Bloembollenbericht nummer 4, 2014 TULP Actualiteiten Nieuwe toelating: Prolectus Prolectus is een zacht en veilig geformuleerd middel werkzaam tegen Botrytis spp. en Monilia spp. De Actieve stof: fenpyrazamine, 50 % WG is een nieuwe chemische groep. Het middel dient preventief in combinatie met mancozeb verspoten te worden. Prolectus is binnen 1 uur regenvast en mag maximaal 3 maal toegepast worden. Vervallen toelating: Shirlan Voor de fluazinam bevattende producten Shirlan, Ohayo en Dirango loopt vanaf 2011 een herregistratieprocedure. In deze omvangrijke procedure zijn deze middelen door het CTGB beoordeeld volgens de nieuwste criteria. Syngenta heeft begin september vanuit het CTGB - het bericht ontvangen dat voor de hier genoemde drie producten ALLE bladbespuitingen zullen komen te vervallen. De huidige boldompel toepassingen blijven behouden, de boldompeling voor de bedekte teelt van lelie leverbaar wordt opnieuw aan het etiket toegevoegd. Er is een uitverkoop en opgebruiktermijn vastgesteld tot 28 februari 2015 voor product met het huidige etiket. Afwijzing vrijstelling Actellic . Woensdag 20 augustus heeft de KAVB van het ministerie van Economische Zaken een brief ontvangen met daarin een afwijzing voor de vrijstelling van Actellic voor de periode van 16 juni tot en met 20 oktober 2014. Het ministerie baseert dit besluit op een negatief advies van het CTGB met betrekking tot de normen voor grondwater en de ecotoxicologische eisen. Het gaat om mogelijke schadelijke effecten die over het algemeen niet uit onderzoek blijken, maar die niet geheel kunnen worden uitgesloten. Enige uitleg nieuwe Monam regelgeving. De maatregelen zijn opgeworpen door het CTBG. Veelal op basis van greenhouse studies (onder glas). Door de uitzending van Zembla en de activiteiten van onder andere Bolleboos is de CTBG zeer voorzichtig te werk gegaan. Omdat de gezondheid van kinderen en volwassenen in het geding zijn durft men geen enkel risico te lopen. Bij het vaststellen van de spelregels is daarom een zeer grote veiligheidsmarge in acht genomen met betrekking tot de omwonenden. Om hier in alle gevallen aan te kunnen voldoen zijn de huidige spelregels bedacht. : Maximale oppervlakte van 1 hectare behandelen met minimaal 150 meter afstand tussen de behandelde velden. Dek de grond direct na toepassing af met VIF (Virtually Impermeable Film) folie gedurende tenminste 14 dagen.
Een bufferzone van 150 mtr tussen de te behandelen velden en de kadastrale grens van woningen en overige verblijfsplaatsen waar mensen langere tijd verblijven, zoals scholen, winkels, bedrijven en kantoren. Het middel dient op ten minste 20 cm diepte ingebracht te worden. Deze regels gelden voor heel Nederland en er zijn natuurlijk situaties waar in de weide omtrek geen omwonenden zijn. Maar voor dit soort gevallen zijn geen uitzonderingen gemaakt en ook hier mag niet meer dan maximaal 1 hectare behandeld worden en vervolgens moet de tussenruimte van 150 mtr in acht worden genomen. Certis is bezig om de regels te laten versoepelen op basis van verricht onderzoek, maar het zal nog wel even duren voordat door de molens van het CTBG verwerkt is.
Een schoon perceel
-
‘Een goed begin is het halve werk’. Deze opmerking is zeker op zijn plaats als we spreken over het zoeken naar percelen die geschikt zijn voor de volgende teelt. Zoek na wat het teeltplan geweest is in de percelen die u op het oog heeft en denk daarbij aan facetten als: Rhizoctonia Droogrot Aaltjes Knolcyperus (nb: niet goed te bestrijden!) Andere moeilijk te bestrijden onkruiden Voorvrucht en daarin toegepaste herbiciden (gewasschade door residu) Ontwatering Beregening (zout en ijzer) Teeltfrequentie van hetzelfde gewas of gewassen uit dezelfde familie. Vraag niet alleen wat het teeltplan afgelopen jaar geweest is, maar ook in de jaren daarvoor. Verschillende plagen blijven lang in de grond aanwezig! Ten aanzien van de onkruidbestrijding kan veel gewonnen worden als nu nog in de stoppel van een graanperceel of in grasland al een bestrijding wordt uitgevoerd op met name wortelonkruiden. Voor gebruik na 1 september zijn alleen Primus, Primstar, Cirran en glyfosaat beschikbaar! Cirran is een selectief systemisch herbicide toegelaten in grasland ter bestrijding van eenjarige en meerjarige breedbladige onkruiden en in het bijzonder composieten zoals akker- en melkdistel, paardebloem, madeliefje, of boterbloem.Cirran heeft 2 werkzame stoffen 360 g/l 2,4-D en 315 g/l MCPA. Cirran mag niet in waterwingebieden toegepast worden. 0,099 l/ha Primus geeft een bestrijding van paardenbloem, muur, zwarte nachtschade, meldesoorten, zwaluwtong, jong perzikkruid, herderstasje en composieten als kamille, klein kruiskruid en kiemplanten van jacobskruiskruid. Een toevoeging van 2 l Cirran versterkt de werking. Let op: Primus mag niet in de stoppel! 1,5-1,9 l Primstar + 2 l Cirran geeft een perfecte bestrijding van alle onkruiden. Ook lastige onkruiden zoals Ridderzuring worden met deze combinatie meegenomen. Een tankmix met glyfosaat moet binnen een half uur gespoten worden. Qua werking is het beter groeistoffen en glyfosaat apart te spuiten. Spuit dan eerst de groeistoffen en twee weken later gevolgd door glyfosaat. Zuring is alleen goed te bestrijden als er voldoende bladmassa aanwezig is (zie foto). Bij glyfosaat moeten geen onverteerde resten worden ondergewerkt. Zorg dus dat ook deze bespuiting tijdig uitgevoerd wordt. Hanteer minimaal een veiligheidstermijn van 2-3 weken. Er zijn verschillende merken glyfosaat te koop. Sommige bevatten een hulpstof zodat er een betere opname en werking is (Roundup Plus of Roundup Ultimate). Voeg geen hulpstoffen als bijvoorbeeld olie toe om de werking te verbeteren. Dit versnelt de (zichtbare) aanvangswerking maar verminderd het eindresultaat.
Vraag de verhuurder van het perceel ook wat in het afgelopen jaar aan herbiciden is gespoten. Ga geen tulpen planten op percelen waar bijvoorbeeld Javelin (diflufenican) is gebruikt in 2012. Javelinschade (april, 2013)
Gebruik van Centium in voorgaande teelten geeft soms ook schade (overlappingen). Indien 20 – 30 gram Ally na de bloei van tarwe is toegepast (rond juli) kan dit een effect hebben op de ontwikkeling van de volgteelt. Wachttijden Uit onderzoek is gebleken dat Mcpa, Mcpp en Starane tot 4 weken voor het planten veilig toegepast kunnen worden. Voor Primus en Primstar moet minimaal 5 weken aangehouden worden. Denk om overlap!
Bemesting Laat via een grondmonster bepalen welke mineralen er in de grond aanwezig zijn. Aan de hand van de uitslag kan bepaald worden of er nog bemest moet worden voor het planten. Let op de data waarvoor u de bemesting moet uitvoeren (t/m15 september). Uit jarenlang onderzoek is gebleken dat ongeveer 50 kg stikstof voor het planten een positief effect op de opbrengst kan hebben. De voorkeur gaat uit naar Entec 26. Blijkbaar neemt een tulp voor opkomst al stikstof op. Deze opbouw van stikstof in de bol bespoedigd de ontwikkeling van het nog te vormen bladapparaat. Fosfaat heeft alleen toegevoegde waarde als de beschikbaarheid hiervan matig is. In dat geval kan fosfaat met de stikstof voor het planten uit meegegeven worden. Bij een matige fosfaatbeschikbaarheid kan een fosfaatgift er toe bijdragen dat de bol beter beworteld de winter ingaat. Als aanvulling kan dan de fosfaat in combinatie met stikstof in de vorm van Entec 25-15 (15 kg fosfaat per 100 kg) gegeven worden. Entec 25-15 is geen blend maar een samengestelde meststof. Kali kan ook na opkomt gestrooid worden. Alleen als de kali beschikbaarheid laag is kan een gedeelte van de gift ook voor het planten gegeven worden.
Kali uitrijden voor tulpenteelt uit Vloeibare kali ipv patentkali in december of januari is een goed en goedkoop alternatief. Deze chloorarme kali wordt mbv een spuitboom en Terragator uitgereden. Bij het uitrijden van de kalimix (via Van der Stelt) wordt standaard een kleine hoeveelheid magnesium toegediend, dit om het uitrijden te verbeteren. Deze wordt wel doorberekend. Een totaal vrije kaligift is niet mogelijk (minimaal 25 kg MgO bij een gift van 200 kali). Natuurlijk bestaat de mogelijkheid om de magnesiumgift te verhogen tot elk gewenst niveau. Meestal wordt de patentkaliverhouding gehanteerd. 200 Kg kali en 65 MgO. of 250 om 85, etc.Vloeibare kali is bij een gift van 200 kali (incl. de kosten van 65 kg. magnesium) ruim 1/3 goedkoper dan patentkali. Gips uitrijden Soms kan het nodig zijn een structuurgift met gips uit te laten voeren. Beoordeel de kationbezetting van uw bollenperceel op uw bodemanalyse. Als de bezetting van bijvoorbeeld magnesium en natrium te hoog is dan kan dat een negatief effect hebben op de verslemping en verkruimelbaarheid. Een gips gift kan de kleiplaatbezetting veranderen door Calsium (groot element) toe te voegen en magnesium en natrium (kleinere elementen) te verdringen. De grond komt dan weer in balans en wordt luchtiger.
Tulpenteelt bij gehuurd land op kleigrond (2014-2015) Bij huur van tulpenland bij bijvoorbeeld van een veehouder zijn er enkele voorwaarden waar rekening mee gehouden dient te worden of waar de veehouder u gedurende het teeltjaar mee kunt confronteren. Veehouderij en mestafzet Een veehouder heeft vaak de verplichting om mest af te zetten om aan de voorwaarden van de mestwetgeving en derogatie (speciale regeling voor veehouders) te voldoen. Veelal zal hij u als huurder vragen om mest via de “Vogelaar variant” af te nemen. Dit is een speciale regeling voor het afzetten van mest op papier van de eigenaar naar de huurder van het desbetreffende perceel. Tevens bestaat de “boerboer regeling”waar eventueel gebruik van gemaakt kan worden. Afspraak Om er gezamenlijk uit te komen is het belangrijk dit vroegtijdig, gelijk met de onderhandelingen over de huur van het perceel, te bespreken. Stikstof en fosfaatruimte voor tulpen De stikstofruimte voor 1 ha tulpen op kleigrond is 200 kg N en 190 kg stikstof op zandgrond. Dat is ongeveer 740 Kalkammonsalpeter of een combinatie van 600 kg Kalkammonsalpeter en 250 kg Kalksalpeter. Veelal zal deze totale hoeveelheid op de tulpen (vooral na grasland) niet gestrooid worden. Maar er van uitgaand dat er ongeveer 165 kg stikstof op de tulpen gedurende het jaar wordt toegediend dan heeft u aan het einde van het jaar nog een ruimte van 35 kg (klei) of 25 kg (zand) stikstof. Voor de teelt van tulpen (gewasonafhankelijk) krijgt u standaard 55 kg fosfaatruimte (2013). Wanneer het perceel bemonsterd is door u of bijvoorbeeld de veehouder (via een erkend bureau zoals Altic of BLGG), dan kunt u misschien aantonen dat dit perceel laag of een gemiddelde fosfaattoestand heeft en mag u eventueel 65 kg fosfaat toedienen en bij een lage toestand zelfs 80 kg fosfaat. Als tulpenteler wordt er veelal geen fosfaat voor de teelt van tulpen toegediend en deze ruimte blijft dus onbenut totdat de veehouder vraagt of wenst om mest over te schrijven naar uw perceel (“Vogelaar”- of “boer-boer”-regeling). Via een berekening kan er uitgerekend worden hoeveel fosfaat u kunt toedienen in de vorm van mest. Dat is veelal 55 kg fosfaat. 55 kg fosfaat is ongeveer 32 ton rundveedrijfmest (m³). Via deze mest wordt er ook stikstof aangevoerd. Wanneer de 32 ton rundveedrijfmest wordt uitgereden, dan wordt er 55 kg fosfaat aangevoerd en 32 ton maal 4,2 maal 60 % (werkingspercentage)= 81 kg stikstof. Dit is ruim boven de totale aanvoerruimte voor de teelt van tulpen inclusief uw eigen gebruikte stikstof (KAS en kalksalpeter). Nateelt Om meer stikstofruimte te krijgen kunt u als nateelt een groenbemester zaaien (of laten zaaien). U krijgt dan 60 kg extra stikstofruimte per ha op klei en 50 kg op zandgrond indien u een groenbemester zaait na de oogst van bloembollen. De extra bijtelling van stikstof is alleen geldig als u daadwerkelijk groenbemester of nateelt van een grasgewas zaait en registreert in uw eigen mineralenboekhouding. Ook is het mogelijk om bij de gecombineerde opgave de nateelt al op te geven. Tevens kunt u dan, wanneer u een geldig grondmonster heeft, het fosfaatgehalte van de bodem vermelden.
“Vette” compost In de groente en akkerbouw wordt vette compost steeds vaker als stuifdek ingezet als alternatief op papiercellulose. Deze compost is i.p.v. de gangbare 55 % droge stof nu minimaal 44% (veelal iets hoger). De prijs van deze compost is 25 % goedkoper dan de droge compost. Het fosfaatgehalte is lager (2,8 kg fosfaat per ton i.p.v. de gangbare 3,8 kg per ton). Het kaligehalte en stikstofgehalte is iets hoger. Neveneffecten van deze compost is dat het beter te verspreiden is en een gunstig effect heeft op het voorkomen van verstuiven van landbouwgronden. Op stuif gevoelige gronden is het al gebruikelijk dat na de oogst na het inzaaien van een groenbemester 20 – 30 ton “vette compost” wordt toegepast. Hiermee wordt in een keer organische stof aangewend en het stuiven voorkomen.
Voor vragen over de mogelijkheden voor toepassing in bloembollen kunt u contact opnemen met: Arjan de Vries (06-53541347) of Thomas van Essen tel: 06-51204526
Inzameling leeg fust gewasbeschermingsmiddelen en big bags U kunt in Wieringerwerf uw lege gebruikte big bags inleveren. Ook kunt u bij CAV Agrotheek gratis uw lege gewasbeschermings fust shredderen. Dit wordt ter plaatse door u zelf gedaan. Aangezien voor het shredderen van de fust enige hulp is geboden vragen wij u of u vooraf wilt bellen of het gelegen komt om uw fust te shredderen (088-9900700).Lege petflessen (onder andere Starane- en Primstar) mogen niet worden geshredderd! GBM fust vooraf goed spoelen en de doppen verwijderen. Rhizoctonia Op gronden waarvan bekend is dat er kans is op aantasting van Solani en of Tuliparum is het verstandig de bollen preventief te beschermen. Rizolex, Amistar en Monarch zijn toegelaten. Een veelgebruikte beddenbehandeling is: 16L Rizolex en 6L Amistar per ha. Bolontsmetting Gebruik de komende tijd om met uw adviseur na te gaan denken over welke middelen u wilt gaan gebruiken in de bolontsmetting. En met welke ontsmettingsmethode de middelen wilt aanbrengen. Kijk duidelijk naar de functie die middelen kunnen vervullen. Een paar handvaten: Rudis kan samen met Topsin Ultra gebruikt worden in partijen met een aantasting door fusarium. De extra werking op fusarium is de plus van Rudis. Recentelijk is ontdekt dat er verschillende fusarium stammen tulpenbollen aan kunnen tasten. Prochloraz heeft niet op al de onderzochte stammen een zelfde effect. Rudis laat een consistenter beeld zien. Rudis heeft een snelle aanvangwerking op nog te kiemen sporen, maar is ruim voor de oogst uitgewerkt. Topsin M Ultra heeft een tragere aanvangwerking. Maar de werking is langer. Er mag overigens vanuit gegaan worden dat de middelen die zijn aangebracht op de bol voor het planten geen bescherming meer bieden tegen het inkiemen van fusariumsporen na de oogst. In dit verband kan “laat zuur” genoemd worden. Er kan vanuitgegaan worden dat er bollen met fusariumsporen gerooid worden. De ene cultivar heeft dit in grotere mate dan de andere cultivar en de vatbaarheid voor herinfectie is ook verschillend. De meegeoogste bollen met fusariumsporen zorgen voor een verspreiding tijdens de naoogstwerkzaamheden, zoals spoelen, pellen, etc. Een spore kan inkiemen als een bolhuidoppervlak beschadigd is of te lang nat blijft. Een ingekiemde spore kan door goed te drogen stilgezet worden (latent zuur). Als de geinfecteerde bol vervolgens onder verkeerde omstandigheden wordt bewaard kan de stilgezette infectie snel hergroeien en leiden tot zuur. Er lopen een aantal projecten die de bol moeten beschermen tegen het ingroeien van sporen tijdens de bewaring. Wij houden u op de hoogte.
Securo is een standaard geworden voor huidziek, Penicillium en Rhizoctonia. Een werking op Botrytis is er ook. De werking op Fusarium is niet bijzonder en Topsin Ultra blijft noodzakelijk. Securo heeft een zogenaamd ‘carry over’ effect. Dit betekent dat ook de nieuw gevormde bol beschermd wordt. Deze eigenschap komt zeer goed tot uitdrukking bij de bescherming tegen Rhizoctonia en Penicillium. Topsin M Ultra Net als Securo heeft ook Topsin Ultra het “Carry over” effect. In de nieuw gevormde bol is de werkzame stof van Topsin Ultra nog steeds aanwezig en biedt via deze weg bescherming tegen fusarium op het moment dat de tulp vlak voor oogst afrijpt. Shirlan Cultivars die goed in de huid zitten en dus minder problemen hebben met Rhizoctonia en Penicillium kunnen prima in een bad met Shirlan ontsmet worden. In dat geval vervangt Shirlan de Securo.
Resultaten tulpen ontsmettingsproef najaar 2013. In het najaar van 2013 hebben we een ontsmetting proef uitgevoerd in tulpen. We hebben hierbij gekeken naar de verschillende methodieken van ontsmetten en niet naar de verschillende middelen. We hebben dompelen (15 min) vergeleken met douchen (15 min) en schuimen van de bollen. Dit in een tweetal cultivars te weten Leen van der Mark en Strong Gold. Vooruitlopend op de winterlezing in Wognum willen we nu al de eerste resultaten aan u melden. Bij Leen van der Mark was bij dompeling het totaal aantal leverbare boven 10 het hoogst. De verschillen met douchen en schuimen waren echter niet groot. We willen de proef nog statistisch verwerken zodat we kunnen aangeven of er ook betrouwbare verschillen zijn. Qua huidziek en rizoctonia met als gevolg kale bollen waren geen verschillen te zien. Voor de Strong Gold geldt hetzelfde verhaal. Dus zoals het in deze proef naar voren kwam is er geen verschil tussen bolontsmettingmethoden. Schuimen als bolontsmettingstechniek neemt de laatste jaren weer toe. Een van de redenen is het nieuw ontwikkelde schuim. Tulipfoam is een zuiver product met en hoge indringbaarheid. Gecombineerd met de toepassingstechniek is het een snelle, veilige, hygienische en schone manier van ontsmetten. CAV Agrotheek is leverancier van Tulipfoam. Ook verhuren wij 4 douches en 1 schuimmachine. Ontsmettingscombinaties: Een belangrijke uitgangspositie bij de bepaling van de middelenkeuze is rhizoctonia. De mate van Rhizoctonia aantasting is een belangrijkste maatgever voor huidkwaliteit. Ontsmettingschema 1; “rhizoctonia en zuur gevoelige cultivars” 1% Captan + 1% Topsin M Ultra + 1,5% Securo + 0,2% Rudis Ontsmettingschema 2; “rhizoctonia gevoelige cultivars” 1% Captan + 1% Topsin M Ultra + 1,5% Securo + 0,4% Mirage Elan Ontsmettingschema 3; “zuur gevoelige cultivars” 1% Captan + 1% Topsin M Ultra + 0.25% Shirlan + 0,2% Rudis Ontsmettingschema 4; “niet zuurgevoelige cultivars sterk in de huid” 1,5% Captan + 1,2% Topsin M Ultra
(100%) (90%) (68%)
(31%)
Aangeduide percentages geven de relatieve kosten tussen de onderlinge ontsmettingsbaden aan. -
Cultivars met een sterke huid en die weinig zuur gevoelig zijn kunnen met een minder sterk bad toe. 2 middelen uit de EBR groep samenvoegen (bijv. Rudis + Sportak of Rudis + Allure) heeft geen toegevoegde waarde en kan zelfs opbrengstderving veroorzaken. i.v.m. de goede prijs/ kwaliteitverhouding wordt ook 1% Captan bij de Securo combinatie geadviseerd.
De percentages die achter de baden vermeld staan geven de relatieve kosten aan. Selectief ontsmetten kan vele honderden euro’s per hectare besparen. • Bijvullen van het dompelbad geschiedt in normale concentraties. factor 1x - wat betreft Captan, Shirlan, Topsin Ultra en Securo (stabiel). Mirage ELAN of Sportak EW bijvullen met factor 1,5 x. Rudis met factor 1,25 x. Als de techniek het toelaat dat er bijgevuld kan worden op het moment dat er weinig restvloeistof meer aanwezig is kunnen de normale percentages aangehouden worden.
Tulp; broeierij
Na een broeiseizoen proeven doen wordt momenteel bij een van onze klanten 3600m² stuurlicht gemonteerd. Dit stuurlicht voorziet de 2e laag van een drie legensysteem van ledlicht. Dit stuurlicht bereidt de bolbloem in week 2 na inhalen de te ontwikkelen plant voor op de broeiduur waarbij het onder direct zonlicht komt. Op deze wijze heeft de plant tijdens het plukken dezelfde kleur, spreiding, lengte en kleur als de situatie waarbij het de gehele broeitijd onder direct zonlicht is afgebroeid. Als de lampen als steunlicht worden gebruikt in de donkere maanden in een gewone broeisituatie is dit zelfs beter. Na een gelijkwarenonderzoek tussen diverse typen, merken en kleuren led kwam de “LED it Grow” led als beste uit de buis. Uiteindelijk is in overleg met de klant gekozen voor een 190 cm lange armatuur die geheel in het wit is uitgevoerd. De toegevoegde waarde van een variabele kleurstelling is erg beperkt en veel duurder. Dit type “LED it Grow” heeft een vaste combinatie van 20% blauw en 80 dieprood. Heeft u vragen over het “LED it Grow” stuurlicht of wilt u proeven doen neem dan contact op met Nico van Langen.
LELIE Onderwerpen lelie:
Vuurbestrijding Virus reductie Keuring spoelbassins
Vuur Vuur blijft de nodige aandacht vragen. De nachten zijn weer langer en ook duidelijk vochtiger. Let wel op dat moeder natuur een stukje voorloopt op andere jaren om deze tijd. Met andere woorden kijk ook goed hoe de situatie onder de grond is. Wanneer de bollen er onder zitten kan men rustig aan doen met de vuurbestrijding. Natuurlijk afsterven is bij de Oriental en O.T groepen toch altijd al een lastige zaak. Voor deze groepen geld in het algemeen dat de wachtbedden en de blinde schubben teelt nog wel even tegen vuur moeten worden beschermd maar dat de leverbare teelt in veel gevallen niet meer tegen vuur hoeft te worden gespoten. Praktisch probleem is vaak dat de wachtbedden naast de leverbare geplant zijn. Een goede afrijping geeft een betere broeikwaliteit, maar ook minder problemen tijdens de bewaring.
Virus. Natuurlijk niet verslappen op de virus bestrijding. In het najaar bij de oogst van de maïs en ook bij het maaien van gras komen er veel luizen op de vleugel en vormen een potentieel gevaar. Wanneer uw gewassen er dan nog mooi groen bijstaan is een 5 tot 7 daags schema met minerale olie plus Pyrethroïden erg belangrijk.
Beregenen. Na een periode van overvloedige regenval wordt het hier en daar toch weer gewoon droog onder de bollen. Controleer uw percelen en beregen wanneer nodig. Een gebrek aan vocht zal de bolgroei doen stoppen of vertragen tot er weer voldoende vocht aanwezig is.
Keuren spoelbassins Vanaf december 2009 is het verplicht om uw spoelbassin gekeurd te hebben zodat deze voldoet aan de eisen zoals die gesteld zijn in “Handreiking, aanleg, beheer en monitoring bezinkbassins voor de bloembollensector” Arjan de Vries en Anton Dingemans kunnen dit Certificaat verzorgen.
Voor vragen of advies: BEL het bloembollenteam van CAV Agrotheek: Anton Dingemans Arno Westhoven Rene Schouten Arno Hoogendijk Nico van Langen Arjan de Vries Peter Apeldoorn
tel: 06-53397647 tel: 06-13466294 tel: 06-21242158 tel: 06-15194862 tel: 06-53164875 tel: 06-53541347 tel: 06-53695423