Bouwen Natuur! Klimaatbuffer Zuidwest Ameland met de
Februari 2015
Vogelwacht Hollum Ballum
1
Niet beton en staal, maar zee en natuur krijgen de ruimte Kustbescherming met mosselkratjes van aardappelzetmeel… kokosmatten…kleischelpen… Het zijn vindingrijke experimenten met lef, daar op kwelder de Feugelpôlle voor de kust van Ameland. Leerzame experimenten ook, die ons nu en de komende jaren veel kennis brengen over deze natuurlijke manier van kust- en natuurbescherming.
Inhoud
1. Hoe het begon
2. Doelen:
Nu de aanleg van de maatregelen binnen het project Klimaatbuffer Ameland is afgerond, nemen we u graag mee de kwelder op. Een fascinerend stukje land, dat het vermogen heeft mee te groeien met de zeespiegel. Maak kennis met de grote stern, de mossellarven, de boswachter, de eilanders en lees alles over de schat aan informatie die dit project oplevert. Veel leesplezier! Nico Oud, wethouder gemeente Ameland en
voorzitter stuurgroep Klimaatbuffer Zuidwest Ameland
‘We nemen u graag mee de kwelder op’
Klimaatmaatregelen, natuurbehoud en toerisme gaan hand in hand pagina 12
3. Experiment 1: Kleischelpen 4. Experiment 2: Rijshouten dam 5. Experiment 3: Mosselkratjes en -matten
pagina 14
pagina 16
pagina 18
6. W at heeft het
opgeleverd?
7. Hoe verder? 2
pagina 4
pagina 20
pagina 24
Colofon: Tekst: Staatsbosbeheer en Camerik Voortman Communicatieen PR-adviseurs Vormgeving: Camerik Voortman Communicatie- en PR-adviseurs Fotografie: Staatsbosbeheer, Tjisse van der Heide, Claire Droppert, Sietse Engbrenghof, Willy Kooiker-Metz, Gonneke Braakman, H.A.J. Wolters, Jacqueline Visser, S. van Beurden, Coby Kiewiet, Johan Krol en Rindert Wijnstra 3
1.
Hoe het begon
“Het gevaar dat de Feugelpôlle wegspoelt, dreigt al heel lang. Het is de broedplaats van de op één na grootste kolonie grote sterns in West-Europa. Niet alleen voor toeristen, zeker ook voor de eigen inwoners is de Feugelpôlle een plek om te koesteren.’ Nico Oud, wethouder gemeente Ameland en voorzitter stuurgroep Klimaatbuffer Zuidwest Ameland
De Amelander bevolking zag het duidelijk: kwelder de Feugelpôlle veranderde flink. In 1998 sloeg de Vogelwacht Hollum-Ballum alarm: er moest iets gedaan worden. In 2000 is in het Beheerplan Rijksgronden opgenomen dat de kwelder behouden moet worden als belangrijk broedgebied. Toen 2005 de grote sterns zich er gingen vestigen, werd dat belang alleen maar groter. Hoogste tijd voor actie.
Help, de Waddenzee verdrinkt! Als de verwachtingen van het het Intergovernmental Panel on Climate change (IPPC) uitkomen, dan zal de Waddenzee ‘verdrinken’. Delen die nu bij eb droogvallen, blijven dan onder water staan. Dat maakt de eilanden, waaronder Ameland, kwetsbaarder voor stormen en hoog water. Daarbij speelt de dynamiek van de Waddenzee een rol . Eb, vloed en waterstromingen zorgen voor een ‘spel’ van geven en nemen. Zand, slib en schelpen eroderen om een eind verder weer terecht te komen. De stroming is veranderd door de komst van de Afsluitdijk en draait meer om de eilanden heen dan voorheen. Hierdoor is kwelder de Feugelpôlle aan de zuidwest kant van Ameland veel meer
aan afslag onderhevig. Grootte en hoogte van de kwelder zijn in een paar jaar tijd ernstig afgenomen: de Feugelpôlle kromp van 25 hectare in 2007 naar ongeveer 5 hectare in 2012.
Aan de slag in de schetsschuit In april 2009 organiseerde de Waddenvereniging een werkbijeenkomst (‘schets-
De Feugelpôlle kromp van 25 hectare in 2007 naar ongeveer 5 hectare in 2012.
schuit’) op Ameland over een natuurlijke klimaatbuffer Zuidwest Ameland. De ‘schetsschuit’ is een werkwijze ontwikkeld door Dienst Landelijk Gebied. Deze aanpak brengt in de vorm van een schetsatelier partijen bij elkaar die betrokken zijn bij de opgave. Het atelier biedt ruimte om in teams kennis en belangen uit te wisselen, de opgave te bestuderen en oplossingen te zoeken voor een goede ruimtelijke inpassing van de opgave, in samenhang met alle belangen. Het atelier bestond in dit geval uit twee teams. In plenaire tussentijdse momenten werden de teamresultaten op onderlinge samenhang en verenigbaarheid besproken. Meer dan de helft van de achttien deelnemers was Amelander, afkomstig van gemeente, vogelwacht, dorpsbelang, Staatsbosbeheer, toeristische ondernemers en agrariërs. Verder waren Rijkswaterstaat, het Wetterskip en de Waddenvereniging vertegenwoordigd, evenals een aantal externe deskundigen. Een landschapsarchitect stelde de vragen en zorgde voor een levendig debat. Hij maakte tussenstanden op, deed suggesties en bracht uitkomsten in kaartbeelden en schetsen. Beide teams werkten productief samen, wat getuigde van welwillende en enthousiaste deelnemers. De opbrengst bestond uit meerdere ideeën en het vaststellen van vervolgstappen, zoals nadere analyse van bijvoorbeeld de beweging van het geulenstelstel.
Subsidie en co-financiers Na het enthousiaste begin in de werkschuit bleef het een tijdlang stil. Er werd weliswaar subsidie aangevraagd en toegekend door het ministerie van I&M, maar betrokken partijen moesten als co-financier een evenzo groot bedrag bijleggen. Een hele opgave in tijden van economische recessie. “Dat is een les voor de toekomst: ook de initiatiefnemers moeten bereid zijn te investeren in dergelijke projecten. Een honderd procent dekking uit subsidies is tegenwoordig zeldzaam”, merkt projectleider Gertjan Elzinga van Elzinga & Oterdoom Procesmanagement op. “Een proactieve opstelling daarin voorkomt veel tijdverlies.”
4
5
Eén van de belangrijkste doelen van het programma Klimaatbuffers is kennisontwikkeling.
De Feugelpôlle Uiteindelijk werden in Wetterskip Fryslân en Programma naar een Rijke Waddenzee partners met investeringskracht gevonden. Dat was cruciaal; eindelijk werden er stappen gezet! Met ten slotte een beperkte bijdrage van Rijkswaterstaat in monitoring van het project kon het experiment starten. Wetterskip, Rijkswaterstaat en Programma naar een Rijke Waddenzee dragen bij en namens gemeente Ameland is Nico Oud voorzitter van de stuurgroep. Daarnaast wordt intensief samengewerkt met provincie Fryslân, Dienst Landelijk Gebied en de Waddenvereniging. Het project Klimaatbuffer Zuidwest Ameland is begin 2012 daadwerkelijk van start gegaan. De strategie voor de Feugelpôlle is: geef het systeem voldoende materiaal in de vorm van klei, schelpen, golfbrekers levende schelpdieren, zodat het gebied zich op natuurlijke wijze kan ophogen en ontwikkelen. Er werd een projectgroep in het leven geroepen die ervoor zorgde dat de invulling van die strategie op een goede manier gebeurde. Leden project- en klankbordgroep: • Tjisse van der Heijde, Universiteit Nijmegen • Norbert Dankers, vml Imares • Tonnie Overdiep, Rijkswaterstaat • Piet op ’t Hof, Dienst Landelijk Gebied • Johannes Veenstra, Wetterskip Fryslân • Johan Brouwer Wetterskip Fryslân • Jacob Dijkstra, gemeente Ameland • Ernst Lofvers, Rijkswaterstaat • Marjan Veenendaal, Staatsbosbeheer
• Luuk Boerema, Bestia et Lex • Yme Brijker, Vogelwacht Hollum-Ballum • Josje Fens, Waddenvereniging • Johan Krol, Natuurcentrum Ameland • Ricus Engelmoer, Vogelwacht Hollum-Ballum • Richard Deen, provincie Fryslân • Piet Visser, Staatsbosbeheer • Sies Krap, Programma Rijke Waddenzee - Dienst Landelijk Gebied • Gertjan Elzinga, Elzinga & Oterdoom Procesmanagement
Landelijk programma Klimaatbuffers Het project Klimaatbuffer Zuidwest Ameland is onderdeel van het landelijk programma Klimaatbuffers. Het klimaat verandert, met warmere zomers en meer neerslag. Onderzoekers van het Intergovernmental Panel on Climate change (IPPC) verwachten dat de zeespiegel langs onze kust sterk gaat stijgen. Daarom is het experiment Klimaatbuffers ingezet, een landelijk programma van de Rijksoverheid. Het omvat 25 projecten, verspreid door Nederland. Een voorbeeld is de Millingerwaard, langs de Waal, waar door afgraving meer overstromingsruimte is gemaakt. Of De Onlanden, bij Groningen, waar een moeras is ingericht om regenwater zo lang mogelijk vast te houden. Eén van de belangrijkste doelen van het programma Klimaatbuffers is kennisontwikkeling. Zo is Nederland beter voorbereid op klimaatsveranderingen met bijvoorbeeld extreme neerslag, wateroverlast of langdurige droogte. 6
Staatsbosbeheer beheert op Ameland zo’n 960 hectare natuur. Een bijzonder stukje daarvan is een stuk kwelder vlakbij Hollum: de Feugelpôlle. Vroeger had de kwelder een meer agrarische functie, ’s zomers graasden er zelfs koeien. Nu is het een broedlocatie en hoogwatervluchtplaats voor vele vogels. Een uniek stukje natuur. De herrie, de geur en het schouwspel in het voorjaar is bijna niet uit te leggen. Zoveel kokmeeuwen, grote sterns, visdiefjes en Noorse sterns bij
Een uniek stukje natuur. De herrie, de geur en het schouwspel in het voorjaar is bijna niet uit te leggen. elkaar… en dat zo dichtbij. Baltsen, vechten, verdedigen, paren, foerageren, nestjes bouwen, je ziet het er allemaal. In 2014 hebben er maar liefst 3200 grote sterns gebroed. Wandelend of fietsend over de dijk is het voor de Amelanders, maar ook voor de toeristen een enorme aanrader om langs de kwelder te gaan. Wel oppassen, want bezorgde vogelouders zetten de aanval in als ze de afstand tussen hun kuikens en de voorbijganger te klein vinden! Een ietwat andere beleving…
Nu is het een broedlocatie en hoogwatervluchtplaats voor vele vogels... 7
Van noodzaak tot experiment... De Feugelpôlle 25 ha
‘Leerzame experimenten, die ons nu en de komende jaren veel kennis brengen over deze natuurlijke manier van kust- en natuurbescherming.’
Werkbijeenkomst (schetsschuit) Waddenvereniging
Nico Oud, wethouder gemeente Ameland en voorzitter stuurgroep Klimaatbuffer Zuidwest Ameland
Subsidieverlening Ministerie van VROM aan Staatsbosbeheer Project Klimaatbuffer Zuidwest Ameland gaat van start Aanleg kleidam met kleischelpenlaag en rijshoutendammen
8
20 14
20 13
11 20
20 10
20 07
20 09
Plaatsen van biologisch afbreekbare kratjes van aardappelzetmeel en kokosmatten met naaldhout
9
In de hoofdrol: de grote stern
De grote stern behoort tot een familie van zeevogels, die gerelateerd is aan de meeuwen en schaarbekken. Grote sterns zijn te herkennen aan hun geinige zwarte kuif en snavel met een klein geel puntje. Ze zijn gebouwd voor een leven aan de kust. Met hun lange, slanke vleugels kunnen ze perfect boven de golven zweven op jacht naar vis. Het zijn ware acrobaten en worden niet voor niets de zwaluwen van de zee genoemd. Het zijn echte koloniebroeders en broeden graag in grote groepen bij elkaar. Daarbij zoeken ze ook gezelschap van andere sterns en meeuwen. Dat levert extra bescherming op
Het zijn echte koloniebroeders. Ze broeden graag in grote groepen bij elkaar.
10
Op de gevoelige plaat... De betrokkenheid op Ameland bij de Feugelpôlle is groot. Om niet alleen de bewoners, maar ook de toeristen kennis te laten maken met het project de Feugelpôlle, werd voor de zomer in 2013 een fotowedstrijd uitgeschreven: een laagdrempelige kunstactiviteit voor iedereen. Onder het motto Jouw kijk op de kwelder! werd iedereen jong en oud uitgenodigd mee te doen en zijn mooiste foto van de
tegen rovers. Visdiefjes en kokmeeuwen zijn een stuk agressiever dan de grote sterns. In de winter trekken de meeste grote sterns naar Afrika.
Een laagdrempelige kunstactiviteit voor iedereen Feugelpôlle in te sturen. De fotografen konden deze unieke waddenpromenade met een eigen gekozen perspectief op beeld vastleggen. Hoe beleven bewoners en toeristen dit unieke gedeelte van Ameland? De organisatie verwachtte een veelzijdig en verrassend beeld van de kwelder. Er kwamen 55 inzendingen binnen, die allen te bewonderen waren tijdens de Feugelpôlle foto-expositie in het Natuurcentrum op Ameland. Jacqueline Visser won met haar overzichtsfoto van de kwelder het prijzengeld van €1000,-. Eline de Vries, 10 jaar, won een foto- en waddenexcursie van Staatsbosbeheer voor 10 personen.
In de jaren dertig van de 20e eeuw broedden maar liefst 35.000 paren in Nederland, vooral in het Waddengebied (Griend en Rottummerplaat) en in het vogelreservaat De Beer op het eiland Rozenburg. In 1965 bereikte de grote stern een dieptepunt: 900 broedparen, alleen op Griend en Rottummerplaat. In 2005 bedroeg het totaal aantal broedparen 16.350, tussen 1990 en 2005 was de trend licht stijgend. De soort staat als bedreigd op de Nederlandse rode lijst omdat de aantallen nog steeds niet op het peil van de jaren 1930 terug zijn en broedgebieden voortdurend bedreigd worden.
11
2.
Hand in hand
Klimaatbuffer Zuidwest Ameland is een experimenteel project om de rol van het voorland voor de waddendijk, bestaande uit de Vrijheidsplaat, Westerkwelder en kwelder Feugelpôlle, te versterken. Zo’n klimaatbuffer versterkt de waterkering, maar ook de natuurwaarden van het Waddengebied. En dat is weer belangrijk voor het toerisme. De uitdaging is om de aanwezige natuurkrachten, fysisch en ecologisch, zo te benutten dat deze het werk doen.
Projectdoelen • Inzicht krijgen in de bijdrage van wadplaten aan kustveiligheid op langere termijn • Inzicht krijgen in de werking van de natuurlijke klimaatbuffer in de Waddenzee, met droogvallende platen • Zorgen voor ‘meegroei’ van kwelders en wadplaten met de stijgende zeespiegel. Dat kan alleen als de stijging niet te snel gaat en er voldoende aanvoer van sediment is • Bijdrage van natuurlijke processen aan veiligheid, natuur en recreatie in Zuidwest Ameland
Kwelder
on the move Het was geen projectdoel om de Feugelpôlle op haar huidige plek vast te houden. De kans is namelijk groot dat in de altijd veranderende Waddenzee de hoogwatervluchtplaats in oostelijke richting verschuift. De vegetatieontwikkeling laat inmiddels zien dat dat ook gebeurt. Door kweldervorming experimenteel te
Het project levert hoe dan ook veel kennis van kweldervorming in de toekomst op. stimuleren krijgt de Feugelpôlle met de daarbij behorende plant- en diersoorten meer tijd om zich te verplaatsen in oostwaartse richting. Op deze wijze blijft het broedbiotoop toch behouden. Het project blijft experimenteel, maar levert hoe dan ook veel kennis van kweldervorming in de toekomst op.
Prachtig panorama Wadexcursies laten toeristen nader kennismaken met het waddenlandschap.
Jaarlijks bezoeken ruim 500.000 toeristen Ameland, waaronder veel natuurliefhebbers. Zij genieten met volle teugen van het prachtige Waddenpanorama dat de Feugelpôlle biedt. Wadexcursies laten toeristen nader kennismaken met het waddenlandschap. De kwelder is een vogelparadijs, bij hoogwater als hoogwatervluchtplaats. Bij eb zie je de vogels zich verspreiden over de naast liggende wadplaten om te foerageren, een prachtig gezicht. En in het broedseizoen is een broedende grote stern op amper tien meter afstand te bewonderen! Dat zoveel liefhebbers de kwelder graag bezoeken, maakt ook het toeristisch belang van behoud van de kwelder duidelijk.
12
13
3.
Experiment 1:
Kleischelpen
In 2012 is een kleidam van 1000 m3 aangelegd, met daaroverheen een laag kleischelpen bij de voet van de kwelderrand. Er is gebruik gemaakt van klei en slib uit de dijksloot en het kleidepot van Wetterskip Fryslân.
marjan veenendaal @bosw8erameland 20 Sep 2013 Volgende week herstelwerkzaamheden rijshoutendam #Feugelpôlle #klimaatbuffers, deze week kleischelpendam aan de beurt
Eerst is een hoge rand met klei aangebracht, aan de wadkant van de kwelder. De oude slenken zorgden ervoor dat de kranen en trekkers er niet goed doorheen kwamen. Dat is door de aannemer opgelost door meerdere kranen in te zetten, die letterlijk de klei aan elkaar doorgeven en het op de juiste plaats deponeren. Toen dat klaar was, is de rand afgedekt met kleischelpen. De zee ging direct met de schelpen aan de slag, na een paar keer hoog water waren de schelpen al verspreid over een veel groter gebied. Ook nu nog is aan de kleur van de schelpen te zien dat er verspreiding is over bijna de gehele kwelder. De schelpen vormen nu een mooie plek voor de broedende vogels.
14
15
4.
Experiment 2:
Spoelstra Ameland @SpoelstrAmeland 9 Sep 2013 Even een noodoplossing bij de #Feugelpolle #hollum #ameland aangelegd.
Rijshouten dam
Vlak na de aanleg van de kleidam is een nieuwe rijshouten dam aangelegd aan de zuidwestzijde van de Feugelpôlle. Beide dammen zijn bedoeld om verdere erosie van de kwelder tegen te gaan en afzet van zand, slib, klei, schelpen en schelpdierresten te bevorderen.
zand tegen de dam opgebracht om ervoor te zorgen dat er geen extra stroomgaten ontstaan en het water de dam gaat ondermijnen. Dat de dam functioneel is, is direct te zien zodra het water opkomt. De stroming wordt er deels uit gehaald en de golfslag is ook veel minder.
Eerst is het volledige geraamte voor de rijshoutendam geplaatst: een palenrij van ongeveer 1100 meter. Het inslaan van de palen kostte de nodige moeite door de harde ondergrond. Het houten geraamte is gevuld met vulhout, onder andere sparrentakken: het lijkt wel kerstgroen! De takken zijn samengebonden en per bundel tussen de palen gedrukt. Het geheel wordt vastgezet met draad. Ook is
Een tussentijdse evaluatie laat zien dat de invloed van de stroming indrukwekkend is. De rijshoutendammen bleken op een aantal plekken niet bestand tegen het aanhoudende geweld van het water. Door een paar kleine aanpassingen met zandzakken en een verbreding van de stroomgaten in de dammen wordt de enorme kracht van de zee voor een deel opgevangen. Een nieuw gegraven geul moet voor extra afwatering zorgen.
16
17
5.
Experiment 3:
marjan veenendaal @bosw8erameland Mar 27 Het laatste biologisch afbreekbare kratje voor terugkeer mosselbanken wordt geplaatst #klimaatbuffer ZW#Ameland
Mosselkratjes en -matten
Ook mosselbanken kunnen fungeren als golfbreker. Bovendien komen de mosseluitwerpselen in het slib terecht en verrijken zo de wadplaten. De banken houden ook zand en slib vast. Vroeger waren er rond de Feugelpôlle zulke mosselbanken te vinden, maar door overbevissing zijn ze verdwenen. Het derde experiment is er op gericht mosselbanken terug te brengen. Dat gebeurt op een bijzondere manier: speciaal voor dit project werden biologisch afbreekbare kratjes van aardappelzetmeel ontwikkeld. Daarnaast is een ander soort substraat aangelegd: kokosmatten met naaldhout. Begin 2014 zijn op drie proeflocaties beide soorten substraat aangelegd. Hierop kunnen zich onder andere mossellarven vestigen, die mogelijk uitgroeien tot mosselbanken.
18
Bij dit derde experiment is de deskundigheid van Rijkswaterstaat en de kennis van het project Waddensleutels benut. De kratjes zijn eerder ontwikkeld en getest binnen Waddensleutels in samenwerking met bureau Waardenburg. De kratjes en matten zijn op verschillende locaties geplaatst. De proefvlakken zijn 56 meter lang en 25 meter breed. De meest westelijke locatie kent de meeste stroming en golfslag, de meest oostelijke ligt in een rustiger deel. Het project wil bekijken hoe een mosselbank zich kan ontwikkelen onder deze verschillende condities. De meerjarige monitoring en het plaatsen van de schelpdieren zijn belangrijke stappen en zijn ook de reden waarom de klimaatbuffer Zuidwest Ameland doorgang kreeg. Er is namelijk nog maar erg weinig bekend over het effect van een levende schelpdierenbank op het aangroeien van een kwelder.
19
6.
Wat heeft het opgeleverd?
marjan veenendaal @bosw8erameland Oct 23 Dit is een van de resultaten van #klimaatbuffers ZW #Ameland, eerste mosseltjes
Het aanleggen van de maatregelen is afgerond, de eerste gegevens lijken een positief effect te laten zien op de vogels en vegetatie. Het is echter nog te pril om al met harde uitkomsten te komen. We gaan er natuurlijk voor. Maar de toekomst zal het uitwijzen.
Kwelders hebben voor Nederland een belangrijke functie. Ze bieden bescherming tegen de zee.
en er is schelpdierenbroed te zien, met name mosselbroed. Het meest oostelijke vak lijkt het meest succesvol. Zelfs nadat de schors van de takken af is, kunnen de mosselen zich blijkbaar hechten. We zien in de structuren veel schelpenresten. Op de constructies van kratjes was in eerste instantie vooral oesterbroed te zien. Waarschijnlijk was het materiaal van de kratjes in het begin te glad, waardoor de mosselen zich niet goed konden hechten, maar de oesters wel houvast wisten te vinden. In een later stadium bleken de kratjes echter flink wat schade te hebben, ze lijken in kleinere stukken uiteen te vallen. De kratjes zijn gemaakt van biologisch afbreekbaar materiaal, maar er is toch voor gekozen om de kratjes te verwijderen. De losse delen verspreiden zich namelijk over het wad en er is niet met zekerheid te zeggen of bijvoorbeeld vogelmagen bestand zijn tegen het materiaal.
De experimenten leveren in ieder geval lessen op over de natuurlijke processen in een dynamisch gebied als de Waddenzee. We komen meer te weten over behoud en aangroei van wadplaten en kwelders, zodat we kunnen zorgen voor goede broedplaatsen en hoogwatervluchtplaatsen voor vele zeevogels. Maar bovenal kunnen de uitkomsten ook gebruikt worden om op andere plekken kwelders te verstevigen. Kwelders hebben voor Nederland een belangrijke functie. Ze bieden bescherming tegen de zee. Buitendijkse kwelders breken de kracht van hoge golven nog voordat ze de dijk bereiken. Kwelders en dijken zijn mogelijk prima te combineren als kustverdediging.
Oostwaarts! Sinds de start van het project is de kwelder behouden, maar er is duidelijk een oostwaartse ontwikkeling waar te nemen. In 2014 was dat terug te zien in het aantal sterns dat op de oostelijke punt ging broeden. Een vogel die altijd het meest dynamische randje op zoekt als het om broeden gaat. Al vanaf de eerste inrichtingsmaatregel bleek het inbrengen van klei en kleischelpen een goede bijdrage te leveren aan het beschermen van de kwelder. De klei werd bij hoog water in het Waddensysteem gebracht en ook de uitgespoelde kleischelpen spoelden weer aan in oostelijke richting. Dat vormde een mooie schelpenrug, een perfecte locatie voor broedende sterns en visdieven, die daar dit jaar graag gebruik van maakten. Zodra de rijshouten dam geplaatst werd, was al snel waar te nemen dat op de zanderige ondergrond, vlakbij de kwelder, het slibgehalte enorm toenam.
Het aanbrengen van substraat voor schelpdieren lijkt succesvol.
Mossel- en oesterbroed Het aanbrengen van substraat voor schelpdieren lijkt succesvol. Na één zomerseizoen zien we veel aangroei van pokken, anemonen en algen. De constructies van takkenbossen met kokosmatten lijken zich goed te houden 20
21
marjan veenendaal @bosw8erameland June 6 De zeekraal maakt weer mooie groene velden bij #Feugelpolle #Ameland
marjan veenendaal @bosw8erameland Oct 23 Eindreportage maken over #klimaatbuffer ZW #Ameland. Alle stappen worden in beeld gebracht, en alle resultaten
Van zeekraal tot lamsoor
Proceslessen
Ook de vegetatie op de kwelder is al veranderd. In de oostelijke richting is er een uitbreiding te zien van de pioniersvegetatie zoals zeekraal en Engels slijkgras. Maar ook aan de westkant is de verandering waar te nemen. Ook hier groeit zeekraal en slijkgras, wat duidt op ophoging van dat gebied. Op de hoge plekken van de kwelder is zeeaster, lamsoor, Engels gras, gewoon kweldergras en zeealsem rijkelijk aanwezig.
Hoe is het proces verlopen en wat zijn de lessen voor de toekomst? Al eerder is een proactieve houding van de regio ten aanzien van (co)financiering genoemd. Daarnaast is een actieve projectgroep goud waard gebleken. “Voorwaarde is dan wel het enthousiasme van iedere deelnemer even groot is”, benadrukt Gertjan Elzinga. “Het Programma Klimaatbuffers is afkomstig van het ministerie van I&M. Maar bij uitvoering van zo’n experiment moet vervolgens ook de uitvoerende dienst, in dit geval Rijkswaterstaat mee willen werken. Dat kwam bij het project Klimaatbuffer Zuidwest Ameland na een opstartperiode goed op gang en voor de toekomst blijft een goede samenwerking en benutten van elkaars kennis nodig. Want een experimentele aanpak levert veel kennis op en deze proef blijkt een positief effect te hebben.” Een belangrijke procesvereiste voor de toekomst is dat de afgesproken meerjarige monitoring van het project gewaarborgd is via Staatsbosbeheer, Wetterskip en Rijkswaterstaat. “Die moet goed geregeld zijn, want het werk dat daaraan vastzit, moet niet worden onderschat.”
Zoals het er nu uitziet, hebben ook de vogels kunnen profiteren van de inrichtingsmaatregelen. Er is goed nieuws te melden over het broedseizoen van 2014. Door het uitblijven van zware stormen tijdens de broedperiode en gunstige getijden zijn er vele jongen van grote sterns en kokmeeuwen grootgebracht. Vooral dat laatste is een mooi resultaat, omdat de afgelopen drie jaar het broedresultaat door voorjaarstormen erg slecht was. Daarnaast fungeert met name de oostelijke kant steeds meer als hoogwatervluchtplaats voor ganzen, grutto’s, scholeksters, plevieren etc. Ook deze gegevens worden jaarlijks verzameld door de telgroep Ameland. Natuurlijk is niet alleen het aantal broedparen bepalend in het succes, het grootbrengen van de jongen is misschien nog wel belangrijker.
Gemonitorde vogels die broeden op hoogwatervluchtplaatsen rondom de Feugelpôlle. 2009
Soort
2014
2013
2012
2011
2010
Grote stern
2400
2070
3270
4650
2700
8
6
11
13
13
Stormmeeuw Kokmeeuw
Bron: R. Engelmoer
Zwartkopmeeuw
3000
2250
2850
3000
3650
1
Noordse Stern
140
80
80
167
180
Visdief
140
120
90
100
110
Bontbekplevier
2
Strandplevier
1
Eider
3
Scholekster
15
Kluut
2
22
1 3 15
1 4 11
0 1 17
1 2 2
Bron: telgroep Ameland SOVON
De gemonitorde vogels in de broedperiode op de Feugelpôlle.
2010
2011
2012
2013
Soort
jan
mei
juni
sep
nov
jan
mrt
mei
sep
jan
mei
sep
nov
jan
feb
mei
sep
okt
nov
jan
mei
aug
sep
nov
Bergeend
35
14
4
1280
270
19
36
6
390
51
8
543
3310
325
79
2
2979
616
2780
95
6
0
693
0
Bontbekplevier
0
0
0
0
4
0
41
2
4
0
2
35
0
2
0
11
1
2
0
0
0
70
0
0
Bonte Strandl
40
4600
20
0
2950
170
1655
600
900
0
22650
3765
264
770
800
2880
10660
6415
3520
2860
3950
0
0
1540
DrieteenStrandl
25
0
0
0
0
0
0
0
0
20
55
90
63
20
85
15
0
75
444
390
150
244
0
260
Eidereend
17
225
180
0
60
200
0
6
10
32
90
280
8
0
12
40
110
80
140
8
45
65
180
0
Goudplevier
0
0
0
0
0
4
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Grauwe gans
0
0
0
0
0
0
0
0
0
8
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
180
0
663
Groenpootruiter
0
11
0
0
0
0
0
0
1
0
53
44
2
0
0
16
4
8
0
0
8
21
60
0
Kanoetstrandl
100
110
3900
800
0
0
0
130
0
110
5320
2230
0
500
0
270
5660
15
10
0
1220
0
0
510
Kluut
0
0
2
0
0
0
0
4
0
0
4
0
0
0
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
Kokmeeuw
0
0
0
650
0
0
0
0
0
2
0
200
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Pijlstaart
38
0
0
0
0
0
2
0
0
86
0
72
600
146
0
0
50
48
542
490
0
0
130
0
Rosse Grutto
0
8300
900
200
70
0
0
4280
0
0
14200
1666
0
0
0
6940
2847
867
802
5
2960
0
0
60
Rotgans
0
830
0
0
0
0
3300
370
0
4
2820
23
0
762
1960
720
0
350
40
320
600
0
4
240
Scholekster
4300
180
90
550
4100
10100
2600
230
1700
4450
430
5395
6950
4200
2670
370
5800
6445
3790
2142
30
2700
2800
2600
Smient
6940
0
0
0
670
1150
30
0
0
2310
0
6
11212
5104
1750
0
805
1515
12225
6300
0
0
3040
7800
Steenloper
1
370
26
300
5
85
16
122
538
4
500
767
139
22
0
61
0
121
205
60
65
1010
538
60
Stormmeeuw
300
0
0
0
70
850
0
0
450
82
0
400
495
330
1000
0
650
60
230
130
0
0
1700
20
Wilde Eend
22
0
0
0
14
0
14
0
75
222
0
9
365
370
60
2
150
45
63
0
0
0
0
0
Wulp
1150
2
2
0
350
5860
1028
0
0
2950
0
248
1115
2695
2050
0
159
1685
640
1300
0
3
0
1050
Zilvermeeuw
40
0
0
480
0
0
0
0
0
40
0
200
145
0
700
300
15
320
30
6
40
400
200
150
Zilverplevier
150
370
0
0
120
0
6
644
0
0
610
340
1
0
150
536
1039
695
446
1670
430
60
0
280
Zwarte Ruiter
0
5
1
0
0
0
0
0
0
0
9
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
23
7.
Hoe verder?
De betrokken organisaties monitoren de drie experimenten tot 2022 met tellingen en metingen en kijken of die samen een natuurlijke klimaatbuffer kunnen vormen. Komende jaren wordt veel kennis opgedaan over het effect van de maatregelen en de vorming van kwelders. De overall projectleiding ligt bij Staatsbosbeheer. Bestuurders van Wetterskip Fryslân, Ministerie van I&M, gemeente Ameland en Programma naar een Rijke Waddenzee begeleiden het project. De opgedane kennis van het substraat voor de vestiging van mossels wordt verder doorontwikkeld voor nieuwe projecten, waaronder een aquacultuurproject. Ook starten er pilots voor koraalrifherstel en aanplant van rietoevers. Een vierde project is het maken van zoetwatermosselbanken in het Markermeer.
“Het is een uniek project voor een uniek gebied. De experimentele aanpak kan als voorbeeld dienen binnen het waddengebied en andere delen van de Nederlandse kust.” Nico Oud, wethouder gemeente Ameland en voorzitter stuurgroep Klimaatbuffer Zuidwest Ameland
Iedere maand zijn de constructies, het sediment, de stroming en het bodemleven onderzocht. Van der Heide is positief gestemd. “Op de kokosmatten zagen we al snel veel mosselbroed. Een paar maanden later zaten de kleine mosselen op de takkenbossen onder de kokosmatten. Daar zitten ze mooi beschut. In principe werkt het.” Op de plastic kratten werden - naast veel algen en zeepokken nauwelijks mosselen aangetroffen, maar wel veel oesterbroed. “Wellicht komt dat door de gladde structuur: mosselbroed houdt van een ruwe vezelachtige structuur, terwijl oesters minder een voorkeur hebben”, verklaart van der Heide. “De vele pokken, algen en oesterbroed hebben het gladde oppervlak ruw gemaakt. Hopelijk trekken de ruwe kratten komend seizoen wel mosselbroed aan. Mocht er een oesterbank ontstaan, dan vormt dat een ook ideaal substraat voor mosselen.”
Meten is weten Tweejaarlijkse metingen geven op deze wijze inzicht in de aangroei en erosie van de kwelder.
Wetterskip Fryslân wil door middel van hoogtemetingen inzicht krijgen in de ontwikkeling van de kwelder en de wadplaten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van vaste bestaande raaien. Tweejaarlijkse metingen geven op deze wijze inzicht in de aangroei en erosie van de kwelder. Rijkswaterstaat richt met vijfjaarlijkse metingen zich op de vegetatieontwikkeling, waarbij een koppeling te maken is met de hoogtemetingen van Wetterskip. Er is namelijk onderscheid tussen de vegetatie van hoge kwelder (onder meer lamsoor en zeeraket) en van de lage kwelder (bijvoorbeeld zeekraal en Engels slijkgras. Vogelgegevens worden verzameld door vogelwacht Hollum-Ballum, Staatsbosbeheer en SOVON. Zij registreren het aantal broedvogels en houden het gebruik van de kwelder als hoogwatervluchtplaats in het oog. Tot slot houdt Rijkswaterstaat, samen met onderzoeker Tjisse van der Heide van de Radboud Universiteit Nijmegen, de gegevens rond stroomsnelheid bij. Welke locaties zijn dé locaties om schelpdierenbanken te laten ontwikkelen? Hoe ontwikkelen schelpdierbanken zich? Dragen de schelpdierbanken inderdaad bij aan voedselrijker slib? De komende jaren moeten uitwijzen of er antwoorden op deze vragen gevonden worden met dit experiment.
24
25
“We krijgen het mechanisme in de vingers, maar we moeten het nog finetunen.”
Ultieme test
Kennis delen
Welke constructie het meest geschikt is, moet straks blijken uit alle meetgegevens. Bij de takkenbossen is veel sedimenttransport te zien, bij de kratten minder. De laatste laten meer water door, en daarmee ook voedsel voor mosselen. De kokosmatten gaan al rafelen, maar ook het afbreekbare plastic wordt brozer. Het is een gure plek, waar golven stevig tekeer gaan. De kratten bevinden zich in een ultieme test. Van der Heide gaat door met het volgen van de constructies. “We krijgen het mechanisme in de vingers, maar we moeten het nog finetunen. Misschien is een combinatie ideaal: kratten doorvlochten met kokostouw, zodat mosselbroed zich beter kan hechten.”
De opgedane kennis wordt verzameld en gedeeld met alle instanties die betrokken zijn bij het Waddengebied en klimaatbufferprojecten. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Programma Rijke Waddenzee. Bekijk hier de film over de tussentijdse resultaten van het experiment. Meer informatie over dit project is te vinden op: www.klimaatbuffers.nl • www.rijkewadddenzee.nl
Schuilplaats tegen rovers Biologisch afbreekbare structuren simuleren tijdelijk een volwassen mosselbank.
De gekozen strategie is naar alle waarschijnlijkheid toe te passen in zandige, droogvallende getijdensystemen. Daarin is vestiging van jonge mossellarfjes (zo groot als een zandkorrel) op de kale zandbodem per definitie lastig. Eén van oorzaken daarvoor is dat de zandbodem instabiel is, doordat de bovenste laag door golven en stroming vaak wordt opgewerveld. Daarnaast worden de larfjes opgegeten door ‘rovers’ als krabben en garnalen. Zo telt in de zomer iedere vierkante meter zeebodem wel honderd garnalen - en ze hebben allemaal honger! Op plaatsen waar al een mosselbank ligt, is vestiging van de volgende generatie jonge mosseltjes veel gemakkelijker. Volwassen mosselen helpen daarbij door een vaste ondergrond voor aanhechting te bieden: mosselen ‘lijmen’ zich aan elkaar vast met zogenaamde byssusdraden. Tussen de wirwar van volwassen mosselen en byssusdraden zijn bovendien voldoende schuilplaatsen tegen rovers. De biologisch afbreekbare structuren simuleren tijdelijk een volwassen mosselbank - ook deze structuur biedt hechtingsplaatsen en schuilplaatsen tegen rovers. Het is de bedoeling dat de structuur uiteindelijk vanzelf verdwijnt, wanneer de jonge mosseltjes na drie à vier jaar volwassen zijn en zelf de basis vormen voor de volgende generatie.
26
Zij gaven in 2012 een zetje… Projectbegeleiding: Sies Krap en Gertjan Elzinga Staatsbosbeheer: Piet Visser, Jeffrey Huizinga en Marjan Veenendaal Stuurgroep Klimaatbuffer Zuidwest Ameland: Harry Boon (Wetterskip Fryslân), Kees van Es (Programma Rijke Waddenzee), Josje Fens (Waddenvereniging), Yme Brijker (Vogelwacht Hollum Ballum), Herman Brink (Staatsbosbeheer), Nico Oud (gemeente Ameland) en Wout Jan Adema (Rijkswaterstaat)
27
Meer info? Staatsbosbeheer: Marjan Veenendaal
[email protected]
Projectbegeleiding: Sies Krap (Dienst Landelijk Gebied) en Gertjan Elzinga (Elzinga & Oterdoom Procesmanagement)
Betrokken partijen: 28
Vogelwacht Hollum Ballum