B&N
Groei perspectief
Onderzoek naar de uitbreidingsmogelijkheden van Biddinghuizen
Brent Cazemier & Noah Palmer
Groei perspectief Onderzoek naar de uitbreidingsmogelijkheden van Biddinghuizen
Onderzoek in opdracht van: IAHLarenstein; Wilke Diekema
Velp, 18 januari 2001
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Situatieschets -plangebied -opdrachtomschrijving -programma van eisen -probleemstelling
4 5 6 6
Inventarisatie / Analyse (op verschillende schaalniveau's)
-provincie -streek -gemeente
7/8 9/10 11
Scenario's
12
Uitgangspunten en doelstellingen
13
Ontwikkelingsmodellen
14
Uitbreidingsmodellen
15
2
Inleiding In uw handen heeft u het duale rapport, 'Groei perspectief'. In dit rapport hebben wij onderzoek gedaan naar de mogelijke uitbreiding van het Flevopolderdorp Biddinghuizen. Dit onderzoek is gedaan naar aanleiding van de opdracht ontwerpen-stedebouw, januari 2001, IAH Larenstein te Velp. In dit rapport geven we eerst een situatieschets, van het plangebied, de opdrachtomschrijving, het programma van eisen en de probleemstelling. Hierna volgt de inventarisatie en analyse, op zowel provinciaal, streek en gemeentelijk niveau, waaruit wij onze conclusies hebben getrokken. Aan de hand van deze gegevens hebben wij vier denkbare scenario's gevonden, en een aantal uitgangspunten en doelstellingen geformuleerd, die wij hebben gebruikt om de modellen te schetsen. Met de eerste reeks modellen hebben wij geprobeerd om de gevolgen van verschillende ontwikkelingen, op streek niveau, te vatten en is de gewenste richting van uitbreiding bepaald. Hieruit volgen de uitbreidingsmodellen voor Biddinghuizen. Het opstellen van dit rapport is slechts het begin, vanaf dit punt kunnen wij individueel verder met het uitwerken van het masterplan. Wij zijn van mening dat we een goede basis hebben kunnen leggen, mede dankzij de goede samenwerking.
3
Situatieschets Plangebied Rondom het dorp Biddinghuizen komen landbouwgronden vrij, deze gelegenheid wil de gemeente Dronten aan grijpen om ze te ontwikkelen in het kader van 'nieuwe landgoederen'. Deze ontwikkeling komt samen te vallen met de geplande, stedelijke uitbreiding van Biddinghuizen, waardoor de gehele inrichting gezamenlijk kan worden opgepakt. De gemeente wil van deze gelegenheid gebruikmaken om zo een aantrekkelijk buitengebied te creëren, voor zowel de bewoners als de stedelijke recreant, waarbinnen de landschappelijke elementen en ruimtelijke kwaliteiten gewaarborgd blijven, of zelfs uitgebreid worden. De huidige recreatievoorzieningen, langs de randmeren en de langs de Hoge Vaart gelegen dorpsbossen, hebben nu al een belangrijke recreatieve functie en spelen ook een belangrijke rol in het geheel. Tevens dient men rekening te houden met de relatie tussen het open polderlandschap en de besloten randen.
4
Situatieschets Opdracht De opdracht bestaat uit zowel een rode (stedenbouwkundig) als een groene opgave. De rode opgave bevat zowel het uitbreidingsvoorstel van het dorp zelf (650 woningen), als de situering en inrichting van landgoederen. Deze landgoederen komen in de plaats van drie agrarische bedrijven, met een totale oppervlakte van 110ha, in de omgeving van Biddinghuizen. Het ontwerp dient er zorg voor te dragen dat de recreatieve functies in het gebied worden verhoogd, en tevens een samenhangend geheel gaan vormen, dat de landschappelijke kwaliteiten worden gerespecteerd en uitgebreid, en dat het dorp Biddinghuizen als geheel een positieve impuls krijgt. Voor de ontwikkelingen van de nieuwe landgoederen dient te worden gelet op milieuvriendelijkheid, natuurontwikkeling en recreatieve netwerken. Bij de groene opgave dient men gebruik te maken van de landschappelijke polderelementen om zo de ruimtelijke kwaliteiten te versterken. Men dient deze elementen zo toe te passen dat de herkenbaarheid van de polder gewaarborgd blijft. Een belangrijk kenmerk van de Flevopolder is de open ruimten tussen de dorpen, en tussen de dorpen en de randmeren. Het open polderlandschap wordt dan ook zeer waardevol geacht en men dient deze te respecteren. Het ontwerp dient voorzien te zijn van een gevarieerd aanbod van elk onderdeel, hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan woningen of recreatie, wat de functionaliteit van het gebied ten goede komt.
5
Situatieschets Programma van eisen -uitbreidingslocatie(s) bij Biddinghuizen voor 650 woningen -aanvullende stedelijke groenstructuur -aanvullende ontsluitingsstructuur -ontwikkelen van recreatiestructuur, inclusief struinnatuur en een routenetwerk bij en rond Biddinghuizen -jachthaven wordt verdubbeld, inclusief horeca -huisjesterrein wordt verdubbeld -bos-/natuuroppervlak wordt uitgebreid in samenhang met exclusieve bouwterreinen ('nieuwe landgoederen' benadering op ca. 110 ha.) -openheid polder moet gerespecteerd worden
Probleemstelling De landschapsarchitect neemt deel bij de ontwikkeling en uitwerking van stedenbouwkundige projecten om zo een ruimtelijk ontwerp te creëren waarbinnen voldoende ruimtelijke en landschappelijke kenmerken aanwezig zijn om een herkenbare buitenruimte te scheppen. Dit alles dient te gebeuren binnen de stedenbouwkundige randvoorwaarden. De landschapsarchitect kan hierbij gebruik maken van een aantal ruimtelijke en vormgevende vaardigheden, zoals bijvoorbeeld groenstructuren, landschappelijke elementen, verkaveling, zichtlijnen en milieubewuste inrichting van de woonomgeving.
6
Provincie
Inventarisatie / Analyse
Hoofdstructuur van Flevoland bestaand uit grootschalig elementen, zoals verdichte zones, halfopen landschappen en open ruimten. Verder zijn grote lijnelementen en uitzichten over open water als belangrijke onderdelen van de polderontwerpen aangegeven.
Structuurkaart van Flevoland bepaald door de massa's van steden en bossen. Hieruit is af te leiden dat de randen van de polder meer massief zijn en het midden een veel opener karakter heeft.
EHS op deze kaart is te zien hoe, ondanks het jeugdig karakter, zich hier waardevolle natuurgebieden hebben ontwikkeld. Er zijn twee belangrijke verbindingen aanwezig namelijk, de Knardijk die de Oostvaardersplassen met de Veluwe verbindt en de natte as van Nederland die de Wadden met de Biesbos verbindt.
Gewenste ecologische uitbreiding voornamelijk in de randzones en langs de Knardijk, waarbij kan worden gedacht aan brede groenzones die bestaan uit gradiënten van moeras naar bos.
7
Provincie
Inventarisatie / Analyse Bebouwing De dorpen in het noordoosten zijn vanuit het radiale principe gesticht, waardoor de onderlinge afstanden ongeveer gelijk zijn. De ontwikkeling van de polder kenmerkt zich in tijd en locatie, de omvang van de plaatsen geven dit goed weer. Dit is goed te zien bij Almere en Lelystad, welke door de verbinding met de randstad expansief groeien.
Bossen De bossen zijn op onbruikbare landbouwgronden ontwikkeld, de bodem in de randen bestaat voornamelijk uit zand van de oude kustlijn van de Zuiderzee. Deze gronden laten veel water door, hierdoor kenmerkt de randzone zich als kwelgebied.
Infrastructuur De hoofdinfrastructuur in het gebied is parallel opgebouwd aan de randen, hierdoor is het gehele gebied goed ontsloten. In de kleinere wegen is duidelijk de overschakeling van radiaal naar rationeel te herkennen.
Ontwateringhoofdstructuur De Hoge- en de Lage Vaart zorgen voor de af- en aanvoer van het polderwater, welke weer zijn aangesloten op de kleinere tochten haaks daarop. Deze twee vaarten kunnen waardevolle toevoegingen zijn aan de recreatieve routes.
Provincie Flevoland
8
Inventarisatie / Analyse
Streek
Infrasructuur
Water
Verkaveling
Ruimte_massa
Rood in het Groen
Recreatie
9
Inventarisatie / Analyse
Streek
Oost Flevoland kenmerkt zich door het oude radiale principe zodat afstanden evenredig verdeeld zijn. In de loop der tijd is de landbouw zodanig doorontwikkeld dat het patroon is overgegaan naar rationeel. Biddinghuizen ligt net op de overgang van radiaal naar rationeel en heeft een sterkere relatie met de rand in tegenstelling met de andere dorpen. Dit patroon is duidelijk terug te zien in de opbouw van de infrastructuur. De doorlopende wegen lopen parallel aan de randen, waar haaks op de verbindingen worden gemaakt. De infrastructuur is dermate belangrijk voor de beleving van het polderlandschap. De provinciale wegen zijn grotendeels aangeplant met één of meerdere rijen bomen, tussen deze wegen en de vaarten is zelfs extra massa aangebracht. De overige massa's worden bepaald door de bosranden, de plaatsen -die omgeven zijn door groen-, maar ook door de boerderijen -met hun erfbeplanting- die langs de landwegen gesitueerd zijn.
Zo beleeft men vanaf de provinciale wegen een grootschalig openlandschap. De koppeling tussen de verschillende ruimten ontstaat, doordat men onder de bomen door kan kijken. Vanaf de landwegen vormen de provinciale wegen een scherm, waardoor de ruimte kleiner oogt. De dorpen van Oost Flevoland en de boerderijen lijken op eilanden in het openlandschap, doordat deze losgekoppeld zijn van de beplante provinciale wegen en bosranden. De meest besloten beleving is vanuit de boerenerven, hier wordt het landschap teruggebracht tot de menselijke maat.
Structuurkaart
10
Gemeente
Inventarisatie / Analyse
(Recreatie)voorzieningen van Biddinghuizen: Bibliotheek Dorpshuis Jeu de boules baan Gezondheidscentrum Zwembad Midgetgolf Dierenpark(kinderboerderij) Sportvelden
Biddinghuizen heeft het karakter van een dorp, waar een plek is gecreëerd waar men rustig in het groen kan wonen, losgekoppeld van de grote stad. Het is bij de inrichting van de Flevopolder ontstaan om boeren en landarbeiders een plek te bieden dichtbij de landbouwgronden. Biddinghuizen is een typisch kerkdorp van deze tijd, die vanuit traditioneel oogpunt is opgebouwd, waarbij de kerk centraal staat. Kenmerken van Biddinghuizen zijn: -Modern dorp met traditionele eigenschappen -de rust en ruimte -ruime aanwezigheid van het groen -meerdere recreatieve groenvoorzieningen -eigen centrumpje -hoog agrarisch gehalte -breed woonprogramma, met de nodige voorzieningen -de kernhoofdwegen (N710, N305, N708 en N709) -geen hoog stedelijke invloeden (snelwegen, hoogbouw, e.d.)
Begrenzing;
Woonwijken: jaren 60 I II jaren 70 III jaren 90
-noord: door de Hoge Vaart en de Biddingringweg, waartussen bos is aangeplant -west: door een parkbos met recreatievoorzieningen -zuid en oost: staan in contact met het open polderlandschap
Industrie / Bedrijventerrein
11
Scenario's We hebben geanalyseerd dat er rondom Biddinghuizen een overgang van radiaal naar rationeel plaatsvindt. Tevens hebben we twee verschillende woonvormen weten te onderscheiden namelijk; -individueel wonen, denk aan de boerderijen. -gezamenlijk wonen in de dorpen.
conclusies De uitbreiding van Biddinghuizen kan vier kanten op gaan.
-rationeel / vlak Een gezamenlijke woonvorm waarbij de patroon parallel of haaks op het bestaande stedelijk weefsel uitbreidt in een bepaalde richting. -individueel gezamenlijk karakter -zorgt voor een eenheid van wijkdelen -centrum losgekoppeld van uitbreiding -geconcentreerde uitbreiding
-radiaal / vlak Een gezamenlijke woonvorm waarbij de patroon vanuit het bestaande stedelijk weefsel uitbreidt in alle richtingen. -versterkt het gezamenlijk karakter -zorgt voor een eenheid van het dorp -centrum blijft centraal, goede bereikbaarheid -geconcentreerde uitbreiding
-rationeel / lijn Een meer individueel ingestelde woonvorm waarbij de patroon parallel of haaks op het bestaande stedelijk weefsel uitbreidt in een bepaalde richting. -losse structuur -kontact met de omgeving is groot -open uitbreiding
-radiaal / lijn Een meer individueel ingestelde woonvorm waarbij de patroon vanuit het bestaande stedelijk weefsel uitbreidt in alle richtingen. -losse structuur -kontact met het centrum is groot -open uitbreiding
12
Uitgangspunten en doelstellingen
-Dorpen mogen niet aan elkaar vastgroeien -de openheid mag niet worden aangetast -rekening houden met beleving van verschillende schaalniveau's -uitbreiding moet begeleid worden door groen (tussen vaart en weg) -verhouding groen / rood, overwegend groen -geen hoog stedelijk invloed gewenst -hogere bebouwingsdichtheid concentreert zich bij de dorpen -groen heeft een hoog recreatieve doelstelling en moet flexibel zijn voor invulling van activiteiten
13
Ontwikkelingsmodellen
D
L
D L
B
B
I
II Om het karakter van de polder te waarborgen kijken wij eerst naar de ontwikkelingsmogelijkheden van Oost-Flevoland.
D
I In het radiale model zijn de wegen gebruikt als richting waarlangs de stedelijke uitbreiding plaats kan vinden. Hierdoor ontstaan stervormige dorpen, maar het nadeel is, dat het gebied wordt opgedeeld in kleinere ruimten.
L
II In het concentrische model is het principe gehandhaafd van ‘eilanden in de openruimte'. De uitbreiding vindt concentrisch plaats, maar bij dit model moeten kaders gesteld worden waarbinnen de stedelijke uitbreiding plaats kan vinden, om de openheid te waarborgen.
B
III In het netwerkmodel groeien de dorpen naar elkaar toe, en wordt de groei begeleid door ecologische/recreatieve verbindingen. Hierdoor wordt er een accent gelegd op de openruimte tussen de steden, die gescheiden wordt van de openruimte tussen de rand en de steden.
III
Onze voorkeur gaat uit naar model II, mits de uitgangspunten en doelstellingen worden meegenomen in het ontwerp.
14
Uitbreidingsmodellen
I Haaks op de vaart, waardoor er een directere relatie ontstaat met het wonen en het water, en het water en het
III Verspreide uitbreiding, met hogere bebouwingsconcentraties tegen Biddinghuizen aan. Versterkt het contact met het land, en de individualiteit.
II Uitbreiding parallel aan de vaart, versterkt de richting van de randen, en dus ook de richting van de hoofdstructuur.
IV Verspreide uitbreiding begeleidt door groen, hieruit blijkt dat de verschillende modellen goed te combineren zijn.
15
n e z i u h g n i d d i B n i t e h Doe