ROOS Beleidsprioriteiten 2012 - 2016
BLDSpln.
2012
Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking
Stichting ROOS Stichting ROOS (Regionale Omroep Overleg en Samenwerking) is het overleg- en samenwerkingsverband van de dertien regionale publieke omroepen in Nederland en stelt zich ten doel om op grond van samenwerking en beraad ordenend werkzaam te zijn en aldus de belangen van de regionale publieke omroepen te behartigen en het regionale aandeel in het publieke omroepstelsel en in het mediabeleid te versterken. De dertien regionale omroepen zijn allen deelnemer van ROOS. Stichting ROOS heeft een Bestuur en een Raad van Toezicht. Het bestuur wordt gevormd door een onafhankelijk voorzitter en de directeuren van de dertien regionale omroepen in Nederland. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden waarvan vier leden zijn benoemd vanuit de toezichthoudende organen van de aangesloten regionale omroepen en een onafhankelijk voorzitter. Aan samenwerking en overleg wordt vorm gegeven via verschillende overlegvormen. Naast het bestuur (het overleg van directeuren) vindt er regulier overleg plaats tussen de hoofdredacteuren, de hoofden financiën, de hoofden techniek, de personeelsmanagers en de internettechnici van de regionale omroepen. Uit deze overleggen worden regelmatig werkgroepen geformeerd die een specifieke opdracht hebben. Onderdeel van ROOS is de RadioNieuwsCentrale (RNC). Via de RNC vindt uitwisseling plaats van nieuws in de vormen audio, video en teksten tussen de NOS, de Wereldomroep en de regionale omroepen. De RNC maakt ook dagelijks radiobulletins voor een aantal regionale omroepen en het televisieprogramma RegioNed. ROOS is enig aandeelhouder van Omroep Reclame Nederland (ORN). ORN is het verkoopkantoor voor landelijke adverteerders op regionale radio en televisie. Afhankelijk van de ontwikkelingen worden jaarlijks door ROOS de beleidsprioriteiten bijgesteld en vastgesteld. De belangrijkste doelstellingen voor de komende jaren zijn onder verschillende aandachtsgebieden in deze uitgave opgenomen en vormen leidraad voor overleg en samenwerking van de regionale publieke omroepen.
Inleiding Nadat in december 2010 Minister Van Bijsterveldt van OCW de Kamer kort een aantal hoofdlijnen van het nieuwe Mediabeleid had geschetst stond het jaar 2011 vooral in het teken van de inhoudelijke uitwerking van het Regeerakkoord. In de brief aan de Tweede Kamer medio 2011 schrijft de Minister dat de in het Regeerakkoord voorgenomen vergaande samenwerking tussen de landelijke en de regionale omroep inhoudelijk grote voordelen en een uitgelezen kans op een efficiëntere inrichting van het publieke mediabestel in Nederland biedt. De Kamer ondersteunt dat betoog maar vraagt ten aanzien van de regionale omroep wel een aantal waarborgen. De identiteit en functie van de regionale omroep moet hoe dan ook overeind blijven in een nieuw omroepbestel. De radiozenders van de regionale omroep doen het prima en blijven buiten de discussie. Voor televisie stuurt de Kamer aan op een nauwe samenwerking met de landelijke omroep op een van de landelijke netten. Tegelijkertijd ontvouwt de Minister haar plannen voor de landelijke omroep: met substantieel minder geld kan de kwaliteit van de landelijke omroep overeind blijven via de drie algemene televisiezenders en de vijf algemene radiokanalen. De vraag van de Minister aan ROOS en NPO is vervolgens om binnen de geschetste contouren voor het einde van 2011 een model tot samenwerking aan te bieden.
bestuurlijk en organisatorisch de samenwerking wordt aangegaan. Van geheel opgaan in landelijke structuren is wat ROOS betreft geen sprake: dat vereenzelvigt zich niet met de specifieke regionale taakopdracht, identiteit, legitimatie en herkomst van de dertien regionale omroepen. In januari 2012 willen NPO en ROOS het gevraagde model aan de Minister aanbieden zodat in 2012 specifieke uitwerking kan plaatsvinden.
Dat leidde tot intensieve interne, en met NPO en NOS externe gesprekken in de tweede helft van 2011, waarin door ROOS, in lijn met de door de Minister verwachte voordelen, twee vragen voorop zijn gesteld. Welke journalistiek programmatische inhoudelijke voordelen worden behaald bij een samenwerking en hoe ziet zo’n samenwerking er op televisie meer concreet uit? Antwoorden op die vragen zijn wat ROOS betreft bepalend voor de wijze waarop
Het jaar 2012 zal net als 2011 een jaar worden dat heel bepalend zal zijn voor de toekomst van de regionale omroep. Een toekomst waarin, door wetten gewaarborgd, de onafhankelijk opererende regionale omroep blijft zorgdragen voor een kwalitatief hoogwaardig media-aanbod voor alle burgers in zijn verzorgingsgebied.
De Minister van OCW gaf in de mediabrief van juni 2011 aan met het Interprovinciaal Overleg (IPO) in overleg te zullen treden over hoe een nieuwe verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk en provincies kan bijdragen aan een - ook bestuurlijk eenvoudiger inrichting van het publieke bestel in Nederland. In dit overleg moet ook de merkwaardige situatie die zich nu voordoet dat een groot aantal provincies tot bezuinigingen bij de regionale omroepen overgaat besproken worden. De vraag van provincies van medio 2011 om beleids- en financieringsruimte is met de mediabrief goeddeels beantwoord, en van provincies mag derhalve verwacht worden dat daar dan ook naar gehandeld zal worden, te meer omdat de Minister van OCW heeft aangegeven dat de (uitgangspunten van de) financieringsverantwoordelijkheden van provincies ongewijzigd zijn.
Strategisch kader De regionale omroep wil ook in een nieuw publiek omroepbestel het toonaangevende informatiemedium zijn in en over zijn regio. De regionale omroep volgt daarbij de Mediawet en de definitie die de commissie Kwalitatief Hoogwaardige Programmering in 2008 formuleerde: ‘De kerntaak van de regionale omroep is het verzorgen van regionale nieuwsprogramma’s en het belichten van de achtergronden ervan’. Een tweede centrale eis die de regionale omroep zich stelt is dat hij ‘voldoet aan de behoefte voor brede culturele programma’s die in de regio leven’. Regionale omroepen leveren daarmee een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van de discussie over zaken, die de regionale samenleving en haar burgers aangaan. Met inachtneming van deze taakstelling en met respect voor de onafhankelijke positie van de regionale omroep wil de regionale omroep met andere spelers het gesprek aan blijven gaan over hoe samenwerking elkaars positie kan versterken. Zo blijft de regionale omroep open staan voor samenwerking met andere regionale - maatschappelijke - instellingen, waaronder kranten. Voor die vaak publiek-private samenwerking zijn duidelijke en ruimhartige kaders nodig. Als het gaat om samenwerking tussen landelijke en regionale omroep ligt een inhoudelijke samenwerking met de NOS voor de hand. De Mediawet verplicht dat het provinciaal bestuur zorgdraagt voor de bekostiging van de regionale omroep op het geïndexeerde niveau van het jaar 2004. Desondanks hebben verschillende provincies in 2010 en 2011 besluiten genomen om in de toekomst minder dan de wettelijk verplichte financiering aan de regionale omroep te verstrekken. Het uitgangspunt blijft hoe dan ook een bekostiging die waarborgt dat de regionale omroep een kwalitatief hoogwaardige programmering kan bieden, tenminste op het kwalitatieve en kwantitatieve niveau zoals dat in 2004 gebeurde.
1
Regionale omroep wil van maximale publieke waarde zijn en daarmee een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de regionale openbaarheid. Continuïteit van voldoende financiering, het zelfstandig en onafhankelijk kunnen functioneren en het hebben van eigen aanbodkanalen zijn drie absolute voorwaarden hiervoor die wettelijk verankerd moeten blijven.
2
Het model dat aan de Minister wordt aangeboden voor samenwerking met de landelijke omroep wordt in 2012, in aanloop naar 2016 wanneer de samenwerking een feit moet zijn, van nadere praktische uitwerking voorzien en vindt er overleg over plaats met het Ministerie van OCW, NPO, NOS en IPO. Een samenwerking met de NOS wordt zo snel mogelijk aangegaan om de inhoudelijke voordelen te benutten.
3
De regionale omroep staat open voor samenwerking met andere mediabedrijven en maatschappelijke instellingen in de eigen regio. Om dit optimaal te kunnen doen participeert ROOS in beleidsbepalende overleggen en wordt een duidelijk en ruimhartig - experimenteel - kader bepleit voor publiek-private samenwerking.
4
Het overleg van hoofdredacteuren draagt bij aan de versterking van het Programma Beleidsbepalende Orgaan (PBO). In 2009 is hiervoor een Handreiking PBO geschreven. Jaarlijks evalueert ROOS de verslagen van de PBO’s. Dit jaar heeft het overleg van hoofdredacteuren aan ROOS gevraagd om nadere richtlijnen voor het aanscherpen van de evaluatie aan de hand van de beleidsuitgangspunten.
5
ROOS is aanspreekpunt voor de verschillende partijen in het publieke bestel waaronder de landelijke publieke omroep, de Wereldomroep en de OLON maar ook voor het Commissariaat voor de Media, de ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Economische Zaken en Binnenlandse Zaken en het Interprovinciaal Overleg.
6
De in de Mediawet gestelde taakuitvoering van de regionale omroep brengt principieel met zich mee dat de regionale omroep voldoende middelen tot zijn beschikking heeft om die taakstelling ook te kunnen blijven uitvoeren. Provincies houden de verplichting om de financiële middelen uit het jaar 2004 jaarlijks geïndexeerd aan de regionale omroep te verstrekken.
7
De financiële middelen van de regionale omroep moeten jaarlijks met een reële index worden verhoogd ter compensatie van autonome kostenstijgingen. In 2009 is de systematiek van de reële index geëvalueerd en zijn afspraken gemaakt voor de jaren 2010-2014. Met IPO zal overleg over de reële index plaatsvinden nu enkele provincies van de afspraken willen afwijken. In juni 2012 moet het indexcijfer voor 2013 bekend zijn om de begrotingen te kunnen opstellen.
8
Bij diverse kabeldistributeurs is een voorkeuzepositie vanaf nummer 30 voor de regionale omroep ingevoerd. Daarmee is de vindbaarheid van de regionale omroep verbeterd maar naar mening van ROOS nog onvoldoende gewaarborgd. Ook bij andere distributiepartijen dan de kabeldistributeurs zal ROOS blijven vragen om goede voorkeuzepositie.
9
Reclame-inkomsten dragen bij aan de totale financiering van de regionale omroep. Inkomsten uit reclame moeten na aftrek van kosten worden aangewend voor de programmering. De inkomsten zijn gedaald ten gevolge van het economisch klimaat en toenemende concurrentie. ROOS als aandeelhouder van Omroep Reclame Nederland BV vraagt de Raad van Commissarissen en directie van ORN te focussen op winstoptimalisatie door maximalisatie van reclame-inkomsten enerzijds en beperking van de kosten anderzijds.
Kwaliteitsbeleid en ontwikkeling De legitimatie van de regionale omroepen ligt in het verzorgen van programma’s voor de eigen regio. Het Programma Beleidsbepalend Orgaan (PBO) speelt een belangrijke rol bij de verantwoording van deze taak voor de regio. Het hoofdredacteurenoverleg buigt zich over de ontwikkelingen op programmatisch gebied. In het kader van de discussie over de samenwerkingsmogelijkheden tussen landelijke en regionale publieke omroep wordt een hoge prioriteit gegeven aan het uitwerken van een journalistieke samenwerking. Voorts zijn het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van het regionale media-aanbod belangrijke aandachtspunten van het hoofdredacteurenoverleg.
1
Het overleg van hoofdredacteuren geeft een hoge prioriteit aan de kwaliteitsbevordering van regionale omroepen. Een project van het overleg van hoofdredacteuren om dit te bevorderen is het jaarlijkse congres - de ROOS Dagen - met internationale en nationale sprekers voor programmamedewerkers van de regionale omroepen. De kwaliteit van de programma’s wordt jaarlijks beloond met de NL-Awards die uitgereikt worden op de eerste dag van de ROOS Dagen
2
ROOS faciliteert en ondersteunt het overleg met andere organisaties, zoals de NPO, de NOS of het ANP en onderzoekt de mogelijkheden tot samenwerking.
3
Voor 2012 worden als gezamenlijke programma’s ontwikkeld, een regiokrimi, een documentairereeks over eigen taal samen met de NTR (Dat = andere taal) en een pilot over een kookprogramma (winnaar NPO/ROOS Formatdag 2011). Mogelijkheden zijn er ook voor de voortzetting van de documentaire-uitzendingen RegioDoc.
Media Het Mediabeleid van het Kabinet is er op gericht en
een
onafhankelijk,
kwalitatief
gevarieerd
hoogwaardig
media-
aanbod te waarborgen dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle lagen van de bevolking.
Regionale en landelijke omroep Het Kabinet wil de banden tussen de twee lagen van publieke omroep sterk aanhalen, door het integreren van de landelijke en regionale publieke omroep. Het voordeel is in de allereerste plaats een inhoudelijke kwaliteitsverbetering: de nieuws- en informatievoorziening van de hele publieke omroep wordt versterkt. Daarnaast draagt integratie bij aan een efficiëntere publieke omroep.
Bij iedere regionale omroep blijft sprake van de autonome herkenbare regionale programmering en identiteit en naast de nieuws- en informatieprogramma’s zijn ook (live-)uitzendingen van calamiteiten, evenementen en actualiteiten van groot belang.
Uit de Mediabrief van 17 juni 2011 en moties naar aanleiding van het debat.
4
Jaarlijks worden de prestaties van de omroepen geëvalueerd aan de hand van de kijk- en luistercijfers.
5
In 2011 is onderzocht of de huidige kijkcijfers van regionale televisie voldoende betrouwbaar zijn voor rapportage op regionaal niveau, d.w.z. per individuele omroep. Gebleken is dat de geringe omvang van de steekproef per provincie de betrouwbaarheid en bruikbaarheid aantast. In 2012 zal onderzocht worden of er methodes zijn die, naast het bestaande onderzoek, extra informatie over kijkgedrag opleveren.
6
Het afgelopen jaar is een methode ontwikkeld om websitebezoek op een uniforme wijze te meten. In 2012 wordt de presentatie van bereikcijfers via nieuwe media verbeterd en uitgebreid.
7
De RNC blijft de uitwisseling van audio en video tussen de aangesloten omroepen en de NOS verzorgen. Door middel van de enkele keren per dag verschijnende groslijsten worden de omroepen op de hoogte gehouden van het nieuwsaanbod. De RNC maakt radio- en televisie-uitzendingen die door de aangesloten omroepen overgenomen kunnen worden. De RNC zorgt ervoor dat de programma’s aangepast worden als de wensen van de afnemers veranderen. Het budget van de RNC wordt bijeengebracht door alle deelnemende omroepen. Jaarlijkse vindt in het HR-overleg een evaluatie plaats, zowel van besteding van het budget als de inhoud/kwaliteit van programma’s en uitwisseling.
Distributie en standaardisatie De technische ontwikkelingen in het medialandschap blijven bijzondere aandacht vragen voor de verschillende distributie methodes om het aanbod toegankelijk te maken voor een breed publiek. Dit kan op steeds meer manieren die elk een eigen technologie verlangen. Voor elk medium, televisie, radio en internet (zowel vast als mobiel) moeten afwegingen gemaakt worden over kwaliteit, beschikbaarheid en de bijbehorende kosten. Door samen te werken kunnen omroepen hun programma’s in een goede kwaliteit met een zo hoog mogelijke beschikbaarheid en tegen zo laag mogelijke kosten verspreiden.
1
Door de opkomst van de smart/connected TV verandert het kijkgedrag van het publiek. Regionale omroepen werken samen om te zorgen dat hun programma’s op de diverse TV-toestellen en settopboxen te zien zijn en dat gebruik kan worden gemaakt van interactieve diensten zoals uitgesteld kijken.
2
In 2013 vervalt voor de meeste omroepen de SURFnet aansluiting, een goede, snelle en betaalbare internet connectiviteit. Regionale omroepen willen in samenspraak met de NPO een gezamenlijk alternatief ontwikkelen dat ook bij calamiteiten voldoende capaciteit biedt, door elkaars overcapaciteit te benutten. Van belang is dat er in geval van storingen een back-up bestaat voor de bestaande verbindingen.
3
Alle regionale omroepen hebben een vergunning voor het uitzenden van Digitale Radio (DAB+). ROOS zal zich naar vermogen samen met andere vergunninghouders, zowel commercieel als publiek, inzetten om de ontwikkeling van Digitale Radio in Nederland te stimuleren.
4
Sinds de herindeling van de ether in 2006 zijn er diverse gebieden waar de radio-uitzendingen van de omroepen op FM niet goed te ontvangen zijn. ROOS zoekt samen met de omroepen naar oplossingen voor deze ontvangstproblemen.
Regionale omroepen wisselen regelmatig materiaal uit, zowel onderling als met andere media en bedrijven. Om dat te bereiken moeten afspraken worden gemaakt over de uitwisselingsstandaarden. Ook het publiek beschikt over steeds meer manieren om media te consumeren, bijvoorbeeld via tablet-pc’s, smartphones en gameconsoles. Afspraken over metadata maken het mogelijk om de programma’s op thema en On Demand aan te bieden.
5
Video on Demand ofwel VoD-platformen van kabelaars en internetproviders worden door een groeiend aantal kijkers gebruikt. De regionale omroepen willen de programma’s ook via deze platformen aanbieden en gaan samenwerken met als doel dat voor elk platform slechts één keer een ontwikkelproces hoeft te worden doorlopen voor alle omroepen.
6
Met de (door)ontwikkeling van het ROOS Metadatamodel is een standaard vastgelegd. Omroepen zullen met deze standaard steeds meer gebruiken om content uit te wisselen en om aan te sluiten op nieuwe platformen.
Door gezamenlijke inkoop kan verwacht worden dat kosten worden bespaard en betere voorwaarden worden afgedwongen bij leveranciers.
7
Bij inkoop van gezamenlijke diensten door omroepen zal worden onderzocht of omroepen efficiëntie- of volumevoordeel kunnen behalen. ROOS zal dit waar nodig ondersteunen.
Arbeidsvoorwaarden Het P&O-overleg adviseert het ROOS-bestuur over de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarvoor heeft een werkgroep uit het P&O-overleg direct contact met de ROOS-vertegenwoordiger in het CAO-overleg.
1
De inbreng in de CAO en de implementatie van de CAOafspraken zijn belangrijke aandachtspunten voor het P&O-overleg. Specifiek zullen de CAO-afspraken rond de werkzekerheid een prominente behandeling krijgen.
2
Bij gewijzigde wet- en regelgeving wordt een gemeenschappelijke aanpak voorgestaan.
3
Het P&O-overleg oriënteert zich op ontwikkelingen in de AV-sector en mogelijke implicaties voor het P&O-beleid. Het overleg werkt gezamenlijk te ontwikkelen aandachtspunten uit, zoals het beoordelingssysteem. Het P&O-overleg bewaakt dit beoordelingssysteem en adviseert over de ontwikkeling van het systeem aan het ROOS-bestuur.
4
Het P&O-overleg zorgt voor de uitwisseling van kennis en kunde onder de hoofden P&O.
Adressen Omrop Fryslân
Omroep Flevoland
Stichting Omroep Limburg
Zuiderkruisweg 2 Postbus 7600 8903 JP Leeuwarden Telefoon: 058 - 299 77 99 Internet: www.omropfryslan.nl
Larserpoortweg 40 Postbus 567 8200 AN Lelystad Telefoon: 0320 - 285 085 Internet: www.omroepflevoland.nl
(houdster zendmachtiging L1) Godsweerdersingel 77 6041 GK Roermond Telefoon: 0475 - 420 966 Internet: www.omroeplimburg.nl
RTV Noord
RTV Noord-Holland
L1
Helderpark 298 Postbus 30101 9700 RP Groningen Telefoon: 050 - 319 99 99 Internet: www.rtvnoord.nl
Aletta Jacobslaan 9 Postbus 9823 1006 AM Amsterdam Telefoon: 020 - 850 50 50 Internet: www.rtvnh.nl
Ambyerstraat-Zuid 77B Postbus 31 6200 AA Maastricht Telefoon: 043 - 850 60 00 Internet: www.l1.nl
RTV Drenthe
Omroep West
Radio Nieuws Centrale (RNC)
Beilerstraat 30 Postbus 999 9400 AZ Assen Telefoon: 0592 - 338 080 Internet: www.rtvdrenthe.nl
Laan van ’s-Gravenmade 2 Postbus 24025 2490 AA Den Haag Telefoon: 070 - 307 88 88 Internet: www.omroepwest.nl
Media Park - Videocentrum Sumatralaan 45 Postbus 55 1200 AB Hilversum Telefoon: 035 - 677 72 34 Internet: www.rnc.nl
RTV Oost
RTV Rijnmond
Hazenweg 25 Postbus 1000 7550 BA Hengelo Telefoon: 074 - 245 64 56 Internet: www.rtvoost.nl
Lloydstraat 23 Postbus 1515 3000 BM Rotterdam Telefoon: 010 - 707 57 07 Internet: www.rijnmond.nl
Omroep Gelderland
Omroep Zeeland
Rosendaalseweg 704 Postbus 747 6800 AS Arnhem Telefoon: 026 - 371 37 13 Internet: www.omroepgelderland.nl
Kanaalstraat 64 Postbus 1090 4388 ZH Oost-Souburg Telefoon: 0118 - 499 900 Internet: www.omroepzeeland.nl
RTV Utrecht
Omroep Brabant
Hengeveldstraat 29 Postbus 1012 3500 BA Utrecht Telefoon: 030 - 850 06 00 Internet: www.rtvutrecht.nl
Science Park Eindhoven 5550 Postbus 108 5600 AC Eindhoven Telefoon: 040 - 294 94 94 Internet: www.omroepbrabant.nl
Omroep Reclame Nederland Sales (ORN) Media Park - Heideheuvel H3 Sumatralaan 45 Postbus 287 1200 AG Hilversum Telefoon: 035 - 625 80 00 Internet: www.orn.nl
Stichting ROOS Media Park - Heideheuvel H3 Sumatralaan 45 Postbus 913 1200 AX HILVERSUM Telefoon : 035 - 621 08 75 Internet: www.roosrtv.nl
Media-aanbod: één of meer elektronische producten met beeld- of geluidsinhoud die bestemd zijn voor afname door het algemene publiek of een deel daarvan;
Regionale publieke media-instelling: instelling die is aangewezen voor de verzorging van een regionale publieke mediadienst;
Publieke mediaopdracht: mediaopdracht als hieronder bedoeld;
1.
Er is een publieke mediaopdracht die bestaat uit: a. het op landelijk, regionaal en lokaal niveau verzorgen van publieke mediadiensten door het aanbieden van media-aanbod op het terrein van informatie, cultuur, educatie en verstrooiing, via alle beschikbare aanbodkanalen; en b. het verzorgen van publieke mediadiensten waarvan het media-aanbod bestemd voor landen en gebieden buiten Nederland en voor Nederlanders die buiten de landsgrenzen verblijven.
2.
Publieke mediadiensten voldoen aan democratische, sociale en culturele behoeften van de Nederlandse samenleving door het aanbieden van media-aanbod dat: a. evenwichtig, pluriform, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand is en zich tevens kenmerkt door een grote verscheidenheid naar vorm en inhoud; b. op evenwichtige wijze een beeld van de samenleving geeft en de pluriformiteit van onder de bevolking levende overtuigingen, opvattingen en interesses op maatschappelijk, cultureel en levensbeschouwelijk gebied weerspiegelt; c. gericht is op en een relevant bereik heeft onder zowel een breed en algemeen publiek, als bevolkingsen leeftijdgroepen van verschillende omvang en samenstelling met in het bijzonder aandacht voor kleine doelgroepen; d. de Nederlandse identiteit met inbegrip van culturele diversiteit in Nederland weerspiegelt en daaraan
Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking
bijdraagt; e. onafhankelijk is van commerciële invloeden en, behoudens het bepaalde bij of krachtens de wet, van overheidsinvloeden; f. voldoet aan hoge journalistieke en professionele kwaliteitseisen; en g. voor iedereen toegankelijk is. 3.
Het programma-aanbod van de algemene programmakanalen van de landelijke, regionale en lokale publieke mediadiensten wordt via omroepzenders verspreid naar alle huishoudens in het verzorgingsgebied waarvoor de programma’s zijn bestemd zonder dat zij voor de ontvangst andere kosten moeten betalen dan de kosten van aanschaf en gebruik van technische voorzieningen die de ontvangst mogelijk maken.
4.
In het kader van de uitvoering van de publieke mediaopdracht volgen en stimuleren publieke media-instellingen technologische ontwikkelingen en benutten de mogelijkheden om media-aanbod aan het publiek aan te bieden via nieuwe media- en verspreidingstechnieken.
Uit de Mediawet 2008
www.roosrtv.nl