BELEIDSBRIEF « INTERNATIONALE SOLIDARITEIT » Schepen Michiel Vandenbussche Voorjaar 2001 Inleiding 1. 2. 3. 4. I.
Partners in het beleid 1. 2. 3. 4.
II.
De vrijwilligersorganisaties De gemeentelijke culturele instellingen Andere overheden Ambtenaren
Vier prioriteiten 1. 2. 3. 4.
III.
Doel van de beleidsbrief als interactief werkinstrument Benaming schepenambt « Internationale Solidariteit » Realisatie « Memorandum Gemeentebeleid en Ontwikkelingssamenwerking » Startactiviteit met Staatssecretaris Eddy Boutmans
Ondersteuning vrijwilligersorganisaties Etterbeekse Ronde Tafel Internationale Solidariteit Stedenband De gemeente als consument
Aandachtspunten A Algemeen 1. Het perspectief van duurzame ontwikkeling 2. Sensibiliseringsacties 3. Informatiebeleid 4. Samenwerking op hoofdstedelijk niveau 5. “Belastingaftrek van giften is machtig wapen” B Ontwikkelingssamenwerking 6. Jaarlijkse 11.11.11.-actie 7. Noodhulp aan derde landen 8. “De echte dialoog met de derde wereld moet in de kunst nog beginnen” 9. “Zien en begrijpen” Tentoonstelling DGIS C Andere aandachtspunten 10. Internationale mensenrechten-problematiek 11. Opvang en onthaal van politieke vluchtelingen en asielzoekers 12. Racisme-bestrijding
IV.
Het budget
Besluit
1
1. Doel van de beleidsbrief als interactief beleidsinstrument In deze beleidsbrief wordt een poging ondernomen om het gemeentelijk beleid inzake ontwikkelingssamenwerking en andere vormen van internationale solidariteit uit te tekenen voor de komende jaren. Enerzijds worden de vaste engagementen omschreven die het college al waarmaken ; anderzijds worden perspectieven aangegeven waaraan in de toekomst moet gewerkt worden. Om nieuwe projecten op te zetten en daarin prioriteiten te bepalen rekenen wij op de inbreng van iedere inwoner van Etterbeek die bijzonder geïnteresseerd is in de vormgeving van internationale solidariteit vanuit het lokale niveau. Wij hopen dan ook op heel wat reacties en suggesties die ons moeten toelaten a) de prioriteiten die we nu naar voor schuiven concreet uit te werken, b) nieuwe prioriteiten uit te tekenen voor de komende jaren. Uit de diverse overlegmomenten die ingebouwd zullen worden, moeten nieuwe versies van deze beleidsbrief ontstaan die in 2003 en in 2005 zullen verschijnen. 2. Benaming schepenambt “Internationale Solidariteit” Met de nieuwe benaming “internationale solidariteit” wordt gestreefd naar een verruiming van het beleid. De kernfunctie ontwikkelingssamenwerking blijft vanzelfsprekend een bijzondere aandacht krijgen. Voor de eerste fase van deze legislatuur zijn de vier prioriteiten (zie verder) direct verbonden met de ontwikkelingssamenwerking. Voor de latere fases zullen echter ook projecten worden opgezet rond de mensenrechten-problematiek, de vluchtelingen, racismebestrijding… De benaming “internationale solidariteit” verwijst ook naar de bekommernis om de transversaliteit in het beleid waar te maken: vanuit diverse bevoegdheden kunnen bijdragen geleverd worden aan de dimensie internationale solidariteit. 3. Realisatie ‘Memorandum Gemeentebeleid en Ontwikkelingssamenwerking” De objectieven van het Memorandum zijn ook de uitgangspunten voor ons beleid inzake ontwikkelingssamenwerking. De dimensie die eraan toegevoegd wordt is wat door de gemeente zelf als bijdrage in de ontwikkelingssamenwerking kan uitgebouwd worden. (project van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten, beschreven in het boek “Global Village- Gemeenten, partners in ontwikkeling) 4. Startactiviteit met Staatssecretaris Eddy Boutmans Op 22 maart 2001 werd staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking, Eddy Boutmans, uitgenodigd om bij de start van de nieuwe gemeentelijke legislatuur de ramen open te gooien en een visie te schetsen over de mogelijkheden om vanuit het lokale niveau een efficiënte bijdrage te leveren aan de ontwikkelingssamenwerking. Honderdtwintig belangstellenden uit Etterbeek en andere Brusselse gemeenten waren aanwezig. De Etterbeekse vrijwilligersorganisaties (GETMO; 11.11.11.-comité van het Gemeenschapscentrum De Maalbeek en Oxfam-Magasin du Monde) hebben als medeorganisatoren voor een verslag gezorgd dat toegevoegd wordt aan het basismateriaal dat ons beleid moet onderbouwen.
2
I. Partners in het beleid 1. De vrijwilligersorganisaties Het gemeentelijk beleid zal in belangrijke mate verder bouwen op de werking van de vrijwilligersorganisaties die reeds jaren een kwaliteitsvolle werking rond ontwikkelingssamenwerking ontplooien. - Het 11.11.11.-comité van het Gemeenschapscentrum De Maalbeek - GETMO-Groupe Etterbeek-Tiers Monde - Oxfam-Magasin du Monde - Sociaal-culturele verenigingen die een betekenisvolle aandacht in hun programmatie schenken aan de internationale solidariteit (o.m. de Louis Paul Boonkring) Voor andere thema’s zal contact gezocht worden met organisaties die Etterbeekse antennes hebben of individuele medewerkers (vb. Amnesty International; De Liga voor de Rechten van de Mens; het samenwerkingsverbond “Extreem rechts, nee bedankt” en andere)) 2. De gemeentelijke culturele instellingen -
Centre Culturel Espace Senghor Gemeenschapscentrum De Maalbeek De gemeentelijke Openbare Bibliotheken
3. Andere overheden Federaal: de staatssecretaris voor ontwikkelingssamenwerking en de Directie-Generaal Internationale Samenwerking. Gewestelijk: de “Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest” Gemeenschappen: voor zover ze een beleid hebben waarop ook de Brusselse gemeenten kunnen inspelen. Europa: De Europese Unie stelt voor wat heet “gedecentraliseerde samenwerking” ook financiële middelen ter beschikking van gemeenten voor projecten van ontwikkelingssamenwerking. 4. Ambtenaren Met deze partners zal een functioneel overleg, gediversifieerd volgens hun betrokkenheid met de lokale werking, worden uitgebouwd in het kader van de Ronde Tafel (zie verder). De ambtenaren die deeltijds ter ondersteuning van het schepenambt Internationale Solidariteit werken zullen een specifiek bijscholingsprogramma volgen. Voor de realisatie van het project “Stedenband” (zie verder) zal een beroep gedaan worden op vrijwillige basis op ambtenaren die, onder leiding van de gemeentesecretaris, de contacten met de partner (lokaal bestuur) in de derde wereld zullen uitbouwen op basis van hun specifieke deskundigheid in de gemeentelijke administratie.
3
II.
Vier prioriteiten
1. Ondersteuning vrijwilligersorganisaties Het nieuwe beleid inzake ontwikkelingssamenwerking, gekaderd in Internationale Solidariteit, wil de vrijwilligersorganisaties die sinds jaar en dag aan de kar trekken op een actieve wijze betrekken bij de uitvoering van het beleid, maar hen ook ondersteunen in hun eigen werking. Naast de infrastructurele ondersteuning van hun activiteiten, zal ook een (beperkte) financiële steun worden voorzien. 2. Etterbeekse Ronde Tafel Internationale Solidariteit In deze Ronde Tafel zullen diverse functies moeten worden waargemaakt: - globaal overleg over de ontwikkeling van het beleid - de adviesfunctie voor bepaalde onderdelen van het beleid (vb. ontwikkelingssamenwerking) - de stuurgroepfunctie i.v.m. concrete projecten - visievorming op basis van vormingsinitiatieven De oprichting van deze “Ronde Tafel” zal niet overhaast worden opgezet. Wij wensen geen formalistisch werkend orgaan te creëren. De prioriteit voor de volgende maanden zal dan ook liggen op inhoudelijk voorbereidend werk via ruim overleg. Over enkele maanden kan dan door de Gemeenteraad een weloverwogen beslissing worden genomen over samenstelling en werking van de “Etterbeekse Ronde Tafel Internationale Solidariteit”. 3. Stedenband Wat is een stedenband? (cf. “Global Village- Gemeenten, partners in ontwikkeling”. Uitgave van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten 2000) Er bestaat geen officiële en uniforme definitie van wat een stedenband is of hoort te zijn. Het woord dekt heel verschillende ladingen en er zijn verschillende modellen denkbaar, afhankelijk van de doelstellingen, de betrokken deelnemers, het engagement van de gemeente. Heel algemeen gesteld is een stedenband een vriendschapsakkoord of samenwerkingsakkoord tussen twee gemeentebesturen. Dat akkoord kan bekrachtigd worden met een formele en officiële overeenkomst die door beide besturen ondertekend wordt. De stedenband is als dusdanig een model voor grensoverschrijdende en internationale samenwerking tussen gemeentebesturen. De partners maken afspraken over de samenwerking en de doelstellingen en over de onderlinge samenwerking tussen burgers en bestuur. De stedenband is daarom ook een ideaal instrument om zowel de gemeente als de burgers te betrekken. Burgerbetrokkenheid is om twee redenen belangrijk: het zorgt ervoor dat de stedenband kan rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak en tegelijk wordt de stedenband een instrument voor de sensibilisatie van de inwoners. Zeker als het gaat om een duurzame samenwerking, die geleidelijk wordt opgebouwd en meerdere jaren duurt, waarbij de burgers meer en beter kunnen betrokken worden. In het ontwikkelingsbeleid is een stedenband meer specifiek een samenwerking tussen gemeentebesturen die willen werken aan rechtvaardiger wereldverhoudingen en een versterking van het lokaal bestuur zowel ‘hier’ als ‘daar’. De samenwerking is niet per definitie van onbepaalde duur. Niettemin is er het perspectief van een duurzame relatie en een samenwerking op langere termijn. De principiële optie wordt genomen om vanuit Etterbeek een stedenband aan te gaan met een lokaal bestuur in een land dat beantwoordt aan de criteria voor de selectie van partnerlanden.
4
Deze criteria worden omschreven in de beleidsnota van de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking (Kwaliteit in Solidariteit. Partnerschap voor duurzame ontwikkeling) Om deze principiële optie waar te maken is nog heel wat voorbereidend werk nodig. Wij nemen hier de raadgevingen die ook in het project-boek “Global Village” voorkomen zeer ter harte: “ Even rustig nadenken” en “niet te hard van stapel lopen” is het devies voor iedere gemeente die zich aan een stedenband waagt. Wat wil de gemeente precies, wat willen de inwoners, kunnen we nu al de mogelijke obstakels inventariseren, wat hebben wij een buitenlandse partner te bieden, welk budget kunnen we opzij zetten, wie zal verantwoordelijk zijn voor de uitvoering? Allemaal vragen die in de aanvangsfase de revue moeten passeren. Het is aangewezen dit allemaal van meet af aan door te praten met de bestaande overlegfora, actieve burgers en plaatselijke verenigingen en te kijken hoe de stedenband geïntegreerd zal worden in het beleid voor internationale samenwerking. De start van een stedenband wordt best gekenmerkt door een zekere bescheidenheid en een periode van reflectie, waarin tijd wordt genomen om één en ander af te wegen. Concreet gaat het om: + de motivatie en de doelstellingen; + het engagement van de gemeente (juridisch, structureel en financieel); + de prioritaire beleidsterreinen voor gemeenschappelijke activiteiten; + de betrokkenheid van bepaalde doelgroepen; + de inventaris van bestaande initiatieven; + de samenwerkingsvorm. De voorbereiding en de vormgeving van het “project-stedenband” zal een van de belangrijkste opgaven zijn voor de Etterbeekse Ronde Tafel Internationale Solidariteit”.
4. De gemeente als consument De federale regering heeft zich met haar federaal plan voor duurzame ontwikkeling ertoe verbonden dat de openbare besturen het voorbeeld zouden geven “door producten te kopen die het milieu respecteren en die vervaardigd zijn met respect voor de menselijke waardigheid”. De gemeente wil daartoe een bijdrage leveren en volgt de suggesties die daarvoor gedaan werden op de informatieavond van 22 maart 2001. De gemeente zal in haar aankoopbeleid meer aandacht schenken aan het aankopen van producten die op sociaal verantwoorde manier zijn geproduceerd en met respect voor het milieu ( bv. met Max Havelaarlabel, de merken Made in Dignity of Oxfam Fair Trade). De producten kunnen zijn: koffie, thee, vruchtensap, wijn, noten, droge vruchten en chips, chocolade…, maar ook ambachtelijke kunstvoorwerpen (bv. als relatiegeschenk) en pedagogisch materiaal, boeken, speelgoed, muziekinstrumenten… De gemeente zal dergelijk aankoopbeleid ook bespreken met andere gemeentelijke openbare instellingen. Aan de leveranciers zullen vragen gesteld worden over de sociale en ecologische kwaliteit van de producten die ze verkopen, zodat de gemeente er zeker van kan zijn dat die producten zijn gemaakt met respect voor de mensenrechten, de fundamentele sociale rechten, en respect voor het milieu. Als prioriteit voor de onmiddellijke toekomst wordt de aankoop van een aantal producten uit derde-wereld-landen vooropgesteld, gebaseerd op de criteria van eerlijke handel.
5
III.
Aandachtspunten A. Algemeen 1. Het perspectief van duurzame ontwikkeling Hoe kunnen wij de huidige problemen en behoeften van een samenleving aanpakken zonder de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen in gevaar te brengen? Dat is duurzame ontwikkeling. Dat moet centraal staan in elk beleid, ook en zeker zls het om internationale solidariteit gaat. Voedsel, veiligheid, bescherming tegen natuurelementen zijn minimale behoeften waarzonder leven niet meer mogelijk is. Dat zijn nochtans de dagelijkse problemen van miljarden mensen op deze planeet. Maar hoe pak je deze problemen aan? Het belangrijkste recht van ieder mens en van iedere samenleving is om zelf te kunnen bepalen wat deze basisnoden en de oplossing ervan zijn. Dat is het verschil tussen ontwikkelingshulp en internationale solidariteit. Wanneer een samenleving zelf zijn lot in handen kan nemen, is de eerste stap naar ontwikkeling gezet. Respect voor cultuur en voor mensenrechten, voor democratie is dé sleutel voor ontwikkeling, vandaar dat respect voor de rechten van de mensen en voor algemeen erkende sociale rechten de basis vormt van elk ontwikkelingsbeleid. Strijd tegen de armoede staat daarin centraal. Dit kan zich niet beperken tot gebrek aan middelen. Armoede heeft veel, maar niet alleen met “geld” of “voedsel” te maken. Armoede heeft evenveel te maken met toegang tot cruciale diensten als onderwijs, gezondheidszorg, cultuur, woning. Opnieuw komt men dan tot respect van fundamentele mensenrechten, economische rechten, sociale rechten, culturele rechten. Sociale onrechtvaardigheid veroorzaakt armoede en vormt broeihaarden van conflicten…zij vormt een obstakel voor duurzame ontwikkeling. Waar moet een beleid van internationale solidariteit zich dan op richten? Vooreerst moet het gericht zijn op de versterking van de democratie en de deelname van zoveel mogelijk mensen aan het beleid. Wat wij bij ons willen waar maken, moet model staan voor andere landen en gemeenschappen. Onze steun aan projecten van derde wereldlanden zal des te effectiever zijn als zij kunnen uitgevoerd worden door goed en democratisch werkende overheden in die landen. Steun aan democratisering en respect voor mensenrechten, moet dus centraal staan. Samenwerking met lokale overheden, die rekening houden met wat er leeft bij de bevolking… dat is onze keuze. 2. Sensibiliseringsacties Naast de reeds bestaande initiatieven zullen naar de toekomst toe ook sensibiliseringsacties op het getouw worden gezet voor specifieke doelgroepen, na overleg met de Ronde Tafel. Zeker naar de jeugd toe moeten creatieve initiatieven worden ontwikkeld. Samenwerking met de scholen is daarbij vanzelfsprekend. 3. Informatiebeleid Mensen informeren kost geld… en de talloze vrijwilligersorganisaties beschikken vaak niet over voldoende middelen om brede lagen van de bevolking op een permanente basis te bereiken. De gemeente zal in zijn eigen informatieblad “Leven te Etterbeek, La vie Etterbeekoise” telkens voldoende ruimte en aandacht besteden aan
6
het beleid inzake internationale solidariteit. De Ronde Tafel Internationale Solidariteit krijgt zijn vaste plaats in het gemeentelijk informatieblad. 4. Samenwerking op hoofdstedelijk niveau 11 van de 19 Brusselse gemeenten hebben een schepen belast met de ‘internationale solidariteit”. Samenwerking tussen deze schepenen kan de inzet van de lokale overheden een belangrijke meerwaarde aanreiken. Wij kunnen ervaringen uitwisselen, maar ook de werking wederzijds ondersteunen. Samen zouden wij er bij de Brusselse regering op kunnen aandringen een centrum voor de internationale solidariteit te ontwikkelen. 5. “Belastingaftrek is een machtig wapen” Door rationeler onze giften voor “het goede doel” te laten gepaard gaan met een druk op de fiscus, zou het lot voor miljoenen mensen in de derde wereld nog een stuk kunnen verbeteren. Een informatiecampagne “geven met je verstand” zal een gemeentelijke bijdrage zijn voor de volgende 11.11.11.-actie. B. Ontwikkelingssamenwerking 6. Jaarlijkse 11.11.11.-actie Dit initiatief wordt reeds vele jaren actief door de gemeente ondersteund. Wij zijn bereid om met de organisatoren te zoeken naar nieuwe creatieve elementen om tot een nog beter resultaat te komen, zowel wat het aspect sensibilisering betreft als met betrekking tot de financiële resultaten. 7. Noodhulp aan derde landen Een bepaald bedrag in de begroting wordt voorzien om noodhulp te kunnen bieden bij rampsituaties met prioriteit voor landen waar grote armoede heerst. Op advies van de Ronde Tafel zullen criteria worden vastgelegd en bij concrete situaties zal spoedoverleg worden georganiseerd. 8. “De echte dialoog met de derde wereld moet in de kunst nog beginnen” Ondanks verdienstelijke geïsoleerde initiatieven is het de overtuiging van velen dat de culturele dimensie in het ontwikkelingsbeleid nog veel te weinig aan bod komt. Dit wordt in ons beleid een belangrijk aandachtspunt. Men mag verwachten dat in de volgende editie van deze beleidsbrief (2003) een pilootproject terzake als prioriteit wordt uitgewerkt. 9.
“Zien en begrijpen” Tentoonstelling DGIS
Dit is een tentoonstelling gemaakt door de Directie-Generaal Internationale Samenwerking, om de ideologische en wetgevende basis van de internationale samenwerking te schetsen en tevens een overzicht te bieden van de projecten op het terrein. De tentoonstelling probeert een antwoord te geven op “wat, waarom en hoe?”
7
Internationale samenwerking met partnerlanden is des te zinvoller, wanneer een brede basis bij ons begrijpt waarover het gaat. We nemen het initiatief om deze tentoonstelling eerstdaags in Etterbeek te brengen. C. Andere aandachtspunten 10. Internationale mensenrechtenproblematiek Met Amnesty International en de Liga voor de Rechten van de Mens (NL + FR), zullen de mogelijkheden voor een gestructureerde lokale werking worden besproken. 11. Opvang en onthaal van politieke vluchtelingen en asielzoekers Etterbeek heeft een groot aantal inwoners van vele verschillende nationaliteiten, uit alle continenten. Ze kwamen vaak in moeilijke omstandigheden naar hier, bv. als politieke vluchtelingen of in zeer moeilijke persoonlijke situaties. Het onthaal en de hulp die wij hen kunnen aanbieden begint bij een beter begrip van hun doorstane moeilijkheden en die van hun familie die in het land van oorsprong leven. We hebben de plicht deze mensen te onthalen en bij te staan, hun moeilijkheden te begrijpen en een actieve en spontane hulp aan te bieden. 12. Racismebestrijding Wij onderschrijven de doelstellingen van de actie “Extreem-rechts, Nee bedankt. Voor een leefbaar Brussel” en zullen op het gebied van racismebestrijding een consequente actieve rol blijven spelen. IV.
Budget
De nieuwe actieve politiek inzake internationale solidariteit in zijn diverse vormen zoals hierboven geschetst, vergt uiteraard ook middelen. In het budget zal dit worden vertaald door 10 fr. per inwoner te voorzien voor de realisatie van deze doelstellingen. Besluit De volontaristische politiek die in deze beleidsbrief wordt geschetst kan slechts worden waargemaakt indien die gesteund wordt door vele inwoners van onze gemeente. Wij rekenen erop heel wat reacties en suggesties te mogen ontvangen die ertoe zullen bijdragen om ons beleid te concretiseren en waar nodig bij te sturen. De Etterbeekse Ronde Tafel Internationale Solidariteit zal af en toe ook open forum-discussies organiseren. Laat ons weten indien U daartoe persoonlijk wil uitgenodigd worden.
8