Bloembollenbericht, nummer 4, 2015 TULP
Actualiteiten Apollo Het middel Apollo is op aanvraag van de KAVB middels een vrijstelling beschikbaar voor de bestrijding van tulpengalmijt. Het gaat om toepassing in de periode van 1 augustus tot en met 31 oktober 2015. Apollo dient zo snel mogelijk na de oogst gebruikt te worden. Op dat moment is Apollo het meest effectief. De gangbare methodes zoals boldompeling, douchen of schuimen zijn geschikt en effectief voor het gebruik van Apollo, maar dompelen heeft onze voorkeur. Werkingspectrum Apollo is effectief op eitjes, protonimfen en het eerste larven stadium. Op de volwassen mijten mag geen werking worden verwacht. We spreken over effectiviteit op galmijt en bollenmijt. Op deze soorten geeft Apollo 95-100% doding. Verder heeft Apollo een duurwerking van 60 dagen. Dit betekent dat eitjes die tot 60 dagen na toepassing van Apollo worden gelegd, nog geremd worden in de ontwikkeling. Dosering Apollo heeft een toelating in tulpen voor 1 toepassing. De dosering is 0,078% (78 ml middel per 100 liter water) voor boldompeling.
Certis Chloor IPC Sinds kort heeft ChloorIPC ook een lds toelating. Op gronden met een heel hoog organisch stofgehalte waar de bodemherbiciden minder goed werken kan 0,25L CIPC vanaf opkomst toegevoegd worden (niet bij Movento) en kan op muur, kleine brandneten, grassen, melden en perzikkruid toegevoegde waarde bieden. Wekelijks meegespoten geeft 0,25L geen gewasreactie en geen opbrengstderving. ChloorIPC mag 12 keer per teeltcyclus toegevoegd worden.
Wing-P Onlangs is het bodemherbicide Wing-P toegelaten in de onbedekte teelt van bloembollen en bloemknollen (bloembollen breed). Dit nieuwe middel mag naast tulpen en lelies ook worden ingezet in alle andere bolen knolgewassen. Wing-P combineert de unieke eigenschappen van twee actieve stoffen, namelijk 250 gr/l pendimethalin (de actieve stof in Stomp 400SC) en 212,5 gr/l dimethenamide-P (de actieve stof in Spectrum). De adviesdosering is 3,5 L/ha (dit staat gelijk aan 2 L/ha Stomp + 1 L/ha Spectrum). Op percelen met veel klei en of humus kan hier nog 2 - 4L Stomp aan toegevoegd worden. Dit verhoogd de lengte werking. Stomp is veilig, ga niet verhogen met Dual Gold of Spectrum. Ons advies is om deze middelen niet te mengen!
.
Een schoon perceel
-
‘Een goed begin is het halve werk’. Deze opmerking is zeker op zijn plaats, als we spreken over het zoeken naar percelen die geschikt zijn voor de volgende teelt. Kijk na wat het teeltplan geweest is in de percelen die u op het oog heeft en denk daarbij aan facetten als: Rhizoctonia Droogrot Aaltjes Knolcyperus (NB: niet goed te bestrijden!) Andere moeilijk te bestrijden onkruiden Voorvrucht en daarin toegepaste herbiciden (gewasschade door residu) Ontwatering Beregening (zout en ijzer) Teeltfrequentie van hetzelfde gewas of gewassen uit dezelfde familie. Vraag niet alleen wat het teeltplan afgelopen jaar geweest is, maar ook in de jaren daarvoor. Verschillende plagen blijven lang in de grond aanwezig! Ten aanzien van de onkruidbestrijding kan veel gewonnen worden, als nu nog in de stoppel van een graanperceel of in grasland al een bestrijding wordt uitgevoerd op met name wortelonkruiden. Voor gebruik na 1 september zijn alleen Primus, Primstar, Cirran en glyfosaat beschikbaar. Cirran is een selectief systemisch herbicide, toegelaten in grasland ter bestrijding van éénjarige en doorlevende breedbladige onkruiden en in het bijzonder composieten, zoals akker- en melkdistel, paardenbloem, madeliefje, of boterbloem. Cirran heeft twee werkzame stoffen 360 g/l 2,4-D en 315 g/l MCPA. Cirran mag niet in waterwingebieden toegepast worden. 0,099 L/ha Primus geeft een bestrijding van paardenbloem, muur, zwarte nachtschade, meldesoorten, zwaluwtong, jong perzikkruid, herderstasje en composieten zoals kamille, klein kruiskruid en kiemplanten van jacobskruiskruid. Een toevoeging van 2 L Cirran versterkt de werking. Let op: Primus mag niet in de stoppel. 1,5-1,9 L Primstar + 2 L Cirran geeft een perfecte bestrijding van alle onkruiden. Ook lastige onkruiden zoals ridderzuring worden met deze combinatie meegenomen. Een tankmix met glyfosaat moet binnen een half uur gespoten worden. Qua werking is het beter groeistoffen en glyfosaat apart te spuiten. Spuit dan eerst de groeistoffen, twee weken later gevolgd door glyfosaat. Zuring is alleen goed te bestrijden wanneer er voldoende bladmassa aanwezig is (zie foto). Wachttijden Uit onderzoek is gebleken dat MCPA, Mcpp en Starane Top/Tomahawk tot 4 weken voor het planten veilig toegepast kunnen worden. Voor Primus en Primstar moet minimaal 5 weken aangehouden worden. Denk om overlap! Bij glyfosaat moeten geen onverteerde resten worden ondergewerkt. Zorg dus dat ook deze bespuiting tijdig uitgevoerd wordt. Hanteer minimaal een veiligheidstermijn van 2-3 weken. Er zijn verschillende merken glyfosaat te koop. Sommige bevatten een hulpstof, zodat er een betere opname en werking is (Roundup Plus of Roundup Ultimate). Voeg geen hulpstoffen zoals zwavelzure ammoniak of olie toe om de werking te verbeteren. Dit versnelt de (zichtbare) aanvangswerking, maar verminderd de duurwerking en het eindresultaat. Een toevoeging van het middel Squall verbetert het resultaat wel.
Vraag de verhuurder van het perceel ook wat in het afgelopen jaar aan herbiciden is gespoten op het perceel. Plant geen tulpen op percelen waar bijvoorbeeld diflufenican bevattende herbiciden zijn gespoten. Deze werkzame stof zit onder andere in Alena, Herold en Javelin. Javelinschade
Gebruik van Centium in voorgaande teelten, geeft soms ook schade (overlappingen). Indien 20 – 30 gram Ally na de bloei van tarwe is toegepast (rond juli) kan dit een effect hebben op de ontwikkeling van de volgteelt.
Bemesting Laat via een grondmonster bepalen welke mineralen er in de grond aanwezig zijn. Aan de hand van de uitslag kan bepaald worden of er nog bemest moet worden voor het planten. Let op de data waarvoor u de bemesting moet uitvoeren (t/m 15 september). Uit jarenlang onderzoek is gebleken dat ongeveer 50 kg stikstof voor het planten een positief effect op de opbrengst kan hebben. De voorkeur gaat uit naar Entec 26. Blijkbaar neemt een tulp voor opkomst al stikstof op. Deze opbouw van stikstof in de bol bespoedigd de ontwikkeling van het nog te vormen bladapparaat. Fosfaat heeft alleen toegevoegde waarde als de beschikbaarheid hiervan matig is. In dat geval kan fosfaat met de stikstof voor het planten uit meegegeven worden. Bij een matige fosfaatbeschikbaarheid kan een fosfaatgift er toe bijdragen dat de bol beter beworteld de winter ingaat. Als aanvulling kan dan de fosfaat in combinatie met stikstof in de vorm van Entec 25-15 (15 kg fosfaat per 100 kg) gegeven worden. Entec 25-15 is geen blend, maar een samengestelde meststof. Kali kan ook na opkomt gestrooid worden. Alleen als de kali beschikbaarheid laag is kan een gedeelte van de gift ook voor het planten gegeven worden.
Kali uitrijden voor tulpenteelt uit Vloeibare kali in plaats van patentkali in december of januari is een goed en goedkoop alternatief. Deze chloorarme kali wordt met behulp van een spuitboom en Terragator uitgereden. Bij het uitrijden van de KaliFlow (via Van der Stelt) wordt standaard een kleine hoeveelheid magnesium toegediend, dit om het uitrijden te verbeteren. Deze wordt wel doorberekend. Een totaal vrije kaligift is niet mogelijk (minimaal 25 kg MgO bij een gift van 200 kali). Natuurlijk bestaat de mogelijkheid om de magnesiumgift te verhogen tot elk gewenst niveau. Meestal wordt de patentkali-verhouding gehanteerd. 200 kg kali en 65 MgO, of 250 om 85. Vloeibare kali is bij een gift van 200 kali (incl. de kosten van 65 kg. magnesium) ruim 1/3 goedkoper dan patentkali. Een alternatief voor Patentkali is Polysulfaat. Bij Polysulfaat zit de kali aan Calcium gekoppeld en bij Patentkali aan klei.
Gips uitrijden Soms kan het nodig zijn een structuurgift met gips uit te laten voeren. Beoordeel de kationbezetting van uw bollenperceel op uw bodemanalyse. Als de bezetting van bijvoorbeeld magnesium en natrium te hoog is, kan dat een negatief effect hebben op de verslemping en verkruimelbaarheid. Een gips gift kan de kleiplaatbezetting veranderen door Calcium (groot element) toe te voegen en magnesium en natrium (kleinere elementen) te verdringen. De grond komt dan weer in balans en wordt luchtiger.
“Vette” compost In de groente en akkerbouw wordt vette compost steeds vaker als stuifdek ingezet, als alternatief van papiercellulose. Deze compost is in plaats van de gangbare 55% droge-stof nu minimaal 44% (veelal iets hoger). De prijs van deze compost is 25% goedkoper dan de droge compost. Het fosfaatgehalte is lager (2,8 kg fosfaat per ton i.p.v. de gangbare 3,8 kg. per ton). Het kaligehalte en stikstofgehalte is iets hoger. Neveneffecten van deze compost is dat het beter te verspreiden is en een gunstig effect heeft op het voorkomen van verstuiven van landbouwgronden. Op stuif gevoelige gronden is het al gebruikelijk dat na de oogst en na het inzaaien van een groenbemester 20 – 30 ton “vette compost” wordt toegepast. Hiermee wordt in één keer organische stof aangewend en het stuiven voorkomen.
Voor vragen over de mogelijkheden voor toepassing in bloembollen, kunt u contact opnemen met: Arjan de Vries (06-53541347) of Thomas van Essen (06-51204526).
Inzameling leeg fust gewasbeschermingsmiddelen en big bags U kunt in Wieringerwerf uw lege bigbags inleveren. Ook kunt u bij CAV Agrotheek gratis uw lege gewasbeschermingsfust shredderen. Dit wordt ter plaatse door u zelf gedaan. Aangezien voor het shredderen van de fust enige hulp is geboden vragen wij u of u vooraf wilt bellen of het gelegen komt om uw fust te shredderen (088-9900700). Lege petflessen (onder andere Starane Top en Primstar) mogen niet worden geshredderd! GBM fust vooraf goed spoelen en de doppen verwijderen. Rhizoctonia Op gronden waarvan bekend is dat er kans is op aantasting van Solani en of Tuliparum is het verstandig de bollen preventief te beschermen. Rizolex, Amistar en Monarch zijn toegelaten. Een veelgebruikte beddenbehandeling is: combinatie 16L Rizolex en 6L Amistar per ha. Bolontsmetting Gebruik de komende tijd om met uw adviseur na te gaan denken over welke middelen u wilt gaan gebruiken in de bolontsmetting. En met welke ontsmettingsmethode u de middelen wilt aanbrengen. Kijk duidelijk naar de functie die middelen kunnen vervullen. Een paar handvaten: Rudis kan samen met Topsin Ultra gebruikt worden in partijen met een aantasting door fusarium. De extra werking op fusarium is de plus van Rudis. Recentelijk is ontdekt dat er verschillende fusariumstammen tulpenbollen aan kunnen tasten. Prochloraz heeft niet op al de onderzochte stammen eenzelfde effect. Rudis laat een consistenter beeld zien. Rudis heeft een snelle aanvangwerking op nog te kiemen sporen, maar is ruim voor de oogst uitgewerkt. Topsin M Ultra heeft een tragere aanvangwerking. Maar de werking is langer. Er mag overigens vanuit gegaan worden dat de middelen, die zijn aangebracht op de bol voor het planten geen bescherming meer bieden tegen het inkiemen van fusariumsporen na de oogst. In dit verband kan “laat zuur” genoemd worden. Er kan vanuit gegaan worden dat er bollen met fusariumsporen gerooid worden. De ene cultivar heeft dit in grotere mate dan de andere cultivar en de vatbaarheid voor herinfectie is ook verschillend. De meegeoogste bollen met fusariumsporen zorgen voor een verspreiding tijdens de naoogstwerkzaamheden, zoals spoelen, pellen, etc. Een spore kan inkiemen als een bolhuidoppervlak beschadigd is of te lang nat blijft. Een ingekiemde spore kan door goed te drogen
stilgezet worden (latent zuur). Als de geïnfecteerde bol vervolgens onder verkeerde omstandigheden wordt bewaard kan de stilgezette infectie snel hergroeien en leiden tot zuur. Dit seizoen is ervaring opgedaan met het desinfectiemiddel ”Goldline”. Goldline toegepast spoedig na de oogst, reinigt de bol oppervlakkig van fusariumsporen. Dit middel zou ook een lengtewerking in zich hebben. Een DNA scan liet zien dat fusarium snel na de oogst goed verwijderd wordt. Over het effect op langere termijn houden wij u op de hoogte. Securo is een standaard geworden voor cultivars die meer dan gemiddeld gevoelig zijn voor huidziek, Penicillium en Rhizoctonia. Een werking op Botrytis is er ook. De werking op Fusarium is niet bijzonder en Topsin Ultra blijft noodzakelijk. Securo heeft een zogenaamd ‘carry over’ effect. Dit betekent dat ook de nieuw gevormde bol beschermd wordt. Deze eigenschap komt zeer goed tot uitdrukking bij de bescherming tegen Rhizoctonia en Penicillium. Topsin M Ultra Net als Securo heeft ook Topsin Ultra het “carry over” effect. In de nieuw gevormde bol is de werkzame stof van Topsin Ultra nog steeds aanwezig en biedt via deze weg bescherming tegen fusarium op het moment dat de tulp vlak voor oogst afrijpt. Shirlan Cultivars die goed in de huid zitten en dus minder problemen hebben met Rhizoctonia en Penicillium kunnen prima in een bad met Shirlan ontsmet worden. In dat geval vervangt Shirlan de Securo. Resultaten tulpen ontsmettingsproef najaar 2013 en 2014. Ontsmettingsmethodiek proef. De afgelopen twee jaar hebben we gekeken naar de verschillende ontsmettings methodieken. We hebben het dompelen van de bollen vergeleken met douchen en schuimontsmetten Daarnaast hadden we ook een object niet-ontsmet geplant om te kijken wat er dan zou gebeuren. In het eerste jaar is ontsmet met 1% Captan. 1% Topsin M Ultra, 0,2% Rudis en 0,25% Shirlan. In het tweede proefjaar is dit gebeurd met 0,5% Captan, 1% Topsin M Ultra, 1,5% Securo en 0,4% Mirage Elan. Cultivars in het eerste jaar waren Leen v/d Mark en Strong Gold. Afgelopen jaar was dat Leen v/d Mark en Barcelona. Resultaten. - Geen verschillen tussen de ontsmettingsmethodieken. - Cultivars met een sterke huidkwaliteit kunnen ‘lichter’ ontsmet worden. Schuimen als bolontsmettingstechniek neemt de laatste jaren weer toe. Een van de redenen is het nieuw ontwikkelde schuim. Tulipfoam is een zuiver product met en hoge indringbaarheid. Gecombineerd met de toepassingstechniek is het een snelle, veilige en schone manier van ontsmetten. CAV Agrotheek is leverancier van Tulipfoam. Ook verhuren wij 4 douches en 1 schuimmachine.
Ontsmettingscombinaties: Een belangrijke uitgangspositie bij de bepaling van de middelenkeuze is Rhizoctonia. De mate van Rhizoctonia aantasting is een belangrijkste maatgever voor huidkwaliteit. Ontsmettingschema 1; “rhizoctonia en zuur gevoelige cultivars” 1% Captan + 1% Topsin M Ultra + 1,5% Securo + 0,2% Rudis Ontsmettingschema 2; “rhizoctonia gevoelige cultivars” 1% Captan + 1% Topsin M Ultra + 1,5% Securo + 0,4% Mirage Elan Ontsmettingschema 3; “zuur gevoelige cultivars” 1% Captan + 1% Topsin M Ultra + 0.25% Shirlan + 0,2% Rudis Ontsmettingschema 4; “niet zuurgevoelige cultivars sterk in de huid” 1,5% Captan + 1,2% Topsin M Ultra
(100%) (90%) (68%) (31%)
- Cultivars met een sterke huid en weinig zuur gevoelig kunnen met een minder sterk bad toe. - 2 middelen uit de EBR groep samenvoegen (bijv. Rudis + Sportak of Rudis + Allure) heeft geen toegevoegde waarde en kan zelfs opbrengstderving veroorzaken. - i.v.m. de goede prijs/ kwaliteitverhouding wordt ook 1% Captan bij de Securo combinatie geadviseerd. - Zipper, Waterstofperoxide bevattende middelen en ijzer toevoegen aan de bolontsmetting voegen weinig toe.
De percentages die achter de baden vermeld staan geven de relatieve kosten aan. Selectief ontsmetten kan vele honderden euro’s per hectare besparen. Bijvullen van het dompelbad geschiedt in normale concentraties. factor 1x - wat betreft Captan, Shirlan, Topsin Ultra en Securo (stabiel). Mirage Elan of Sportak EW bijvullen met factor 1,5 x. Rudis met factor 1,25 x. Als de techniek het toelaat dat er bijgevuld kan worden op het moment dat er weinig restvloeistof meer aanwezig is kunnen de normale percentages aangehouden worden. Samenvatting ; Project Schoon erf, schone sloot In ‘Schoon erf, schone sloot’ verbeteren bedrijfsleven, waterschap HHNK en PPO-WUR samen de waterkwaliteit in bollenteeltgebieden door vermindering van emissies van gewasbeschermingsmiddelen vanaf het erf. Dit rapport beschrijft de periode maart 2014 – juli 2015. Dit jaar namen 10 bedrijven deel aan het project. Negen uit het vorige seizoen en één nieuwe deelnemer. Bij de nieuwe deelnemer zijn de emissierisico’s geïnventariseerd middels de emissiechecklist en bemonstering van afspoelend water. Bij de overige bedrijven is het effect en de praktische toepasbaarheid van emissie reducerende maatregelen bekeken. Lekkage bij het verplaatsen van ontsmette bollen wordt als grootste risico ingeschat. De aanpassingen betroffen met name veranderingen in de logistiek binnen het bedrijf en toepassing van maatregelen om verspreiding van gelekte vloeistof te voorkomen door deze op te vangen of vast te leggen. De ervaringen met de maatregelen zijn met de deelnemers besproken en de erfputten zijn net als het voorgaande jaar bemonsterd. De meetresultaten zijn vergeleken met die van het vorig seizoen. De deelnemers oordeelden positief over de praktische toepasbaarheid van de maatregelen die op het eigen bedrijf toegepast waren. Het is aannemelijk dat de maatregelen effectief waren: de ondernemers zagen minder lekkage en rijsporen van verontreinigde heftruckbanden. Ook lieten de wateranalyses van de erfputten op de meeste bedrijven een verbetering zien. Op basis van de ervaringen en metingen leken de volgende aanpassingen in de bedrijfsvoering het meest effectief: - Te planten bollen ontsmetten en opslaan in dezelfde schuur (ontsmetketel verplaatst) - Rooster met absorptiemateriaal rond de ontsmettingsketel. - Droogrijdoeken/- matten bij de ontsmettingsketel - Twee heftrucks gebruiken: 1e– ontsmetten (binnen), 2e – laden (buiten)
LELIE Onderwerpen lelie:
Vuurbestrijding Virus reductie Keuring spoelbassins
Vuur Na een redelijk probleemloos begin van het seizoen is de vuurdruk nu al een aardig tijdje erg hoog. En dat is ook te zien in het veld. Komende week werkt het weer ook niet echt mee. Er is een heel scala aan vuurbestrijdingsmiddelen. Het voert te ver om ze hier allemaal te gaan noemen. Gezien de wettelijke beperkingen, die vrijwel elk middel heeft is het allemaal maatwerk geworden wat de mogelijkheden op uw bedrijf nog zijn. Vraag ons hiernaar, zodat wij samen met u naar de sterkste middelen kunnen zoeken. Virus Natuurlijk niet verslappen op de virusbestrijding. In het najaar bij de oogst van de maïs en ook bij het maaien van gras komen er veel luizen op de vleugel en vormen een potentieel gevaar. Wanneer uw gewassen er dan nog mooi groen bijstaan is een 5 tot 7 daags schema met minerale olie plus pyrethroïden erg belangrijk. Squall In tulpen hebben we hele mooie resultaten gezien met het middel Squall. Squall vermindert drift en verhoogt de regenvastheid van bijvoorbeeld een mancozeb bevattend middel. Het heeft ook uitvloeiende eigenschappen en zorgt ervoor dat er meer middel op uw planten komt. In lelies waren we nog terughoudend vanwege het feit dat hier ook altijd olie wordt gespoten. Na eigen fytotox proeven met verschillende uitvloeiers en proefbespuitingen in ongeveer 10 cultivars hebben een paar bedrijven het in hun schema opgenomen. Er is geen fytotoxiteit waargenomen.. Kijkt u ook eens op de site van Green A om een beeld te krijgen van de onderzoeken, die er gedaan zijn met Squall. In het verleden zijn er enkele problemen geweest met de menging van Squall met mancozeb bevattende middelen. Na het aanpassen van de formulering van Squall zijn er dit jaar geen problemen meer geconstateerd met de menging met mancozeb. De onderzoeksresultaten die wij hebben met de verdeling van het middel met UV-poeder in tulpen, hebben wij verkregen met de formulering van Squall die nu verkocht wordt. Keuren spoelbassins Vanaf december 2009 is het verplicht om uw spoelbassin gekeurd te hebben, zodat deze voldoet aan de eisen zoals die gesteld zijn in “Handreiking, aanleg, beheer en monitoring bezinkbassins voor de bloembollensector”. Arjan de Vries en Anton Dingemans kunnen dit certificaat verzorgen. Voor vragen of advies: BEL het bloembollenteam van CAV Agrotheek Anton Dingemans Arno Westhoven René Schouten
tel: 06-53397647 tel: 06-13466294 tel: 06-21242158
Nico van Langen Arjan de Vries Arno Hoogendijk
tel: 06-53164875 tel: 06-53541347 tel: 06-15194862