boeit, bindt & beweegt
Voorjaar 2015 “Iedereen telt mee!”
digitale schoolkrant voorjaar 2015 c.b. de Brug, Derksweg 264, 7891 PR Klazienaveen c.b. de Brug, Derksweg 264, 7891 PR Klazienaveen
Voorwoord
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, dan is alles goed. Niemand langs de kant. Opzijgeschoven en uitgespeeld. Niemand buiten beeld. Niemand, niemand. Niemand op dood spoor. Expres vergeten en weggevaagd. Niemand opgejaagd. Niemand, niemand. Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, dan is alles goed. Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, Iedereen telt mee in ’t leven. Heel de schepping, alle dagen, overvloed. Iedereen telt mee Het thema van deze schoolkrant is ‘iedereen telt mee’! Dat hebben we niet voor niets gekozen. Alle mensen zijn waardevol in de ogen van God. Op cb De Brug werken en leven wij vanuit die gedachte. Ieder mens heeft talenten gekregen. Daar kun je wat mee doen! En wij mogen bijdragen om die talenten bij jezelf te ontdekken en te gebruiken. Wij besteden veel aandacht aan de manier waarop wij met elkaar omgaan en elkaar erkennen in onze eigenheid. Wij gebruiken daarvoor de methodiek van de Vreedzame School. In deze schoolkrant vertellen we wat we in de afgelopen periode hebben gedaan. Iedereen telt Maar wij geven in deze schoolkrant nog een andere invulling aan ‘iedereen telt mee’. Rekenvaardigheden zijn belangrijk, zowel op school als in het dagelijks leven. Je hebt het bijna overal voor nodig. In de winkel om te kunnen betalen. In de keuken waar je met inhoudsmaten en gewichten werkt. In de sport om wedstrijdschema’s en uitslagen goed te begrijpen. In bijna alle beroepen wordt er van uitgegaan dat je beschikt over goede rekenvaardigheden. Dat geldt voor de timmerman die allerlei zaken moet kunnen meten. Of begrijpen welke constructies wel verantwoord zijn en welke niet. Dat geldt voor de kapster die hoeveelheden vloeistof en verf in de juiste verhouding moet kunnen mengen. Het geldt voor de vrachtwagenchauffeur die goed moet inschatten hoeveel tijd hij nodig heeft om zijn lading te lossen om vervolgens weer op tijd bij een volgende klant te kunnen zijn. En ga zo maar door.
Wij rekenen op u Leerkrachten en kinderen laten u in deze krant zien wat wij op school doen aan rekenen. En we geven ook tips hoe u als ouder een belangrijke bijdrage kan leveren aan het leren rekenen van uw kind. Uit onderzoek is bekend dat een goede samenwerking tussen school en ouders positieve invloed heeft op het leren rekenen van kinderen. Alleen samen kunnen we bouwen aan een goede school! Veel plezier bij het lezen van deze schoolkrant! Namens het team, Bert Scheper
Iedereen telt mee! pagina 2
Iedereen telt mee – Vreedzame School
Uitgangspunten Op onze school vinden we dat onderwijs ook betekent kinderen te helpen vormen tot ‘een goed mens’. Een kind wordt toegerust om z’n eigen plek te vinden om bij te dragen aan de samenleving. Een samenleving waarin niet alleen rekenen en taal belangrijk zijn voor succes, maar ook sociale en emotionele vaardigheden. Onze leefomgeving is gebaat bij burgers die zich verantwoordelijk opstellen, die vaardig en vreedzaam om kunnen gaan met verschillen en conflicten. Ook de gemeenschap op school is gebaat is bij actieve, zorgzame, initiatiefrijke en verantwoordelijke leerlingen. Dit bevordert niet alleen het plezier waarmee leerlingen en leerkrachten naar school gaan, maar zorgt ook voor een positief werkklimaat en daarmee voor een goed rendement. De Vreedzame School Op school werken wij met de Vreedzame School. Dit is meer dan een lesmethode. Het is een filosofie, een aanpak, waarin de eigen kracht van kinderen centraal staat, waarin iedereen een stem heeft, zich gezien en gehoord voelt, en op een positieve manier met elkaar omgaat. Leerlingen worden opgeleid tot mediator, en krijgen ook andere verantwoordelijkheden. In de klas én in de school. De schoolgemeenschap is een oefenplaats. Kinderen leren door te doen allerlei vaardigheden die ze nodig hebben als (toekomstig) burger in onze democratische samenleving. Doelstellingen De Vreedzame School streeft er naar om kinderen te leren: 1) op een positieve en zorgzame manier met elkaar om te gaan 2) op een democratische manier met elkaar beslissingen te nemen 3) constructief conflicten op te lossen 4) verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar en voor de gemeenschap 5) open te staan voor verschillen tussen mensen. En naar een positief klimaat, waarin: • kinderen zich veilig voelen • kinderen zich gehoord en gezien voelen • iedereen op een positieve manier met elkaar omgaat • leerkrachten en leerlingen prettig werken • minder sprake is van handelingsverlegenheid bij leerkrachten • de eigen kracht van kinderen benut wordt. De Vreedzame School in de klas In de afgelopen periode is gewerkt aan het blok ‘We dragen allemaal een steentje bij’. Hierin stond verantwoordelijkheid centraal. Een aantal groepen vertellen hierna hoe zij aan dit thema gewerkt hebben. Wij vinden het belangrijk om dit met u te delen en u hierin te betrekken. Hoe meer u weet over De Vreedzame School, hoe beter u uw kind kunt ondersteunen bij het toepassen van de nieuw geleerde vaardigheden en houdingen. Tenslotte zijn wij ‘partners’ in de opvoeding van uw kinderen!
Iedereen telt mee! pagina 3
nieuwsbrief-special Vreedzame School cb de Brug
*Vreedzame school De komende weken werken wij aan het thema ‘We dragen allemaal een steentje bij’. In deze nieuwsbrief-special van de ‘Vreedzame School’ kunt u er meer over lezen. Blok 5 in een notendop: We willen graag dat de kinderen zich verbonden voelen met de klas en de school. Dat kan alleen als we kinderen het gevoel geven dat ze er toe doen. Om dit te bereiken, krijgen de kinderen taken en verantwoordelijkheden. Binnen de school is afgesproken waarover de kinderen mee mogen denken en beslissen. Als de kinderen zich betrokken voelen bij de klas en de school, ontstaat een positieve sfeer. Ze zijn dan gemotiveerd om deel te nemen aan wat in de klas gebeurt. Een steentje bijdragen gaat ook over het uitvoeren van taken binnen de klas en de school. Dat begint bij het uitvoeren van opgedragen taken en mondt uit in het werken met klassencommissies. Bij een opgedragen taak gaat het om een soort corveetaak. De kinderen zijn verantwoordelijk voor het goed uitvoeren van die taak. Een klassencommissie gaat verder. Een klassencommissie bedenkt zelf wat ze doet, regelt de organisatie en voert uit. Een klassencommissie kan zich bijvoorbeeld bezig houden met de inrichting van de klas. De klassencommissie presenteert aan de hele klas wat ze gedaan heeft of doet een voorstel. De leerkracht is uiteraard op de achtergrond aanwezig. De doelen uit blok 5 ‘we dragen allemaal een steentje bij’: Bij de groepen 1 – 4 zijn de lessen gericht op het: • herkennen van boosheid bij jezelf en de ander leren omgaan met je boosheid. • weer goed maken n.a.v. een conflict. • leren zoeken naar oplossingen voor een conflict. • leren wanneer iets helpen is en wanneer bemoeien. • verschil tussen helpen bij een conflict als scheidsrechter en helpen als mediator. Bij de groepen 5 – 8 leren de kinderen een eigen bijdrage te leveren aan de groep en aan de school: • de kinderen bedenken activiteiten om het voor iedereen nog leuker te maken in de klas en in de school. De kinderen maken een krant voor de ouders over wat ze hebben gedaan voor de klas en voor de school. • De kinderen leren het verschil tussen het louter uitvoeren van opdrachten en het zelf bedenken van en meebeslissen over plannen en activiteiten die goed zijn voor de groep. • De kinderen leren werken met klassencommissies en een schoolcommissies. • Eerst afkoelen als je boos bent, anders kan je niet nadenken over een oplossing. • Het nadenken over buitensluiten als vorm van pesten en wat dat met je doet. • Het nadenken wat je kunt doen als iemand zich in de groep niet prettig voelt. • Hoe je het voor elkaar kunt opnemen. • Hoe je het met elkaar leuk kunt hebben.
c.b. de Brug, Derksweg 264, 7891 PR Klazienaveen, tel. 0591-312021 e-mailadres:
[email protected]; website: www.cbdebrug.nl;
Blok 5
•
Het samen bedenken en verzorgen van een les die iedereen leuk vindt.
In blok 5 – ‘we dragen allemaal een steentje bij’ hebben de kinderen geleerd, dat ze: - hun eigen gevoelens kunnen herkennen; - weten wat hen boos maakt en welk gedrag ze dan vertonen; - gevoelens zoals boos-zijn mogen hebben, maar dat het er om gaat hoe je er mee omgaat; - eerst moeten afkoelen voordat ze over oplossingen kunnen nadenken; - weten hoe het voelt om buiten gesloten te worden; - voor elkaar op moeten komen; - enkele klasgenoten beter hebben leren kennen door te vragen naar meningen en gevoelens in een Interview; - zich in de gevoelens van een ander kunnen verplaatsen. Tips voor thuis: - Neem de tijd om naar het verhaal van uw kind te luisteren als hij/zij een conflict heeft. - Bedenk samen oplossingen waar iedereen tevreden over is. - Bedenk samen met uw kind een plannetje om het thuis nog gezelliger te maken en spreek af wie wat doet. - Laat uw kind(eren) eens meedenken en beslissen over dingen die u wilt gaan doen, bijvoorbeeld het kiezen van de vakantiebestemming, zodanig dat het voor iedereen leuk is. Reacties uit de groepen van kinderen over de Vreedzame School: De Dolfijnengroep (1-2):
Reacties van kinderen uit groep 5, de Zeesterrengroep:
Dit is pagina 2 van de nieuwsbrief-special Vreedzame School van c.b. de Brug.
Reacties uit de groep 5 de Zeesterren blok 5 de vreedzame school Wat is een aardige groep, wat is een aardig persoon en wat is een aardig plannetje, hier draaide het om in groep 5. We hebben ervaren dat samen spelen en niemand buiten sluiten erg leuk werkt en dat je dan ook met andere kinderen speelt. In de klas helpen we elkaar meer en we hebben zelfs onze eigen plek in de klas gekozen! Als afsluiter hebben we een spinnenweb met een klosje wol gemaakt, je moest het klosje naar iemand gooien en het touwtje vasthouden, zo ontstond er een spinnenweb, iedereen gaf een opsteker aan de klas. Reacties van de kinderen uit de Orka-groep 7:
Dit is pagina 3 van de nieuwsbrief-special Vreedzame School van c.b. de Brug.
Leerlijnen tellen mee! Referentieniveaus Bij de planning van ons rekenonderwijs maken wij gebruik van referentieniveaus. Referentieniveaus zijn beschrijvingen van de niveaus van het taal- en rekenonderwijs, die kinderen op bepaalde momenten in hun schoolloopbaan moeten beheersen. Deze niveaus zijn landelijk vastgesteld. Voor het basisonderwijs gelden er twee niveaus: het lagere fundamentele niveau (1F -niveau) en het hogere streefniveau (1S-niveau). Ons streven is om alle kinderen aan het einde van het basisonderwijs met tenminste het 1F-niveau naar het voortgezet onderwijs te laten gaan. Maar het liefst willen we zoveel mogelijk kinderen op het hogere 1S-niveau brengen. Hieronder kunt u in grote lijnen zien wat per leerjaar wordt aangeboden. Om zo tenslotte eind groep 8 bij de gewenste referentieniveaus te komen. Groep 1 en 2 In de eerste twee leerjaren is er al iedere dag aandacht voor het leren rekenen. Vaak wordt dit voorbereidend rekenen of ontluikende gecijferdheid genoemd. De aandacht voor rekenen is vaak in allerlei spelactiviteiten verstopt. Ook leest de leerkracht prentenboeken voor waarin getallen voorkomen of waarin aandacht is voor wiskundige verschijnselen (eerlijk delen, afstanden). De leerkracht zal kinderen soms een telliedje aanleren (bijvoorbeeld Berend Botje of De Zevensprong), waardoor kinderen de telrij leren. Het rekenonderwijs in groep 1 en 2 is erop gericht dat kinderen aan het einde van groep 2 de volgende zaken beheersen:
kinderen kennen de cijfersymbolen;
kinderen kunnen vlot tot twintig tellen;
kinderen kunnen vanaf een gegeven getal zelfstandig verder tellen;
kinderen kunnen tellen met sprongetjes (een, drie, vijf, zeven, ... enz);
kinderen kunnen vanaf tien terugtellen tot nul;
kinderen kunnen de buurgetallen noemen van getallen onder de twintig (bijv. 17–18-19).
kinderen kunnen getallen tot tien vlot uitbeelden met de vingers;
kinderen kunnen van een hoeveelheid snoepjes (tot twintig) zelf tellen hoeveel snoepjes het zijn;
kinderen kennen rekenkundige begrippen als lang, kort, hoog, laag, dik, dun, groot, klein, meer, minder,
evenveel, vol, leeg;
tijdsbesef en begrippen als vroeg, vroeger, laat, later, eerder, nu, toen, straks;
kinderen kennen de dagen van de week.
Groep 3 Kinderen leren in groep 3 om getallen tot tien vlot te splitsen. Ook leren kinderen optellen en aftrekken tot tien. Aan het einde van groep 3 zijn de optellingen en aftrekkingen tot tien gememoriseerd. Dit betekent dat kinderen zonder op de vingers te tellen vlot de antwoorden kunnen geven op sommetjes als: 4+3=
10 – 7 =
5+4= 2+7=
9 9–3= 7 7–6=
=
= Iedereen telt mee!
Leerlijnen tellen mee!
Daarnaast wordt er een start gemaakt met het optellen en aftrekken tot twintig, maar het is nog niet nodig dat kinderen deze sommen al vlot uit het hoofd kunnen uitrekenen. In groep 3 wordt er een begin gemaakt met het leren kennen van de telrij tot honderd. Als het gaat om klokkijken, leren kinderen eerst de hele uren. Ze kunnen dus aangeven wanneer het 7 uur, 12 uur of 4 uur is. Later maken ze kennis met de halve uren en kunnen ze aangeven wanneer het half 4, half 12 en half 7 is. Ook leren ze het betalen van hele bedragen tot twintig euro. Het rekenonderwijs in groep 3 is erop gericht dat kinderen aan het einde van het leerjaar de volgende zaken beheersen:
kinderen kunnen getallen tot tien vlot splitsen;
optellingen en aftrekkingen tot tien zijn gememoriseerd;
klokkijken (wijzerklok): hele en halve uren;
betalen van hele bedragen tot twintig euro;
kinderen kunnen de telrij tot 100 opzeggen.
Groep 4 In de eerst helft van groep 4 is volop aandacht voor het rekenen tot tien en tot twintig. Ook worden er allerlei oefeningen gedaan om de telrij tot honderd goed onder de knie te krijgen. Later in het jaar komt het optellen en aftrekken tot honderd aan de o rde. Vaak wordt er in groep 4 ook al een (klein) begin gemaakt met de tafels van vermenigvuldiging. Het rekenonderwijs in groep 4 is erop gericht dat kinderen aan het einde van het leerjaar de volgende zaken beheersen: kinderen kunnen vlot tellen tot 100; kinderen kunnen vlot tellen tot 100 met sprongen van 2 (... 53, 55, 57, 59, 61, 63 ...); kinderen kunnen met vijfvouden tellen tot 100 (5, 10, 15, 20, 25, 30, 35 ... ); kinderen kunnen vlot tellen tot 100 met sprongen van tien (3, 13, 23, 33, 43 ....); kinderen kunnen terugtellen vanaf een gegeven getal onder de honderd (75, 74, 73, tel jij eens verder
terug); optellen en aftrekken tot twintig is geautomatiseerd (direct antwoord kunnen geven uit het hoofd); kinderen kunnen vlot optellen en aftrekken tot 100; kinderen beheersen de tafels van vermenigvuldiging van twee, drie, vier, vijf en tien; kinderen kunnen klokkijken (hele uren, halve uren, kwartier en minuut); kinderen kunnen klokkijken op de digitale klok met hele en halve uren; kinderen kennen de begrippen jaar, maand, week, dag, uur; kinderen leren meten met een liniaal.
Groep 5 In groep 5 zijn leerlingen vaak bezig met het oefenen van de tafels van vermenigvuldiging. Aan de hand van illustraties van alledaagse situaties leren leerlingen eerst wat eigenlijk een keer-som betekent. Maar uiteindelijk moeten ze de tafels vlot kunnen opzeggen. Meestal moeten de kinderen de tafels voor het einde van leerjaar 5 onder de knie hebben. Aan het einde van leerjaar 5 (maar het loopt door in leerjaar 6) moeten de leerlingen de tafels ook door elkaar beheersen. Het rekenonderwijs in groep 5 is erop gericht dat kinderen aan het einde van het leerjaar de volgende zaken beheersen:
kinderen kennen de telrij tot 2000;
kinderen kunnen foutloos optellen en aftrekken tot 1000;
kinderen beheersen de tafels van vermenigvuldiging (ook door elkaar!);
kinderen kunnen optellingen en aftrekkingen tot 1000 onder elkaar maken;
Iedereen telt mee!
Leerlijnen tellen mee!
kinderen kunnen klokkijken op de digitale klok;
kinderen kunnen betalen en geld terugkrijgen tot duizend euro;
kinderen kennen begrippen als liter, milliliter, kilogram, gram.
Groep 6 De telrij wordt steeds verder uitgebreid naarmate kinderen verder in de basisschool komen. Dat betekent dat steeds grotere getallen aan de orde komen en dat daarmee moet worden gerekend. Maar in groep 6 is er ook volop aandacht voor breuken. Het is erg belangrijk dat kinderen in de loop van dit jaar ‘elementair breukbegrip’ ontwikkelen. Dit betekent dat ze zich een voorstelling kunnen maken bij breuken als 1/2, 3/4, 2/3, 3/5, 7/10. Vaak wordt dit geoefend door kinderen pizza’s of repen in te laten kleuren. Ook leren kinderen eenvoudige breuken op de juiste plaats op de getallenlijn van 0 tot 1 te plaatsen. Het rekenonderwijs in groep 6 is erop gericht dat kinderen aan het einde van het leerjaar de volgende zaken beheersen: kinderen kunnen getallen tot 10.000 splitsen, ordenen en
de buurgetallen vinden. Daarnaast kunnen ze deze getallen plaatsen op de getallenlijn kinderen kunnen optellen en aftrekken onder elkaar kinderen kennen eenvoudige breuken als 1/2, 1/4, 3/4,
1/3, 2/3, 1/5, 4/5, 1/10 en zijn tevens in staat deze op een getallenlijn (van 0 tot 1) te plaatsen kinderen kunnen lijngrafieken en staafgrafieken lezen
Groep 7 en 8 In groep 7 en 8 is veel aandacht voor het rekenen met breuken, kommagetallen, verhoudingen en procenten. Er wordt in groep 7 een start gemaakt met ‘procenten’ en er is in groep 8 volop aandacht voor het rekenen met procenten. Ook onderwerpen als meten (omtrek en oppervlakte) en maateenheden (m2, ha) en inhoudsberekening komen aan de orde. Het rekenonderwijs in groep 7 en 8 is erop gericht dat kinderen de volgende zaken beheersen: kinderen leren cijferend vermenigvuldigen (onder elkaar); kinderen leren staartdelen, met en zonder rest; kinderen kunnen prijzen en aanbiedingen vergelijken; kinderen leren breuken plaatsen op de getallenlijn; kinderen kunnen breuken omrekenen in procenten en kommagetallen; kinderen leren procenten kennen in allerlei situaties en kunnen rekenen met procenten; kinderen leren met de 1% regel te rekenen (21% van 350, dan eerst 1% van 350 berekenen en
vervolgens de uitkomst daarvan met 21 vermenigvuldigen); kinderen kunnen btw-percentages berekenen met de rekenmachine aan de hand van de 1% regel; kinderen leren percentages te berekenen (en in te kleuren in cirkels); kinderen leren de omtrek en oppervlakte (van vierkant, rechthoek, driehoek en
andere figuren) berekenen; kinderen kunnen inhoud berekenen in m3, dm3 en liters; kinderen kunnen geldbedragen onder elkaar aftrekken; kinderen kunnen geldbedragen afronden; kinderen kunnen gemiddelden berekenen en interpreteren; kinderen beheersen het lezen van Romeinse cijfers.
Iedereen telt mee!
We maken werkbladen
We beginnen de ochtend met de dagritmekaarten. Zo krijgen de kinderen tijdsbesef. Hoeveel dagen heeft een week, wat voor dag is het vandaag (gisteren, morgen), wat gaan we vandaag doen, wat eerst, wat daarna? etc.
Ook werken we elke dag vaak met de 5-minuten rekenspelletjes (met sprongen vooruit). Bij tellen-en-rekenen horen activiteiten die tot doel hebben dat kinderen de telrij kunnen opzeggen, kunnen werken met telbare hoeveelheden, erbij en eraf kunnen nemen van 1 of 2, splitsingen tot 6 kunnen maken en getal symbolen kunnen herkennen en deze ordenen en koppelen aan hoeveelheden. Meten heeft betrekking op ordenen, vergelijken en afpassen van lengte, inhoud, gewicht en oppervlakte. Ook tijd is een grootheid die tot meten behoort. Bij meetkunde staan activiteiten centraal die oriënteren, construeren en/of opereren met vormen en figuren tot doel hebben.
Meten en passen: is de strook te lang of te kort?
Gym: we springen als kikkers. 1 sprong vooruit, 2 sprongen vooruit, 1 sprong naar achteren etc. Een kikker knutselen van vormen.
We doen allerlei oefeningen op het digibord.
We doen regelmatig spelletjes uit de kast.
En natuurlijk ontbreekt de rekenhoek niet in onze klas.
Rekenen in de Zeepaardjes groep.
In de zeepaardjes groep rekenen we iedere dag We gaan vaak tellen en bezig met de cijfers. Ook meten en meetkunde doen we al. Hier Gaan we kijken hoe we de glazen in de goede volgorde kunnen zetten van vol naar leeg.
Bij de spelletjes taak doen we ook rekenspelletjes. Zo leren de kinderen om van het doen te gaan naar een spelletje ermee maken. Daarna komt dezelfde opdracht ook nog terug als kinderen in groep 2 zitten om het dan in een werkblad in de goede volgorde op te kunnen zoeken
. In de groep hebben we een rekenhoek. Hier zijn elke keer weer andere activiteiten te vinden. We passen de hoeken aan, aan het thema waar we over werken. Vorige week konden de kinderen er magnetische kikkers vangen met stippen op hun buik. Wie heeft de meeste stippen?
In de onderbouw middenruimte staat een mooie rekentoren. Ook hier doen we regelmatig een lesje uit dat we in de kring aanbieden. Zo werken we op een leuke manier aan rekenen! Rekengroetjes van de zeepaardjes!
Hoe ziet een rekenles er uit in groep 3 Elke dag, van 11.00-12.00 zijn we bezig met rekenen. We beginnen altijd met het uitleggen van sommen in echt situaties. Bv de bussommen. -Voor de klas staat een bus gemaakt van een aantal stoeltjes. We spelen situaties na waarbij er kinderen in- en uitstappen. (erbij en eraf, + en -) -Daarna gaan we samen verder werken in het werkboek, waarin de zelfde situaties staan op een foto. -Daarna zien we dezelfde situatie als tekening afgebeeld. Kinderen die het al weten kunnen al vlot aan het werk, de anderen doen nog met mij mee. Wanneer alle kinderen aan het werk is zijn, is er tijd om een aantal kinderen nog extra uitleg te geven. Alle kinderen gaan zoveel mogelijk zelfstandig het oefenboek maken. Zijn er vragen, dan zetten de kinderen hun zelfstandigwerken-blokje met het vraagteken neer. Ik loop een vaste route door de klas om te helpen. Soms moeten ze even wachten, maar kunnen dan vast verder gaan met de sommen die ze wel weten.
Hoe weten we nu welke kinderen de leerstof al beheersen en wie nog niet? Na 15 lessen komt er een voortgangstoets om te zien wie de leerstof begrijpt en wie nog niet. Deze toets doen wij al voor we met een nieuw boekje beginnen. Zo hebben we goed in kaart wie het al weet en direct aan het werk kan en wie nog niet alles weet en met een aantal sommen nog mee moet doen bij de uitleg. Dit werkt goed. Geen overbodige uitleg meer! Na 15 lessen doen we dan weer dezelfde toets en zien dat de kinderen goed vooruitgaan. Hoe ervaren de kinderen het om de toets vooraf te doen? Enkele reacties: - je weet al wat er komt - je weet wat je nog moet oefenen - je kunt vaker direct beginnen met werken - het is fijn om met juf mee te doen
Fouten verbeteren De kinderen moeten altijd de fouten van de vorige lessen verbeteren. Staat er een kruisje dan is het fout, staat er en stip dan is er iets vergeten.
X .
Meestal kunnen de kinderen het alleen verbeteren, soms weten ze het echt niet en hebben ze hulp nodig bij het verbeteren. Rekenspelletjes voor thuis. Ouders vragen regelmatig welke rekenspelletjes goed zijn om thuis te doen. Onder de volgende link vindt u een aantal leuke spellen. http://rekenspel.slo.nl/spellenperleerjaar/groep3/ Wat hebben we, volgens de kinderen, geleerd in groep 3? - verdubbelen/halveren - bussommen - erbij-/erafsommen - hoeveel tienen zitten er in een getal? - sprongen van 1’2’5 en 10 - verhaaltjessommen - huizen bouwen van blokjes
Hoe rekenen wij in groep 4? Elke dag maken wij 's morgens een rekenles in het werk- en oefenboek. We zijn de laatste tijd erg veel bezig met klokkijken, meten, getallenlijnen, verhoudingstabellen, optellen, aftrekken, meer/minder, verdubbelen, keersommen en zelfs delen! Heel knap van de kinderen en ze doen ook allemaal heel goed mee. Ze leren in relatief korte tijd ongelooflijk veel. Er worden grote sprongen gemaakt en het is geweldig om te bemerken dat ieder kind zelfs de moeilijke sommen na een tijdje oefenen toch ineens begrijpt. Na de uitgebreide instructie gaan de kinderen ook zelfstandig aan de slag. Kinderen die het moeilijk vinden mogen bij juf aan de instructietafel komen voor verdere uitleg en hulp. Maar ook kunnen ze elkaar goed helpen. Of 1 kind die de sommen heel goed snapt mag een ander kind die het allemaal nog moeilijk vindt helpen. Deze uitleg van de kinderen op kinderniveau werkt fantastisch; zij begrijpen hun eigen kindertaal gewoon heel goed en dit werkt uiteraard zeer motiverend. Voor de instructie gaan we nu vaak hoofdrekenen. Vooral de tafels komen nu veel aan bod. We gaan de tafels gezamenlijk in de klas opzeggen, maar ook mogen de kinderen voor de klas alleen of met z'n 2-en een tafel opzeggen. Als dat heel goed gaat dan mogen ze een blokje op de lijst dat in de klas hangt kleuren. (zie foto). De kinderen hebben een tafelposter thuis, maar nu ook een tafelschriftje in hun vak waar ze af en toe mee aan het werk kunnen (zie foto). Erg leuk vinden de kinderen de coöperatieve werkvormen dat weer 'ns anders werken en leren is; heel leerzaam, creatief en uitdagend dan altijd maar alleen aan je eigen tafel werken. Bijvoorbeeld: Op een papiertje een som schrijven en dan door de klas kris kras lopen en elkaar bevragen als de muziek stopt. Of binnen/buitenkring die dan weer links- en rechtsom draait en je hierdoor met heel veel verschillende kinderen oefent. Of met z'n 2-en of 3-en onderling over en weer sommen aan elkaar vragen. En zo zijn er nog veel meer andere vormen die heel leerzaam maar ook vooral gezellig zijn. Het zijn leuke spelvormen die heel motiverend werken en de kinderen uitdagen tot meer en moeilijker. Zo wordt leren ook leuk! Ze vragen bijvoorbeeld aan juf of ze ook al meer tafels mogen opzeggen en inkleuren en/of willen zelfs verder dan de 10 ! Dus ook bijvoorbeeld 11 x 3, 12 x 3, 13 x 3, etc, maar ook de moeilijkere tafels van 11 of 12 zijn al heel populair. Al met al een hele leuke manier om het rekenen leuk te maken en daarbij ook een uitdaging ommeer te kunnen leren en aan elkaar of voor de klas te laten zien wat ze kunnen. Tips voor thuis: Rekenspelletje in de auto. Als ritueel voor het slapen gaan de tafels opzeggen (met een ouder bijvoorbeeld); hier zijn genoeg leuke manieren voor. Ook wordt de kalender behandeld (bijvoorbeeld wanneer is oma jarig?). Boodschappen doen met echt geld ( en hoeveel krijg ik nu terug aan wisselgeld?). De analoge en digitale klok. De (groep 4 )- tafelrap; zo leren ze de tafels ook m.b.v. muziek. Tevens zijn er veel spelletjes met tafels op internet te vinden. Met veel vriendelijke rekengroeten van de juffen en kinderen van groep 4.
Creatief met rekenen in groep 5 de Zeesterren!
Een rekenpuzzel door Isa! Rekenen Het leukste wat ik vind op school is? Rekenen! Waarom? Daarom. Het is wel leuk om te rekenen, ik weet ook niet waarom. Toen ik voor het eerst ging rekenen van 1+1=2 was het leuk. Bijna iedereen luisterde niet, maar ik wel. Leuk rekenen, Super samen met mijn vrienden redactiesommen maken is ook Leuk om te doen. Groetjes van Kaylee.
Rekenen… Is leuk Maar ook moeilijk Maar wel erg leuk Zelfvertrouwen! Roos & Nina
Rekenpuzzel Sander & Loraine
De tip van juf Teska & meester Patrick: Wanneer je netjes werkt en de sommen recht onder elkaar zet, dan heb je de minste kans op fouten.
Rekensommen van de orka’s
Rekensommen van groep 7
De
Rekensommen
Rekensommen Van Groep 7 Orka’s
Wim: 3482 Tristan: 10000050 Senna: 400dl Martijn: 83640853 Jordi: 55
Juliët: 10032 Gwenn: 4000 Dinand:576 Sharina: 100 Ruben: 10000000
Vera: 81 Marciano: 144 Kim: 50.000mm Sendi: 10.000dl, 100.000cl, 1.000.000ml Julia: 49
Lynn: 500 ml Maurice: 50000 Thijmen: 56 Tessa: 15000000
Groep 7, de Pinguins, vertellen over het vak rekenen bij ons op school. Marit: Ik vind rekenen zelf best wel leuk maar sommige lessen vind ik wel lastig. Danique: ik vind rekenen het leukste vak op school. Merel: Ik vind rekenen zelf best wel leuk maar soms ook moeilijk. Chris: ik vind rekenen best leuk en ik vind zelf dat ik er zelf best goed in ben. Sander: ik vind dat ik wel goed doe met rekenen enzo Senn: ik vind rekenen soms moeilijk en soms makkelijk een beetje verschillend Bryan: ik vind rekenen leuk en makkelijk Esmee: het is wel leuk en juf legt het goed uit. Stijn: ik vind het best moeilijk maar ik haal wel goede cijfers. Roan: ik vind het wel leuk soms is het moeilijk. Wesley: het is leuk maar ook wel soms moeilijk Mika: ik vind dat het belangrijk is dat je als je in een plus boek kan dat dat ook mag en zo kun je beter leren en ik heb zelf ook een plus boek en juf geeft ook aandacht aan de plus boek kinderen als er hulp nodig is. Carmen: ik vind de uitleg goed, ik begrijp het wel snel, ik vind de breuken wel makkelijk en de toetsen zijn soms een beetje moeilijk vind ik zelf Lieke: ik vind het soms leuk en heel vaak niet want ik begrijp soms iets niet en ik kan ook snel afgeleid zijn. Ik vind breuken best wel moeilijk en toetsen ook. Yanniek: rekenen vind ik lastig daarom werk ik in een ander boekje en nu gaat het heel erg goed Thom: ik vind rekenen soms moeilijk maar ook soms makkelijk maar de meeste keer vind ik rekenen wel makkelijk. Rifka: ik vind rekenen leuk en soms ook wel makkelijk. Heel soms vind ik rekenen ok wel een beetje moeilijk. Zoë: Rekenen is best een leuk vak, he ligt eraan wat we gaan doen! Maar meestal vind ik het best moeilijk. Maar de leuke lessen zijn meestal wel makkelijk Eline: ik vind rekenen heel leuk en makkelijk. en rekenen is mijn lievelingsvak. Rosan: ik vind rekenen heel makkelijk en de uitleg is goed die juf geeft het is een van mijn lievelingsvakken. Lysanne: ik vind rekenen heel leuk en makkelijk en de uitleg is ook goed alleen soms saai en rekenen is een van mijn lievelingsvakken. Lin: Ik vind rekenen wel leuk en soms makkelijk en de uitleg is ook wel goed alleen soms is het moeilijk. Groetjes van ons allemaal.
Rekenen groep 8. De leerlingen van groep 8 hebben op 21-22-23 april de eindcito gemaakt. Ze hebben voor jullie enkele opdrachten gemaakt. Veel plezier met het oplossen van deze sommen.
5.
1.
Hoeveel = het samen?
Zoek de kleine gemene veelvoud van 14 en 6
1 1/8 + 2 2/4 =
14 6
Karlijn antwoord: 42
Chantal
6. Hoeveel is 999x999 ongeveer
2. Hoeveel is het samen?
A 10.000 B 100.000
1,005 + 3,8+ 6,90=
Esmée
Bram
3. Broodjesdag. Op Broodjesdag worden 18 000 broodjes Uitgedeeld op 12 stations in het land. Op elk station worden evenveel broodjes uitgedeeld. Hoeveel broodjes zijn dat per station? A. 1050 C. 1500
B. 10 500 D. 15 000
Marjolein 4. Reken uit. 7563-2921=??? Daan
C 1.000.000 D 10.000.000
7. Reken uit. Een fiets kost zonder BTW 601,50 euro. Er komt nog 19% BTW bij Hoeveel moet er voor de Fiets betaald worden met BTW A 120 B 620
C 630 D 720
Antwoord d
Kevin
8. Schatten.
11. Reken maar
249,95:4,94=
Er gaan 3258 mensen een dagje weg. 20 procent gaat naar Disneyland Parijs. 80 procent naar Slagharen. Hoeveel mensen gaan naar Slagharen.
Schat de uitkomst van deze deling welke schatting is het meest nauwkeurig A= 40 B= 50
C= 60 D= 75
Neo
Sanne
12. Reken uit. Pietje koopt 4 ijsjes van per stuk 2.45.Hij krijgt 14% korting .Hij betaalt met een briefje van 20.00 euro. Hoeveel krijgt hij terug?
9. Reken uit. 8x198= A 1297 B 1456
C 1584 D 2018
Antwoord: c
Lean
Susanne 10. Wat is juist?
13. Reken uit.
12,909 x 4.099
300 x 300 x 300 = ?
Joris rekent deze opgave uit op zijn Rekenmachine. Wat moet het goede antwoord zijn? A 48,913991 B 52,913991 C 60,913991 D 65,913991
Benjamin 14. Zoek de grote gemeenschappelijke deler van 18 en 96.
Melanie
18 96 Antwoord:6
Beau-Ann
15. Reken uit.
18. Reken uit.
7+7:7+7x7-7= A: 00 C: 50
B: 08 D: 56 Chimene Je koopt deze fiets en betaalt met een briefje van € 500,Hoeveel wisselgeld krijg je?
A: 311 C: 211 16. Reken uit. Wat is het gemiddelde ? 3-5-6-0-1 A:15 C:5
B:3 D:4 Martijn
17. Reken uit. 1 liter is 1 kg Hoeveel gram is 2000 liter? A: 2000000 B: 2000 C: 200000 D: 200
Daniël
B: 321 D: 221 Fleur
Ondersteuning van ouders telt mee! Basisregels voor ondersteuning Als ouder kunt u een steentje bijdragen aan de reken- (en taal)ontwikkeling van uw kind. Een aantal basisregels die dat kunnen versterken staan hieronder. Basisregel 1: Praat positief over alles wat met school en leren te maken heeft. Sommige ouders vonden rekenen en wiskunde vroeger maar moeilijke vakken. Ze hebben er geen goede herinneringen aan overgehouden. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat het reken- en wiskundeonderwijs sinds uw tijd sterk veranderd is. Wanneer rekenen vroeger niet uw favoriete vak was, betekent dat nog niet automatisch dat dat ook voor uw zoon of dochter zal gaan gelden. Maar daarvoor is het wel nodig dat u op een positieve manier over rekenen praat met uw kind. Onderzoek heeft aangetoond dat het een positief effect heeft op de leerprestaties van kinderen wanneer hun ouders positief praten over leren en over school. Basisregel 2: Geloof in de mogelijkheden van uw kind. Iedereen kan leren rekenen. Daarom is het goed wanneer u vertrouwen hebt in de mogelijkheden van uw kind. U hoeft niet direct in paniek te raken wanneer het leren rekenen even wat moeizamer gaat. Dingen die nieuw zijn voor kinderen, hebben vaak even tijd nodig voordat ze goed worden begrepen. Dat kan soms gevoelens van onzekerheid geven. Meestal verdwijnen die gevoelens vanzelf. Leren rekenen gaat, net als leren lopen, met vallen en opstaan. Dat er af en toe hobbels genomen moeten worden, hoort bij leren en bij de ontwikkeling van een kind. Basisregel 3: Heb aandacht voor het leren van uw kind. Misschien is dit wel het belangrijkste advies dat we u kunnen geven. Vraag niet alleen aan uw kind hoe het was op school, maar vraag ook aan uw kind wat het die dag geleerd heeft. Realiseer u verder dat rekenen niet alleen op school gebeurt. Ook in het dagelijks leven bent u en zijn kinderen elke dag met rekenen bezig. Die mogelijkheden kunt u uitbuiten!
Steentje bijdragen De rekenontwikkeling van uw kind is op verschillende manieren te stimuleren. Een paar voorbeelden:
door het voeren van rekengesprekjes met uw kind naar aanleiding van alledaagse gebeurtenissen;
door bij de aanschaf van speelgoed rekening te houden met wat kinderen er van kunnen leren;
door het spelen van spelletjes waarin getallen en strategieën voorkomen;
door uw kind te leren gebruik te maken van klok, kalender, geld en een bankrekening;
door uw kind te helpen bij rekenen.
Tip 1: Voer rekengesprekjes met uw kind naar aanleiding van alledaagse situaties. Als ouder kunt u met uw kind ‘alledaagse’ rekengesprekjes voeren. Wanneer u er alert op bent, ontdekt u vanzelf steeds meer situaties waarin getallen, tabellen, grafieken, kaarten en plattegronden voorkomen. Het gaat er niet om dat uw kind (of uzelf) op alle vragen een antwoord weet. U hoeft ook geen lange verhalen te houden waarin u alles uitlegt. Het gaat erom dat u de belangstelling van uw kinderen voor getallen en rekenkundige zaken stimuleert door vooral zelf nieuwsgierig te zijn en hardop vragen te stellen. Een paar voorbeelden van vragen en uitspraken van ouders aan jonge kinderen:
Iedereen telt mee!
Ondersteuning van ouders telt mee!
Hoeveel jaar word je morgen? Kun je dat op je vingers laten zien?
Hoeveel nachtjes moeten we nog slapen voor we naar opa en oma gaan?
Hoeveel pannenkoeken heeft pappa op?
Wil jij deze snoepjes eerlijk verdelen met Leon, Maylin en Judith?
Voorbeelden van vragen aan oudere kinderen zijn:
Heb je enig idee hoeveel kinderen er op een dag in Nederland geboren worden?
Hoeveel mensen zouden er vandaag in Nederland jarig zijn?
Hoe laat is het op dit moment in China?
Weet jij wat de stand is van de kilometerteller van onze auto? Hoeveel keer hebben we nu de aarde rond gereden?
Tip 2: Houd bij de aanschaf van speelgoed en computerspellen rekening met wat kinderen er van kunnen leren. Ook bij de aanschaf van speelgoed kunt u rekening houden met of kinderen er iets van kunnen leren. Zoals bijvoorbeeld lego of ander constructiemateriaal (via internet kunt u vaak goedkoop aan tweedehands lego komen). Maar u kunt ook denken aan vouwblaadjes, mozaïek en bouwplaten. Dit speelgoed stimuleert het denken en de ruimtelijke ontwikkeling van kinderen. Ook sommige games en com puterspellen doen een beroep op het denken en de rekenontwikkeling van kinderen. Door af en toe samen met uw kind met het speelgoed te spelen en soms ook dingen voor te doen, kunt u het spel van uw kind verdiepen. Het is belangrijk dat u bij de keuze van het speelgoed rekening houdt met de interesses van uw kind. Tip 3: Speel gezelschapsspelletjes met uw kind waarin getallen en strategieën voorkomen. Er zijn allerlei gezelschapsspelletjes te koop waarin een beroep gedaan wordt op de reken- en denkvaardigheden van kinderen. Het gaat vaak om heel bekende spelletjes en soms om heel leuke minder bekende spellen. Bij jonge kinderen (ongeveer 4-8 jaar) kunt u denken aan spelletjes als: Mens-erger-je-niet, Ganzenbord en Halli Galli. Trouwens: wat had u gedacht van het punten tellen na een potje sjoelen? Leuke en leerzame spellen voor wat oudere basisschoolkinderen (9-12 jaar) zijn Mexican Train, Koehandel, Levensweg, Mastermind, Rushhour, Geld-weetjes kwartet, Zakgeldspel en Take 5!
Tip 4: Leer uw kind gebruik te maken van de klok, kalender, geld en een bankrekening. Je zou het niet zeggen, maar kinderen leren thuis meer dan op school. Het belangrijkste doel van de opvoeding is dat kinderen zelfstandig worden. Daarom leert u kinderen om op de klok en de kalender te letten door vragen te stellen en afspraken te maken als:
Iedereen telt mee!
Ondersteuning van ouders telt mee!
‘Elke dag om half 6 binnenkomen, want daarna gaan we eten.’
‘Wanneer de grote wijzer bovenaan staat, ga je je alvast klaarmaken om naar bed te gaan.’
‘Elke zaterdagmorgen maak je het konijnenhok schoon.’
‘Hoe laat moet je van huis vertrekken om op tijd op de voetbaltraining te zijn?’
‘Op de eerste dag van de maand krijg je je zakgeld.’
Een klok in de woonkamer of keuken kan kinderen helpen zich meer bewust te worden van de tijd. Kinderen kunnen een horloge krijgen zodat ze (ook wanneer ze buiten spelen) zelf de tijd in de gate n kunnen houden. Het is verstandig om bij de aanschaf van een eerste horloge te kiezen voor een horloge met gewone wijzers met op de wijzerplaat de getallen 1 t/m 12 die de onderverdeling van de tijd aangeven. Een kalender in huis waarop de wekelijkse afspraken genoteerd worden, helpt kinderen om het begrip tijd beter te begrijpen en te gebruiken bij het plannen. Jonge kinderen hebben vaak een spaarpot waardoor ze al heel vroeg de waarde van munten leren kennen. Vanaf een bepaalde leeftijd krijgen veel kinderen zakgeld, zodat ze met geld leren omgaan. Oudere kinderen krijgen een eigen bankrekening zodat ze leren om niet altijd direct hun geld uit te geven, maar te sparen om later iets speciaals te kunnen kopen. Al dit soort heel gewone alledaagse zaken zijn van groot belang voor de ontwikkeling (en ook de rekenontwikkeling) van kinderen. Tip 5: Geef positieve aandacht aan het (reken)huiswerk van uw kind. Het kan helpen als u thuis met uw kind oefent om iets onder de knie te krijgen. Bijvoorbeeld het oefenen van de tafels. Of uw kind heeft een werkblad meegekregen met sommen die zij of hij lastig vindt. Kinderen kunnen vaak wel wat hulp en aandacht van hun ouders gebruiken. Het is belangrijk dat u pas thuis aan het oefenen gaat als het op school al is uitgelegd en geoefend. Dan is het maken van het huiswerk thuis niet heel moeilijk. Het kan verwarrend zijn voor uw kind wanneer u dingen thuis op een net iets andere manier uitrekent dan op school gebeurt. Overleg dus steeds goed. Vuistregels voor het helpen van uw kind bij het thuis oefenen:
Kies een geschikt moment om uw kind te helpen met het rekenhuiswerk. Kies een moment waarop het rustig is in huis en u zelf ook voldoende tijd hebt om met uw kind met het huiswerk bezig te zijn.
Houd het gezellig. Stop met uw hulp wanneer het niet goed lukt of wanneer er over en weer irritatie tussen u en uw kind ontstaat. Probeer op een ander moment of het dan wel lukken wil.
Houd het kort. Het oefenen thuis mag nog niet te veel tijd in beslag nemen. Voor veel kinderen is 20 minuten al lang genoeg om thuis met oefenen bezig te zijn.
Geef uw kind complimentjes om zijn inzet en doorzettingsvermogen. Doe dat ook als het resultaat nog niet helemaal naar wens is.
Vraag de leerkracht om enkele voorbeeldsommen die uitgerekend zijn op de manier die hij/zij van de kinderen verwacht.
Iedereen telt mee!