Boekverslag De Wetten (Connie Palmen)
© havovwo.nl
A.
(april 2002)
Beschrijving
Primaire gegevens Auteur: Titel: Ondertitel: Motto: Verschenen in: Uitgeverij: Aantal bladzijden: Leestijd: Uitgelezen op:
Connie Palmen De Wetten ‘Als ik val zal ik huilen van geluk’ Samuel Beckett Eerste druk verscheen in 1991 Prometheus Amsterdam 239 8 uur Woensdag 5 januari 2000
Verwachtingen vooraf Voor ik De Wetten ging lezen, heb ik net als anders eerst nagedacht of ik het echt wilde lezen. Waarom ik het boek De Wetten ga lezen, heeft te maken met invloed van verschillende factoren. Ik heb al een ander boek van Connie Palmen gelezen, De Vriendschap. Dat boek vond ik toen interessant en leuk om te lezen. Omdat ik wist dat Connie Palmen ook De wetten in dezelfde ‘stijl’ geschreven had, wilde ik graag dat boek ook lezen. Toen had ik al het idee dat De Wetten een filosofisch boek is. En die verwachting klopte ook nadat ik het boek gelezen had. Ook had ik van tevoren het idee dat het boek wel moeilijk geschreven zou zijn, want in De Vriendschap was vooral het derde deel ook heel moeilijk. Achteraf vond ik dat de moeilijkheid meegevallen was. Ik kon het goed volgen, ik hoefde niet drie keer hetzelfde stuk te lezen, voordat ik eindelijk wist waar het ongeveer over ging. Bovendien heeft mijn oudere zus het boek gelezen. Zij zei dat ze het een mooi en interessant boek vond. Meestal is het zo dat het boek mij dan ook aanspreekt. Ook had ik gehoord dat het debuutroman van Connie Palmen het gouden ezelsoor had gekregen. Als een boek het gouden ezelsoor heeft gekregen, dan lijkt het mij dat het een goed boek is. Nadat ik dit boek had gelezen, wist ik zeker dat dit een goed boek is. Door de kaft van het boek ben ik verder niks te weten gekomen over de inhoud van het boek. Ik ben sowieso niks van de inhoud te weten gekomen, voordat ik het boek ging lezen. Dat vind ik ook leuker, want als je nog niks weet blijft het ‘spannend’. Op de achterkant stond alleen een foto van de schrijfster en een heel klein stukje uit een recensie: ‘De wetten is één grote schatkamer waaruit je naar hartelust citaten kunt halen die het verdienen onthouden te worden.’ Door dit kleine stukje ben ik alleen te weten gekomen dat er goede, mooie citaten in kunnen staan. De verwachtingen die ik had, klopte ook met de werkelijke inhoud van het boek.
Eerste reactie achteraf Ik vind dit werk:
niet
spannend meeslepend ontroerend grappig realistisch fantasierijk interessant origineel goed te begrijpen
X
een beetje
X X X X X
Dit werk heeft mij aan het denken gezet Ik heb iets aan dit werk gehad www.havovwo.nl
erg
X X X ja / nee ja / nee Pag. 1 van 11
Boekverslag De Wetten (Connie Palmen)
© havovwo.nl
(april 2002)
De allereerste reactie van De wetten: een goed en leuk boek om te lezen. Ik vind dat De wetten niet spannend is. Er vinden geen gebeurtenissen plaats die echt spannend zijn. Ik had ook nooit echt het gevoel van wat zal er nu gebeuren. Ik kon wel een beetje voorspellen wat er ging gebeuren. Voor mij was het al snel duidelijk dat Marie Deniet (de hoofdpersoon) ‘op zoek was’ naar meer betekenis van het leven. Het verhaal vind ik wel meeslepend, je wilt toch graag te weten komen wat er allemaal nog gaat gebeuren en wat de reacties zijn van de personen. De wetten vind ik totaal niet ontroerend en grappig. Er gebeuren geen ‘ernstige’ dingen. Het verhaal is niet grappig, omdat het onderwerp een ‘serieus’ onderwerp is en er wordt niet grappig gedaan in het boek. Het verhaal wordt realistisch verteld. Wel kan ik me niet helemaal indenken hoe de hoofdpersoon handelt. Maar over het algemeen kunnen de gebeurtenissen in werkelijkheid ook afspelen, alleen denk ik wel dat het totale verhaal zich niet zo snel in de werkelijkheid afspeelt. Doordat het realistisch is, is het weinig fantasierijk. Er zijn natuurlijk altijd wel een paar dingen die gefantaseerd kunnen zijn, maar bij de meeste gebeurtenissen is dat denk ik niet het geval. Het boek vind ik interessant. Hoe Connie Palmen verteld en waarover ze verteld vind ik leuk om te lezen. De wetten spreekt me gewoon aan. Ik vind het boek een beetje origineel. Dat de filosofie zoveel aan bod komt, is voor Connie Palmen niet meer heel erg origineel. Maar ik ken wel weinig schrijvers die zo over filosofische gedachten schrijven. De wetten is goed te begrijpen. Connie Palmen heeft het verhaal duidelijk geschreven, zodat je het goed kunt begrijpen. Ook het taalgebruik is niet moeilijk. Het verhaal heb ik duidelijk kunnen volgen. De wetten was een heel leuk boek om te lezen.
Korte samenvatting In de debuutroman De Wetten van Connie Palmen staat één persoon centraal: Marie Deniet. Marie Deniet ontmoet zeven mannen. Deze hebben allemaal invloed op Marie gehad. Marie Deniet is op zoek naar de wetten die haar leven duidelijkheid en overzichtelijkheid moeten brengen, levenswetten van waaruit de meeste mensen leven. Ze denkt deze te kunnen vinden bij een aantal mannen waarmee ze kennismaakt. De studente Marie ontmoet in zeven jaar tijd zeven verschillende mannen. Ze hoopt bij hen de antwoorden op haar vragen te vinden. Ze heeft altijd gedacht dat de wetten en regels van het leven door mannen bedacht zijn. De mannen die Marie Deniet is tegengekomen zijn respectievelijk de astroloog, de epilepticus, de filosoof, de priester, de fysicus, de kunstenaar en de psychiater. Om te beginnen ontmoet Marie de astroloog Miel van Eysden. De astroloog onthult Marie een wet. Dit doet hij deels zonder dat hij dat zelf beseft. Het gaat om het inzicht dat het een lot van Marie is om schrijfster te worden. Om dit te kunnen worden moet ze de afzondering zoeken, zegt hij. Hierna ontmoet Marie de epilepticus Daniël Daalmeyer. Hij leert Marie ziekte in verband te brengen met het karakter van de mens. Hij heeft over de ziekte veel kennis en ervaring opgedaan. Marie wil hier graag meer over weten. Marie leert van Daniël dat er een wisselwerking bestaat tussen hoe zij zich voelt en hoe zij met andere mensen omgaat. De filosoof Guido de Waeterlinck is de derde persoon die zij ontmoet. Hij wijst erop dat hij zich heeft neergelegd bij het feit dat hij geen kunstenaar of schrijver en geen denker is. Hij beschouwt zichzelf als een knecht van de taal, de schrijvers ziet hij als zijn souffleurs. Marie heeft volgens hem iets wat hij mist. Daardoor is zij wel geschikt om als schrijfster door het leven te gaan. Guido en Marie hebben een tegengestelde visie met betrekking tot filosofie: hij is er in geïnteresseerd hoe je moet sterven terwijl Marie juist wil weten hoe je leert leven. Lászlo Kovács speelt ook een rol van betekenis in hetzelfde hoofdstuk. Door hem komt Marie erachter dat je als mens pas het gevoel krijgt echt te bestaan als je ervaringen kloppen met clichés die we in ons taalgebruik hanteren. Ten vierde is de priester Clemens Brandt aan de beurt. De priester maakt Marie duidelijk van wat het schrijverschap met zich mee kan brengen. Hij maakt haar duidelijk dat haar eventuele toekomst als schrijfster, hoe eenzaam ook, toch draaglijk zal blijken te zijn. Hierna ontmoet Marie de fysicus Hugo Morland. Deze man lijkt Marie in te wijden in de seksualiteit. Hugo Morland brengt de begeerte in Maries leven en daarmee het verlangen om begeert te worden. Ook leert zij van zijn ideeën over de onhoudbaarheid van wetten. Alles is in zekere zin onzeker, alles wordt bepaald door de wet van de toenemende chaos, zelfs de wetten. Bij Hugo merkt ze steeds dichter bij het antwoord te komen op de vraag hoe ze haar leven zal gaan inrichten, welke keuze ze zal gaan maken uit alle mogelijkheden. De laatste persoon met wie ze ook mondeling contact heeft is de kunstenaar Lucas Asbeek. Met hem krijgt ze een echte liefdesband. Lucas is de eerste man van wie ze werkelijk houdt. Ze bindt zich aan hem. Hij laat haar www.havovwo.nl
Pag. 2 van 11
Boekverslag De Wetten (Connie Palmen)
© havovwo.nl
(april 2002)
vrij, zodat ze volkomen zichzelf kan zijn. Hierdoor komen haar onzekerheid en gebrek aan persoonlijkheid heel duidelijk naar voor. Lucas merkt dat ze ongelukkig is, doordat ze ‘mogelijkheden verzamelt’ zonder er ook maar één te realiseren. Dit omdat ze niet tekort wil schieten. Na een tijdje van grote twijfels en angsten erkent ze tegenover Lucas geen enkele houvast meer te hebben. Als laatste schrijft ze brieven aan een psychiater. De psychiater is de vader van Daniël Daalmeyer. Hij weet Marie zover te krijgen dat ze de afzonderlijke ontmoetingen met de zes mannen die haar leven tot nu toe bepaalden gaat beschrijven en met elkaar in verband probeert te brengen. Hierdoor komt ze tot een bepaald inzicht wat betreft haar positie in het geheel van gebeurtenissen die ze heeft beschreven. Het is Marie nu duidelijk geworden dat de schrijfdaad wel voorkomt uit levenservaringen, maar dat haar eigen leven er niet door wordt bepaald. Het leven biedt haar mogelijkheden om te schrijven, waardoor ze het leven voor anderen betekenis kan geven. Na zeven jaar studie wil ze nu eindelijk de keuze voor het schrijverschap maken. Het enige wat ze hiervoor zal moeten doen is het eigen-ik tijdens het schrijven uitschakelen, want dat is de enige wet waar ze werkelijk op stuit: “je moet jezelf doodmaken om te kunnen schrijven.”
B.
Verdieping
Tijd en ruimte De vertelde tijd beslaat ruim zes jaar. Van de zomer van 1980 tot oktober 1986. Het boek is, afgezien van wat jeugdherinneringen, chronologisch opgebouwd. Het verhaal speelt zich af in Amsterdam, in onder andere collegezalen in universiteitsgebouwen, het antiquariaat waar Marie werkt, cafés, een kamer in De Pijp enzovoort. Het is moeilijk om voor dit verhaal een tijdlijn op te zetten, want het speelt zich in zes jaar achter elkaar af. Daarom heb ik hieronder neergezet in welk hoofdstuk Marie Deniet wie ontmoet en wanneer die ontmoeting plaats heeft gevonden. Hoofdstuk 1 à Marie ontmoet de astroloog in het antiquariaat waar ze dan werkt. Dat is in de zomer van 1980. Hoofdstuk 2 à In 1981 ontmoet ze de epilepticus bij een samenwerkingsproject van literatuurwetenschappen en filosofen.Hoofdstuk 3 à Vanaf 1982 volgt de ik-figuur de filosofiecolleges van professor De Waeterlinck en ze ontmoet deze man oom ‘persoonlijk’.Hoofdstuk 4 à Na de filosoof ontmoet ze in dit hoofdstuk de priester, ongeveer in maart 1983Hoofdstuk 5 à In januari 1984 komt ze in contact met de fysicus.Hoofdstuk 6 à Vlak na haar docteraalexamen in 1985 maakt Marie Deniet kennis met de door har bewonderde kunstenaar, Lucas Asbeek.Hoofdstuk 7 à Marie schrijft in 1986 vier keer een brief naar de psychiater. Ze beschrijft hierin de zoektocht naar de wetten. Op het einde van de roman dankt de hoofdpersoon de psychiater dat hij haar heeft laten schrijven en nog meer voor ‘het wonder’ dat hij aan haar verhaal een betekenis heeft kunnen geven. Ik vind dat De wetten een gesloten eind heeft. Dit verhaal zou zich makkelijk in een andere tijd hebben kunnen afspelen. Er zijn geen factoren uit de tijd waarin het afspeelt, die de inhoud van het verhaal beïnvloedt. De wetten is een verhaal ‘op zich’. Het heeft niks te maken met wat er een keer gebeurt is in Nederland of in de wereld. Dus het verhaal zou zich makkelijk eerder of juist later kunnen afspelen. Dat zou geen gevolg hebben voor de inhoud van het verhaal.
www.havovwo.nl
Pag. 3 van 11
Boekverslag De Wetten (Connie Palmen)
© havovwo.nl
(april 2002)
Verteller In De wetten is er sprake van een ik-verteller. De hoofdpersoon (Marie Deniet) vertelt het verhaal. Zij geeft alle informatie over onder andere de zeven mannen en allerlei gebeurtenissen. Er is ook sprake van een ikperspectief. Hieronder staat het ‘echte’ fragment. De ik-verteller heb ik veranderd in een hij/zij-verteller (een auctoriële verteller)
Herschreven fragment (hij/zij-verteller) Met de wijn en het bier keerde ze terug naar de tafel. Hij zag er opeens uitgeblust uit en het gesprek kwam daarna niet meer echt op gang. Hij was uit het spoor van zijn verhaal geraakt en kon het ritme niet meer vinden, waardoor hij zo meeslepend had kunnen vertellen. Ze wisselden nog wat gegevens uit over hoe lang ze studeerden, wat ze verder om handen hadden, hun adressen. Hij bleek niet zo ver bij haar vandaan te wonen en hij nodigde haar uit in het weekend bij hem te komen eten. Marie pakte haar agenda en dacht opeens weer aan haar pen. ‘Je moet mijn pen nog ergens hebben,’ zei ze en ze schaamde zich licht. Ze moest weer denken aan de gebeurtenis in de collegezaal, aan zijn onbegrijpelijk gedrag tegenover Stefan Duden. Het moment om daarna te vragen had ze voorbij laten gaan. Het was kwart over zeven. De wandeling van het huis van Marie naar de woning van Daniël Daalmeyer had ze ingeschat op een kwartier. Via de Haarlemmerdijk kon ze de doorsteek maken naar het Bickerseiland en op haar gemak kon ze het pakhuis zoeken waar Daniël het over had gehad. Dat je als vrouw liefst tien minuten tot een half uur te laat op afspraken met een man moet verschijnen, was haar toen nog niet bekend. Marie was altijd stipt op tijd. Ze vroeg zich af hoe zijn woning er uit zou zien en wat voor soort maaltijd hij klaargemaakt zou hebben. Zulke dingen zeggen wel iets over iemand.
Spanning Ik vind dat er in De wetten geen spanning zit. Ik vind dat er geen momenten in voorkomen waarvan je denkt ‘wat spannend’. Ook heb ik in de loop van het boek me nooit afgevraagd ‘hoe zal het verder lopen of hoe zal het aflopen’. De wetten is voor mij een ‘gewoon’ verhaal. Je weet na de inhoudsopgave al dat ze te maken krijgt met zeven verschillende mannen. Natuurlijk wil je weten wat er allemaal gebeurt als ze weer een andere man ontmoet. Ik vind dat geen echte spanning, want in ieder boek vraag je je af wat er allemaal nog komen gaat. Ik heb geen spanningsgrafiek getekend, omdat die er toch uit zou zien als een rechte horizontale lijn (= geen spanning).
Ondanks dat ik vond dat er geen spanning in De wetten zit, heb ik een fragment uitgezocht, waarvan ik vond dat er misschien een heel klein beetje spanning in zit. Het fragment heeft te maken met de ontmoeting van Marie met de fysicus Hugo Morland. Ze wil Hugo iets vreemds vragen. Er zit geen echte spanning in, maar je wil graag weten wat Marie gaat vragen en wat het antwoord van Hugo is.(Een ander fragment met veel spanning heb ik niet kunnen vinden). Hieronder staat het ‘echte’ fragment. fragment zodanig dat de spanning groter wordt: Hij ziet mijn ontreddering. Hij tilt me op en draagt me naar het bed in de hoek van de kamer. Hij legt me neer en gaat rechtop naast me zitten. Hij streelt mijn gezicht, mijn voorhoofd. Er komt iets onzinnigs in mij op, ik weet niet waarom, maar ik moet het gaan zeggen. Ik vind het wel moeilijk om te vragen. Ik vraag me af of ik het wel zal vragen. Ik weet ook niet hoe ik het moet vragen.‘Hugo?’ vraag ik met gesloten ogen. ‘Ja.’ Ik bedenk of ik het echt zal vragen. ‘Hugo?’ vraag ik weer met gesloten ogen. ‘Ja, wat is er ?’ www.havovwo.nl
Pag. 4 van 11
Boekverslag De Wetten (Connie Palmen)
© havovwo.nl
(april 2002)
Er valt een lange stilte. Allebei blijven we doodstil zitten. Uiteindelijk besluit ik het toch te vragen. ‘Hugo, ik ga iets vreemds zeggen. Mag dat? Ik wil je iets vragen.’ Hij zegt niks, hij knikt alleen ja en ik zie dat hij zit te wachten op mijn vraag. ‘Ik wil je vragen of je mij wilt inwijden in de liefde, of je mijn leermeester wilt zijn. Het is absoluut gelogen, maar ik wil nu tegen je zeggen dat ik nog maagd ben en van de liefde geen weet heb. Het is niet eens waar. Ik heb heus alles gedaan wat God onder de zon verboden heeft, maar vandaag voel ik mij alsof ik nog maagd ben en nog nooit eerder met een man naar bed ben geweest. Kun je mij leren beminnen?’ Ik ben blij dat deze woorden eruit zijn, ik ben opgelucht en doe mijn ogen weer open. Hij heeft een zachte blik. Hij kijkt ernstig. Het is doodstil. Ik wacht met spanning op zijn antwoord. Zijn lippen gaan van elkaar. ‘Goed,’ zegt hij. fragment zodanig dat de spanning helemaal verdwijnt: Hij ziet mijn ontreddering. Hij tilt me op en draagt me naar het bed in de hoek van de kamer. Hij legt me neer en gaat rechtop naast me zitten. Hij streelt mijn gezicht, mijn voorhoofd. Er komt iets onzinnigs in mij op, ik weet niet waarom, maar ik moet het gaan zeggen. ‘Hugo, ik ga je iets vreemds vragen. Ik wil je vragen of je mij wilt inwijden in de liefde, of je mijn leermeester wilt zijn. Het is absoluut gelogen, maar ik wil nu tegen je zeggen dat ik nog maagd ben en van de liefde geen weet heb. Het is niet eens waar. Ik heb heus alles gedaan wat God onder de zon verboden heeft, maar vandaag voel ik mij alsof ik nog maagd ben en nog nooit eerder met een man naar bed ben geweest. Kun je mij leren beminnen?’ Ik doe mijn ogen open en ik kijk naar Hugo. ‘Goed,’ zegt Hugo gelijk.
Thema en motieven Hieronder staat een spindiagram van het thema en de motieven van het boek De wetten. mannen, telkens ontmoeting met weer een ander man
alle mannen bieden haar iets te eten aan
leer van Socrates
het geven van betekenis aan het leven
voortdurend sprake van vallen en opstaan (steeds komt ze tegen dat ze er nog niet is)
filosofie kom je ook elke keer weer opnieuw tegen telkens andere levensvisie waar Marie van ‘leert’ de moeizame weg naar het schrijverschap van de (telkens andere) wetten hoofdpersoon. (het willen schrijven keert dus vaak terug)
www.havovwo.nl
Pag. 5 van 11
Boekverslag De Wetten (Connie Palmen)
© havovwo.nl
(april 2002)
In secundaire literatuur heb ik gezocht naar informatie over thema en motieven. Ik heb verschillende ‘antwoorden’ gevonden. Sommigen zeiden dat ‘zingeven’ het thema was van De wetten, maar er waren er ook die ‘vallen en opstaan’ als thema aangeven bij De wetten. Ik persoonlijk vind ‘zingeven’ een beter thema. ‘Vallen en opstaan’ hoort er wel duidelijk bij, maar uit het thema ‘zingeven vind ik dat je ‘vallen en opstaan’ uit kunt halen. ‘Vallen en opstaan’ reken ik dan ook eerder als een motief. Als je er lang over nadenkt, denk ik dat allebei deze thema’s goed zijn, ze ‘kloppen’ allebei wel. In secundaire literatuur heb ik ook verschillende motieven gevonden. Daar waren niet zoveel verschillen bij. Wetten, het willen schrijven, mannen, filosofie enzovoort waren de belangrijkste motieven die ik ben tegengekomen in secundaire literatuur. Ik ben het eens met die keuze van de belangrijkste motieven. Dat kun je ook zien bij de motieven die ik heb gekozen bij de vorige opdracht. Ik heb verder geen opmerkingen over de motieven. Ik vind dat je deze motieven heel duidelijk en makkelijk kunt vinden in het boek.
Personages Bij deze opdracht moet je een dagboekfragment schrijven uit het dagboek van een hoofdpersoon. Deze opdracht geldt tevens als verwerkingsopdracht, categorie A opdracht 1. Bij deze verwerkingsopdracht moest je eigenlijk een dagboekfragment uit het dagboek van een bijpersoon schrijven, maar met toestemming van u mocht je dat ook doen voor een hoofdpersoon. U vond het goed dat als je verwerkingsopdracht A1 koos, dat je daarvoor deze opdracht mocht gebruiken. Een dagboekfragment van een belangrijke gebeurtenis is redelijk moeilijk voor De Wetten, omdat Marie Deniet alles al zelf heeft verteld, ze uit haar gevoelens en gedachtes al veel. Ik heb gekozen voor de gebeurtenis dat de hoofdpersoon op bezoek gaat bij de priester Clemens Brandt.
Lief Dagboek, Vandaag ben ik langs geweest bij Clemens Brandt. ’s Middags ben ik gegaan, toen ik de belknop indrukte begon het al; ik was erg zenuwachtig en ik probeerde nog een variant te bedenken op de afgezaagde begroetingszin die ik had bedacht. Ik was erg benieuwd hoe hij eruit zou zien. Toen hij de deur open deed, schrok ik van de man die ik zag, maar ik liet niks merken. Clemens Brandt was klein en dik. Ik vond dat hij een allesoverheersend groot hoofd heeft met hangwangen, onderkinnen en een uitpuilende, puntige schedel, waar te lang haar in vettige slierten vastgeplakt ligt. Hij draagt ook een bril, een zwaar montuur en de glazen zijn dof van het vuil. Het is de lelijkste man die ik ooit heb gezien. Ik moet eerlijk zeggen, hij heeft wel een mooie stem. Toen ik in de zitkamer kwam, overviel me een zijig gevoel van mededogen, dat zich vasthecht in mijn keel en voorlopig niet verdwijnt. We hebben in de zithoek een tijdje zitten praten met elkaar. Tijdens het spreken kwam er steeds wat speeksel op zijn lippen, dat hij vervolgens weer naar binnen zoog. Daardoor vond ik dat hij er heel kinderlijk uit zag, als een zuigeling. Als hij lachte, lachte hij luid en met een opengesperde mond. We hebben een lange tijd goed gesproken, na een tijdje lag er zelfs een heel stapel boeken uit de boekenkast op tafel. Hij vroeg of ik mee ging lunchen. Ik ben meegegaan naar een restaurant waar hij heel vaak komt. Het was een fijne dag. Clemens Brandt vertrouwt me, hij weet veel, het is een eer iets voor hem te kunnen betekenen. Lief dagboek, ik zal je zeker op de hoogte houden van deze man. Ik ben blij dat ik je dit allemaal kan vertellen, jij luistert tenminste in stilte. Heel veel liefs, -moi-
Titel, ondertitel en motto www.havovwo.nl
Pag. 6 van 11
Boekverslag De Wetten (Connie Palmen)
© havovwo.nl
(april 2002)
Titelverklaring: In De wetten gaat een studente filosofie op zoek naar de wetten en regels die verduidelijken hoe de wereld in elkaar zit, waarom dingen gebeuren zoals ze gebeuren en waarom zijzelf denkt en handelt zoals ze doet. De wetten heeft geen ondertitel, maar wel een motto. Het motto luidt: ‘Als ik val zal ik huilen van geluk’ In secundaire literatuur heb ik gekeken, hoe het motto werd uitgelegd. Maar ook in het boek zelf, krijg je al een soort uitleg. ‘Als ik val zal ik huilen van geluk’, keert terug aan het eind in de monoloog tegen de psychiater, en wordt daar zo uitgelegd: ‘Je kunt verlangen naar de val, naar het stoppen met leren, blijven steken, ophouden met je te ontwikkelen.’Hieronder staat de uitleg, hoe ik het zelf had bedacht (met behulp van secundaire literatuur o.a recensies).Vallen is je evenwicht verliezen. Vallen is je bevrijden van een zekere krampachtigheid, het willen blijven staan ten koste van alles. Pas als je valt, handel je vanuit jezelf, geef je jezelf bloot. Daniël Daalmeyer zei: ‘Wij, de vallers zijn overgeleverd aan de genade van onze omgeving. In wezen moet het ons koud laten wat anderen van ons denken, want wij keren ons schaamteloos binnenstebuiten als het moet.’Het vallen is het proces van loslaten. Dit proces is heel belangrijk in De wetten.
Relatie tussen tekst en auteur Ik heb twee interviews gevonden, een interview uit De Volkskrant en eentje uit de Magriet. Ik persoonlijk vind die uit De Volkskrant veel beter dan die uit de Magriet. Het interview uit de Magriet gaat ook meer over het boek I.M.. Toch heb ik een paar kleine dingetjes uit dit interview kunnen halen. Uit het andere interview heb ik ook een aantal dingen gehaald. De interviews zitten achter in dit leesdossier. In de interviews worden wel een aantal van haar opvattingen duidelijk, maar niet zo heel veel. Een aantal van haar opvattingen kun je wel terugvinden in het gelezen werk. Connie Palmen schrijft boeken die zich voor het grootste deel afspelen in het hoofd van iemand, die veel gelijkenis hebben met Connie Palmen zelf. Maar welke opvattingen precies kan ik niet zo goed uit het interview halen. Hieronder staan er toch nog een paar. Connie Palmen zegt in het interview: ‘Schrijven, zeg ik, behoort voor mij tot het domein van de mannen.’ In De wetten kom je dat ook tegen bij de ik-figuur. Als kind al associeerde Connie Palmen kennis met het andere geslacht: ‘intelligentie is het woord van de jongens’. Mannen hebben de wetten gemaakt die het leven en de wereld regelen. In het boek De wetten is het ook zo dat de mannen de wetten maken. Ze houdt ervan als haar hersens op stelten worden gezet, ze vind het aangenaam om iets anders te denken dam ze altijd al had gedacht. Van zoiets is ook sprake in De wetten. In elk hoofdstuk krijgt ze weer met een andere ‘levensvisie’ te maken. De hersens van de hoofdpersoon worden ‘op stelten gezet’. Ik heb ook een biografie van Connie Palmen gevonden.(zie achter in dit leesdossier). Er zijn veel kenmerken van Connie Palmen die in haar werken terugkomen ( bij deze opdracht heb ik er een aantal genoemd). Bij deze opdracht heb ik de relatie tussen de biografie en het gelezen boek ‘onderzocht.’ Connie Palmen wilde (en nu is ) schrijver worden, ook in De wetten komt het schrijverschap telkens terug bij Marie Deniet. Bij Connie heeft het ook lang geduurd voordat ze schrijver is geworden. In De wetten is het ook zo dat op het einde Marie besluit alles op te schrijven. Connie Palmen heeft in Amsterdam filosofie gestudeerd, in het boek is de hoofdpersoon ook studente filosofie in Amsterdam. Connie Palmen raakte in Amsterdam in de ban van de filosofen Foucault en Derrida. In De wetten bepalen mede die filosofen ook het beeld. Connie Palmen rondde, net als Marie Deniet, haar filosofiestudie af met een scriptie over Socrates. In De wetten zijn een groot aantal personen die de hoofdpersoon ontmoet, afkomstig uit de wereld van de literatuur en/of filosofie. Ook in dit opzicht doet Marie Deniet onwillekeurig aan Connie Palmen denken. Connie Palmen is als enig meisje opgegroeid in haar gezin, ze had alleen maar broers. Ze heeft dus vaak mannen om haar heen gehad. In De wetten heeft de ik-verteller ook steeds mannen om zich heen. Een tegenstelling: Marie Deniet haat paradoxen, maar Connie Palmen haat de paradox niet
www.havovwo.nl
Pag. 7 van 11
Boekverslag De Wetten (Connie Palmen)
© havovwo.nl
(april 2002)
In deze opdracht staan een paar typische stijlkenmerken van de auteur. Een typisch stijlkenmerk van Connie Palmen is de filosofie die in het boek voorkomt. Ze gebruikt filosofische begrippen in haar boeken. Dat filosofie aan bod komt in de boeken van Connie Palmen is ‘gewoonlijk’. Zo komt in De wetten de leer van Socrates voor, en werken van andere filosofen. Connie Palmen besteed ook veel aandacht aan gedachtes en gevoelens, maar dan alleen van de hoofdpersoon. Dat is ook niet gek, want in het boek is er sprake van een ik-verteller en dan kom je al gauw gedachtes en gevoelens te weten. Haar taalgebruik is ‘filosofisch’ en makkelijk te volgen. Opvallend in het boek zijn de paradoxale formuleringen. Hier volgt een voorbeeld daarvan. Miel van Eysden, de astroloog, en Hugo Morland, de fysicus, hadden dezelfde hobby: de sterren. Maar de één ontwikkelde zich tot astroloog, de andere werd astronoom, fysicus. Miel werd astroloog, een nogal zweverig bestaan, paradoxaal genoeg om omdat hij behoefte had aan een strenge autoriteit, aan ‘iemand die hem de wet voorschreef’; terwijl Hugo de zoveel exactere fysica koos juist omdat hij geen enkele vorm van autoriteit verdroeg, en, verklaart hij, ‘het is de jongensdroom van de natuurkundige om de bestaande, gezaghebbende wetten omver te werpen.’ Ook wordt de ironie vaak gebruikt, zoals wanneer zij schrijft: ‘Later hebben veel mannen mij boeken geschonken en erbij gezegd dat het een boek was waardoor ik hen beter zou leren kennen. Zij herkenden zichzelf in de held en vonden dat ze erop leek. Meestal was dit een vergissing.’
Relatie tussen verschillende teksten Ik heb informatie gezocht over de verschillende werken van Connie Palmen. Die informatie zit ook achter in dit leesdossier. Hieronder staan een aantal (opvallende) kenmerken van de verschillende werken van Connie Palmen. Zowel in De vriendschap als in De wetten vindt de hoofdpersoon uiteindelijk in het schrijven haar roeping. Nog een overeenkomst tussen deze twee boeken is dat ze allebei een ontwikkelingsroman ( een bildungsroman) zijn. In al de werken van Connie Palmen komt liefde steeds terug als een onderwerp. De erfenis gaat over liefde voor alles dat ons is nagelaten. De wetten gaat over ‘liefde en de meesters’. De vriendschap gaat over liefde en vriendschap. En IM gaat over liefde en dood. Ook filosofie is een belangrijk onderwerp in verschillende werken van Connie Palmen. De leer van Socrates komt een aantal keer terug in verschillende werken, zoals in De wetten en natuurlijk in haar gepubliceerde doctoraalscriptie ‘Het weerzinwekkende lot van de oude filosoof Socrates.’ De belangstelling van pers en publiek is voor alle werken groot geweest. Uit de verschillende informatie die ik heb gelezen en uit het bovenstaande kan ik concluderen dat liefde en filosofie belangrijke onderwerpen zijn in de werken van Connie Palmen. Ook zie ik dat de verschillende werken allemaal in dezelfde stijl zijn geschreven, duidelijk Connie Palmen. Ze laat in haar werken ook veel ‘van zichzelf’ zien.
Relatie tussen tekst en context Ik denk dat Connie Palmen niet tot een bepaalde literaire stroming behoort. Ze behoort denk ik tot de Moderne Nederlandse literatuur. Connie Palmen is echt een schrijver van nu. Van die literaire stromingen zijn geen specifieke kenmerken. In 1989 is Connie Palmen begonnen met het schrijven van De wetten. Het verhaal zelf speelt zich af in de periode 1980-1986. Ik denk dat in 1989 Connie Palmen niet beïnvloed is door wat er toen in die tijd afspeelde in de maatschappij. Connie Palmen heeft bij het schrijven van De wetten het Middeleeuwse verhaal van Mariken van Nieumeghen als leidraad gebruikt. Iets van de maatschappelijke context waarin De wetten geschreven is, heb ik niet herkend in het boek.
www.havovwo.nl
Pag. 8 van 11
Boekverslag De Wetten (Connie Palmen)
© havovwo.nl
(april 2002)
Welke soort literaire tekst De wetten hoort tot een bepaalde literaire tekst. Literaire teksten kun je op drie verschillende manieren indelen. Hieronder heb ik dat gedaan voor het boek De wetten. 1.
Fictioneel of niet-fictioneel. De wetten is fictioneel. Het verhaal is een fictionele tekst, omdat de auteur het verhaal verzonnen heeft. De inhoud bevat wel werkelijkheidswaarde, maar de auteur heeft zich bijvoorbeeld niet aan de feiten gehouden. Er zijn delen van het verhaal die verzonnen zijn.
2.
oude indeling naar inhoud: epiek, lyriek of dramatiek. Bij het boek De wetten is er sprake van epiek. De auteur wil een gebeurtenis vertellen. Het is een verhalende tekst. De gebeurtenis vindt plaats in een bepaalde tijd en gedurende een bepaalde tijd. Ook draait de handeling om een persoon. Bij een epische tekst, zoals De wetten, zijn gebeurtenis(sen), personage(s) en tijdsverloop belangrijke elementen.
3.
moderne indeling naar vorm: proza, poëzie of dramatiek. De wetten is een vorm van proza. De tekst staat in De wetten min of meer aaneengesloten op een pagina, wat kenmerkend is voor proza. Verder is De wetten een roman en geen novelle. Want in De wetten zijn er een groter aantal personen en de hoofdpersoon groeit langzaam naar de beslissende fase en de lezer volgt de hoofdpersoon een langere tijd. Ik zou zeggen dat De wetten een ontwikkelingsroman is (een bildungsroman).
C.
Evaluatie
Recensies Ik heb eerst de recensies helemaal gelezen, daarna heb ik het belangrijkste onderstreept en hieronder heb ik het oordeel van de recensent neergezet en zijn argumenten. Achter deze bladzijde zijn de recensies zelf toegevoegd. In de recensies zelf zijn nog andere belangrijke dingen (argumenten) onderstreept. De Volkskrant recensent: Arnold Heumakers, titel: Zeven mannen, zeven wetten Hij noemt De wetten een autobiografie van het schrijven zelf. Hij vindt het een merkwaardige bildungsroman. Arnold vindt dat het schrijven zelf ook zijn paradoxale kanten. Het verhaal van Marie Deniet heeft iets aandoenlijks en zelfs iets aangrijpends. Hij vindt dat Connie Palmen heel goed kan schrijven. In de portretten van de mannen, bewijst Connie Palmen haar talent, door op subtiele wijze ernst, groteske en emotie met elkaar te vermengen. “Cerebale, abstracte en cryptische” kanten bezit het verhaal ongetwijfeld. Kortom hij vindt het een ‘plezierig’ boek om te lezen.
www.havovwo.nl
Pag. 9 van 11
Boekverslag De Wetten (Connie Palmen)
© havovwo.nl
(april 2002)
NRC Handelsblad recensent: Reinjan Mulder, titel: Hoe de man zijn wereld ziet Reinjan vindt dat De wetten, op zijn zachts gezegd, een opmerkelijk boek is. De wetten is een buitengewoon boek. Hij beschrijft De wetten als één grote schatkamer waaruit je naar hartelust citaten kunt halen die het verdienen onthouden te worden. Volgens hem is De wetten een roman die leest als een studieboek, een romanesk essay in de beste zin van het woord. Maar er zijn nog andere dingen die het boek de moeite waard maken, zoals dat de verschillende vormen van commentaar in het boek op een subtiele manier overlopen in de belevenissen van de hoofdpersoon en omgekeerd. Hij vindt de vorm die Connie Palmen voor haar vertelling heeft gekozen strak en eenvoudig. Het verhaal is stevig gefundeerd. Kortom hij vind het een indrukwekkende roman. HN Magazinerecensent: Annelies van Heijst, titel: verlangen naar de val Ze vindt de structuur van het boek verrassend simpel. In de slotpassage van het boek had ze als lezer de ervaring zelf aangesproken te worden. Ze vindt dat Connie Palmen niet alleen goed kan denken, maar ook erg goed kan schrijven. Er zijn prachtige passages die zo ‘dagelijks’ zijn dat je het ziet gebeuren. Ze denkt dat misschien de stilering van wetend niet-weten het boek zo succesvol maakt. Verder vindt Annelies dat er erg mooi gescheld wordt in het boek.
Mijn persoonlijke beoordeling Ik vond De wetten een interessant en leuk boek om gelezen te hebben. Het boek heeft een ‘speciaal’ thema (onderwerp) waar je niet dagelijks over na denkt. Als je dan zo’n boek leest, ga je er meer over nadenken. Het is een keer een heel ander boek als anders, dat maakt De wetten zo speciaal voor mij. In mijn eigen beleveniswereld komt filosofie, en betekenis geven aan het leven niet voor. Maar tijdens het lezen van De wetten heb ik er wel over nagedacht. Ik heb geen mening over het onderwerp gekregen, ik ga er verder ook niet over nadenken, maar tijdens het lezen van het boek doe je dat wel. Je vraagt je dan soms af hoe jezelf zou hebben gehandeld in een bepaalde situatie. Het ‘vallen en opstaan’ trof mij erg in het boek. Steeds weer kom je er in je leven achter dat je er nog niet bent, dat je eigenlijk nog niets voorstelt en geen persoonlijkheid hebt. De manier waarop de hoofdpersoon in dit boek probeert verder te komen, door zich in de filosofieën van de verschillende mannen die zij ontmoet te verdiepen, herken ik een beetje, want ik kijk ook wel eens wat voor een ander de moeite waard is in het leven en proberen daar iets van op te steken en je eigen leven daar misschien leuker mee te maken. Het onderwerp werd zeker niet oppervlakkig behandeld. De onderwerpen hadden voldoende diepgang. Ze werden uitgebreid behandeld, zodat je een goed beeld kreeg. Door De wetten te lezen heb ik ‘kennis gemaakt’ met verschillende opvattingen, namelijk die van de zeven mannen. Ik wil ook even kwijt dat ik het met recensent Arnold Heumakers eens ben dat je De wetten kunt zien als een autobiografie van het schrijven. Zowel de gebeurtenissen als de gedachtes en gevoelens vond ik belangrijk in De wetten. Het was eigenlijk een grote gebeurtenis die in het boek voorkwam. Die gebeurtenis kun je dan ‘onderverdelen’ in kleinere gebeurtenissen, de ontmoetingen met de zeven verschillende mannen. Ik vind niet dat er meer of minder gebeurtenissen plaats hadden moeten vinden, zo was het aantal goed. Ik vond De wetten niet spannend. Er kwamen geen echte spannende momenten in voor. Maar ondanks dat, wilde ik het boek wel zo snel mogelijk uit hebben, zodat ik de ontwikkeling van Marie Deniet helemaal te weten kwam. De gebeurtenissen waren ook absoluut niet saai of triest. Elke ontmoeting was weer heel verschillend, maar er zaten toch ook elke keer weer kenmerken in die bij elke ontmoeting terugkwamen, zoals het feit dat iedere man, de hoofdpersoon iets te eten aanbood. Bij het laatste hoofdstuk (de afloop) viel de verteltrant op. Ik vind het wel een speciaal eind, vier monologen waarin de ik-figuur het hele ‘verhaal’ vertelt. De roman eindigt met een bedanking aan de psychiater voor het feit dat hij haar heeft laten schrijven en nog meer voor ‘het wonder’ dat hij aan haar verhaal een betekenis heeft kunnen geven. Net als de recensent Annelies van Heijst had ik als lezer een beetje de ervaring in de slotpassage van het boek zelf aangesproken te worden. Ik persoonlijk vond Marie Deniet niet altijd even menselijk. Ik kon me op bepaalde momenten me niet goed verplaatsen in haar. Soms vond ik haar manier van handelen totaal niet logisch. Een voorbeeldje: de vierde man, de priester, is een lelijke en afschrikwekkende man. Toch verricht Marie enige seksuele handelingen bij hem, met als enige argument dat zij medelijden met hem heeft en zijn levensovertuiging haar raakt. Dat kan ik me dus echt helemaal niet indenken. Maar er waren ook momenten die www.havovwo.nl
Pag. 10 van 11
Boekverslag De Wetten (Connie Palmen)
© havovwo.nl
(april 2002)
ik me wel goed kon voorstellen. De gedachtes en gevoelens kwamen wel goed tot uiting, soms kon ik me wel verplaatsen in die gedachtes en gevoelens en soms niet. Je kreeg wel een goed beeld van de hoofdpersoon en soms ging die daardoor voor mij ‘leven’. De zeven mannen vind ik meer types dan uitgewerkte personages. Persoonlijk vind ik dat jammer, ik vind het leuk en interessant als je wat meer van een bepaald persoon te weten komt. Van Marie kom je veel meer te weten, wat ook logisch is. Marie is niet echt zelfbewust, dat vind ik een negatieve eigenschap en jammer. Ik ben totaal niet beïnvloed door het gedrag van de hoofdpersoon. De wetten is helemaal niet moeilijk opgebouwd. Zeven mannen in zeven hoofdstukken en elk hoofdstuk een ander jaar, dan kun je het boek vlot lezen. Het boek was ook grotendeels chronologisch opgebouwd, zodat je niet telkens moest denken of het nou wel of geen flash-back was, zoals dat was in De buitenvrouw van Joost Zwagerman. Je kon het verhaal heel makkelijk volgen. Het vertelperspectief was duidelijk en bleef hetzelfde en er was ook bijna geen sprake van wisseling van de tijd. Er waren geen delen in het boek die te saai of te onbegrijpelijk waren om te lezen. Er waren geen speciale delen die eruit sprongen, omdat ze apart waren of heel spannend. Het geheel vond ik apart en leuk om te lezen. Het taalgebruik van Connie Palmen kon ik goed volgen, het was goed te begrijpen. Ik denk wel dat als je over enige filosofische voorkennis beschikt je makkelijker door het boek gaat. Maar ik heb die kennis ook niet en ik ben ook door deze roman gevlogen en ik kon het goed begrijpen. De gebeurtenissen werden op een heldere wijze beschreven met de juiste woorden en zinnen. Connie Palmen heeft alles duidelijk beschreven met uitzondering van de personages van de zeven mannen, die hadden wat uitgebreider gemogen van mij. Er komen heel weinig dialogen in voor. Meestal vind ik dat wel erg en vind ik het fijn en leuk als er dialogen in ene boek voorkomen. Deze keer vond ik het minder erg, omdat de ik-verteller toch duidelijk vertelde waarover, hoe en wat de astroloog, epilepticus, de filosoof, de priester, de fysicus, de kunstenaar en de psychiater dachten. Het motto bij het boek De wetten: ‘Als ik val zal ik huilen van geluk’ zal ik nooit vergeten. Het heft een heel duidelijk verband met het boek en ik vind de betekenis van dit motto de moeite waard om te onthouden. De wetten heb je na één keer lezen nog maar nauwelijks gelezen. Ik denk dat als je De wetten telkens opnieuw leest, je telkens weer ‘geheimen’ tegenkomt, die eigenlijk helemaal geen geheimen zijn. De wetten is een krachtig boek en zeker de moeite waard om te lezen. Connie Palmen, je kunt fantastisch schrijven. D. Verwerkingsopdracht Ik heb verwerkingsopdracht 1 gekozen uit categorie A. Deze verwerkingsopdracht staat al bij personages onder opdracht 33. Daar moest je namelijk ook een dagboekfragment schrijven. U heeft toestemming gegeven dat je dat zo mocht doen. Ik heb deze verwerkingsopdracht gekozen, omdat me de opdracht wel leuk leek. Ik vond het ook fijn dat je dan gelijk de opdracht voor personages gedaan had. Ook heb ik voor deze verwerkingsopdracht gekozen, omdat je bij De wetten heel gemakkelijk een dagboekfragment kunt schrijven. Dat komt omdat het verhaal verteld wordt door een ik-verteller die tevens de hoofdpersoon is. Van de gedachtes en gevoelens kom je dus al veel te weten als je het boek leest. Ik vind het dan niet moeilijk meer om een dagboekfragment te schrijven van een gebeurtenis uit het boek. De verwerkingsopdracht is dus te zien bij het onderdeel personages, opdracht 33.
www.havovwo.nl
Pag. 11 van 11