Boekverslag Drenkeling (Durlacher G. L.) Monique Vulto © havovwo.nl Titel: Auteur: Uitgegeven
(april 2003)
Drenkeling. Kinderjaren in het Derde Rijk G.L. Durlacher Amsterdam 1987 (derde druk)
Motivatie van mijn boekkeuze. Het boek ‘De Uitbreker’ dat ik voor mijn vorige boekverslag mocht gebruiken, maar uiteindelijk niet geschikt bleek, kon ook nu weer niet gebruikt worden. Dit keer was er secundaire literatuur vereist en de kans dat ik die zou vinden van het boek ‘De Uitbreker’ was niet erg groot. Aangezien ik niet weer de kans wilde lopen dat ik problemen zou krijgen bij het zoeken naar mijn secundaire literatuur, liet ik mij geheel leiden door de tips voor mijn boekenlijst in het verwerkingsboek. Ik ben het rijtje langs gegaan totdat ik een titel had gevonden die ik leuk vond en die bovendien in de bibliotheek van Pijnacker aanwezig was. Op de achterkant van ‘Drenkeling’ werd enthousiast gesproken over het boek en van Durlacher had ik nog nooit iets gelezen. Een mooie gelegenheid om daar verandering in te brengen. Korte weergave van de inhoud. Het verhaal begint in 1932. Het is Kerst, maar niet voor de Joden. Zij hebben hun eigen feest: Chanoeka. Het kind, dat in dit boek de hoofdrol speelt vindt dat best een leuk feest, maar is menigmaal jaloers op anderen om de kerstbomen en andere pracht die kerst met zich mee brengt. Hij is nog geen vier jaar oud, maar mag met zijn ouders mee naar de grote schouwburg, waar een kinderopera als kerstvoorstelling wordt uitgevoerd. Als verassing komt de kerstman op en roept alle kinderen één voor één naar voren. Gerdl, de jongen vindt het doodeng maar als hij doorkrijgt dat het zijn eigen oom Herbert is, vloeit alle angst uit hem weg. Jubelend zegt hij zijn oom gedag, maar dit wordt hem niet door alle mensen in de zaal in dank afgenomen. Eén rij achter hem zit een man, die snauwt dat hij een brutaal Jodenjong is en zo krijgt Gerdl voor het eerst te maken met een afrekening, alleen om het ‘Jood zijn’. Vanaf dit moment wordt het alleen maar erger. Steeds vaker merkt hij dat men in deze tijd beter geen Jood kan zijn. In de eerste maand van januari vindt het nieuwjaarsbal plaats. Het is een gemaskerd bal en daardoor valt het niet op wanneer een vreemdeling zich bij de menigte voegt. Wanneer hij als enige nog gemaskerde feestganger pralines uitdeelt, slaan maar weinig mensen zo’n snoepje af. Plotseling voelt een groot deel van het gezelschap zich niet goed, maar de vreemdeling is alweer verdwenen. Bij de zoektocht naar de dader wordt alleen een lege doos gevonden met op de onderkant in grote zwarte letters: “Die Juden stinken, Heil dem Führer”, ondertekend met een hakenkruis. Op de laatste zondag van de maand is er een dreigende optocht van honderden bruinhemden en de volgende dag wordt er via de radio bekend gemaakt, dat Hitler rijkskanselier is geworden. 1 April. Gerdls vader wordt 32 jaar, maar er heerst geen feeststemming in huis. Familieleden maken plannen om Duitsland te verlaten en zijn vader vertrekt ‘s ochtends gehaast na een onduidelijk telefoontje. ‘s Middags als Gerdl met zijn moeder en het dienstmeisje, Maria, met wie hij een hele goede band heeft, naar de zaak, waar zijn vader is, gaat, ziet hij de gevolgen van het nieuwe bewind. Er staan leuzen roepende bruinhemden met borden voor de winkel van zijn oom, de ruiten van het hotel van vrienden van zijn ouders zijn ingegooid en de ramen van de zaak van zijn oma zijn volgeklad met davidssterren. Een kennis van zijn vader wordt uitgescholden voor ‘Judenfriend’ en honend maakt de massa een doorgang voor de drie. Tante Jet uit Holland slaagt erin de massa weg te jagen, maar het is duidelijk dat dit niets oplost. Toch zijn er nog plaatsen waar ze zich niet constant van het gevaar bewust hoeven te zijn. Zo bijvoorbeeld als de familie in juli op vakantie gaat naar het Gardameer. De ober is zeer vriendelijk en alleen twee jongens van ongeveer Gerdls leeftijd lopen in hun uniform van de Italiaanse fascistische jeugdbeweging.
,
www.havovwo.nl
Pag. 1 van 5
Boekverslag Drenkeling (Durlacher G. L.) Monique Vulto © havovwo.nl
(april 2003)
Wanneer Gerdls vogel dood gaat en Maria van de Gestapo niet langer bij de familie mag blijven werken, terug gaat naar haar ouders en ook zij uit Gerdls leven verdwijnt, valt er een gat in Gerdls leven, dat kan niet worden opgevuld door zijn grootmoeder en Lena, die bij hen komen wonen. Lena is een nare vrouw, die bovendien uit de voorraadkast blijkt te stelen. Zij is onvriendelijk en tégen Joden. Met behulp van de buren verdrijven ze haar uit huis, maar het wordt er in huis niet veel gezelliger op. Zijn oma is oud, vroom, ziek en bang voor de toekomst. Ook het aanbreken van zijn schooltijd kan zijn leven niet opvrolijken. Ondanks zijn naar ‘Duits’ model geknipte haar, zijn nieuwe ransel en pennendoos en ondanks zijn nieuwe ‘Lederhosen’ mag hij de eerste schooldag niet naar binnen of op de klassenfoto, evenals Walter, de zoon van de rabbijn. Vanaf het begin worden ze als buitenstaanders behandeld. Alleen Harro, een jongen die hij kent van de kleuterschool, trekt met hem op. Maar als er na school een gevecht heeft plaats gevonden tussen de twee vrienden en de rest van de klas, verdwijnt ook Harro uit zijn leven. Na het vertrek van Maria raakt zijn vader zijn baan kwijt en ook de klanten, die hij vervolgens persoonlijk opzoekt met koffers textiel wijzen hem steeds vaker de deur. Op een zondag krijgt de familie te horen dat oom Adolf naar het concentratiekamp in Dachau weggevoerd is. Het wordt de familie te heet onder de voeten en er worden verschillende vluchtpogingen overwogen. Uiteindelijk wordt er besloten om naar Nederland te verhuizen, waar zijn vader een baan aangeboden krijgt. Senta, Gerdls hond, is ziek en mag het land niet in. Hij wordt afgemaakt. Het naschrift speelt 50 jaar later. Gerdl is inmiddels zelf getrouwd en heeft een dochter. Na een vakantie in Zwitserland neemt hij de weg door Duitsland terug naar Nederland. Er is veel veranderd, maar na wat zoeken en vragen vindt hij mensen die zijn familie hebben gekend. Zij beweren in de loop van het gesprek dat ze nergens van wisten, maar Gerdl herinnert zich de Kristallnacht en gelooft hen niet. Iedereen had het kunnen weten, maar slechts een enkeling was bereid te redden wat er te redden viel. Mijn persoonlijke reactie. Onderwerp: In dit verhaal draait het volledig om de manier waarop het Joodse jongetje, oftewel de schrijver, het bewind van Hitler ervaart. Hoe hij steeds eenzamer wordt en steeds meer vervreemd raakt van de niet-joodse bevolking. Verhalen over de oorlog spreken mij meestal wel aan. Niet in de vorm van leedvermaak, maar puur om erachter te komen hoe die tijd voor iedereen is verlopen. Vooraf wist ik niet goed wat ik van dit boek moest verwachten. Het stond tussen de volwassenenromans, maar had tegelijk opvallend weinig bladzijden en grote letters. Vooral dat laatste zie je niet vaak met volwassenen boeken. Ik vind het leuk, dat het verhaal dit keer eens is geschreven vanuit het oogpunt van een klein jongetje. Dit maakt het erg aandoenlijk. Gebeurtenissen: Ik zie vooral twee belangrijke gebeurtenissen in dit boek. De eerste is niet zo belangrijk voor de loop van het verhaal, maar toch één van de meest dramatische momenten voor hem: het moment, waarop Maria vertrekt. Zij was voor hem altijd het veilige thuishonk. Betrouwbaar en hoopvol. Hun huis is “hol en onvriendelijk” zonder Maria. Ook wanneer Gerdl geweigerd wordt voor zijn eerste schooldag, vind ik dat er een belangrijke gebeurtenis plaatsvindt. Op dat moment beleeft Gerdl de gevolgen van het bewind van Hitler van dichtbij en voelt hij zich duidelijk bedreigd. Zij hebben bijna alles wat de anderen ook hebben en toch worden ze niet geaccepteerd. De gedachten van Gerdl vind ik in dit verhaal het belangrijkste. Er worden een hoop gebeurtenissen beschreven, maar wel allemaal op de manier, waarop Gerdl ze beleeft. Hij denkt aan de gebeurtenissen en haalt eruit wat van belang is. Als het verhaal uit iemand anders oogpunt geschreven zou zijn, zouden waarschijnlijk ook de gebeurtenissen anders beschreven worden.
,
www.havovwo.nl
Pag. 2 van 5
Boekverslag Drenkeling (Durlacher G. L.) Monique Vulto © havovwo.nl
(april 2003)
Personages: Ik kon me redelijk goed inleven in Gerdl. Vooral op het moment, dat de twee jongetjes van de Italiaanse fascistische beweging in het water vallen en Gerdl de volwassenen wil alarmeren. Zij luisteren niet, want ze zijn allemaal veel te geconcentreerd aan het luisteren naar de stem die uit de luidspreker komt. Dit heeft mij waarschijnlijk meer geïrriteerd dan Gerdl en ik was ook zeker zo opgelucht als hij toen de ober wel gehoor aan hem gaf en actie ondernam. Ik heb hem echter gedurende de tijd dat ik dit boek las niet als mijn gelijke gezien. Ik beoordeelde zijn acties, zoals ik de acties van een jongetje van vier beoordeel. Op die leeftijd worden hele andere dingen aanvaard of veroordeeld. Opbouw: Het verhaal is één grote flashback. Het is opgebouwd uit zeven gebeurtenissen uit de jeugd van de schrijver en een naschrift, dat zich 50 jaar later afspeelt. De gebeurtenissen volgen elkaar ongeveer chronologisch op. Een enkele keer overlappen ze elkaar. Het vertrek van Maria bijvoorbeeld vindt plaats voordat Lena komt (hoofdstuk 5), maar ook halverwege hoofdstuk 6, de schooltijd. Af en toe was het wel lastig dat zo’n klein jongetje de situaties beschreef. Hij snapte het zelf namelijk niet allemaal en daardoor werd het verhaal soms wat onduidelijk. Het boek begon me al vrij snel tijdens het eerste hoofdstuk te boeien. Dit komt waarschijnlijk, doordat er een paar zinvolle gebeurtenissen gebundeld zijn, en je dus niet te veel informatie krijgt over de tijdstippen waarop niets gebeurt. Taalgebruik: Er komen hier geen uitgebreide dialogen voor. Slechts enkele uitspraken of uitroepen worden geciteerd, maar verder wordt er meer de sfeer beschreven. Het is mogelijk dat dit komt, doordat er maar weinig écht met Gerdl gepraat wordt. Hij is het kleine jongetje, dat alles toch nog niet snapt. Bovendien kunnen de gesprekken van de volwassenen hem niet boeien en is hij dus niet in staat deze te citeren. Het taalgebruik past ongetwijfeld bij de hoofdpersoon. Zo wordt er bijvoorbeeld de volgende beschrijving gegeven: “Telkens als mijn bewegende roodbruin houten kamer vol met spiegels een etage passeert en een traliedeur voorbijglijdt, maakt het smeedwerk van mijn voertuig een luide klik.” Functie van de ruimte. Het verhaal speelt zich, zoals in de samenvatting is gebleken, niet op één bepaalde plaats af; niet eens in één land. Dit kan een symbolische waarde hebben. Nergens waren ze echt veilig. De familie vertrok vervroegd van hun vakantie, hun winkels werden vernield, Gerdls school kon de vechtpartij niet voorkomen, de voorraad kast werd geplunderd, zelfs hun eigen huis bood hun ten slotte geen veiligheid meer. De beschrijving die voorkomt heeft het oproepen van een sfeer als hoofdfunctie. Het eerste hoofdstuk speelt in een kledingwinkel, op straat en in het theater. In de winkel wordt vooral over de geur in het pashokje en het gevoel van de stof van de nieuwe kleren verteld. Op straat komt de volgende beschrijving voor: “In een mist van kleine sneeuwvlokjes, waarin de straatlantaarns als volle manen schijnen, lopen wij gedrieën langs de ramen van winkels en woonhuizen. Door halfgeopende gordijnen zijn verlichte kerstbomen en adventskransen zichtbaar die bij ons thuis ontbreken.” En in het theater: “Alles om mij heen is sprookje. Het donkere rood van onafzienbare rijen stoelen, de zacht hellende vloer, de lichtblauwe hemel met roze babyengelen, de grote en kleine goudkleurige kandelaars, de maskers en de bolwangige bazuinblazers, de balkons als reusachtige elfenbanken, het rood glinsterende, golvende gordijn, dat alles lijkt wel het paleis van de koning waarin ik, de kleine Moek, op de toversloffen ben binnengevlogen.” Hoofdstuk 2, in grootmoeders meubelwinkel: “In de spookachtige zaal met zachte fauteuils en canapés, grote houten en messing bedden waarop Pullman-matrassen, torenhoge buffetten en zware tafels met O-benen, laat ik Maria’s hand los en zoek het verboden avontuur van elastische springveren.” En in de kerk: “Talloze rillerige mensen staan blootshoofds in de harde houten banken. Plafond en luchters zijn akelig hoog. Orgeltonen rollen dreunend door mijn buik en het gorgelen van de dominee weerkaatst van alle kanten.”
,
www.havovwo.nl
Pag. 3 van 5
Boekverslag Drenkeling (Durlacher G. L.) Monique Vulto © havovwo.nl
(april 2003)
In vrijwel elke beschrijving wordt duidelijk gemaakt, dat een kind van vier, veel dingen anders beleefd. Grote dingen worden reusachtig, enge dingen worden levensbedreigend en vaak worden de belevenissen naar een sprookjeswereld verplaatst. Thematiek. Het boek is opgedeeld in zeven hoofdstukken met belevenissen uit vier jaar van de jeugd van de schrijver (van zijn vierde tot en met zijn achtste jaar) en een naschrift. Hier zit een periode van 50 jaar tussen. In deze 50 jaar heeft de schrijver zijn eigen leven opgebouwd en is erachter gekomen wat zich allemaal heeft afgespeeld in de tijd, dat hij alles nog niet begreep. Hij hoorde in zijn jeugd, dat iemand goed of slecht was en merkte dat hij er niet bij hoorde, maar waarom, dat wist hij niet. Nu, 50 jaar, later vraagt hij zich af waarom niemand iets heeft gedaan. “‘Wij wisten van niets, bijna niets,’ is steeds het antwoord dat op de vraag vooruitloopt en haar tot stilte reduceert.” Maar Gerdl weet dat dit niet waar kan zijn. Op de laatste bladzijde van het boek bedenkt hij dan ook: ”Dit is geen land van blinden, stommen, doven. Ieder die horen wilde, kon horen. Ieder die zien wilde, kon zien. De toespraken waarin de hese demagogen onze ondergang verkondigden, schalden vanaf januari 1933 uit alle luidsprekers. De maatregelen om ons te isoleren, waarmee dag na dag een stuk van onze vrijheid afgesneden werd, stonden met vette letters in alle kranten. Talloos veel Duitsers lieten zich tot barbarij verleiden. Talloos veel Duitsers, onverschillig of door angst verlamd, zagen ons, vlak voor hun ogen, verdrinken. En enkelen, moedig als kelner Fritz in Riva aan het Gardameer, redden een drenkeling ui de golven.” De thematiek is de dreiging, waarin de joden (en dan met name Gerdl) leefden. De verhaallaag Je kunt lezen hoe de jongen van 4-8 (Gerdl) bepaalde situaties in de beginjaren van Hitlers bewind ervaart. Alles komt erg verwarrend op hem over en hij snapt niet waarom niemand meer vriendjes met hem wil zijn. Er komen steeds meer regels, die ervoor zorgen dat Joden steeds meer werden afgescheiden van de rest van de bevolking. Aan het einde is het zelfs zo, dat ze tijdens hun vlucht geen slaapplaats kunnen vinden, doordat elk hotel ze de deur wijst, omdat ze Joods zijn. Alleen in het ‘pension van Joden voor Joden’ worden ze binnengelaten. Gerdl en zijn familie worden door steeds meer mensen in de steek gelaten.
De betekenislaag / thematische laag Gerdl moest in zijn jonge jaren altijd al op zijn hoede zijn en wist niet meer wie zijn vrienden waren en wie niet. Hij moet zich op school zelf redden en ook zijn familie hoeft geen steun meer te verwachten van kennissen buiten de familie. De dreiging wordt te groot in hun woonplaats, waardoor vluchten de enige optie wordt. Motieven Het literaire motief in dit verhaal is de Jodenvervolging. Deze maak je van dichtbij mee in de familie van Gerdl. Een verhaalmotief is hier de vereenzaming van Gerdl. Wanneer hij in de auto op weg naar Nederland zit, bedenkt hij wat er in korte tijd allemaal uit zijn leven is verdwenen. “Mijn huis weg, mijn kamer weg, mijn hond weg, mijn speelgoed weg, weg, weg, alles weg. Geen Harro meer, geen school meer en zelfs mijn beer is weg. Alles wat mij rest ligt in een koffer naast mij op de achterbank waar oma eigenlijk moest zitten.” Ook zijn oom werd afgevoerd naar Dachau en Maria, de hulp, vertrok uit zijn leven. De sfeer in huis was niet meer gezellig en zijn moeder had minder tijd voor hem. Maar niet alleen door de verloren spullen en mensen vereenzaamde Gerdl. Hij kon niet meer meepraten in de gesprekken. De grote mensen hadden het over dingen, die hij niet goed begreep, noemden de naam Adolf, zonder zijn oom te noemen en spraken over andere mensen die hij niet kende.
,
www.havovwo.nl
Pag. 4 van 5
Boekverslag Drenkeling (Durlacher G. L.) Monique Vulto © havovwo.nl
(april 2003)
Hierbij komt nog eens de vereenzaming die iedere andere Jood ook meemaakte: de bevolking die zich afsloot voor de Joden. Hij mocht niet zoals anderen met de tram, niet in alle restaurants, cafés en telt niet als volwaardig mee op school. De Joden werden in een hoekje gedreven en stonden er zo goed als alleen voor. Ook het motief licht is in ‘Drenkeling’ aanwezig. De schrijver gebruikt vele soorten licht: straatlantaarns, schouwburglicht, schijnwerpers, verlichte kerstbomen, adventskransen, chanoeka-licht, fakkels. Het boek eindigt, wanneer Gerdl in het pension voor Joden in bed ligt en naar de sterren kijkt, die hij door het gordijn kan zien. Een sterretje in de donkere nacht, het lichtpuntje in zware tijden. De jongen heeft hoop. Hij gaat een nieuw leven opbouwen in Nederland. Mijn eindoordeel komt in grote lijnen nog steeds overeen met mijn eerste persoonlijke reactie. Ik ben echter wel meer onder de indruk geraakt van de manier, waarop het boek is geschreven. Het vinden van de thematiek en enkele motieven, kostte mij enige moeite. Tijdens het lezen was ‘het licht’ mij bijvoorbeeld niet als duidelijk motief opgevallen. Het lezen van het boek ging erg gemakkelijk. Ik interesseer mij erg voor oorlogsverhalen, met betrekking tot het Jodenleed. Omdat het taalgebruik, zoals eerder gezegd, goed bij de hoofdpersoon paste, kwamen er geen ingewikkelde zinnen of moeilijke woorden voor. Het gedeelte van een herinnering, dat iets toevoegde aan dit verhaal, heeft de schrijver geselecteerd, zodat ieder hoofdstuk boeiend bleef. Het uitwerken van mijn persoonlijke reactie verliep naar wens, maar de samenvatting had ik gehoopt iets korter te kunnen maken. Ik vond het erg lastig om de samenvatting als één verhaal op te schrijven, omdat er tussen de hoofdstukken in het boek zulke tijdsprongen voorkomen, dat de twee gebeurtenissen niet meer direct op elkaar aansluiten. Daarom heb ik ervoor gekozen om mijn samenvatting op te bouwen uit acht kleine samenvattingen, van ieder hoofdstuk één. Ook over het resultaat van de verdiepingsopdracht ben ik tevreden. Zoals ik al zei heeft het uitvoeren ervan mij enige moeite gekost, maar ik denk dat de motieven en thematiek, die ik gevonden heb voldoen. Het feit dat de uitwerking van de verdiepingsopdracht niet vlekkeloos verliep, lag echter niet aan een tekort aan kennis. Het vinden van een diepere betekenis in een boek heeft zijn tijd nodig. Deze tijd heb ik genomen.
,
www.havovwo.nl
Pag. 5 van 5