1
Boekrecensie: De geschiedenis van de schoonheid Auteur: Umberto Eco Uitgeverij: Bert Bakker Jaar van uitgave: 2005
Student: Jedidja van Wijngaarden Mobiele nummer: 06-14808686 Studentenummer: 412073 Opleiding: DCOM 4e jaars Blok: 14 Leraar: Rik Roelfzema Module: Beleveniscommunicatie BECO
2
De geschiedenis van de Schoonheid Inleiding
Riska Veldhoven en ik kiezen „De geschiedenis van de Schoonheid‟ als duo en geven over dit boek een belevenispresentatie. Verder moeten we ook een eigen mening over dit boek schrijven. De schrijver is Umberto Eco (1932) hoogleraar aan de universiteit van Bologna en van de schijvers en denkers van deze tijd. Hij is beroemd geworden door zijn grote romans „De naam van de roos‟, „De slinger van Foucault‟, „Het eiland van de vorige dag‟, „Het eiland van de vorige dag‟, „Bauolino‟ en „De mysterieuze vlam van koningin Loana‟. Rik Roelfzema besprak kort wat thema boeken met de klas om een keuze te maken. Dit boek spreekt me aan door de aantrekkelijke platen van prachtige schilderijen die in dit boek overweldigend aanwezig zijn. Ik wil na deze opleiding me verdiepen in kunstgeschiedenis. Maar met dit boek hoeft dat niet want hier staat alles in een boek. Gelukkig wilde Riska dit boek ook zo is dit boek onze keuze.
Doelgroep
Het boek is geschreven voor een breed en divers publiek. Het gaat in op schilderkunst, beeldhouwkunst, architectuur, film, fotografie, literatuur en poezie.
Korte samenvatting
In zijn inleiding die belangrijk is om te lezen anders snap je niet hoe het boek in elkaar zit beschrijft hij de term „schoonheid‟. Hij schrijft oa: „Iets is mooi als we er, indien het van ons was, blij mee zouden zijn en we het nog steeds mooi zouden vinden als het aan iemand anders toebehoorde……….In het overzicht van de opvattingen van Schoonheid door de eeuwen heen zullen we ons dus met name richten op culturen of historische periodes waarin erkend werd dat er dingen zijn die aangenaam zijn om te aanschouwen, los van het verlangen dat ze oproepen. ……..We zullen zien dat de relatie tussen Schoonheid en Kunst vaak tweeslachtig is geweest, omdat men, ook al had men een voorliefde voor de Schoonheid van de natuur, moest toegeven dat de kunst de natuur op een mooie manier kon weergeven, zelfs als weergegeven natuur gevaarlijk of weerzinwekkend was. Dit is de geschiedenis van de Schoonheid en niet van de kunst (of van literatuur of de muziek), en dus zullen de denkbeelden die er in de loop der tijd over kunst zijn ontwikkeld alleen maar ter sprake komen als daarin een verband wordt gelegd tussen Kunst en Schoonheid. Maar waarom is deze geschiedenis van de Schoonheid dan bijna helemaal onderbouwd aan de hand van kunstwerken? Omdat juist kunstenaars, dichters en romanschrijvers ons door de eeuwen heen hebben verteld wat zij mooi vonden, en ons er voorbeelden van hebben overgeleverd. ………….We gaan uit van het principe dat Schoonheid nooit absoluut en onveranderlijk is geweest, maar afhankelijk van de tijd en het land diverse gedaanten heeft aangenomen.” Het boek laat als eerste in een tijdbalk zien, hoe door de eeuwen heen verschillende opvattingen van Schoonheid terugkeren bijvoorbeeld in het figuur van Venus en zich in verschillende periodes en in de werken van zeer uiteenlopende filosofen, schrijvers en kunstenaars ontwikkelen. Na de tijdbalken gaat het boek verder om per hoofdstuk iets uit een bepaalde tijdsperiode te vertellen over het begrip Schoonheid. Hij verteld vanaf de 5e a 6e eeuw voor Christus tot aan ongeveer het jaar 2000. Een voorbeeld is bijvoorbeeld wat is Schoonheid in de Middeleeuwen? Hij schrijft het volgende zo ongeveer over licht en kleur in de Middeleeuwen; Ondanks dat we zeggen de “donkere middeleeuwen” vindt de mens uit die tijd zelf dat hij baadt in licht. Zo wordt het afgebeeld in de schilderkunst. De schilderijen werden misschien in een door een enkel raam verlichte, duister vertrek gemaakt. Maar zijn vol licht, vol van bijzondere helderheid die teweeg wordt gebracht door het naast elkaar gebruiken van onvermengde kleuren: rood, blauw, goud, zilver, wit en groen zonder enige nuance. In de Middeleeuwen speelt men met kleuren, het naast elkaar plaatsen van tinten die in combinatie licht genereren en niet door een
3
ander licht in schaduw wordt gehuld. In de Middeleeuwen lijken de miniaturen zelf licht uit te stralen en lichtgevend te zijn. Hij schrijft bijvoorbeeld over de jaren 1700 – 1800 ; Naast de oude hofadel zien we een jonge, dynamische en ondernemende adelstand opkomen, met burgerlijke voorkeuren en gewoontes, die modern en hervormingsgezind is ingesteld, de encyclopedie leest en in salons discussieert. Dit tijdvak heeft een lichte en duister kant. Ze distantieert zich definitief van de Barok. In de tweede helft van de achttiende eeuw is er grote belangstelling en passie voor reizen waarop men op zoek gaat naar exotische schoonheid die losstaat van Europa. De zoektocht naar een echte, oorspronkelijke stijl leidt tot een breuk met de traditionele stijlen en een afwijzen van conventionele onderwerpen en poses, ten gunste van een grotere expressievrijheid. Ook kan een voorwerp voor de een mooi zijn maar voor de ander lelijk. Smaak is persoonsgebonden. Onderwerp in die tijd is de relatie tussen intellectuelen en publiek, de rol van de vrouw en nieuwe onderwerpen in de kunst. Kunstenaars niet meer afhankelijk van subsidieverstrekkers. Kunstenaars beginnen onafhankelijk te worden. De neoclassicistische Schoonheid staat symbool voor de volksopstand. Nieuwe onderwerpen zijn personeel of werkmensen.
Zijn de gewekte verwachtingen waargemaakt? De verwachting die de titel wekt en in de inleiding staat wordt waargemaakt. Hij beschrijft inderdaad allerlei facetten van Schoonheid door de eeuwen heen. Maar of de informatie overkomt dat is de vraag! Zijn doelgroep is een breed en divers publiek. Daar valt over te zeggen dat er inderdaad voor beeldhouwers, architecten, schrijvers en schilders wel wat instaat. Maar of zij begrijpen wat hij bedoelt met zijn vakjargon en schrijfstijl is de vraag. Voor mij is veel niet te begrijpen. Hoe hij schrijft over de verschillen in Schoonheid is te wollig of onvolledig geschreven. Hij geeft niet voldoende voorbeelden, schrijft niet uitgebreid genoeg om zijn stellingen te verduidelijken. Er staat voor elke doelgroep wel iets interessants in zo ik in kan schatten maar je moet het hele boek lezen om er iets kleins uit te halen. Dat omdat hij bij de inhoudsopgave geen jaartallen vermeld. Toch hanteert hij wel de chronologische kunststromingen in de volgorde van zijn hoofdstukken. Om iets te vinden over de bijvoorbeeld de „Romantiek‟ moet je echt gaan zoeken in het boek. Had hij dat bij de inhoudsopgaven vermeld dat zou het al een beter te begrijpen boek zijn. Dat is een gemiste kans.
Wat is goed?
Je merkt dat hij veel weet en ontzettend veel nazoekwerk heeft gedaan. Er staan veel stukjes tekst uit allerlei verslagen door de eeuwen heen in zijn boek. Daar heb ik werkelijk ontzag voor. Het laat zien dat hij veel werken van verschillende schrijvers kent. Het is echt kundig. Maar je moet bijna wel een geleerde zijn om het te begrijpen.
Eigen mening
Ik had hoge verwachtingen van het boek door de mooie en aantrekkelijke illustraties. Toch zijn mijn verwachtingen niet uitgekomen. Ik heb het boek echt aangeschaft voor mezelf. “Hier heb ik voor altijd wat aan”, maar helaas is dat niet zo. De hoofdstukken zijn zo ingericht dat hij in de tekst verklaart hoe en waarom dat in die tijdsperiode Schoonheid is. De bewijzen daarvoor haalt hij uit allerlei boeken, verslagen, muziekteksten en gedichten. Vervolgens kiest hij uit de voorraad beeldhouwwerk, tekeningen, reliëf en gebouwen bijpassende voorbeelden. Maar meestal kiest hij schilderijen. De grote misser in dit geheel is dat hij geen verklaring geeft waarom hij voor die of dat kunstvoorwerp kiest. Soms maar helaas slechts een enkel keertje verklaart hij iets in zijn tekst. Merendeels geeft hij geen enkele verklaring. Ook geen info over de maker van het stuk. Dat vind ik heel jammer. Als ik een mooi schilderij zie wil ik graag meer weten over de omstandigheden waarin het geschilderd is. Iets over de maker en over de drijfveren. Als je dit boek voor het eerst ziet denk je dat daaraan voldaan wordt maar, nee. Zijn schrijfstijl is wollig ofwel niet duidelijk. Al lees je de stukjes keer op keer het is niet te begrijpen. Om de presentatie te geven heb ik info uit andere boeken moeten halen en heb ik de kenmerken van de Kunststromingen uit een encyclopedie gehaald.
4
Het boek is geschreven om de verschillende denkwijzen over schoonheid door de eeuwen heen weer te geven. Dat doet hij door zijn geschreven tekst. Zijn boek is niet geschreven om mooie kunst te verklaren. Maar doordat er zoveel prachtige schilderijen in het boek staan wordt je op het verkeerde been gezet en verwacht je wel uitleg daarover. Dat is mijn mening. Door dit onderwerp heb ik trouwens twee andere kunstboeken gekocht die wel aan mijn verwachtingen voldoen. “Grote meesters van de westerse schilderkunst” door Jordi Vigué en “Vrouwen die lezen zijn gevaarlijk” van Stefan Bollman. Daar ben ik ongelooflijk blij mee. Door zijn boek ben ik zeker geïnspireerd om me verder in schilderijen te verdiepen.
5