Warmteweerstand
Warmtetransmissie door een constructie
1. De warmteweerstand Rm van een vlakke homogene laag wordt berekend uit:
7. Voor de stationaire warmtetransmissie q door een constructie geldt: [m2K/W]
Rm = d/λ d
: dikte van laag
λ
: labda waarde c.q. warmtegeleidingscoëfficiënt van het materiaal van de laag
[m] [W/mK]
3. De warmteweerstand Rc van een uit n lagen opgebouwde vlakke constructie wordt bepaald uit:
4. De overgangsweerstanden Rsi en Rse zijn in de meeste gevallen Rsi = 0,13 m2K/W en Rse = 0,04 m2K/W. In de onderstaande tabel staat een volledig overzicht van de te hanteren overgangsweerstanden, ontleend aan NEN 1068:2001. overgangsweerstand binnenzijde Rse (m2K)/W 0,10 0,04 0,17 0,04 0,04 0,13
Rtot = Rse + Rc + Rsi
[ºC]
Temperatuurverdeling 8. De meest algemene relatie die gebruikt kan worden bij de berekening van de plaatselijke materiaaltemperatuur in een constructie luidt: [ºC]
Tx = Te . A + Ti . B A+B
Hierin zijn A en B te bepalen uit constructieafmetingen en labda- en alfawaarden.
9. In de vlakke, uit één of meer lagen opgebouwde constructie, geldt: A : de gezamenlijke warmteweerstand tussen de gegeven locatie en de binnentemperatuur B : idem, met buitentemperatuur Hier zijn de temperatuurverschillen, Tx – Te en Ti – Tx, dus recht evenredig met de te overbruggen warmteweerstanden. Voor de temperatuur op het binnenoppervlak, Tio geldt dan: A = Rsi en B = Rtot - Rsi
[m2K/W]
zodat: [m2K/W]
Tio =Te . Rsi + Ti ( Rtot - Rsi ) Rtot
[ºC]
of, na enige omwerking met voorgaande formules Tio = Ti - U (Ti - Te) . Rsi
6. De warmtedoorgangscoëfficiënt U van een constructie wordt berekend uit:
[ºC]
[W/m2K]
21
Instellingen
U-waarde
20
[ºC]
Data
overgangsweerstand buitenzijde Rsi (m2K)/W 0,10 0,17 0,17 0,10 0,13 0,13
5. De totale warmteweerstand Rtot van een constructie wordt bepaald uit:
U = 1 / Rtot
: binnentemperatuur
Te : buitentemperatuur
Ti
[m2K/W]
Rc = Rm1 + Rm2 + ............ + Rmn
vloeren bij een naar boven gerichte warmtestroom vloer boven buitenlucht vloeren boven onverwarmde ruimte of kruipruimte daken met hellingshoek met horizontaal < 75° overige constructies grenzend aan buitenlucht overige constructies
[W/m2]
Formules
2. De warmteweerstand Rsp van een vlakke luchtspouw is afhankelijk van de breedte van de spouw en de richting van de warmtestroom. De warmteweerstand varieert van 0 m2 K/W (breedte 0 mm) tot 0,23 m2 K/W (300 mm spouw, omlaaggerichte warmtestroom). Voor een spouw met een breedte van 100 mm, en een horizontale warmtestroom bedraagt de warmteweerstand 0,18 m2 K/W. (Getallen ontleend aan § 6.4.1 van NPR 2068:2002.)
q = U ( Ti - Te )
Regelgeving
bouwfysica
bouwfysica
Temperatuurfactor Een praktische getalswaarde voor een koudebrug kan men vinden in
Warmtetransmissie van een gebouw (verkorte methode) 14. De warmteverliescoëfficiënt HT van een gebouw wordt bepaald door:
f = (Tio - Te) / (Ti - Te)
[-]
HT = LD + Ls + Hu LD = Ai(Ui + 0,1)
Warmtetransmissie van een gebouw (uitgebreide methode) De warmtetransmissie van een gebouw kan met behulp van NEN 1068:2001 en NPR 2068:2002 worden bepaald.
[W/K] [W/K]
[W/K] Ls = a(ArandUrand + AmiddenUmidden - 0,1 P) + 1,1 P HU = 0 (transmissieverlies via onverwarmde ruimte wordt beschouwd als transmissieverlies direct naar buiten)
Warmtecapaciteit 15. De warmtecapaciteit Cn van een materiaallaag n wordt berekend uit:
10. De warmteverliescoëfficiënt HT van een gebouw wordt bepaald door: [W/K]
Cn = n cn dn
[J/m2K]
LD : warmteverlies tussen verwarmde binnenruimte en buitenlucht
[W/K]
ρn : (rho) dichtheid van het materiaal
[kg/m3]
Ls : warmteverlies via de begane grondvloer HU : warmteverlies via onverwarmde ruimten
[W/K]
cn : soortelijke warmte van het materiaal
[J/kg K]
[W/K]
dn : dikte van laag n
11. Warmteverlies LD tussen verwarmde binnenruimte en buitenlucht wordt bepaald door:
Ai
: oppervlakte van scheidingsconstructie i
Ui
: warmtedoorgangscoëfficiënt van scheidingsconstructie i
lk
: lengte lineaire thermische brug k
[m]
Warmteaccumulatie 16. De hoeveelheid in laag n geaccumuleerde warmte Qn volgt uit: [W/K] [m2]
[W/m2K]
Qn = Cn (Tn,gem - Tref) Tn,gem : de gemiddelde temperatuur van laag n Tref
: de referentietemperatuur waarbij de hoeveelheid warmte (gemakshalve) op nul wordt gesteld
Formules
HT = LD + Ls + Hu
LD = AiUi + lkk
Regelgeving
bouwfysica
bouwfysica
[J/m2] [ºC] [ºC]
[m]
k : lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt van de thermische brug k
[W/mK]
Ls = a (ArandUrand + AmiddenUmidden + Pigr;i ) + Pi (e;i + 180 )
[W/K]
Data
12. Warmteverlies via begane grondvloer LS
Convectief warmtetransport 17. Indien van een bepaalde stof j een zeker volume wordt verplaatst vindt een convectief warmtetransport plaats ter grootte van: Qj = j cj Vj (Tj,gem - Tref) [J]
a
: weegfactor, voor woningbouw 0.6, voor utiliteitsbouw variabel (6.4.2 NEN 2916)
Arand
: oppervlakte randzone vloer (5 m)
Urand
: warmtedoorgangscoëfficiënt randzone
Amidden : oppervlakte middenzone vloer Umidden : warmtedoorgangscoëfficiënt middenzone
[-] [m2]
Vj
: volume
Tj,gem : de gemiddelde temperatuur van de stof
[m3] [ºC]
[W/m2K] [m2] [W/m2K]
: omtrek begane grondvloer
gr
: lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt naar de grond (-0,1 W/mK)
[W/mK]
e
: lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt naar de buitenlucht (0,9 W/mK)
[W/mK]
[m]
: oppervlakte ventilatieopeningen kruipruimte (0,0012 m2/m)
[m2/m]
Qvent = 1 W/K per m3/h 3
Instellingen
P
Ventilatieverliezen 18. Toepassing van de vergelijking uit 17 geeft voor de warmteverliezen bij een constante ventilatie van 1 m3 per uur, met ρ = 1,2 kg/m3, c = 1000 J/kg K en Ti – Ta = 1ºC:
13. Warmteverlies via onverwarmde ruimten HU HU = Liub Liu : warmteverlies tussen verwarmde en aangrenzende onverwarmde ruimte b
22
: reductiefactor
[W/K] [W/K] [-]
23
Absolute luchtvochtigheid 1. De hoeveelheid waterdamp in de lucht kan zowel worden uitgedrukt in g/m3 - als waterdampconcentratie - of worden beschreven via de bijdrage die de waterdamp levert aan de totale luchtdruk - de (partiële) (water)-dampspanning in Pa. De werkelijke dampconcentratie c en de werkelijke dampspanning p zijn naar keuze een maat voor de absolute luchtvochtigheid.
Vochtproductie 6. Ter illustratie worden de volgende tabellen inzake waterdampproductie gegeven: in gemiddeld gezin koken kleding wassen vaat wassen baden, douchen vloer dweilen
gram per keer 2000 2000 300 300 300
Het verband tussen dampspanning, p en dampconcentratie, c luidt: p = Rd . Tk . c
gram per uur 40 - 50 ~ 30 ~ 70 100 - 120 150 - 200 ~ 400
[Pa]
Rd : gasconcentratie voor waterdamp, 461 : dampconcentratie, hier uitdrukken in
[m2/s2K] [K]
Dampweerstand 7. De (water)damp(diffusie) weerstand, Zn van een vlakke homogene laag n wordt bepaald uit:
[kg/m3]
Zn = 5,3 . 109 . n . dn 2. De maximale waarden, die dampconcentratie en dampspanning kunnen bereiken, cs resp. ps, zijn als functie van de luchttemperatuur gegeven in de dampspanningstabel.
n : de mu-waarde van het materiaal, diffusieweerstandsgetal dn : de dikte van laag n
.
100
[%]
8. Bij een vlakke, gelaagde constructie kunnen de afzonderlijke µ.d-waarden van de lagen worden opgeteld volgens: Ztot = 5,3 . 109 ( 1d1 + 2d2 + . . . )
4. Vice versa geldt uiteraard:
[kg/m3]
[m/s]
9. Als dampovergangsweerstanden zijn aan te houden: Zi = 40 . 106 (binnen)
[m/s]
Ze = 7 . 106 (buiten)
[m/s]
5. Uit de vochtproductie Pv in gram per uur en het verlies volume Vl in m3/uur is via onderstaande vergelijking de relatieve vochtigheid in een ruimte te bepalen. = ( Pv Vl
+
ecse ) . 100 100 csi
Pv : vochtproductie Vl
: ventilatievolume
ϕe : rel. vochtigheid buiten
[%]
[g/h] [m3/h] [%] [g/m3]
csi : maximaal te bereiken dampconcentratie bij de binnentemperatuur
[g/m3]
Instellingen
cse : maximaal te bereiken dampconcentratie bij de buitentemperatuur
24
Data
c = . cs of p = . ps 100 100
[–] [m]
een .d-waarde van 20 m geldt als sterk dampremmend.
Relatieve vochtigheid 3. De relatieve vochtigheid - meetbaar en voelbaar - is gedefinieerd als: = c . 100 of = p cs ps
[m/s]
Formules
Tk : de temperatuur in Kelvin (Celsius + 273,15) c
de gemiddelde mens in rust zittend (bij 14ºC) zittend (bij 26ºC) bij kantoorwerk bij lichamelijk werk bij zware arbeid
Regelgeving
bouwfysica
bouwfysica
25
Damptransport 10. De hierboven vermelde dampweerstanden behoren uitsluitend in combinatie met dampspanningsverschillen te worden gehanteerd, volgens: g = p1- p2 Z Z
: (totale) dampweerstand van materiaal tussen
p
: werkelijke dampspanning
g
: dampstroomdichtheid
[kg/m2s]
twee vlakken
[m/s] [Pa] [kg/m2s]
opmerking: 1 kg/m2s = 86,4 . 106 g/m2 per etmaal.
Brandoverslag tussen gevelopeningen met normalen onder een scherpe hoek Met onderstaande vuistregels is de ‘veilige afstand’ te bepalen die tussen twee gevels onder een rechte hoek nodig is om brandoverslag door straling te voorkomen. Voor gevels met normalen onder een scherpe hoek geldt de met de vuistregels bepaalde ‘veilige afstand’ als veilige benadering. Geen brandoverslag indien: WBDBO 60 minuten: √ (x2 + y2) ≥ 4,00 m WBDBO 30 minuten: √ (x2 + y2) ≥ 2,45 m x en y zijn de kleinste afstanden in meters tussen de kniklijn en een willekeurig punt in de gevelopeningen (zie figuur).
pi
[kg/m2s]
: de werkelijke dampspanning binnen
pso : de maximale dampspanning die bereikt kan worden bij de oppervlaktetemperatuur Op gladde niet vochtdoorlatende oppervlakken kan ca. 20 g/m2 waterdamp condenseren zonder storende druppelvorming.
[Pa]
Deze vuistregels zijn alleen geldig voor afmetingen binnen de volgende grenzen: • brandcompartiment: breed: 7,2 - 86,4 m; diep: 5,4 m tot 12,6 m en hoog 2,7 m - 3,3 m • aantal en afmetingen van gevelopeningen (omgerekend naar een segmentbreedte van 3,6 m) een opening: breed: 1,6 m tot segmentbreedte en hoog: 1,0 m tot 1,8 m
Formules
11. De hoeveelheid gcon, die op een oppervlak condenseert valt te berekenen uit: gcon = pi- pso 40 . 106
Regelgeving
brandveiligheid
bouwfysica
[Pa]
Brandoverslag vanuit dakopeningen naar gevelopeningen In onderstaande tabel is de ‘veilige afstand’ in meters gegeven die horizontaal gemeten tussen dakopeningen en een hoger opgaande gevel nodig is om brandoverslag door straling te voorkomen. De veilige afstand is met de volgende vuistregel uit NEN 6068:2001 bepaald: x1 = 4 A/P + 2
x2 = 10
Data
x1 en x2 : de horizontale (veilige) afstand in m : de oppervlakte van de dakopening in m2, afgerond op twee decimalen
A P
: de omtrek van de dakopening in m, afgerond op twee decimalen
De ‘veilige afstand’ is alleen afhankelijk van de afmetingen van de dakopeningen en bedraagt ten minste twee meter (voor kleine dakopeningen) en ten hoogste tien meter (voor zeer grote dakopeningen). Veilige afstand tussen dakopening en hoger opgaande gevel 0,50 2,50 2,67 2,80 2,91
1,00 2,67 3,00 3,33 3,67
lengte dakopening in m 2,00 2,80 3,33 4,00 4,86
5,00 2,91 3,67 4,86 7,00
20,00 2,98 3,90 5,64 10,00
Instellingen
breedte dakopeningen in m 0,50 1,00 2,00 5,00 BRON: NEN 6068: december 2001 en NPR 6091:1995
26
27
Warmtedoorgangscoëfficiënten van ramen, Uw, in (W/m2K) volgens NPR 2068: 2002 Ugl [ W/(m2K)]
glas
2,4 hout of kunststof enkel glas
meervoudig glas
dubbel glas
HR glas HR+ glas HR++ glas
5,2 3,3 3,2 3,0 2,9 2,8 2,6 2,5 2,3 2,2 2,0 1,9 1,8 1,6 1,5 1,4 1,3
7,0 metaal 6,2 4,5 4,4 4,2 4,1 4,0 3,9 3,7 3,6 3,5 3,3 3,2 3,0 2,9 2,8 2,7 2,5
Waarin Ugl is de U-waarde van het glas in W/(m2K) Ufr is de U-waarde van het kozijn in W/(m2K)
Neutraal zonwerend isolatieglas In deze tabel is een beknopt overzicht gegeven van isolatieglas met neutrale zonreflecterende coatings. Alleen glassoorten met een LTA (lichttoetredingsfactor) groter of gelijk aan 0,60 en een ZTA (zontoetredingsfactor) kleiner of gelijk aan 0,40 zijn opgenomen. Merknaam
LTA
Cool-like SKN 165 Stopray Safir 61/32 Luxguard superneutraal Iglas Rinosol HP66/33 Euroglas Combi Neutral 62/33 Combi Neutral 62/33 Ipasol Natura 66/34 Stropray Elite Cool-Lite SKN 172 Viracon VE1-2M Ariplak DAG 66 Stopray Cristal 61/40 Combi Neutral 70/40
0,60 0,61 0,63 0,66 0,62 0,62 0,66 0,67 0,66 0,70 0,66 0,61 0,70
ZTA 0,30 0,32 0,32 0,33 0,33 0,33 0,34 0,37 0,38 0,38 0,38 0,40 0,40
LRbu
LRbi
0,15 0,15 0,14 0,15 0,14 0,14 0,11 0,14 0,09 0,10 0,09 0,18 0,12
0,12 0,16 0,13 0,13 0,12 0,15 0,11 0,11 0,13 0,13
Ra 94 92 93 95 97 96 94
spouwvulling argon argon lucht argon argon argon argon argon argon lucht lucht argon argon
U-waarde [W/m2K] 1,2 1,2 1,41) 1,11) 1,01) 1,2 1,11) 1,2 1,3 1,6 1,6 1,3 1,3
U-waarde op basis van de opbouw 6-12-6 1) spouwbreedte 16 mm
Formules
5,8 3,3 3,2 3,0 2,8 2,6 2,4 2,2 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,9 0,7 0,5
kozijn, met Ufr W/(m2K) 3,8 metaal thermisch onderbroken 5,4 3,6 3,6 3,4 3,3 3,2 3,1 2,9 2,8 2,6 2,5 2,4 2,2 2,1 2,0 1,9 1,7
Regelgeving
bouwfysica
bouwfysica
Interpoleer rechtlijnig voor tussenliggende waarden.
Definitie categorieën hoogrendementsglas (HR-glas) categorie
maximum U-waarde [W/m2K] 2,0 1,6 1,2
minimale LTA-waarde 0,70 0,70 0,70
Dampremmende lagen
40
dikte (mm) 15,00 0,15 0,30 0,03 2,0 0,80 0,1 0,1 0,1 0,3 5,0 0,1 0,1 -
µ 155 580 3000 1500 3000-8000 4000-60000 3500 9000-45000 45000-140000 65000 34000 700000 14000 40000 2300 5000-23000 20000-90000 75000
Instellingen
materiaal Estrich (15 mm) met bitumen Bitumenpapier (enkelzijdig) Bitumenpapier (dubbelzijdig) Latexverf Olieverf Glasvlies Gebitumineerd karton met kunststof tussenlaag p.v.c. folie Polyetheen-folie Polyethyleen folie (tape) Polyethyleen folie 2x dakleer + 3 bitumenlagen Polyesterfolie Polystyreenfolie Asbesthoudende bitumineuze dakbedekking Asfaltbitumen vilt (vilt 500 g/m2; bit.1 kg/m2 ) Asfaltbitumen op glasvezelbasis Teervilt
Data
HR HR + HR ++
samenstelling glas glas-spouw-glas [mm] 4 - 12 - 5 4 - 15 - 5 4 - 15 - 5
Verklaring afkortingen: LTA = lichttoetredingsfactor ZTA = zontoetredingsfactor LRbu = lichtreflectie naar buiten LRbi = lichtreflectie naar binnen Ra = kleurweergave-index volgens DIN 6169. Maat voor de verkleuring veroorzaakt door het glas (referentiewaarde is een opening zonder glas. De Ra hiervan is gesteld op 100)
41
Dampspanningstabel
Thermohygrische waarden cmax [g/m3] 198,1 190,1 182,4 175,0 167,9 161,1 154,5 148,1 141,9 135,9 130,2 124,9 119,6 114,4 109,3 104,3 99,6 95,2 91,0 87,0 83,0 79,0 75,3 71,8 68,5 65,4 62,5 59,6 56,7 53,8 51,15 48,6 46,2 43,9 41,7
temp. [ºC] 35 34 33 32 31 30 29 28 27 26 25 24 23 22 21 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
ps [Pa] 5627 5323 5033 4757 4496 4245 4007 3782 3567 3363 3169 2985 2811 2645 2488 2340 2198 2065 1938 1818 1706 1599 1498 1403 1313 1229 1148 1072 1002 935 872 814 758 706 657
cmax [g/m3] 39,56 37,54 35,62 33,77 32,02 30,34 28,73 27,21 25,75 24,36 23,05 21,78 20,55 19,43 18,35 17,28 16,30 15,37 14,47 13,65 12,85 12,07 11,35 10,65 10,01 9,40 8,82 8,27 7,76 7,28 6,83 6,40 5,99 5,59 5,21
temp. [ºC] 0 -1 -2 -3 -4 -5 -6 -7 -8 -9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20
ps [Pa] 611 563 517 476 437 401 368 337 309 283 260 237 217 199 181 165 151 137 124 113 103
cmax [g/m3] 4,84 4,48 4,14 3,82 3,53 3,26 3,01 2,77 2,55 2,34 2,15 1,98 1,82 1,67 1,53 1,41 1,29 1,18 1,08 0,99 0,90
materiaal metalen aluminium koper lood staal, ijzer zink natuursteen basalt, graniet hardsteen, marmer zandsteen metselsteen baksteen betonsteen kalkzandsteen beton grindbeton lichtbeton
bimsbeton isolatie beton cellenbeton slakkenbeton
droog
nat
c [J/kgK]
µ [-]
2800 9000 12250 7800 7200
204 372 35 52 110
204 372 35 52 110
880 390 130 530 390
∞ ∞ ∞ ∞ ∞
3000 2700 2600
3,5 2,5 1,6
3,5 3,0 1,8
840 840 840
1600 - 1900 1400 - 1600 800 - 1200 1900 1000 - 1400
0,6 - 0,7 0,6 - 0,75 0,4 - 0,5 0,9 0,5 - 0,7
0,9 - 1,2 1,4 -
840 840 840 840 840
2500 1900 1300 700 1400 1000 700 1300 700 1900 1300
2,0 0,7 - 0,9 0,35 - 0,5 0,12 - 0,23 0,35 - 0,5 0,23 - 0,35 0,12 - 0,23 0,35 - 0,5 0,17 - 0,23 0,45 - 0,70 0,23 - 0,30
2,0 1,2 - 1,4 0,5 - 0,8 0,5 - 0,95 0,7 - 1,2 0,7 - 1,0 0,35 - 0,5
840 840 840 840 840 840 840 840 840 840 840
800 - 1400 900 2500 150 35 - 200 2000
0,23 - 0,45 0,20 0,8 0,04 0,04 1,2
0,8 1,2
840 840 840 840 840 840
1-2 28
1900 1600 1300
0,9 0,7 0,5
1,5 0,8 0,8
840 840 840
17 11 6
100 - 200 1200 1200 - 1500 200 - 400 300 - 700
0,04 - 0,045 0,17 0,17 - 0,3 0,08 - 0,12 0,09 - 0,17
-
1760 1470 1470 2100 1880
5 - 30 1800 9000 3 8 - 20(?)
800 550 700 1000 300 500 - 1000 350 - 700
0,17 0,14 0,17 0,3 0,08 0,1 - 0,3 0,1 - 0,2
1880 1880 1880 1680 2100 1880 1470
100 - 200(?) 100(?) 10 - 20(?) (?) (?) 3 - 10 4 - 10
2300 1600 1000 300 1000 700 300 1000 400 1600 1000
-
λ [W/mK]
0,23 0,17 0,23 -
∞ ∞ 9 - 13 7-8 5-6 12 6-7 25 8 6 4 6 5 4 6 4 10 6
-
33 14 7 5 11 6 6 9 6 13 8
5-6 13
∞ ∞
43
Instellingen
anorganisch gipsplaat gipskarton glas *schuimglas *mineraalwol tegels pleisters cement kalk gips organisch *kurk (geëxp.) linoleum rubber vezelplaat vlasschevenplaat hout hardhout naaldhout multiplex hardboard zachtboard spaanplaat houtspaan...plaat * isolatiematerialen
ρ [kg/m3]
Data
42
ps [Pa] 31179 29849 28574 27345 26162 25021 23923 22865 21850 20870 19930 19025 18155 17320 16517 15748 15010 14302 13620 12968 12342 11743 11168 10620 10093 9590 9107 8645 8205 7784 7381 6997 6630 6280 5945
Formules
temp. [ºC] 70 69 68 67 66 65 64 63 62 61 60 59 58 57 56 55 54 53 52 51 50 49 48 47 46 45 44 43 42 41 40 39 38 37 36
Regelgeving
bouwfysica
bouwfysica
Netto-verbrandingswaarden
Thermohygrische waarden materiaal
nat
c [J/kgK]
µ [-]
droog
1200 930 1200 1400
0,17 0,17 0,17 0,17
-
1470 1470 1470 1470
9000 9000 9000 9000
0,035 0,03 0,025 - 0,035 0,035 0,035
-
1470 1470 1470 1470 1470
15 - 200 250 60 - 80 90 - 250 90 - 250
20-100
0,05
-
1470
(?)
2100 1050 1050
0,7 0,2 0,2
-
840 1840 1840
3000 500 5000
10 30 30 25 20
-
40 40 150 200 50
λ [W/mK]
0,58 2,2 0,1 - 0,2 0,5 - 1,8
4200 2300 (?) 2300
-
1,2
0,023
1000
-
1450 1780 1700 1600
0,8 0,9 2,0 0,3
1840 840 840 840
-
2000 2000 800 200 400
1,4 - 1,8 1,5 0,17 - 0,27 0,05 0,09 0,06 - 0,07 0,07
(?) (?) 1880 (?) (?) (?) 1880
-
[kg/m3] [W/mK] [J/kgK] [-]
Instellingen
Toelichting : dichtheid
: warmtegeleidingscoëfficiënt c : soortelijke warmte : diffusieweerstandsfactor droog : condities voornamelijk bepaald door binnenklimaat nat : condities bepaald door vocht of buitenklimaat
Data
1000 900 80 - 200 200 - 800
Materiaal Netto-verbrandingswaarde MJ/kg Aluminium 291) Asfaltbitumen 40 Board:- zacht 17 Board:- hard 19 Huisbrandolie 42 Hout: - vuren 19 Hout: - eiken 17 Houtwolcement 0,8-2 Kapok 17 Katoen 17 Kunststoffen: - fenolformaldehyde (PF) 28 - polyamide (nylon) (PA) 33 - onverzadigde polyester (UP) 31 - polyetheen (PE) 43 - polymethylmethacrylaat (PMMA)) 39 - polystyreen (PS) 40 - polyvinylchloride (PVC) 17 - epoxyhars (EP) 31 - polypropeen (PP) 45 - polyurethaan (PU R) 28 Kurkplaten 20 Leerdoek 20 Linoleum 20 Papier (karton) 17 Petroleum 44 Rubber 38 Stro 15 Wol 21 Overige materialen 40 1) de netto verbrandingswaarde voor aluminium geldt niet voor profielen (bouwproducten), maar voor aluminiumpoeder (in opslag).
Formules
kunststoffen polyester (GVP) polyetheen,polypropeen polymethylmetacrylaat polyvinylchloride kunstofschuimen *PS-schuim, geëxp. *idem, geëxtrudeerd *PUR-schuim (freon) *fenolharsschuim *PVC-schuim spouwvulling *spouwvulisolatie bitumina asfalt 10 mm bitumen 0,3 mm koud bitumen 0,3 mm warm water water ijs sneeuw, vers sneeuw, oud lucht lucht aarde bosgrond, humus klei met zand vochtige zandgrond zand(droog) vloerbedekking estrich plavuizen parket nylon vilt tapijt tapijt (met schuimrubber) kurk wol * isolatiematerialen
ρ [kg/m3]
Opmerking 1. waarden gelden bij in de bouw gebruikelijke temperaturen; bij hoge temperatuur neemt isolatiewaarde af. 2. interpoleren naar rho-waarde. 3. leveranciers beschikken vaak over goede onderzoeksrapporten.
44
Regelgeving
brandveiligheid
bouwfysica
45