Blik op Internationale Solidariteit
Blik op
Met deze ‘Blik op Internationale Solidariteit’ willen we niet enkel het werk van onze Rode Kruiscollega’s aan bod laten komen. We willen ook informeren over een brede waaier aan actuele onderwerpen die verband houden met Internationale Solidariteit.
Internationale Solidariteit 2008
Op basis van solidariteit, vrijwilligheid en het bundelen van alle krachten -mensen, kennis en middelen- staat Rode Kruis-Vlaanderen altijd en overal paraat ten behoeve van de meest kwetsbare personen.
Een blik op internationale solidariteit
Solidariteit over de grenzen heen is voor de internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging een vanzelfsprekendheid. Binnen ons wereldwijde netwerk heeft iedereen een gemeenschappelijke visie: samen werken aan een wereld van sterke gemeenschappen, die in staat zijn om het hoofd te bieden aan menselijk lijden en rampen. Met hoop, waardigheid en aandacht voor rechtvaardigheid.
Het geheel is immers groter dan de som van de onderdelen. Iedere bijdrage zorgt ervoor dat de “boom” van solidariteit blijft groeien en bloeien. Laten we samen deze projecten blijven ondersteunen om te werken aan een wereld van sterke gemeenschappen, die het hoofd kunnen bieden aan alle soorten rampen. Samen staan we paraat, altijd en overal!
Wil je ons steunen? Rode Kruis-Vlaanderen Internationaal vzw Motstraat 40 2800 Mechelen tel.015 44 35 35 fax 015 44 36 15 www.rodekruis.be
[email protected] Rekeningnummer: 433-81 83 051-59
Voorwoord
Paraat. Altijd, overal.
Als lid van het internationale netwerk heeft ook Rode KruisVlaanderen het afgelopen jaar belangrijke stappen gezet om de doelstellingen conform Strategie 2010 te realiseren. - De omzet van structurele hulpprogramma’s zal van 2008 tot 2010 bijna drie keer groter zijn dan die van 2007. Dit dankzij het groeiend vertrouwen van steeds meer donoren. - Deze omzetstijging zorgde met Congo, Burundi en Botswana voor een uitbreiding van het aantal partnerlanden van vier naar zeven. - Eerste hulp, dé expertise bij uitstek van Rode Kruis-Vlaanderen, wordt het voorwerp van een meerjarenproject voor de opbouw van de eerstehulp capaciteit in Afrika. In deze editie van het jaarboek geven we traditiegetrouw een blik op hoe alle takken binnen Rode Kruis-Vlaanderen ervoor zorgen dat de boom van de solidariteit blijft groeien en bloeien. Een interessante toevoeging aan deze editie is de achtergrondinformatie over de internationale humanitaire problemen waarvoor het Rode Kruis zich specifiek inzet.
Meer informatie vindt u op www.rodekruis.be en in het jaarverslag van Rode Kruis-Vlaanderen. Nieuw daarbij is dat een deel van onze activiteiten in het Zuiden herwerkt is tot een aanbod van projecten op maat van de plaatselijke afdelingen van Rode Kruis-Vlaanderen, om hen aan te moedigen actief betrokken te raken bij de vrijwilligerswerking van ‘collega’s’ in Afrika en Nepal. Ontwikkelingssamenwerking is voor ons niet beperkt tot samenwerking tussen experts van de respectieve hoofdzetels, maar is een uiting van solidariteit van en met alle Rode Kruismedewerkers, en dit op alle niveaus. De opbrengst van Music for Life, de eindejaarsbenefiet van Studio Brussel, wordt dit jaar besteed aan hulp voor vrouwen en kinderen op de vlucht. Dit jaarboek belicht dan ook de verschillende manieren waarop het Rode Kruis de levensomstandigheden van vluchtelingen menselijker maakt, niet alleen ver van hier maar ook dicht bij huis. Wij hopen dat ook u de solidariteit over de landsgrenzen heen in uw hart blijft dragen, en ze bij anderen blijft aanmoedigen. Luc De Wever Coördinator Internationale Humanitaire Diensten
Rode Kruis-Vlaanderen is een onafhankelijke organisatie die via het Belgische Rode Kruis deel uitmaakt van de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging. Gefinancierd door DGOS (Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking)
Foto kaft: © Rode Kruis-Vlaanderen. * Rode Kruisvrijwilligers geven vorming in de schaduw van de boom. Hier wordt getoond hoe een muggennet moet worden gebruikt, Mozambique.
Blik op Internationale Solidariteit
Blik op
Met deze ‘Blik op Internationale Solidariteit’ willen we niet enkel het werk van onze Rode Kruiscollega’s aan bod laten komen. We willen ook informeren over een brede waaier aan actuele onderwerpen die verband houden met Internationale Solidariteit.
Internationale Solidariteit 2008
Op basis van solidariteit, vrijwilligheid en het bundelen van alle krachten -mensen, kennis en middelen- staat Rode Kruis-Vlaanderen altijd en overal paraat ten behoeve van de meest kwetsbare personen.
Een blik op internationale solidariteit
Solidariteit over de grenzen heen is voor de internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging een vanzelfsprekendheid. Binnen ons wereldwijde netwerk heeft iedereen een gemeenschappelijke visie: samen werken aan een wereld van sterke gemeenschappen, die in staat zijn om het hoofd te bieden aan menselijk lijden en rampen. Met hoop, waardigheid en aandacht voor rechtvaardigheid.
Het geheel is immers groter dan de som van de onderdelen. Iedere bijdrage zorgt ervoor dat de “boom” van solidariteit blijft groeien en bloeien. Laten we samen deze projecten blijven ondersteunen om te werken aan een wereld van sterke gemeenschappen, die het hoofd kunnen bieden aan alle soorten rampen. Samen staan we paraat, altijd en overal!
Wil je ons steunen? Rode Kruis-Vlaanderen Internationaal vzw Motstraat 40 2800 Mechelen tel.015 44 35 35 fax 015 44 36 15 www.rodekruis.be
[email protected] Rekeningnummer: 433-81 83 051-59
Voorwoord
Paraat. Altijd, overal.
Als lid van het internationale netwerk heeft ook Rode KruisVlaanderen het afgelopen jaar belangrijke stappen gezet om de doelstellingen conform Strategie 2010 te realiseren. - De omzet van structurele hulpprogramma’s zal van 2008 tot 2010 bijna drie keer groter zijn dan die van 2007. Dit dankzij het groeiend vertrouwen van steeds meer donoren. - Deze omzetstijging zorgde met Congo, Burundi en Botswana voor een uitbreiding van het aantal partnerlanden van vier naar zeven. - Eerste hulp, dé expertise bij uitstek van Rode Kruis-Vlaanderen, wordt het voorwerp van een meerjarenproject voor de opbouw van de eerstehulp capaciteit in Afrika. In deze editie van het jaarboek geven we traditiegetrouw een blik op hoe alle takken binnen Rode Kruis-Vlaanderen ervoor zorgen dat de boom van de solidariteit blijft groeien en bloeien. Een interessante toevoeging aan deze editie is de achtergrondinformatie over de internationale humanitaire problemen waarvoor het Rode Kruis zich specifiek inzet.
Meer informatie vindt u op www.rodekruis.be en in het jaarverslag van Rode Kruis-Vlaanderen. Nieuw daarbij is dat een deel van onze activiteiten in het Zuiden herwerkt is tot een aanbod van projecten op maat van de plaatselijke afdelingen van Rode Kruis-Vlaanderen, om hen aan te moedigen actief betrokken te raken bij de vrijwilligerswerking van ‘collega’s’ in Afrika en Nepal. Ontwikkelingssamenwerking is voor ons niet beperkt tot samenwerking tussen experts van de respectieve hoofdzetels, maar is een uiting van solidariteit van en met alle Rode Kruismedewerkers, en dit op alle niveaus. De opbrengst van Music for Life, de eindejaarsbenefiet van Studio Brussel, wordt dit jaar besteed aan hulp voor vrouwen en kinderen op de vlucht. Dit jaarboek belicht dan ook de verschillende manieren waarop het Rode Kruis de levensomstandigheden van vluchtelingen menselijker maakt, niet alleen ver van hier maar ook dicht bij huis. Wij hopen dat ook u de solidariteit over de landsgrenzen heen in uw hart blijft dragen, en ze bij anderen blijft aanmoedigen. Luc De Wever Coördinator Internationale Humanitaire Diensten
Rode Kruis-Vlaanderen is een onafhankelijke organisatie die via het Belgische Rode Kruis deel uitmaakt van de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging. Gefinancierd door DGOS (Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking)
Foto kaft: © Rode Kruis-Vlaanderen. * Rode Kruisvrijwilligers geven vorming in de schaduw van de boom. Hier wordt getoond hoe een muggennet moet worden gebruikt, Mozambique.
Dvd
Dvd
Inhoud
© Rode Kruis-Vlaanderen. * Oeganda.
1. Our world, our challenges - muziekclip door Muse over IFRC (4 minuten) 2. Reportage van Koppen over het Pabbo vluchtelingenkamp in Oeganda (10 minuten) 3. Women facing war - getuigenissen van vrouwen (16 minuten) 4. Panorama ‘08 - verslag van werking ICRC op terrein (12 minuten) Extra: Specifieke Rode Kruis-Vlaanderen Projecten
63
Inhoud 1. WERELDWIJDE SOLIDARITEIT Zuid-Amerika: Hulp in nood
7 Achtergrond 11 Extra info 13 De praktijk door Pierre Baudinne in Haïti Azië: Capaciteitsopbouw, bouwen aan duurzaamheid
16 Achtergrond 20 Extra info 22 De praktijk door Freya Boelaert in Nepal Afrika: Basisgezondheidszorg
25 Achtergrond 29 Extra info 30 De praktijk door Christ’l Joris in Mozambique 2. VROUWEN OP DE VLUCHT Internationaal humanitair recht: Bescherming en bijstand voor vrouwen op de vlucht
34 Achtergrond 36 Extra info 38 Wat doet het Rode Kruis? 40 De praktijk: bescherming van vrouwen op de vlucht 42 De praktijk: ‘Music for life’ steunt moeders op de vlucht Tracing: Het spoor van familie bijster zijn
47 Achtergrond 51 Extra info 52 De praktijk: Bakar, een vluchteling uit Darfoer
Opvangcentra in België: Opvang van vluchtelingen in België
54 Achtergrond 58 Extra info 60 De praktijk: Dahal Rajab, een begeleidster in een Rode Kruisopvangcentrum 62 Colofon en afkortingenlijst 63 Enquête en DVD
03
1. WERELDWIJDE SOLIDARITEIT
Het Rode Kruis zet zich sinds jaar en dag actief in voor de meest kwetsbaren onder ons. In het eerste deel van deze brochure werpen we een blik op de manier waarop Rode Kruis-Vlaanderen zich wereldwijd manifesteert binnen specifieke vormen van humanitaire hulpverlening. We belichten noodhulp, capaciteitsopbouw en basisgezondheidszorg: - Noodhulp. De eerste noden moeten worden verlicht om de gevolgen van de ramp niet te laten uitdeinen. Vervolgens moet zo snel mogelijk worden begonnen met herstel en rehabilitatie. - Capaciteitsopbouw van de lokale partners en gemeenschappen integreren binnen elk project, is van groot belang. Hiermee proberen we ervoor te zorgen dat de hulp op termijn overbodig wordt. - Basisgezondheidszorg omvat naast goede medische zorg (die toegankelijk, betaalbaar en geïntegreerd moet zijn voor hulpbehoevenden), ook de beschikbaarheid van zuiver water, voedsel en onderdak. Naast de thematische introducties, die een goed beeld geven van de internationale problematiek achter onze activiteiten, worden een aantal concrete projecten belicht en ondersteund door getuigenissen van onze Rode Kruismedewerkers.
05
Hulp in nood
Als een bevolkingsgroep door een natuurramp, een technologische ramp of een gewapend conflict niet meer in staat is om zelf in zijn levensbehoeften te voorzien, moet hen tijdelijke noodhulp worden geboden. Hiermee moeten de eerste noden verlicht worden, waardoor de gevolgen van de ramp of crisis niet uitdeinen. Na het verzorgen van de gewonden of zieken, is vooral de aanvoer van veilig drinkwater van levensbelang. In vele noodgevallen is de drinkwatervoorziening vernietigd of is het water vervuild. Het drinken van vervuild water leidt in vele gevallen tot diarree of zelfs cholera. Alhoewel een mens langer zonder eten kan dan zonder drinken, is het belangrijk dat de getroffen bevolking zo snel mogelijk wordt gevoed. Er moet in eerste instantie aandacht worden besteed aan de zogenaamde ‘kwetsbare groepen’: kinderen, ouderen en zwangere vrouwen. Het is heel belangrijk dat zij niet verzwakken, omdat zij sowieso het gevoeligst zijn voor ziektes en epidemieën. Tenslotte is een dak boven het hoofd belangrijk om de mensen te beschermen tegen de weersomstandigheden, en om ervoor te zorgen dat ze over de nodige rust en privacy beschikken om opnieuw op krachten te komen. Het hoogstnodige zo snel mogelijk ter plaatse brengen, is in vele gevallen een grote uitdaging. Door de ramp of het conflict is het getroffen gebied meestal moeilijk toegankelijk, de lokale hulpverleners
© Rode Kruis-Vlaanderen.
* Afgesneden van de buitenwereld worden de eerste evaluaties vanuit de lucht gedaan, Haïti.
Hulp in nood 07
Hulp in nood
zijn soms zelf slachtoffer, en de lokale medische infrastructuur is misschien vernietigd. Het is daarom belangrijk dat de noodhulp door professionelen wordt uitgevoerd: het verlenen van aangepaste hulp in een korte tijdsspanne, in een meestal moeilijk toegankelijke omgeving, kan het verschil uitmaken tussen leven en dood. De verschillende nationale en indien nodig internationale acties moeten goed worden gecoördineerd. Een goede taakverdeling zorgt ervoor dat alle slachtoffers bereikt worden en de hulp krijgen die ze nodig hebben. Een eerste en zeer belangrijke stap, is om zo snel mogelijk een adequate evaluatie te maken van de noden: hoeveel mensen hebben welk soort hulp nodig? Die informatie moet van lokale hulporganisaties, zoals het plaatselijke Rode Kruis, en de lokale overheden komen. Pas als de lokale overheid van het getroffen land niet over voldoende middelen beschikt, zal er beroep worden gedaan op internationale hulp. Deze aanvraag verloopt via de Verenigde Naties. De hulporganisaties van de VN (UNHCR, Unicef, de Wereldgezondheidsorganisatie,…), het Rode Kruis en de internationale niet-gouvernementele organisaties (AZG, Oxfam, Caritas,…) coördineren hun hulpacties en stemmen ze op elkaar af. Deze verschillende organisaties zijn
meestal gespecialiseerd in diverse aspecten van noodhulp. Binnen de Rode Kruisfamilie zal de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen instaan voor de coördinatie van de hulpverlening bij natuur en technologische rampen, terwijl het Internationale Rode Kruiscomité de leiding neemt in geval van conflicten en oorlogen. Elke organisatie zal via haar eigen netwerk een oproep doen voor fondsen, goederen en gespecialiseerd personeel, en coördineert de acties van haar leden. Noodhulp is slechts één onderdeel van hulpverlening. Nadat de ergste noden zijn verlicht, moet zo snel mogelijk worden begonnen met de rehabilitatie- en herstelfase. Niet enkel met de bedoeling om de levensomstandigheden te herstellen zoals vóór de ramp, maar ze indien mogelijk te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn de heropgebouwde infrastructuur aardbevingsbestendig maken en de dijken op te hogen. Maatregelen nemen om beter voorbereid te zijn op een ramp en de gevolgen ervan tot een minimum te beperken moet niet enkel ná een ramp gebeuren, maar zou in feite integraal deel moeten uitmaken van alle ontwikkelingsprogramma’s.
© Internationale Federatie / Li Zheng. * Overlevenden van de Sichuan aardbeving in het dorp Beichuan waar ongeveer 15.000 doden vielen, juli 2008.
09
Hulp in nood
Bij oorlogen, aardbevingen, overstromingen of andere rampen komt in eerste instantie het Rode Kruis van het getroffen land in actie. Soms zijn de gevolgen van een ramp echter zo ernstig dat de plaatselijke Rode Kruisvereniging de situatie niet alleen aankan. In dat geval springen de Rode Kruisverenigingen van andere landen bij, ook Rode KruisVlaanderen. Afhankelijk van de noden sturen ze dan hulpgoederen, materiaal of mensen ter plaatse. Begin 2008 stuurde Rode KruisVlaanderen bijvoorbeeld 3.170.000 waterzuiveringzakjes (elk bestemd voor het zuiveren van 20 L vuilwater) en 40.000 jerrycans (20 L) naar Mozambique, Zambia, Zimbabwe, Malawi, Namibië, Lesotho, Swaziland en Botswana in Zuidelijk Afrika. Deze goederen werden trouwens gefinancierd met de opbrengsten van Music for Life van 2007. In twintig landen waren Vlaamse afgevaardigden werkzaam, waaronder een Emergency Response Unit (ERU)-team specifiek voor noodhulp in Haïti. Rode Kruis-Vlaanderen ondersteunt internationale noodhulpacties ook vaak financieel.
© Rode Kruis-Vlaanderen / Pierre Baudinne. * Vrijwilligers van het Haïtiaanse Rode Kruis helpen bij het verdelen van de hulpgoederen voor de slachtoffers van het orkaanseizoen 2008, november 2008.
11
De praktijk
7 oktober 2008 - Saint-Michel de l’Attalaye - Haïti Zes weken geleden hebben verwoestende orkanen Haïti zwaar getroffen. Ik ben uitgezonden door Rode Kruis-Vlaanderen om de noodhulp te coördineren. We zijn hier met drie Rode Kruismedewerkers van de gezamenlijke ERU van de VS en de Benelux. Ondanks het feit dat we door lokale Rode Kruismedewerkers worden begeleid, kost het ons toch enkele uren om de tien kilometer naar het getroffen gebied te overbruggen. Eenmaal daar aangekomen worden we door de lokale bevolking letterlijk naar een dichtbijgelegen heuveltop getrokken. We kijken plots uit op een immense wateroppervlakte, glinsterend in het zonlicht. Iemand wijst ons op een aantal daken van huizen die nog net boven het water uitkomen... Vijf vierkante kilometer landbouw en twee gehuchtjes zijn helemaal ondergelopen, waardoor honderden mensen dakloos zijn geworden en geen toegang tot drinkwater hebben.
Distributie van noodhulpgoederen in Haïti: een strijd tegen de klok, door Pierre Baudinne
De volgende dagen spenderen we aan het verkennen van het gebied, langzaam voortbewegend over de steile heuvels en door de diepe modder om zo de twee gehuchtjes Ti’fon en Gigoté te bereiken. Samen met de administratieve autoriteiten, hebben de onvermoeibare lokale Rode Kruisvrijwilligers alles in kaart gebracht alsook de noden van de bevolking gecategoriseerd. Ze hebben een lijst samengesteld van165
families. Het selecteren van de meest kwetsbare personen onder de getroffen populatie is van groot belang voor het slagen van een noodoperatie. De middelen zijn helaas altijd beperkt. 10 oktober 2008 - Ti’fon en Gigoté 5u. Een vroeg ontbijt in de enige eetgelegenheid in het dorp die al open is. Wanneer mijn collega’s en ik een enorm bord kleverige rijst met zwarte erwten eten, pieker ik over hoe we de twee helikopters op de aangegeven locatie kunnen opvangen. We moeten in ieder geval tijdig de landingszone markeren, veilig stellen en er een distributieplaats voorbereiden. We briefen snel het halve dozijn Rode Kruisvrijwilligers over het programma en de doelen van de dag. 8u. Ti’fon is in een recordtijd in zicht. Daar aangekomen beginnen we letterlijk rond het meer te rennen, een ware hordeloop langs de rijstvelden. Groot is onze desillusie als we aankomen op de aangegeven landingszone: een bosje van bomen omringd door overstroomde velden. De situatie wordt steeds nijpender, aangezien de helikopter al uit Port-auPrince is vertrokken en we dus dringend een landingsplaats nodig hebben. 8u45. We lopen achter op schema. Een dozijn dorpelingen heeft zich inmiddels bij ons gevoegd en kinderen groeten
© Rode Kruis-Vlaanderen. * Helicopters worden ingezet voor het transport van hulpgoederen naar gemeenschappen die door natuurrampen zijn afgesneden van de buitenwereld, maart 2008.
13
De praktijk
ons in het Creools (Kwa Wouj! Kwa Wouj!). Een stuk maïsveld verderop blijkt gelukkig bruikbaar als landingsterrein. De mannen trekken hun machetes tevoorschijn en beginnen een gebied van 50 bij 50 meter om te kappen. Een aantal meters verder bakenen Rode Kruisvrijwilligers het gebied met touwen en stokken af om het te gebruiken als tijdelijke opslag- en distributieplaats. Om ons heen verzamelt zich een menigte die inmiddels is opgelopen tot een paar honderd man. We vrezen dat de omstanders naar de landingszone zullen rennen zodra de helikopter wil landen, en zo gewond raken. Herhaaldelijk gebieden de lokale agenten hun mensen buiten de landingszone te blijven. 10u. Plots horen we het geluid van de helikopter. Hij veroorzaakt een windvlaag van takken, stof en brandend hete rook. De menigte van daarnet is gelukkig verdwenen in de omliggende maïsvelden. 10u45. De distributie kan van start gaan. De lijsten worden bovengehaald en het aftekenen kan beginnen. Tot mijn vreugde blijken de vrijwilligers fantastisch werk te hebben geleverd wat betreft de selectie van de meest hulpbehoevenden, want ik zie veel ouderen, zwangere vrouwen en gehandicapten die met hun noodhulpcoupon zwaaien.
12u. Als de eerste lading is verdeeld, horen we de tweede helikopter aankomen. Perfecte timing! We besluiten uit de overgebleven mensen nog een aantal ouderen te selecteren, om de overgebleven, niet-geregistreerde pakketten uit te delen. De spanning onder hen die geduldig dit moment hebben afgewacht, is duidelijk voelbaar. 14u. Eindelijk kalmte, we breken de distributieplaats af en eten gezamenlijk een lichte lunch. Ik realiseer me dat alles uiteindelijk heel vlot verlopen is, en dit dankzij de ingesteldheid en ervaring van de lokale Rode Kruisvrijwilligers die met hun eigen mensen, en in hun eigen taal, konden communiceren. Daarbij heeft ook de uitmuntende reputatie van het Haïtiaanse Rode Kruis wat betreft noodhulpactiviteiten zeker een belangrijke rol gespeeld. 18u. Als we terugrijden naar het dorp gaat de zon onder in Saint-Michel de l’Attalaye. Ik ben zo moe dat ik de laatste meters naar mijn kamer bijna moet kruipen. Mijn voeten doen afschuwelijk veel pijn, door al het geloop in moerassig gebied. De muggen zoemen al prikgraag rond m’n hoofd. De voorbode voor een afschuwelijke nacht. Maar hoe kan ik deze ongemakken vergelijken met wat de bevolking, die we vandaag hebben kunnen helpen, de afgelopen zes en halve week al heeft moeten doormaken?
© Rode Kruis-Vlaanderen. * Pierre Baudinne coördineert de verdeling van hulpgoederen voor de slachtoffers van het orkaanseizoen 2008, Haïti.
15
Lowres
Bouwen aan duurzaamheid
De tijd dat organisaties uit het rijkere Westen in ontwikkelingslanden hulpprojecten op poten gingen zetten, hiervoor eigen mensen en middelen overvlogen en na het project gewoon weer vertrokken, ligt in de meeste gevallen gelukkig ver achter ons. Vandaag werken de meeste niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) nauw samen met lokale partners. Die lokale partners kunnen lokale ngo’s zijn, zoals boeren- of vrouwenorganisaties en vakbonden. Zowel bij ontwikkelingsprojecten als bij noodhulp is het een enorm voordeel als je kunt samenwerken met lokale organisaties die de toestand op het terrein kennen, de taal spreken en bijgevolg veel beter geplaatst zijn om de noden in kaart te brengen, hulpgoederen te verdelen en bijstand te verlenen. Het sterker maken van deze lokale partner, en ook de lokale bevolking, moet bijgevolg volwaardig deel uitmaken van elk project. Op die manier kan er dan hopelijk voor worden gezorgd dat de hulp op termijn overbodig wordt. Aan die capaciteitsopbouw van lokale organisaties en gemeenschappen kan op vele manieren worden bijgedragen.
Kennis en vaardigheden Lokale medewerkers en vrijwilligers moeten over de nodige kennis en vaardigheden beschikken om de programma’s te beheren en verder te zetten na het stopzetten van de steun. Daarom moeten opleidingen, het uitwisselen van kennis en het aanleveren van expertise altijd deel uitmaken van zowel ontwikkelings- als noodhulpprogramma’s. Niet enkel individuen moeten de nodige vorming krijgen, ook de lokale organisaties. Het beheer van programma’s, personeel en vrijwilligers vereist immers ook een professionele aanpak.
© Nepalese Rode Kruis. * Vrouwen zijn hard aan het werk in Lekhani in het Udaypur district.
Capaciteitsopbouw 17
Bouwen aan duurzaamheid
Infrastuctuur Een lokale organisatie moet over de nodige infrastructuur beschikken: van lokalen om de administratie te verrichten in de hoofdstad en zalen om opleidingen te organiseren voor de vrijwilligers tot ruimtes om het materiaal op te stapelen in de dorpen. Jammer genoeg zijn deze investeringen bij de schenkers minder populair.
Onafhankelijkheid Het is niet realistisch te verwachten dat een partner het ooit zonder externe fondsen zal kunnen stellen, maar het is wel belangrijk dat de lokale organisatie een zekere (financiële) onafhankelijkheid verwerft. Dit door zelf fondsen te werven bij zowel hun publiek als hun overheden, maar vooral ook bij internationale organisaties als de Verenigde Naties, de Wereldbank of de Europese Unie.
Zelfredzaamheid Het Rode Kruis besteedt in haar projecten veel aandacht
aan de ondersteuning van de plaatselijke gemeenschap. Door de zelfredzaamheid van de lokale gemeenschap te verhogen, zorgen we er immers voor dat deze in de toekomst zelf beter in staat zal zijn om het hoofd te bieden aan gezondheidsrisico’s en potentiële rampen. Voorbeelden hiervan zijn het oprichten van een lokale Rode Kruisafdeling die tegemoet kan komen aan de noden van de gemeenschap, watercomités waarbij de mensen zelf ingeschak eld worden voor het onderhoud van een watervoorziening, en thuiszorgteams waarvan de vrijwilligers psychologische ondersteuning, basisverzorging en zorg voor kinderen verzekeren voor mensen met hiv of aids. Ook spaargroepen - groepen gemeenschapsleden die samenkomen om gezamenlijk geld te sparen dat aan individuele families tegen een lage rente wordt geleend – zijn maar één van de vele structuren die binnen de programma’s worden opgestart. Dat vrouwen hierbij telkens een belangrijke rol spelen, blijkt uit de volgende cijfers en getuigenissen.
© Nepalese Rode Kruis. * Jonge vrouw in Thullo-Dumma, Bhojpur district, brengt drinkwater naar huis.
Lowres
19
Vrouwen in Nepal: hard werk voor eigen ontwikkeling
Het Nepalese Rode Kruis werd opgericht in 1963 en officieel erkend door het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) in 1964. Zijn ontwikkelingsprojecten worden sinds 1988 ondersteund door Rode Kruis-Vlaanderen. Ook bij het uitwerken en uitvoeren van een effectief personeelsbeleid wordt het Nepalese Rode Kruis door Rode Kruis-Vlaanderen ondersteund. Dit kan door het optimaal motiveren, begeleiden en opleiden van het eigen personeel, alsook van de vrijwilligers. Behalve de organisatorische uitdagingen van haar Rode Kruis, heeft Nepal ook te kampen met problemen als een alfabetiseringsgraad van 48,6% en een kindersterfte van 74 per 1000 (België: 5). Die kindersterfte kan voor een deel worden ingeperkt door de moeders kennis en vaardigheden bij te brengen, die hen in staat stellen de gezondheid van hun kinderen in de mate van het mogelijke te waarborgen.
© Nepalese Rode Kruis/Diwakar. * Vrouwen krijgen training in het Udaypur district.
Lowres
21
De praktijk
staan er ook alleen voor, omdat hun mannen vaak voor enkele maanden of jaren naar het buitenland emigreren om daar te werken en zo hun gezin te onderhouden.
Freya Boelaert, verantwoordelijk voor de projectopvolging in Nepal en Sri Lanka “Vrouwen werken harder dan mannen. Daarom probeer ik de mannen in mijn gemeenschap duidelijk te maken dat ze hun vrouwen moeten respecteren.” Dit vertelde Pratap Dhanak, een traditionele genezer uit het Dadeldhura-district, mij tijdens mijn bezoek aan Nepal, waar een jaarlijkse vergadering voor gemeenschapsontwikkeling plaats vond. Aan die vergadering nemen projectmedewerkers van het Nepalese Rode Kruis samen met een aantal vertegenwoordigers van de lokale bevolking deel. Op die manier hebben ook zij een eigen stem bij de evaluatie en planning van het programma.
Als jonge Westerse vrouw is het moeilijk om geen bewondering op te brengen voor de werkkracht van Nepalese vrouwen. Voor dag en dauw halen ze water en sprokkelhout, om vervolgens het land te bewerken, voor de kinderen te zorgen en tweemaal per dag een heerlijke rijstschotel met groenten en - indien beschikbaar - vlees te bereiden. Als de duisternis valt gaat het werk thuis gewoon verder: rijstkorrels van het kaf scheiden, naai- of verstelwerk,… In de bergachtige regio van Nepal betekenen de minste afstanden overigens vaak steile klimtochten, waardoor dagelijks urenlang wordt gestapt. Veel vrouwen
© Rode Kruis-Vlaanderen * Kris Binon, landenvertegenwoordiger Nepal van Rode Kruis-Vlaanderen, en Freya Boelaert op werkbezoek in Nepal.
Pratap probeert de Nepalese mannen te sensibiliseren om bepaalde traditionele gebruiken om te buigen, zodat hun vrouwen tijdens de menstruatie en na de bevalling niet langer in een apart hok moeten verblijven omdat ze ‘onrein’ of ‘onaanraakbaar’ zouden zijn. Hij spoort vrouwen aan tot pre- en postnatale controles bij de plaatselijke gezondheidspost. Het zijn belangrijke evoluties, vooral omdat hij als man en als genezer een belangrijke plaats inneemt in zijn gemeenschap. Zijn woorden en advies vinden er weerklank. Dat is ook de reden waarom we binnen programma’s voor gemeenschapsontwikkeling aparte opleidingen voor traditionele genezers inrichten. Tijdens de cursus worden algemene hygiënebevorderende principes en handelingen aangeleerd, worden oorzaken van veel voorkomende ziekten toegelicht en wordt het belang van doorverwijzen naar de gezondheidspost benadrukt. De grootste kracht ligt echter bij de vrouwen zelf. Hun werkkracht is niet alleen zichtbaar in hun dagelijkse taken, maar ook in de mate waarin zij zelf hun eigen ontwikkeling in handen willen nemen. Dat blijkt ook in Bhojpur, waar net een nieuw vijfjarig programma voor gemeenschapsontwikkeling van start is gegaan. Het vertrekpunt van dit programma is het verhogen van de capaciteiten en weerbaarheid van de vrouwen. Naast alfabetiseringsklassen en vormingen
inzake basisgezondheid, hygiëne, veilig moederschap en eerste hulp, worden er ook meer praktische opleidingen georganiseerd, zoals rond de aanleg van moestuintjes of de installatie van rookarme stoofjes. Bijkomend werden ook spaargroepen opgericht. Vrouwen kunnen van die spaargroepen geld lenen om bijvoorbeeld een opleiding te volgen en een naaimachine te kopen, en zo als naaister een extra inkomen verwerven. Bishnu Bahadur Roka, de projectmedewerker van het Nepalese Rode Kruis in Bhojpur, vertelde me dat er vóór dit programma nog geen enkele vrouwengroep bestond. Hij werd benaderd door een vrouw uit de gemeenschap. Ze had een twintigtal vrouwen verzameld, en vroeg zijn hulp om een vrouwengroep op te richten. Op een dag wilde één van de vrouwen graag een latrine bouwen. Als 45-jarige, alleenstaande moeder van twee kinderen had ze echter niet genoeg geld, noch de tijd. Aangezien de vrouw de gezondheid van haar kinderen en zichzelf graag wilde verbeteren, was ze hier erg bedroefd over. De groep nam gedeelde verantwoordelijkheid op. De leden zouden samen sparen tot er voldoende geld zou zijn om gezamenlijk een latrine te bouwen. Nadat die eerste latrine was gebouwd, zouden ze verder sparen tot er genoeg geld was voor een tweede, enzovoort. Inmiddels hebben ze samen al negen latrines gebouwd. Op deze manier zorgen de structuren en groepen - die dankzij het programma ontstaan - ervoor dat de mensen zelf in staat zijn om oplossingen te bedenken voor hun problemen.
23
Basisgezondheidszorg
De Wereldgezondheidsorganisatie definieert ‘basisgezondheid’ als een toestand van volledig fysiek, mentaal en sociaal welzijn van de mens in zijn omgeving. Veel meer dus dan gewoon ‘niet ziek’ zijn. Basisgezondheidszorg is er bijgevolg op gericht om aan alle mensen een kwalitatief hoogstaande gezondheidszorg te bieden. De nadruk ligt hier op ‘alle’ mensen. Onderscheid op basis van bijvoorbeeld ras of geloof zijn volledig uit den boze. Bovendien moet de zorg eenvoudig toegankelijk en betaalbaar zijn, en zo goed mogelijk geïntegreerd in de leefgemeenschappen. Naast goede medische zorgen maken ook de beschikbaarheid van veilig drinkwater, voedsel en onderdak er integraal deel van uit. Voor ons westerlingen lijkt dat evident, maar in veel ontwikkelingslanden is er nog heel wat werk aan de winkel vóór deze voorwaarden kunnen worden vervuld. Daarom houdt ‘basisgezondheidszorg’ in die landen een brede waaier van activiteiten in.
Opvoeding Voor problemen of gevaren bij de wortel kunnen worden aangepakt, is het van het allergrootste belang dat de lokale bevolking zich effectief van problemen en/of gevaren bewust wordt zoals vb. het drinken van vervuild water en gebrekkige handhygiëne voor het eten en na een toiletbezoek. Er moet dan ook veilig drinkwater beschikbaar zijn, evenals toiletten en systemen voor afvalverwerking. © Internationale Federatie / John Haskew. * Foto met klamboe - Amina Adimou, een inwoner van het district in het uiterste noorden van Niger, ze liep 5 kilometrer naar de stad Aderbissinat om haar muggennet op te halen. “Mijn jongste kind had vorig jaar malaria. Nu weet ik dat we ‘s nachts beschermd kunnen slapen,” zei ze.
Basisgezondheidszorg 25
Basisgezondheidszorg
Lowres
Informatie over ziektes die via onder andere insecten (bv. malaria) en seksueel contact (bv. hiv) kunnen worden overgedragen, is ook een belangrijke pijler van deze bewustwording. Zo moet de bevolking weten dat stilstaand water een broedplaats is voor muggen, en dat zulke poelen in de buurt van woningen dus moeten worden vermeden. De bevolking in malariagebieden wordt ook massaal aangespoord om onder een muggennet te slapen.
De zorg voor moeder en kind Voor moeders en hun kinderen moet begeleiding en medische zorgen voorhanden zijn vanaf de zwangerschap tot het kind ongeveer vijf jaar oud is. Dit is jammer genoeg een ideaalbeeld. Het opzetten van een centrum voor kind en gezin, bijvoorbeeld, is in afgelegen gebieden of overvolle sloppen wijken geen eenvoudige onderneming. Verder kunnen heel wat ziektes worden voorkomen door een eenvoudige vaccinatie, maar vormt ook het opzetten van zo’n campagne vooral in Afrika een probleem. Niet alleen duiken er vaak logistieke problemen op om de gekoelde vaccins naar ver afgelegen gebieden te vervoeren, bovendien gaat er een belangrijk proces van bewustwording aan vooraf. De moeders zullen zichzelf noch hun kinderen immers laten inenten, als ze zich niet voldoende bewust
zijn van de gevaren van de desbetreffende ziekte.
Medische voorzieningen De meeste ontwikkelingslanden beschikken niet over een voldoende uitgebouwde basisinfrastructuur op dorpsniveau (een gezondheidspost of dispensarium) of over voldoende medisch personeel om die structuren te bemannen. Het organiseren van de geneesmiddelenbevoorrading vormt op vele plaatsen ook een uitdaging.
Betrokkenheid van de bevolking Zonder een actieve betrokkenheid van de bevolking bij het plannen en uitvoeren van al deze activiteiten is de kans op slagen ervan zeer klein. De mensen moeten er van overtuigd zijn dat het zinvol is om zelf hun steentje bij te dragen. Zo moet de gemeenschap er bijvoorbeeld voor zorgen dat de waterput onderhouden wordt, dat de moeders hun kinderen naar het vaccinatiepunt brengen of dat hiaten in de gezondheidsvoorziening worden opgevangen. Deze betrokkenheid is alleen mogelijk als leden van deze gemeenschappen de nodige vorming hebben gekregen en zich actief inzetten. Lokale (Rode Kruis-)vrijwilligers vormen bijgevolg een essentieel onderdeel van de basisgezondheidszorg in ontwikkelingslanden.
© ICRC/B.Heger. * In het vluchtelingenkamp Gereida, waar ongeveer 90.000 mensen verblijven, worden medicijnen verstrekt in een veldkliniek van het ICRC, Soedan.
27
Platteland zonder ziekenhuizen. Gezondheidsposten essentieel voor de basisgezondheidszorg in Mozambique
Het Mozambikaanse Rode Kruis (het CVM: Cruz Vermeilha de Mozambique) is sinds 1981 actief en werd officieel erkend in 1988. Na de burgeroorlog ging het CVM, toen vooral verdeler van hulpgoederen, op zoek naar een nieuwe rol. Het vormde een democratische structuur waarin plaatselijke vrijwilligers de basis vormden. Op vraag van de overheid begon het met d e b o u w v a n g e z o n d h e i d s p o s t e n vo o r d e l o k a l e gemeenschappen. Het vijfjarenplan van CVM voorziet tegen 2010 zo’n 65 gezondheidsposten die samen zo’n 200.000 mensen voorzien van de eerste hulp bij veel voorkomende ziektes of ongevallen. De belangrijkste lokale gezondheidsproblemen zijn aids en het gebrek aan zuiver drinkwater. Verder zijn malaria en ziektes als tbc en diarree er nog in vele gevallen dodelijk. Sinds de zware overstromingen in 2000 steunt Rode Kruis-Vlaanderen het CVM, onder andere de projecten ter verbetering van de basisgezondheidszorg in de provincies Manica en Tete.
© Rode Kruis-Vlaanderen * Een hulppost op het platteland in Mozambique, waar geen ziekenhuizen zijn, kan levens redden.
29
De praktijk bakstenen gebouwtje dat we in uren hebben gezien: de gezondheidspost. Voor het lintje wordt doorgeknipt, wordt er eerst nog een uur gespeecht. De ene hoogwaardigheidsbekleder na de andere passeert de revue: van de vice-voorzitter van het CVM die ons de hele reis vergezelt, tot de vertegenwoordiger van het ministerie van Volksgezondheid, de provinciale Rode Kruisvoorzitter, en de lokale ‘chef’.
Voorzitter Christ’l Joris van Rode Kruis-Vlaanderen opent gezondheidspost van Munzingadze
“Op 11 maart 2008, na drie vluchten - samen goed voor 15 uur vliegen - en twee uur radbraken over wat een Vlaamse boer de naam ‘veldweg’ niet waardig zou gunnen, stopt de terreinwagen met Rode Kruisvlag plots in het midden van de broeiende savanne. Ik word onthaald op uitbundig gezang, geschreeuw en ritmisch gestamp dat torenhoge stofwolken doet opvliegen. We zijn in Munzingadze, een lokale gemeenschap op duizend kilometer ten noorden van de hoofdstad Maputo, in de provincie Manica. De immense vlakte die ons vanuit het vliegtuig leeg leek, blijkt toch bewoond. In tegenstelling
tot veel andere derdewereldlanden heeft de verstedelijkingstrend zich in Mozambique nog niet echt doorgezet. Het grootste deel van de bevolking leeft her en der verspreid in het prachtig golvende landschap, in kleine gemeenschappen van een paar tot enkele tientallen hutten uit leem en stro, verscholen tussen het hoge struikgewas. Honderden mensen zijn van mijlenver gekomen om het feest voor de inhuldiging van de eerste gezondheidspost van de streek bij te wonen. We worden door de bijna uitzinnige massa opgenomen en traag voortbewogen tot bij de enige boom in de wijde omgeving, vlakbij het enige
© Rode Kruis-Vlaanderen * Voorzitter Christ’l Joris van Rode Kruis-Vlaanderen knipt lintje door ter opening van de eerste hulppost van Munzingadze, Mozambique.
Het speechen verandert al snel in het scanderen van leuzen, afgewisseld met muziek en dans, en dit alles rond een eenzelfde reeks eenvoudige, duidelijke boodschappen: als je ziek bent mag je hulp zoeken bij de ‘lokale’ geneesheren, maar als je niet beter wordt, moet je naar de gezondheidspost komen. Was altijd je handen voor het eten en na een toiletbezoek. Respecteer de gezondheidspost als je eigendom: je leven en dat van anderen kan ervan afhangen. Een Rode Kruisfeest is hier een unieke gelegenheid voor een les in gezondheid en hygiëne. Het wordt er met eenvoudige gebaren en dansen ingepeperd. Erg doeltreffend! Na het lintjesknippen word ik door de lokale ‘burgemeester’ rondgeleid in de gezondheidspost: een lokaal met bed als arbeidskamer, een lokaal voor verzorging van patiënten en een piepklein bureautje voor de dienstdoende Rode Kruisvrijwilliger. Alle gezondheidsposten die de Mozambikaanse overheid met fondsen uit Vlaanderen en met steun van de federale overheid bouwt, werken volgens hetzelfde stramien: een vrijwilliger bemant de post van zonsopgang tot zonsondergang en dit elke dag, het hele jaar door. De vrijwilligers zijn jongens en meisjes uit de lokale gemeenschap. Ze krijgen een degelijke cursus EHBO en worden getraind in het herkennen van de meest voorkomende ziektes. Bovendien zijn ze wat fier als ze hun werk op het veld kunnen ruilen voor een Rode Kruisuniform en –fiets.
De post wordt door het ministerie van Volksgezondheid bevoorraad met materiaal voor wondverzorging, malariapillen, aspirines, en condooms. Bovendien krijgen de mensen er ook gezondheidsvoorlichting. Als ik het register van de gezondheidspost onderteken, merk ik dat er dagelijks zo’n tien tot vijftien mensen op bezoek komen. De Rode Kruisvrijwilliger noteert nauwkeurig hun namen, wat hen mankeert, de verzorging die ze krijgen en het resultaat. Op die manier probeert het Mozambikaanse Rode Kruis de impact van zijn acties te meten. Na de plechtigheid wordt ik overrompeld met geschenkjes: van duiven in handgemaakte kooitjes, tot kippen, pompoenen en maïs. Voor de bewoners begint nu een ware ‘Vlaamse’ kermis met muziek, dans en eten dat ze zelf hebben meegebracht. De Vlaamse delegatie - buiten mezelf nog Linda Bleukx en Luc De Wever, respectievelijk de afgevaardigde in Maputo en de coördinator van de Internationale Humanitaire Diensten van Rode Kruis-Vlaanderen - wordt nog een officiële lunch aangeboden. Tot slot nog even een bezoekje aan de enige drinkbare waterbron in de buurt van de gezondheidspost: een pomp geïnstalleerd en onderhouden door de plaatselijke Rode Kruisvrijwilligers. Daarna vertrekken we om voor zonsondergang de provinciehoofdstad Chimoio te bereiken. De afscheidswoorden van de ‘burgemeester’ doen ons even blozen: dankzij de steun van Rode Kruis-Vlaanderen heeft ‘zijn volk’ eindelijk de langverwachte gezondheidspost, de eerste die de meeste lokale bewoners in hun leven zien. Als het even kan, zegt hij, zou ik tijdens mijn ambt voor mijn volk ook nog een school willen bouwen. Kan het Rode Kruis uit het verre België mij daarbij helpen?”
31
2. VROUWEN OP DE VLUCHT
Dankzij de Music for Life-actie van Studio Brussel is de problematiek van vrouwen op de vlucht in 2008 bij het grote publiek aangekaart. Ook in eigen land helpt het Rode Kruis mensen op de vlucht. Zo helpt de dienst ‘Tracing’ van Rode Kruis-Vlaanderen vluchtelingen met het terugvinden van hun vermiste familieleden, en probeert ze families te herenigen. Verder staan de Rode Kruisopvangcentra in om mensen op de vlucht op te vangen en te ondersteunen. Ook in het tweede deel van deze brochure vindt u een aantal pakkende verhalen die de realiteit van de vluchtelingenproblematiek illustreren.
© Rode Kruis-Vlaanderen. * Vrouwen op de vlucht in Oeganda.
33
Het internationaal humanitair recht
“Strijders trokken door ons dorp, en we moesten heel snel vertrekken. We zijn gevlucht met enkel de kleren die we aanhadden. We hebben niets kunnen meenemen. Toen ik terugkwam, hadden ze ons huis afgebrand.” Ook in oorlogen gelden regels. Die regels zijn neergeschreven in het internationaal humanitair recht. Dat recht beschermt de personen die niet (meer) aan de gevechten deelnemen, en legt ook grenzen op aan de manier van oorlog voeren. Naast de algemene bescherming, die moet voorkomen dat mensen op de vlucht slaan, voorziet het recht een bijkomende bescherming voor vrouwen wegens hun rol binnen het gezin en de zorg voor de kinderen. Er moet altijd rekening worden gehouden met de bijzondere noden van zwangere vrouwen en moeders met jonge kinderen, en dit op het vlak van hygiëne, voeding, geneeskundige verzorging en onderdak. Seksueel geweld, waaronder verkrachting, seksuele slavernij en gedwongen prostitutie, wordt beschouwd als een misdaad tegen de mensheid. De gevaren waaraan vrouwen vandaag in oorlogstijd bloot staan, zijn dus niet te wijten aan tekortkomingen in de regels, maar aan een gebrek aan respect, toepassing en afdwinging van deze regels. Om beter in te spelen op de noden van vrouwen in oorlogstijd, gaf het Rode Kruis een praktische gids uit met richtlijnen en best practices, die de hulpverlening voor en door vrouwen op alle niveaus moet verbeteren. Addressing the needs of women affected by armed conflict. An ICRC Guidance Document, ICRC, Geneva, maart 2004. http://www.icrc.org./web/eng/siteeng0.nsf/htmlall/p0840?opendocument
35
Op de vlucht
Vluchteling: een persoon die terecht vreest voor vervolging wegens zijn etnische of sociale afkomst, religie, nationaliteit of politieke overtuiging, en die zich daardoor verplicht ziet om te vluchten naar een ander, veiliger land. Intern ontheemde: een persoon die op de vlucht is geslagen, maar binnen zijn eigen landsgrenzen blijft. Asielzoeker: een persoon die zijn land is ontvlucht, en in een ander land een asielaanvraag heeft ingediend.
Landen waaruit de meeste mensen vluchten: Palestijnse Gebieden, Afghanistan, Irak, Myanmar, Soedan, Colombia, Somalië, Burundi, Democratische Republiek Congo (DRC), Vietnam Landen die de meeste vluchtelingen opvangen: Pakistan, Syrië, Gazastrook (in de Palestijnse Gebieden), Iran, Jordanië, Tanzania, India, Thailand, China, Kenia, Ecuador, Oeganda Landen met het grootste aantal intern ontheemden: Soedan, Colombia, Irak, DRC, Turkije, Somalië, Oeganda, Ivoorkust, Azerbeidzjan, India
© Internationale Federatie. * Vrouw draagt kind mee op de vlucht.
37
Wat doet het Rode Kruis?
Gemeenschappen die vluchtelingen opvangen kunnen rekenen op extra steun. De bevoegde overheden worden gewezen op tekortkomingen en eventuele schendingen van het internationaal humanitair recht. Zij dragen immers de ultieme verantwoordelijkheid voor het welzijn van de vluchtelingen. Als vluchtelingen naar huis terugkeren, moedigt het Rode Kruis de overheden aan ervoor te zorgen dat dit vrijwillig en in veilige en waardige omstandigheden kan gebeuren. De ergst getroffen gezinnen kunnen bij de heropbouw van hun bezittingen rekenen op de steun van het Rode Kruis. Al te vaak zijn dit ook gezinnen waar vrouwen aan het hoofd staan.
Het Rode Kruis probeert in de eerste plaats te voorkomen dat mensen hun vertrouwde omgeving moeten verlaten. Als bewoners van een door oorlog geteisterd gebied toch op de vlucht slaan, houdt het Rode Kruis toezicht op hun levensomstandigheden. Het Rode Kruis voorziet in voedsel en huishoudartikelen, zoals dekens, dekzeilen, jerrycans, keukensets en hygiëne-sets. Ook veilig drinkwater en basisgezondheidszorg zijn een absolute prioriteit. Bij de hulpverlening geeft het Rode Kruis voorrang aan de gezinnen met de grootste nood. Om ervaringen en levensomstandigheden beter te begrijpen, probeert het Rode Kruis op regelmatige basis met hen in dialoog te treden. © ICRC. Een transit vluchtelingenkamp. © Rode Kruis-Vlaanderen. * Voorbeeld van de inhoud van een noodhulppakket. © Rode Kruis-Vlaanderen. * Bouwen van huizen in Ngoma voor gerepatrieerde personen uit Tanzania, Rwanda.
39
De praktijk
“Bicentina is 45, en door het conflict in Oeganda een alleenstaande moeder van vijf kinderen. Ze was getuige van de brutale moord op haar man door het Lord’s Resistance Army. Haar broer en haar oudste zoon werden ontvoerd. Ze heeft niets meer van hen gehoord.” Het verhaal van Bicentina is niet uniek. Bijna 34 miljoen mensen zijn wereldwijd op de vlucht, waarvan 22,5 miljoen intern ontheemden. Vrouwen en moeders moeten in oorlogstijd het gezin recht houden, want de mannen zijn vaak gedood of opgeëist voor de gevechten. In totaal bestaat 80 procent van de vluchtelingen uit vrouwen en kinderen. Het leven in een vluchtelingenkamp vraagt vooral van de vrouwen een grote flexibiliteit, kracht en vindingrijkheid om zich aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Vooral wanneer ze, door de scheiding van hun man, ook nog moeten opboksen tegen het verlies van hun sociale status of juridische rechten. De vermiste persoon is vaak het gezinshoofd, en de enige die aanspraak maakt op hun bezittingen. Wanneer haar man vermist is, wordt een vrouw noch als echtgenote noch als weduwe erkend. In sommige gevallen kan dit zelfs betekenen dat de moeder de voogdij over haar kinderen verliest. Het
is vaak een moeilijk proces om aan een overlijdensakte te komen, zelfs als het vaststaat dat de echtgenoot is omgekomen. Jammer genoeg herbergen de vluchtelingenkampen die ‘veilige havens’ behoren te zijn voor (alleenstaande) vrouwen vaak ook nieuwe gevaren. De dagelijkse strijd om te overleven vergt heel wat tijd en energie. Water, voedsel, brandstof en medicijnen halen, verplicht de vrouwen vaak om ontzettend lange afstanden af te leggen, waardoor ze de veilige kampomgeving moeten verlaten. Daardoor lopen ze het gevaar het slachtoffer te worden van seksueel geweld of gewond te raken door mijnen. Reeds bij de planning van de hulpprogramma’s moet rekening worden gehouden met deze problemen. Terwijl in vele culturen traditioneel alleen de mannen worden gehoord, is het daarom heel belangrijk dat in de kampen de vrouwen aan het woord komen. Plaatsen waar en contactpersonen waarmee vrouwen openlijk over hun persoonlijke noden en bezorgdheden kunnen praten, zijn essentieel om te voorkomen dat vrouwen worden uitgebuit, en dat hulpprogramma’s nieuwe gevaren met zich meebrengen.
Bescherming van vrouwen op de vlucht © Rode Kruis-Vlaanderen. * Bicentina in Oeganda.
41
De praktijk
Het Rode Kruis is bijzonder verheugd over Music for Life, de eindejaarsbenefiet van radiostation Studio Brussel (StuBru). De media staan bol van oorlog, geweld en natuurrampen, maar de voortdurende en zeker niet minder schrijnende ‘stille’ rampen worden vaak vergeten. Sinds 2006 organiseert Stubru Music for life om geld in te zamelen voor zulke ‘stille rampen’: de slachtoffers van landmijnen, het gebrek aan drinkbaar water en, eind 2008, moeders op de vlucht. “Dit zijn zaken die niet dagelijks in het nieuws komen maar waar wel aandacht aan moet worden besteed”, aldus Ayco Duyster, ambassadrice van StuBru en Music for Life. In 2008 bedroeg het ingezamelde bedrag maar liefst € 3.503.246. Dit bedrag schenkt Stubru integraal aan het Rode Kruis, dat hiermee diverse projecten ondersteunt die hulp bieden aan moeders die voor geweld op de vlucht zijn geslagen. “Het Rode Kruis werkt op een gestructureerde en transparante manier, met een voortdurend oog op de lange termijn. Daarnaast heeft het een wereldwijd netwerk, dat diep geïntegreerd is in de lokale culturen”, verklaart Ayco.
Ayco trok naar Oeganda om de vluchtelingenproblematiek in al zijn hardheid te aanschouwen. “De feiten spreken boekdelen, maar toch wilde ik het met mijn eigen ogen zien”, zegt Ayco. Ze bezocht het noorden van Oeganda, waar het rebellenleger Lord’s Resistance Army onder leiding van Joseph Kony al voor meer dan 20 jaar voor terreur zorgt. Door deze jarenlange strijd is tachtig procent van de bevolking er op de vlucht geslagen. Sinds het najaar van 2006 is het geweld gestopt, al verblijft het grootste deel van de vluchtelingen nog steeds in vluchtelingenkampen. Niet alleen uit vrees voor oplaaiend geweld, maar ook omdat ze nog steeds afhankelijk zijn van noodhulp. In Gulu, een kleine stad in Oeganda waarrond de meeste k a m p e n l i g g e n , i s Pa b b o e e n v a n d e g r o o t s t e vluchtelingenkampen die Ayco heeft bezocht. Hier werden ooit 50.000 gezinnen gehuisvest, nu zijn dat er nog 30.000. “Wat mij meteen opviel in de kampen, waren de vele kinderen”, vertelt Ayco. “De ouders dragen de kinderen die nog niet kunnen lopen bij zich, maar zo gauw ze ‘letterlijk’ op eigen benen kunnen
‘Music for Life’ steunt moeders op de vlucht © Rode Kruis-Vlaanderen. * Ayco en de VRT filmploeg in vluchtelingenkamp Pabbo, Oeganda.
43
De praktijk
staan, zijn ze op elkaar aangewezen. Ik ontmoette er een meisje van vier dat voor haar broertje van één zorgde.” Volgens Ayco zijn de moeders in de vluchtelingen kampen niet minder begaan met hun kroost dan andere moeders, al hebben ze vaak geen keuze. “Vrouwen zijn de hele dag druk begaan met overleven, waardoor ze weinig tijd hebben om voor hun kinderen te zorgen. Deze kampen zouden alleen als noodoplossing mogen dienen, maar de praktijk wijst uit dat mensen hier soms tot tientallen jaren blijven.” Deze situatie heeft zowel impact op het leven van de vrouwen en kinderen als op de ecologische situatie. Doordat het brandhout rond de kampen meer en meer uitgeput raakt, moeten vrouwen steeds verder uit het kamp trekken. Het Rode Kruis geeft daarom ook opleidingen rond het gebruik van energiezuinige ovens, die de nood aan brandhout drastisch verminderen. Wanneer in de basisbehoeften voorzien is, neemt het Rode Kruis maatregelen om het leven van de vluchtelingen dragelijker te maken, door bijvoorbeeld onderwijs,
psychologische bijstand en socio-economische hulp. “We bezochten een project dat door het Oegandese Rode Kruis wordt georganiseerd. Weeskinderen gaan oa. grond bewerken samen met hun familie. Enerzijds om de familieleden te motiveren de kinderen op te vangen, anderzijds om de kinderen een uitlaatklep te bieden.””, vertelt Ayco. “Tijdens het werk zingen ze over de gruwelijkheden die ze hebben gezien of meegemaakt, deze aanpak komt rechtstreeks uit hun eigen cultuur en traditie. De kinderen gaan hier helemaal in op. Wat speelgoed betreft, zijn de kinderen hier trouwens heel vindingrijk. Trots toonden een paar jongens mij een zelfgemaakt autootje uit blik, met wieltjes die ze met een oude strandslipper hadden gemaakt.” De socio-economische programma’s zijn er ook op gericht de vrouwen een inkomen te verschaffen, zodat ze zelfstandig kunnen worden en niet afhankelijk blijven van (nood)hulp. Dit kan bijvoorbeeld door het verstrekken van een stuk grond en zaaigoed.
© Rode Kruis-Vlaanderen. * Tijdens een project georganiseerd door het Oegandese Rode Kruis gaan weeskinderen grond bewerken samen met familie.
45
Het spoor van familie bijster zijn
Verwanten van een overleden persoon kunnen treuren over de dood van hun geliefde, maar onzekerheid over het lot van een vermiste persoon is de harde realiteit voor ontelbare families getroffen door oorlog of een gewapend conflict. Overal ter wereld zijn ouders, koppels en kinderen wanhopig op zoek naar verloren verwanten. Hun angst kan hen blijven achtervolgen, zelfs jaren nadat de gevechten zijn gestopt en de vrede is teruggekeerd. Velen van hen kunnen niet verder met hun leven of het herstelproces, soms geven zij hun gevoelens van onrecht en wrok door aan toekomstige generaties en ondermijnen zo de relaties tussen groepen en naties, zelfs decennia na de feiten. Dit verschijnsel komt voor bij vrijwel iedere oorlog of gewapend conflict. De redenen waarom mensen verdwijnen zijn erg divers. Schendingen van internationaal humanitair recht en/of mensenrechten zijn verantwoordelijk voor de meeste vermiste personen. Maar het zijn vooral gevaren die eigen zijn aan oorlog die leiden tot scheiding en verdwijning van zowel strijders als burgers. Het invoeren van het dragen van een gestandaardiseerd identiteitsplaatje voor soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog was een belangrijke stap om het fenomeen van de soldaat ‘vermist in actie’ in te dijken. Het is evenwel een ernstig probleem gebleven, ook tijdens recente en hedendaagse vijandelijkheden. De verdwijning van honderdduizenden burgers in kampen en het grote aantal vrouwen, kinderen en oudere personen tijdens militaire acties, tonen bovendien aan dat het probleem van vermiste personen veel verder reikt dan dat van de ‘strijder vermist in actie’. De lange lijsten van vermisten duiden erop dat het hoofdzakelijk om burgers gaat.
© ICRC/B.Heger.
* Informatie wordt verstrekt over de werking van ICRC Tracing voor het zoeken naar vermiste familieleden, Liberië.
Tracing
47
Het spoor van familie bijster zijn
De term ‘vermiste personen’ geeft de wanhoop niet weer van mensen die op zoek zijn naar informatie over hun familieleden. De angst om de dood van een verwante bevestigd te zien, wordt in evenwicht gehouden door het intense verlangen naar het nieuws dat een einde stelt aan de onzekerheid. Indien in leven, kan de vermiste persoon gedetineerd zijn of door een grens van zijn familie gescheiden zijn.. De frequente onderbrekingen van communicatielijnen en de vele bevolkingsverplaatsingen in tijden van gewapend conflict hoeven het herstel van familiebanden echter niet in de weg te staan. Tenminste, als de strijdende partijen hun verplichtingen die zijn opgenomen in het Verdrag van Genève, zoals het recht op uitwisseling van familienieuws, nakomen. Jammer genoeg hebben in situaties van intern geweld en in de meeste recente gewapende conflicten de autoriteiten en/of strijdende partijen weinig bezorgdheid getoond voor het respect voor de doden of hun familie. Bij oorlog of gewapende conflicten blijven veel vrouwen en kinderen alleen achter, omdat hun mannen vermoord worden of vermist raken. Die traumatische ervaring wordt aangevuld met een voortdurende onzekerheid over wat er met hun geliefde is gebeurd. Bewijs dat het overlijden bevestigt, is meestal niet bewaard gebleven. De lichamen
van slachtoffers worden achtergelaten of begraven in massagraven. Families zijn daarom vaak niet op de hoogte dat verwanten zijn omgekomen. Humanitaire organisaties die actief zijn na een oorlog of gewapend conflict, krijgen in toenemende mate af te rekenen met de ontdekking van lichamen en begraafplaatsen. Spanningen tussen de nood van de familie aan informatie en de vereisten voor juridische procedures, moeten worden overwonnen. Opsporingen zijn landgebonden en hangen af van de culturele context, het politieke klimaat, de geografische toegankelijkheid, de mogelijkheden van het Rode Kruis ter plaatse, en ga zo maar door. Bovendien hebben personen van andere culturen vaak een ander besef van tijd en ruimte. Zelden hebben zij hun dorp verlaten en nog minder vaak weten ze waar ze naar toe vluchten. Daarom kunnen allerlei details van belang zijn voor het welslagen van een opsporing. Het wereldwijde netwerk van tracingdiensten van het Rode Kruis is daarbij van onschatbare waarde. Dit unieke netwerk maakt het mogelijk om in meer dan 150 landen op zoek te gaan naar vermiste familieleden, informatie uit te wisselen en Rode Kruisberichten te verdelen. Het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) coördineert dit netwerk in conflict- en oorlogssituaties.
© ICRC/H.Hassan. * Hereniging van moeder en kind begeleid door Rode Kruismedewerkers in Kenya, Nakuru Stadium.
49
Een lange weg naar gezinshereniging
Wat deed Rode Kruis-Vlaanderen in 2008? Vermiste familieleden opsporen In 2008 opende de dienst Tracing van Rode Kruis-Vlaanderen 308 nieuwe opsporingsdossiers, waarvan er reeds 110 zijn afgesloten met een positief resultaat. Families herenigen Tracing startte 300 nieuwe dossiers gezinshereniging en kon 143 gezinnen herenigen, waarvoor 335 personen naar België zijn overgekomen.
Rode Kruisberichten versturen 110 Rode Kruisberichten werden in 2008 door Rode KruisVlaanderen doorgegeven. Vrijwillige repatriëring begeleiden Rode Kruis-Vlaanderen heeft 96 repatriëringdossiers behandeld.
© ICRC/B.Heger. * Een ICRC medewerker legt aan de Soedanese dorpelingen uit wat de rol is van het ICRC in het opsporen van vermiste personen. Het gebruik van posters helpt de kinderen terug te vinden en ze te herenigen met hun ouders, alsook het gebruik van een lijst met vermiste personen.
51
De praktijk Gevlucht uit Darfoer, zonder vrouw en kinderen Bakar*, vader van twee kinderen, is een vluchteling afkomstig uit Darfoer, Soedan. In 2005 werd zijn geboortedorp aangevallen door gewapende ruiters. Zijn gezin is hun huis toen halsoverkop moeten ontvluchten. Hij slaagde erin zijn vrouw en dochter van drie jaar in veiligheid te brengen in een ander dorp meer naar het noorden, maar had tijdens de plotse aanval zijn oudste dochter uit het oog verloren. Was de achtjarige Amina omgekomen in het dorp, of was ook zij kunnen vluchten? In 2007 kwam het oorlogsgeweld opnieuw dichterbij. Gewapende militairen vielen Bakars nieuwe verblijfplaats binnen, en dit keer raakte hij iedereen kwijt: zijn vrouw Raisa en zijn jongste dochter Hanadi waren spoorloos verdwenen. Hij wist niks over hun lot, en was genoodzaakt zijn land te verlaten. Na een lange en gevaarlijke tocht kwam hij in Europa terecht. Bakar vroeg bescherming aan in België, en zocht onmiddellijk hulp om zijn familie terug te vinden. De begeleiders in het opvangcentrum verwezen hem door naar de dienst Tracing van het Rode Kruis. Bakar werd vervolgens uitgenodigd voor een afspraak met een medewerker van Tracing, op de hoofdzetel in Mechelen. Bij zo’n gesprek worden doorgaans gegevens verzameld over de laatst gekende verblijfplaats, de omstandigheden waarin de personen elkaar kwijt raakten, en mogelijke contactpersonen die ter plekke informatie zouden kunnen geven. Vervolgens werden de collega’s van de delegatie van het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) in Soedan gecontacteerd. Zij gingen op zoek naar een spoor van het gezin in het geboortedorp. In een naburige nederzetting van hutten troffen ze een verre kennis van de familie aan, die meer wist over de plaats waarheen de familieleden waren gevlucht. De zoektocht ging verder en leidde uiteindelijk tot in een vluchtelingenkamp van het Hoog Commissariaat voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR), in het oosten van buurland Tsjaad. Bakars oudste dochter had drie jaar eerder samen met haar grootouders naar het kamp net over de grens in Tsjaad kunnen
vluchten. Zijn vrouw en jongste dochter hadden het kamp ondertussen ook bereikt. Tracing bracht Bakar onmiddellijk op de hoogte. Hij wist eindelijk meer over het lot van zijn vrouw en twee kinderen. Een moment van intens geluk! Telefoneren of brieven schrijven is voor Bakar en zijn familie op dit ogenblik niet mogelijk. Daarom houden zij voorlopig contact met elkaar door middel van Rode Kruisberichten. Dit zijn invulformulieren van het Rode Kruis waarmee mensen elkaar persoonlijk nieuws kunnen berichten, als traditionele communicatiekanalen zoals post, telefoon of internet zijn onderbroken. Die brengen familieleden alvast in gedachten dichter bij elkaar. Samen wachten ze het moment af waarop ze elkaar kunnen terugzien, want ze willen natuurlijk zo gauw mogelijk met elkaar worden herenigd. Familieleden van een persoon met permanent verblijfsrecht in België kunnen een visumaanvraag gezinshereniging indienen bij een Belgische ambassade in het buitenland. Daarvoor hebben zij een aantal basisdocumenten nodig zoals, bijvoorbeeld, een geboorteakte en een internationaal paspoort. Vaak verblijven de gezinsleden echter niet meer in hun land van oorsprong en hebben ze tijdens de vlucht al hun bezittingen moeten achterlaten. De bevoegde Belgische ambassade voor Tsjaad bevindt zich behoorlijk ver van het vluchtelingenkamp waar Bakars vrouw en kinderen verblijven, namelijk in Tripoli, de hoofdstad van het naburige Libië. Dit betekent dat de familie niet zomaar op een vliegtuig richting België kan stappen. De dienst Tracing van het Rode Kruis tracht in zulke moeilijke situaties te bemiddelen bij de Dienst Vreemdelingenzaken in Brussel en de Belgische diplomatieke vertegenwoordigingen in het buitenland. * De namen in dit waargebeurde verhaal zijn fictief omwille van privacy redenen. © ICRC/A.Gutman. * Congo-Kinshasa, Zuid Kivu provincie Shabunda. Zeven gedemobiliseerde kindsoldaten worden herenigd met hun familie.
53
Opvang van vluchtelingen in België
Afrika vangt een vierde van alle vluchtelingen ter wereld op. De meeste van hen vluchten naar een buurland, omdat de intentie terug te keren naar hun geboorteland doorgaans blijft. Daarbij is een tocht naar bijvoorbeeld Europa, dat slechts vier procent van alle vluchtelingen opvangt, vaak financieel niet haalbaar of gewoon te gevaarlijk. Vluchtelingen die toch naar hier komen en asiel aanvragen, noemen we ‘asielzoekers’. Zij willen duidelijkheid of ze hier in België kunnen blijven. Daarbij zijn twee sleutelbegrippen van belang. Het ‘Vluchtelingenverdrag van Genève’ en ‘subsidiaire bescherming’.
Het Vluchtelingenverdrag van Genève Na de Tweede Wereldoorlog kregen heel wat Europese landen met vluchtelingen te maken. Daarom besliste men in 1951 een internationale overeenkomst te sluiten, waarin duidelijk omschreven werd wie als vluchteling erkend kan worden en waarop een vluchteling recht heeft. Dit verdrag vormt nog steeds één van de hoekstenen van het vluchtelingenrecht. België is één van de 142 landen die deze internationale overeenkomst ondertekenden, en deed daardoor de belofte om asielzoekers die in ons land terechtkomen niet aan hun lot over te laten.
© Elisabeth Verwaest. * Registratie voor het avondeten in een Rode Kruisopvangcentrum.
Opvangcentra in België 55
Opvang van vluchtelingen in België
Het Vluchtelingenverdrag van Genève bepaalt dat ‘een vluchteling een persoon is die zijn land verlaten heeft uit vrees’: een gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging. De vluchteling is bovendien niet in staat of niet bereid om bescherming van zijn land in te roepen. Essentieel hierin is wel de individuele vrees.
Subsidiaire bescherming
Bovendien is ‘ernstige schade’ een concept dat heel wat ladingen dekt. De wet bepaalt dat dit de doodstraf of folteringen kan inhouden, maar ook oorlogssituaties wegen zwaar door. Iemand die onder dit beschermingsstatuut valt, krijgt slechts een tijdelijk verblijfsstatuut dat, afhankelijk van de situatie in het herkomstland, jaarlijks verlengd kan worden. Pas na vijf jaar wordt dit tijdelijke statuut omgezet in een definitief verblijfsrecht. Erkende vluchtelingen daarentegen krijgen onmiddellijk een verblijfsstatuut van onbeperkte duur.
Als de asielzoeker niet beantwoordt aan de definitie van ‘vluchteling’ volgens het Vluchtelingenverdrag van Genève, gaan de asielinstanties na of de persoon in aanmerking komt voor het statuut ‘subsidiaire (of bijkomende) bescherming’. Dat statuut, dat in feite een verruiming van het Vluchtelingenverdrag inhoudt, wordt toegekend aan personen die een‘reëel risico op ernstige schade’ lopen als ze terugkeren naar hun land van herkomst.
Tijdens de asielprocedure verblijft het leeuwendeel van de kandidaat-vluchtelingen in opvangcentra. Onderdak, voedsel en veiligheid vormen de spil van de werking van de Belgische opvangcentra. Daarnaast staat het welzijn van de asielzoeker centraal. Velen laten een woelige periode achter zich, en lopen dus wat verloren rond. Persoonlijke begeleiding is net hierom heel belangrijk.
© Elisabeth Verwaest. * Voor de kinderen in de opvangcentra worden ook activiteiten georganiseerd.
57
‘Wachten zonder te wachten’ in Rode Kruisopvangcentra
Het Rode Kruis werkt al jaren met asielzoekers, zowel in België als daarbuiten. De Belgische overheid vroeg het Rode Kruis in 1989 om mee te werken aan de binnenlandse opvang van asielzoekers. Zo kregen 2.557 asielzoekers in 2008 bed, bad en brood’ in één van de elf Rode Kruisopvangcentra die Vlaanderen telt. Opvangcentrum Meihof in Lint, bijvoorbeeld, opende zijn deuren in 1991 en verwelkomt sindsdien onafgebroken duizenden families, alleenstaande vrouwen en mannen die asiel in België aanvroegen. Om dit in goede banen te leiden, werkt er een ploeg professionele Rode Kruisbegeleiders, 24 uur per dag, 7 dagen per week.
© Elisabeth Verwaest. * Moeder en kind staan in de hal van een Rode Kruisopvangcentrum.
59
De praktijk activiteiten zijn ze geen moeder of echtgenote, maar gewoon vrouw. De bezigheden creëren een verbondenheid tussen de vrouwen. Noem het de troost der herkenning.” Door praatgroepen op te richten, probeert Dalal ook het positieve zelfbeeld van de aanwezigen aan te wakkeren. Zo stimuleert ze de vrouwen om hun leven terug in eigen handen te nemen. Ze leren zo dat kracht uit jezelf kan komen, en dat de schoonheid van het leven niet alleen in de mooie momenten ligt, maar ook in de doorleefde pijn. “Daarbij is het ook niet vanzelfsprekend dat een Tsjetsjeense vrouw vriendschap sluit met iemand die Afrikaanse wortels heeft, maar deze momenten dragen hier zeker toe bij.”
Dalal Rajab: een verleden als (g)een ander Dalal Mohammed Rajab, een Soedanese vrouw met een bewogen verhaal, is begeleidster in het Rode Kruisopvangcentrum Meihof. Ze werkte jarenlang in de sloppenwijken van Khartoem, en voelde aan den lijve hoe moeilijk het is om te overleven in een land dat al sinds de jaren ’80 in rep en roer staat. Geconfronteerd met de massale stromen ontredderde intern ontheemden (IDP’s) voelde ze dat het haar plicht was om haar steentje bij te dragen. “De burgeroorlog is in het Westen slechts een item in het journaal, een voetnoot in de agenda, terwijl het mij elke dag herinnert aan slachtoffers van vlees en bloed.” Dalal was dan ook erg actief met de intern ontheemden, onder meer bij projecten rond de ondergeschikte positie van de vrouw in de Soedanese cultuur, en de gevaren van hiv en aids. In 2002 komt Dalal aan in België. De spanning in Soedan was ‘zelfs met een bot mes te snijden’, aldus Dalal. Haar © Elisabeth Verwaest. Dalal Rajab, begeleidster in het Rode Kruisopvangcentrum Meihof.
beslissing om naar België te vluchten zou het einde betekenen van een periode waarover ze niet graag praat, en het begin zijn van een hoopvol bestaan. Na een flinke academische boterham in België, besluit ze om zich in te zetten voor de vluchtelingensector.
Moeders en dochters Een moeder staat met haar dochter in de inkomhal. Ze lijken niet echt op elkaar, maar er is iets in hun manier van doen die een vertrouwdheid die alleen een moeder met haar kinderen kan hebben, doet vermoeden. Dit gezin is één van de velen waarmee Dalal dagelijks aan de slag gaat. Het opvangcentrum biedt hen elke week de kans om samen te komen voor een activiteit. “Daar kijken ze keer op keer reikhalzend naar uit”, laat Dalal optekenen. “Tijdens die
Dalal verwijst trots naar haar vertrouwde collega’s uit het opvangcentrum. Het achttienkoppig team staat dag en nacht paraat voor de 120 bewoners. Hiermee is dit Rode Kruisopvangcentrum niet het grootste in haar soort, maar wel eentje met karakter. “De personeelsleden kennen iedereen hier met naam en toenaam, waardoor er al snel een vertrouwelijke sfeer ontstaat”, aldus Dalal, die zelf drie maanden in een opvangcentrum heeft gewoond. “Die vertrouwelijkheid is nodig, want de eenzaamheid is soms vlijmscherp en de radeloosheid groot.” De bewoners proberen relaties te onderhouden via de computer en de telefoon. Deze contacten zinderen natuurlijk niet van intensiteit, maar vormen toch een baken van rust en hoop. Werken met vluchtelingen heeft voor Dalal verschillende dimensies: haar verleden met intern ontheemden, haar persoonlijke verhaal en het huidige werk. Drie realiteiten die elkaar tastbaarder maken. “Mijn eigen ervaringen bepalen mijn blik op het leven en het werk in een opvangcentrum. Het eindeloze wachten op een beslissing weegt zwaar op de vluchtelingen. Is er een brief voor mij uit Brussel?”, klinkt het elke morgen als de postbode aan het centrum arriveert. “In de wandelgangen of tijdens een gesprek adviseer ik piekerende bewoners om te wachten zonder te wachten”,
vertelt Dalal. “Asielzoekers mogen niet werken en kunnen bijgevolg geen beroepsopleidingen volgen. Daarom ligt de focus van de werking op het activeren van bewoners binnen en buiten het centrum.”
Eigen verantwoordelijkheid De bewoners staan zelf in voor het onderhoud van hun leefruimtes. De Rode Kruisopvangcentra bieden ook een resem activiteiten die hen alert moeten houden. “Nederlandse en Engelse les of een computerinitiatie, gegeven door vrijwilligers, zijn elke keer een groot succes”, aldus Dalal. “Zo moeten ze hun tijd hier niet met gekruiste armen doorbrengen en staan ze zelf aan het roer van hun leven.” Eigen verantwoordelijkheid is ook belangrijk wat de asielprocedure betreft. Iemand van het team brengt de procedure in kaart en gidst de bewoners doorheen het administratieve kluwen. Maar wie asiel aanvraagt, blijft zelf verantwoordelijk voor zijn procedure. “Concreet contacteren bewoners zelf hun advocaat en houden zelf documenten of afspraken bij. Zo proberen we het inzicht in de asielprocedure te versterken.” De tolkendatabanken sluiten nauw aan bij deze gedachte: medebewoners geven zich op om anderen te helpen bij de procedure als taal een barrière vormt. Voor omwonenden is een opvangcentrum een oord vol geheimen, dat soms wat polemiek veroorzaakt. De opvangcentra maken er evenwel een punt van geïntegreerd te zijn in de buurt. Het ene centrum is van de partij op buurtactiviteiten, het andere werkt mee aan een cultureel project. Sommige bewoners gaan sporten in de plaatselijke sportvereniging. En zelf zet het centrum regelmatig zijn deuren open. Op die manier krijgen de bewoners van het centrum en van de buurt oog voor elkaar. “Uiteindelijk proberen we een constructieve omgeving te creëren waarin mensen niet gelaten hoeven te wachten tot hun toekomst zich aandient”, besluit Dalal overtuigd.
61
Colofon
Afkortingenlijst
Blik op Internationale Solidariteit JAARGANG 3, 2008 Hoofdredactie Adrianne Waldt – departement Internationale Zaken, dienst Advocacy Internationale Solidariteit. Redactie Arianne Acke, Axel Vande veegeate, Bram Sebrechts, Christ’l Joris, Freya Boelaert, Pierre Baudinne, Laurent Dutordoir en Luc De Wever.
ERU:
‘Vermist’ Sophie Martin, hoofd Missing Persons Project, ICRC ‘International Review of the Red Cross’, december 2002, volume 84, nr. 848, pagina 723. Redactie Ann Blondé (zeal nv), Ayco Duyster, Caroline Celis, Cecile Vanoverschelde, Chantal Demeulemeester, Herman Peeters, Hilde Van Gastel, Jo Wouters, Johan Dejaegere (zeal nv), Jos Van Loveren, Lief Elseviers, Linde Mues, Michel Leduc, Nadia Terweduwe, Piet Noppen en Roel Craen. Tekst eindredactie Lien Henderickx. Vormgeving Johan Dekens en Mònica Anglada, zeal nv. Verantwoordelijke uitgever Philippe Vandekerckhove Motstraat 40 2800 Mechelen
Emergency Response Unit, een snelle interventie eenheid met gespecialiseerde medewerkers en materiaal die kunnen optreden bij grote rampen voor ondersteuning in watervoorziening, gezondheidszorg, telecommunicatie, noodhospitalen en logistiek. In het kader van de Benelux samenwerking heeft Rode Kruis-Vlaanderen een ‘Relief ERU’ voor de selectie van de begunstigden en verdeling van de hulpgoederen.
Federatie: Internationale Federatie van het Rode Kruis en Rode Halve Maanverenigingen ICRC:
Internationale Rode Kruiscomité
StuBru: Radiostation ‘Studio Brussel’ UNHCR: United Nations High Commissioner for Refugees, VN-organisatie voor vluchtelingen
Deze publicatie is een jaarlijkse uitgave van Rode KruisVlaanderen. Je kunt deze en vroeger verschenen publicaties terugvinden op www.rodekruis.be. Overname van artikels of gedeelten ervan is toegestaan mits bronvermelding en toezending van een bewijsexemplaar. De opinies in dit jaarboek zijn deze van de auteurs en geven niet noodzakelijk het standpunt van het Rode Kruis weer. Wettelijke depot: D/2008/0665/12
Blik op Internationale Solidariteit
Blik op
Met deze ‘Blik op Internationale Solidariteit’ willen we niet enkel het werk van onze Rode Kruiscollega’s aan bod laten komen. We willen ook informeren over een brede waaier aan actuele onderwerpen die verband houden met Internationale Solidariteit.
Internationale Solidariteit 2008
Op basis van solidariteit, vrijwilligheid en het bundelen van alle krachten -mensen, kennis en middelen- staat Rode Kruis-Vlaanderen altijd en overal paraat ten behoeve van de meest kwetsbare personen.
Een blik op internationale solidariteit
Solidariteit over de grenzen heen is voor de internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging een vanzelfsprekendheid. Binnen ons wereldwijde netwerk heeft iedereen een gemeenschappelijke visie: samen werken aan een wereld van sterke gemeenschappen, die in staat zijn om het hoofd te bieden aan menselijk lijden en rampen. Met hoop, waardigheid en aandacht voor rechtvaardigheid.
Het geheel is immers groter dan de som van de onderdelen. Iedere bijdrage zorgt ervoor dat de “boom” van solidariteit blijft groeien en bloeien. Laten we samen deze projecten blijven ondersteunen om te werken aan een wereld van sterke gemeenschappen, die het hoofd kunnen bieden aan alle soorten rampen. Samen staan we paraat, altijd en overal!
Wil je ons steunen? Rode Kruis-Vlaanderen Internationaal vzw Motstraat 40 2800 Mechelen tel.015 44 35 35 fax 015 44 36 15 www.rodekruis.be
[email protected] Rekeningnummer: 433-81 83 051-59
Voorwoord
Paraat. Altijd, overal.
Als lid van het internationale netwerk heeft ook Rode KruisVlaanderen het afgelopen jaar belangrijke stappen gezet om de doelstellingen conform Strategie 2010 te realiseren. - De omzet van structurele hulpprogramma’s zal van 2008 tot 2010 bijna drie keer groter zijn dan die van 2007. Dit dankzij het groeiend vertrouwen van steeds meer donoren. - Deze omzetstijging zorgde met Congo, Burundi en Botswana voor een uitbreiding van het aantal partnerlanden van vier naar zeven. - Eerste hulp, dé expertise bij uitstek van Rode Kruis-Vlaanderen, wordt het voorwerp van een meerjarenproject voor de opbouw van de eerstehulp capaciteit in Afrika. In deze editie van het jaarboek geven we traditiegetrouw een blik op hoe alle takken binnen Rode Kruis-Vlaanderen ervoor zorgen dat de boom van de solidariteit blijft groeien en bloeien. Een interessante toevoeging aan deze editie is de achtergrondinformatie over de internationale humanitaire problemen waarvoor het Rode Kruis zich specifiek inzet.
Meer informatie vindt u op www.rodekruis.be en in het jaarverslag van Rode Kruis-Vlaanderen. Nieuw daarbij is dat een deel van onze activiteiten in het Zuiden herwerkt is tot een aanbod van projecten op maat van de plaatselijke afdelingen van Rode Kruis-Vlaanderen, om hen aan te moedigen actief betrokken te raken bij de vrijwilligerswerking van ‘collega’s’ in Afrika en Nepal. Ontwikkelingssamenwerking is voor ons niet beperkt tot samenwerking tussen experts van de respectieve hoofdzetels, maar is een uiting van solidariteit van en met alle Rode Kruismedewerkers, en dit op alle niveaus. De opbrengst van Music for Life, de eindejaarsbenefiet van Studio Brussel, wordt dit jaar besteed aan hulp voor vrouwen en kinderen op de vlucht. Dit jaarboek belicht dan ook de verschillende manieren waarop het Rode Kruis de levensomstandigheden van vluchtelingen menselijker maakt, niet alleen ver van hier maar ook dicht bij huis. Wij hopen dat ook u de solidariteit over de landsgrenzen heen in uw hart blijft dragen, en ze bij anderen blijft aanmoedigen. Luc De Wever Coördinator Internationale Humanitaire Diensten
Rode Kruis-Vlaanderen is een onafhankelijke organisatie die via het Belgische Rode Kruis deel uitmaakt van de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging. Gefinancierd door DGOS (Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking)
Foto kaft: © Rode Kruis-Vlaanderen. * Rode Kruisvrijwilligers geven vorming in de schaduw van de boom. Hier wordt getoond hoe een muggennet moet worden gebruikt, Mozambique.