oktober 2012 10
[Cultuur]
Vlaamse gazet in de States
[Geschiedenis]
Jules Destrée, vader van de Waalse haan
[Politiek]
N-VA-burgemeester zoekt Franstalige stemmen
Boudewijn Bouckaert
Opletten met hervormingen in onderwijs Afgiftekantoor 8500 Kortrijk • V.U. Pieter Bauwens M. De Smetstraat 12 9308 Hofstade • Redactieadres: Passendalestraat 1A 2600 Berchem • www.doorbraak.org
Daens …
[Redactioneel]
een zanger?
le nd er hi stor ische ka
&
Was Albrecht Rodenbach een brouwer en Jacob van Artevelde een bioboer? Was Louis Paul Boon een koffiebrander en Felix De Boeck een uitgever? Filips de Goede een sociaal assistent en Jan Breydel een voetballer? Het antwoord vind je in De Roets.
ja ar bo ek
historische kalender intussen o en herontdek
BESTEL
BON Invullen en per post zenden naar De Roets, Sint-Adriaanweg,12 3190 Boortmeerbeek Uiteraard kan je deze gegevens ook digitaal doorgeven via www.roetsinfo.eu/bestelling
ok je eigen ro
&
jaarboek
ots
Over markante mensen van bij ons, over feiten van vroeger, met een weetje voor elke dag.
Ik bestel graag De Roets 2013 en stort € 16,95 (inclusief verzendingskosten binnenland) op rekeningnummer BE89 9730 3245 1685 van De Roets. Voornaam en naam Naam bedrijf/instelling/organisatie Straat Postnummer e-mail
Gemeente
Tussen Dorpsstraat en Wetstraat U hebt het wel gehoord. De staatsfinanciën in België moeten dringend op orde worden gesteld. En we hebben een regering die dat zal aanpakken en door haar duidelijke aanpak het separatisme een halt zal toeroepen. België wordt een voorbeeld voor Europa! Maar wel na de lokale verkiezingen. U weet wel. De verkiezingen in de Dorpsstraat die niets zeggen over de ‘grote politiek’ in de Wetstraat. Helemaal niets. Zo niets dat een federale begroting niet vóór de gemeenteraadsverkiezingen kan worden opgemaakt. En er helpt geen lieve moederen aan. Dreigt Europa met een boete tot 700 miljoen euro? Neen, er komt geen begroting. Europa moet toch begrijpen dat zoiets in België onmogelijk is. In welk normaal land kan je een federale begroting opstellen als er nieuwe gemeenteraden moeten worden gekozen? Dat de EU-commissie zoiets niet begrijpt ... een mens zou er Eurosceptisch van worden. De vraag is wat de regering ondertussen eigenlijk doet. In alle stilte de staatshervorming voorbereiden? Bart Maddens heeft vragen bij het lukken van die operatie. Wat als de Franstaligen er strategisch geen meerwaarde meer in zien? Na de Nederlandse verkiezingen gelooft niemand de peilers nog, tot er twee dagen later een grote Vlaamse peiling wordt gepubliceerd. Dan klinkt het dat de peilingen toch de tendensen weergeven. Het is een goede verkooptruc en levert mooie krantenpagina’s op vol kleurrijke statistieken en leuke quotes. Maar wat meer? Ach, lees Het is maar een peiling van onze redacteur Frank Thevissen. Niet voor niets werd er in de pers amper over het boek gerept. Maar goed. Volgens de jongste peilingen lukt de Di Rupo-strategie niet echt. Die bestond erin de regering te vormen, in sneltempo BHV te splitsen (met alle compensaties en herfinanciering van Brussel) en dan zou het politieke landschap als vanzelf weer normaal worden. Lees: dan zullen de traditionele partijen weer de rest naar de achtergrond verdringen. Dat lijkt niet echt te lukken. Wie laat zich nu overtuigen door een beunhazenregering die voor een lokale verkiezing – die niets te maken heeft met de nationale politiek, weet u wel – diezelfde nationale politiek maanden lam legt. Na de grote lokale peiling van 14 oktober kunnen we twee kanten op: de stipte snelle uitvoering van de staatshervorming in het blinde geloof dat dit de V-partijen de wind uit de zeilen neemt, de CD&V-optie zeg maar. Of net het omgekeerde, want waarom de staat hervormen als de V-partijen een meerderheid dreigen te krijgen na 2014? Toch benieuwd wat het wordt.
oktober 2012
PIETER BAUWENS
En al mag de lokale verkiezing de nationale politiek ‘on hold’, zeg maar op pauze zetten, veel animo lijkt er niet te zijn. Tenzij een peiling enige stijging of daling waarneemt in Antwerpen. De enige lokale kiesstrijd die de nationale media moeiteloos kan halen. Een procentje meer of min voor De Wever of Janssens is dan voorpaginanieuws (Het Laatste Nieuws, 15 september). Maar hoeveel gemeentelijke aanplakborden zijn nog niet eens volgeplakt? Langs sommige drukke invalswegen staan er reclameborden in de voortuinen of aan de gevels. Maar echt veel lijkt het niet te zijn. Het aantal foldertjes in de bus is op één hand te tellen. Op zijn minst zeer merkwaardig. Tussenniveau te veel Het echte kneusje van deze lokale verkiezingen zijn dan nog de provinciale verkiezingen. Daar lijkt geen hond van wakker te liggen. Nog geen affiche gezien, laat staan een programma. Die verkiezingen voor de provincieraad lijken op het eerste gezicht een door de overheid georganiseerde peiling. Je ontmoet ook maar zelden mensen die echt weten waarvoor die provincie bevoegd is, buiten de provinciale belasting en die enkele provinciale domeinen. En wie zag al ergens een aankondiging van een debat tussen de lijsttrekkers voor de provincie? Wist u dat die arrondissementeel worden verkozen? De provincie kampt met een probleem. Na het kerntakendebat en de interne staatshervorming blijft het een soort schimmig college van vertegenwoordigers. Het blijft zoeken naar dat argument dat overtuigt waarom de provincie niet dat tussenniveau te veel is. Misschien is de optie van LDD om blanco te stemmen zo gek nog niet. Maar ja blanco stemmen, is altijd verliezen. Eens kijken waar deze peiling georganiseerd door de regering ons brengt, van de Dorpsstraat recht naar de Wetstraat. Wedden? En de winnaar wint niet zo veel als voorspeld en de verliezer verliest niet zoveel als voorspeld. Heerlijk zo’n verkiezingsavond.
Doorbraak
3
[Perswijs]
[Kortjes]
Ann Peuteman op Knack.be 13 september: ‘De Open Vld zou groter worden dan ooit tevoren en de CVP volledig doen vergeten. Het is een beetje anders gelopen. Paars eindigde, zoals voorspeld door Louis Tobback, bont en blauw. Hoe meer Verhofstadt in zichzelf ging geloven hoe minder de kiezers dat nog deden.’ Guy Verhofstadt, fractieleider van de Europese Liberalen, in het Europees Parlement in Het Journaal, 12 september: ‘Een federatie van natiestaten? Neen, neen! Geen federatie van natiestaten! Dat is meer van hetzelfde. Dat hebben we al. Dat is de Europese Raad. We hebben een postnationalistische toekomst nodig voor Europa (...) een federale unie van de burgers.’ Brigitte Grouwels (CD&V-minister in Brussels Gewest) in De Standaard, 9 september: ‘Bij de traditionele partijen zijn het steeds de Franstalige partijen geweest, inzonderheid de Waalse socialisten, die het voortouw hebben genomen in het streven naar meer regionale autonomie. Dit gebeurde enkel omwille van hun afkeer voor een democratische Vlaamse meerderheid binnen het Belgische bestel.’ Charles Picqué (PS) in Le Grand Orale, 8 september: ‘We (de PS, red.) hebben Plan B nooit losgelaten. We mogen niet naïef zijn: de N-VA haalt in Vlaanderen 40 % en levert wellicht de volgende minister-president.’ Mark Grammens in Journaal, 6 september: ‘De door de Franstalige gemeentebesturen in Vlaamse faciliteitengemeenten al sinds ruim 30 jaar gehate Gordel, de jaarlijkse wandeling of fietstocht van Vlaamsgezinden in de omgeving van Brussel, verdwijnt. Zomaar. Einde van een tijdperk toen de Vlaamse Beweging nog meetelde en Vlaanderen in eigen land kon doen wat het wilde. Voortaan geldt daar de wet van de sterkste, en dat zijn de Franstaligen. Met Vlaamse medeplichtigheid.’ Elio Di Rupo in De Morgen Magazine, 1 september: ‘Het gaat al lang niet meer om de keuze links-rechts. Het gaat nu om de existentie van het land. Onder Franstaligen heerst unanimiteit over de eenheid van het koninkrijk.’
4
Rik Van Cauwelaert in Knack, 29 augustus: ‘Van het algemeen belang is met deze regering geen sprake meer. De burger is de vijand geworden.’ Geertrui Windels (echtgenote Herman Van Rompuy, CD&V) in De Morgen Magazine, 25 augustus: ‘Er zijn evenveel Vlamingen naar Wallonië gegaan, maar die hoor je toch nooit zeggen dat ze weigeren Frans te spreken, dat ze een Nederlandstalige bibliotheek en onderwijs opeisen? Wat is het voornaamste programmapunt van het FDF hier (in Sint-Genesius-Rode, red.) op 14 oktober: ervoor zorgen dat er geen Vlaamse schepen meer zou zijn.’
Sociaal nationalisme In een vrije tribune in De Morgen (6 september) staat de oud-hoofdredacteur van de RTBf-nieuwsdienst, Alain de Gerlache, stil bij de overwinning van de separatistische en autonomistische partijen in Québec. Op één uitzondering na zijn dat alle ‘linkse’ partijen (sociaaleconomisch vooral). De Gerlache stelt vast dat een fusie van sociaalprogressief denken en nationalisme wel degelijk kunnen en helemaal niet slecht zijn. Dat de PS die elementen al decennia combineert, was nog niet bij hem opgekomen.
Hugo De Ridder in De Morgen, 25 augustus: ‘De oude PS-staat is aan een renaissance begonnen. (...) 60 tot 70 procent van de directeursfuncties in de openbare sector en de intercommunales wordt vandaag bezet door mensen van PS-signatuur.’
NMBS Vlaanderen telt 65 % van de NMBS-passagiers. Toch telt het minder dan de helft van de stations en zijn er in Vlaanderen en Wallonië evenveel spoormannen aan het werk. Een scheeftrekking, klaagt CD&V-Kamerlid Jef Van den Bergh aan. Hij pleit voor de klassieke 60-40-verhouding. (DS, 31 aug.)
Guy Tegenbos in De Standaard, 27 augustus (over de boycot van de Gordel in Rode): ‘Franstalige partijen die deze pestkoppen steunen of de hand boven het hoofd houden, moeten twee dingen weten. Ten eerste: de Gordel en zijn opvolger krijgen zij niet kapot. Ten tweede: die pestkoppen voeden bij de Vlaamse kiezer politieke gedachten waarvoor alle Franstalige politici als de dood zijn. Ze doen maar.’
België zakt weg België is twee plaatsen gezakt op de wereldranglijst van de meest competitieve landen. Vorig jaar was België de sterkste stijger in de top-20 van het Global Competitiveness Report van het World Economic Forum. Nu staat ons land op de 17de plaats. Zwitserland en Singapore blijven op nummers 1 en 2. Criteria zijn onder meer
40
Op een jaar tijd heeft het Vlaams Meldpunt Taalklachten veertig meldingen gekregen over Nederlandsonkundigheid in Brusselse ziekenhuizen en spoedgevallendiensten. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen op een schriftelijke vraag van Mark Demesmaeker (N-VA) en werd gemeld door diverse kranten. Het meldpunt werd in juni vorig jaar opgericht met het doel de klachten van de burgers op te vangen.
Doorbraak
Volgens Vandeurzen gaat het in de helft van de gevallen om klachten over de taal van de verpleging of het ambulancepersoneel. Twintig procent gaat over de taal van de artsen; de rest draait om onthaalpersoneel en administratief taalgebruik. Nog volgens de minister bewijzen de klachten, die meer dan verdubbeld zijn sinds het Meldpunt werd opgericht, dat er in Brussel nog steeds taalproblemen zijn, zowel in openbare als privéziekenhuizen.
oktober 2012
[Kortjes] toestand onderwijs, infrastructuur, prestaties voor innovatie, efficiëntie arbeidsmarkt, belastingdruk, onafhankelijkheid rechtsapparaat ... (Trends, 6 sept.) Gunstige rating Voor het eerst geeft kredietbeoordelaar Fitch een score aan Vlaanderen. En die score is AA-. Dat is een van de hoogste scores die Fitch uitdeelt. Het minteken slaat op ‘negatieve outlook voor de Vlaamse overheid’ en is een rechtstreeks gevolg van de Belgische rating. De gunstige rating betekent onder meer dat Vlaanderen tegen voordelige tarieven kan lenen. Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën: ‘Als Vlaanderen zou kunnen beschikken over grotere financiële zelfstandigheid, en als Vlaanderen verder zijn schulden afbouwt, zou volgens Fitch een hogere rating niet uitgesloten zijn.’ (DS, 12 sept.) De Gouden Slang De gemeenteraadsverkiezingen leveren soms echt ‘originele’ staaltjes van verkiezingspropaganda op. Foute woordspelingen, filmpjes, te gekke affiches ... Op de Facebookpagina van De Gouden Slang kan je stemmen of signaleer je zelf de slechtste electorale affiches, verkiezingsslogans of politieke mediaoptredens. Voor wie de verkiezingen graag met een glimlach bekijkt. Plan B Nu steeds meer Franstalige politici pleiten voor een Plan B, ‘wordt het echter hoog tijd dat de Vlaamse politieke klasse uit haar winterslaap ontwaakt en het Franstalige voorbeeld volgt: een scenario uitwerken voor de ordelijke opdeling van België’. Met deze woorden roept VB-voorzitter Bruno Valkeniers om de blauwdruk van zijn collega Gerolf Annemans op te volgen en uit te voeren. (pm, 10 sept.)
Baudet over Europa De jonge Nederlandse rechtsgeleerde en columnist Thierry Baudet is een rijzende ster. Met zijn boek De aanval op de natiestaat (zie Doorbraak september of doorbraak.be voor een uitgebreide bespreking) verdedigt hij de natiestaat. Zijn ideeën trekt hij door naar een uitgesproken standpunt over de EU: ‘Pro Europa dus tegen de EU’. Dat is ook de titel van de lezing die Baudet komt geven voor de Vlaamse Volksbeweging op woensdag 24 oktober om 20 uur in kasteel d’ Ursel in Hingene (Bornem). Wie zeker wil zijn van zijn plaatsje schrijft zich vooraf in via
[email protected] of 03 320 06 30. VVB-leden betalen € 8; nietleden € 12 op BE39 4099 5639 8119 van VVB, Passendalestraat 1a, 2600 Berchem met vermelding Voordracht Baudet. Let wel: enkel een betaling geldt als bewijs van definitieve inschrijving. De aanval op de natiestaat is te koop via http://www.doorbraak.be/nl/winkel.
Vanmol
Antidepressiva Volgens het jaarverslag van het RIZIV worden er beduidend meer antidepressiva en amfetamines voorgeschreven in Wallonië. Over de taalgrens gebruikt een op de zeven een antidepressivum. In Brussel is dat een op tien en in Vlaanderen een op elf. Psychologen wijten het verschil vooral aan de hogere werkloosheidsgraad in het zuiden van het land. (DM, 11 sept.)
oktober 2012
Doorbraak
5
© Reporters
[Interview]
[Interview]
Boudewijn Bouckaert licht ons onderwijs door
Hervorming in bouwvallige scholen zonder leerkrachten Boudewijn Bouckaert is Vlaams parlementslid voor LDD en in die assemblee voorzitter van de Commissie Onderwijs en Gelijke Kansen. De man die de discussie over de onderwijshervormingen in goede banen leidt. Maar een voorstander van die hervormingen is hij niet. Boudewijn Bouckaert: ‘Luc Van den Bossche, zei op zijn eigen cynische manier: “stenen betogen niet, leraars wel”.’
Er heerst ongerustheid in het Vlaamse onderwijs over de geplande hervorming. Maar of er snel ook iets zal veranderen is minder duidelijk. Bouckaert denkt en hoopt alvast van niet. Hij is één van die 11 683 die, als we dit neerschrijven, de petitie hebben ondertekend van de Onderwijskrant. Doorbraak: Waarom is de onderwijshervorming geen goed idee?
Boudewijn Bouckaert: ‘Ik vind dat een algemeen overhoop gooien van ons secundair onderwijs zoals de commissie-Monard en in zijn zog minister Smet voorstaan prioritair noch wenselijk is. Andere grote problemen bedreigen ons onderwijs. Het onderwijs heeft volgens mij drie basics: de leerlingen, de leerkrachten en de scholen. Leerlingen zijn er genoeg door de bevolkingsaangroei die er sinds een viertal jaar is, vooral in de grote steden. Maar het aanbod kan niet volgen. We hebben een totaal verouderd park van schoolgebouwen. Als we daar niet drastisch ingrijpen, wordt dat de schande van Vlaanderen. De meeste kinderen komen van de relatief mooie Vlaamse gezinswoning dikwijls terecht in de krotten van ons onderwijs. De oorzaak van de belabberde staat van de schoolgebouwen is een slecht Vlaams beleid. De vroegere minister van Onderwijs, Luc Van den Bossche, zei op zijn eigen cynische manier: “stenen betogen niet, leraars wel”. Waarmee hij wou zeggen dat men heeft toegegeven aan de leerkrachten voor een verbetering van hun statuut, kleinere klassen, aantal richtingen enzovoort, maar dat
6
men de investeringen in schoolinfrastructuur aan de kant heeft geschoven, wegens geen protest, geen politieke druk.’ En
de
publiek-private
samen-
werking (PPS) die minister Frank Vandenbroucke aankondigde?
‘Dat was goed geprobeerd, geen slecht idee, maar het is een druppel op een hete plaat. Het gaat over een heel klein percentage van de schoolgebouwen, het contract met BNP Paribas heeft lang aangesleept, het is veel te traag van de grond gekomen en er staat nog geen enkel gebouw recht. Vandaar dat de Vlaamse regering er aan denkt om dat project niet meer te herhalen.’ Naast
schoolgebouwen
en
leer-
lingen zijn er ook leerkrachten. Vormen die een probleem?
‘Er is een dreigend lerarentekort. Onlangs werd aan de alarmbel getrokken voor een nijpend tekort aan wiskundeleerkrachten. En dat is geen alleenstaand geval. We staan voor dramatische toestanden. En de regering moet eerst dat aanpakken. De twee problemen van het lerarentekort en de problemen met de gebouwen. Of gaan we een onderwijs hervormen dat geen gebouwen en geen leraars heeft? De prioriteiten zitten niet goed.‘ Maar buiten die bezwaren bent u het ook inhoudelijk niet eens met de
hervormingsvoorstellen
minister Pascal Smet.
Doorbraak
van
‘Die onderwijshervorming wordt opgepookt door een select clubje academici zoals Mieke Vanhoutte, Bieke De Fraine, Jan Van Damme, Ides Nicaise, twee groepen van academici in Gent en Leuven. Ze hebben een quasi-monopolie op onderzoek en krijgen veel studies van het ministerie toebedeeld. Die studies wijzen allemaal in dezelfde richting: ons onderwijs is een ongelijkheidsmachine. Ze baseren zich op de ideeën van de trotskistische filosoof Pierre Bourdieu: het onderwijs reproduceert de kapitalistische ongelijkheden. En ze doen hun best om gegevens bij elkaar te zoeken die dat bevestigen. Volgens hun redenering worden de kinderen van de lagere klassen gedraineerd naar tso en bso en de kinderen uit de betere klassen worden naar het aso geleid. Zo versterkt het onderwijs de klassenverschillen en klassenongelijkheid en dat is onrechtvaardig en inefficiënt, want je geeft ongelijke kansen en je ontneemt mensen kansen.’ Als dat klopt, is er toch een probleem?
‘Ik heb de cijfers bekeken die Mieke Vanhoutte in de commissie is komen presenteren. Daaruit blijkt hun stelling helemaal niet. Er is geen exclusieve stroom van arbeiderskinderen naar bso/tso en geen exclusieve stroom betere middenklasse-kinderen naar aso. Wat wel blijkt, is dat kinderen van arbeiders meer vertegenwoordigd zijn in bso en minder in aso, maar er is geen sprake van dominantie. Met ons onderwijs als ongelijkmaker valt het best mee. Het is sterk overdreven. Het kan dus niet dé grote reden zijn om het hele onderwijs te hervormen.’
oktober 2012
Maar
tso
en
bso
hebben
een
slechte naam. Dat zorgt voor een
watervaleffect en we hebben meer leerlingen nodig die die richtingen kiezen. Wat moet daar dan aan gebeuren?
‘Ik denk dat er andere maatregelen moeten worden genomen. Je kan iets ondernemen tegen het watervaleffect waarbij kinderen te hoog starten en dan afzakken , vaak met demotivatie tot gevolg . En dat kan zonder alles overhoop te gooien. Er moet worden gewerkt aan een reputatiestijging van tso/bso. Dat moet. Onder meer door een naamsverandering die ingebed ligt in een public relations-actie die jaren moet worden volgehouden. De overheid moet mensen overtuigen dat het waardevolle richtingen zijn. Misschien moeten we wat mercantilistisch zijn en de wedden publiceren van afgestudeerden in tso/bso en die van aso. Heel wat mensen zouden nog kunnen verschieten. Er zijn dit jaar, volgens de recentste cijfers van de Agoria-barometer, meer kinderen in technische richtingen. Dus misschien is de kentering al ingezet. Daarnaast moet de rol van de CLB’s (Centrum voor Leerlingen Begeleiding, vroeger het PMS) worden versterkt. Ze moeten assertiever dan nu durven richting geven. Uiteraard blijven de ouders de sturende autoriteit bij de keuze van de richting die de kinderen uitgaan, dat betwist niemand. Maar CLB’s moeten durven drukken als kinderen beter geschikt zijn voor bso/tso en als dat wordt volgehouden, denk ik dat dit vruchten afwerpt.’
oktober 2012
Moeten we een systeem niet om
Nochtans lijkt de grootste koepel,
sclerose te vermijden?
lieke middelbare scholen), mee te
de zoveel jaar vernieuwen, om
‘Er is een groot nadeel aan het overhoop gooien van het onderwijs. Het departement onderwijs is niet zoals openbare werken. Minister van Openbare Werken zijn, is relatief gemakkelijk: je beslist over publieke investeringen, je kan plannen, je weet waar je begint en uitkomt. De staat kan dat makkelijk plannen. In het onderwijs is dat niet zo. Onderwijs is een maatschappelijk gebeuren en is heel complex. Elke school heeft haar eigen traditie die is gegroeid in de geschiedenis. Daardoor is het onderwijslandschap heel divers en multipolair. Meer dan 70 % is ook in handen van vrije gesubsidieerde scholen. Als je dit aanpakt vanuit een tekentafelmentaliteit krijg je allerlei perverse effecten, die anders zijn dan bedoeld. In zogenaamde elitescholen bijvoorbeeld vinden ze hun weg wel in het nieuwe systeem om toch hun ding te doen. Je kan dat niet tegengaan. Maar dat ontduiken en ontwijken is op zich geen goede zaak. Minister Smet, die een dynamische kerel is – een Duracell-konijn wordt hij genoemd – lijkt die complexiteit van ons onderwijs wat te miskennen. In zijn beleid zijn er soms zeer lange pauzes en dan opeens vliegt hij erin en lokt hij allerlei conflicten uit. Het multipolaire gegeven maakt dat je heel voorzichtig en met veel geduld de veranderingen moet sturen die moeten worden doorgevoerd. Om een consensus te zoeken. Maar op de tekentafel het onderwijs hertekenen, zoals een weg, dat lukt niet.’ Doorbraak
het VVKSO (koepel van de katho-
stappen in de richting van minister Smet. Ze hebben een eigen hervor-
mingsvoorstel dat het voorstel van Smet sterk benadert.
‘Smet staat inderdaad niet alleen. Hij wordt gesteund door de sp.a, Groen en de ACWvleugel van de CD&V. De rechtervleugel van de CD&V is ertegen. Uit die partij komen dus heel tegengestelde geluiden. N-VA, Vlaams Belang en LDD zijn tegen. Ook de Open Vld heeft zijn scepsis over een grote hervorming laten kennen. Die tekst van het VVKSO is geschreven door mensen die weten waarover het gaat. De tekst geeft een heel goede analyse, maar geen doorslaggevende argumenten waarom die hervorming nodig zou zijn. In zijn plan behoudt het VVKSO ook de B-stroom, waardoor de beroepsrichting opnieuw wordt uitgevonden. Daarnaast zegt het VVKSO dat die hervormingen niet moeten worden opgelegd via decreten. Ze vragen ruimte voor de scholen. Het lijkt erop dat het VVKSO zegt dat het wil meegaan in de algemene filosofie van de voorstellen van minister Smet, maar dat het dat eigenlijk maar zal doen wanneer en op de wijze zoals het zelf wil. Dat is een signaal naar de minister: blijf er met je handen af.’ Het behoud van de B-stroom brengt ons op de discussie over homogene
of heterogene klassen, leerlingen met
zelfde
7
capaciteiten
zoveel w
© Reporters
Pieter Bauwens
[Interview]
[Politiek] U
onlangs over uit.
afgestudeerden achteruit gaat. Er
niet. Ook Itinera sprak zich daar
‘Je moet geen onderwijsdeskundige zijn om te weten dat een heel grote heterogeniteit in een klas het de leraar niet makkelijker maakt. De onderwijsdeskundige Piet Van Avermaet, zeker geen rechtse jongen, is in de commissie komen zeggen dat heterogeniteit in de klas zijn grenzen heeft, ook voor de geniaalste leraars. Het maakt het voor de leraars moeilijk. Maken ze het te moeilijk dan haken de zwakken af. Is het te makkelijk dan haken de verstandigsten af. Volgens onderzoek zitten nu al duizenden leerlingen zich in de wiskundeles te vervelen ... Dan vervult het onderwijs ook zijn taak niet. In de commissie hebben we hoorzittingen gehouden. De verslagen daarvan zijn na te lezen via de webstek van het Vlaams Parlement. Er zijn allerlei formules. Intraklasdiversiteit en interklas-diversiteit. In het laatste geval zet men per klas verschillende niveaugroepen, de slimme bij de slimmen en de zwakkere bij de zwakkeren. Je krijgt dan de vroegere indelingen met nieuwe namen. Is die hele hervorming daar echt voor nodig? Allemaal wat hypocriet, toch? De visie van de minister is dat de sterken de zwakken meetrekken. Ik ben daar niet van overtuigd. Ik denk dat zwaar heterogene klassen eerder voor frustratie zorgen, langs beide kanten. Ik denk dat de studie van Itinera een goed tegengewicht biedt voor de eenheidsworst die we nu krijgen in de diverse universitaire onderzoeken. Overigens, je hebt geen zware studies nodig om te weten dat heterogeniteit een zware last legt op de leraar.’
bent
ook
prof.
Een
van
de
klachten is dat de kennis van de
is ook de klacht van de wiskundeproffen ...
‘Dat geklaag van ouderen over de jeugd is een oud zeer. Al in de Griekse literatuur van de vierde eeuw vóór Christus vind je klachten dat de kennis en de zeden van de jeugd achteruitgaan. Je moet wel weten dat de participatie aan het hoger onderwijs enorm is toegenomen. Ik zat in mijn eerste jaar rechten met tweehonderd. Nu zijn ze met duizend. Een vervijfvoudiging. De jeugd wordt niet dommer maar ook niet slimmer. Als de top vijf naar de universiteit gaat, of de top twintig gaat, dan zakt het niveau van de studenten onvermijdelijk.’ Zakt dan ook het niveau van de universiteit?
‘Neen, niet noodzakelijk. Je kan natuurlijk onverkort je normen handhaven, waardoor de slagingspercentages dalen. En de universiteit staat daar vaak tussen hamer en aambeeld. Minister Vandenbroucke noemde een buis voor de student een buis voor de prof. De proffen worden met de vinger gewezen, ze zijn te streng, geven niet goed les ... Maar de universiteit heeft de plicht om kwaliteit te handhaven. Het diploma moet waarde hebben, kennis en vaardigheden van hoog niveau vertegenwoordigen.’ Universiteiten
hebben
baat
bij
meer studenten voor subsidiëring.
Huub Broers wil rustig leven in Voeren
‘Op korte termijn is dat zo. Maar als je diploma’s gaat uitdelen is dat op lange termijn nefast, omdat de kennis over de kwaliteitsdaling van diploma’s zich verspreidt op de beroepsmarkt waardoor de universiteit haar reputatie verliest. Er moet wel iets gebeuren om die toestroom in goede banen te leiden. Volgens mij kan dat makkelijk door een mix van maatregelen. Het hoger onderwijs is te goedkoop. Wat gratis of bijna gratis is, daar gaan de mensen slordig mee om. Men moet de studenten responsabiliseren en zeggen dat zij meer moeten bijdragen aan de kosten die de maatschappij in hen investeert. Ik pleit niet voor Amerikaanse toestanden en de beurzen moeten blijven bestaan en zo, maar zoals in Nederland zo’n 1500 euro lijkt me redelijker dan nu. Met die extra inkomsten kunnen de universiteiten investeren in kwaliteit. De minister is daar tegen omdat hij geen betogingen van studenten wil, nou ja. Een andere maatregel die moet worden genomen is begeleiding in het middelbaar onderwijs. CLB’s moeten beter en krachtiger durven zeggen dat iemand niet rijp is voor universiteit. Dat is geen ramp, in ons land zijn er zoveel goede alternatieve trajecten. Ten derde moeten er oriënteringsproeven komen. Heel deskundig opgesteld, want het is niet makkelijk om zoiets te doen voor een richting als bijvoorbeeld rechten. Als je die drie maatregelen combineert, krijg je minder studenten in de bachelorsjaren, hogere slagingspercentages en minder verloren jaren.
N-VA-burgemeester zoekt Franstalige stemmen Er was een tijd dat Voeren voorpaginanieuws was in België. Nu hoor je zelden nog iets van de Limburgse gemeente, tenzij de burgemeester van partij verandert. Maar is alles er wel echt zo peis en vree als het lijkt?
Franstalig schepen José Smeets voert communautaire campagne tegen N-VA-burgemeester Broers.
Pieter Bauwens Voeren was jarenlang hét symbool van de taalstrijd. Nu is het een van die gemeenten waar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een N-VA’er burgemeester wordt/blijft: Huub Broers, voormalig provincieraadslid en kabinetsmedewerker voor CD&V maar ondanks een goede score bij de voorkeurstemmen nooit nationaal politicus. Tot de N-VA belde met de vraag of hij gecoöpteerd senator wilde worden. De kopman en huidig burgemeester is ook in 2012 lijsttrekker van de Vlaamse eenheidspartij Voerbelangen. Bij de lokale verkiezingen van 2000 haalde Voerbelangen acht zetels, één zetel meer dan de Franstalige partij Retour à Liège (RAL). Na veertig jaar nam een Vlaamse burgemeester zijn intrek in het Voerense stadhuis. En blijkbaar met goed gevolg: bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 won de Vlaamse lijst er nog een zetel bij, met 294 stemmen meer dan in 2000 steeg Voerbelangen met bijna tien procent.
Hebben ze er dus baat bij om meer studenten te laten slagen?
‘Met ons onderwijs als ongelijkmaker valt het best mee.’
Doorbraak
oktober 2012
© Reporters
Retour à Liège Retour à Liège vervelde in 2006 tot het hippere Retour @ Liberté. In 2012 veranderen ze opnieuw van naam. Nu wordt het Respect, Avenir et Libertés (de afkorting blijft RAL). Op drie verkiezingen tijd drie keer met een andere naam opkomen, het lijkt geen teken van standvastigheid. Maar aan het politiek programma is al die tijd niets veranderd. Kern van het programma is en blijft het aanvechten van de discriminatie en de vernedering van de
8
© Reporters
mogelijk bijeen zetten of juist
oktober 2012
Franstaligen in Voeren door Vlaanderen en het Vlaamse gemeentebestuur. RAL wil de Franstaligen in Voeren erkend zien als een nationale minderheid zoals dat voorzien is in het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden van de Raad van Europa. De luidruchtigste vertegenwoordiger van de Franstalige partij is Gregory Happart, zoon van. Hij houdt de communautaire folklore hoog door elke gemeenteraadszitting steevast Frans te spreken, hoewel dat verboden is. Happart junior roert nog steeds dezelfde trom als zijn vader en doet dat met het nodige geroep en getier. De brulboei van dienst is wel niet de grote man van de partij. Happart staat voor de komende verkiezingen op de vijfde plaats. Lijsttrekker op 14 oktober is José Smeets. Omdat ook in Voeren, net zoals in de faciliteitengemeenten in Vlaams-Brabant, de schepenen rechtstreeks worden verkozen, is José Smeets de rechtstreeks verkozen derde schepen. Afwachten of dat ook in de nieuwe legislatuur zo zal zijn. EU-inwoners De overwinning van Voerbelangen in 2000 stond in de sterren geschreven. Vanaf 2000 kregen de EU-inwoners stemrecht bij de lokale verkiezingen. De meerderheid van die stemmen (van Nederlanders en Duitsers) ging naar Voerbelangen. Dat effect is zichtbaar in de resultaten voor de rechtstreekse verkiezing van de ocmw-raad (zoals de rechtstreekse verkiezing van de schepenen een uitzondering voor de Doorbraak
faciliteitengemeenten rond Brussel en Voeren). Voor die verkiezingen stemmen de EU-inwoners niet mee. In de ocmw-raad haalde Voerbelangen geen meerderheid in 2000, wel in 2006. Waarom overtuigt Voerbelangen de EU-inwoners? Omdat ze Nederlandstalig zijn? Het verschil zou zitten in de profilering van de beide partijen in Voeren. De retoriek van de Franstaligen is bijna alleen gericht op de tegenstelling Franstaligen-Nederlandstaligen en de discriminatie van die eersten. Voor RAL is de overstap van Huub Broers van de CD&V naar de N-VA de rode draad in de huidige campagne: de extremist laat zijn ware gelaat zien. Broers kiest voor een andere tactiek. Hij stelt zich op als burgemeester van alle Voerenaars. Zijn doel is om ‘Voeren terug op de rustige route te brengen: een gemeente waar elke Voerenaar rustig kan leven en gedijen in zijn prachtige dorpen en tussen schitterende landschappen’. Hij zal een gesprek met een Franstalige inwoner ook rustig in het Frans voeren of in het plaatselijke dialect. En hij uit zich nadrukkelijk als supporter van de Luikse voetbalclub. Broers wil kiezers lokken met een programma over de toekomst van de gemeente, met zo weinig mogelijk aandacht voor de taalverschillen. Het wordt afwachten of het lukt om als N-VA’er Franstalige kiezers te overtuigen met een inhoudelijk programma. Een reden te meer om de resultaten van de verkiezingen in Voeren in de gaten te houden.
9
[Boeken]
[Boeken]
Ils nous ont pris la Flandre Op 15 augustus was het juist honderd jaar geleden dat Jules Destrées ‘Lettre au roi sur la séparation de la Wallonie et de la Flandre’ werd gepubliceerd in Revue de Belgique. Hij schreef daarin de bekende woorden: ‘U regeert over twee volkeren. In België zijn er Walen en Vlamingen, er zijn geen Belgen.’ Peter De Roover
In het eerste deel situeert Van Cauwelaert het werkstuk, becommentarieert het en geeft het een plaats in de algemene Belgische politieke geschiedenis. Volgens Van Cauwelaert blijft Destrées brief ‘tot op vandaag één van de opmerkelijkste politieke teksten die ooit in België zijn verschenen’. Het pamflet van Destrée kan maar ten volle worden begrepen tegen de achtergrond van de verrassende verkiezingsnederlaag van de oppositie bij de verkiezingen van 1912. Liberalen en socialisten konden samen de katholieke meerderheid niet breken, niettegenstaande het grote succes in Wallonië. Bij de Vlaamse liberaal Maurits Basse kunnen we in De Vlaamsche Beweging van 1905 tot 1930, uitgegeven in 1933, lezen: ‘Op den avond zelf van dien teleurstellenden 2 Juni wees het socialistisch Kamerlid Jules Destrée, in een heftige redevoering, op de oorzaak van de nederlaag: de Vlamingen!’ Jules Destrée stelde tot zijn ontzetting vast dat de kiezer in Vlaanderen belette dat de Waalse politieke voorkeur kon worden omgezet in beleid. Van Cauwelaert daarover: ‘Opmerkelijk, omdat Destrée al meteen de vinger legde op het Belgische probleem, dat er niet zozeer in bestaat dat in de twee landsdelen een verschillende taal wordt gesproken, maar wel dat er in Wallonië en Vlaanderen
10
Destrée trekt nadrukkelijk de Waalse kaart. Botst dat niet met het internationalisme dat hij Doorbraak
Hij had het liever anders gehad, maar als er moest worden gekozen tussen de Walen en de Franstaligen in Vlaanderen, dan ging de voorkeur van Destrée naar de eersten. Peter De Roover
totaal verschillende politieke en economische keuzes worden gemaakt, een vaststelling die de christendemocraat Gaston Eyskens en ook de Vlaams-nationalist Bart De Wever veel later opnieuw maakten.’ De vraag kan worden gesteld of en in welke mate het taalverschil daarbij een rol speelt, maar de essentie blijft wel dat België niet alleen taalkundig, maar ook politiek en economisch al heel lang een gedeeld land blijkt te zijn. Rik Van Cauwelaert kwam onder de indruk van de kwaliteit van het pamflet. ‘Behalve een vlijmscherpe diatribe is Destrées Brief aan de koning ook een prachtig betoog, opgebouwd als een klassieke redevoering, zoals het een homme de lettres in die tijd betaamde. Het is opmerkelijk dat dit meesterwerk van politieke welsprekendheid nooit meer in het Nederlands werd vertaald.’ Marc Vanfraechem kwijt zich in deze uitgave uitstekend van zijn vertalerstaak, want de tekst maakt ook in de Nederlandse omzetting indruk door de stijl. Waar Destrée de Vlaamse overwinningen overloopt, doet hij bij ons zeker wenkbrauwen fronsen. De brief dateert van 1912 en toen al bestond bij Destrée de indruk dat de Vlamingen in België het laken al meer dan nodig naar zich konden toetrekken. Voor ons moet in dat jaar de emancipatie van Vlaanderen nog zo goed als beginnen. Die totaal verschillende lezing van wat op zich dezelfde feitelijke toestand is, toont uitstekend aan dat Destrée gelijk had met zijn vaststelling dat er geen Belgen zijn. De stukken waarin hij de tweedeling van dit land illustreert, zullen dan weer wel op instemming kunnen rekenen in Vlaamsgezinde kringen.
Liever Waals dan Franstalig © rf
Rik Van Cauwelaert, directeur strategie van Knack, schreef in de zomer een artikelenreeks over die brief. Halfweg september werd het pamflet voor het eerst vertaald in het hedendaags Nederlands uitgegeven onder de titel Ils nous ont pris la Flandre en als ondertitel Waals socialisme en Belgische illusies. Van Jules Destrée tot Elio Di Rupo.
Jules Destrée, vader van de Waalse haan
‘De eerste verkiezingen op basis van het algemeen meervoudig stemrecht en bij toepassing van het meerderheidsbeginsel, brachten een totale ommekeer in de Kamer van Volksvertegenwoordigers teweeg’, schrijft professor dr. Theo Luyckx in zijn Politieke Geschiedenis van België over de stembusslag van 14 oktober 1894. ‘De Socialisten, die meester werden over de grote Waalse industriële centra zoals Luik, Bergen en Charleroi, behaalden meer zetels dan zij zelf en ook hun tegenstrevers hadden verwacht. Dit was in hoofdzaak het gevolg van hun zeer geconcentreerde aanhang in Wallonië, waar Vlamingen, zoals Edward Anseele, werden gekozen. Deze electorale overwinning werd niet alleen door het Belgisch, maar ook door het internationaal socialisme gevierd.’ als socialist hoort te omarmen? Hij geeft zelf antwoord: ‘Maar de Internationale veronderstelt per definitie naties. Hoe logischer die naties zijn samengesteld, hoe sterker georganiseerd, onafhankelijk en vrij, des te vruchtbaarder en solider zullen de afspraken zijn die zij zullen maken. Een centralistisch despotisme dat met geweld een eind zou maken aan het bestaan zelf van de nationaliteiten, zou exact het tegengestelde zijn van de Internationale.’ Woorden die tot vandaag niets van hun betekenis hebben verloren. Rik Van Cauwelaert, Ils nous ont pris la Flandre, Waals socialisme en Belgische illusies. Van Jules Destrée tot Elio Di Rupo. Pelckmans, 136 blz., €13,50, isbn 978 90 2896 832 5
[] Het boek is ook verkrijgbaar als e-boek en op de webwinkel van Doorbraak: www.doorbraak.be/nl/winkel.
oktober 2012
Die eerste verkiezingen waarbij alle meerderjarige mannen tenminste één stem konden uitbrengen, zorgden voor de intocht van de eerste (28) socialisten in de Kamer. Ze werden allemaal verkozen in Waalse provincies, waar ze meteen bijna een meerderheid van de Kamerleden behaalden (zie tabel). Socialisten uit Vlaanderen moesten in Wallonië worden gedropt om een zetel te kunnen winnen. Exquise sigaren In die eerste socialistische fractie zat ene Jules Destrée. Hij zag het levenslicht 31 jaar eerder in Marcinelle, de mijnwerkersstad waar in 1956 de grootste mijnramp uit de Belgische geschiedenis zou plaatsvinden. Destrée was evenwel geen arbeiderskind. Vader Destrée, scheikundig ingenieur en welstellend, gaf zijn kinderen een ‘godsdienstloze’ opvoeding, zodat het logisch was dat de jonge Jules in progressief liberale kringen terechtkwam. Op zijn broer kreeg die
oktober 2012
opvoeding een vreemde uitwerking, want die trad in als Benedictijnermonnik. Jules Destrée studeerde rechten aan de ULB, waar hij de latere patron van de Belgische Werkliedenpartij Emile Vandervelde persoonlijk leerde kennen. Destrée kwam als advocaatstagiair terecht bij de liberale voorman Edmond Picard. Hij zou na zijn overgang naar de socialisten de naam van ‘salonsocialist’ nooit meer kwijt geraken. ‘Wie de bourgeoisburcht wil ondermijnen, moet er eerst toegang toe krijgen’, citeert Van Cauwelaert Destrées verdediging. Ook een andere aanhaling leert dat Destrée zijn achtergrond niet kon en/of wilde wegcijferen. Toen er een grote staking uitbrak in Marcinelle, trok de jonge progressieve advocaat een nacht lang door de onrustige straten van zijn stad. Hij noteert zelf: ‘We kwamen erg laat terug thuis, we rookten exquise Egyptische sigaren en praatten over Verlaine.’ Destrée had aanvankelijk dan ook vooral belangstelling voor literatuur, poëzie en kunst,
Jules Destrée (1863-1936)
maar de omslag kwam in 1886. Historici noemen dat wel eens het meest dramatische jaar tussen 1830 en 1914. ‘Ineens leek het alsof heel het Walenland in brand stond’, schrijft Van Cauwelaert. De herdenking van de opstand van de Commune van Parijs begon in Luik. In Seraing
14 oktober 1894
Resultaat voor de socialistische Belgische Werkliedenpartij (Parti Ouvrier Belge) Provincie Stemmenpercentage Zetels (op totaal) Vlaamse Provincies 0 (66) Antwerpen 3,24 0 (18) Limburg 2,69 0 (6) Oost-Vlaanderen 7,54 0 (24) West-Vlaanderen 1,94 0 (18) Gemengde Provincie 0 (28) Brabant 15,59 0 (28) Waalse Provincies 28 (53) Henegouwen 35,4 17 (26) Luik 38,4 10 (19) Luxemburg Niet deelgenomen 0 (5) Namen (in kartel met liberalen) 25,88 4 (8) Doorbraak
[Boeken]
[Rondas]
© Pelckmans
De socialisten verdwenen tot 1925 uit de regering en toen ze weer toetraden, bleek Destrée niet meer ministeriabel. Hij bleef tot zijn dood in 1936 in de Kamer zetelen, maar verdween van het voorplan.
Rik Van Cauwelaert was onder de indruk van de kwaliteit van Destrées pamflet.
en Tilleur vielen de eerste doden. De onlusten sloegen over naar de streek rond Charleroi, waar onder meer een glasbedrijf volledig werd gesloopt. Generaal Alfred Van der Smissen vloog er in opdracht van de regering stevig in om de rust te doen weerkeren. De balans was zwaar: 24 doden en 26 zwaar-gewonden. Ene Oscar Falleur moest zich voor de rechtbank verantwoorden, want werd er van beticht één der aanstokers te zijn geweest. Zijn advocaat heette Jules Destrée, die zo werd gegrepen door die zaak dat hij de stap naar de socialisten zette. Leerplicht tot 14 jaar Binnen de Belgische Werkliedenpartij (BWP) bleef Destrée wat we zouden kunnen noemen ‘een vooraanstaand buitenbeen’. Hij behoorde niet alleen tot de eerste lichting Kamerleden voor zijn partij, meteen na de Eerste Wereldoorlog kreeg hij de hem wel passende ministerportefeuille voor Kunsten en Wetenschappen. Na Vandervelde, Anseele en Wauters promoveerde hij tot de vierde rode excellentie in België. Hoewel zijn ministeriële loopbaan al eindigde in 1921, kon hij toch een indrukwekkend bilan voorleggen. Hij voerde de leerplicht tot 14 jaar in, verplichte het medisch onderzoek op school, hervormde de normaalscholen, richtte de
12
Ook buiten de strikte partijpolitiek vervulde Destrée een aantal opvallende rollen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog stuurde de regering hem naar Italië, waar hij de autoriteiten moest overtuigen zich niet aan de kant van Duitsland te scharen. Na de eerste Russische revolutie vertrok hij in overheidsopdracht naar Moskou om er bij de socialistische sterke man en Russische premier Kerenski op aan te dringen aan de kant van de geallieerden te blijven vechten. Enkele maanden later gooide Lenin de boel weer overhoop met zijn Oktoberrevolutie. Destrée reisde nog door naar Japan en China, en keerde pas na de oorlog terug naar Brussel. Na zijn jaren in de eerste rangen van de BWP trok Destrée op het einde van zijn loopbaan weer graag en veelvuldig op buitenlandse missie. Veel meer echter dan door zijn internationale oriëntatie, staat Destrée bekend als een van de meest prominente wallinganten. In 1906 al hield hij een toespraak voor de Jonge Balie van Antwerpen onder de titel: ‘Une idee qui meurt: la patrie’. Toen al kwam Destrée op de proppen met de stelling dat België geen eenheid vormt, maar bestaat uit twee beschavingen, de Franse en de Germaanse. Hij was in 1912 een van de belangrijke figuren binnen de Assemblée Wallonne, waarvan hij algemeen secretaris werd. Op 16 maart 1913 nam die Assemblée ‘een Waalsche vlag aan, die een rooden haan op geel veld voerde’, lezen we bij Maurits Basse (De Vlaamsche Beweging van 1905 tot 1930). ‘Opgeofferd’ Philippe Destatte, directeur van het Institut Destrée, verzorgde de inleiding van de voorstelling van het boek Ils nous ont pris la Doorbraak
Flandre. Hij wijst er op dat Destrée de kritiek kreeg de Franstaligen in Vlaanderen op te offeren aan het flamingantisme. Op 14 februari 1923 verweet Destrée de Franstaligen in Vlaanderen ‘een gebrek aan ijver bij de verdediging van duizenden arbeiders en jongeren in Wallonië terwijl ze solidariteit opeisen om de rechten te verdedigen van enkele jonge bourgeois die lessen moeten volgen aan de universiteit van Gent’. Aanvankelijk verkoos Destrée een België met een eentalig Wallonië en een tweetalig Vlaanderen. Het zogenaamde ‘eedverbond der Belgen/Compromis des Belges’ dat hij in 1929 afsloot met de Vlaamse socialist Camille Huysmans ging nog steeds uit van dat idee. Dat zou echter snel daarna worden losgelaten voor de eentaligheid van beide gebieden, met Brussel als ‘mengzone’. Destrée ‘offerde’ de Franstaligen in Vlaanderen dus noodgedwongen op om de eentaligheid van Wallonië te kunnen handhaven. Hij vreesde dat Vlaanderen via het stelsel van algemene tweetaligheid Wallonië zou ‘binnendringen’. De talrijke Vlaamse arbeiders die naar het zuiden waren getrokken om te gaan werken in steenkoolmijnen en industrie vormden een potentiële bedreiging. Voor Destrée en de zijnen kon er zeker in Wallonië niet worden getwijfeld aan het beginsel van de territorialiteit: de taal van de streek wordt niet aangepast omdat er anderstaligen komen wonen. Destrée was absoluut geen warme vriend van Brussel. Hij noemt Brussel in zijn Lettre au Roi ‘waarlijk weinig interessant. Zij lijkt de fouten van de twee rassen te hebben verenigd, met verlies van hun kwaliteiten’. Destatte wijst er in dat verband op dat de Waalse beweging tot vandaag twee groepen kent: ‘langs de ene zijde zij die met de Walen in Brussel de strijd van de Franse taal willen aangaan tegen de Vlamingen, in een België dat zich uitstrekt van Antwerpen tot Aarlen. Aan de andere kant zij die de politieke problemen van Wallonië willen aanpakken, wat hen belangrijker lijkt dan taalgeschillen.’ Destrée koos – toen de keuze niet meer kon worden ontlopen – voor de tweede strekking.
oktober 2012
Conscience creëerde Vlaanderen Op Open Momumentendag werd in de Antwerpse gemeente Schilde voor Conscience een standbeeld onthuld, een creatie van de bekende beeldhouwer Wilfried Pas. Daarmee wordt – 200 jaar na zijn geboorte – een auteur gehuldigd die Vlaanderen van zichzelf bewust maakte. Zijn verhalen leidden tot niets minder dan de Vlaamse Beweging zelf, en uiteindelijk tot de semifederale, semiautonome regio waarin we nu leven. Jean-Pierre Rondas Conscience heeft niet alleen de Vlaamse Beweging gemaakt, hij heeft ook Vlaanderen zelf gecreëerd. Zonder zijn Leeuw van Vlaanderen natuurlijk geen Vlaamse Leeuw, het lied dat de Leeuw tot het nieuwe nationale symbool maakte. Zonder Consciences Leeuw uiteraard geen 11 julifeest, want dat gedenkt de Slag der Gulden Sporen. Zonder De kerels van Vlaanderen en de ‘elektriserende werking’ die ervan uitging, geen Blauwvoeterie van Rodenbach. Zonder Conscience geen Vlaamse natie die Brabant en Limburg omvat, maar toch Vlaanderen heet. Ook de figuren die symboolwaarde kregen in de Vlaamse Beweging zijn van hem: Breydel en De Coninck, Artevelde, de jongens van de Boerenkrijg. Na een eeuw klinken deze histories ouderwets, maar veel maakt dat niet uit. Ze zijn een identiteitsstichtende motor geweest en als dusdanig verdienen ze ons respect en onze koestering.
noemde. In die zin bestond Vlaanderen vanzelf en waren er geen constructietheorieën nodig. De verfransers van 1830 wisten namelijk perfect waar Vlaanderen lag. Vlaanderen, dat was waar nu nog Vlaams werd gesproken en waar in de toekomst Frans zou worden gesproken. Het zijn de verfransende belgicisten geweest die ons het taalprobleem hebben opgedrongen, en die Vlaanderen als het ware hebben gesticht doordat ze het van zichzelf ‘gewaar’ hebben gemaakt.
Natuurlijk bestond ‘Vlaanderen’ wel degelijk. Het is eigenaardig dat de Belgische historici in de middeleeuwen wel een voorafbeelding van het latere België ontwaren, maar nauwelijks een van het latere Vlaanderen. Wat zeker niet bestond, was een België avant la lettre. En als noch Vlaanderen noch België bestonden, dan bestond België eertijds nog veel minder dan het huidige Vlaanderen. Net zoals Vlaanderen ook vandaag over veel meer ‘bestaan’ beschikt dan België.
Men zegt vaak dat Vlaanderen het resultaat is van de Belgische staatsstichting, warmee men vooral iets goeds wil zeggen over de Belgische staat. Zie je wel, Vlaanderen bestaat dankzij België! Klopt. Vlaanderen was namelijk een antwoord op de poging van de Belgische staat om een Belgisch natiegevoel te ontwikkelen door aan Vlaanderen het Frans op te leggen vanaf dag 1 in 1830 tot dag 66 440, en dat is vandaag. Conscience wist dat de Belgische staat uit was op ‘smelting’. Zo noemt hij het uitwissen van het Vlaamse element in de steden en op het platteland. Op zijn manier wou hij daar iets aan doen, met een verhaal dat een gemeenschap construeerde tegen die andere constructie, namelijk België zelf.
Met de Leeuw van Vlaanderen schreef Hendrik Conscience een protestroman tegen de onherstelbare erfzonde van de Belgische staat. Dat was een daad van eenvoudige rechtvaardigheid, gericht tegen wat hij noemde de ‘boze staetkunde’ van België. Deze bestond vooral in zijn boos opzet, in het feit dat hij willens en wetens ageerde tegen wat men toen la race flamande
oktober 2012
© Doorbraak
Académie de Langue et Littérature Française de Belgique op en het Fonds voor de Meestbegaafden.
Onmiddellijk kwamen daar demografische berekeningen bij. De Vlamingen waren namelijk met te veel. Ook dat beseft Conscience heel goed. In het midden van zijn voorwoord bij de Leeuw van Vlaanderen staat daar plotseling een vergelijkende tabel met inwonersaantallen per provincie, met de opmerking dat wij weliswaar twee keer zoveel belasting betalen als de Walen, maar toch Walen zullen moeten worden!
Hoe zit het dan met de Belgische decoraties op zijn geklede jas, vooral te zien op de vroege Doorbraak
Jean-Pierre Rondas mocht in Schilde mee hulde brengen aan Conscience.
foto’s van een Conscience zonder baard? Hij was een van de eerste unitaire flaminganten. Naïef als hij was, dacht hij dat België zichzelf niet was zolang het op ‘smelting’ uit was. Het ware België, vond hij, was een staat die aan beide volksgemeenschappen evenveel rechten toekende. Hij heeft moeten leren inzien dat men nooit van plan was geweest zo’n staat van wederkerigheid te stichten. De houding van het unionistische België tegenover Vlaanderen is er altijd een geweest van weerzin, obstructie en sabotage tot de dag van vandaag. In die zin was de titel van zijn artikelenreeks van 1847 zeer juist: ‘Over het gebrek aan nationale gevoelens in België’. Actueel auteur, die Conscience.
13
[Vrijspraak] Peter de roover
Interlands en peilingen De zomer kondigde zich mooi aan voor Di Rupo & Co. Een salvo van hoerastatistieken vloog lezers, kijkers en luisteraars langs de oren. Even kon de onoplettende waarnemer de indruk opdoen dat de Belgische regering goed bezig is. Toen kwamen wat internationale instellingen en, vooral, de Nationale Bank het feest grondig verstoren. Niet de feiten bleken rooskleurig, wel de bril die de regering op de neus zet; waardoor ze ons eigenlijk een neus probeert te zetten. De start van het nieuwe politieke jaar bracht niet echt beterschap voor Di Rupo & Co. Peilingen vegen de Vlaamse regeringspartijen op een klein, stilaan zielig hoopje. Geen mens die zich niet belachelijk wil maken spreekt nog over de Vlaamse meerderheidspartijen, want in feite kom je dan bij de oppositie terecht. ‘t Zijn slechts peilingen, maar die maken en/of kraken de sfeer wel. Intussen bakkeleien die regeringspartijen dat het een lust is voor het oog van de oppositie. Crombez neemt ontslag uit de regering als die doet wat liberalen en Franstalige christendemocraten niet zo’n gek idee vinden. Voert de regering de plannen van de PS over vermogensbelastingen uit, dan valt de ploeg, vertelt de vicepremier van Open Vld-afkomst Van Quickenborne. Van de Lanotte vindt dat steenrijke Fransen niet tot Belg mogen worden genaturaliseerd, hoewel de liberalen geen enkel wettelijk bezwaar zien en hem, vicepremier van sp.a-signatuur, dus impliciet beschuldigen van discriminatie. Maar Di Rupo kijkt niet werkloos toe. Zijn sterkste interventie van
de jongste maanden haalde de voorpagina van Vlaanderens meest gelezen krant, Het Laatste Nieuws. De premier bezocht de Rode Duivels aan de vooravond van de wedstrijd tegen Kroatië. Spreek maar gerust van een duivels plan. Di Rupo beseft dat hij de strijd met politieke argumenten totaal aan het verliezen is in Vlaanderen. Maar er is meer tussen burger en stemhok dan inhoudelijke voorkeuren. Bij verkiezingen spelen niet-politieke gebeurtenissen en toevalligheden mee. De populariteit van partijen en politici volgt vreemde kronkelpaden. Niet alleen verstand speelt mee, ook hart en onderbuik. Sedert enige tijd zijn de Rode Duivels hot, sexy en cool. Di Rupo ruikt z’n kans. De eindronde van het WK voetbal in Brazilië start in juni 2014; jawel, de maand van de cruciale verkiezingen. Uiteraard weet Di Rupo dat Vlaams-nationale partijen machteloos staan tegen een emotionele koortsopstoot rond de Rode Duivels/Diable Rouges. Je moet geen subtiele spindoctor zijn om dat te beseffen. Daarom maakt onze premier breed lachend een rondgang in de kleedkamers van de Belgische ploeg. Het woord populisme viel vreemd genoeg niet in de pers. Valse identificatie? Niets terzake doend? Sport is geen politiek? Allemaal juist, maar extreem naïef en dus onjuist. Misschien bestaat er geen tweede land waarvan het voortbestaan zowat afhangt van het succes van de nationale voetbalploeg. Maar het resultaat tegen Kroatië was wellicht van groter politiek belang dan die van de zoveelste peiling. Het gelijkspel houdt de spanning er in.
[Sprekershoek]
Schaapskooi
Jacques Claes
Meer dan een geraamte is een stad een lijf. Zoals elk lijf nemen steden toe en af. Met en door het inplanten van een stadshal waar je niet naast kan kijken toont Gent een volbloed stad te zijn. Het getuigt van lef om op een sacraal oord – de Sint-Niklaaskerk, belfort, stadhuis en zelfs Sint-Baafskathedraal in de onmiddellijke buurt – zo’n gevaarte te implanteren. Met implantaten zijn we wel gul hedendaags, maar toch. Dit heeft iets van een openhartoperatie. Natuurlijk klettert er meteen kritiek. Echte gebouwen winnen daar trouwens bij: negatieve commentaar (je hoort de schapen mekkeren in de ‘schaapstal’) kwadrateert de positieve benadering. Die stadshal is een gebouw. Als elk echt gebouw bovendien een monument. Monument komt van het Latijn ‘monere’: waarschuwen, voor iets de aandacht vragen. Van elk gebouw is het de boodschap te wijzen op het feit dat leven en wereld worden beheerst door twee grondige beginselen: er is een binnen en er is een buiten. Architectuur komt neer op de hoge kunst om een binnen te scheppen dat enerzijds beschut tegen een buiten dat bedreigend kan zijn en anderzijds genoeg buiten bevat om ons niet te laten kwijnen. In een binnen dat alleen maar binnen is, stikt men: het wordt kerker. Van een binnen dat te veel buiten bevat of toelaat, verwaait men. Mens zijnde en dus naakt (veel naakter dan de allermeeste dieren met schubben, pluimen, stekels of dikke huid) hebben we een beschuttend binnen nodig, maar zonder buiten dat zuurstof biedt verpieteren we. Goede gebouwen spelen, ieder op zijn unieke wijze, dat boeiend spel tussen binnen en buiten.
Hoe zit het met die stadshal van Gent? Meer dan met muren heeft beschutting te maken met een dak. Een dak boven je hoofd is belangrijker dan een muur rond je lijf. En kijk nu: wat een dak heeft die hal: een dijk van een dak. Bovendien een dubbel dak: één in hout en daarbovenop nog één in glazen pannen. En dat houten dak is doorboord met duizend spetterende spleten: wie naar boven kijkt, ziet net pinkelende sterren op het uitspansel. Qua beschutting zit het snor met zo’n dak. De muren, dat is een ander paar mouwen. Geen. In een gotische kathedraal heb je tenminste nog die hoge glasramen. In die dakbeschutte hal heeft het buiten ruime toegang. Het kan er waaien. In Gent, stoere en sterke stad, heeft het al vaak gewaaid: met Keizer Karel, met de Pacificatie van Gent (1577), met socialisten als Anseele. Nu waaien vreemdelingen binnen: van groot Turkije naar Klein Turkije. Niet meteen een probleem: bij dit dal van tranen horen waaien en wind als het puntje op de i. Tocht en de daarbij horende zuurstof zijn onontbeerlijk. Maar laat ons ernstig blijven: zuurstof is goed, maar geen hyperventilatie. Vers bloed oké, maar opgelet voor epo.
Titeldragende partijen kiezen nochtans voor gelijkaardige scenario’s. Zetelende beleidsmakers die hun eerdere veranderingsclaims (nog) niet konden waarmaken, nemen tijdens de sollicitatie voor een nieuwe ambtstermijn veelal hun toevlucht tot al even onbestemde vooruitgangscredo’s. Zo werd ‘Change we can believe in’ van Obama uit 2008 in 2012 voorspelbaar omgebogen in ‘Forward’. Alsof er ook hier een alternatief voor handen is? ‘Met z’n allen achteruit’, zou sommige partijen niet eens misstaan, maar de wervende kwaliteit van zo’n boodschap scoort natuurlijk ondermaats.
Columnisten, campagnewatchers en politieke commentatoren klagen daarbij over het gebrek aan stof en schijnen slogans die pleiten voor ‘meer leefbaarheid’, ‘meer veiligheid’ of ‘minder verkeer’ nogal gemakzuchtig te verwarren met inhoud. Schrijft het eerste gebod uit het politieke marketinghandboek immers niet voor dat campagnes die niet polariseren, die geen keuze aanbieden omdat geen zinnig mens het ermee oneens kan zijn, volkomen ongeschikt zijn voor campagnedoeleinden?
Gent, een ruige stad, is robuust genoeg om zo’n monument te dragen. Bekijk die vier dragende zuilen en dat dak. Die moeten in staat zijn om, ondanks woestijnwind, de beschuttende, behoedende, niet te ontberen tentwarmte te waarborgen. Onder zo’n dak kan en moet men zich thuis blijven voelen.
[Mediawatcher] Frank Thevissen
Loze leuzen ‘Vote for Change’ (Conservatives, VK, 2010), ‘Le changement, c’est maintenant’ (PS, Frankrijk, 2012), ‘De kracht van verandering’ (N-VA, 2012) ... Het blijft verbazen hoe afgeknaagde slogans die appeleren aan een of ander vaag veranderingsvooruitzicht verkiezing na verkiezing telkens weer als vondst aan de kiezer worden gesleten. Alsof er een alternatief zou zijn. ‘De kracht van ongewijzigdheid’ klinkt bovendien belabberd.
14
Schimmige electorale boodschappen die focussen op verandering, wekken vaak hooggespannen verwachtingen. Ze lijken dus bij voorbaat ontworpen om kiezers teleur te stellen. Op termijn blijken het dikwijls slechte investeringen in de geloofwaardigheid van een partij, want vroeg of laat keren ze zich als een boemerang tegen de boodschapper. ‘De verschrompeling, vooral in Vlaanderen, van de traditionele partijen is het gevolg van niet ingeloste verwachtingen’, stelde Rik Van Cauwelaert onlangs.
Doorbraak
oktober 2012
Te veel, te vaag Of ze nu kiezen voor verandering, vooruitgang of het kwezelige ‘Iedereen inbegrepen’; politieke campagnes wedijveren om het midden, het nieuwe normaal en kiezen daarbij consequent voor de middelmatigheid. Het legt pijnlijk bloot hoezeer de creatieve inferioriteit zich plomp en inspiratieloos in de politieke campagnetaal heeft genesteld met clichéuitdrukkingen en loze leuzen tot gevolg. oktober 2012
Desondanks doet ‘De kracht van verandering’ glansrijk zijn werk in deze campagne. Dat heeft weinig te maken met bedenkers of de kwaliteiten van deze trouvaille, maar alles met de regen aan zure oprispingen die ze ontlokte bij de traditionele partijen. Verstijfd door de peilingen, fixeerde de concurrentie zich de afgelopen periode wezenloos op de campagne van hun grootste politieke opponent en plaatste zo de N-VA en Bart De Wever in het middelpunt van de belangstelling. Betere promotie, bovendien geïnitieerd door de tegenstrevers, kan een partij zich niet dromen.
Doorbraak
15
[Francofonië]
De kracht van verandering Pauline Marois, de kersverse premier van Québec, wond er op 4 september geen doekjes om. ‘Mijn overwinning is jullie overwinning’, donderde ze op het overwinningsfeestje van haar Parti Québecois (PQ). ‘Mijn overwinning is die van een herenigde partij, een partij die het Québecse volk een eigen land wil voorstellen dat vrij en onafhankelijk is.’ VINCENT DE ROECK Zelfs de verijdelde aanslag buiten het partijgebouw kon de sfeer en roes niet breken. De PQ had gewonnen. Partijvoorzitster Pauline Marois kan als eerste vrouwelijke premier de provincie besturen. Nationalisten zwaaien opnieuw de plak in Québec en Ottawa – Canada’s federale hoofdstad – zal het geweten hebben. Althans zo leek het even. Soep wordt zelden zo heet gegeten als opgediend. En dat is in Québec natuurlijk niet anders. De PQ won de verkiezingen dan wel, van een eclatante overwinning was geen sprake. De PQ werd de grootste partij (32 % van de stemmen, 51 zetels op 125), toch ging ze er maar drie zetels op vooruit en wordt het een minderheidskabinet. Niet meteen de ideale uitgangspositie om grote uitspraken te doen. Voorts gingen de verkiezingen ook helemaal niet over afscheiding maar over traditionele thema’s zoals milieu, sociale zaken, jobs en – vooral – corruptie en machtsmisbruik van de uittredende liberale regering. De vervroegde verkiezingen kwamen er nadat de regering van premier Jean Charest (Parti Libéral du Québec, PLQ) in opspraak was gekomen in corruptiezaken. In haar bijna tien jaar aan de macht zou zij contacten met de georganiseerde misdaad onderhouden hebben en steekpenningen aangenomen voor de toekenning van overheidscontracten. Voorts werden betogingen verboden, vooral van studenten die protesteerden tegen de verhoging van schoolgelden, en het recht van vereniging aan banden gelegd. De PLQ verloor zogezegd de verkiezingen, maar blijft met 31,2 % van de stemmen en 50 zetels wel de tweede partij en dus de ‘officiële oppositie’. Een derde partij, de Coalition Avenir Québec rond zakenman François Legault, kon zich
16
naast de twee traditionele machtsblokken nestelen. Zij won met een campagne rond economische hervormingen en milieubescherming een dikke 27 % van de stemmen, met 19 zetels tot gevolg. Québec Solidaire is de vierde en laatste partij die zetels haalde in het parlement. Deze heel-linkse sterknationalistische partij, die vooral begaan is met minderheden, feminisme en antiglobalisme haalde 6 % van de stemmen en mag twee vertegenwoordigers naar de Assemblée in Québec-Ville sturen. Separatistische droom Separatisten in binnen- en buitenland zien in deze verkiezingen de opstand van een nieuw, zelfbewust Québec dat opnieuw meer op zijn strepen zal staan in Ottawa. Zij nemen hun dromen echter voor werkelijkheid. Sinds het mislukte onafhankelijkheidsreferendum van 1995, het tweede in lijn nota bene, is ook de PQ verveld tot een gematigde partij. De PLQ was nooit een voorvechter voor de Québecse Zaak, en ook de CAQ, nochtans de opvolger van de soevereinistische Action Démocratique, houdt zich op de vlakte als het op staatskunde aankomt. Enkel het extreemlinkse Québec Solidaire is nog communautair scherpslijper. De redenen hiervoor zijn tweeërlei: de economie en het beleid van de conservatieve federale regering-Harper. Daarbovenop komt ook nog dat de verslagenheid en moeheid na twee mislukte referenda nog steeds niet helemaal is weggeëbd, en de nationalistische beweging, meer versplinterd dan ooit tevoren, de spoken uit haar verleden nog steeds niet heeft verjaagd. De provincie Québec mag gerust de zieke man van Canada worden genoemd. Zij zit enerzijds economisch in erbarmelijke Doorbraak
papieren. Zij kreunt onder een totale provincieschuld van meer dan 250 miljard dollar, geaccumuleerd bovenop de 253 miljard dollar aan transfers die Québec heeft genoten sinds de opstart van binnenlandse cohesiefondsen in 1957. Een onafhankelijk Québec zou dan ook meer op Griekenland dan op Vlaanderen lijken, en dat beseffen stilaan ook meer en meer Québecois. Anderzijds heb je het federale beleid van Stephen Harper. In tegenstelling tot zijn voorgangers staat Harper een meer gedecentraliseerd beleid voor. Zelf afkomstig uit Alberta, een westelijke staat met een eigen anti-Ottawa-mentaliteit, wil Harper helemaal geen nationale beslissingen door de strot van de provincies duwen. Hij beperkt zich strikt tot de nationale bevoegdheden en laat de provincies meer vrijheid om zelf keuzes te maken en beleid te voeren. ‘Québec heeft geen meningen, enkel gevoelens.’ Dit citaat van Wilfrid Laurier, de eerste Franstalige premier van Canada, lijkt honderd jaar na datum nog steeds actueel. De Québecois voelen zich een eigen natie, maar toch zijn er almaar minder mensen die daar echt een punt van willen maken. Het is moeilijk de hand af te hakken die je voedt. Wat opgaat voor Wallonië, gaat ook op voor Québec. Op dat vlak een wel zeer vreemde bondgenoot. Een politiek analiste van Sun News in Canada verwoordde het treffend: ‘Dit was een Wij-Willen-Verandering-verkiezing, geen Wij-Willen-Onafhankelijkheid.’ De PQ begrijpt dat, niet het minst omdat vele niet-nationalisten deze keer ook hun bolletje hebben aangekruist. En dat brengt ons terug bij Vlaanderen en onze eigen nationalistische partij die in de peilingen hoge toppen scheert. Québec, de kracht van verandering.
oktober 2012
© Reporters
[Economie]
Crisis als deel van Eurofederalistisch project?
Weldra sterft de euro
De Nederlandse economist Arjo Klamer tekende in 2002 al haarscherp wat ons te wachten stond met de euro. Maar het politieke project was de architecten wel een diepe crisis waard. peter de roover 'Om de eurozone tot een echte economische unie om te vormen, is het onvermijdelijk dat de eurolanden soevereiniteit afstaan aan supranationale instellingen', weet De Standaard met stellige zekerheid op 10 september. Daags daarvoor lezen we in De Morgen een vraaggesprek met Carsten Brzeski, econoom van ING-bank. De beslissing van de Europese Centrale Bank om onbeperkt staatsobligaties op te kopen volstaat niet, zegt hij. 'Draghi koopt op die manier tijd voor de eurolanden om door te gaan met bezuinigingen en te zorgen voor meer integratie in Europa.' Dat de lidstaten meer macht moeten afstaan aan de Europese Unie lijkt een uitgemaakte zaak. Anders kan de euro niet blijven bestaan.
ik: misschien kan dit wel.' Hij liet zich bijna meeslepen met de verheven idealen die met de euro werden verkocht. 'Maar zo mooi is die euro ook weer niet. (...) In tegenstelling tot wat de propaganda voorstelt, gaat het niet om financieel gemak en economisch voordeel, maar is de inzet politiek van aard. "It's the politics, stupid."' De ontwerpers van het Verdrag van Maastricht voorzagen in die politieke dimensie. 'Voorop stond de noodzaak van een verregaande politieke integratie van de lidstaten, een aanzet tot de federalisering van Europa. Maar dat durfden de politici niet aan, uit vrees voor grote weerstand van de burgers.' De muntunie met de euro bleef wel overeind.
Waarom spanden de vaders en moeders van die eenheidsmunt de kar voor het paard als kon worden voorspeld dat er zware ellende zou voortvloeien uit die foute invoering van de euro? Vele economisten hebben hen toen in elk geval gewaarschuwd.
Integratie afdwingen Dat was geen toeval. 'De eurocraten troostten zich met de gedachte dat die verdere politieke unie wel zou worden afgedwongen als de euro eenmaal een feit was. (...) De eurocraten zijn er steeds van uitgegaan dat de euro het instrument is om die verregaande politieke integratie af te dwingen.' Klamer spreekt van een achterbakse strategie, een 'democratie onwaardig'. 'Een wereldmunt heeft een wereldmacht nodig', weet Klamer. Daarom 'zal verdere centralisatie noodzakelijk zijn. Gedonder met onverantwoordelijke overheden die te gemakkelijk toegeven aan veeleisende vakbonden en de eigen begroting uit de hand laten lopen, kan euroland niet verdragen.' Klamer wordt haast visionair: 'De eurocraten zullen er alles aan doen om de manoeuvreerruimte
Arjo Klamer schreef daarover op 12 januari 2002 een stuk in De Groene Amsterdammer onder de titel 'Weldra sterft de euro'. Deze Nederlandse hoogleraar economie stond van het begin kritisch tegen de invoering van de euro. In zijn werk beklemtoont hij het belang van kwaliteit tegenover de puur kwantitatieve benadering. Klamer vond het wel prettig aanvoelen om de eerste keer met die andere briefjes te betalen. 'Even was ik beneveld. Even dacht
oktober 2012
Doorbraak
van afzonderlijke lidstaten in te perken. De nachtmerrie is een Argentijnse toestand in een land als Italië. Stel, dat land gaat failliet vanwege pensioenverplichtingen die het niet kan nakomen. In het huidige systeem heeft Italië geen instrumenten om er zelf uit te komen. Het enige wat er dan op zit, is dat de rest van euroland de Italianen uit de brand helpt. Daar zijn middelen voor nodig. En dus zal er een Europese belasting komen. Ik zie het al aankomen: Nederlanders die belasting moeten betalen aan een entiteit waar ze weinig tot geen democratische controle over hebben. Ooit was dat een reden om tegen de Spanjaarden in opstand te komen.' Klamer is geen aanhanger van dat centraal geleide Europa. 'Zelf geef ik de voorkeur burger te zijn van een kleine, democratische, sociaal voelende, open en vitale gemeenschap. Zo'n grote eurocentrische kolos met zijn machtspretenties kan me gestolen worden. Daarbij komt dat Nederland een handelsland is, en een handelsland wil zich niet politiek binden zoals dat nu gebeurt.' In 2002 was al duidelijk dat deze crisis in de pijplijn zat. Volgens Kramer maakt die gewoon deel uit van het project van Europese centralisering. Eerst de euro invoeren op een manier die niet kan werken, om dan uit te spelen dat we niet anders kunnen dan de soevereiniteit van de lidstaten uithollen. Het doel van de Europese superstaat heiligt volgens deze visie de middelen, zelfs die van een uitgelokte zware economische crisis.
17
[Buitenland]
Kiezen voor Nederland of Europa
Vergiftigde schenking van de ‘euro-kanselier’
Twee overtuigende winnaars bij de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen twee weken geleden: de liberale VVD en de socialistische PvdA. Twee verliezers ook. En dan hebben we het nog niet eens over het CDA in duikvlucht en de gedoodverfde verwachte winnaar SP. Nee, wie ook verloren, waren de eurosceptici én de opiniepeilers die hun foutenmarge na afloop toch even onder de loep mochten nemen. De vraag is echter of het negatieve sentiment jegens Europa bij deze dan ook dood en begraven is.
Oud-kanselier Helmut Kohl zou een ‘Vlaamse’ Duitser kunnen zijn. Ook hij stamt uit een kleine ‘regio’, de Palts, die door verschillende vreemde machten werd bestuurd. De eigen geschiedenis leerde hem de relativiteit van staatsgrenzen te erkennen en te ijveren voor meer Europa. Dirk Rochtus
© Reporters
[Buitenland]
Jan Anthonis
© Reporters
beste gaf. 'Thatcher had meer ballen dan u drieën bij elkaar', riep Wilders tegen Diederik Samsom (PvdA), Alexander Pechtold (D66) en Mark Rutte (VVD) in het laatste televisiedebat. Het leverde Wilders zeker geen extra stemmen op, zo bleek achteraf. Pro Europa? Ook in het buitenland werd de stem voor VVD en PvdA en eerder tegen PVV en SP geïnDe verliezers van de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen: eurosceptici Emile Roemer (SP) en Geert Wilders (PVV). terpreteerd als een keuze pro Europa. 'De partijen pro In de weken vóór de verkiezingen voor de Europa haalden in Nederland een ruime meerTweede Kamer leken de eurosceptici volgens derheid', luidde het in Der Spiegel. De Britse de opiniepeilers een stevige invloed te zullen BBC had het dan weer over de pragmatische hebben op de uitslag. Meer bepaald de SP van Nederlanders. Toch is het maar de vraag of de Emile Roemer leek de wind in de anti-Europese keuze van de Nederlandse stemgerechtigde zeilen te hebben maar bleef uiteindelijk toch nu alleen een keuze betekent voor meer stabiter plaatse trappelen. En de PVV van Wilders liteit en rust of dat het ook een stem pro Europa beloofde het in de peilingen niet echt lekker zou kunnen betekenen. Hoe de Nederlanders te doen maar werd uiteindelijk door de kiezer met Europa zullen omgaan, zal blijken tijdens nog een groter verlies aangewreven dan eerst de komende regeerperiode maar of het antigedacht. Emile (SP) stelde bij hoog en bij laag Europese sentiment met deze verkiezingen dat hij Europese boetes niet zou betalen als volledig monddood is geen uitgemaakte zaak. Nederland volgens de Brusselse regels een te In Nederland zijn er ook nog stemmen die hoog begrotingstekort zou hebben. 'Over my Europa met de regelmaat van een klok op de dead body', zo luidde het. En Wilders drukte korrel nemen en die niet onmiddellijk in één het in zijn eigen stijl nog plastischer uit maar of ander politiek kamp onder te brengen zijn. toch lustten de kiezers dit anti-Europese Zo is er bijvoorbeeld columnist Thierry Baudet, discours niet. Gedaan met de grofgebekte jurist, historicus en schrijver die onder meer oneliners richting Europa die Wilders in de in zijn columns in de NRC Europa regelmatig aanloop naar 12 september met graagte ten een kleedje past. 'De Europese leiders die de
18
Doorbraak
open markt en de euro invoerden, wisten dat dit zou leiden tot een crisis die alleen met een federale staat kon worden opgelost', zo betoogt hij in één van zijn columns. 'Toen de open markt, de open grenzen en de gedeelde munt werden ingevoerd, wisten alle beslissers precies wat dit op termijn zou betekenen. Een politieke unie. Een federale staat. Maar ze wisten ook dat de bevolkingen er nooit in mee zouden gaan. Daarom zeiden ze het niet. Het moest eerst crisis worden. En dan konden ze doorpakken.' Het is minder grof gebekt dan Wilders en hij neemt uiteraard ook niet deel aan verkiezingen maar uitspraken als deze laten niets aan duidelijkheid over en verschijnen niet in obscure publicaties maar in de columns die Baudet in kwaliteitskrant NRC Handelsblad lanceert. Ook andere gezaghebbende media zoals de Financial Times kopten na de verkiezingen dat de overwinning van VVD en PvdA niet betekent dat de Nederlanders plots hun enthousiasme voor Nederland zouden hebben hervonden. 'Het feit dat de twee winnaars van de verkiezingen ver uitkwamen boven de voorspelde verwachtingen was ingegeven door het strategisch stemmen van de kiezer. Zowel aan de linker- als aan de rechterkant lieten de kiezers hun favoriete kleine partijen figuurlijk links liggen in de hoop om de grootste partij aan hun kant over de top te tillen', zo luidde het. En het resultaat is dat beide niet-natuurlijke partners, VVD en PvdA, nu tot elkaar veroordeeld lijken. Het antwoord op de vraag of ze met een eenduidig beleid de al geruime tijd smeulende kritiek op Europa zullen kunnen doen verstommen, zal blijken.
oktober 2012
Op 1 oktober is het precies dertig jaar geleden dat de sociaaldemocratische kanselier Helmut Schmidt ten val kwam. Zijn liberale coalitiepartner (FDP) was opgestapt en lonkte naar de christendemocraten (CDU/CSU). Met een 'konstruktives Misstrauensvotum' (een constructieve motie van wantrouwen) stemden de parlementsleden van de 'zwarte' CDU/CSU en van de 'gele' FDP tegelijk voor een alternatieve kandidaat. Kohl moest nu de 'Wende', de ommekeer, waar maken. Ondanks zijn vaak bespotte afkomst uit de 'provincie' hield hij de blik gericht op het buitenland. Onder zijn kanselierschap (1982-1998) werd Duitsland herenigd en werd de basis gelegd voor de invoering van de euro en de uitbreiding van de Europese Unie (EU) naar de landen van het vroegere Oostblok. De euforie van die dagen is vervlogen. De EU en de eurozone zijn als een vergiftigde schenking van 'eurokanselier' Kohl aan politieke erfgenamen die met euroscepsis en eurocrisis worstelen. Zwarte reus In Duitsland wordt daarom veel aandacht besteed aan de start van het 'tijdperk-Kohl'. Op het eerste gezicht met niets dan positieve evenementen. Kohl is de enige oud-kanselier die nog bij leven een eigen postzegel krijgt, de CDU organiseert een grootse viering in Berlijn en er verschijnt van de hand van de bekende historicus Hans-Peter Schwarz een biografie, wel duizend bladzijden dik, over de 'zwarte reus'. Kohl imponeerde niet enkel door zijn grote gestalte, maar ook door zijn visie op Europa die hij er met de nodige 'Wille zur Macht' doordrukte. Maar wie verder kijkt,
oktober 2012
merkt hoe politici en analisten zich afvragen of de wortel van het kwaad niet schuilt in het beleid van Kohl. Tijd en plaats kneedden Kohl tot overtuigd Europeeër. Als jonge kerel ('Jahrgang 1930') ging hij door de totalitaire leerschool van het nationaalsocialisme. In het krijgsgewoel verloor hij zijn oudere broer. 'Vrijheid en nooit meer oorlog' kleurden zijn visie op Europa, net zoals zijn geboortestreek, de Palts, aan de grens met Frankrijk. Net dit laatste maakte hem volgens Thomas Schmid tot gijzelaar van de Frans-Duitse vriendschap met twee negatieve uitwerkingen hiervan op Europa (Die Welt, 5 sept.). Kohl stemde in met de benoeming van Jacques Delors tot voorzitter van de Europese Commissie. Volgens Schmid een Fransman die centralistisch dacht en de Europese Gemeenschap met zoveel bevoegdheden wilde optuigen dat het principe van de subsidiariteit, een beslissingsbeleid op een zo laag mogelijk niveau, eronder leed. Tegelijk zou een Karolingisch Europa rond de Frans-Duitse kern het ontstaan van een veelzijdig Europa met andere kernen, rond nieuw EU-lid Polen bijvoorbeeld, verhinderen. Soevereiniteit Ook de aanpak van de eurocrisis is niet los te denken van Kohls beleid. Door het oplossen van de D-Mark in de euro van hem gedaan te krijgen wist Frankrijk de Duitse dominantie in Europa te breken en het hoederschap van de Bundesbank over muntstabiliteit te ontkrachten – Jacques Attali, adviseur van Mitterrand, noemde de Duitse munt de 'atoombom van Duitsland'. Volgens Doorbraak
Helmut Kohl, de ‘zwarte reus’, hier in het gezelschap van Angela Merkel.
gewezen politicus Kurt Biedenkopf is Kohl medeschuldig aan de eurocrisis. Tijdens de onderhandelingen over het stabiliteitspact zou het al snel duidelijk zijn geworden dat de meeste landen 'een strikte spaarpolitiek en begrotingsdiscipline als inmenging in hun nationale soevereiniteit afwezen' (Die Welt, 2 sept.). Kohl verdedigt zich met de woorden dat het stabiliteitspact nooit had mogen worden aangetast – dat gebeurde onder roodgroen in Duitsland in 2003 – en dat hij zelf Griekenland zonder structurele hervormingen nooit had laten opnemen in de eurozone. Aanval Datzelfde Griekenland is nu een splijtzwam voor de twee Duitse christendemocratische partijen, de CDU en de Beierse zusterpartij CSU. Daags nadat Angela Merkel (CDU) de Griekse premier haar vertrouwen toezegde, verklaarde Alexander Dobrindt, secretarisgeneraal van de CSU, Griekenland al in 2013 buiten de eurozone te zien. Wat als een aanval op Merkel gold, was voor de Beierse christendemocraten de aanzet van hun campagne voor de deelstaatverkiezingen in september 2013. Ze vrezen immers de Freie Wähler, een rechts-populistische partij die zich kant tegen de EU als 'Schuldenunion'.
19
[Cultuur]
[Boeken]
De Gazette van Detroit: bijna 100
Andere tijden
Weeffout
't Stad beweegt
Louis Vos, emeritus van de KU Leuven, schrijft als een geleerde die de intelligente leek bemint. De historicus beschrijft de katholieke studerende jeugd in Vlaanderen van 1920 tot 1990 in Idealisme en engagement. In de middelbare scholen werden de jongens – meisjes kwamen er amper aan te pas – voorbereid om maatschappelijk, katholiek, missionerend, leidend te zijn in hun leven. Alles voor Vlaanderen en Vlaanderen voor Christus was het leitmotiv van de vele collegepriesters die meermaals indrukwekkende leraren bleken te zijn. Vos portretteert het Sint-Romboutscollege van Mechelen als voorbeeld van een succesvolle kweekschool. Aan de universiteit, en de klemtoon is Leuven, werden de inzet en toewijding aangedikt en leerden de studenten in de eerste plaats zich te richten naar ‘notabele’ banen als daar zijn: geneesheer, advocaat, leraar. De wetenschappen kwamen op de laatste plaats, stelt Vos en wijst op de rol van Piet de Somer als pionier van een Vlaamse universiteit die eindelijk en volop ging voor de hoge wetenschap. Het idealisme en engagement voor AVV-VVK werd het idealisme en engagement voor een rode revolutie. Een katholieke training wordt makkelijk een andere roeping. De Derde Wereld verving de taalgrens, het boekje van Mao de toespraken op de IJzerbedevaart. De zogenaamde Nieuwe Kosmopolieten verdoemden wat zij generaties aanbaden. (FC)
Weinig buitenlanders kennen of begrijpen de Belgische toestanden zo goed als Paul van Velthoven. Jarenlang werkte hij als Nederlands correspondent in Brussel. Het inspireerde hem tot een boek dat wel hard moet aankomen bij de aanhangers van het 'nieuwe belgicisme'. Een belgicisme dat de kop heeft opgestoken in 'meer vooruitstrevende Vlaamse kringen (cultuur en media)' voor wie het Vlaamsnationalisme achterhaald zou zijn door de globalisering (p. 150). Mochten ze zijn boek lezen, zouden ze weer worden herinnerd aan de 'vaderlandse geschiedenis' waardoor als een rode draad het geloof loopt dat de Franse taal het 'teken van burgerschap' bij uitstek is (p. 12). Wat progressieve Vlamingen als een verrijking beschouwen – het samenleven van twee taalgemeenschappen – is volgens de analyse van de auteur iets waarin de Franstaligen nooit zullen kunnen berusten. Het beste bewijs daarvan is Brussel, waar ze terugpakten 'wat ze in het Vlaamse gewest verloren.' (p. 12). Van samenleving is in feite weinig sprake. Twee verschillende volken onder één Belgisch etiket willen verstoppen noemt de auteur de 'weeffout' van België. De verschillende staatshervormingen konden tot niets anders leiden dan een 'gesplitste samenleving' (p. 158). Toch ziet de auteur België nog niet zo gauw verdwijnen. Brussel, een 'staat binnen de staat' (p. 180), blijft het grote struikelblok. (DR)
Wandelen in Antwerpen. Ik kan het iedereen aanbevelen. Rondkuierend of met een wandelgids in de hand. Om 't Stad beter te leren kennen, en zo ook de hoofdstad van de Vlaamse Beweging. In een biografie van o.a. Herman Van Goethem wordt duidelijk dat de rol van Antwerpen in de Vlaamse Beweging niet min was. En dat slaat dan vooral op het verleden, want niemand die weet wat 14 oktober brengen zal. Jan Huijbrechts maakte een inventaris van Vlaams-nationale figuren, activiteiten en gebeurtenissen sinds de Opstand in de 16de eeuw, over de 'taalminnaars' van De Olyftak (die voor de Vlaamse Beweging zo belangrijke vereniging verdient dringend een monografie!) tot de overwinningsnederlaag van Filip De Winter in 2006. Aan de hand van het stratenplan van Antwerpen loodst de vlot schrijvende auteur u doorheen de geschiedenis van de Vlaamse Beweging. Daarbij heeft Huijbrechts niet alleen oog voor de Grote Feiten en Gebeurtenissen die we vaak kennen, of minstens al van gehoord hebben. Hij gaat ook niet voorbij de nodige petites histoires en legt een cordon rond links noch rechts: de hele bandbreedte die de Vlaamse Beweging ooit bereikte, komt aan bod. Literatuur, politiek, cultuur, arbeidersbeweging, kerk en vrijmetselarij ... Een uitgebreide index en een handige kaart maken dit boek een schitterende gids tot een Vlaamse verkenning van Antwerpen. Zowel tijdens avondlijke voorbereidingen in de luie zetel als tijdens een wandeling in de Koekenstad. (KVDH)
Paul Van Velthoven, Franstaligen tegen Vlamingen, Aspekt, 222 blz., €18,95, isbn 978 94 6153 170 4
Jan Huijbrechts, Vlaams Bewegen in Antwerpen, Egmont, 238 blz., € 15, isbn 978 90 7889 824 5
Een Vlaamse krant in de States In 2014 is het honderd jaar geleden dat een Vlaamse krant werd opgericht in de Verenigde Staten: de Gazette van Detroit. Tot vandaag is het het bindmiddel van Amerikanen van Vlaamse afkomst dat nieuws brengt over de deels Vlaamse (Belgische) afkomst van Amerikanen. Karl Drabbe
Volgens de jongste volkstelling leven er circa 361 000 Amerikanen van Belgische komaf in de VS. Daarvan zou 90 % afkomstig zijn van emigranten uit Vlaanderen uit de periode 1880-1930. Wisconsin en Michigan – allebei nabij de Grote Meren in het noordoosten – hebben de grootste populatie met Vlaamse wortels. In Detroit leeft de grootste concentratie. Afstammelingen. In meerderheid van de derde generatie. Camiel Cools – 1874, afkomstig uit het WestVlaamse Moorslede – was voorzitter van de Vlaams-Amerikaanse vereniging ‘Flemish and Rights’ die vanuit de VS de Vlaamse (taal)strijd ondersteunde én importeerde. Vlamingen in de VS stonden op hun rechten tegenover de eentalig Franse consul en diplomaten die zich ook over de grote plas anti-Vlaams opstelden. Cools werkte er mee aan twee Nederlandstalige kranten: De Volksstem en De Gazette van Moline. Op 13 augustus 1914 – ongeveer een week nadat de Eerste Wereldoorlog was uitgebroken in Europa – begon Cools de Gazette van Detroit. Het eerste nummer – dat verscheen met de ondertitel Het Licht voor ‘t volk – omvatte nieuws over de activiteiten van verschillende verenigingen, namen en herkomst van de nieuwe Vlaamse immigranten, een activiteitenkalender en nieuws over duivensport, boogschieten en wielrennen – alles wat typisch Vlaams is, met andere woorden. Vermits de meeste lezers eenvoudige arbeiders waren, waren de teksten in een erg eenvoudig ‘Vlaams’ Nederlands geschreven.
20
Op het hoogtepunt verscheen de krant op 10 000 exemplaren. Vanaf 1974 verschenen er Engelstalige artikels in de krant, vandaag is dat regel. De lezers van het blad zijn nog van Vlaamse komaf, of hebben een of andere sympathie voor Vlaanderen, maar kennen zelden nog Nederlands. Het blad telt vandaag nog 1200 abonnees – waarvan bijna 200 in Vlaanderen – en verschijnt als een vierkleurige tabloïd en met enkele Vlaamse correspondenten. Sinds enkele jaren heeft het blad het erg moeilijk. Het aantal abonnementen daalde enorm. Het voortbestaan was enkele jaren terug ernstig bedreigd. Wat heeft het nog voor zin, als amper nog Amerikaanse lezers Nederlands – ‘Belgian’, zoals zij dat noemen – kennen? Zowat alle artikels verschijnen in het Engels. Nederlandstalige rubrieken zijn er vooral om de Nederlandse taalkennis op te frissen. Net daarom is de krant sinds 23 mei 2011 erkend als non-profitorganisatie in de Verenigde Staten. Daardoor komt ze in aanmerking voor subsidie en sponsoring, en worden giften fiscaal aftrekbaar. Ook de Koning Boudewijnstichting steunt het blad, waardoor giften in België eveneens fiscaal aftrekbaar werden. Een extra injectie, die van het blad misschien een eeuweling kunnen maken. Om het blad meer op de kaart te zetten werd de Raad van Bestuur hertekend. Onder meer de Vlaming Karl Van den Broeck, chef Boeken van De Morgen, maakt er deel van uit. Zo ook Doorbraak
de Amerikaan David Baekelandt, historicus en bankier. Baekelandt is al jaren actief met zijn ‘Flemish American’ blog en wil de contacten tussen de VS en Vlaanderen versterken. Sinds juni is hij voorzitter van de Raad van Bestuur van de Gazette én druk op zoek naar een tweetalig hoofdredacteur voor het zieltogende blad. Baekelandt ziet het somber in. ‘Wat bij mij als Amerikaan verbazing wekt, is een gebrek aan trots. Etnische trots wordt in de VS als normaal aanzien en wordt algemeen aanvaard. Elke etnische groep heeft een ereplaats in de Hall of Fame van de VS. Er zijn Poolse, Ierse, Duitse, Filipijnse en Chinese parades en stoeten. Elke etnie heeft haar museum; niet dus de Vlaamse. Ik hoop hartstochtelijk dat de Gazette van Detroit voor de Flemish-Americans opnieuw haar rol zal spelen als “Het Licht voor ‘t Volk”.’ (‘t Pallieterke, 15 aug.) Margaret Roets, een medewerkster van de krant, hoopt het eeuwfeest nog te mogen meemaken, ook al is ze 90. ‘Wie weet lukt het’, zegt Margaret Roets tegen Knack Weekendjournaliste Jacqueline Goossens. Roets was veertien toen haar ouders, die van Aartrijke en Bekegem waren, naar Detroit emigreerden. ‘Ik kan wat Nederlands lezen’, vertelt ze. ‘En ik kan nog een beetje West-Vlaams’. Op 16 september zal ze er zeker bij geweest zijn. De Gazette van Detroit vierde dan zijn jaarlijkse benefiet en ‘Belgian Heritage Celebration’. Nog twee jaar aftellen ...
oktober 2012
Louis Vos, Idealisme en engagement. De roeping van de Katholieke Studerende Jeugd in Vlaanderen (1920-1990), Acco, 547 blz., € 32,50, isbn 978 90 3348 111 6
oktober 2012
Doorbraak
21
[COLOFON]
Na drie decennia afgesloten in mineur
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Uitgeversgroep (VLUG).
Afscheid van De Gordel
Redactie Passendalestraat 1A, 2600 Berchem
[email protected] www.doorbraak.org T 03 320 06 30 - F 03 366 60 45 ISSN 0012-5474
Met een laatste stuiptrekking van onwillige Franstalige politici die nog wat electorale publiciteit probeerden te halen, is er officieel een punt gezet achter De Gordel. Het evenement bij uitstek om te bewijzen dat Vlaanderen eendrachtig de belangen van de Vlamingen in de rand mee verdedigde, laat in datzelfde Vlaanderen twee kampen achter. In het ene kamp klinkt het dat De Gordel zijn doel heeft bereikt en overbodig is geworden. Anderen stellen dat er niets is bereikt en dat De Gordel, in welke vorm dan ook, moet blijven.
Abonnenmenten Jaarabonnement 11 nummers (verschijnt niet in augustus) Abonnement € 25 Internetabonnement € 20 (mits opgave van elektronisch adres) Studentenabonnement € 15 (mits opgave van elektronisch adres) Proefabonnement (3 nummers) € 2,5 www.doorbraak.org/abonneren
[email protected] IBAN BE 91 736001271976 BIC KREDBEBB
© Reporters
[Portret]
Marc Van de Woestyne De fundamenten voor De Gordel werden in de jaren zeventig in Dilbeek gelegd met de actie Waar Vlamingen thuis zijn. Al snel was de slogan een begrip en er ontstond een bruine gordel – bruin was de kleur van de actie – die de hoofdstad omsloot. In de faciliteitengemeenten voelden de Vlamingen zich wat uitgesloten, wat in 1979 leidde tot een aangepast initiatief voor de zes. ‘Wij houden van alle mensen die het Vlaams karakter van onze gemeente eerbiedigen’, klonk de positieve boodschap. Uit ‘Wij houden van... ’ zou korte tijd later de eerste Gordel groeien. Op 27 september 1981 werd in Sint-Genesius-Rode een wielerevenement georganiseerd. Voor elk aspect ervan was een eenvoudige verklaring. Die dag was het kermis in Rode, de gemeente was de enige van de zes waar nog een Vlaamse meerderheid aan de macht was en er werd gefietst omdat een plaatselijke wielertoeristenclub mee organiseerde. Bloso was er toen ook al bij met een verzekering voor de sporters. Er waren ongetwijfeld meer dan 2000 Gordelaars maar officieel is in de geschiedenisboeken ingeschreven dat het er 1302 waren. De symboliek had ook haar rechten. Het feit dat het evenement zowel sportievelingen als Vlamingen met een boodschap kon mobiliseren, maakte dat de eerste jaren de opkomst telkens met enkele duizenden eenheden steeg. Toen VRT, VTB-VAB en enkele grote sponsors mee in de dans sprongen, werden snel onverhoopte en onverwachte hoogtes te bereiken. De Gordel was een klassieker geworden, een massamanifestatie met faam tot ver buiten de landsgrenzen.
22
In 1987 daagden al meer dan 50 000 deelnemers op. Het aantal activiteiten nam navenant toe. Gordelaars konden in vier startplaatsen terecht voor een nog jaarlijks groeiende waslijst activiteiten. Gelijktijdig steeg ook het aantal politici dat, al dan niet gemeend en met jaarlijks wisselende De twee Gordel-aspecten in één beeld: Vlaams en sportief. boodschappen op de truitjes, mee de fiets op kroop om een stukje van de media- gedacht, waarbij het politieke aspect naar de belangstelling voor De Gordel mee te pikken. achtergrond zou verdwijnen. Maar dat is ook In 1993 werd voor de dertiende keer op rij alles wat er al van geweten is. een nieuw record gevestigd met 112 655 Gordelaars. Dat record is nadien niet meer In de coulissen van De Gordel klinkt een heel geëvenaard. Het aantal deelnemers stag- andere taal. De geestelijke vader van De Gordel, neerde – een opstoot tot 101 000 in 2005 een bezielde communicatieman, die er ruim uitgezonderd – rond de 80 000. De laatste dertig jaar geleden voor koos uit de schijnwereditie, de 32ste, werd in mineur afgesloten pers te blijven en dat tot vandaag volhoudt, met nog geen 30 000 deelnemers. BHV vindt het opdoeken een logische beslissing. gesplitst, te veel politieke heisa, geen goed ‘De Gordel is, was een professioneel en doelgeweer ... Ieder zocht een uitvlucht die hem of richt sensibiliseringsproject. Met een begin en haar het beste uitkwam. een einde. Dus ook een einde. De Gordel was dus geen doel op zich maar een medium om En nu? een doel te bereiken. Het concrete objectief Voor velen is De Gordel een monument was om Brussel in het brein van de mensen te geworden dat je niet zomaar sloopt. De kans positioneren als een hoofdstad omringd door is groot dat er begin september 2013 opnieuw een gordel van Vlaamse gemeenten. Dat het wordt gewandeld en gefietst. Wie daarbij het gestelde doel al geruime tijd geleden gereavoortouw neemt, blijft af te wachten. Vereni- liseerd werd is overduidelijk, niet? De leiding gingen als de Vlaamse Volksbeweging en Taal van Bloso en de VRT hebben, als belangrijkste Aktie Komitee, die al die jaren met woord en locomotieven, met De Gordel prachtig werk daad de politieke betekenis van De Gordel zijn verricht en ik geef de mensen van het Bloso blijven benadrukken, vonden het opdoeken geen ongelijk dat ze er mee stoppen.’ niet kunnen en eisten dat het evenement zou blijven bestaan. Carla Galle van Bloso liet al Wie krijgt gelijk? In september 2013 weten we verstaan dat er wel aan een alternatief wordt het vast. Doorbraak
oktober 2012
[Brasser]
Uit de archieven van Brasser
Niet louter toevallig De jongste politieke ontwikkelingen zijn weinig meer dan variaties op hetzelfde thema. De toestanden die jaren geleden al op de korrel werden genomen door cartoonist Brasser vertonen veel gelijkenis met wat we vandaag meemaken. Meer zelfs: de tekeningen van toen illustreren nog altijd perfect de actualiteit van vandaag. Nochtans had Brasser geen glazen bol. MARC VAN DE WOESTYNE
Tussendoor Gratis tweewekelijkse e-zine met actualiteit en commentaar www.doorbraak.org/tussendoor Hoofdredacteur Pieter Bauwens Chef politiek Peter De Roover Eindredactie Karl Drabbe, Marc Van de Woestyne Kernredactie Pieter Bauwens, Frans Crols, Bernard Daelemans, Peter De Roover, Karl Drabbe, Jean-Pierre Rondas, Frank Thevissen, Marc Van de Woestyne Voorzitter Redactie-adviesraad Frans Crols Druk Print International - Brugge Medewerkers Ludo Abicht, Jan Anthonis, Jacques Claes, Frederik Dekeyser, Vincent De Roeck, Herman Deweerdt, Wouter Laeremans, Theo Lansloot, Bart Maddens, Jaak Peeters, Eric Ponette, Dirk Rochtus, Matthias E. Storme, Luc Van Braekel, Katleen Van den Heuvel, Jan Van Doren, Tijl Vercaemer, Pieter-Jan Verstraete Cartoons Erwin Vanmol Foto’s Wim Van Capellen (Reporters) Doorbraak Verantwoordelijke uitgever Pieter Bauwens Maurits De Smetstraat 12 9308 Hofstade
Als de eventuele splitsing van het land genaamd België ter sprake komt, blijkt telkens weer dat Brussel een probleem vormt. Aan de overkant van de taalgrens is het zo klaar als een klontje: Brussel hoort bij Wallonië, liefst nog met een corridor tussen beide. In Vlaanderen heerst er verdeeldheid. Sommigen willen Brussel als Vlaamse hoofdstad behouden, anderen willen er van af. En nog anderen stellen dat Vlaamse onafhankelijkheid er moet komen, ‘met Brussel als het kan, zonder Brussel als het moet’. In de jaren tachtig had Brasser al door dat Brussel een onafhankelijk Vlaanderen niet evident maakte, dat het een blok aan het been zou zijn. Er is de jongste kwarteeuw al veel veranderd maar als Brasser vandaag met dezelfde tekening had kunnen uitpakken, zou hij nog altijd actueel zijn. En dat is niet louter toevallig.
Doorbraak
23
[Perswijs]
Splits zelf de sociale zekerheid! Word lid van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds.
>> U komt tenminste uit voor uw Vlaamse overtuiging ...
Wij ook! >> U wil een Vlaamse sociale zekerheid ...
Wij ook! >> U wil concrete daden, geen woorden ...
Wij ook! >> U kan er alvast zelf iets aan doen ... Zet vandaag nog de stap naar het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds en splits zelf de sociale zekerheid.
Bel gratis:
0800-179 75 Hoofdzetel:
Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be Doorbraak 24 over heel Vlaanderen Kantoren & brievenbussen
oktober 2012