Vog e l we r k g r oe pv a nde Na t uur -&Vog e l wa c ht ‘ deAl bl a s s e r wa a r d’
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012
Pieter Bieren Adri Clements Anthonie Stip
Dit is een uitgave van de Vogelwerkgroep Alblasserwaard, onderdeel van de Natuur- en Vogelwacht ‘de Alblasserwaard’.
Colofon NVWA-rapport 2013-01 Dit rapport als volgt citeren: Bieren, P., A. Clements & A. Stip (2013). Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012. NVWA-rapport 2013-01. Natuur- en Vogelwacht ‘de Alblasserwaard’, Papendrecht.
Oplage: 40 exemplaren www.nvwa.eu
1
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Inleiding In 2012 zijn beide boezems van Kinderdijk opnieuw volledig geïnventariseerd om zo de vogelstand in kaart te brengen. Van eind maart tot eind juni zijn de Overwaard en Nederwaard per boot en te voet geteld door deskundige vrijwilligers. Een opvallende nieuwe verschijning in de broedvogelbevolking was de vestiging van een paartje Roodborsttapuit. Verder was er opnieuw een territorium van de Grauwe vliegenvanger, een soort die vorig jaar nieuwkomer was. Daarnaast nam het aantal Cetti’s zangers explosief toe, verspreid over het hele telgebied. Los van deze noemenswaardigheden was 2012 geen bijzonder seizoen. De ontwikkelingen en zorgen die in eerdere broedvogelrapporten benoemd zijn, blijven onverminderd van toepassing. Het gaat hierbij vooral om: Toename van het aantal (Grauwe) ganzen, Afname van het areaal riet in de Overwaard Afname van het areaal drijfbladvegetatie in de Overwaard, Het (daardoor) uitblijven van broedpogingen van de Zwarte Stern aldaar De aantallen vogels kunnen niet altijd aangeven wat er gebeurt, maar verband is er zeker te vinden (Zwarte Stern). Daarom is het van zeer groot belang dat de potentiële kwaliteit van beide boezems in het beheer optimaal wordt benut. Dit laatste blijft tot op de dag van vandaag helaas uit. Een goed beheer is cruciaal voor een gevarieerde en dynamische moerasvogelbevolking. Het is geen punt van discussie dat het voor de tellers elke vroege ochtend weer genieten is van rust, vogels, moeras en molens! De tekstschrijvers, februari 2013, Pieter Bieren (eindredactie) Adri Clements (omslag, layout) Anthonie Stip (tekstcorrectie)
Figuur 1 Rust, molens, moeras en vogels... een unieke combinatie die de beste bescherming verdient!
2
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Veldwerk In 2012 zijn tien veldbezoeken uitgevoerd in de (vroege) ochtend, de eerste op 31 maart en de laatste op 30 juni. Dat is vergelijkbaar met de verdeling in 2011. Er is zoveel mogelijk rekening gehouden met een simultane telling in de Overwaard en Nederwaard. Eenmalig is een telling in beide boezems afgelast door regen, op 28 april. Deze telling is in de Nederwaard ingehaald op 30 april. In de Overwaard is een aanvullende ronde gelopen op 19 mei. Praktisch alle tellingen zijn op zaterdag uitgevoerd, uitzondering zijn de ingevoegde telling op Koninginnedag 30 april en twee tellingen in de Overwaard (5 en 18 juni) die na het weekend zijn uitgevoerd vanwege verschillende omstandigheden, zie tabel 1. Maximaal zijn twee weken tussen de inventarisaties aangehouden om daarmee de richtlijnen van het BMP-project van Sovon te volgen. Tabel 1 Overzicht van de tellingen per deelgebied.
Telling nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Overwaard 31 maart 14 april 21 april 5 mei 12 mei 19 mei 26 mei 5 juni 18 juni 30 juni
Nederwaard 31 maart 14 april 21 april 30 april 5 mei 12 mei 26 mei 2 juni 16 juni 30 juni
Allereerst gaat een woord van dank naar de vrijwilligers die de telrondes doen. Zonder hen zouden deze gegevens niet verzameld zijn. In alfabetische volgorde noemen we Ad Kooij, Adri Clements, Anthonie Stip, Corné Stam, Gerben van Wijk, Jan Schoonderwoerd, Jurie Bieren, Piet van Meerkerk, Pieter Bieren en Richard Slagboom. Daarnaast worden de heren Bakker en Rijsdijk vriendelijk bedankt voor het belangeloos ter beschikking stellen van hun boten waardoor vaartellingen mogelijk zijn geweest. Naast de vaste inventarisatierondes wordt er vaker naar vogels gekeken rondom Kinderdijk. Aanvullende waarnemingen van o.a. http://alblas.waarneming.nl zijn een enkele keer meegenomen in de soortbeschrijvingen, maar niet gebruikt bij het vaststellen van aantal territoria. Ook in 2012 is weer gebruik gemaakt van Autocluster, een programma dat ontwikkeld is door Sovon, dat na het inprikken van de vogelwaarnemingen automatisch het aantal territoria bepaalt. Na het eerste jaar zijn er al diverse aanpassingen geweest, die het programma nog gebruiksvriendelijker gemaakt hebben.
3
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Het weer Na een buitengewoon koude eerste helft van februari , waren de 2e helft en de hele maand maart zacht tot zeer zacht met veel zonnig lenteweer. Veel voorjaarssoorten waren er dan ook vroeg bij. Op de eerste telling van 31 maart werden soorten als Blauwborst, Bruine kiekendief, Tjiftjaf en Rietzanger aan het papier toevertrouwd. Daarna werd april juist gekenmerkt door wisselvallig en koel weer met regelmatig regen of buien. Koninginnedag was echter een positieve uitzondering met veel zon en ruim 20 graden. Het was ook een dag met veel waarnemingen tijdens de inventarisatie in de Nederwaard, met volop zang van vrijwel het hele spectrum broedvogels. Ook de eerste Zwarte Sterns werden op deze dag waargenomen. De eerste helft van mei was eveneens nog vrij wisselvallig met op 5 en 12 mei koude ochtenden. Toch waren het geen slechte inventarisaties, gezien het aantal zangwaarnemingen. Na half mei werd het snel zomers met 20-25 graden. Een ‘extra ingelaste’ telling op 19 mei vond plaats onder zwoele omstandigheden met vochtig warm weer. In de daaropvolgende week was het zonnig en warm. Zo ook op 26 mei, de dag met een tijdelijk zingende Roodmus in de Overwaard. Daarna werd het minder warm in de aanloop naar een behoorlijk kille en natte junimaand. De broedvogeltellingen vielen echter allemaal buiten de belangrijkste regenperioden, zodat deze wel doorgang konden vinden. Vaak was er wel behoorlijk wat wind, en waren het geen ‘zomerse ‘ ochtenden. Toch hebben deze juni-inventarisaties nog de nodige waarnemingen toegevoegd. De hekkensluiter op 30 juni leverde zoals gebruikelijk niet veel territoriale zangvogels meer op.
4
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Soortbeschrijvingen Fuut Vóór 2008 werden nog aantallen van meer dan 30 paar gehaald, maar door een aantal koude winters kelderde de stand van de Fuut. Nu krabbelt de soort iets omhoog, in vergelijking met voorgaande jaren. Daarmee lijkt de negatieve trend gebroken. Er kwamen dit jaar 18 paar tot broeden, waarvan tien in de Overwaard en acht in de Nederwaard. Daarmee is de Fuut nog niet op het gemiddelde niveau van de afgelopen vijf jaar (22 paar), maar gaat het wel weer de goede kant op. Roerdomp Al sinds 2009 ontbreekt de Roerdomp als broedvogel van de moerassen van Boezems Kinderdijk. Ongetwijfeld heeft dat alles te maken met de achteruitgaande kwaliteit van het moeras. Er wordt en nog wel regelmatig een overwinterend exemplaar gezien. Blauwe reiger Dit jaar werd er geen nest van de Blauwe reiger gevonden tijdens de BMP-tellingen en de Purperreigertelling. Purperreiger
Figuur 2 Purperreigers op voedseltocht in een herkenbaar gebied.
Tijdens een gerichte telling van het aantal nesten van de Purperreiger in Kinderdijk op 2 juni 2012 konden 90 nesten worden gevonden. Dat betekent een forse terugval ten opzichte van de 123 in 2011. Voor het eerst sinds 2007 ligt de stand weer onder de 100 paar. Purperreigers arriveerden dit jaar laat in de kolonie. Begin april waren er nog nauwelijks individuen aanwezig. Vestiging van nieuwe nesten heeft daarom verspreid over een lange periode plaatsgevonden, wellicht tot in juni. Mogelijk zijn een aantal nesten gemist, ten eerste vanwege de late vestiging maar vooral ook door het verspreide karakter van de nesten. De oorzaak van de afname moet vooral worden gezocht in slechte omstandigheden in de overwintersgebieden in de Sahel in de winter van 2011/2012. Het was die winter erg droog (JISAO 2012), wat de overleving van Purperreigers aanzienlijk negatief heeft beïnvloed. Ook in grote kolonies elders in het land werden verliezen genoteerd, terwijl de aantallen in de Zouweboezem licht toenamen tot 145 paar (was 128 in 2011). In alle Zuid-Hollandse Purperreigerkolonies bij elkaar werd een afname van 15% vastgesteld. De verregaande aftakeling van het rietland in de Overwaard blijft een voortdurende bron van zorg. Het is niet ondenkbaar dat de kolonie Purperreigers in Kinderdijk verder afneemt in de nabije toekomst, vanwege achteruitgang van kwaliteit en kwantiteit van het rietland.
5
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Knobbelzwaan Er broedden dit jaar twee paar Knobbelzwanen in de Boezems, in elk deelgebied één paar. De populatie van de soort is stabiel op laag niveau gedurende de afgelopen tien jaar. Grauwe gans De populatie broedende Grauwe ganzen groeide dit jaar licht. In de Overwaard werden er 183 territoria geclusterd, tegenover vijf territoria in de Nederwaard. Van groei in de Nederwaard lijkt geen sprake. In de Overwaard daarentegen nam de populatie iets toe, al signaleerden we in het veld een verminderde aanwezigheid van niet-broedende overzomeraars. Het lijkt erop dat de ganzen alleen in het boezemgebied broeden, en dat de families spoedig na het uitkomen van de eieren hun heil elders in de polder zoeken. Voor het oog is er daarmee verminderde ‘overlast’ van de ganzen in de Boezems zelf (begrazing van riet, geluidsoverlast, uitwerpselen), al verplaatst een deel van het probleem naar de graslanden in de omringende polders. Verder zijn de indrukken uit het veld dat de families minder groot waren dan in voorgaande jaren, met nu circa 4 jongen per gezin, tegen 6-10 in vroeger jaren. Familiegrootte is echter niet consequent genoteerd tijdens tellingen, wat een betrouwbare vergelijking bemoeilijkt. Er zijn echter eerste indicaties dat de groei van de Grauwe ganzenpopulatie gaat afvlakken. Het wordt dan ook spannend hoe dit zich de komende jaren verder gaat ontwikkelen. Het is tenslotte goed om op te merken dat Boezems Kinderdijk voor Grauwe ganzen diverse functies heeft. Naast broedgebied fungeert het boezemgebied ook als overzomer- en overwinterhabitat. In beide gevallen vinden talrijke ganzenfoerageervluchten plaats naar de wijde omgeving van Kinderdijk, zowel overdag als ’s nachts (volle maan). De graslandpolders van NieuwLekkerland, Alblasserdam, Oud-Alblas, maar ook van de Krimpenerwaard en de Sofiapolder zijn daarbij gewilde bestemmingen. Grote canadese gans Exoten als de Grote canadese gans zijn niet bij iedereen even geliefd. De populatie van deze luidruchtige gans nam dit jaar onverwacht af. Telden we vorig jaar nog 27 paren, dit jaar bleef de teller steken bij tien paar. Zo’n populatieniveau werd voor het laatst vastgesteld in 2009. Of de afname voortgezet wordt, is zeer de vraag bij een opportunistische soort als de Canadese gans. Wij gaan zien, om met Hugo Claus te spreken. Brandgans De Brandgans is al jarenlang een broedvogel van de Overwaard, al zijn de vogels nogal eens van dubieuze afkomst. Soms betreft het hybriden van Brand x Grote canadese gans. Dit jaar nestelden er twee paren Brandgans in de Overwaard en ontbrak de soort in de Nederwaard. De totale stand veranderde daarmee niet ten opzichte van vorig jaar. Nijlgans De Nijlgans – een exotische eend uit de regio van de Nijl – gedijt goed in het boezemgebied. Wat velen niet weten is dat Nijlganzen al tenminste sinds 1994 in het gebied broeden. De eerste twee broedparen werden dat jaar geregistreerd, al is het aannemelijk dat de eerste vestiging al eerder dan 1994 plaatsvond. Na een heel langzame toename gedurende meer dan vijftien jaar, lijkt het plafond van de Nijlganzenpopulatie in zicht: de soort zakt van 11 paar vorig jaar naar tien paar in 2012. De top werd in 2010 bereikt met 13 paar in het hele Boezemgebied. De meeste Nijlganzen broeden in de Overwaard (acht paar). Krakeend De geruchtmakende toename die Krakeenden in Nederland doormaken - in 2010 een BMP-index van 644; met 1990=100 (Boele et al. 2012)- komt in het boezemgebied minder van de grond. Van een toename is al even geen sprake meer, stabilisatie van de aantallen is eerder aan de orde. Dit jaar 6
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 telden we tien paren, waarvan zeven in de Overwaard en drie in de Nederwaard. Al sinds 2009 schommelt het totaal aantal broedende Krakeenden rond de tien paar. Wilde eend Wie het verloop van de aantallen Wilde eenden in de boezems bekijkt, zal merken dat flinke jaarlijkse fluctuaties het beeld bepalen. Dat was niet anders in 2012. Ten opzichte van twee relatief goede jaren in 2010 (79 paar) en 2011 (86 paar) telden we nu weer iets minder Wilde eenden, 71 in totaal. Daarvan nestelde 40 paar in de Overwaard en 31 paar in de Nederwaard. Overigens gaat de Wilde eend landelijk al meer dan twintig jaar gestaag in aantal achteruit (Boele et al. 2012). In Kinderdijk is deze trend niet te merken door de jaarlijks sterk wisselende aantallen. Soepeend Gekscherend wordt de Soepeend onder vogelaars ook wel aangeduid met de Latijnse naam Anas unox. De term Soepeend is een verzamelbegrip voor bonte eenden die duidelijk niet al te veel wilde eendenbloed in de stamboom hebben. De mate waarin Soepeenden in de Boezems tot broeden komen, wisselt sterk. Vorig jaar werd er geen enkel territorium vastgesteld, tegenover drie dit jaar. Talingen Vorig jaar kon een paartje en later een territoriaal mannetje Zomertaling gerekend worden onder de noemer territorium volgens de BMP-criteria van Sovon. In 2012 was dat niet het geval, hoewel er in het begin van het seizoen wel doortrekkende Zomertalingen aanwezig waren in de Overwaard. Hetzelfde geldt voor de Wintertaling: vorig jaar voldeden twee territoria aan de criteria, dit jaar werden Wintertalingen niet als broedvogel vastgesteld. Slobeend Gedurende de maanden april tot juli zijn er in het boezemgebied geregeld Slobeenden aan te treffen. Vaak gaat het hier om rondzwervende mannetjes, wellicht eerder uitgemaaid in de graslandpolders rondom de Boezems. Toch verblijven elk jaar ook enkele territoriale paartjes in de Boezems, die dan de boeken ingaan als territorium zonder dat er met zekerheid sprake is geweest van nestelen. Dit jaar gaat het om drie paar, waarvan twee in de Overwaard. Hier werd op 5 juni ook een vrouwtje met bijna vliegvlugge jongen waargenomen. De stand van deze mooie eend is daarmee redelijk stabiel. Kuifeend Maar liefst zes territoria Kuifeend konden we in 2012 bijschrijven voor de Hoge Boezem van de Overwaard. Dat is een verdubbeling van het aantal in 2011. Dit past in het landelijke beeld van een matige toename van deze soort (Boele et al. 2010). In de Nederwaard komt de Kuifeend als broedvogel (nog) niet voor. Aanwijzingen voor nestelen zijn niet waargenomen – wat overigens niet betekent dat er daadwerkelijk niet gebroed is, Kuifeenden kunnen hun nest erg goed verstoppen. Bruine kiekendief Het lijkt in Kinderdijk met Bruine kiekendieven redelijk te gaan, in weerwil van de landelijke afname. Voor het tweede jaar op rij konden we in totaal zes territoria noteren. Vijf daarvan zaten in de Overwaard (nooit eerder zo veel), en de zesde nestelde in de Nederwaard. We kunnen met redelijke zekerheid zeggen dat alle zes de paren tenminste een broedpoging hebben ondernomen, die in een aantal gevallen ook is geslaagd. Er werd veelvuldig gebaltst, gesleept met nestmateriaal en een niet aflatende berg prooien werd naar de nestplaatsen aangevoerd. Tijdens de purperreigertelling op 2 juni werden twee nesten gevonden met één en vier jongen. Exacte aantallen uitgevlogen jongen zijn niet bekend, maar er zijn zeker enkele jongen succesvol uitgevlogen. 2009 was tot nu toe het beste jaar voor Bruine kiekendieven in Kinderdijk, met vier paar in de Overwaard en drie paar in de Nederwaard.
7
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Waterral Zowel in de Overwaard als de Nederwaard was er sprake van een stijging of een stabilisatie in het aantal Waterrallen. In de Nederwaard was het aantal territoria net als in 2011 zes, in de Overwaard steeg het aantal territoria van drie in 2011 naar vijf dit jaar. Het is de vraag of de negatieve trend van de afgelopen jaren verandert in een positieve trend. In de Nederwaard, waar het riet vrijwel niet door Grauwe ganzen is aangetast, lijkt er serieus sprake van stabilisatie op de lange termijn. In de Overwaard zijn de fluctuaties groot: twee jaar geleden werden er geen territoriale Waterrallen vastgesteld. De Waterral kan in het beheer worden gezien als een indicatieve soort voor de kwaliteit van het moeras. Voor een beter moeras, en dus ook meer Waterrallen, is een natuurlijk peilbeheer noodzakelijk. De ganzen in het gebied mogen dan een flinke toename genieten, het is niet bevorderlijk voor met name de kwaliteit en kracht van de wortelzone van de rietpercelen. Porseleinhoen Voor het tweede jaar op rij werden er geen territoriale Porseleinhoenders vastgesteld. In 2010 werden er nog zelfs 6 territoria genoteerd. Op de lange termijn blijken Porseleinhoenders het ene jaar ruim aanwezig, en het andere jaar afwezig. Waterhoen en Meerkoet Beide soorten namen in 2012 zowel in de Over- als Nederwaard af. Met name in de Overwaard was de afname sterk. Waterhoen van zeventien paren in 2011 naar negen paren dit jaar, Meerkoet van elf paren in 2011 naar vijf paren dit jaar. In de Nederwaard werden van beide soorten tien territoria genoteerd, een kleine teruggang vergeleken met 2011. Tot 2011 was de stand vrij stabiel, ondanks de soms koude winters met veel ijs. De winter van 2011-2012 was niet overdreven koud, er was één zeer koude periode, in februari. Mogelijk heeft deze strenge kou toch geleid tot de dood van enkele Waterhoenders en Meerkoeten. Al met al hebben beide soorten in 2012 in moeten leveren. Kokmeeuw Na de forse toename van het aantal Kokmeeuwen in de Nederwaard vorig jaar, is er in 2012 een soortgelijke trend in de Overwaard te bespeuren. Het aantal van elf territoria in 2011 werd met 34 territoria in 2012 verdrievoudigd. De kolonies zaten op een eiland (een restant van wat ooit moeras en wilgenopslag was) bij de hoge molen en een kleiner aantal in de Lekkerlandse boezem. In de Nederwaard is er sprake van stabilisatie. Aandachtspunt in de Nederwaard blijft het uitzetten van de vlotjes. Kokmeeuwen zijn al vroeg bezig (maart) met de bouw van het nest. Door het uitleggen van de vlotjes ná 30 april maken arriverende Zwarte sterns meer kans op het ‘bemachtigen’ van een vlotje. Het verdient, net als in het verslag van 2011, aanbeveling om het samen broeden van Kokmeeuw en Zwarte stern goed te onderzoeken. Alhoewel het qua nestlocatie elkaars concurrenten kunnen zijn, kunnen beide soorten elkaar helpen bij het verdedigen tegen een indringer, zoals een Bruine kiekendief. Zwarte Stern De Zwarte stern is een broedvogel van laagveenmoerassen, waarbij de soort vooral profiteert van Gele plomp en Krabbescheer als nestlocatie, maar ook met de daaraan gekoppelde insectenfauna die als voedsel dient. In de Overwaard lukt het, ondanks verwoede pogingen van de Vogelwerkgroep, niet meer om de soort succesvol te laten broeden. De oorzaken hiervoor zijn de vrijwel volledige afwezigheid van Gele plomp, het grote aantal Ganzen en het onnatuurlijke waterpeil. We verwijzen naar het broedvogelverslag van 2011 waar de genoemde problemen uitgebreid staan beschreven. In de Nederwaard is de situatie wat betreft het broedhabitat beter. Er zijn in 2012 op verschillende, en deels andere plekken dan in 2011 vlotjes uitgelegd. Dit heeft enerzijds een risicospreiding tot gevolg, maar anderzijds maakt dit het tellen van het aantal succesvolle paartjes lastiger. In 2012 werden achttien nesten waargenomen, vijftien minder dan in 2011. De trend is negatief, in 2008
8
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 werden er nog 35 paartjes geteld. Het verdient aanbeveling om in 2013 het broedproces beter te volgen, net als de relatie tussen Zwarte Sterns en Kokmeeuwen (zie Kokmeeuw).
Figuur 3 Ook Kokmeeuwen maken dankbaar gebruik van de nestvlotjes die door de werkgroep worden uitgelegd voor de Zwarte Sterns. Op de foto een nest met een ei erin.
Duiven Zowel de Houtduif als Holenduif en Turkse tortel broeden in het boezemgebied. De Houtduif is een vogel die in bomen nestelt, en eigenlijk altijd al in de Boezems broedt. Favorieten zijn de bosschages bij molens, de griend in de Nederwaard en de tuintjes bij het Wisboomgemaal. De stand van de Houtduif is redelijk stabiel, al was er dit jaar in de Overwaard een flinke afname van vijf in 2011 naar één dit jaar. In de Nederwaard was er juist een toename te zien van vijf in 2011 naar negen dit jaar. De Holenduif kan een echte molenvogel genoemd worden. In de Boezems broedt hij vrijwel uitsluitend onder de kap van molens. Sinds 2004 is de Holenduif toegenomen, en is nu stabiel op een totaal aantal van ongeveer tien paar. Dit jaar vier paar in de Nederwaard en zes paar in de Overwaard, net als in 2011. De Turkse tortel broedt alleen in de Nederwaard, aan de kant van het dorp Kinderdijk. Dit jaar werden drie territoria vastgesteld. Koekoek In tegenstelling tot vrijwel alle andere Nederlandse broedvogels broedt de Koekoek zijn eigen eieren niet uit, maar profiteert van andere vogelsoorten die als pleegouders moeten fungeren. De Koekoek legt, desgewenst in dezelfde kleur (!), een eitje in bijvoorbeeld het nest van een Kleine karekiet. Dit doet ze echter pas nadat ze een ei van een Kleine karekiet uit het nest heeft gehaald. In het boezemgebied is de trend stabiel, met drie tot vijf territoria over het hele gebied per jaar. In 2012 werd in de Nederwaard één Koekoek genoteerd, één minder dan in 2011. In de Overwaard bleef de teller, net als in 2011, staan op drie territoria. In Engeland zijn sinds 2011 veertien Koekoeken voorzien van een satellietzendertje om inzicht te krijgen in de trekwegen van deze mysterieuze soort (zie www.bto.org/cuckoos voor meer informatie). Inmiddels is duidelijk dat het grootste deel van de Engelse Koekoeken via Italië naar Centraal-Afrika vliegt om daar de winter door te brengen.
9
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Ransuil Op landelijke schaal gaat het zeer slecht met de Ransuil. In 20 jaar is de soort met 80% achteruit gegaan. Omdat het een vrij lastig waar te nemen soort is, is voor het aantal Ransuilen in het boezemgebied gebruik gemaakt van losse waarnemingen buiten de officiële tellingen. Diverse keren zijn in de late avond en vroege ochtend in de zomermaanden takkelingen, jonge Ransuilen, gehoord. Ook tijdens de Purperreigertelling in juni is een Ransuilnest met eieren waargenomen. Het aantal Ransuilterritoria komt uit op 0 in de Nederwaard (één in 2011) en één in de Overwaard. Bij het zien van deze aantallen is het belangrijk in het achterhoofd te houden dat het een niet gemakkelijk waar te nemen soort is en dit dus een minimumaantal is. Grote bonte specht De Grote bonte specht is als liefhebber van bossen slechts een incidentele broedvogel in de Boezems. Dit jaar werden er geen broedverdachte Grote bonte spechten waargenomen. Het is onzeker of de soort ook daadwerkelijk niet heeft gebroed. Winterkoning Ook al wordt de Winterkoning zo genoemd, hij doet zijn naam geen eer aan. Koude winters hebben een decimerend effect op de soort. De winter van 2010-2011 leidde tot een halvering van het aantal Winterkoningen in de Nederwaard. In 2012 is er een toename van negen in 2011 naar elf in dit jaar. In de Overwaard is het aantal Winterkoningen zeer stabiel, 24 territoria. Heggenmus Na jaren van lichte toename is er in 2012 een dip te zien in het aantal Heggenmussen. In de Nederwaard staat het aantal broedparen op zeven, dat zijn er twee minder dan in 2011. In de Overwaard gaat het om een nog grotere afname van zeven naar vier broedparen in 2012. Waarschijnlijk is dit meer een gevolg van jaarlijkse fluctuatie, dan dat er daadwerkelijk iets aan de hand is. Blauwborst De Blauwborst zit aanzienlijk in de lift in de laatste decennia. De Nederlandse populatie neemt sterk toe. Ook in de Boezems is er een toename te zien, met name sinds midden jaren ’90 van de vorige eeuw. De laatste jaren fluctueren de aantallen nogal, met goede (2004, 2006) en slechte (2008) jaren. Gemiddeld in de hele Boezems broedden er in de periode 2004-2010 21 paar. Het totaal van 2012 zit daar met twintig paar maar net onder. In de Nederwaard kwam de Blauwborst een terug van een dip in 2011 (+drie paar) met negen paar. In de Overwaard was dit jaar een kleine afname van veertien naar elf broedpaar. Kortom: voor de Blauwborst was 2012 in de Boezems een gemiddeld jaar.
10
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Roodborsttapuit Het jaar 2012 zal in de herinneringen worden opgeslagen als het jaar van de eerste broedende Roodborsttapuit. Half maart werd het eerste exemplaar in de Lekkerlandse boezem opgemerkt, waarna eind maart duidelijk werd dat het een paartje betrof. In april vertoonden de vogels territoriaal gedrag, waarna ze in de maand mei zich vrijwel niet lieten zien. Dit is gebruikelijk in de broedbiologie van de Roodborsttapuit. Half juni werd het eerste jong waargenomen, al snel gevolgd door een tweede jong. Mogelijk was er sprake van een derde jong, dit is echter nooit bevestigd. Dit eerste broedgeval staat geheel in lijn met de landelijke explosieve toename van Roodborsttapuiten in dit jaar. Het succesvolle broedgeval in 2012 maakt tevens duidelijk dat het broedhabitat in de boezems, mede door de verruiging, behoorlijk geschikt is, maar dat het vooral af hangt van de aanwezigheid van de soort.
Figuur 4 Nieuwe broedvogel in 2012: de Roodborsttapuit. Op de foto het mannetje, in tegenstelling tot het vrouwtje is hij fel gekleurd. De rode takken betreffen Rode kornoelje.
Merel In tegenstelling tot Merels uit Noord-Europa trekken Merels in Nederland vrijwel niet weg. De stand in de Boezems is erg stabiel, en ligt rond de twintig paar in totaal. Het jaar 2012 was op deze regel geen uitzondering, met acht paar in de Overwaard en elf paar in de Nederwaard. Cetti’s Zanger Na de vaststelling van het eerste broedpaar in 2011 nam de groei in 2012 explosief toe. In zowel de Nederwaard als de Overwaard konden drie territoria worden genoteerd, dat betekend een totaal van zes territoria in het hele gebied! De opmars van Cetti’s Zangers vanuit de Biesbosch blijkt goed door te zetten. Ook op andere locaties, voornamelijk uiterwaarden, in de Alblasserwaard zijn zingende Cetti’s Zangers waargenomen. De soort lijkt vooralsnog ongevoelig voor koude winters.
11
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Rietzangers Het jaar 2011 bleek voor vrijwel alle soorten rietzangers een goed jaar te zijn. Dit had alles te maken met de Sahelindex, die in 2010 positief was. Dit betekend dat er meer regen viel dan gemiddeld. Dit heeft een positief effect op ‘onze’ rietzangers die in deze zone ten zuiden van de Sahara overwinteren; er gaan er minder dood. Het is spannend om te zien wat 2012 brengt. De Sahelindex is negatief, en ook de rietzangers zijn terug op het oude niveau van voor 2011. De Sprinkhaanzanger komt in zowel Neder- als Overwaard met één paar voor. Dit is geheel conform het gemiddeld aantaal in het boezemgebied: 1-3 paar. Een opvallende moerasvogel is de Snor, onafgebroken ‘snort’ hij zittend bovenin een rietstengel. In beide gebieden leverde de Snor een beetje in, in de Nederwaard van zeven naar zes en in de Overwaard van twaalf naar tien territoria in 2011 resp. 2012. De Rietzanger kende vorig jaar met name in de Overwaard een ongelofelijke toename, zelfs een verdubbeling (49 territoria). 2012 bracht in de Overwaard een halvering van het aantal territoria (26), ofwel terug bij af op het oude niveau van ongeveer 25 territoria. Ook in de Nederwaard ging de soort licht achteruit, al ligt het aantal van 22 territoria nog op het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. De enige soort ‘rietzanger’ die ook na 2011 nog toeneemt is de Bosrietzanger. In de Nederwaard werd in 2011 één territorium gevonden, in 2012 nam dit toe tot vier! Desondanks nam het aantal in de Overwaard af van acht naar zes. Wanneer we naar het gebiedstotaal kijken komen we op een totaal van tien territoria, het hoogste in de afgelopen jaren! De laatste ‘rietzanger’ in deze bespreking is de Kleine karekiet, moerasvogel pur sang. In de Nederwaard is deze soort bijzonder stabiel, zelfs iets toenemend tot 75 paar. In de Overwaard leverde de soort iets in van in 2011 101 paar naar 93 paar in 2012. Gemiddeld genomen kan gesteld worden dat de rietzangers in het boezemgebied een stabiel tot licht stijgend beeld geven. Grote Karekiet Deze soort komt al jarenlang niet meer tot broeden in de Boezems. In 2012 is er geen Grote Karekiet tot broeden gekomen, er is ook geen losse waarneming van een Grote Karekiet zoals in het voorgaande jaar. Elders in de Alblasserwaard is er wel een geslaagd broedgeval vastgesteld. Landelijk gaat het slecht met de Grote Karekiet. Het antwoord op de vraag waarom Grote Karekieten in het boezemgebied niet tot broeden komen ligt waarschijnlijk in zowel landelijke factoren (rietkwaliteit) als factoren in het overwinteringsgebied. De Grote Karekiet heeft een grote voorkeur voor oud riet. Braamsluiper Niet elk jaar kan er een Braamsluiper bij de broedvogels opgetekend worden, maar heel langzaam lijkt de soort toch vaste voet aan de grond te krijgen. In 2012 waren er weer voldoende waarnemingen om tot een territorium te komen in de Overwaard. Vooral dicht struweel (waaronder braam) is het favoriete biotoop van deze zanger. Grasmus De toename van deze typische verruiging-soort blijkt al een aantal jaren uit de tellingen. Vooral in de Overwaard profiteert de Grasmus van een toenemend aantal struiken en bosschages in verruigd rietland. Toch was er dit jaar een terugval in beide boezems naar 0 territoria, de soort schittert door afwezigheid. Waarschijnlijk moet deze terugval buiten het broedgebied gezocht worden. Tuinfluiter Tuinfluiters lijken stilaan wat af te nemen. De laatste jaren is de trend elke keer negatief en ook in 2012 was dit nog steeds zichtbaar. Na een piek in 2008 met zo’n veertien broedgevallen is daarvan niet helft meer over. Vooral in de Overwaard is de keldering opvallend en het is niet ondenkbaar dat dit door biotoopverlies komt. Beide boezems herbergden dit jaar een drietal territoria.
12
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Zwartkop In de Nederwaard blijft het aantal Zwartkoppen behoorlijk stabiel. De vier territoria in 2012 liggen rond het gemiddelde van de laatste jaren. In de Overwaard waren niet genoeg waarnemingen voor een territorium. Het lijkt erop dat er in de Overwaard veranderingen optreden in het biotoop, waarbij dus ook Zwartkoppen niet gebaad zijn. Tjiftjaf Na een behoorlijk toename vorig jaar (2011) in de Overwaard, is ook dit jaar de Tjiftjaf op niveau gebleven. De 25 territoria totaal in beide boezems zijn bovengemiddeld voor de laatste jaren. Opvallend is het verschil tussen de stabiele aantallen in de Nederwaard en de fluctuaties in de Overwaard. Fitis Weinig opvallends te melden van deze kleine zanger die met weinig struiken genoegen neemt. Steevast komen in de Overwaard wat hogere aantallen voor, hier is de soort bijvoorbeeld even talrijk als de Rietzanger. Vergeleken met vrij hoge aantallen van 2011 is het dit jaar iets minder, maar van echte afname is geen sprake. Met twaalf territoria in de Nederwaard en 23 in de Overwaard is de stand gemiddeld te noemen. Grauwe Vliegenvanger Vorig jaar nieuwe broedvogel in de Nederwaard, en meteen een blijvertje. Slechts één waarneming van de onopvallende zang van deze soort op 2 juni, maar dit is voldoende volgens de richtlijnen om van een territorium te mogen spreken. De locatie was niet dezelfde als die in 2011 maar wel op korte afstand en weer aan de rand van het gebied in ‘tuinen’landschap. Baardman Deze bijzonder aan riet gebonden mees is lastig te inventariseren en de aantallen worden daarom vermoedelijk onderschat. Ondanks dit feit is er over meerdere jaren gezien een lichte afname van het aantal broedparen vast te stellen. In 2012 kwamen er totaal vijf territoria tot stand, waarvan drie in de Overwaard en twee in de Nederwaard. Vooral in grote blokken rietland kunnen vogels van deze soort aan de aandacht ontsnappen. Gezien de omvang van beide boezems is er genoeg potentie voor hogere aantallen mits er voldoende gezond en overjarig rietland aanwezig is. Pimpelmees Een vrij stabiele soort met vergelijkbare aantallen in beide boezems . Dit jaar ging het om acht territoria in de Overwaard en vijf in de Nederwaard. Met regelmaat zingen (en broeden) deze vogels in tuinen die grenzen aan het gebied. Kastjes die bewoners ophangen zullen dankbaar gebruikt worden, dit geldt ook voor Koolmees. Voor voedsel maken deze mezen echter wel degelijk gebruik van de boezems. Koolmees Een lichte afname is af te lezen uit de cijfers van de laatste jaren. Was de Koolmees eerst nog beduidend talrijker dan de Pimpelmees, nu zijn de aantallen op een gelijk niveau aanbeland. Het is onduidelijk wat de oorzaak hiervan is. Opvallend is de sterke binding met tuinen (zie ook Pimpelmees) waardoor vrijwel alle territoria aan de randen van het boezemgebied liggen of bij de molens. Ekster De al eerder geconstateerde afname van aantallen broedende Eksters heeft zich dit jaar onverminderd voortgezet. Beide boezems waren goed voor drie paar, en een totaal van zes betekent het laagste aantal in tien jaar. Mogelijk zijn de vogels beducht voor de –wel toenemende- Bruine 13
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 kiekendief, maar het blijft nog onduidelijk. Ook Zwarte kraaien kunnen Eksters verdringen, maar er is in de boezems waargenomen dat ook deze soort zijn nesten helemaal dicht bouwt, dus hebben ze eveneens van gezamenlijke predatoren te duchten. Ook in 2012 werd in de zuidoosthoek en het centrale deel van de Overwaard weer een slaapplaats waargenomen, waar vele tientallen Eksters gezamenlijk de nacht doorbrengen. Zwarte kraai Deze soort blijft al jarenlang op een stand van vier paar schommelen, eerlijk verdeeld over de Nederwaard en Overwaard. Hoewel in de omringende polders veel meer groepjes Zwarte kraaien te vinden zijn, neemt de soort niet toe als broedvogel. Ook wat betreft voedsel zijn deze kraaien waarschijnlijk voor een groot deel op het poldergebied buiten de boezems aangewezen. Spreeuw Veel bekender dan het enkele broedgeval onder een pannendak of molenkap, zijn de massale vluchten van en naar de slaapplaatsen binnen het boezemgebied. Het hoogtepunt qua aantallen is in oktober of november te bewonderen. Vele tienduizenden exemplaren overnachten in de rietvelden en laten menig toeschouwer genieten van bijzondere vluchtbewegingen. Huismus De steeds hogere aantallen van Huismus rondom de molens en andere woningen is vooral het gevolg van het vaker opschrijven van deze soort. Een daadwerkelijke toename is niet onmogelijk, maar kan niet zomaar worden geconcludeerd. Opvallend is wel de sprong naar maar liefst negentien territoria in de Nederwaard, maar deze liggen verspreid over een grote lengte langs de randen van het gebied met bebouwing. Vooral de kleine schuurtjes met pannendaken rondom de molens zijn erg in trek. Vinkachtigen. Na uitschietende aantallen van diverse vinkachtigen vorig jaar, is het in 2012 weer een beetje ‘terug bij af’. De Groenling komt nog het beste uit de bus met in beide boezems één paar, maar ook dit is een forse terugval vergeleken met de zes paren totaal in 2011. Nog slechter verging het de Vink die van zes paren totaal in 2011 kelderde naar nog één territorium in de Nederwaard. Verder waren er genoeg waarnemingen van Kneu in de Overwaard om tot een territorium te komen, maar in de Nederwaard was dit in tegenstelling tot vorig jaar niet meer het geval. Putter bleef als broedvogel helemaal buiten beeld, ook daarvan was vorig jaar de Nederwaard nog goed voor een paartje. Toch is dit verloop in aantallen niet zozeer een afname te noemen, maar zijn de aantallen na een vreemde piek in 2011 gewoon weer terug op het oude niveau. Rietgors De niet al te kieskeurig Rietgors deed het helemaal niet zo slecht in 2012. De 23 paar in de Nederwaard en 28 paar in de Overwaard zijn beiden boven het langjarig gemiddelde. Wisselingen in maaibeheer doen deze soort niet zo veel; er blijven altijd wel geschikte hoekjes over waar deze gors zijn nageslacht groot kan brengen.
14
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 3622 Hooge Boezem Nederwaard soort Dodaars Fuut Roerdomp Blauwe Reiger Purperreiger Knobbelzwaan Grauwe Gans Soepgans Canadese Gans Grote Canadese Gans Brandgans Nijlgans Krakeend Wintertaling Wilde Eend Soepeend Zomertaling Slobeend Kuifeend Bruine Kiekendief Fazant Waterral Porseleinhoen Waterhoen Meerkoet Kievit Kokmeeuw Zwarte Stern Holenduif Houtduif Turkse Tortel Koekoek Bosuil Ransuil Ijsvogel Grote Bonte Specht Boerenzwaluw Witte Kwikstaart Winterkoning Heggenmus Blauwborst
3478 Hooge Boezem vd Overwaard
2008 2009 2010 2011 2012 9 0
10 0
10 0
7 0
8 0
1 2
1 6
1 6
1 5
1 5
4 0 0 2 1
6 0 0 2 3
8 0 0 2 4
0 6 1 0 1
0 4 0 2 3
35 0
29 0
36 10
26 0
31 2
0 1 2 3 5 7 14 16 0 10 35 3 5 3 1 0 0
0 0 2 4 3 2 12 14 0 11 28 4 5 2 1 0 0
0 0 3 6 4 4 17 15 0 6 24 2 7 2 2 1 0
1 0 2 4 6 0 13 11 0 38 19 4 5 5 2 0 1
1 0 1 6 6 0 10 10 1 36 18 4 9 3 1 0 0
0
0
0
1
0
20 10 5
16 13 12
22 11 5
9 9 6
11 7 9
2008 2009 2010 2011 2012
15
1 11 1 0 113 0 85 0 10 0 2 6 4 0 29 0 0 1 3 3 5 8 0 14 13 2 2 0 7 3
1 13 0 1 103 0 115 0 7 0 1 5 8 0 38 0 0 0 2 4 5 4 0 10 8 0 2 1 6 1
0 8 0 0 123 0 130 0 12 0 4 11 6 0 43 12 0 1 3 4 3 0 2 16 11 0 20 0 5 6
0 8 0 1 121 2 175 1 0 25 1 11 7 2 60 0 1 3 3 4 3 3 0 17 11 1 11 0 6 5
0 10 0 0 90 1 183 0 0 6 2 8 7 0 40 1 0 2 6 5 1 5 0 9 5 0 34 0 6 1
2
2
2
3
3
1 1 0 2 0 37 5 8
1 0 0 3 0 21 4 14
1 0 0 0 0 25 7 11
0 0 2 0 1 24 7 14
1 0 0 0 1 24 4 11
soort Dodaars Fuut Roerdomp Blauwe Reiger Purperreiger Knobbelzwaan Grauwe Gans Soepgans Canadese Gans Grote Canadese Gans Brandgans Nijlgans Krakeend Wintertaling Wilde Eend Soepeend Zomertaling Slobeend Kuifeend Bruine Kiekendief Fazant Waterral Porseleinhoen Waterhoen Meerkoet Kievit Kokmeeuw Zwarte Stern Holenduif Houtduif Turkse Tortel Koekoek Bosuil Ransuil IJsvogel Grote Bonte Specht Boerenzwaluw Witte Kwikstaart Winterkoning Heggenmus Blauwborst
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Roodborsttapuit Merel Zanglijster Cetti's Zanger Sprinkhaanzanger Snor Rietzanger Bosrietzanger Kleine Karekiet Grote Karekiet Spotvogel Braamsluiper Grasmus Tuinfluiter Zwartkop Tjiftjaf Fitis Grauwe Vliegenvanger Baardman Pimpelmees Koolmees Gaai Ekster Kauw Zwarte Kraai Spreeuw Huismus Vink Groenling Putter Kneu Rietgors TOTAAL Broedparen TOTAAL Soorten
11 1 0 1 6 11 2 57
10 0 0 1 6 17 1 73
11 0 0 3 3 25 2 68
9 1 1 1 7 27 1 74
11 1 3 1 6 22 4 75
0 0 0 5 5 10 15 0 4 6 10 1 8 0 2 0 7 1 2 1 1 14 375 46
1 1 0 4 3 10 11 0 4 6 11 1 4 1 2 1 8 3 1 0 0 17 383 46
0 0 2 3 6 12 9 0 3 7 12 1 4 2 2 0 7 1 2 0 0 21 414 46
0 0 2 5 2 11 13 1 2 4 7 0 1 0 1 0 9 4 4 1 1 19 391 49
0 0 0 3 4 12 12 1 2 5 8 0 3 0 2 0 19 1 1 0 0 23 408 46
16
0 12 0 0 0 8 18 6 68 0
0 12 0 0 0 8 26 3 65 0
0 6 0 0 0 6 23 6 70 0
0 10 0 0 2 12 0 8 101 0
1 8 0 3 0 10 26 6 93 0
0 1 9 3 11 30
0 0 10 1 10 26
0 1 7 2 9 22
2 3 3 3 17 28
1 0 3 0 13 23
4 4 9 0 9
4 7 11 0 8
6 3 7 0 6
2 5 5 0 6
3 8 5 0 3
3 0 7 0 0
2 0 4 0 0
3 0 8 1 0
2 0 17 3 2
2 1 15 0 1
0 22 603 45
0 19 596 42
0 19 671 42
1 25 790 51
1 28 720 47
Roodborsttapuit Merel Zanglijster Cetti's Zanger Sprinkhaanzanger Snor Rietzanger Bosrietzanger Kleine Karekiet Grote Karekiet Spotvogel Braamsluiper Grasmus Tuinfluiter Zwartkop Tjiftjaf Fitis Grauwe Vliegenvanger Baardman Pimpelmees Koolmees Gaai Ekster Kauw Zwarte Kraai Spreeuw Huismus Vink Groenling Putter Kneu Rietgors Broedparen TOTAAL Soorten TOTAAL
Broedvogels Boezems Kinderdijk 2012 Bronnen
Boele, A., Van Bruggen, J., Van Dijk, A.J., Hustings, F., Vergeer, J.W., Ballering, L. & Plate, C.L. (2012). Broedvogels in Nederland in 2010. SOVON-rapport 2012/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. JISAO (2012). Sahel rainfall index 1900-October 2011. http://jisao.washington.edu/data/sahel/ Geraadpleegd op 10/11/2012. Vogelwerkgroep Alblasserwaard (2007) Broedvogelverslag Hoge boezems Kinderdijk 2007, Natuur- en vogelwacht ‘De Alblasserwaard’. Vogelwerkgroep Alblasserwaard (2008) Broedvogelverslag Hoge boezems Kinderdijk 2008, Natuur- en vogelwacht ‘De Alblasserwaard’. Vogelwerkgroep Alblasserwaard (2009) Broedvogelverslag Hoge boezems Kinderdijk 2009, Natuur- en vogelwacht ‘De Alblasserwaard’. Vogelwerkgroep Alblasserwaard (2010) Broedvogelverslag Hoge boezems Kinderdijk 2010, Natuur- en vogelwacht ‘De Alblasserwaard’. Vogelwerkgroep Alblasserwaard (2011) Broedvogelverslag Hoge boezems Kinderdijk 2011, Natuur- en vogelwacht ‘De Alblasserwaard’.
17
3478 Hooge Boezem vd Overwaard 2012 Waterral 5 territoria
Pagina 1/1
3622 Hooge Boezem Nederwaard 2012 Waterral 6 territoria
Pagina 1/1
3478 Hooge Boezem vd Overwaard 2012 Blauwborst 11 territoria
Pagina 1/1
3622 Hooge Boezem Nederwaard 2012 Blauwborst 9 territoria
Pagina 1/1
3478 Hooge Boezem vd Overwaard 2012 Snor 10 territoria
Pagina 1/1
3622 Hooge Boezem Nederwaard 2012 Snor 6 territoria
Pagina 1/1
3478 Hooge Boezem vd Overwaard 2012 Rietzanger 26 territoria
Pagina 1/1
3622 Hooge Boezem Nederwaard 2012 Rietzanger 22 territoria
Pagina 1/1
3478 Hooge Boezem vd Overwaard 2012 Kleine Karekiet 93 territoria
Pagina 1/1
3622 Hooge Boezem Nederwaard 2012 Kleine Karekiet 75 territoria
Pagina 1/1
3478 Hooge Boezem vd Overwaard 2012 Baardman 3 territoria
Pagina 1/1
3622 Hooge Boezem Nederwaard 2012 Baardman 2 territoria
Pagina 1/1