Bloembollenbericht, nummer 2, april 2012 TULP Onderwerpen tulp:
Augustaziek Beregenen Selectie Virusbeperking en Olie Nachtvorst Vuurpreventie onder plastic geteelde tulpen Onkruid Beregeningswater
Bovenstaande foto geeft het beeld weer van “vroeg Augusta”. Helaas is het beeld op deze foto geen uitzondering. Het “late augusta” kan zich ook nog gaan openbaren. Daarnaast is er ook sprake van uitval door vorst. Planten sterven af. Als ze uit de grond getrokken worden is deze schade herkenbaar aan de holle steel bij de aansluiting van de bol. Tel hierbij de bovengemiddelde virusuitslagen bij en de conclusie kan getrokken worden dat het fundament onder een goede opbrengst weg is. Augustaziek(tabaksnecrosevirus; TNV) Gemiddeld treedt eens in de 6-8 jaar augustaziek op. Dit seizoen is de aantasting van “vroeg Augusta” waarschijnlijk de zwaarste ooit. De extreem warme december (+2,8°C boven gemiddeld) en januari (+1,5°C boven gemiddeld) zijn in combinatie met de matige bodemstructuur tijdens planten en een periode van 2 weken met zeer lage temperaturen (stress) ingrediënten die tot deze mate van aantasting hebben geleid. De schimmel Olpidium brassicae kan TNV op de wortels van een tulp overbrengen. Hiervoor is het nodig dat de schimmel: 1) 2) 3) 4)
Aanwezig is actief is zich kan verplaatsen en besmet is met TNV.
Bloembollenbericht 2) april 2012
Aanwezigheid Olpidium Gescheurd grasland is een goede voedingsboden voor Olpidium. Vooral als er kweek, straatgras, herderstasje, melkdistel, muur, klaver en kamille tussen het gras groeien kan er veel olpidium aanwezig zijn. Door het scheuren van de grasmat kunnen er veel zwermsporen vrij komen. Vermoedelijk kan het vroeg doodspuiten van de grasmat uitbreiding beperken. Activiteit schimmel Des te hoger de temperatuur des te actiever de schimmel. Het is niet bekend dat de schimmel onder een bepaalde temperatuur in rust gaat. Laat planten heeft dit jaar geen voordeel opgeleverd ten opzichte van vroeg planten. Waarschijnlijk komt dit omdat het tot en met januari te warm was. Verplaatsing schimmel De schimmel kan zich verplaatsen met een zweepstaartje. Hiervoor zijn kleine waterkanalen nodig. Vooral zavel en kleigronden waarbij de structuur matig is bevat veel van deze horizontale waterkanaaltjes. Besmetting TNV kan voorkomen op ganzevoet, melkdistel, muur, klaver, kweek en straatgras. Ook tulpenbollen kunnen latent besmet zijn. Omdat ook de schimmel aanwezig kan zijn op de wortels van deze planten is door verplaatsing van de schimmel naar wortels van tulpenbollen besmetting mogelijk. Activiteit Olpidium brassicae Er wordt gewerkt aan een analyse methode waarbij de vectordruk van Olpidium brassicae kan worden bepaald. Zo kan een indicatie worden gegeven van de mate waarin besmetting plaats kan vinden. Het vermoeden bestaat dat deze schimmel in staat is om ook andere virussen over te brengen. Gedacht wordt aan onder andere TBV en PLAM V. Beregenen Afgelopen seizoen hebben wij u al gemeld dat een bodemvochtmeter een handig hulpmiddel kan zijn bij het bepalen of er beregend moet worden en in welke volgorde de percelen op basis van behoefte beregend moeten worden. Begin april hebben enkele bollentelers en loonwerkers ervaring opgedaan met De Aquaterr M-300. De reacties waren bijzonder positief. Zo heeft een loonwerker het beregeningsmoment uitgesteld en de perceelvolgorde aangepast. In een proef waarbij verschillende grondbewerkingen werden toegepast tijdens het planten werden interessante vochtspanningsverschillen aangetoond. Relatief losse grond is aanmerkelijk droger dan grond dat beter is aangedrukt. Een juiste grondbewerking of het aandrukken direct na het planten kan al een beregeningsronde uitsparen. Deze meter kan naderhand ook inzicht verschaffen of er genoeg beregend wordt. Uit ervaringen van vorig jaar kwam naar voren dat in verband met de aansluiting met de ondergrond het verstandig kan zijn om de eerste beregening 30mm i.p.v. 20mm te geven. (hoeveelheid water is indicatief)
Bloembollenbericht 2) april 2012
Selectie en virus beperking De meeste tulpenkwekers zijn alweer een aantal weken terug gestart met de virusselectie. De virusuitslagen zijn over het algemeen slechter dan vorig jaar. Dit terwijl er ruimhartig is gespoten met luisdoders en de bladselectieperiode redelijk was. Er zijn enkele belangrijke redenen waarom de verspeiding van virus door luis niet goed is gelukt. 1) Zeer vroege eerste luisvlucht 2) Veel zonuren tot juni. Hierdoor worden insecticiden die overdag gespoten worden, i.v.m. dikke waslaag en snel aandrogen, niet goed in de waslaag opgenomen. Er treedt versneld afbraak door uv. op. 3) Veel beregenen. Doordat insecticiden met zonnig weer oppervlakkig aanhechten spoelt er door beregening relatief veel af. 4) Snelle gewasontwikkeling in combinatie met bovengenoemde factoren verdunnen ook de aangebrachte middelen. Als een of meer van de punten 2 tot en met 4 speelt is het verstandig om een korte spuitinterval aan te houden. Als het warm en zonnig is spuit dan ’s avonds zodra de luchtvochtigheid oploopt. De waslaag wordt makkelijker indringbaar en het middel droogt minder snel aan zodat het dieper in de waslaag komt. Chemische selectie Naast het beperken van het verspreiden van virus door bladluis is het belangrijk om de besmettingsbon tot een minimum te beperken. Via bladselectie en bloemselectie kan de bron uitgedund worden. Bij een vroege luisvlucht is het van belang dat de aangestipte virusplanten verwelkt zijn. Het nadeel van pure Roundup is dat het effect bij gematigde temperaturen pas na ongeveer 10 dagen zichtbaar is. Om die reden wordt er veelal een contactmiddel toegevoegd. Reglone is zo’n middel. Dit versneld de verwelking van de plant. Uiterlijk 2014 wordt een alternatief op Reglone verwacht. Een toevoeging van dit middel aan Roundup maakt de aangestipte plant nog veel sneller minder aantrekkelijk voor luizen (zie foto onder). Voor informatie over de selectors die uit voorraad leverbaar zijn bij kunt u contact opnemen met uw vertegenwoordiger.
Bloembollenbericht 2) april 2012
Virusbeperking en olie Van het huidig toegelaten middelenpakket om virusoverdracht te beperken is minerale olie veruit het sterkste middel. De laatste jaren is het gebruik van minerale olie in tulpen flink toegenomen. Omdat veel bollenkwekers dit wel beseffen maar bang zijn om opbrengst weg te spuiten heeft CAV Agrotheek afgelopen jaar hier een groot onderzoek door proeftuin Zwaagdijk naar uit laten voeren. In deze proef zijn in de cultivars Monte Carlo en Strong Gold olieschema’s vergeleken met standaardschema’s zonder olie. In het standaardschema lagen Shirlan en Sumicidin aan de basis. In de schema’s met olie zijn zachtgeformuleerde fungiciden gebruikt. Samen met Sumicidin zijn deze middelen 14 maal in combinatie met 6L 11e en Olie H overdag gespoten. Onderstaande tabellen laten de gemiddelde opbrengst van 4 behandelingen per cultivar uit 4 herhalingen zien.
1 2 3 4
Tabel 7. Bolopbrengst Strong Gold gemiddeld per veld behandelingen Aantal Aantal 13/op 12/op
Aantal 11-12
Aantal 10-11
Gewicht < 10 (kg)
Totaal gewicht (kg)
vuur + virus (geen olie) 6 l/ha Olie H + vuur + virus 6 l/ha 11E Olie + vuur + virus 6 l/ha 11E Olie (gedeelde toepassing)
146 139 133 132
194 191 185 187
22 23 21 25
17 15 20 19
1,43 1,32 1,29 1,35
11,12 10,80 10,48 10,59
p-waarde Lsd
0,307 n.s.
0,260 n.s.
0,616 n.s.
0,470 n.s.
0,530 n.s.
0,119 n.s.
Aantal 11-12
Aantal 10-11
Gewicht < 10 (kg)
Totaal gewicht (kg)
68 73 72 73 0,822 n.s.
46 50 46 47 0,877 n.s.
2,53 2,67 2,59 2,62 0,651 n.s.
8,31 8,40 8,16 8,15 0,748 n.s.
Tabel 8. Bolopbrengst Monte Carlo gemiddeld per veld behandelingen Aantal Aantal 13/op 12/op 5 6 7 8
vuur + virus (geen olie) 6 l/ha Olie H + vuur + virus 6 l/ha 11E Olie + vuur + virus 6 l/ha 11E Olie (gedeelde toepassing) p-waarde Lsd
29 23 24 19 0,048 6
100 90 91 90 0,271 n.s.
Opvallend is dat in een jaar waarbij april en mei extreem zonnig waren en er overdag 14 keer 6 olie is gespoten de opbrengsten van de olieobjecten niet significant verschillend waren ten opzichte van de standaard zonder olie. Hoewel deze proef gunstig uitvalt wil dat niet zeggen dat de opbrengstderving altijd beperkt zal zijn. Het toevoegen van olie is zeker interessant als een partij boven een voor u acceptabele beheersbare grens uitkomt. Als u olie overweegt pas dan het vuurschema aan. Neem voor informatie hierover kontakt op met uw vertegenwoordiger.
Bloembollenbericht 2) april 2012
Nachtvorst Gewasbespuitingen tijdens perioden met nachtvorst vraagt de nodige aandacht. De regel luidt: "1 dag vóór en 1 dag ná nachtvorst, niet spuiten. Door vorst en grotere temperatuursverschillen ontstaan er scheurtjes in de waslaag. Hierdoor is het gewas gevoeliger voor gewasbespuitingen. Dit geld voor m.n. contactherbiciden en fungiciden op basis van e.c. formuleringen. Olie en vloeibare kunstmest versterken dit effect. In z'n algemeenheid, hoe groter de mix hoe groter het risico.
Vuurbestrijding(onder plastic geteeld)
Afgelopen week zijn tulpen die onder plastic hebben gestaan soms al gekopt. Juist deze gewassen zijn vaak nog niet beschermd tegen vuur. De vuurdruk is tot op heden laag. De praktijk heeft geleerd dat met een of twee relatief zware bespuitingen het gewas later in het seizoen gezonder blijft. Zijn er geen vuurhaarden dan volstaat Collis of Folicur met een Mancozeb bevattend middel. Zijn er wel vuuraantastingen dan kunnen twee bespuitingen van Rudis en Flint met Mancozeb nuttig zijn.
Vuurbestrijding (onbedekte teelt) Over het algemeen zijn de tulpen vrij van vuur en zelf spetters zijn nauwelijks gevormd. Als er geen stekers in uw perceel aanwezig zijn volstaat voor de gewone teelt een bespuiting met Shirlan en Mancozeb. Asulox Afgelopen jaar hebben wij u gemeld dat de uitverkooptermijn voor Asulox 31 december 2011 was. Tot onze verbazing heeft het CTGB recentelijk de uitverkooptermijn verlengt tot de opverbruikerstermijn. U kunt dus zolang de voorraad strekt dit seizoen nog Asulox kopen. Borium Tulpen zijn gevoelig voor Boriumgebrek. Een tekort kan in de broeierij resulteren in scheuren van blad en steel. Bij sommige cultivars kan boriumtekort zich uitten in bloemsmet. Tot een gewaslengte van 20cm kan Bortac gespoten worden. Afhankelijk van de bodembeschikbaarheid kan 2 x 2 tot 3L Bortac gespoten worden.
Bloembollenbericht 2) april 2012
Helsvuur Ook dit jaar komt er regelmatig helsvuur voor. Normaal gesproken is een extra bescherming tegen vuur niet nodig. Als er veel helsvuur in het gewas hou dan rekening met het moment van beregenen. Als er met scherp zonnig weer beregend wordt kan via opspattend water de bacterie die helsvuur veroorzaakt zich verspreiden. Door het loepeffect van druppels water kan de opperheid iets beschadigen. Dit kan dan een invalspoor zijn.
Ijzergebrek Bepaalde cultivars zoals Leen van de Markt sporten kunnen onder bepaalde omstandigheden ijzergebreksverschijnselen vertonen. Een grondbehandeling met de juiste ijzerformulering is het meest effectief. Als dit niet uitgevoerd is kan een bladbespuiting met OLEGA® FER het ijzertekort beperken of oplossen. Deze ijzerformulering is een van de weinigen die via het blad toegepast kan worden. Neem voor advies contact op met uw vertegenwoordiger.
Onkruid Percelen waar in aanvulling op Stomp, Dual of Spectrum, Goltix of Pyramin zijn gespoten zijn duidelijk schoner. Mocht er kiemend onkruid aanwezig zijn kan zolang het nog beschikbaar is Asulox gespoten worden. Spuit wanneer er geen nachtvorstkansen is op een vochtige grond. Voeg eventueel Promotor toe voor een betere werking. Combineer een dergelijke bespuiting niet met een bespuiting tegen vuur.
Beregeningswater Het is goed om eens te kijken naar de kwaliteit van uw beregeningswater. Dat is uitermate belangrijk om een goede groei te houden van uw gewas. Let hierbij vooral de geleidbaarheid (EC) van het water en de gehaltes van Sulfaat (SO42-), Natrium (Na+), Chloor (Cl-) en Bicarbonaat (HCO3-). Als deze zouten in een te hoge concentratie aanwezig zijn kunnen ze een belemmering van de groei en in het ergste geval zelfs afsterving van het gewas veroorzaken! U kunt een goede indicatie krijgen door zelf de EC te meten. Een EC meter meet de geleidbaarheid van het water uitgedrukt in ms per cm. Een veilige waarde ligt rond de 1,5. Vanaf 1,5 moet aan de hand van een watermonster bepaald worden of het veilig is om te beregenen. De verhouding van zouten in het water bepalen de kwaliteit van het water.
Bloembollenbericht 2) april 2012
LELIE Onderwerpen lelie:
Onkruidbestrijding Vuurbestrijding Virus PlamV
Onkruidbestrijding. Het planten gaat zeer voorspoedig en de meeste lelies zijn inmiddels geplant. Gelukkig is er met het paasweekeinde de nodige neerslag gevallen. De bodemherbiciden kunnen nu hun werk goed doen. Gebruik 2 ltr Stomp + 1,5 ltr Dual Gold en 3 ltr Glyfosaat per hectare voor opkomst van de lelies. Let goed op dat de eerste lelies niet bovenkomen op het moment van spuiten. Wees voorzichtig met het inzetten van de bodemherbiciden wanneer er veel regen wordt voorspelt. Het mooiste is wanneer de middelen zich een dag of twee kunnen hechten aan het klei/humus complex voordat er veel regen valt. De herbiciden zijn dan vastgelegd en spoelen dan niet meer naar de wortelzone. Komen de lelies er al uit dan zal er gespoten moeten worden met contact middelen om het onkruid de baas te blijven. Gebruik afhankelijk van de grootte van het onkruid de volgende middelen; 0,5 tot 1 kg/ltr Goltix + 0,5 tot 1 kg Pyramin + 1 tot 2 ltr Asulox en 2 tot 4 ltr Olie. Andere mixen zijn natuurlijk ook mogelijk. Met het wegvallen van de Asulox voor de toekomst zal het er niet makkelijker op worden. Vraag uw vertegenwoordiger welke mix het beste past bij uw perceel en onkruidbezetting.
Vuurbestrijding. De Blinde schubben hebben dit jaar op diverse plekken last van vorstschade. De extreme kou heeft een aantal cultivars de das omgedaan. Zit kort op de vuur en virus bestrijding. Er wordt in een korte tijd veel gewas aangemaakt. Spuit voldoende mancozeb of maneb bevattende middelen en voeg daar 0,6 kg Folicur WG aan toe. Pas op met het gebruik van de vloeibare Folicur en Rudis. Met deze middelen is er meer kans op paarse koppen in de lelies. Gewassen welke te lijden hebben van de vorst zullen een slecht systemisch transport hebben. Op deze gewassen zullen (lokaal) systemische middelen niet goed werken. Het is dan belangrijk om voldoende bedekkingsfungiciden te spuiten. ( Maneb/Mancozeb/Daconil) Voor de nu geplante lelies geld ook dat de basis voor een goede vuurbestrijding moet worden gelegd in de periode van opkomst tot ongeveer twee weken na het knoppen. Wanneer u in deze periode een goed strak schema hanteert met de juiste middelen dan heeft u het minste last van vuur. Spuit vuurgevoelige soorten afhankelijk van de groeisnelheid van het gewas om de 5 tot 7 dagen met 2.5 kg Mancozeb/Maneb + 0,6 kg Folicur WG. Bij zeer hoge infectiedruk, dus warm en regelmatig neerslag kan men hier ook nog 0,5 ltr Collis of 0,25 kg Flint aan
Bloembollenbericht 2) april 2012
toevoegen. Mancozeb en maneb zijn niet snel regenvast. Voeg eventueel 0,5 ltr Shirlan of 0,75 tot 1 ltr Daconil toe om het beter op het gewas te laten plakken. Minder vuurgevoelige soorten behoeven met minder toevoegingen te worden gespoten maar voor een stuk zekerheid is het wel aan te bevelen om de Folicur WG wekelijks mee te spuiten om voldoende opbouw van dit middel in de plant te verkrijgen.
Virusbeperking. Spuit afhankelijk van de groeisnelheid van het gewas om de 5 tot 7 dagen met 1 ltr minerale olie per dag (Certis olie H of Bayer 11 E olie) plus de volle dosering pyrethroiden. Begin tijdig met selecteren, immers geen besmette planten in het veld betekend ook geen uitbreiding van virus. De laatste jaren neemt de besmettingsgraad in de lelies weer toe. Dit komt naast een zeer hoge luizendruk van vorig jaar ook door minder schoon uitgangsmateriaal wat gebruikt is om te schubben. Indien u partijen heeft welke oplopende virus cijfers heeft is het regelmatig meespuiten van het middel Plenum een goede manier om de uitbreiding in te dammen. Plenum verlamd de stilet van de luis direct waardoor voedsel opname en dus ook virusoverdracht onmogelijk wordt. Spuit 300 gram Plenum elke 14 dagen. PLAMV. Indien er naast het PLAM virus ook andere virussen in de plant aanwezig zijn zullen de virusbeelden worden versterkt. Het is dus van groot belang om weer maximaal in te zetten op virusarme teelt. Bij de overdracht van het PLAM virus zijn er nu ook geluiden dat de schimmel Olpidium Brassica er mee te maken zou kunnen hebben. We hopen van ganser harte dat dit niet het geval is daar er met meer dan tienjarig onderzoek in de teelt van tulpen nog steeds geen duidelijke handvatten zijn aan te geven om het te voorkomen of te beperken. Voor vragen of advies: BEL het bloembollenteam van CAV Agrotheek Arjan de Vries tel: 06-53541347 Anton Dingemans tel: 06-53397647 Rene Schouten tel: 06-21242158 Arno Hoogendijk tel: 06-15194862 Nico van Langen tel: 06-53164875 Arno Westhoven tel: 06-13466294
Bloembollenbericht 2) april 2012