ONTWIKKELING MARITIEM CENTRUM "ABRAHAM FOCK" TE HOLLUM AMELAND. A. Historisch perspectief. Het reddingswezen op Ameland kent net als dat op de andere Waddeneilanden een rijke historie. Na 1824 worden langs de gehele Nederlandse kust reddingstations opgericht. Aanleiding is een bijzonder zware storm op 14 oktober 1824. In die nacht stranden in totaal 17 schepen op de Nederlandse kust. Op Ameland strandde de "Louisa Augusta". Met grote moeite slaagde men erin een deel van de bemanning van boord te halen. Zowel in Nes als in Hollum worden roeireddingboten gestationeerd. Het station Hollum zal uitgroeien tot een van de bekendste stations van ons land. Niet door spectaculaire reddingen zoals de stations in Oostmahorn, Terschelling of Den Helder waar schepen als de "Insulinde", de "Brandaris" en schippers als Mees Toxopeus en Dorus Rijkers nationale bekendheid verwierven. Nee, op Ameland zijn het de paarden geweest die het reddingstation Hollum zo bijzonder maakten. Het in 1989 gestarte Reddingsmuseum "Abraham Fock" is daarom ontstaan vanuit de lange traditie van de inwoners van Hollum om hun reddingboot met paarden naar zee te brengen. Nadat in 1824 de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Maatschappij werd opgericht werden op tal van plaatsen langs de Nederlandse kust reddingsboten gestationeerd. Het betrof hier eenvoudige roeireddingboten welke overal met inzet van paarden in zee werden gebracht. In de loop der jaren werd het reddingsmaterieel sterk verbeterd. Op veel plaatsen werd echter de inzet van paarden steeds moeilijker en zo werden de paarden op bijna alle reddingstations vervangen door tractoren. Met uitzondering van het station Hollum. Hier bleef men trouw aan de viervoeters. Zelfs na het dramatische ongeval in augustus 1979, toen bij een lancering van de boot 8 paarden verdronken, werden met spoed nieuwe paarden gereed gemaakt voor het zware werk. Tot in 1988 een definitief einde dreigde te komen aan dit ambachtelijk werk. De komst van een nieuwe reddingboot welke in de haven van de Ballumerbocht altijd gereed ligt maakte immers de "paardenreddingboot" overbodig. Hollumers zijn echter trouw aan hun tradities en zo ontstond het idee om te proberen de traditie van de paardenreddingboot in stand te houden. Door de gemeente Ameland werd het boothuis en de strandreddingboot van de KNZHRM aangekocht. Er werd een stichting "Paardenreddingboot Ameland" opgericht met als doel middels een aantal demonstraties het oude ambacht van het met paarden in zee brengen van een reddingboot in stand te kunnen houden. Het voormalige boothuis bleef in stand en werd zelfs gedeeltelijk omgebouwd tot een reddingsmuseum waar de geschiedenis van het reddingswezen op het eiland in beeld wordt gebracht.
Het museum trekt jaarlijks ca 16.000 bezoekers terwijl jaarlijks ongeveer 12 tot 14 demonstraties worden gegeven waarbij ca 35.000 bezoekers getuige zijn van dit oude ambacht. Feitelijk kan gesteld worden dat de paardenreddingboot en de recreatieve ontwikkeling van het eiland onlosmakelijk aan elkaar zijn verbonden. Het meest bekende "handelsmerk" van Ameland is "de paardenreddingboot. B. Organisatiestructuur. De demonstraties van de stichting "Paardenreddingboot" zijn, vanaf de oprichting in 1988, in korte tijd uitgegroeid tot een belangrijke cultuur historische attractie. De ontwikkeling van het reddingsmuseum "Abraham Fock" loopt daaraan min of meer parallel. Op het eiland vinden we naast het reddingsmuseum, een natuurmuseum, een landbouw- en juttersmuseum, een cultuur-historisch museum en een tweetal korenmolens. Voor alle musea en de molens is in 2000 een vrijwel uniek samenwerkingsmodel ontwikkeld. De vier musea en beide molens werden oorspronkelijk geëxploiteerd door een viertal stichtingen en een vereniging. De oprichting van de Stichting Amelander Musea leidde tot een centraal beheer van middelen, financiën en personeel. Door deze samenwerking werken de verschillende organisaties onder een centrale directie. De voordelen zijn dat er professioneel en efficiënt gewerkt kan worden met de beschikbare middelen. Doordat de stichting Korenmolen "de Phenix" en de vereniging Vrienden van de Hollumer Molen "De Verwachting" zijn opgegaan in een nieuwe vereniging Vrienden van de Amelander Korenmolens zijn er binnen het organisatiemodel nog een drietal stichtingen en een vereniging actief. Deze organisaties bepalen middels beleidsplannen het te voeren beleid en kunnen de eigen identiteit handhaven. Belangrijk is daarbij ook de bestaande banden met een groot aantal vrijwilligers. De Stichting Amelander Musea (STAM) geeft met haar musea, welke elk op een eigen werkterrein actief zijn, aan de eilandbezoekers de mogelijkheid kennis te kunnen nemen van natuur, milieu, landschap, cultuur, historie en reddingswezen van Ameland. Daarnaast zorgen de voor het publiek opgestelde korenmolens voor de levering van graan aan bakkers en bedrijven voor het vervaardigen van eilander producten. De uitbreiding van de korenmolen "De Verwachting" te Hollum met een mosterdmolen en een expositieruimte heeft geleid tot een nieuw eilander product alsmede het tonen van de historische gegevens en beelden van dit deel van de eilander historie.
C. Regionale en plaatselijke identiteit. Dragers economie.
Gesteld kan worden dat de maritieme geschiedenis van het eiland met het daarbijbehorende erfgoed de identiteit van Ameland voor een belangrijk deel bepaald. De Paardenreddingboot met het huidige museum mag naast de natuurlijke bronnen zoals: zee, strand, duinen, landschap worden gerekend te behoren tot een belangrijke van de plaatselijke economie. Het voortbestaan van het ambacht is echter geheel afhankelijk van de bereidheid van eilanders welke geschikte paarden voor dit werk willen en kunnen inzetten. De afgelopen jaren is echter gebleken dat met name de stallingmogelijkheden van de paarden, mede door milieuwetgeving, voor sommige paardenhouders erg moeilijk zo niet onmogelijk is geworden. Daarnaast heeft ook de bij de Stichting Amelander Musea (STAM) aangesloten Stichting Paardenreddingboot (SPA) in een beleidsplan een aantal doelen aangegeven welke men hoopt de komende jaren te kunnen verwezenlijken. Deze doelen zijn: 1. Versterking van de positie van het bestaande reddingsmuseum door de uitbouw van het museum naar een maritiem infocentrum; 2. Verbetering van de bestaande expositie door het verhogen van de attractieve waarde; 3. Realisering van een paardenstalling zodat het publiek contact krijgt met dit unieke onderdeel van het museum; 4. Uitbreiding van de activiteiten door activiteiten in, rond en buiten het museum; 5. Uitbreiding van de bestaande expositie door aandacht te schenken aan de maritieme geschiedenis van het eiland, zoals walvisvaart, visserij en koopvaardij. 6. Aandacht schenken aan de huidige positie van ons land in de ontwikkeling van de moderne scheepvaart, visserij en andere activiteiten op zee; D. Kerntaken nieuw maritiem centrum: 1. Het verzorgen van demonstraties van de lancering van de paardenreddingboot 2. Het zorgdragen voor een goede stalling van de reddingbootpaarden met als achterliggend doel het in de toekomst veilig stellen van een stallingmogelijkheid van voldoende eigen paarden voor het instandhouden van dit ambacht; 3. Het in standhouden van het boothuis en een aantal reddingboten waarmee de historie van het reddingswezen inzichtelijk wordt gemaakt; 4. Het geven van een overzicht van de geschiedenis van het reddingswezen op het eiland; 5. Het geven van een overzicht van de maritieme historie van het eiland met aandacht voor reddingswezen, walvisvaart, visserij en koopvaardij. 6. Er voor zorgdragen dat bezoekers in de praktijk kunnen kennisnemen en/of deelnamen aan oude ambachten en tradities, zoals hoefsmid, garnalenvissen, strandjutten.
7. Er voor zorgdragen dat bezoekers kennis kunnen nemen van moderne ontwikkelingen op het gebied van scheepvaart, visserij, onderzoek en andere activiteiten op zee. 8. De aanleg van een maritieme fiets- en wandelroute langs diverse bezienswaardigheden. Met een naast het museum gelegen landbouwbedrijf is een overeenkomst afgesloten welke leidt tot een vergaande samenwerking. Deze samenwerking leidt ertoe dat voor zowel het landbouwbedrijf als de SPA een nieuwe paardenstalling wordt gebouwd. Het landbouwbedrijf kent naast een jongvee- en schapenhouderij ook paardenverhuur. De betreffende ondernemer wil met name het laatst genoemde onderdeel van het bedrijf professionaliseren. Momenteel is in Hollum geen manegebedrijf aanwezig. De combinatie van een paardenstalling voor zowel de reddingbootpaarden als de manegepaarden biedt tal van nieuwe mogelijkheden. Diverse activiteiten kunnen vanuit het museum en het manegebedrijf gecombineerd worden uitgevoerd.
E. Plan van eisen en algemene voorwaarden aan de hand van de gekozen kerntaken.
Met de uitbouw van het museum tot een maritiem infocentrum worden aan aantal doelen beoogd: 1. De paarden direct onderbrengen bij het museum waardoor het publiek "kennis" kan maken met deze paarden en tevens een oplossing ontstaat voor bestaande stallingproblemen 2. Het bestaande museum uitbreiden met gelijktijdige uitbreiding van expositieonderdelen waardoor een "maritiem" museum ontstaat; 3. Het verruimen van de mogelijkheden tot activiteiten in, nabij en rond het museum; 4. Het bijeen brengen en in standhouden van materialen en gegevens omtrent de maritiem historie van het eiland. 5. Het geven van een beeld van de moderne ontwikkelingen in de scheepvaart, visserij e.d. Voorwaarden met betrekking tot locatie en huisvesting. Terreininrichting: 1. De locatie zal duidelijker herkenbaar dienen te zijn
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De uitbreiding dient te passen in de omgeving Overlast voor de omgeving dient te worden voorkomen Er moet een logische museale route ontstaan tussen museum en paardenstalling Er komt een duidelijke afscheiding tussen museum en aangrenzende woningen De ingang zal duidelijk herkenbaar aan de straatzijde moeten komen Middels water dienen ingang en museum met elkaar te worden verbonden Het museum dient toegankelijk te zijn voor gehandicapte bezoekers
Museum: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De expositie dient een hoge attractieve waarde te verkrijgen Het boothuis blijft ongewijzigd Aandacht wordt besteed aan actuele informatie van het huidige reddingswezen De maritieme geschiedenis dient in een breder verband aandacht te krijgen De moderne ontwikkelingen op maritiem gebied dienen in beeld te worden gebracht De commissiekamer wordt in oude glorie hersteld Er dient ruimte te zijn voor wisselexposities De entreeontvangstruimte dient ruim voldoende te zijn voor grote groepen bezoekers Er dienen een personeelsruimte en opslag/werkplaats te komen
Paardenstalling: 1. 2. 3. 4. 5.
De schuur dient ruimte te bieden voor stalling van maximaal 12 paarden De paardenstalling dient geschikt te zijn voor museumbezoek Er moet voldoende opslagruimte te zijn voor voer e.d. De stalling, mestopslag e.d. dient te voldoen aan de moderne milieueisen Er dient ruimte te zijn voor de inrichting van een kleine smederij
Algemeen: 1. De reddingboot "Oudendijk" dient een functie te krijgen bij het museum 2. Er dient in de entreeontvangstruimte een mogelijkheid te zijn voor een winkeltje 3. De vuurtorenkoepel krijgt een plaats in of op het museum Museumconcept. De missie en doelstelling zijn gericht op het behoud van het cultuurhistorisch reddingsambacht met behulp van de inzet van paarden. Naast de demonstraties met de paardenreddingboot dient het museum in een presentatie die gericht is beleving,
spanning en educatie de geschiedenis van het reddingswezen in Nederland en in het bijzonder op Ameland inzichtelijk te maken. Het stallen van de paarden in het museum is daarbij zonder meer noodzakelijk. Het museum zal zich dienen te ontwikkelen tot een maritiem museum. Deze ontwikkeling dient te leiden tot informatieoverdracht, attractie, educatie, studie en kennis van zowel de maritieme geschiedenis van het eiland als moderne ontwikkelingen op dit gebied. Algemene publieksruimten. De huidige entree van het museum voldoet in het geheel niet aan de huidige eisen. De aantallen bezoekers, waarvan een flink deel groepsgewijs het museum bezoekt, maken het noodzakelijk een ruime entree/ontvangstruimte in te richten. Naast ruimte voor de bezoekers dient er ruimte te zijn voor een garderobe en opslag handbagage. Er dienen voldoende toiletten te zijn waaronder een invalidentoilet. Er dient ruimte te zijn voor de winkelfunctie voor de verkoop van museumartikelen, voor het personeel, de opvang van vrijwilligers en een langer verblijf in een zit/leeshoek. In deze laatste ruimte dient men kennis te kunnen nemen van de bibliotheek van het museum. Dit laatste kan ook middels moderne ict-techniek. Vaste exposities: A. Expositie reddingswezen. Deze expositie geeft op interactieve wijze kennis van de geschiedenis van het reddingswezen op Ameland. Onderdelen zijn jutten en roven, het ontstaan van de reddingmaatschappij, de historie van de roeireddingboot, bijzondere strandingen en reddingen, reddingsmethoden in de loop der jaren en historische documenten e.d. van redders. Daarnaast aandacht voor de relatie van het eiland met het Koninklijk Huis en specifiek met het reddingswezen. Tenslotte de ontwikkeling en modernisering van het reddingswezen. De belevingswaarde dient een bijzondere attractie te krijgen doordat bezoekers in een simulator een heuse reddingsactie kunnen beleven. B. Audiovisuele ruimte. Aangezien de demonstraties maar een beperkt aantal keren per jaar worden uitgevoerd zullen vele bezoekers van het eiland dit niet kunnen meebeleven. Middels een spectaculaire film wordt in deze ruimte een beeld gegeven van dit unieke en fantastische schouwspel. C. Maritieme expositie. Op het terrein zal middels een deels ondergrondse ruimte een beeld worden gegeven van de rijke maritieme historie van het eiland. Koopvaardij walvisvaart en
visserij zijn belangrijke thema's welke hier aandacht zullen krijgen. De attractiewaarde zal hoog zijn door de bezoeker daadwerkelijk middels scheepsruimten door de geschiedenis te leiden. Daarnaast zal aandacht worden geschonken aan de moderne ontwikkelingen op het gebied van scheepvaart. Daarbij zal uiteraard aandacht zijn voor de Nederlandse activiteiten op maritiem gebied. D. Paardenstalling. In de paardenstalling kunnen de bezoekers kennis maken met de paarden. Hier vindt men gegevens van voerlieden en hun paarden. Niet alleen de huidige voerlieden en paarden krijgen aandacht maar ook aan de historie zal aandacht worden gegeven. In een afzonderlijk gedeelte wordt een hoefsmederij ingericht. Behalve dat het publiek kennis kan nemen van een voormalige hoefsmederij zal ook de hoefsmid wekelijks aanwezig zijn om de paarden te beslaan en de hoeven te verzorgen. Door de smederij open te stellen voor alle paardenhouders kunnen bezoekers wekelijks kennis nemen van dit ambacht. E. Aanleg maritieme route: Met enige uitbreiding van bestaande voorzieningen is het mogelijk een fiets- en wandelroute te creëren welke een beeld oplevert van de maritieme geschiedenis en ontwikkeling van het eiland met aandacht van recente ontwikkelingen op het gebied van o.a. scheepvaart, visserij en reddingswezen. Maritiem museum "Abraham Fock", Vuurtoren, Gedenkteken paardengraf, Lanceerplaats paardenreddingboot, voormalige "Wierschuur" op het Zuidwest, Reddingstation KNRM in de Ballumerbocht, vissen op het Wad, Ballumer Blinkert (Info omtrent moderne visserij, scheepvaart, scheepsroutes, gasboringen e.d.),Gedenkteken ramp Engels fregat nabij het Engelsmanduun, Begraafplaats Hollum met historische stenen uit de tijd van de Walvisvaart en zeemansgraven, Visafslag Middels een in de wegen, paden en/of grond aangelegde bewegwijzering en infopanelen kan de bezoeker lopend of per fiets kennis nemen van de maritieme geschiedenis en de moderne zeevaart.
E. Ontwikkeling bezoekersaantallen. Naar verwachting zal het aantal bezoekers aan het Maritieme infocentrum stijgen van de huidige 16.000 bezoekers naar 32.000 bezoekers op jaarbasis. Daarnaast zullen ca 80.000 recreanten de mogelijkheden van een bezoek aan een demonstratie, de wandel- of fietsroute gebruiken en/of deelnemen aan andere activiteiten welke vanuit het centrum zullen worden aangeboden.