jaargang 38, nummer 2
april 2012
HET BESTUUR VERTELT Hallo allemaal. Ik moet me even haasten om dit stukje nog te schrijven. Vandaag (29 april) hebben we genoten van een heerlijke eerste opstaprit van het nieuwe jaar. Helaas waren er geen nieuwe opstappers. Wel is Han weer met ons meegereden, die we al eerder hadden ontmoet bij de rit en aansluitend de pannenkoekenavond van afgelopen jaar. Met een geleende motor van Cees heb ik mijn eerste motorkilometers van het nieuwe jaar weer gemaakt. Het begon met wat spettertjes, maar echte regen hebben we eigenlijk niet gehad. Het was een leuke rit over voornamelijk dijken en we hebben de rit met totaal 11 man gereden. Het was een succes. Op naar de volgende opstaprit, hopelijk met nieuwe opstappers. De Algemene Leden Vergadering was dit jaar voor het eerst in café de Klomp in Delft en dit is een goede locatie gebleken. Voor de aanwezige leden was er gelukkig net genoeg plaats. Van het verslag van de vergadering heeft inmiddels iedereen per e-mail een kopie gekregen. In het bestuur heeft een wijziging plaatsgevonden: de oude secretaris Gerard Jellema is vervangen door de nieuwe secretaris Edwin Eijpe. Het bestuur bedankt Gerard nogmaals voor zijn jarenlange inzet in het bestuur. Edwin, heel veel succes als nieuwe secretaris! Als geheugensteuntje herinner ik een ieder die zich heeft opgegeven voor het hotelweekend en ook daadwerkelijk mee wil, dat een vooruitbetaling wordt verlangd van € 100,00, welk bedrag dient voor de reservering van het hotel. Waarom dit jaar opeens een vooruitbetaling en andere jaren niet? Omdat dit hotel dit van ons verlangt. Volgende week hopen we met z’n allen op mooi weer en een grote opkomst voor onze jaarlijkse Ooievaarstoertocht. Er is weer het nodige werk gestoken in het uitzetten en narijden van deze tocht en het belooft weer een mooie rit te worden. Het bestuur hoopt op een grote opkomst van de leden, zodat we er met z’n allen een leuke dag van kunnen maken. Ik heb de zon al besteld, dus dan komt het goed. Veel leesplezier met deze editie van uw lijfblad. Martin Labrujere.
1
EVEN VOORSTELLEN……………… Hallo allemaal, Mijn naam is Els Kronenburg, ik werk in Utrecht en woon in Mijdrecht. Hoewel een aantal van jullie mij inmiddels al een tijdje kennen, althans denken te kennen , na zeer langdurig aandringen van Lappie nu dan toch even een stukje van mij. Als je mij een goed jaar geleden had voorspeld dat ik ooit nog eens lid van een motorklub zou worden, had ik je beslist voor gek verklaard. Motoren dat is toch iets voor van die bomen van kerels met van die leren pakken aan? Hoe is het dan toch zover gekomen dat ik mij in jullie gelederen begeef? Op een dag kwam Cees ons kantoor in Utrecht versterken. Aangezien ik de luxe had van een kamer voor mij alleen (iets wat gezien het continu ruimtegebrek binnen ons kantoor eigenlijk helemaal niet kon) werd Cees mijn nieuwe kamergenoot. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik daar aanvankelijk helemaal niet zo blij mee was. Ten eerste kon ik -als rasechte Amsterdamse- hem de helft van de tijd niet verstaan als ie een beetje Haags zat te brommen. Ten tweede schepte hij er een duivels genoegen in om mij op de kast te jagen, wat hem 9 van de 10 keer aardig lukte. Maar uiteindelijk begon ik door te krijgen dat onder al dat bravoure toch best wel een aardige vent schuilging. We begonnen zelfs af en toe serieus met elkaar te praten, iets wat ik (en vele kantoorgenoten met mij) aanvankelijk niet voor mogelijk had gehouden. Telkens als hij de telefoon opnam en zich meldde: “met Cees Jolll” dacht ik: “ik ken die man ergens van” maar ik kon er maar niet opkomen. Tot hij maanden later tijdens een van onze gesprekken vertelde dat hij bij Bank Mees & Hopeloos gewerkt had. Toen viel bij mij het muntje. In het bedrijf waar ik vóór Wijn & Stael heel lang gewerkt heb, had ik zeer regelmatig telefonisch contact met (technische) mensen van BMH in o.a. Den Haag en zo ook met Cees. Zó klein kan de wereld dus zijn. Onze onderlinge verstandhouding werd eigenlijk alleen maar beter en dus praat je ook met elkaar over je hobbies enzo. Cees vertelde natuurlijk zeer enthousiaste verhalen over motorrijden en bood aan dat ik wel eens een keertje bij hem achterop mocht. Om niet onaardig te zijn, heb ik daarmee ingestemd maar wel meteen erbij gezegd dat dat om allerlei redenen nog wel even zou gaan duren. Eerlijk gezegd was ik het niet echt van plan. Cees was echter zó enthousiast en toen leerde ik Astrid kennen, die ook al zo’n fervent motorrijdster is, en ik dacht: dat is toch geen grote kerel, en toen ging het langzamerhand toch een beetje kriebelen. Wat was dat nou toch? Waarom doen die mensen er zo lyrisch over om in zo’n harnas (zoals ik een motorpak in stilte noemde) op zo’n scheurijzer rond te racen? Kan toch niet half zo comfortabel zijn als in een auto? En dan nog die herrie die dingen maken. En niet in de laatste plaats: levensgevaarlijk! Intussen kwamen er steeds meer mensen op mijn pad die enthousiast waren over motorrijden en uiteindelijk won de nieuwsgierigheid het bij mij van de
2
rest. Dat, én de opmerking van Manuel dat ik gewoon moest toegeven dat ik helemaal niet durfde, brachten mij ertoe de stoute schoenen aan te trekken en met Cees en Astrid af te spreken. Astrid adviseerde om maar niet meteen met een lange tocht mee te gaan voor het geval ik het niet leuk zou vinden, maar een keertje een klein stukje te gaan rijden om te proberen. En zo werd er een afspraak gemaakt voor een avondje. Dus donderdag 5 mei ’s avonds na het werk op naar Zeist, een happie mee-eten in de Jolderie (van pure opwinding kreeg ik met de grootste moeite wat naar binnen) en toen was het zover. Ik kreeg broek, jack, laarzen, handschoenen en helm en toen alles met de nodige hulp van Astrid zat zoals het moest, kon het avontuur beginnen. Het was al een knap staaltje om achterop te klimmen, maar het lukte en toen Cees begon te rijden dacht ik: tja, nu kun je niet meer terug dus maak er maar van wat er van te maken valt. Toen ik er na een paar minuten nog op zat (wie had dat gedacht?), begon ik er schik in te krijgen. Ik denk dat Cees doorhad dat ik ontspande en hij ging een paar “bochten doen”. Dat vond ik –hoewel toch ook wel een beetje eng- helemaal te gek. Ik begon er echt van te genieten en tegen de tijd dat we stopten om koffie te gaan drinken, was ik eigenlijk al verkocht. Na de koffie hebben we nog een heel eind gereden en toen moesten we echt terug (intussen was het al donker geworden) en ik dacht: “nou begrijp ik het”. Na deze “proefrit” mocht ik dan een keertje mee met een echte tocht. De Ooievaarstocht op zondag 15 mei. Cees zou mij thuis komen ophalen, dus Astrid had vrijdags al een hele tas met kleding voor me meegegeven. Nou, ik was die zondag van de weeromstuit (zenuwen?!?) al om kwart over vijf wakker. En wat ik ook probeerde, niet meer slapen. Dus om een uurtje of zeven maar opgestaan. Had ik tenminste alle tijd rustig te ontbijten en me in dat motorharnas te hijsen. Ik zag er echt niet uit. Enfin, om een uur of tien werd ik dus met de motor opgehaald. Had weer de grootste moeite om er op te klimmen met die korte beentjes van me. Om het mij gemakkelijker te maken had hij nu ook nog twee koffers achterop, dus daar moest ik ook nog overheen klimmen. Enfin, het enige publiek bestond uit Karin en Manuel en die lagen in een deuk. Gelukkig zag ik even geen buren. We zijn toen naar Den Haag gereden. Dat vond ik al een heel leuk ritje maar dat was natuurlijk niet zo lang. In Den Haag werd eerst koffie gedronken en vervolgens gestart met de rit. Ik dacht dat je dan met al die motoren tegelijk ging rijden en het een beetje een ongeregeld zootje zou zijn, maar niets bleek minder waar. Er werden diverse kleine groepjes gevormd. Zeer gedisciplineerd allemaal. De rit voerde ons door allerlei kleine plaatsjes. Op een gegeven moment waren we in Kudelstaart, dus ik grapte al dat ze me toen wel thuis hadden kunnen oppikken. Het zal ongetwijfeld aan mij liggen, maar waarom het in hemelsnaam de Ooievaarstoer heette, heb ik niet begrepen. We reden wel langs plaatsen waar je ooievaars zou verwachten, maar met die takkeherrie die wij maken met die motoren, zijn de ooievaars echt ver te zoeken hoor. Enfin, als het beessie maar een naampie heeft, zullen we maar zeggen.
3
Op een gegeven moment zijn we het spoor volkomen bijster geraakt. Dit kwam omdat wij door werkzaamheden bepaalde straten die wij moesten rijden niet in mochten. Dus ga je omrijden en raak je (althans wij wel) verdwaald. We hebben de rest van de motorrijders (de andere groepjes) nooit meer gezien die dag totdat we bij het eindpunt kwamen. Tussendoor hebben we met ons ploegje nog geluncht. Dat was ook erg gezellig ondanks het feit dat het toen begon te spetteren. Omdat wij de andere motorrijders niet meer tegenkwamen, moest Manuel wel mee blijven rijden omdat Karin bij hem achterop zat, terwijl hij eigenlijk 's middags naar huis zou gaan. Daarom werd de toer op een gegeven moment een stukje ingekort en gingen wij een eind via de snelweg. Intussen was het behoorlijk afgekoeld, en ik had het niet meer van de kou. Dat was duidelijk een beginnersfout van mij. Ik had namelijk een hele tas met motorkleding gekregen om aan te trekken en daar zaten twee jacks in. Eén leren en één all weather. Wat een luxe -dacht ik in mijn onwetendheid- Astrid geeft me nog de keuze uit twee jacks ook! Dus ik dacht slim te zijn en koos voor een t-shirt, een trui eroverheen en dan dat all weather jack, want er was kans op regen. Nu bleek achteraf dat het de bedoeling was, dat ik eerst dat leren jack aan zou trekken en daar overheen het all weather jack. Als het dan te warm zou worden, kon je er eentje uitdoen en in die motorkoffer stoppen. Tja, wist ik veel. Dat had niemand mij erbij verteld. Enfin, al doende leert men. Bij het eindpunt in Lage Vuursche aangekomen, zijn we gauw aan de hete thee gegaan en toen kwam ik wel weer een beetje bij. Er bleken al veel motorrijders die aan de rit hadden deelgenomen weg te zijn, maar met de rest werd gezellig wat gedronken. Uiteindelijk hebben we toen met een klein clubje nog wat gegeten. Daarna zijn Cees en Astrid met mij teruggereden naar Zeist (gelukkig hadden ze nog een extra jack voor me, zodat ik niet weer hoefde te bevriezen, want inmiddels was het nog veel kouder geworden). Daar hebben we op ons gemak koffie gedronken en vervolgens heeft Cees mij met de auto naar huis gebracht. Uiteindelijk was het dus handiger geweest als ik 's morgens gewoon zelf naar Zeist was gereden, want nu moest hij heen en weer terug. Maar ja, dat had hij zelf zo geregeld want ik heb herhaaldelijk gezegd dat ik best zelf met de auto naar hen toe kon komen.
4
Al met al vond ik het een zeer geslaagde dag en gelukkig ben ik niet ziek geworden, want daar was ik in eerste instantie wel een beetje bang voor, na dat kou lijden. Na de Ooievaarstocht was het even gedaan met de motorritjes. Niet dat ik geen zin had, maar het kwam steeds een beetje ongelukkig uit met andere afspraken en verplichtingen enzo. Maar in september werd de schade ruimschoots ingehaald. Bijna ieder weekend ben ik met Cees, Astrid en anderen meegeweest op de motor. Een rit naar de Achterhoek, een rit beginnend in Dordrecht, een ritje naar Deventer en als afsluiting op 29 oktober de Pannenkoekenrit. De meeste tochten heb ik bij Cees achterop gezeten, maar één keer had hij Karin al achterop en heb ik bij Lappie achterop de Harley gezeten. Was ook helemaal geweldig, hoewel ik ’s avonds wel botjes voelde waarvan ik voordien het bestaan niet kende . Ik vermoed dat de meesten van jullie nu gaan vragen of en wanneer ik zelf mijn motorrijbewijs ga halen. Maar geloof me, dat gaan jullie echt niet willen. Laat mij maar lekker achterop zitten, dat is veiliger voor mij maar zéker ook voor jullie. Intussen verheug ik me erop om weer met jullie mee te gaan op jullie tochten. Bijdrage van Els Kronenburg. Gedogen (door Paul) Vrijdagmorgen mocht ik voor de baas een bedrijf bezoeken in Rotterdam. En het zou het prachtig technisch weer worden. Kortom een prima moment voor een mooi ritje. Op de blauwe motor deze keer. Want daar past de Garmin op. Langs Delft over de A13 naar het Knooppunt Kleinpolderplein. Gelukkig heb ik de zonnebril op. Linksaf de A20 op. Ik zit daar op de rechterbaan en ga een strookje naar links omdat ik de A20 een stukje wil blijven volgen en er nog niet meteen af moet. Maar ik kom zo wel tussen twee vrachtwagens. Dat wil ik niet. Dus gelijk nog een strookje naar links. En ondanks de drukte heb ik nu lekker wat ruimte om me heen. De zon schijnt volop. Het is nog mooier dan verwacht. Een politieauto komt me links voorbij. En een agent zwaait me vriendelijk toe. Ik zwaai vriendelijk terug. Nu rijdt de politieauto voor me. Het zonnetje schijnt. In mijn helm klinkt een swingend lied van Shakira. En in het achterraam van de politie auto staat ineens een vriendelijk verzoek. Ik mag hem volgen..? Er komt nu toch ineens een klein donker wolkje voor de zon. Ik check even alles. Ik heb het knipperlichtje gebruikt. Ik rijd niet te hard. Dat kan ook niet eens met zoveel verkeer. Rijbewijs heb ik bij me. En mijn motorpapieren ook. Maar shit! Ik rijd op Dita's motor. En die papieren heb ik niet bij me... 5
Ondertussen zijn we bij het Terbregseplein aangekomen en daar is de vluchtstrook breed genoeg om veilig te stoppen. Dat doet de politiewagen dan ook. En ik stop natuurlijk ook. Motor uit en op de standaard. Shakira ook uit. Ik wordt al door de agenten aangesproken. En wat blijkt? Toen ik tussen de twee vrachtauto's vandaan wilde en een baan opschoof reed ik over een doorgetrokken lijn. Dat ik tussen twee vrachtauto's weg wilde snapten ze ook wel. Mijn rijbewijs wordt even nagetrokken, naar de motorpapieren vragen ze niet en verder is alles oké. En dan blijkt dat er vandaag niet bekeurd wordt voor lichte overtredingen. Die worden vandaag gedoogd. Want de agenten protesteren tegen hun minister. En die zit natuurlijk in een gedoogkabinet. De zon komt weer achter het wolkje vandaan. Ik rijd weer weg. En de zon blijft de hele dag schijnen. Vandaag ben ik even fan van onze gedoogregering. Oh ja, en ik kreeg als herinnering nog een mooie prent mee. Dit bewijsstuk van minder goed gedrag en gedogen staat in deze Elektrooievaar. Bijdrage van Paul Witte.
6
Vakantie Nieuw Zeeland Op 10 januari staat Karin ‘s-morgens al vroeg bij ons voor de deur. Ze heeft aangebonden Cees en mij naar Schiphol te brengen. Dat aanbod hebben we dankbaar aanvaard. Bij aankomst op Schiphol staat de rest van ons selecte groepje al te wachten. Edith en Gerard zijn met de trein gekomen en Hugo en Roy zijn gebracht door de moeder van Roy. We gaan beginnen aan onze eerste etappe naar Kuala Lumpur. Vroeg in de ochtend komen we daar aan. We hebben daar een hele dag voor ons die we in de stad doorbrengen. Als we voor de Petronas toren staan blijkt dat we er niet op kunnen. De kaartjes voor die dag waren om 11.45 uur al uitverkocht. Dan maar een beetje rondwandelen, lekker eten en alvast wennen aan de warmte. Eind van de middag weer naar het vliegveld voor de volgende etappe naar Auckland. De volgende dag om 12.45 uur landen we in Auckland. Met een taxi naar het hotel. Eindelijk kunnen we douchen! Om 17.00 uur komt Hakan, onze motor verhuurder, naar het hotel om alvast de huurovereenkomsten af te handelen, zodat we dat morgenochtend niet hoeven te doen. Hij heeft tevens voor elke motor twee koffers mee die we alvast kunnen inpakken. ‘sAvonds gegeten in de haven van Auckland en na 2 nachten slapen in het vliegtuig blij dat we weer in een bed kunnen slapen. Na een ontbijt op naar het depot waar we de motoren kunnen ophalen. 4 x Suzuki V-strom 650 en 1 x V-strom 1000 cc. Deze laatste is voor Gerard en Edith die samen rijden op één motor. Alle formaliteiten zijn dan gelukkig al snel afgehandeld en we kunnen beginnen aan 5 weken rondtrekken door Nieuw Zeeland. Ons eerste doel is Pahia, waar we rond 17.00 uur arriveren. We hebben daar drie behoorlijk ruime studio’s en blijven 2 nachten. De volgende dag eerst naar Keri Keri, waar we een papegaaiencentrum bezoeken. Helaas geen kiwi’s. Vervolgens rijden we een hele mooie route en stoppen bij een baai die ons was aanbevolen door de eigenaar van de studio’s. Inderdaad een fantastisch uitzicht. Terug in Pahia lekker van de zon genoten en uit eten geweest.
7
Dan weer terug van Pahia richting Auckland, nu langs de andere kust. We steken dus eerst het eiland over via Kaikohe naar Opononi. Zo komen we het Waipona National Forest. Wat een weg!! Ruim 20 km.bochten dwars door het woud met aan beide kanten de mooiste en hoogste bomen. Geen enkel recht stukje weg. Zelfs Edith, bij Gerard achterop, werd er een beetje draaierig van. Hierna kan het alleen maar minder worden en inderdaad, aan het eind van de rit werd de weg recht en wij moe. Na 400 km. Komen we dan aan bij Takapuna Beach. Met Roy als reisleider vinden we onze verblijfplaats al snel. Een echt hotel, waar we kamers krijgen op de 15e en 17e etage. We hebben een schitterend uitzicht op de skyline van Auckland. De andere ochtend niet in het hotel ontbeten maar in een tentje niet ver daar vandaan. Cees had een ontbijt waar wel 4 mensen van konden eten, er zat zelfs een steak bij. Op naar Coromandel Peninsula waar we 2 nachten verblijven in een lodge in Whitianga. Onderweg krijgen we bijna een hartverzakking. In NZ hebben ze veel bruggen met maar één rijstrook. Daar staat dan bij aangegeven die voorrang heeft. We komen bij zo’n brug aan en zien dat we kunnen rijden. We rijden de brug op en deze is best lang. Dan komt er vanaf de andere kant om de bocht heen een vrachtauto, volgeladen met boomstammen op de brug af. De chauffeur remt niet eens af en rijdt zo de brug op terwijl Gerard en ik daar nog rijden. Gelukkig gaat het allemaal net goed. Ik zie echter Cees niet meer en hij rijdt altijd achter mij. Gelukkig zag Cees het aankomen en heeft netjes gewacht. Een paar bruggen verder gebeurt bijna hetzelfde. Dus nu toch maar een beetje voorzichtiger. De volgende dag gaan Cees en ik een dagje samen op pad. We gaan na het ontbijt op één motor naar Coleville. Deze plaats staat erom bekend dat ze volledig in hun eigen voorzieningen kunnen voorzien. We rijden Coleville in en we rijden er weer uit. De plaats bestaat uit niet meer dan een General Store en een klein restaurantje. We rijden nog even door om te kijken of er meer volgt, maar nee, dat was echt alles. Toch maar een T-shirt gekocht en een kop koffie gedronken. Op de terugweg nog even gestopt in Coromandel en daar een tijdje rondgewandeld. Leuke hond gezien, gemaakt van een Yamaha tank en andere motoronderdelen. Terug naar de lodge, niemand te vinden. We wandelen naar het centrum en vinden de anderen in de kroeg. Maar even aangeschoven voor een lekker biertje en nog wat rond gestruind. Daarna in dezelfde kroeg gegeten en op ons gemakje terug gewandeld. Na het ontbijt vertrokken. Via Coromandel langs de kust verlaten we het schiereiland. We passeren Thames en gaan dan richting Rotorua. Als we bij het hotel aankomen kunnen we de zwavellucht al ruiken. Ons hotel ligt aan het meer van Rotorua. ’s-Avonds Koreaans gegeten.
8
We hebben 2 hele dagen in Rotorua. De eerste dag besluiten we de hop-on hop-of bus te nemen. De eerste stop is het Agrodome, een soort schapenfarm. We krijgen zo’n 20 soorten schapen te zien waaronder onze eigen Texelaar. Verder komen er in de voorstelling nog blaffende en niet blaffende honden voor, een koe en een paar lammetjes (hmm lekker). We krijgen een demonstratie schaapscheren en koemelken. Vervolgens weer op de bus en naar Te Pui. Dit is een park met geisers en modderbaden. Op tijd terug naar het hotel waar we worden opgehaald door een bus die ons naar Maori Village Tamaki brengt. Hier krijgen we te zien hoe de Maori leven. Er is een dorp waarin de Maori ambachten en spelletjes tonen. Verder kun je zien hoe ze hun eten in de grond bereiden. Later op de avond gaan we ons te buiten aan dit eten, heerlijk!! De Maori chauffeur brengt ons weer terug naar het hotel. Onderweg begint hij te zingen en de rotonde neemt hij 4 keer, onder grote hilariteit. Wordt vervolgd. Bijdrage van Astrid Jol. Voor de meute uit rijden voor het goede doel. “Gaaf man, de hele weg was voor ons. Dat hebben we nog niet eerder meegemaakt. Kicken gewoon!” Een paar enthousiaste wielrenners zijn me erg dankbaar. Ik heb ze een onvergetelijke dag bezorgd. Hoe is dat zo gekomen? Een collega van mij is, nadat hij genezen was van prostaatkanker, aan zijn conditie gaan werken door te gaan fietsen met Team Westland. Dat is een groep wielrenners met als motto “een team, een doel, een actie voor KWF kankerbestrijding“. Jaarlijks hoogtepunt is de deelname aan de Alpe d’HuZes waarbij de rijders proberen om op een dag zes keer de klim naar het bekende dorpje in de Alpen te klimmen. De sponsorgelden en andere opbrengsten zijn allemaal voor het goede doel. Maar vandaag is er een andere goede doel actie van Team Westland. De tourtocht levert per deelnemende renner 25 Euro aan startgeld op. Een fietser rijdt in een groepje achter een paar rijders van Team Westland. Zo’n plukje van 25 a 30 wielrenners wordt voorafgegaan door een motorrijder. De route is 90, 65 of 40 kilometer lang. Vandaag doe ik voor de eerste keer mee als voorrijder / begeleider. Eerder deze week hebben we ’s avonds met 7 motoren de route voorgereden. Toen is ook verteld wat onze rol is. En vandaag gaat het echt gebeuren. Vertrek bij Van Vliet Contrans in Wateringen.
9
Sneller en sneller Ik ga weg met de vierde groep en we gaan 90 km doen. Na een kwartiertje staan we voor het rode licht en vraag ik of het tempo goed is. Ik reed zoals mijn instructies waren 30 km/u. En de mannen en vrouwen vinden het prima. Tien minuten later rijd ik op de weg met achter mij de helft van de groep. De andere helft van de rijders zit op het fietspad en rijdt sneller. Ik besluit naast de snelste fietser te blijven rijden en hoop maar dat het niet te hard gaat. Het moet immers een tourtocht zijn en geen wedstrijd. Later rijden we weer allemaal op de weg en de snelheid blijft boven de 35 gaan. Ze hebben er gewoon zin in. Ik hoop maar dat we niemand verliezen. Ruim baan voor mijn fietsers! We rijden langs de vliet richting Leiden. Ergens moeten we rechtsaf, weet ik. Het is een klein weggetje dat lijkt op de uitritten van de huizen. Ik zie het te laat en schiet er voorbij. De fietsers van Team Westland nemen de afslag wel. En hun volgers natuurlijk ook. Nu rijd ik dus achteraan. Dat komt goed uit voor een van de wielrenners. Die rijdt op een achterstand van 100 meter. In mijn luwte is hij weer snel bij de groep. In Stompwijk rijd ik weer voor. Daar is de weg smal en bij geparkeerde auto’s moeten tegenliggers wachten. Ik rijd brutaal midden op de weg en steek gebiedend mijn hand op naar de tegenliggers. Aan de kant! Ruim baan voor mijn fietsers! Een mooie waaier We gaan rechtsaf en dan komt een leuk stukje: Aan de linkerkant van de weg begint een fietspad. Ik rijd er op. Met de meute achter me aan duik ik de fietstunnel in en hoppa! we hebben de N206 gepasseerd. Nu links af over verlaten dijkjes. Sjonge jonge wat wordt er hard gekoerst! En dat vind ik wel leuk. Door Zoeterwoude heen en weer de polder in. We rijden na een paar afslagen ongeveer zuidwaarts en ik zie in mijn linkerspiegel de wielrenners een mooie waaier maken. De wind komt van rechtsvoor. Ik ga rechts rijden zodat de waaier nog wat langer kan worden. Lachen zeg! Twee keer er op en erover We naderen Benthuizen als ik een andere groep voor ons zie rijden. Met een motorrijder voorop. In Benthuizen zien we ze even niet. Maar als we na het dorp op het enorm brede fietsbad rijden zijn ze al snel weer in beeld. We lopen snel in waardoor ik even ingeklemd tussen twee groepen wielrenners moet rijden. Dat is niet de bedoeling. Ik passeer de hele groep en ga 10 meter voor de andere motorbegeleider rijden. Het duurt niet lang of mijn rijders zitten weer achter me. Dat was dus erop en erover! Degenen die dat willen kunnen bij de langzamere groep blijven. Wij gaan verder. Over het fietspad gaan we onder de A12 door en daar sluiten we aan bij een volgende groep. Daar doen we nog een keer: er op en erover.
10
Rechtsaf, nog eens rechtsaf en we zijn als tweede groep bij de plantenkwekerij Leo Ammerlaan voor een korte koffiepauze. We zullen hier ook weer als tweede vertrekken. Mijn bikkels stampen flink door Na de koffie en de koek staan we weer klaar. De rijders zeggen dat we iets langzamer gaan rijden want het ging toch wel erg hard. Ik vind het prima. En daar gaan we. Langs de Rottemeren, Bergschenhoek en onder de A13 door naar Overschie. Daar rijden we een half rondje rond de kerk en dan staan we even stil voor de ophaalbrug die open staat. “Gaat het goed”, vraag ik? “Het gaat uitstekend!”, hoor ik. Nog een klein stukje door de bebouwde kom en dan weer lekker de polder in richting Schipluiden. Smalle asfaltweggetjes. Ik zorg er voor dat de tegenliggers bij de passeervakken stoppen. We rijden een auto achterop die ons ook maar even laat passeren. Mijn bikkels stampen flink door! Signalement bekend Door Schipluiden heen. Ik toeter een paar keer om wat winkelende voetgangers voor mijn mannen en vrouwen te waarschuwen. En dan de laatste paar kilometer waarin nog even flink wordt versneld. Het wordt nu bijna een beetje gekkenwerk. Ik moet steeds harder rijden want ze komen telkens weer naast me. Vlak bij het eindpunt van Van Vliet Contrans moeten we twee rotondes voor driekwart nemen. In mijn spiegel zie ik een paar renners de korte bocht linksaf nemen. Gelukkig heb ik een nauwkeurig signalement van de onverlaten. Ze hadden allemaal een fiets met twee wielen, een krom stuur, een fietshelmpje op. En een shirt van “Team Westland”! www.teamwestland.nl
11
Na de finish spreek nog een paar van mijn fietsers. Ik wordt bedankt voor deze fantastische ervaring. Er is nog nasi met satésaus, muziek en gezelligheid maar ik ga naar huis. Een leuke ervaring voor de fietsers, een leuke ervaring voor mij en het levert nog geld op voor het KWF kankerfonds. Bijdrage van Paul Witte. WAT EEN SCHITTEREND ANTWOORD! Een monteur demonteerde een cilinderkop van een Kawasaki toen hij een bekende cardioloog in zijn winkel ontwaarde. De cardioloog stond te wachten totdat de monteur tijd had om even naar zijn motorfiets te kijken. De monteur riep naar de cardioloog dat hij moest komen kijken naar de interne delen van de motor. De cardioloog liep een beetje verbaasd naar de monteur toe. De monteur ging staan, veegde zijn handen aan een doek af zei tegen de cardioloog: Kijk dokter, ik opende het hart van deze machine, haalde de kleppen er uit, ik heb de schade hersteld en dan zet ik hem weer in elkaar. Als ik dan klaar ben, werkt hij weer als een nieuwe. Hoe komt het dan dat ik per jaar € 39.500,= euro verdien en U € 1.600.000,= ? Terwijl wij in feite hetzelfde werk doen! De cardioloog wachtte even met antwoorden en begon te glimlachen. Toen zei hij tegen de monteur: Probeer die reparatie eens uit te voeren met een draaiende motor...
In deze Elektrooievaar een speciale bijdrage van: Belangrijke telefoonnummers:
Paul Witte (2x) Els Kronenburg Astrid Jol
Astrid: Martin: Willem: Jan:
030-6991797 071-5223950 06-27362825 06-29100276
E-mail: Postadres:
[email protected] Kroostweg-Noord 164 3704 DX Zeist
12