Kwartaalbericht Bouw ING Economisch Bureau
Bouwsector bereikt de bodem in 2013 Ook in 2013 zal de bouwproductie nog dalen. De krimp zal naar verwachting echter kleiner zijn dan in 2012. De woningbouw blijft gebukt gaan onder de vastgelopen woningmarkt, de recessie laat de investeringen in bedrijfsgebouwen nog afnemen en overheidsbezuinigingen hebben hun weerslag op de infrasector. Door de enorme vraaguitval van de afgelopen jaren kampt de sector met een flinke overcapaciteit waardoor het aantal faillissementen is opgelopen. Een licht herstel in 2014 kan hier ook nog geen einde aan maken. Bouw voor ruim een derde verantwoordelijk voor economische krimp De impact van de bouwproductie op de Nederlandse economie is groot. De daling van het BBP in het derde kwartaal 2012 van 1,6% (j.o.j.) werd voor ruim een derde (0,6%-punt) veroorzaakt door de daling van de bouwproductie. De conjunctuurgevoelige bouw heeft zwaar te lijden onder
Tabel 1 Bouwproductie naar deelsectoren, 2012-2014 (% j.o.j.) 2012 2013
Figuur 1 Ontwikkeling van de capaciteit in de bouw en het aantal faillissementen, 1993- oktober 2012 -50
100
-40
80
-30
60
-20
40
-10
20 0
0 10 20 30 40 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012
■ Overcapaciteit ■ Ondercapaciteit
_
Faillissementen (rechter as)
2014 Bron: Ecowin, CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
Woningbouw Nieuwbouw Verbouw Onderhoud Aantal woningen gereed Utiliteitsbouw Nieuwbouw Verbouw Onderhoud Infrasector Nieuwbouw & verbouw Onderhoud Totaal bouw
-9,5% -3,5% 2,0% -7,5% -3,0% 1,0% -3,0% 1,0% 2,0% 53.000 49.000 50.000 -8,5% -7,5% -2,5%
-2,5% -1,5% 0,5%
2,5% 2,0% 2,0%
-8,0% -4,0%
-3,0% -2,5%
1,0% 1,0%
-7,3%
-2,0%
2,0%
Bron: Ramingen ING Economisch Bureau
de economische krimp. Bedrijven stellen investeringen in bedrijfspanden uit, overheden bezuinigen op infrastructuur en door de vastgelopen huizenmarkt in combinatie met een onzekere consument ligt het aantal verkopen van nieuwbouwwoningen op een historisch laag niveau. In de maand september 2012 daalde de bouwproductie wederom met 1% in vergelijking met een maand eerder. Dit is voor de zesde maal op rij dat de bouwproductie afneemt.
Licht herstel bouwproductie in 2014 Door de (nog) slechter dan verwachte cijfers voor het gehele derde kwartaal verlagen wij onze raming voor de bouwproductie voor 2012 tot een krimp van 7,3%. Ook volgend jaar
leidt dit tot een lagere productie waardoor ING Economisch Bureau voor 2013 een krimp verwacht van 2,0%. In 2014 is er enig herstel te verwachten. Door het dan nog steeds zeer lage productieniveau zal dit voor bouwbedrijven waarschijnlijk nog onvoldoende zijn om een einde te maken aan de overcapaciteit en blijven prijzen onder druk staan.
Bijna helft van de bedrijven kampt met te weinig opdrachten Door de slechte economische omstandigheden is de vraaguitval bij bouwbedrijven tot een recordhoogte gestegen. In november 2012 gaf 49% van de bedrijven aan dat hun
Goed ondernemerschap maakt het verschil! Ook al zal in 2013 waarschijnlijk de bodem worden bereikt, het voelt allerminst comfortabel in de bouw. Juist vanuit een verzwakte positie zal het extra lastig zijn om de weg naar boven te vinden, zowel financieel als qua strategie. En ook in deze markt met overcapaciteit komen er nog steeds nieuwe bouwbedrijven bij en verdwijnt de capaciteit van gefailleerde bedrijven vaak niet of slechts ten dele. Dat is dus nog een extra complicerende factor op weg naar herstel. Maar zoals in dit kwartaalbericht weer wordt bewezen zijn er nog steeds succesvol opererende bouwbedrijven. Deze ondernemers bewijzen dat naast een passend concept, goed businessplan, optimale klantgerichtheid en product/marktcombinatie het ondernemerschap zelf vaak doorslaggevend is voor overleven en continuïteit. Maar wat maakt nu dat de ene ondernemer echt beter presteert dan een andere, vergelijkbare, ondernemer? Drie aspecten van goed ondernemerschap wil ik hier noemen. Ten eerste: De zorg voor goede medewerkers die weten wat van hen verwacht wordt en die het voor de onderneming juiste gedrag vertonen; Daarnaast is deze ondernemer inspirerend voor de medewerkers en andere stakeholders. En als laatste: Een ondernemer die in het belang van het bedrijf vasthoudt aan de gekozen focus en strategie, die dat feilloos weet uit te voeren en die ‘nee’ kan zeggen tegen verleidelijke aanbiedingen die niet passen bij deze focus en strategie. Zeker gemakkelijker gezegd dan gedaan maar er zijn voldoende ‘best practices’ voorhanden. ING wil graag met u sparren over uw ondernemerschap in vergelijking met anderen. Ik daag u uit deze uitnodiging aan te nemen en wens u veel succes met ondernemen! Jan van der Doelen, ING Nederland Sectormanager Bouw, Onroerend Goed & Leisure
[email protected]
Kwartaalbericht Bouw December 2012 2
belangrijkste belemmering voor het op gang houden van de productie was dat zij een gebrek aan opdrachten hebben. Personeel en onderaannemers zijn voldoende aanwezig. Om in de kosten te snijden geven aannemers aan dat zij de komende maanden het personeelsbestand willen inkrimpen. In de B&U sector wil dan ook 44% van een gedeelte van het personeel af. In de door de recessie minder getroffen infrasector wil een derde van de bedrijven de personeelsbezetting verkleinen.
Enorme overcapaciteit bij bouwbedrijven De aanhoudende vraaguitval leidt tot enorme overcapaciteiten bij bouwbedrijven. Figuur 1 geeft de bezetting weer van bouwbedrijven van de afgelopen jaren ten opzichte van het aantal faillissementen.1 In 2012 is er in de bouw een grote overcapaciteit. Aantal faillissementen blijft hoog Overcapaciteit zorgt voor toenemende concurrentie en daardoor prijsdruk waardoor opdrachten noodgedwongen vaak onder de kostprijs worden aangenomen. De lage prijzen en het gedeeltelijk stil staan van het productieapparaat zorgen ervoor dat bij bouwbedrijven de kosten zoals lonen van vaste werknemers en rentekosten van ingenomen grondposities doorlopen maar de inkomsten juist dalen. Hieruit ontstaan verliezen met uiteindelijk een record aantal faillissementen tot gevolg. Zo gingen er de afgelopen maanden gemiddeld bijna 100 bouwbedrijven per maand bankroet. Tijdens de vorige krimpperiode in de bouw in de jaren 2002 tot en met 2004 steeg het aantal faillissementen veel beperkter. Enerzijds lag dat aan de beperktere productiekrimp van toen, circa 10% in drie jaar. Sinds 2009 is er nu echter al circa 20% van de productie afgegaan. Daarnaast was er in de jaren 2000 en 2001 voor de vorige recessie nog een veel grotere ondercapaciteit dan in 2007-2008 (figuur 1). Bedrijven konden hierdoor tijdens de productiekrimp in 2002 tot en met 2004 weer terugkeren naar hun “normale” bezettingsgraad terwijl dit in de jaren 2009 en volgende direct leidde tot overcapaciteit en het oplopen van kosten. Woningbouw Investeringen in de woningbouw blijven dalen In het derde kwartaal 2012 namen de investeringen in woningen met 9,4% af ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. De vooruitzichten blijven ook in mineur. Door het lage aantal transacties op de woningmarkt is er weinig 1 De bezetting wordt daarbij berekend door de som van het percentage bedrijven dat aangeeft te weinig opdrachten te hebben minus het percentage bedrijven met te weinig personeel en onderaannemers. Als er meer bedrijven zijn met te weinig opdrachten dan is er een situatie van overcapaciteit. Als er meer bedrijven zijn met personeelstekorten en een tekort aan onderaannemers dan is er sprake van ondercapaciteit.
Figuur 2 Prijsontwikkeling bestaande woningen ten opzichte van nieuwbouwwoningen, 1998- 3e kwartaal 2012 120 110 100
Index 2005=100
90 80 70 60 50 1998
2000
2002
2004
2006
2008
2010
2012
_ Gemiddelde verkoopprijs nieuwbouw koopwoningen _ Bestaande woningen Bron: CBS en MNW, bewerkt door ING Economisch Bureau
doorstroming waardoor ook weinig nieuwbouwwoningen worden verkocht. Dalende prijzen van bestaande woningen zorgen er voor dat ook ontwikkelaars van nieuwbouwwoningen hun prijzen moeten verlagen om concurrerend te blijven. Daarbij maken de btw-verhoging naar 21% die ook voor nieuwbouwwoningen geldt en de blijvende verlaging van de overdrachtsbelasting naar 2% nieuwbouwwoningen ook relatief duurder. Prijzen nieuwbouwwoningen 20% lager dan in 2007 Particulieren die hun bestaande woning voor 2004 hebben gekocht hebben nog wel enige overwaarde waardoor zij hun prijs kunnen verlagen en zo toch nog een “boekwinst” kunnen maken of zij hebben geen urgentie om te verhuizen. Voor projectontwikkelaars geldt dat er wel urgentie is om nieuwbouw te verkopen. De kosten van bouwgrond blijven bijvoorbeeld op de balans drukken zolang de woningen nog niet zijn verkocht en gebouwd. Daarbij tikken voor bouwbedrijven ook de loonkosten van (overtollig) personeel zwaar aan. Door de lagere prijzen van bestaande woningen moeten ook projectontwikkelaars hun nieuwbouwwoningen met flinke kortingen aanbieden om concurrerend te blijven. Ten opzichte van de top eind 2007 zijn nieuwbouwwoningen ruim 20% goedkoper geworden en liggen net als bestaande woningen momenteel op het prijsniveau van 2004 (figuur 2). Om bij deze lagere prijzen toch nog te kunnen overleven doen aannemers er alles aan om nog efficiënter te werken en faalkosten te beperken. De urgentie is hoog en het persoKwartaalbericht Bouw December 2012 3
Bouwbedrijf Waal
“Door innovaties kan de prijs nog zoveel lager” “Bouwbedrijven zitten in een hartstikke mooie sport, want er is nog zoveel te verbeteren. Begin daarbij bij jezelf. Het ligt nog bomvol met schatten in de bouw” zegt de innovatieve bouwer Johan Krijgsman van bouwbedrijf Waal. “De prijs in de sector kan nog veel lager door innovatief te werken” geeft hij aan. Ook in 2012 schrijft bouwbedrijf Waal weer zwarte cijfers. Een mooi resultaat in een sector waar dagelijks bedrijven omvallen. Krijgsman ziet dat veel concurrenten “onbewust gemakzuchtig” zijn. Zelf zet hij daar een winnaarsmentaliteit tegenover. Daarbij stelt hij zich ook kwetsbaar op. “Wij verspillen ook nog steeds bakken met geld in ons bouwproces wat niet toelaatbaar is”. Daarbij is Waal de weg ingeslagen om de mens centraal te stellen als gebruiker, opdrachtgever en in de keten. Waal biedt dienstverlening aan met het concept LeefiD, om waarde te creëren in vraaggestuurd ontwikkelen, afzetkanalen organiseren en maximale betaalbare keuzevrijheid voor gebruikers. Door de Waal-methodiek MaakIQ streeft Waal naar Operational Excellence. Traditionele bouwtekeningen laten vaak zien hoe het moet zijn als het af is maar niet hoe het in elkaar gezet moet worden. Door modulair te bouwen en het standaardiseren van processen ligt er nog een bouwwereld open. Zo kan een grondgebonden woning neergezet worden in 12 weken met nul opleverfouten. “Processen moet je stabiliseren, want leren ga je pas als je repeteert” zegt Krijgsman. Constant en onophoudelijk is hij bezig te investeren in vernieuwing. “Je gaat niet naar de zaak om gezeur aan te horen en de hele dag brandjes te blussen. Je gaat er naartoe om de boel te verbeteren”. In zijn onophoudelijke innerlijke drang naar innovatie op innovatie geeft hij ook aan een hoog verloop van personeel te hebben. Het valt niet mee om personeel te vinden dat innovatief is en dat ook voortdurend blijft. Conceptueel kunnen denken en veranderingsgezind zijn, is bij Waal dan ook veel belangrijker dan dat je goed kan bouwen. Krijgsman is niet bang dat de bouwproductie van Waal nog verder daalt. Ook als er nog maar 40.000 woningen gebouwd worden. “Zolang je beter presteert dan andere bedrijven kan je je omzet blijven draaien en ieder jaar met zwarte cijfers afsluiten”. In de zomer van dit jaar publiceerde ING Economisch Bureau het rapport “Succesvolle bouwbedrijven ook in deze tijd”. Ondanks de flinke productiekrimp, waar ook in dit kwartaalbericht noodgedwongen weer veel aandacht aan besteed wordt, zijn er nog steeds bouwbedrijven die wel goed presteren. Om ook deze nog steeds goed draaiende kant van de sector te belichten, besteden we in ieder kwartaalbericht bouw de komende tijd aan één zo’n bedrijf aandacht.
Figuur 3 Afgegeven aantal vergunningen en gereedmeldingen nieuwbouwwoningen, 1998- september 2012
Figuur 4 % Utiliteitsbouwers met te weinig opdrachten als belangrijkste belemmering voor werkzaamheden, 2006-2012
120.000
60%120
100.000
50%100
80.000
40% 80
60.000
30% 60
40.000
20% 40
20.000
10% 20
0
1998
_ _
0%
12-mnds voortschrijdend gemiddelde 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2012
0 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
In de maand september Vergunningen Gereedmeldingen
Bron: EIB
Bron: Ecowin, bewerkt door ING Economisch Bureau
neel en de directie van veel bedrijven zijn hierdoor ook erg gemotiveerd omdat zij doordrongen zijn van het feit dat de eigen baan dan wel het voortbestaan van de onderneming op het spel staat. Kleine opleving woning verkopen eind 2012 verwacht In de laatste periode van 2012 is een kortstondige opleving te verwachten van de verkoop van nieuwbouwwoningen door de beperking van de hypotheekrenteaftrek in 2013. Starters die toch al op korte termijn van plan waren om een woning te kopen, besluiten de aankoop nog in 2012 te doen om zo nog onder het oude regime van de hypotheekrenteaftrek te blijven vallen. Hierdoor kunnen zij de gehele hypotheekrente blijven aftrekken van de belasting in plaats van alleen op annuïteitenbasis zoals vanaf 2013 voor nieuwe gevallen alleen maar toegestaan is. De opleving van het aantal verkopen zal echter alleen tot een verschuiving naar voren leiden waardoor begin volgend jaar er juist een daling zal zijn. Afgifte aantal vergunningen blijft dalen De afgifte van het aantal vergunningen laat nog geen herstel zien van de woningbouw. Normaliter wordt een vergunning na circa twee jaar omgezet in een afgebouwde woning (figuur 3). Het aantal afgegeven vergunningen is de afgelopen jaren flink gedaald en lag in het tweede kwartaal 2012 met bijna 9.000 vergunningen 30% lager dan in dezelfde periode een jaar eerder en is gehalveerd ten opzichte van 2007. Naar verwachting zal het aantal gereedmeldingen ook nog verder dalen tot 49.000 in 2013. Kwartaalbericht Bouw December 2012 4
Utiliteitsbouw In de utiliteitsbouw is de krimp in investeringen nog relatief beperkt ten opzichte van de woningmarkt. In het derde kwartaal 2012 daalden de investeringen met ‘slechts’ 2,9% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De economische neergang zorgt dat bedrijven weinig behoefte hebben om te investeren in nieuwe bedrijfspanden. De bezettingsgraad in de industrie ligt bijvoorbeeld in oktober 2012 onder de 78%. De afgelopen 20 jaar is dit alleen voorgekomen in crisisjaar 2009. Investeringsplannen zijn hierdoor niet nodig en veel bedrijven hebben hiervoor ook niet de financiële middelen. Het beperkte aantal opdrachten dat hieruit voorkomt zorgt er voor dat meer dan de helft van de utiliteitsbouwers te weinig orders heeft om het personeel aan het werk te houden (figuur 4). Voor 2013 verwacht ING Economisch Bureau een verdere daling van de nieuwbouwproductie van de utiliteitsbouw van 2,5%. Afname vergunningen heeft altijd grotere uitschieters De afgifte van vergunningen van bedrijfsgebouwen is in de eerste helft van 2012 toegenomen. In volume werd er bijna 5% meer aan vergunningen afgegeven al is de groei wel dalend. De ontwikkeling van de afgifte van het aantal vergunningen laat veel grotere uitslagen zien dan de uiteindelijke investeringen. Zo daalde het volume van de afgegeven vergunningen in 2010 met bijna 40% terwijl de investeringen toen met `slechts´ 13% daalden (figuur 5). Bouwbedrijven lijken de voorraad werk die uiteindelijk voortkomt uit de
Figuur 5 Ontwikkeling investeringen in bedrijfsgebouwen en volume van vergunningen bedrijfsgebouwen (% j.o.j.), 1992-2012
Figuur 6 Ontwikkeling vertrouwen Nederlandse infrabedrijven ten opzichte van B&U bedrijven 2000- oktober 2012
50%
40
40%
30
30%
20
20%
10
20%
10%
0
10%
0%
-10
0%
-10%
-20
-10%
-20%
-30
-20%
-30%
-40
-30%
-50
-40%
-40% -50%
Ontwikkeling vergunningen veel conjunctuurgevoeliger dan de daadwerkelijke investeringen
-60
Vergunningen Investeringen
_ _
40% 30%
Vergunningen
Som van het % van de positieve en negatieve antwoorden '00
'92 '93 '94 '95 '96 '97 '98 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07 '08 '09 '10 '11 '12
_ _
50% Investeringen
'01
'02
'03
'04
'05 '056 '07
'08
'09
-50% '92 '93 '94 '95 '96 '97 '9
'10
'11
'12
Infrasector B&U
Bron: CBS en Ecowin
Bron: Europese Commissie
afgifte van de vergunningen veel meer uit te smeren over de tijd en daarbij uitschieters naar boven en beneden in de benodigde productiecapaciteit te beperken.
ruim € 13 miljard resulteren de nieuwste bezuinigingen van € 250 miljoen in 2%-punt minder groei voor 2014. Welke projecten niet doorgaan is momenteel nog niet duidelijk. Na een flinke daling van de infrasector van circa 8,0% in 2012 verwacht ING Economisch Bureau een verdere afname in 2013 van 3,0% voor de nieuwbouw en 2,5% voor de onderhoudssector.
Infrasector Orderboeken infrabouwers minder goed gevuld In het derde kwartaal krompen de investeringen in infrastructuur met bijna 8% en ook in het tweede kwartaal lag dit volume al veel lager dan in dezelfde periode een jaar eerder. Orderboeken zijn zowel in de grond- en waterbouw als in de wegenbouw beduidend minder gevuld dan een jaar eerder. In januari 2012 had de gemiddelde infrabouwer nog een werkvoorraad van bijna 6 maanden. In oktober is dit gedaald tot 5,3 maanden. Aannemers in de grond- weg en waterbouw zijn dan ook een stuk pessimistischer geworden in de loop van 2012 maar nog steeds niet zo somber als de B&U sector (figuur 6). Extra bezuinigingen zetten omzet infra bedrijven verder onder druk De extra bezuinigingen uit het aangepaste regeerakkoord van jaarlijks € 250 miljoen vanaf 2014 zetten de omzetten van wegenbouwers extra onder druk nadat er ook al eerdere bezuinigingen op infrastructuur werden aangekondigd ter grootte van jaarlijks € 200 miljoen vanaf 2013. Op een totale jaarlijkse productie in de grond- weg- en waterbouw van Kwartaalbericht Bouw December 2012 5
Meer weten? Kijk op ING.nl Of bel met Maurice van Sante, Senior econoom (auteur) 020 576 85 47 Jan van der Doelen, Senior sectormanager Bouw en onroerend goed 020 652 20 14 Wilt u nieuwe publicaties per e-mail ontvangen? Ga naar ING.nl/kennis
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijke zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 6 december 2012.