1
BOUWEN AAN LIMBURGSE VITALITEIT ROLDUC, 22 & 23 OKTOBER 2015
In verschillende samenstellingen werken we aan de centrale vragen van de bijeenkomst
BOUWEN AAN LIMBURGSE VITALITEIT: CHANGING THE GAME Sander zingt ons naar binnen. ‘Ons’ zijn 60 genodigden die hart hebben voor de toekomst van Limburg en representanten zijn van de Quatro Helix: Burgers, Kennisinstellingen, Zorginstellingen en de (lokale) Overheid. We hebben vele uren voorbereid en nu is het eindelijk zover. Martin Paul opent de 24 uur sessie en spreekt zijn verwachting uit: ‘We zijn hier met een bijzondere groep mensen die echt het verschil kunnen gaan maken in Limburg. Dat is de opgave die voor ons ligt.’ Hein Dijksterhuis neemt het stokje over en licht de doelstellingen en het programma toe: vanmiddag inspiratie opdoen, vanavond daarop reflecteren (inclusief onze eigen rol) en morgen komen we samen in
actie. Wil Rutten schetst de urgentie van de bijeenkomst aan de hand van het rapport ‘Bouwen aan Limburgse Vitaliteit’: ‘We zijn ongezonder, hebben een te hoge zorgconsumptie, teveel deelnemers in de sociale werkvoorziening en teveel armoede.’ In tweetallen wisselen we uit wat deze bijeenkomst voor ons persoonlijk belangrijk maakt. De (estafette-)stokdragers uit de april bijeenkomst lichten toe welke vragen zij hebben om van de transformatie een succes te maken. Dit zijn vragen waar zij de 60 deelnemers bij nodig hebben om verder te komen:
2
• Wat is onze gezamenlijke ambitie? • Hoe krijg je in de samenleving op het niveau van bewoners en buurten een beweging tot stand?
Vier niveaus van luisteren
• Hoe krijgen we de quatro helix werkend en gaan we voorbij aan goede intenties?
Downloaden
• Wat is de transformatie die alle betrokkenen zelf dienen te maken en hoe bevorderen we dit?
Debatteren/feitelijk -open geest-
• Hoe slagen we erin om rond de transformatie een provinciale beweging op gang te brengen?
Zien van nieuwe data Zoeken van gaten in de redenering
Empathisch luisteren
Luisteren vanuit de ander
Samen verkennen en verdiepen we de vragen aan de ronde tafels.
Genererend luisteren
-patronen uit het verleden-
-open hart-
-open wil-
Hein deelt zijn inzichten rondom transformatie. Transformatie betekent een verandering op drie niveaus: de structuur, de onderlinge samenwerking inclusief ons gedrag en op het niveau van onze persoonlijke drijfveren. We moeten in gaan zien hoe wij de bestaande situatie in stand houden. Als we niet bereid zijn zelf te veranderen zoals we hier zitten dan zal er geen transformatie optreden. De vier niveaus van luisteren geven richting hoe we hier met elkaar willen praten. In plaats van vertellen wat we al weten (downloaden) gaan we luisteren en in dialoog met elkander: op zoek naar nieuwe inzichten. Nieuwsgierigheid is het parool. Placido Domingo en Zubin Mehta tonen ons op video hoe je met elkaar je hoogste potentieel realiseert. Na de pauze worden we getracteerd op 5 parels van Limburg. Vijf initiatieven die helpen om scherper zicht te krijgen hoe we als Limburg kunnen functioneren met elkaar: • Athos eet, werkt en doet, Anita Bastiaans
Vooringenomen luisteren Bevestiging zoeken van wat je al ‘weet’
Luisteren vanuit de ontluikende toekomst, co-creatie
26
• Gezonde basisschool van de toekomst, Maria Jansen • Inwoner in haar eigen kracht, Henk Mensink • Naoberzorgpunt Roggel, Karin van der Plas • Regionale kracht door Pieter Dagnelie De vraag om eens na te gaan in de vorm van waarderend onderzoek naar wat de overeenkomsten zijn tussen deze ‘Parels van Limburg’ valt niet bij iedereen in goede aarde. ‘Er zijn zoveel parels in Limburg’, ‘We moeten weg van de projecten’, ‘We moeten nu eindelijk eens voortgang boeken.’ Veel energie en betrokkenheid in de zaal maar het gaat alle kanten op. Hein verbaast zichzelf dat hij er 3
rustig onder blijft. Moet het programma op de schop? In de pauze trekken hij en de stokdragers zich terug en beraden zich op de agenda voor de avond. De uitkomst is dat we de Gouverneur vragen naast zijn speech ook een doorkijkje te geven naar zijn ambitie met de provincie de komende jaren. Na het Setheater waarin 4 burgers aan het woord komen houdt hij een geïmproviseerd betoog dat ons aan het denken zet: Hebben we wel het goede beeld van de samenleving? Iedereen ‘moet meedoen’, maar de realiteit is er één van kwetsbare mensen. Zoals we hier zitten zijn we zelfredzaam maar dat kan morgen anders zijn. Meetellen is belangrijker dan meedoen. Er gewoon in gelijkwaardigheid mogen zijn als mens. Maatjesprojecten vind ik daarom zo belangrijk. We moeten steun geven aan de infrastructuur voor mensen om bij elkaar te komen, om elkaar te ontmoeten. De eenzaamheid is groot en we moeten weg van de mythe van de buurt. De opgave is haast paradoxaal: we moeten terugtrekken om ruimte te geven om geluk te laten bloeien. Op de vraag waar ‘de Limburger’ in uitblinkt komt het verrassende antwoord: ‘Aan een gebrek in zelfvertrouwen.’ We handelen nog teveel alsof we Calimero zijn en er is veel boosheid in onze samenleving. Tegelijkertijd is Limburg de mooiste provincie van Nederland waar we trots op moeten zijn. Mensen kijken naar elkaar om, we hebben uitstekende netwerken maar we moeten er een frisse wind doorblazen. We moeten ons daarnaast fundamenteel afvragen wat voor nieuws we met elkaar de afgelopen 40 jaar bedacht hebben. Changing the game is de opdracht waar we nu voor staan.
We lopen samen naar de toekomst in zaal 4. Daar wacht ons een ‘vissekom’ gesprek. Vijf mensen zitten aan tafel en spreken over Limburg 2025: alle vragen die we in 2015 hadden zijn van antwoorden voorzien. We hebben samen meer bereikt dan we voor mogelijk hielden. De anderen zitten er in kringen omheen en nemen het stokje over wanneer zij merken dat er nog iets niet gezegd is wat zij van belang vinden. Een zeer levendig gesprek ontstaat. De energie en passie die voor de pauze nog alle kanten opgaat, richt zich nu op een inspirerende toekomst. In de dialoog met 60 man ontstaat een aantrekkelijk beeld van Limburg in 2025 en ideeën om daar daadwerkelijk te komen.
Minder regels
Mensen met beperking zijn volwaardig Ego’s aan de kant Burgers sturen mee in openbaar bestuur Limburgers aantoonbaar gezonder dan rest vh land We kunnen echt luisteren Wij zitten op nieuwe posities Mensen accepteren zoals ze zijn
Limburg 2025
Ontwikkeling provincie door experimenteren
Ik ben 20 kg afgevallen Schotten tussen instellingen en budgetten weg Verbinding tussen informele netwerken Financieringsstromen gebundeld We werken vraaggericht We doen onderzoek naar ons succes Andere democratische legitimering
We kennen de kwetsbare mensen Cooperaties van burgers Mens nu centraal Integrale gezondheids programma’s Minder management Informele zorg gelijkwaardig aan formele zorg Onderwijs aangesloten op bedrijfsleven Vroegsignalering onderwijs
Vanuit partnerschap werken Uber van de zorg! 4-5 koplopers die blijven opschudden Mensen helpen bij organiseren van hun leven Provincie ondersteunt en laat anderen schitteren 33 Focus op impact en meerwaarde
Nadat Sander de dag rappend heeft samengevat is het tijd voor diner en bar. 4
Vrijdag begint al vroeg: om kwart over 7 staan we in zaal 6 alwaar Marc ons in inwijd in de beginselen van Tai Chi. We beginnen simpel om vervolgens steeds complexere bewegingen samen te maken: ‘Dat is goed om het Ego af te breken. Opmerken dat je niet alles kunt,’ aldus onze meester in de nazit. De facilitators hebben de 24 uur maximaal benut en vatten in een aantal slides de eerste 18 uur samen: de kenmerken van de parels, citaten van de Gouverneur, de transformatie waar Limburg voor staat en het inspirerende toekomstbeeld van 2025. Om dat toekomstbeeld te realiseren gaan we aan de gang met de 4 vragen van de stokdragers maar we constateren dat we 2 perspecMuren tussen organisaties, intstellingen, overheden gaan we samen slechten om zo de (kwetsbare) inwoner van Limburg te activeren en te ondersteunen. Daartoe vormen we de Vitality Community Limburg waarin alle partners van de Quatro Helix zitting nemen, aangevuld met ondernemers. Vanuit deze community nemen we diverse initiatieven op het gebied van werkgelegenheid, zorg, gezondheid en welzijn waarvan we de voortgang en het succes samen gaan volgen, onderzoeken en vieren. Als community willen we het voorbeeld zijn van hoe we met elkaar werken aan maatschappelijke opgaven, overstijgend aan het belang van de individuele instellingen. 5
tieven missen: arbeidsparticipatie en kunst. We vormen nog een tweetal extra groepen en gaan met elkaar aan de slag. Gedurende de terugkoppeling van de werkgroepen in de zaal wordt duidelijk hoe constructief en productief we in de groepen gewerkt hebben. De resultaten, de passie en de energie zijn bijzonder: We gaan een ‘Vitality Community Limburg’ vormen waaraan de quatro helix partners deelnemen aangevuld met ondernemers. Limburgse boegbeelden zullen dit trekken. We hebben de prioriteiten voor deze community benoemd in de vorm van thema’s, onder andere het formuleren van de ‘Agenda Sociaal Domein Limburg.’ Met werkgevers gaan we spreken over de economische en sociale
waarde van arbeid om zo tot en meer inclusieve arbeidsmarkt te komen, We vragen de proeftuin status aan voor dit meerjarige programma. We gaan in een probleem wijk de vitaliteit en sociale cohesie vergroten, We organiseren bijeenkomsten waarin we onderzoeken hoe we zelf -als persoon- rolmodel en voorbeeld van de verandering kunnen zijn. We gaan wetenschappelijk onderzoek doen naar de effectiviteit van de interventies. We betrekken actief de kunsten als kritische zelfreflectie om ons een spiegel voor te houden. In de bijlage vind je de uitkomsten van deze sessies zoals door de trekkers opgetekend. Ieder spreekt uit wat hij persoonlijk anders gaat doen om de transformatie van Limburg te realiseren, immers: “Als je doet wat je deed, dan krijg je wat je hebt.” De 4 stokdragers overhandigen een estafettestok aan iedereen die zijn/haar persoonlijke statement heeft gemaakt.
6
We sluiten af met het opschrijven hoe we persoonlijk bij gaan dragen aan de transformatie van Limburg en wat we zelf anders gaan doen. Dat moeten we vooral niet voor onszelf houden maar buiten uitdragen. Daar sluiten we de 24 uur mee af.
Hein Dijksterhuis
PERSOONLIJKE STATEMENTS
BIJLAGES WERKGROEPEN 24 UUR SESSIE
VITALITY COMMUNITY LIMBURG 2025 Garantie voor een goede samenwerking in de toekomst is een juiste intentie en overtuigd commitment. Dat is door 20 personen uit verschillende sectoren uitgesproken. We gaan bouwen aan een Platform Limburgse vitaliteit, in de vorm van een Vitality Community Limburg 2025. Uitgangspunt is dat alle partijen uit de quatro helix, met als toevoeging de ondernemers, de afspraak maken dat men gezamenlijk uitdagingen en doelstellingen gaat aanpakken. Leidende principes zijn:
• Iedereen mag meedoen, maar het is altijd halen én brengen • Je moet zelf mee investeren, ook door inhoudelijke inbreng • Als deelnemer van de community mag je geen drempels opwerpen voor anderen • Stakeholders hebben voldoende kritische massa en invloed • Altijd eerst luisteren naar Limburgse burgers Inbrengen en ontwikkelen van kennis door iedereen is belangrijk, ook de ervaringskennis van de burger. 9
Het gaat om het gezamenlijk aanpakken van concrete doelstellingen rond grote onderwerpen zoals verbetering van de zorgsituatie, de arbeidsmarkt en burgerparticipatie.
manier ontstaat er een veilige omgeving, waarin werknemers van de verschillende partijen en de inwoners van de provincie durven handelen vanuit persoonlijke principes en niet omdat het in hun functieomschrijving staat, meestal gekoppeld aan maandelijkse targets en opgeschreven grenzen. Tot slot, het gaat om inrichten van een nieuwe interactieruimte voor alle betrokkenen, een community waarin de vrijheid ontstaat om onbeperkt samen te werken, waar ruimte kan ontstaan om talent te ont-wikkelen vanuit zuivere principes. Zo werk je gezamenlijk toe naar een lerende provincie.
We stellen voor om de Vitality community te voorzien van de volgende governance structuur. Een stuurgroep van vijf boegbeelden uit de vier sectoren plus een vertegenwoordiger uit het bedrijfsleven. Daarnaast een operationeel team van vijf kartrekkers. Uitgangspunt is dat iedereen eigenaar is, iedereen investeert dus mee.
Hiernaast is het idee nog eens in een plaatje gevat.
De provincie is nu aan zet om te bezien hoe die community wordt vormgegeven. Naast het maken van concrete afspraken is het belangrijk dat iedereen intrinsiek gemotiveerd en vanuit een zuivere intentie deelneemt. Daarin wordt gevraagd om transparantie en constante communicatie met de doelgroep: de inwoners van de provincie. Op deze 10
HOE KUNNEN WE DE ‘ARBEIDSPOOT’ BINNEN HET SOCIAAL DOMEIN VERSTERKEN? 1. Wat is het initiatief ! Limburg werkt! Doel is om een impuls te geven aan een inclusieve Limburgse samenleving. Dit doen we door niet alleen naar economische waarde maar ook naar de sociale waarde van arbeid te kijken alsook naar de mogelijkheden om langs deze weg Limburg te ontwikkelen tot een regio met een hoogwaardige persoonlijke dienstverlening die de kwaliteit van het leven vergroot. Dit vraagt om het doorbreken van mechanismen en schotten tussen zorg, educatie, participatie en gezondheid en commerciële bedrijven en instellingen. Daarvoor
hebben we een proeftuin status nodig om een regelvrije zone te creëren. Een en ander gebaseerd op een “right to challenge” zoals in de UK. We willen aantonen dat deze aanpak meerwaarde heeft op basis van een integrated value approach, waarbij we meerdere uitkomsten meenemen in de afweging. We zullen de aanpak ook wetenschappelijk evalueren.
2. Wie de trekker en zijn er betrokken 11
De trekkers zijn de deelnemers aan de discussiegroep (zie boven). Zij vertegenwoordigen de vier partners van de Quattro helix. We nemen ons voor de volgende partijen bij ons initiatief te betrekken: - MKB / bedrijfsleven - boegbeelden uit het veld - UWV - Onderwijsinstellingen 3. Globaal tijdspad Stap 1: we beginnen met een aantal experimenten op basis waarvan we een plan maken. Dat plan moet er over circa 10 maanden liggen. Stap 2: opschalen. Stap 3: evalueren met behulp van kennisinstellingen. 4. Concrete actie/werkafspraak We beginnen met het benaderen van een aantal commerciële werkgevers (bijv. VDL, UTS verhuizingen en andere (zorg)werkgevers). Doel is met hen in gesprek te komen over de vraag hoe we werk zouden kunnen herdefiniëren om zo te komen tot een meer inclusieve arbeidsorganisatie. We plannen een 1e bijeenkomst om de experimenten en de contouren van een groter plan te bespreken. Proeftuin status aanvragen (na circa 10 maanden).
5. Gezochte ondersteuning (kennisinstelling, provincie, ....) Technische ondersteuning – facilitator van de provincie voor eerste 10 maanden. Financiële middelen om plannen uit te voeren en te evalueren. Deelnemers discussiegroep Marcia Adams, Directeur regio Zuid Dichterbij
[email protected] IJmert Kant, hoogleraar Universiteit Maastricht
[email protected] Peter Fleuren, Algemeen directeur NLW Groep
[email protected] Andries de Grip, hoogleraar Universiteit Maastricht
[email protected] Jan Valkenborgh, Raad van Bestuur Daelzicht
[email protected] Gaby Spaan, gemeente Landgraaf
[email protected] Marja Veenstra, adviseur Huis voor de Zorg
[email protected] Maria Jansen, hoogleraar Universiteit Maastricht
[email protected] Saskia Klosse, hoogleraar Universiteit Maastricht
[email protected]
12
“LIMBURG BREDE BEWEGING” Bevindingen in steekwoorden. De dynamiek, de beweging valt uiteen in tal van deelbewegingen. Prima! Vooral zo laten! De werkgroep ziet een meerwaarde in (selectieve) verbindingen tussen die deelbewegingen: de voorwaarden creëren om deze te stimuleren, te versterken, te faciliteren. Per saldo en de facto ontstaat er dan organisch een Limburg brede beweging. Hiermee is niet gezegd dat er een logo en motto moeten komen. Maar wie weet….. De opgaven binnen de Limburg brede beweging zijn de verantwoordelijkheid van het collectief. Alles moet bottom-up en in dialoog van
de partners in de quatro helix worden opgebouwd. Er is naar de mening van de werkgroep wel per actie een trekker/initiatiefnemer nodig. Er zijn raakvlakken en overlap met de initiatieven van de andere werkgroepen. Dit vraagt om nadere afstemming, afweging. De werkgroep heeft 5 prioriteiten genoemd: 1.
(Door-) ontwikkeling van de “werkwijze van onderop” met als trekker het Huis voor de Zorg.
13
2.
3.
Opstellen van de “Agenda Sociaal Domein provincie Limburg” naar het voorbeeld van de exercitie in Maastricht en Heuvelland (EVI-panels) met als trekkers de provincie Limburg en gemeenten. (Door-)ontwikkelen van integrale concepten van welzijn en zorg in de buurt gebaseerd op de uitgangspunten van positieve gezondheid (M. Huber) met als trekkers welzijns- en zorginstellingen.
• Organiseren van kennisdeling en vraagbaakfunctie • Organiseren van een “ombudsfunctie” met/van burgers • Methodische ontwikkeling om mensen “aan de onderkant” te betrekken, mee te laten praten en te doen (“de wanhoop overwinnen) • Deskundigheidsbevordering (masterclass quatro helix) • “Uitrol nieuwe stijl” (kopiëren werkt niet…)
4.
Door-)ontwikkelen van een monitor “Limburgse vitaliteit” met als trekkers de kennisinstellingen.
• Vraag: hoe ontsluiten we de beslist en in grote omvang aanwezige potenties van burgers? Daarbij ook de acceptatie dat bepaalde burgers “het niet zullen kunnen” en/of niet mee willen doen
5.
Ontwikkelen van “handvatten” voor burgerinitiatieven gebaseerd op een analyse van succes- en faalfactoren van lopende initiatieven met als trekkers VKKL en KNHM (Voorbeeld: deregulering).
• Vraag: hoe organiseer je dingen op het niveau van provincie, regio, gemeente, wijk/buurt/kern?
De werkgroep heeft meer onderwerpen benoemd. Het is de moeite waard deze ook vast te leggen:
Heel wat bouwstenen, toch?
Arthur Jansen 26 oktober 2015
• Leggen van een verbinding met het bedrijfsleven (MVO en Transformatie) ook op provinciaal niveau • Benoemen van een aantal “ambassadeurs” • Inzichtelijk maken van wat er zo al speelt in de sfeer van de Transformatie (men ziet nu door de bomen het bos niet meer) • Breed uitdragen van de beweging en wat we willen bereiken (publiciteit), iets doen aan de mindset van burgers (ontmoeting 14
PERSOONLIJKE TRANSFORMATIE Kernvragen • Wat is de transformatie die alle betrokkenen zelf dienen te maken en hoe bevorderen we dat dat ook gebeurt? • Er vindt geen verandering plaats zonder dat wij (burgers, ambtenaren, zorgprofessionals, bestuurders, kennisprofessionals en …)
zelf veranderen. Welke verandering in houding en gedrag van de verschillende betrokkenen is noodzakelijk? • Hoe gaan we deze bewustwording op gang brengen? Wat gaan we concreet doen? • Hoe kunnen we hier het juiste voorbeeld geven? 15
Deelnemers gesprek Angelique Bömers (burger), Pieter Dagnelie (kennisinstelling), Judith van Kan (overheid), Samuel Oudkerk (kennisinstelling), André Postema (maatschappelijke instelling), Frans Wilms (maatschappelijke instelling) Vragen waar we een antwoord op zoeken Een inventarisatie naar vragen, waar we een antwoord op zoeken, leidt tot het volgende: • Wat ga je zelf doen? • Hoe zorgen we dat personen opstaan? • Wat zijn belemmeringen? • Hoe creëren we nabijheid?
een constatering van een van onze deelnemers, die we zien als een heldere metafoor voor wat er aan de hand is en wat er nodig is. We onderkennen de stappen, die nodig zijn. Eerst komt bewustwording. In deze fase realiseer je je stap voor stap steeds meer, dat je de transformatie niet buiten je neer moet leggen, maar dat je zélf de sleutel bent. Zodra die bewustwording er is, werk je aan bekwaamwording. Voor ons is duidelijk: Wanneer we de transformatie willen vormgeven, helpt het niet, wanneer we alleen naar anderen of naar het systeem kijken. Indien we een beweging willen maken, dan zijn we zelf het grootste probleem. Om de transformatie te doen slagen is het nodig dat we zelf in transformatie gaan. We willen daarbij steunen en bemoedigen. We willen mensen die zich daartoe uitgenodigd voelen, inspireren bij hun persoonlijke transformatie.
• Hoe concentreren we ons op waar we zelf invloed op hebben? We richten ons daarbij op mensen met leiderschap. • Hoe worden we ons bewust van onze rol? Dat zijn voor ons mensen, die • Hoe zetten we ieders kracht in? • moed hebben, • Hoe bouwen we aan vertrouwen? • om stappen te zetten (over hun eigen schaduw heen), Analyse • die willen delen, geven en ontvangen, ‘Dit zijn de vragen die ook aan de orde zijn, indien je als psychiatrische patiënt aan je herstel werkt. Eerst leg het je allemaal neer bij de hulpverlening. Je legt het als het ware buiten jezelf. Pas vanaf het moment dat je inziet dat je het zélf bent, die moet veranderen en de hulpverlener je daarbij helpt, ontstaat beweging naar herstel.’ Het is
• die anderen willen stimuleren en laten leren en • die bewust zelf willen leren om zo stappen te zetten in hun eigen transformatie
16
We kiezen hier bewust niet voor leiders maar voor mensen met leiderschap. Het gaat niet om de functie die mensen vervullen, maar om de wijze waarop ze hun eigen rol - waar dan ook - willen vervullen. Deze rol kan zijn bij de overheid, bij een maatschappelijke instelling, bij een kennisinstelling en/of als burger. Interventie We gaan een netwerk vormen, waar binnen deze mensen met leiderschap elkaar inspireren tot bewustwording en bekwaamwording bij het zetten van stappen in hun persoonlijke transformatie. Eerste actie Als start van dit netwerk gaan we een bijeenkomst organiseren, waarbij we alle deelnemers aan de 24-uurssessie uitnodigen. Andere mensen die zich uitgenodigd voelen zijn hierbij van harte welkom. In deze bijeenkomst maken we mogelijk dat mensen elkaar kunnen inspireren bij ieders persoonlijke transformatie. De bijeenkomst organiseren we in een van de gebouwen van het LVO. Wij (deelnemers aan dit gesprek) zullen als voorbereidingsgroep van deze bijeenkomst fungeren.
17
DE BEWEGING OP BUURT NIVEAU Hoe krijg je daadwerkelijk in de samenleving op het niveau van bewoners en buurten een beweging tot stand? Een beweging van bewustwording, omzien naar elkaar, informele netwerken en daarmee van vitaliteit en eigen (buurt)kracht. • Hoe realiseren we een trendbreuk richting vitale buurten en vitale organisaties • Welke rol zien we hierin voor de quatro-helix partners
• Welke bestaande initiatieven gaan we uitvergroten, welke nieuwe initiatieven gaan we starten. Exploratie van de vraag De vraag is besproken aan twee deeltafels met een enorme diversiteit aan opvattingen. Binnen de transformatie wordt de vraag gezien als het creëren van de omslag van de verzorgingsstaat naar de participatiesamenlev18
ing. De vraag is daarbij in hoeverre wil je de beweging die nodig is sturen. Neemt de overheid al niet te veel van mensen over en verwachten we niet te veel van mensen. Er wordt geconstateerd dat er al veel gebeurt aan initiatieven in wijken en buurten. Moeten we niet beginnen met dat met elkaar te verbinden en aan te sluiten op wat er al gebeurt. Laat de overheid dit vooral faciliteren.
eens over de maatschappelijke opgave en maatschappelijke verantwoordelijkheid die er is om zorg om elkaar te hebben. Qua taalgebruik lijkt het beter te spreken over veerkracht dan vitaliteit, het is minder normerend en er spreekt meer dynamiek uit. En de term quatro helix zou eigenlijk vermeden moeten worden: Spreek de taal van de bewoners…
In de vraag zit te veel opgesloten dat we bewoners iets willen opleggen, dat er nu te weinig initiatief en kracht in de samenleving zit. Laten we oppassen dat we het niet te veel voor mensen invullen. Bovendien moeten we accepteren dat niet iedereen in beweging te krijgen is. Er moet een urgentie voor mensen zijn, een belang: What’s in it for me…
Aan de slag met de vraag / start van een initiatief
Tegelijkertijd wordt de vraag herkend als één van de essenties van de transformatie. In de vraag zit opgesloten: Hoe betrekken we bewoners bij de transformatieopgave, hoe sluiten we aan bij het belang van bewoners en doen we wat nodig is. Hoe komen we als overheid en organisaties los van onze eigen belangen en stellen we de bewoners met zijn of haar vragen weer centraal. Daarmee zit in de vraag een bepaalde paradox. We verwachten meer van bewoners en willen het eigen initiatief en het omzien naar elkaar stimuleren, maar tegelijkertijd lukt dat alleen als het ook echt vanuit de bewoners zelf komt. De vraag is daarmee de vraag naar: Hoe pak je zelfsturing op.
Het gesprek in deze deeltafel laat zich het beste samenvatten in een aantal begrippen, die samenhangend gevat kunnen worden in het begrip: ‘Exposure’. Een begrip uit de presentietheorie van Andries Baart, waarbij het gaat om het open luisteren, verwonderend kijken, aanwezig zijn en je verdiepen in de leefwereld van de mensen om wie het gaat.
Om beweging tot stand te brengen, is het verstandig te starten met een kleine groep, een coalitie. Stimuleer en faciliteer de koplopers, maar laat ze daarna ook. Wees present als het nodig is, maar trek er niet te hard aan. Loslaten en er zijn als het nodig is. We lijken het
Aanwezig: Astrid Verblakt, Maud Hermans, Servie Broers, Hub Vossen, Karin van der Plas, Richard Lavalie, Cyriel Laugs, Trudy Habets, Rob Meijer
Loslaten, vertrouwen en aansluiten Professionals en overheid moeten leren loslaten en leren aan te sluiten bij de vraag wat echt nodig is. We constateren dat dat een lastige vraag is, omdat je dan ook wat met het antwoord moet. Dit terwijl overheid en organisaties veelal vastzitten aan protocollen, regels en verantwoording. Dit vraagt om visie en lef om los te laten. Om uit te gaan van de leefwereld van bewoners en niet van de systeemwereld van organisaties en overheid.
19
Durf ook initiatieven van bewoners los te laten. Laat het bij hen, maar wees er als ze ondersteuning nodig hebben. Heb de initiatieven in kaart, verbindt zonodig en faciliteer wanneer nodig. Maar vooral waardeer ze.
Ontwikkelen vanuit zelf doen en ervaren. Vandaaruit zoeken naar ‘methodieken’ om echt aan te sluiten bij bewoners. En zoeken naar hoe het initiatief verbreed kan worden en aangesloten/verbonden kan worden op vergelijkbare initiatieven.
Bij loslaten hoort ook verantwoordelijkheid geven en waar mogelijk verantwoordelijkheid overdragen. Van overheid aan professionals en professionals richting bewoners. Overheid en bestuurders van organisaties moeten professionals faciliteren, hen ruimte en vertrouwen geven en sturen op maatschappelijk effect. Professionals moeten leren meer vertrouwen te hebben in wat mensen kunnen. Ook zij moeten ruimte geven. Zet bewoners in hun waarde en leg niet jouw normen en verwachtingen op, maar sluit op hen aan.
Trekker en betrokkenen
Exposure
Concrete actie / werkafspraak
Aansluiten bij bewoners en de beweging die bewoners maken, dan wel deze stimuleren en faciliteren vraagt om ‘exposure’. Dit betekent de buurt in trekken, met mensen in gesprek gaan, open vragen stellen en open luisteren, verwonderend kijken. Niet om je ideeën of beleid te toetsen, maar om te vragen hoe mensen dingen zien. Verdiep je in de leefwereld van mensen.
Initiatief verder uit te werken in bijeenkomst in Graaf Huyncollege, gecombineerd met een ‘oefening in exposure’ in Geleen Zuid.
Astrid Verblakt neemt initiatief tot bijeenroepen van betrokkenen bij deze tafel om minimaal elkaar te inspireren, maar vooral te zien hoe het initiatief zich kan ontwikkelen en verbreden. Globaal tijdpad Nader uit te werken. Eerste vervolgstap eind november 2015.
Gezochte ondersteuning De tafel bestond voornamelijk uit bewoners en aan bewoners gelieerde organisaties. Verbinding met kennisinstellingen en vooral aanbiedende (zorg)organisaties moet nog gecreëerd worden.
Ook dit vraagt om durf, maar vooral om je kwetsbaar op te stellen. Zorg dat er in wijken een gemeenschappelijk punt is, een meeting point. Sluit daarvoor aan bij natuurlijke plekken. Ga gebiedsgericht te werk. Het initiatief Inspiratiegroep / denktank ‘Exposure’.
20
TEGEN NACHTMERRIES Startvraag: • Hoe kunnen potentiele ongewenste, nadelige effecten van huidige en toekomstige sociale innovatie in het kader van de participatiemaatschappij structureel in beeld worden gebracht? • En hoe kan een diversiteit aan innovaties tot stand worden gebracht die recht doet aan de complexiteit van sociale problemen en arrangementen, en daarmee tegelijkertijd kritisch potentieel organiseert. De concretisering van complexe, maatschappelijke arrangementen kan altijd consequenties hebben die niet van te voren te overzien
zijn en op onverwachte manieren in elkaar grijpen. Bij de specifieke sociale innovatie waar hier sprake van is, kunnen de gevolgen groot zijn voor juist die kwetsbare mensen en regio’s (zoals Limburg) waar verbetering op gericht is. Veelal vrij kleine, experimentele projecten worden als uitgangspunt genomen om succesfactoren te bepalen en voor opschalingsprocessen. In het gesprek, benadrukte de groep het belang van begeleidend onderzoek naar alledaagse praktijken om goed te kunnen achterhalen wat precies succesvol is en wat niet, over langere tijd en voor verschillende betrokkenen. Daarnaast benadrukte de groep dat de kwaliteit van kleinschalige experimenten misschien niet al21
leen in de projecten zelf zit, maar in de diversiteit en kleinschaligheid ervan. Het is van belang, zo vond men, om naar manieren te zoeken om die diversiteit en kleinschaligheid te bewaren, te versterken en te gebruiken als kritisch potentieel, in plaats van vergroten en veralgemeniseren. Bovendien werd het aspect van vertrouwen benadrukt. Hoe kan het vertrouwen tussen burgers, instanties en overheid die in kleinere projecten wel ontstaat, begrepen worden en meegenomen worden naar andere projecten op andere schalen? Tenslotte is onderzoek en kritische reflectie nodig op de aard van wat gekwalificeerd wordt als een succesvol burgerinitiatief of -experiment. Succesvol voor wie en voor wat? Wie worden binnen het project betrokken en wie wordt buitengesloten? Hoe was de rol en taakverdeling tussen burger, overheid en professionele ondersteuning gedefinieerd?
sworst. In het gesprek wees de groep echter op het risico dat met het badwater, het kind -- de rechtsstaat en bijbehorende regelgeving -- wordt weggespoeld. Niet het tegengaan van regels op zichzelf moet doel zijn. Experimentatie is juist nodig op de vraag naar de goede verhoudingen van wetten en mazen, tussen regels en creatieve flexibiliteit, tussen rechtvaardige uniformiteit en incidentele reparaties. De betrokkenheid van kunstenaars en ontwerpers kan hier nuttig zijn. Zij brengen expertise mee op het gebied van het vormgeven van experimenten. Die vormgeving is bovendien ook een materiele en performatieve zaak: participatie is niet alleen mensenwerk, maar ontstaat (of juist niet) in en door vaak gestandaardiseerde, gematerialiseerde trajecten, of juist in informele materieel gemedieerde situaties.
Tegelijkertijd constateerden we dat kritische reflectie op en kennisontwikkeling van complexe veranderingen op het gebied van sociale innovatie niet vanzelf gaan. Het is noodzakelijk om diverse manieren van kennen en reflectie in te bouwen en te ontwikkelen parallel aan experimenten in het sociale domein. Immers, de vraag is of de huidige kennis en anderzijds de democratische sturing en controle voldoen om veranderingen in sociale innovatie, met hun potentieel negatieve effecten te borgen. Kennis en kritische reflectie is dus nodig om veranderingen te monitoren, maar ook om te kunnen experimenteren met relevante vormen van (zelf)sturing, zelfreflectie en democratie. De veranderingen in het sociale domein dienen verschillende doelen, zo beargumenteerde men. Een van deze doelen is het tegengaan van bureaucratie, verlammende over-administratie en eenheid22
De participatiesamenleving stimuleert processen van flexibilisering, informalisering en ont-professionalisering. Dit vraagt veel van burgers, zo werd benadrukt. Burgers die bovendien hun triviale en fundamentele levenskeuzes in toenemende mate maken als individuele klanten of consumenten in een woud van internetproviders, zorgverzekeraars, pensioenfondsen, thuiszorgproviders etcetera. Een belangrijke vraag die we stelden was dan ook hoe het stimuleren van participatie zich verhoudt tot toenemende economisering van en risicomijding in het sociale domein? En meer concreet de vraag hoe zorg te dragen dat de gekozen aanpak juist de (kwetsbare) problemen/groepen adresseert en niet de “lichtere” problematiek, waar mensen de gevraagde vaardigheden misschien ruimer bezitten? En hoe verkrijg je kennis hierover? Ook hier is een mogelijke rol voor kunstenaars om tot een ruimere notie van betrokkenheid, vaardigheid, communicatie en ervaring te komen. Te vaak wordt betrokkenheid gereduceerd tot draagvlak of stem, of de keuze van de klant. Kritische reflectie en kennisontwikkeling zou de vorm moeten krijgen van kwalitatief, participatief onderzoek naar de brede, alledaagse ervaringen, capaciteiten en “stem” van mensen. Bovenstaande betekent ook, dat onderzoek nodig is naar de spanningsverhouding tussen de normatieve werkelijkheid zoals die op de beleidstafels geformuleerd wordt en de maatschappelijke werkelijkheid, waarop die normativiteit van toepassing is. De ‘burger’ en zijn/ haar ‘ eigen kracht’ en ‘ netwerk’ is een beleidsmatige abstractie, die in de maatschappelijke werkelijkheid veel gezichten en hoedanigheden kent. Onze samenleving is gedifferentieerd (diversiteit) en gestratificeerd (macht) en de toegang tot hulpbronnen en de mogelijkheden om invulling te geven aan de kernconcepten ‘eigen kracht’ en ‘netwerkontwikkeling’ zijn dan ook erg verschillend. Daarbij lijkt het erop dat naarmate de kwetsbaarheid van de burger toe-
neemt, het ook moeilijker voor hem of haar wordt om hier invulling aan te geven (Engbersen, 2015). De vraag moet dan ook onderzocht worden wat de voorwaarden zijn voor burgers om (mede)eigenaar te zijn van de eigen kwetsbaarheid en de mogelijke oplossingen daarbij. Zie in dit verband ook ‘Transities tussen hoop en vrees’ (2014). Bovendien neigt het beleidsmatige discours tot een isolering van participatie op het gebied van zorg en welzijn ten opzichte van andere vormen van participatie. Het centraal stellen van gezondheid en lifestyle als een autonoom en onafhankelijk domein zonder oog te hebben voor de onderliggende sociale, economische en culturele dimensies ervan, is een erg beperkte invalshoek. Genoeg is er gedacht en geschreven over de relatie tussen gezondheid en SES. Onderzoek naar de samenhang tussen genoemde dimensies en hoe interventies op het ene gebied het andere beïnvloeden, is dan ook noodzakelijk om de zinvolheid van experimenten en interventies te kunnen bepalen. Voorstel: De aan tafel zittende kennisinstellingen (Zuyd Hogeschool: Lectoraat Autonomie en Openbaarheid in de Kunsten en lectoraat Comparative European Social Research and Theory, Maastricht University: Department of Health, Ethics & Society) stellen voor samen met de andere partners concreet te gaan werken aan deze vragen: Projecten waarbij experimentatie met sociale innovatie in de praktijk gepaard gaat met structurele kritische reflectie & experimentatie met inrichting van relevante kennis/democratische arrangementen. Uitgangspunt is dat symmetrische betrokkenheid van alle relevante partijen noodzakelijk is. Het zou gaan om interventie-onderzoek, dat gaandeweg input levert voor lopende experimenten. En het zou gaan om innovatief, kwalitatief onderzoek met speciale (artistieke) 23
aandacht voor alledaagse ervaringen, vaardigheden en effecten die moeilijk op gestandaardiseerde, kwantitatieve manieren zijn te vangen. Ruth Benschop
24