dit ingevuld wordt.
- introductie en afscheid van medewerkers.
Elke commissie verzorgt zelf de introductie en afscheid van haar medewerkers. Alleen ambtdragers (predikanten, ouderlingen en diakenen) worden daarnaast bevestigd in de kerkdienst. Ook hun afscheid wordt in de kerkdienst gemarkeerd.
- vrijwilligers.
In de Immanuelkerk zijn veel vrijwilligers actief. Er zijn veel en verschillende activiteiten. Toch is de kerkenraad van de Immanuelkerk bezorgd over de vrijwilligers in de gemeente. Het kost veel moeite om nieuwe vrijwilligers te vinden. Daarom is er veel aandacht voor vrijwilligersbeleid. De gemeente kan niet bestaan zonder de gaven en deskundigheden van de gemeenteleden. Organisatorische gaven, muzikale talenten, gevoel voor kinderen, ervaring met public-relations, enz., enz., worden waar mogelijk onderkend en ingezet. In de praktijk blijkt dat de contacten voornamelijk via de informele weg, het persoonlijke netwerk van actieve kerkleden, gerealiseerd moeten worden. Dit netwerk dekt de gemeente niet. Van veel gemeenteleden zijn ons de gegevens wat betreft hun kennis, ervaring en interesse onbekend. De kerkenraad vindt dit onbevredigend. In het najaar van 2001 is geprobeerd om via een enquête, verspreid onder alle leden, een inventarisatie te maken van belangstelling, ervaring en expertise van de gemeenteleden. Daarop kwam maar heel geringe respons, voornamelijk van mensen die al actief en bekend waren. De kerkenraad bezint zich op het moment op nieuwe ideeën om gemeenteleden bij het kerkenwerk te betrekken, bijvoorbeeld om nieuwe ambtsdragers een meer afgebakend takenpakket te geven
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
23
voor een kortere duur dan een ambtperiode van vier jaar, om in het traject van de belijdeniscatechese de deelnemers ook praktisch bekend te maken met alle geledingen van de kerk en om de aandacht voor vrijwilligers in onze gemeente en de waardering voor hun werk meer structureel te maken.
3.3.2 De leiding a. De kerkenraad Het moderamen is het dagelijks bestuur van de kerkenraad. Er zijn negen leden: de
voorzitter, de twee scriba’s, de voorzitter van de diaconie, twee ‘gewone’ leden en de drie wijkpredikanten. Het moderamen bereidt de kerkenraadsvergaderingen voor, onderhoudt contact met de kerkmeester, bespreekt met de kosters de gang van zaken, besluit over de afhandeling van de post en behandelt in zijn vergaderingen andere lopende zaken. De vergaderingen beginnen altijd met een inventarisatie van de te bespreken punten, de voorzitter bewaakt vervolgens de agenda. In de kerkenraad hadden in het seizoen 2002-2003 20 personen zitting. Naast de voorzitter en de twee scriba’s zijn dat de vijf ouderlingen, de zeven diakenen, de drie wijkpredikanten, de ouderling met bijzondere opdracht voor de centrale kerkenraad en één ouderling-kerkvoogd. De positie van jeugdouderling is vacant. Daarnaast zijn er nog 13 ambtdragers met een bijzondere opdracht: de ouderling voor het dovenpastoraat, 10 ouderlingen voor de verschillende ziekenhuizen, verzorgingshuizen en verpleeghuizen, de ouderling afgevaardigd naar de commissie van beheer, een tweede ouderling-kerkvoogd en een diaken afgevaardigd naar de werkgroep Visk. Zoals gezegd is de samenstelling van de kerkenraad uniformer dan de pluriformiteit van de gemeente: de meest randkerkelijke leden ontbreken en vanwege de over het algemeen hoge leeftijd zijn er ook geen vertegenwoordigers van het meest behoudende gedeelte van de leden. De kerkenraad probeert in haar besluitvorming en overwegingen daar rekening mee te houden, maar realiseert zich tegelijk haar verantwoordelijkheid om beleid uit te zetten en besluiten te nemen. Een goede communicatie is daarbij heel belangrijk. De kerkenraadsvergaderingen worden zo’n tien maal per jaar gehouden. Een vergadering begint om 19.45 uur. Eén van de kerkenraadsleden opent met een lezing, gedicht of een ander openingswoord. Daarna is er een appèl met verwelkoming van nieuwe leden, vermelding van afwezige leden en eventuele bijzonderheden over hun afwezigheid. Het derde agendapunt is ‘Gedenkwaardige zaken’. Overleden gemeenteleden worden genoemd, geboortekaartjes voorgelezen en ook komen eventuele andere feestelijke en verdrietige aangelegenheden uit de gemeente ter sprake. De notulen van de vorige vergadering worden besproken, vastgesteld en getekend. Daarna is er de rondvraag, worden eventuele mededelingen gedaan en komen de ingekomen stukken aan de orde. Na de rondvraag worden de inhoudelijke onderwerpen besproken, die voor de betreffende vergadering zijn geagendeerd. Dit betreft o.a. de begroting en jaarrekening van het SOW-fonds of een inhoudelijk onderwerp waarover de visie van de kerkenraad noodzakelijk is en besluitvorming over moet plaatsvinden. Vervolgens volgt het informatieblok, waarin de diverse geledingen activiteiten en afvaardigingen vanuit onze gemeente besproken worden: pastoraat, diaconaat en ZWO, Visk, jeugd- en jongerenwerk, kerkvoogdij en commissie van beheer, liturgie, kerkdiensten, classes, publiciteit, Akio, moderamen en predikanten. Door de volgorde eerlijk af te wisselen probeert de kerkenraad te bevorderen dat alle onderwerpen voldoende aan bod komen. Dit blijkt in de praktijk zo te werken: de verschillende onderwerpen vormen zo een wezenlijk onderdeel van de beleidsoverweging van de kerkenraad. Alleen de centrale beheersonderdelen (de commissie van beheer en de kerkvoogdij) maken daar geen onderdeel van uit; van deze vergaderingen wordt alleen verslag gedaan.
b. De predikanten
Er zijn aan de Immanuelkerkgemeente drie predikanten verbonden. De predikanten gaan afwisselend voor in de kerkdiensten, zijn werkzaam in het pastoraat, nemen ambtshalve deel aan het bestuur van de kerk, doen bovenwijkse en bovenplaatselijke taken en rusten de gemeente toe. De taken worden zoveel mogelijk onderling verdeeld. Alledrie de predikanten wonen in principe de vergaderingen van het moderamen, de kerkenraad, de kinderkerk en de liturgiecommissie bij. De praktijk heeft uitgewezen dat dat veel dubbel werk voorkomt. De predikanten hechten aan de huidige, goede samenwerking. Ze zijn onderling Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
24
verschillend, maar zijn van mening dat ze elkaar wezenlijk aanvullen, ten dienste van de gemeente, in inhoudelijke, liturgische en theologische zin. De predikanten vinden het principe van geestelijke vrijheid ten opzichte van de gemeente belangrijk – een predikant moet in geloofszaken altijd kunnen zeggen wat hij of zij ervan vindt. In het gemeenteleven blijken de ambtopvattingen van de predikanten over het algemeen goed aan te sluiten bij wat de gemeente verwacht.
c. De diaconie
De diaconie van de Immanuelkerk vormt samen met de diaconie van de zustergemeente De Ark de diaconie Groningen-Zuid. De diaconie maakt eigen beleid, maar is verantwoording verschuldigd aan de gereformeerde Centrale Commissie Missionair en Diaconaal Werk (CCMDW) en de hervormde Centrale Diaconie. De diaconie ziet haar eigen taak als dienstverlening als antwoord op de bijbelse opdracht om te helpen waar geen helper is. Deze opdracht geldt overigens de hele gemeente, niet alleen de diakenen. Deze opdracht wordt in diverse taken vertaald: in praktische en financiële hulp, in het collecteren, de dienst aan de Tafel van de Heer, maar ook in het scheppen van randvoorwaarden voor het verlenen van hulp, bijvoorbeeld in vergaderingen of via afvaardigingen naar gelieerde organisaties als De Open Hof. Ook ziet de diaconie het als haar taak om de gemeente toe te rusten tot de vervulling van haar diaconale roeping. De diaconie vergadert gewoonlijk één maal per maand, met uitzondering van de vakantiemaanden juli en augustus. Er is een eigen moderamen dat de vergaderingen voorbereidt. De vergaderingen van de diaconie beginnen om 20.00 uur en worden afwisselend door één van de diakenen geopend. Daarna is er de bespreking van het verslag en van de ingekomen post. Vervolgens worden de onderwerpen die aan de orde zijn besproken, zijn er mededelingen van het moderamen. Daarna is er informatie over de verschillende werkgroepen en afvaardigingen: de werkgroep vluchtelingen, de werkgroep KERKinACTIE, de Open Hof, het Justitiepastoraat, de Algemene Kerkenraad in oprichting, de CCMDW en de Centrale Diaconie, de wijkgemeentes algemeen en de communicatie. Na rondvraag en sluiting vergaderen de diaken van de Immanuelkerk vaak nog even apart over zaken die alleen de Immanuelkerkgemeente aangaan. In het seizoen 2002-2003 waren er 7 diakenen vanuit de Immanuelkerk.
3.3.3 De groepen In de Immanuelkerk zijn de volgende werkgroepen geïnventariseerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.
cantorij Immanuelkerk (M) cantorij Vieringen op Weg (M) Molukse zanggroep ‘Puji Tuhan’ (M) ouderenzanggroep (M) tienerkoor en musicalgroep (MT) kinderkerk (JV) kinderoppas (JP) cassettedienst (PD) kerktelefoongroep (PD) werkgroep liturgie (VM) Vieringen op Weg (VM) kunstcommissie (O) bloemendienst (P) autodienst (P) reprodienst (P) vouw- en nietploeg (P) koffiedrinkploeg na de dienst (P) kerkenraad (incl. moderamen) (B) diaconie (DB) werkgroep KERKinACTIE (D) Open Kerk (D) werkgroep vluchtelingen (D) Heijmanshuisgroep (gD) Vrijwilligers Help een handje (gD) bed- en rolstoeldiensten (D) De Open Hof (gD) Partneraandacht Suriname (gD) Amnesty International (gD) Inzameling postzegels en kaarten (gD)
30. Interkerkelijke stichting Ethiopië/Eritrea (gD) 31. Werkgroep Visk (D) 32. Financiële commissie (P) 33. Wijkfonds/ Fonds kapel-Immanuelkerk (P) 34. Hervormd verjaardagsfonds (P) 35. Hervormde vrouwendienst (HVD) (Past.) 36. Pastorale raad (Past.) 37. Pastorale beraden Noord, Oost en West (Past) 38. Pastorale bezoekgroepen in ziekenhuizen, verpleeghuizen en verzorgingshuizen (Past) 39. Open Huis voor jonge vrouwen (O) 40. Dindoa (OT) 41. Vondelkring (OT) 42. Open Deurkring (OT) 43. Greinerkring (OTJ) 44. Diverse gespreksgroepen in huiselijke kring(OTJ) 45. Brei- en haakgroep (OPD) 46. Open Avonden (O) 47. Open Podium (O) 48. Muziekgroepen (gO) 49. Volleybal (gO) 50. Jongerencafé en Tienersoos (J) 51. werkgroep gemeentegids (C) 52. P.R.-commissie (P)
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
25
De activiteiten van de meeste groepen staan beschreven in de gemeentegids. De letters achter de groepen geven het karakter ervan aan. B = beleid D = diaconaal gD = diaconaal werk gelieerd aan de gemeente Past = pastoraat P = praktisch werk in de gemeente J = jeugdwerk V = vieringen M = muziek O = ontmoeting gO = ontmoeting, gelieerd aan de gemeente T = toerusting C = communicatie
3.3.4 De structuur Huisbezoek
De Immanuelkerk is een grote gemeente. Ze is daarom voor het pastoraat ingedeeld in drie wijken, Noord (Ds. Peetoom, 50% beroepen), Oost (Ds. de Jong-Dorland) en West (Ds. Wolthaus). Het is niet mogelijk alle gemeenteleden regulier te bezoeken. Bezoek door de predikanten geschiedt daarom voornamelijk op verzoek en in geval van ziekte, ziekenhuisopname, rouw of andere bijzondere omstandigheden. Zij werken daarin samen met de pastorale ouderlingen. Er zijn daarnaast zo’n tachtig bezoekmedewerkers, die voornamelijk ouderen en zieken bezoeken. In elk van de wijken Noord, Oost en West functioneren pastorale teams, waarvan ook ouderlingen en de wijkpredikant deel uitmaken. Daarnaast is er apart bezoekwerk georganiseerd voor de verzorgings- en verpleeghuizen waarvan er zich in totaal zes in de wijk bevinden. Voor deze huizen is tot 1 oktober 2003 een aparte parttime pastoraal medewerker aangesteld. Daarna vallen ook deze huizen onder de verantwoordelijkheid van de wijkpredikanten. Verder is er een parttime pastoraal assistent die de nieuw ingekomen jongeren tussen de 18 en 30 jaar bezoekt. Voor de mensen die actief zijn in het bezoekwerk wordt één keer per jaar een toerustingsavond georganiseerd. Voor specifieke vragen of begeleiding kan altijd een beroep worden gedaan op de predikanten of de pastoraal medewerker. In het jaar 2000 is een pastorale peiling gehouden om de bezoekwens te inventariseren. Nieuw ingekomenen krijgen bij de informatie over de kerk ook de vragenlijst van de pastorale peiling toegezonden.
Relaties tussen groepen
- pastoraat: De teams van pastorale wijken Noord, Oost en West ontmoeten elkaar zo’n vier keer per jaar in de Pastorale Raad. In die raad is ook een vertegenwoordiging van de diaconie en van de HVD. - diaconaat: Naast de diaconie zijn er in de gemeente veel groepen bezig met taken die op de één of andere manier diaconaal zijn. Te denken valt aan de vrijwilligers in het Heymanshuis (noodopvang dakloze asielzoekers), maar ook de bed- en rolstoeldiensten in de ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen en de brei- en haakgroep. De diaconie heeft in februari 2003 een avond georganiseerd om al die vrijwilligers bijeen te brengen en te praten over diaconaat in de directe omgeving. De ervaring van die avond is verwerkt in een speciale kerkdienst met een diaconaal karakter. De diaconie structureert het vele werk dat er gebeurt in een beleidsplan en een jaarverslag. Door middel van collecten en projecten worden gemeenteleden betrokken bij diaconaat verder weg. Wat betreft zending en werelddiaconaat is er een heel actieve werkgroep KERKinACTIE, die met acties rondom de kerkdiensten de aandacht van de gemeente bepaalt bij nood in vooral de derde wereld. - Er wordt geprobeerd om de relatie tussen pastoraat en diaconaat vast te houden door de aanwezigheid van diakenen in de pastorale wijkteams, indien mogelijk. Daarnaast wordt ook inhoudelijke samenwerking gezocht. De pastorale medewerkers hebben een toerustingsavond gehad onder de titel 'Met een diaconale antenne op huisbezoek...'
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
26
- Naast toevallige ‘dubbellidmaatschappen’ van gemeenteleden vormen de predikanten in persoon een verbindende schakel tussen vele groepen. Ze zijn op grond van hun functie lid, leiden toerustingskringen, of functioneren als vraagbaak, bijvoorbeeld voor de ‘ontmoetingsgroepen’ en in gevallen waarin groepen op pastorale problemen stuiten. - ouderenwerk: Er is in de Immanuelkerk een grote inzet voor ouderen. In het ‘gewone’ bezoekwerk krijgen ouderen de meeste aandacht. Voor de tehuizen is er apart bezoekwerk georganiseerd. Er is een ouderenzanggroep, en er zijn ook verschillende ontmoetings- en toerustingsactiviteiten die in de praktijk vooral bezocht worden door ouderen (Vondelkring en Open Avonden bijvoorbeeld). Ook de Hervormde Vrouwendienst is door de jaren heen een organisatie geworden van oudere vrouwen. Ook de kerstmiddag is in wezen voor ouderen bestemd. - jeugdwerk: a. toerusting:
Voor tieners is er catechese. Deze heeft in jaarlijkse afwisseling de vorm van een tienerkoor of van een musical. Bij elke repetitie is een predikant aanwezig, die aan het instuderen geloofsoverdracht verbindt. De belangstelling voor de tienercatechese is groot. Daarnaast is er elk jaar belijdeniscatechese, die gegeven wordt door één van de predikanten. Het aantal deelnemers wisselt per jaar. Dit jaar nemen 9 personen deel aan deze catechese. Er is een heel actieve kinderkerk, die op alle zondagen in het seizoen tijdens de kerkdienst speciale bijeenkomsten voor de kinderen organiseert. Daarnaast zijn er zowel in de adventstijd als in de veertigdagentijd speciale projecten. b. ontmoeting:
in het seizoen 2002-2003 is een Jongerencafé gestart voor mensen tussen 16 en 25 jaar. Op de avonden dat er tienercatechese is, is het Jongerencafé ook voor de tieners open. Daarnaast zijn er verschillende gespreksgroepen, spontaan ontstaan, of als uitvloeisel van eerder georganiseerde activiteiten. Zo komen sommige vroegere belijdenisgroepen nog steeds bij elkaar, of gaat ‘Geloof in gesprek’ in eigen kring verder.
Relaties tussen groepen en kerkenraad
De kerkenraad heeft met bepaalde groepen een directe relatie. Deze keren telkens terug op de vergaderagenda bij het ‘Informatieblok’ (zie 3.3.2. – de kerkenraad). Met andere groepen is er contact op het moment dat er bijzondere zaken aan de orde zijn: zo was er overleg met de cassettedienst op het moment dat zij bijzondere wensen hadden bij de verbouwing van de kerkzaal en het niet mogelijk bleek om deze te realiseren.
Relaties naar buiten
- met de buurt: omdat het kerkgebouw ook het belangrijkste vergadercentrum in de buurt is, is de kerk bij veel buurtbewoners bekend. Met kerst en in het voorjaar neemt de kerk deel aan de wijkmarkt en stelt ruimte beschikbaar voor ontmoeting. Zo zijn in de koffiezaal kinderen geschminkt, was er een ballonnenwedstrijd met de kerk als middelpunt en is ten tijde van de kerstmarkt in de buurt de kerkzaal open voor iedereen om naar kerstmuziek te komen luisteren. De Immanuelkerk probeert in te spelen op stedelijke problematiek, in stedelijk verband (bijvoorbeeld door participatie in de Open Hof – opvang voor daklozen), maar ook in onze eigen buurt (opvang dakloze asielzoekers in het Heymanshuis, contact met Humanitas over het tegengaan van eenzaamheid in de buurt). Elke woensdagmorgen, als er op het plein voor de kerk een warenmarkt is, is er ‘Open kerk’. De kerkzaal is dan opengesteld, er is koffie ‘met luisterend oor’ van vrijwilligers, er is de mogelijkheid om een kaars te branden in de stiltehoek en er wordt orgel gespeeld. Er zijn goede contacten met de buurt, zowel met het wijkwerk (project Heel de Buurt, contact met buurtagenten), de maatschappelijk-juridische dienstverlening (wederzijdse doorverwijzing tussen MJD en diaconie) als met de winkeliersvereniging (die op haar website een link heeft naar de site van de Immanuelkerk). Het contact met de stedelijke overheid is goed, maar beperkt zich in de praktijk tot het sociaal maatschappelijk werk. Toch is de Immanuelkerkgemeente allereerst sterk intern gericht. De contacten zijn er, er wordt bij geval gebruik van gemaakt, maar in de praktijk blijkt dat incidenteel.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
27
Van bijvoorbeeld een structurele samenwerking met de sociale dienst, of terugkerend overleg met Humanitas over bevindingen met ouderenwerk in Corpus den Hoorn, is geen sprake. De kerk is een eiland in de buurt. We beschikken over contacten, waardoor anderen ook ons weten te vinden. Maar er is geen geregelde veerdienst vice versa naar het vasteland. - met andere kerken a. Samen-op-Weg: De Immanuelkerkgemeente is helemaal Samen-op-Weg. In stedelijk verband is de samenwerking vergevorderd. Het is, afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen, de bedoeling dat de Gereformeerde kerk van Groningen en de Hervormde Gemeente Groningen op 1 januari 2004 fuseren. De Evangelisch Lutherse kerk is in Groningen niet een stedelijke, maar een regiogemeente. Om die reden heeft zij ervoor gekozen hier ter plaatse niet mee te doen aan het SOW-proces. De Lutherse predikant maakt echter wel deel uit van het SOW-ministerie van predikanten. b. Niet Samen-op-Wegkerken: met de Rooms-katholieke San Salvator-Mariaparochie en de SOW-zustergemeente Helpman wordt eens per jaar een oecumenische dienst georganiseerd. Verder is er af en toe pastoresoverleg en contact in voorkomende pastorale aangelegenheden. 18 kerkgenootschappen hebben zich verenigd in de Stichting Noodhulp die de opvang van dakloze asielzoekers in het Heymanshuis coordineert. Er zijn contacten via de nieuw opgezette religieuze radio-uitzendingen via de stedelijke omroep OOG. Verder zijn er via de pastores tal van interkerkelijke contacten. In de afgelopen jaren is er verder in de Immanuelkerk twee keer de serie ‘Geloven in Groningen’ georganiseerd, waarbij gemeenteleden in groepsverband op bezoek zijn geweest bij andere kerkgenootschappen, van Quakers tot de Russischorthodoxe kerkgemeenschap in Groningen.
Ontmoetingspunten voor de hele gemeente
Het koffiedrinken na de dienst is een belangrijk scharnier in het gemeenteleven. Ook wanneer er twee diensten zijn, kunnen alle kerkgangers elkaar ontmoeten bij de koffie, die geserveerd wordt na de eerste dienst en voorafgaand aan de tweede dienst. Verder zijn er (incidenteel) gemeenteavonden, bijvoorbeeld bij bijzondere beslissingen van de kerkenraad (federatieaangelegenheden, verbouwing van de kerk, de zegening van de relatie van partners van gelijk geslacht). Omdat de opkomst voor aparte avonden niet in alle gevallen hoog is (zo’n 50 leden) kiest de kerkenraad er ook voor om de gemeente te informeren na de zondagse kerkdienst. Dit blijkt in de praktijk goed te werken.
Communicatie
Er zijn verschillende communicatiemiddelen om de gemeenteleden te informeren. Jaarlijks verschijnt een gemeentegids met veel informatie en adressen, die bij alle gereformeerde en alle betrokken hervormde leden (‘A-cohieren’) wordt thuisbezorgd. Voor belangrijke beslissingen worden gemeenteavonden georganiseerd of speciale informatiebijeenkomsten na de kerkdienst belegd. Ook is er de wijkpagina in het stedelijke kerkblad ‘Kerk in Stad’, waarin altijd actuele informatie te vinden is. ‘Kerk in Stad’ is een abonnementsblad. Bij gratis verstrekking zou de P.R.-functie wellicht nog verbeteren. Daartoe ontbreken echter de financiële middelen. Verder is er de website: www.immanuelkerk.com. Hierop staat informatie over de geschiedenis van de kerk en de gemeente, een overzicht van de activiteiten en algemene informatie over wat er in de gemeente gebeurt en wie daarvoor aan te spreken is. Van de website zou beter gebruik kunnen worden gemaakt door de gemeente. De Immanuelkerk heeft een eigen PR-commissie, die kanalen uitzet om de gemeente meer bekendheid te geven. Dat kan door persberichten uit te geven bij bijzondere gebeurtenissen, door informatie via de wijkbladen en door het ontwikkelen van foldermateriaal. Verdere publiciteit geschiedt via affiches voor bijzondere diensten in de Immanuelkerk, met name voor de Vieringen op Weg. Ook worden voor kerst tweeduizend kerstfolders verspreid in de straten rondom de kerk en een jaarlijks wisselende buurt van de wijkgemeente. De tekst voor deze folder wordt gemaakt door de predikanten.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
28
3.3.5 Doelen en identiteit Wat voor gemeente wil de Immanuelkerk zijn?
De Immanuelkerk ziet zichzelf als een pluriforme gemeente. Dat is zij, en dat ziet zij als haar missie: met haar grote verscheidenheid aan gemeenteleden, zowel in geloofsovertuiging als wat betreft omstandigheden, en in een wijk die zo gevarieerd en veelkleurig is samengesteld als de onze.
Wat ziet zij als haar belangrijkste doelen? 1. De Immanuelkerk wil een pastorale gemeente zijn. Ze wil ingaan op de vragen en noden die leven.
2. De Immanuelkerk wil zoeken naar nieuwe wegen om kerk te zijn in deze tijd. Daarom wil zij, naast de diensten waarin de goede vruchten van de geloofstraditie worden benut, ook plaats bieden voor experimentele vieringen. 3. De Immanuelkerk wil een diaconale gemeente zijn. Dat diaconale karakter komt zowel tot uiting in activiteiten die worden gedaan in diaconaal verband als in het leven en handelen van individuele kerkleden. 4. De Immanuelkerk wil een lerende gemeente zijn. Elk jaar worden er kringen en leerhuizen georganiseerd, die ook toegankelijk zijn voor mensen van buiten de Immanuelkerk. Er is de wens om aan deze kringen ook bekendheid te geven buiten de kerk. 5. De Immanuelkerk probeert een missionaire gemeente te zijn. Ze kiest niet voor actief evangelisatiewerk (‘zieltjes winnen’), maar wil door de manier waarop ze naar buiten treedt, laten zien wie ze is. Vaak zijn huwelijksdiensten en rouwdiensten een eerste of hernieuwde kennismaking met de kerk. De predikanten bereiden deze diensten samen met de betrokkenen voor en schenken er aandacht aan dat ze ook voor mensen die niet of nauwelijks thuis zijn in de kerk toegankelijk zijn. Verder is er een aparte pastoraal werker voor randkerkelijke jongeren. Het streven naar een missionair karakter laat zich verder zien in activiteiten als het openstellen van de kerk op de woensdagmorgen (‘Open kerk’), publiciteit rondom de Vieringen op Weg, de kerstfolder, maar ook door concrete diaconale hulpverlening en het meedoen aan buurtwerk (‘Heel de buurt’). 6. De Immanuelkerk wil een open gemeente zijn, waarin een ieder zich welkom kan voelen. Dat uit zich bijvoorbeeld in de nodiging voor het avondmaal, maar ook in het feit dat de cantorij van de Vieringen op Weg een projectkoor is, waarvoor mensen zich per cyclus van twee diensten kunnen aanmelden. In de praktijk blijkt dat ook zo ervaren te worden. Een nieuw lid van de gemeente reageerde: ‘Ik voel me hier welkom. De mensen zijn geïnteresseerd in je, maar zitten je niet op de huid. Als ik een paar keer niet kom, vragen ze niet waar je was, maar zeggen ze dat ze het leuk vinden om je weer te zien. Dat spreekt me aan.’ Een ander zei: ‘Er is een grote acceptatie over en weer. Er zijn hier veel manieren waarop je betrokken kunt zijn, maar het hoeft niet.’
Welke vragen houden haar ten diepste bezig? - Geloofsvragen.
In de Immanuelkerk spelen alle vragen die in een geloofsgemeenschap van vandaag naar voren kunnen komen. Vaak voorkomend zijn: ‘Is het echt gebeurd zoals het in de bijbel staat?’ ‘Wat is de zin van het lijden?’ ‘Waarom is God zo onzichtbaar? Waar is God?’ ‘ Is God een persoonlijke God’ De predikanten en pastorale ouderlingen bespeuren in het bezoekwerk en bij de toerusting dat mensen vaak heel gemotiveerd zijn en graag willen geloven. Ze beschouwen dat als kenmerkend voor deze tijd. De aandacht voor religie en kerk is toegenomen.
- Maatschappelijke problemen.
In het diaconale en pastorale werk komen de meest uiteenlopende maatschappelijke vragen voor. Geldzorgen, het groeiend aantal psychiatrisch zieken en eenzaamheid bijvoorbeeld, maar ook de gastvrijheid voor asielzoekers en de behoefte om te horen dat er meer is in het leven dan het materiële.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
29
Welke maatschappelijke en geloofsproblemen er leven wordt overigens duidelijk zichtbaar bij de jaarlijkse brainstormsessie van de Vieringen op Weg. Zo zijn voor het seizoen 2003-2004 onder andere de onderwerpen ‘visies op de dood’, ‘werk en geloof’ en ‘All the lonely people’ gekozen. Ook in het kyrië-gebed dat in de zondagochtenddienst door steeds wisselende gemeenteleden wordt gedaan komt naar voren welke problemen mensen als essentieel ervaren.
Wat is de taak van de Immanuelkerk in de buurt?
‘De buurt’ is voor de Immanuelkerk een groot gedeelte van het zuiden van de stad Groningen. Daar horen villabuurten en stadsvernieuwingswijken bij. ‘De taak in de buurt’ is daarom moeilijk te definiëren. ‘We zijn hier gewoon’, werd in de kerkenraad opgemerkt. Voor wie op zoek is naar een plek voor het hogere heeft de Immanuelkerk een aanbod. Het is een plaats dichtbij, waar je voor levensbeschouwelijke dingen terecht kunt, waar mensen, elk op hun eigen manier, ontmoeting met God zoeken. De Immanuelkerk stelt zichzelf tot taak om bij gelegenheden present te zijn. Daarbij gaat het om kerkdiensten, waarbij bijvoorbeeld de kerstnachtdienst en een dienst rond 4 en 5 mei extra laagdrempelig zijn. Het gaat ook om bijzondere momenten in de wijk, waarbij de kerk haar diensten aanbiedt. Zo wordt de inzet rond het pleinfeest op het Overwinningsplein in mei door niet-kerkleden in de buurt erg gewaardeerd. Het gaat om de wekelijkse presentie van de ‘Open kerk’ op de woensdagmorgen, als er markt wordt gehouden. De kerk kan dienstbaar zijn aan de samenleving op het moment van calamiteiten in de stad of in de wereld. Maar ook bij ingrijpende processen en problemen in de wijk kan de kerk inspringen en overleg zoeken met de wijkorganisaties. Te denken valt bijvoorbeeld aan de voorgenomen herstructurering van verschillende delen van de Immanuelkerkwijk.
3.4
Plus- en minpunten In de enquête onder kerkleden (bijlage 3) kenschetsen de ondervraagden de sfeer in de gemeente als positief, prettig en open. Men geeft aan zich thuis te voelen. De kerkdiensten worden als goed ervaren. Kracht is vaak zwakte en omgekeerd. De enorme omvang van de Immanuelkerkgemeente maakt dat zij niet een heel uitgesproken identiteit heeft, in de zin van een eenduidige geloofsrichting of een herkenbare maatschappelijke focus. Aan de andere kant kan er veel, en wordt dat door mensen ervaren als broodnodige ruimte. Sommigen vinden dat er te weinig naar elkaar omgezien wordt. Anderen vinden het prettig dat ze in de Immanuelkerk zelf kunnen kiezen hoe ze willen participeren. Het grote aantal gemeenteleden maakt dat er in het ledenbestand veel ervaring en kwaliteiten aanwezig zijn. Maar datzelfde grote aantal maakt het onmogelijk iedereen te kennen en die ervaring en kwaliteiten aan te boren. In de praktijk blijkt dat de contacten voornamelijk via de informele weg, het persoonlijke netwerk van actieve kerkleden, gerealiseerd moeten worden. Dit netwerk dekt de gemeente niet. Van veel gemeenteleden zijn de gegevens wat betreft hun kennis, ervaring en interesse onbekend in de organisatie. De kerkenraad vindt dit onbevredigend. Er wordt daarom geprobeerd om andere wegen uit te zetten en gebruik te maken van goede ervaringen elders. Zo is in december 2002 ds. Jos van Oord, verbonden aan ‘Het Brandpunt’ te Amersfoort, bij de kerkenraad op bezoek geweest. Zijn verhaal heeft zich vertaald in concrete voornemens, zoals het structureler aangrijpen van doop- en huwelijksgesprekken voor het werven van vrijwilligers. Andere ideeën zijn om nieuwe ambtsdragers een meer afgebakend takenpakket te geven voor een kortere duur dan een ambtperiode van vier jaar, om in het traject van de belijdeniscatechese de deelnemers ook praktisch bekend te maken met alle geledingen van de kerk en om de aandacht voor vrijwilligers in onze gemeente en de waardering voor hun werk meer structureel te maken.
3.5
Karakter van de gemeente 3.5.1 Het karakter van deze gemeente De Immanuelkerk is misschien nog wel het beste te karakteriseren als een ‘huis-, tuin- en keukengemeente’. Een pluriforme gemeente. Gewoon, en daarin bijzonder. Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
30
Omdat mensen met heel verschillende overtuigingen en achtergronden elkaar blijven ontmoeten onder één dak, en zoeken naar wat ze bindt, in plaats van naar wat ze scheidt. Waar ruimte is voor verschillende opvattingen, generaties ervaringen uitwisselen, het gesprek gaande blijft en rituelen gelegenheid geven tot het verdiepen van geloofsbeleving. Het brede karakter is uit nood geboren, maar wordt inmiddels ervaren als kracht.
3.5.2 De geschiedenis en de toekomst van deze gemeente De Immanuelkerk is een smeltkroes van wat ooit vijf gereformeerde en hervormde wijkgemeenten waren. In 1982 fuseerden de gereformeerde wijkgemeenten Parklaankerk en Stadsparkkerk en kerkten voortaan in het kerkgebouw van de Stadsparkkerk aan de Snelliusstraat. In 1990 gingen de hervormde Kapelgemeente en de Immanuelkerkgemeente samen in de Immanuelkerk aan het Overwinningsplein. Op 1 januari 1993 werd de gereformeerde Opstandingskerk gesloten en ging de gemeente Samen-op-Weg verder in de Immanuelkerk. Op 1 januari 2000 is de Stadsparkkerk verkocht en kreeg de Immanuelkerkgemeente haar huidige samenstelling. Uit alle afzonderlijke wijkgemeenten zijn eigen tradities meegenomen, die in het gemeenteleven van vandaag zichtbaar zijn gebleven. Hoe de toekomst zal zijn is ongewis. De verwachting is dat het ledenaantal, gezien de vele oudere leden, in de toekomst zal dalen. In het structuurrapport van de Samen-op-Weg kerken Groningen (2001-2002) wordt een toekomstig samengaan van de Immanuelkerkgemeente met de wijkgemeente Helpman (De Ark) voorzien. De ervaring van de huidige dag is dat het kerkbezoek hoog is, er veel leden zijn die buiten de wijkgrenzen wonen en zich in de Immanuelkerk thuisvoelen en er onvoorstelbaar veel activiteiten plaatsvinden.
3.5.3 Hoe kijken de leden van de Immanuelkerk aan tegen de buurt? Hoe verschillend de afzonderlijke gedeelten van de wijk ook zijn, ze worden door de kerkleden die er wonen als rustig en prettig ervaren. Wel ervaart men afbrokkeling van de sociale cohesie, met name in wijken waar veel studenten wonen (Zeeheldenbuurt en Laanhuizen). Onder ouderen vermoedt men veel eenzaamheid. Dat er weinig buurtwinkels en voorzieningen zijn in de meeste wijkgedeelten, ervaart men als een gemis. Zie ook de enquête onder kerkleden, bijlage 2. In de niet-kerkelijke organisaties in de buurt kom je veel kerkleden tegen. Het is een bekend gegeven dat in het Nederlandse vrijwilligerswerk veel mensen met een kerkelijke achtergrond participeren. Dat geldt ook voor de Immanuelkerk. In de buurtorganisaties, biljartclub, asielzoekerswerk, de vrijwilligersorganisatie in het ziekenhuis en in de hulporganisatie ‘Help een handje’ zitten leden van de Immanuelkerkgemeente.
3.6
Conclusie Natuurlijk, de Immanuelkerk heeft met bijna 4000 leden een behoorlijke omvang. Maar voor wie bedenkt op hoe weinig schouders het vele werk in de praktijk neerkomt, wordt zichtbaar dat er ongelooflijk veel gebeurt. Het antwoord op de vraag‘Wie zijn wij en wat doen we?’ is evenmin als de beschrijving van GroningenZuid in een paar zinnen te vangen. Wel in een aantal kernwoorden: • • •
actief maar overbelast, veelkleurig maar grijs, open maar intern gericht.
Actief… In en rond het veertig jaar oude kerkgebouw bruist het van de activiteiten. De Immanuelkerk-gemeente kerkt er, maar ook de Victory Christian Church en een Indonesische gemeente. Daarnaast is het kerkgebouw de thuisbasis voor talloze kerkelijke activiteiten: vergaderingen, kringen, pastorale gesprekken, repetities van de cantorij, ouderenmiddagen, koffiemorgens, tienerkoor- of musicalrepetities en jongerenactiviteiten. De werkgroep ‘Kerk in de buurt’ heeft maar liefst 52 werkgroepen geïnventariseerd. En dan heeft de werkgroep Kerk in de Buurt zichzelf in het overzicht nog niet eens meegenomen. Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
31
Het koffiedrinken na de dienst is een belangrijk scharnier in het gemeenteleven. Ook wanneer er twee diensten zijn, kunnen alle kerkgangers elkaar ontmoeten bij de koffie, die geserveerd wordt na de eerste dienst en voorafgaand aan de tweede dienst. Verder zijn er (incidenteel) gemeenteavonden, bijvoorbeeld bij bijzondere beslissingen van de kerkenraad. Daarnaast kiest de kerkenraad er ook voor om de gemeente te informeren na de zondagse kerkdienst.
…maar overbelast In de Immanuelkerk zijn veel vrijwilligers actief. Er zijn veel en verschillende activiteiten. Toch is de kerkenraad van de Immanuelkerk bezorgd over de vrijwilligers in de gemeente. Het kost veel moeite om nieuwe vrijwilligers te vinden. De kerkenraad bezint zich op het moment op nieuwe ideeën om gemeenteleden bij het kerkenwerk te betrekken. Nieuwe ideeën zijn bijvoorbeeld om nieuwe ambtsdragers een meer afgebakend takenpakket te geven voor een kortere duur dan een ambtperiode van vier jaar, om in het traject van de belijdeniscatechese de deelnemers ook praktisch bekend te maken met alle geledingen van de kerk en om de aandacht voor vrijwilligers in onze gemeente en de waardering voor hun werk meer structureel te maken. Veel werk wordt verricht op het gebied van diaconaat en pastoraat. Uit het hoofdstuk komt niet alleen een overzicht van de veelheid aan activiteiten, maar blijkt ook de beperking van menskracht en middelen. Het vergt een geweldige inspanning om met de bestaande leden een goed contact te onderhouden, om bezoekwerk goed te organiseren en nieuwe leden tijdig te bezoeken. De actieve vrijwilligers hebben vaak verscheidene taken. Het risico bestaat daardoor dat mensen overbelast raken.
Veelkleurig… De gemeente is pluriform: het geloof wordt in de gemeente op heel verschillende manieren beleefd en er is ruimte voor verschillende meningen. De kerkenraad realiseert zich dat haar samenstelling uniformer is dan de pluriformiteit van de gemeente. De meest randkerkelijke leden hebben geen zitting in de kerkenraad, en er zijn ook geen vertegenwoordigers van het meest behoudende gedeelte van onze leden, vanwege de gemiddeld hoge leeftijd van deze leden.
…maar grijs De kerk is sterk vergrijsd: ze bestaat voor een derde uit 65 plussers. Het aantal leden dat jonger is dan 18, is gering. Daarin bestaan grote verschillen tussen de verschillende wijken. Haarfijn wordt het onderscheid zichtbaar tussen de ‘gezinswijken’ met relatief veel jonge kinderen (Buitenhof, Hoornse Meer, Wijert-Zuid en de ‘geperforeerden’), de ‘studentenwijken’, met veel 18-35 jarigen (Herewegbuurt, Zeeheldenbuurt, Rivierenbuurt) en de ‘ouderenwijken’ (Corpus, De Wijert, Rivierenbuurt en alweer de ‘geperforeerden’). Wijken met veel belijdende leden zijn doorgaans ook de sterk vergrijsde wijken. De wijk met verreweg het grootste aantal doopleden is de Zeeheldenbuurt. Het aantal belijdende leden blijft daar echter ver bij achter. Wijken met veel belijdende leden zijn Hoornse Meer en De Wijert. In De Wijert-Zuid overtreft het aantal belijdende leden zelfs het aantal doopleden.
Open… De kerkenraad heeft uitgesproken dat de Immanuelkerk een open gemeente wil zijn, waarin een ieder zich welkom kan voelen. Dat uit zich bijvoorbeeld in de nodiging voor het avondmaal, maar ook in het feit dat de cantorij van de Vieringen op Weg een projectkoor is, waarvoor mensen zich per cyclus van twee diensten kunnen aanmelden. In de praktijk blijkt dat ook zo ervaren te worden. De Immanuelkerk probeert in te spelen op stedelijke problematiek, in stedelijk verband (bijvoorbeeld door participatie in de Open Hof – opvang voor daklozen), maar ook in onze eigen buurt (opvang dakloze asielzoekers in het Heymanshuis, contact met Humanitas en Wing over het tegengaan van eenzaamheid in de buurt). Elke woensdagmorgen, als er op het plein voor de kerk een warenmarkt is, is er ‘Open kerk’. De kerkzaal is dan opengesteld, er is koffie ‘met luisterend oor’ van vrijwilligers, er is de mogelijkheid om een kaars te branden in de stiltehoek en er wordt orgel gespeeld. Twee keer per jaar is de kerk de spil van de buurt: bij het pleinfeest
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
32
op het Overwinningsplein in mei en in de decembermaand als er een kerstmarkt wordt gehouden. Er zijn goede contacten met de buurt, zowel met het wijkwerk (project Heel de Buurt, contact met buurtagenten), de maatschappelijk-juridische dienstverlening (wederzijdse doorverwijzing tussen MJD en diaconie) als met de winkeliersvereniging (die op haar website een link heeft naar de site van de Immanuelkerk). Het contact met de stedelijke overheid beperkt zich in de praktijk tot het sociaal maatschappelijk werk. De kerk wordt veelvuldig verhuurd: voor lezingen, vergaderingen van bewonerscommissies en buurtorganisatie en koorrepetities van niet aan de kerk verbonden koren. De Immanuelkerk kiest niet voor actief evangelisatiewerk (‘zieltjes winnen’), maar wil door de manier waarop ze naar buiten treedt, laten zien wie ze is. Vaak zijn huwelijksdiensten en rouwdiensten een eerste of hernieuwde kennismaking met de kerk. De predikanten bereiden deze diensten samen met de betrokkenen voor en schenken er aandacht aan dat ze ook voor mensen die niet of nauwelijks thuis zijn in de kerk toegankelijk zijn. Verder is er een aparte pastoraal werker voor randkerkelijke jongeren.
…maar intern gericht Toch is de Immanuelkerkgemeente allereerst sterk intern gericht. De contacten zijn er, er wordt bij geval gebruik van gemaakt, maar in de praktijk blijkt dat incidenteel. Van bijvoorbeeld een structurele samenwerking met de sociale dienst, of terugkerend overleg met Humanitas en Wing over bevindingen met ouderenwerk in Corpus den Hoorn, is geen sprake. De kerk is een eiland in de buurt. We beschikken over contacten, waardoor anderen ook ons weten te vinden. Maar er is geen geregelde veerdienst vice versa naar het vasteland.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
33
4.
Samenvatting en discussie
4.1
Samenvatting 4.1.1 De vragen Dit rapport is een verkenning van de vraag of we wat hebben met de buurt en met de buren. De kerkenraad ging daar eigenlijk al van uit, toen hij op 9 juni 2001 tijdens de kerkenraadsdag de ‘missie’ voor de Immanuelkerk formuleerde als ‘kerk in de buurt, stem in de stad, werk in de wereld’. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, zo blijkt uit deze rapportage. Over het deel van de stad waar de kerk in staat, is veel bekend. We proberen een zinvolle selectie te maken van basisgegevens over de kerk en de buurt, om zo te komen tot het begin van een opdracht. We zijn daarin nog maar gedeeltelijk geslaagd. Nadere discussie moet leiden tot vervolgvragen en tot concentratie op de relevante gegevens. De hoofdvraag die dit rapport probeert te beantwoorden is de volgende: ‘Waar liggen kansen om als kerk wat voor de buurt te betekenen?’ Het is interessant om die discussie ‘van buiten naar binnen’ te voeren. Daarom wordt allereerst een beeld gegeven van de buurt: ‘Waar zijn we? En wat weten we van de behoeften van de buurt?’. Gebruikmakend van openbare informatie, krijgen we een beeld van de buurt. Wat gaat er goed? Wat is er loos? Waar liggen de knelpunten en waar is behoefte aan? De tweede deelvraag is of de kerk aansluit bij de behoeften van de buurt: ‘Wie zijn wij en wat doen we?’ Het derde hoofdstuk ‘Te gast in eigen huis’ beantwoordt vragen als ‘wie zijn wij’? en ‘Op welke manier zijn wij kerk?’ Ze geeft een overzicht van bestaande contacten en activiteiten. Zo wordt duidelijk op welke manier de kerk ‘op de kaart’ staat. De slotvraag is ‘En wat gaan we doen dan?’. Dat is het punt waarop bouwstenen voor beleid overgaan in beleid zelf. Dat vergt een discussie. Deze discussie wordt voorbereid in dit hoofdstuk.
4.1.2 De buurt ‘Groningen-Zuid’, het werkgebied van de Immanuelkerk, is niet hetzelfde als het gelijknamige gemeentelijke stadsdeel; het zuidoostelijk deel van Groningen-zuid n valt onder de SOW-gemeente Helpman (‘De Ark’). In dit rapport analyseren we onder de titel ‘Groningen-Zuid’ het werkgebied van de Immanuelkerk. We vergelijken ‘ons’ deel van de stad met de stad als geheel en we vergelijken de wijken in het werkgebied van de kerk met elkaar. Het resultaat is een aardig inzicht in de kaartenbak. Achter de gemiddelden gaan verschillende wijken met zeer verschillende mogelijkheden en problemen schuil. De Grunobuurt, De Wijert en de Zeeheldenbuurt kennen veel alleenstaanden. Buitenhof, de Hoornse Wijken en de Wijert-Zuid weer veel jonge gezinnen. In die laatstgenoemde wijken ligt het gemiddelde inkomen per huishouden ook aanzienlijk hoger dan in de eerstgenoemde. De maatschappelijke problemen die de buurtagent rapporteert, lopen opvallend parallel met de inkomensniveaus in de genoemde wijken: hoe hoger het inkomen, hoe groter de rust. De kerkelijkheid voor Groningen-Zuid ligt iets hoger dan voor de stad als geheel (geen 30 maar 40%). De meeste Hervormden en Gereformeerden wonen in Laanhuizen, Grunobuurt, Buitenhof en De Wijert-Zuid. Opvallend laag scoort de kerkelijkheid van de Herewegbuurt en de Zeeheldenbuurt.
4.1.3 De kerk De tweede deelvraag is of de kerk aansluit bij de behoeften van de buurt: ‘Wie zijn
wij en wat doen we?’
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
34
actief maar overbelast
De Immanuelkerk is een grote kerk (4000 leden) waar veel gebeurt. 52 werkgroepen, telde de werkgroep Kerk in de Buurt. Vrijwilligers en een paar beroepskrachten houden de kerk draaiende. En het kost steeds meer moeite om nieuwe vrijwilligers te vinden. Ook in pastoraat en diaconaat wordt zichtbaar hoeveel moeite het kost om met weinig menskracht en middelen veel werk te moeten verzetten. Het gaat nog, maar het is kwetsbaar. veelkleurig maar grijs
De gemeente is pluriform: het geloof wordt in de gemeente op heel verschillende manieren beleefd en er is ruimte voor verschillende meningen. Maar de kerk is bepaald geen afspiegeling van haar werkgebied in leeftijdsopbouw. De helft van de inwoners van Groningen-Zuid is jonger dan 36 jaar. Dat geldt voor slechts een vijfde van de kerkleden. Een derde van de kerkleden is 65 jaar of ouder. Dat geldt voor niet meer dan 17% van de inwoners van Groningen-Zuid en voor slechts 11% van alle Stadjers. open maar intern gericht
De Immanuelkerk wil een open gemeente zijn, waarin een ieder zich welkom kan voelen. De kerk kiest niet voor actief evangelisatiewerk (‘zieltjes winnen’), maar wil door de manier waarop ze naar buiten treedt, laten zien wie ze is. De kerk probeert ook in te spelen op stedelijke problemen: of het nu gaat om daklozen, asielzoekers of mensen die behoefte hebben aan ‘koffie met een luisterend oor’, de kerk is er bij betrokken. Toch is de Immanuelkerk sterk intern gericht. Er zijn wel contacten met de buitenwereld, maar van bijvoorbeeld een structurele samenwerking met de sociale dienst, de MJD, Wing of Humanitas is geen sprake. De kerk is een eiland in de buurt. We beschikken over contacten, maar er is geen geregelde veerdienst vice versa naar het vasteland.
4.2
Discussie Cruciaal voor de beleidsontwikkeling van de kerk is een helder zicht op de doelen in de nabije en wat verdere toekomst. Dat zicht kan alleen ontstaan door een fundamentele discussie over wat voor de kerk belangrijk is en wat minder. Wat doen we eerst en wat doen we later? De werkgroep ‘Kerk in de Buurt’ meent er goed aan te doen, die discussie voor te bereiden door een aantal stellingen te formuleren. Stellingen die weliswaar in het verlengde liggen van de rapportage, maar die er niet een noodzakelijk gevolg van zijn. Er is discussie mogelijk, en dus nodig. De conclusies van dit hoofdstuk vergen een bewuste keuze.
4.2.1 Hoofdkeuze: trek conclusies, maar blijf jezelf. 1.
Nu de ‘missie’ voor de Immanuelkerk luidt: ‘kerk in de buurt, stem in de stad, werk in de wereld’, moet analyse van dit rapport gevolgen hebben voor de strategie van de kerk.
2.
De kerk moet zichzelf blijven. Verreweg de meeste activiteiten die de kerk verricht, sporen goed met haar doelen en identiteit. Het past bij het pluriforme karakter van de kerk om duizend bloemen te laten bloeien. Dat is waarschijnlijk de verklaring voor het grote aantal geperforeerden in de kerk. Het is dus passend dat er in de afgelopen jaren een jongerencafé is gestart, maar ook een Johannes de Heer-zanggroep.
4.2.2 Word selectiever: houd rekening met krappe capaciteit 3.
We moeten nieuwe dingen gaan doen (veerdiensten instellen: contacten met maatschappelijke organisaties), maar voorkomen dat de werkdruk niet meer is te dragen.
4.
Het grote aantal activiteiten en het groeiend gebrek aan vrijwilligers staan met elkaar op gespannen voet. Het is onwaarschijnlijk dat (nieuwe) activiteiten gericht op de ‘kerk voor de buurt’ er gewoon bij kunnen worden gedaan. De Immanuelkerk zal er andere dingen voor moeten laten.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
35
5.
De kerkenraad kan nauwelijks meer worden bemenst. Kerkenraad en moderamen moeten daarom een nieuwe, minder arbeidsintensieve organisatie krijgen.
6.
Bij alle taken die de kerk vervult, is het verstandig om steeds twee dingen in de gaten te houden: is er vraag naar? En: past het in de lange termijnstrategie? Bij nieuw te ontwikkelen zaken moet voorrang worden gegeven aan dingen die breed worden gezien als maatschappelijk relevant en die passen bij het toekomstbeeld van de (Immanuel)kerk. Dat heeft consequenties voor de inzet van menskracht en middelen.
4.2.3 Het licht blijft aan 7.
Vergrijzing (31% 65 plussers, vrijwel geen jongeren) is een probleem. De huidige leeftijdsopbouw legt niet alleen een zware druk op het pastoraat. Met een leeftijdsopbouw als die van de Immanuelkerk is een reëel scenario dat de laatste het licht uit doet. Dat past niet bij de ambities en de opdracht van de kerk.
8.
Vergrijzing is alleen te keren door aantrekkelijker te worden voor jongere leeftijdsgroepen. Voor veel jongeren en kinderen is het een zeldzaamheid geworden dat hun vrienden ook lid zijn van de kerk.
9.
De meerderheid van de leden (op dit moment 61%) is niet-belijdend. Dit percentage groeit. Onder jongere leden is dit percentage veel hoger. De rol en inbreng van niet-belijdende leden in de diverse organen van de kerk verdient fundamentele herziening.
10. De gemiddelde leeftijd van de kerkleden is veel hoger dan die in GroningenZuid. Maar er zijn grote verschillen tussen wijken. Daarom moet de kerk wijksgewijzer gaan werken. Dat betekent dat we in De Buitenhof andere dingen moeten doen dan in De Wijert-Noord. De kerk moet stukken beter worden in activiteiten door en voor jonge mensen, te beginnen in kinderrijke buurten. 11. De leeftijdsopbouw biedt ook kansen. Veel senioren zijn geïnteresseerd in een zinvolle invulling van hun laatste (en hopelijk lange en vitale) levensfase. De kerk hoort daarin systematisch te voorzien. Veel ‘seculier’ vrijwilligerswerk (gasthuis, ‘Help een handje’) wordt verricht door kerkmensen: vaak niet vanuit de kerk maar wel door mensen met een kerkelijke achtergrond. De kerk hoort daarbij gericht een kerkelijk verband na te streven. Kansen te bieden. Uit te dagen.
4.2.4 Word kerk in de buurt 12. Er brandt nog licht onder de korenmaat. Maar de kerk mag niet genoeg hebben aan zichzelf. Het hoort bij het wezen van de kerk om een veerdienst naar het vasteland te onderhouden. 13. De kerk moet bekender worden in de buurt. Het succes van de wijkkerk begint bij de buurtkerk. Uit een enquête onder buurtbewoners blijkt dat ze de kerk slecht kennen. Voor veel mensen is die ook ver weg. De kerk streeft er naar de directe omgeving van het Overwinningsplein een aantal keren per jaar bij de kerk te betrekken. De bestaande wegen van het pleinfeest, braderie Helpman en de kerstmarkt moeten beter benut worden. Ook de communicatie via de buurtkranten moet waar mogelijk worden geïntensiveerd. Ook kan de kerk zich presenteren in de bibliotheek. 14. De kerk is moet zich profileren op de dingen waarin de kerk goed is en die aansluiten op de dingen die niet-kerkelijke mensen van de kerk verwachten. Voorbeelden: publiciteit rond de kerstviering, inspelen op de behoefte aan zingeving in het algemeen, bijvoorbeeld activiteiten bij grote maatschappelijke gebeurtenissen. Van 4 mei tot 11 september. 15. De kerk moet systematisch en structureel werk maken van communicatie met haar omgeving. Relatiebeheer, nieuwsbrieven en geregeld overleg met
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
36
wijk- en buurtverenigingen, Wing, MJD, Humanitas, de dienst SoZaWe, de ondernemersvereniging Overwinningsplein en Patrimonium. De activiteiten van de PR-commissie moeten worden geïntensiveerd: het actueel houden van de website en het uitbrengen van een algemene folder. 16. De kerk maakt werk van stadspastoraat. Geen zieltjes winnen, maar wel sterke betrokkenheid tonen bij de vragen van de stad. En zo aantrekkelijk worden voor mensen die zitten met die vragen. De kerk maakt werk van grote maatschappelijke thema’s als werkloosheid, eenzaamheid, stadsvernieuwing, opvoeding en sociale cohesie in de buurt. Het is zaak om daarbij contact te leggen met ‘natuurlijke bondgenoten’, waarbij soms een coalitie met andere partners wordt gevormd, zoals wijk- en buurtorganisaties, Wing of Humanitas. Hierbij wordt gebruik gemaakt van wat zich in de samenleving afspeelt. Ook hiervoor geldt dat de kerk zich niet moet vertillen. De Immanuelkerk kiest één of twee maatschappelijke thema’s, wordt daar goed in is en dus daaraan herkenbaar.
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
37
Bijlage 1: Burgerlijke staat ABSOLUUT
Man
Vrouw
O Zeeheldenbuurt
Gh
1.306
Rivierenbuurt
Gs
233
O
W 77
Totaal Gh
15
1.631 1.482
Gs
229
W 77
O
Gh
Gs
76
1.864
2.788
462
W
154
91
3.495
906
235
64
23
1.228
922
235
93
167
1.417
1.828
470
157
190
2.645
1.224
620
164
74
2.082 1.165
610
252
338
2.365
2.389 1.230
416
412
4.447
De Wijert-Zuid
519
611
57
37
1.224
553
612
93
203
1.461
1.072 1.223
150
240
2.685
Laanhuizen
362
115
29
10
516
348
116
44
46
554
710
231
73
56
1.070
Grunobuurt
707
195
66
40
1.008
720
191
104
147
1.162
1.427
386
170
187
2.170
Herewegbuurt (Davidstraatbuurt)
385
59
22
7
473
366
60
32
30
488
751
119
54
37
961
969
679
114
91
1.853
1000
679
225
522
2.426
1.969 1.358
339
613
4.279
1.439 1.235
168
71
2.913 1.369 1.225
196
308
3.098
2.808 2.460
364
379
6.011
30
4
23
3
736
53
7
1.479
De Wijert
Corpus den Hoorn Hoornsewijken, Piccardthof Buitenhof
408
Peizerweg
301
743
412
298
820
599
7
9
1
0
17
5
9
1
0
15
12
18
2
7
39
71
19
11
4
105
60
19
12
8
99
131
38
23
12
204
Totaal
8.303 4.311
803
376 13.793 8.402 4.283 1.152 1.848 15.685 16.705 8.594 1.955 2.231
29.485
PERCENTAGES
Man
De Kring
Vrouw
O
Gh
Gs
O
W
Totaal Gh
Gs
W
O
Gh
Gs
W
Zeeheldenbuurt
80%
14%
5%
1%
100%
80%
12%
4%
4%
100%
80%
13%
4%
3%
100%
Rivierenbuurt
74%
19%
5%
2%
100%
65%
17%
7%
12%
100%
69%
18%
6%
7%
100%
De Wijert
59%
30%
8%
4%
100%
49%
26%
11%
14%
100%
54%
28%
9%
9%
100%
De Wijert-Zuid
42%
50%
5%
3%
100%
38%
42%
6%
14%
100%
40%
46%
6%
9%
100%
Laanhuizen
70%
22%
6%
2%
100%
63%
21%
8%
8%
100%
66%
22%
7%
5%
100%
Grunobuurt
70%
19%
7%
4%
100%
62%
16%
9%
13%
100%
66%
18%
8%
9%
100%
Herewegbuurt (Davidstraatbuurt)
81%
12%
5%
1%
100%
75%
12%
7%
6%
100%
78%
12%
6%
4%
100%
Corpus den Hoorn
52%
37%
6%
5%
100%
41%
28%
9%
22%
100%
46%
32%
8%
14%
100%
Hoornsewijken, Piccardthof
49%
42%
6%
2%
100%
44%
40%
6%
10%
100%
47%
41%
6%
6%
100%
Buitenhof
55%
41%
4%
1%
100%
56%
40%
3%
0%
100%
55%
41%
4%
0%
100%
Peizerweg
41%
53%
6%
0%
100%
33%
60%
7%
0%
100%
31%
46%
5%
18%
100%
De Kring
68%
18%
10%
4%
100%
61%
19%
12%
8%
100%
64%
19%
11%
6%
100%
Totaal
60%
31%
6%
3%
100%
54%
27%
7%
12%
100%
57%
29%
7%
8%
100%
Bron: Gemeentelijke bevolkingsadministratie (1 januari 2003) O Gh Gs W
= = = =
Ongehuwd Gehuwd (+ geregistreerd partnerschap) Gescheiden (+ gescheiden geregistreerde partner) Weduwe/weduwnaar (+ achtergebleven geregistreerde partner)
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
38
Bijlage 2: Enquête onder kerkmensen
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
39
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
40
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
41
Bijlage 3: Enquête onder buurtbewoners
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt
42
Noaberschap: bouwstenen voor de discussie over de relatie tussen de kerk en de buurt