jaar
Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking
2005
JAARVERSLAG 2005
Inhoud Ontwikkelingen binnen ROOS en ORN
6
Wet- en regelgeving
8
Radio en televisie
14
Overleg en samenwerking
20
Technische ontwikkelingen
25
Financiële zaken
27
De organisatie van ROOS
28
De financiën van ROOS
30
Adressenlijst van regionale omroepen in Nederland
34
Radiofrequentieoverzicht
37
Secretariaat ROOS: Postbus 913 1200 AX Hilversum Telefoon : 035 - 621 08 75 Telefax : 035 - 621 69 00 E-mail :
[email protected] Internet : www.roosrtv.nl Bezoekadres: Media Park, Heideheuvel H3 Sumatralaan 45 1217 GP Hilversum
3
Voorwoord... van de Directeur 2005 was het jaar waarin met hamerslag het wetsvoorstel voor een nieuwe financieringsstructuur door de Eerste en Tweede Kamer werd aangenomen: provincies dragen zorg voor instandhouding van het niveau van omroepactiviteiten zoals die in het jaar 2004 plaatsvonden. Toch bleek daarna de praktische uitwerking van de nieuwe wet niet vanzelf te gaan. Pas begin 2006 kwamen provincies en omroepen tot overeenstemming over de jaarlijkse verhoging van de middelen. En momenteel werken beide partijen nog samen met het Commissariaat voor de Media aan de laatste afspraken over de - financiële verantwoording. Met dit alles komt er wel een einde aan jarenlange onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor de basisfinanciering van de regionale omroepen en is ieders rol duidelijk waar het toezicht en verantwoording betreft. Mogelijk dat her en der in het land nog een periode van gewenning nodig is, maar niets lijkt een goede relatie tussen provincies en omroepen meer in de weg te staan. Een goede relatie moet er ook zijn tussen omroepen (en provincies) en Staatssecretaris Van der Laan. Zij schreef in de toelichting bij de wet dat het belang dat gemoeid is met een goede uitoefening van de publieke functie door de regionale omroepen binnen de algemene rijksverantwoordelijkheid voor
het gehele publieke omroepbestel valt, maar tot vandaag lijken de regionale omroepen nog steeds bijzaak te zijn. Ministerie en regionale omroepen moeten constructieve gesprekken voeren over belangrijke onderwerpen als digitale ether, digitale kabel, ondertiteling, (niet)-reclame vrije publieke omroep, de status van de calamiteitenzender of eventuele cross-ownership regelingen. Dat zijn allen zaken die binnen de algemene rijksverantwoordelijkheid voor het gehele publieke omroepbestel vallen. Door prof. dr. Paul Rutten, hoogleraar digitale mediastudies aan de Universiteit van Leiden, is een studie verricht naar de toekomst van de regionale publieke omroep. Het resultaat van die studie, het rapport ‘de toekomst van de regionale publieke omroep, werd op 6 april 2006 aan Medy van der Laan en Jan Kristen van het IPO bestuur overhandigd. Na lezing van dit rapport is duidelijk dat de regionale omroepen al lang geen bijzaak meer - behoren te - zijn en zij dat zelf al middels daden tot uitdrukking hebben gebracht. Eén van de bewijzen daarvan is dat de Limburgse regionale omroep L1 Radio&TV in 2005 door de vakbroeders werd uitgeroepen tot mediabedrijf van het jaar. De prijs is niet alleen een enorme waardering voor de medewerkers van L1 maar ook een compliment aan de regionale omroep in het algemeen.
Gerard Schuiteman
4
JAARVERSLAG 2005
van de Voorzitter van het Bestuur
van de Voorzitter van de Raad van Toezicht
Nuttig & nodig
De Raad van Toezicht kwam in het afgelopen jaar, regulier, driemaal bijeen. Alvorens tot de goedkeuring van de jaarrekening werd over gegaan, vond nog een extra vergadering plaats met een delegatie uit het bestuur die een toelichting gaf op een aantal, bij de Raad van Toezicht, levende vragen. Deze werden tot tevredenheid beantwoord.
De koele eindcijfers van 2005: De publieke regionale radio blijft marktleider met een gelijkblijvend marktaandeel van 15,6 procent. De publieke regionale televisie vergroot zijn gemiddeld dagbereik met 0,6 tot een totaal van 24,1 procent. Het oogt op het eerste gezicht niet spectaculair. Maar wie zich realiseert wat er sinds een aantal jaren in medialand aan de hand is, weet wel beter. Die weet dat de dertien leden van ROOS een formidabele prestatie hebben neergezet. De regionale omroep heeft een passend antwoord weten te vinden op heftige politieke discussies, op ingrijpende technologische ontwikkelingen, op steeds meer commerciële concurrentie en op de permanente roep om journalistieke en programmatische vernieuwing. Dat is gelukt dankzij de inzet en de creativiteit van alle omroepmedewerkers, maar het is ook gelukt dankzij ROOS.
Ook de Raad heeft aandacht besteed aan de uitwerking van de afspraken die met het IPO waren gemaakt omtrent de toekomstige financiering van de omroepen. Wij hebben veel waardering voor de wijze waarop Bestuur en Directie uiteindelijk tot een akkoord zijn gekomen. De jaarlijkse bijeenkomst van de Raad van Advies, ingesteld op verzoek van de omroepen, bleek geen succes. Besloten werd de omroepen te consulteren omtrent de beëindiging van dit experiment.
Roel Vos In 2005 is duidelijker dan ooit aangetoond hoe belangrijk collegiale samenwerking is, hoe nuttig het is om ervaringen uit te wisselen en hoe ver je komt met onderlinge solidariteit. Kortom, hoe nodig en nuttig ROOS is voor de publieke regionale omroep.
Gert Bielderman
5
Ontwikkelingen binnen ROOS en ORN Doelstelling
De stichting ROOS stelt zich ten doel om op grond van samenwerking en beraad ordenend werkzaam te zijn en aldus de belangen van de regionale publieke omroepen te behartigen en het regionale aandeel in het publieke omroepstelsel en in het mediabeleid te versterken. De belangrijkste activiteiten om dit doel te bereiken zijn: a. Het bevorderen van de ontwikkeling van de regionale omroep in Nederland. b. Het verlenen van diensten aan de regionale omroepen. c. Het coördineren van het overleg van de regionale omroepen met overheden en met andere zendgemachtigden, met organisaties en organen van en instellingen ten behoeve van de omroep. d. Het vertegenwoordigen van de gezamenlijke regionale omroepen in daarvoor in aanmerking komende instellingen, colleges en werkgroepen. e. Het bestuderen van het beleidsveld van de omroep in het algemeen en de regionale omroep in het bijzonder. f. Alle andere activiteiten die voor het bereiken van het doel van de stichting bevorderlijk kunnen zijn. Organisatie
De stichting ROOS heeft een Bestuur, een Raad van Advies en een Raad van Toezicht. Het Bestuur van Stichting ROOS wordt gevormd door de dertien directeuren van de dertien regionale publieke omroepen die zich als deelnemer van de stichting hebben aangemeld. De Raad van Advies adviseert de Raad van Toezicht en is platform voor contact van besturen van de deelnemers. De Raad bestaat uit vertegenwoordigers van de toezichthoudende
6
organen van de regionale omroepen. De Raad van Advies heeft een voorzitter die niet verbonden is aan een regionale omroep. De Raad van Advies benoemt, schorst en ontslaat de leden van de Raad van Toezicht op bindende voordracht van de besturen van de deelnemers, welke daartoe in vier clusters zijn verdeeld, te weten cluster Noord (Groningen, Friesland, Drenthe), cluster Oost (Flevoland, Overijssel, Gelderland), cluster West (Noord-Holland, West, Rijnmond, Utrecht) en cluster Zuid (Zeeland, Brabant, Limburg). De Raad van Toezicht houdt in het algemeen toezicht op het Bestuur en in het bijzonder op de wijze waarop het Bestuur invulling geeft aan de onderlinge samenwerking van de deelnemers. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden, waarvan vier leden zijn benoemd door de clusters Noord, Oost, Zuid en West. Bestuurlijk
Het bestuur heeft in 2005 tien maal vergaderd. De Raad van Toezicht kwam driemaal bijeen. De Raad van Advies heeft in 2005 eenmaal vergaderd en heeft in deze vergadering voorgesteld zichzelf op te heffen vanwege het geringe animo voor de vergaderingen van de Raad. Henny Everts heeft per 1 oktober 2005 zijn functie van vice-voorzitter/penningmeester van het bestuur overgedragen aan Eric Wehrmeijer. Secretariaat ROOS
Het secretariaat van ROOS bleef nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van 2004. Per 2005 zijn de uitvoerende werkzaamheden met betrekking tot de administratie en de kantoor-automatisering bij CRS (Centrale Reclame Services) ondergebracht.
JAARVERSLAG 2005
RadioNieuwsCentrale
De RadioNieuwsCentrale (RNC) heeft in 2005 niet alleen de felbegeerde locatie in de onmiddellijke nabijheid van de NOS betrokken; ook de met ingang van 4 april gerealiseerde dagelijkse editie van het tv-programma RegioNED stond hoog op de verlanglijst. Het onfortuinlijke verkeersongeluk, dat begin maart de kersverse redactiechef van de RNC voor de rest van het jaar uitschakelde, kon daarbij gemist worden als kiespijn. Werkenderwijs bleek het maken van RegioNed aanvankelijk te optimistisch ingeschat. Was bij de plannenmakerij nog sprake van tijdelijke assistentie van een video-editor, die zijn vaardigheden binnen enkele maanden zou weten over te dragen aan de makers van de RNC, RegioNed is te arbeidsintensief en ook te technisch veeleisend gebleken om het na verloop van tijd voorgoed zonder de tweede man of vrouw te kunnen maken. Aan het eind van 2005 werd dan ook besloten tot voortzetting van de dagelijkse uitzendingen van RegioNed en van de weekend-editie. Dankzij extra inzet van alle RNC-medewerkers en van een externe verhuiscoördinator kon eind 2005 van een vlekkeloos verlopen verhuizing naar de nieuwe NOS-nieuwsvloer sprake zijn, die bovendien binnen het beoogde budget gerealiseerd kon worden. Wel deden zich onmiddellijk na de verhuizing hardnekkige mankementen voor in het nieuwe newsroom-systeem iNews van de NOS, waarop de RNC noodzakelijkerwijs moest worden aangesloten. De problemen deden zich tot in het nieuwe jaar gelden, zodat 2005 in een zekere mineurstemming werd afgesloten. Wel bleef het perspectief overeind om de samenwerking binnen het publieke omroepdomein concrete invulling te geven, niet alleen op de traditionele terreinen van radio en televisie maar ook op het gebied van internet. Bovendien werden eerste plannen gesmeed om het tot dan toe versnipperde beheer
van de verschillende RNC-applicaties in z’n geheel bij de NOS onder te brengen. Omroep Reclame Nederland Holding BV
Ten gevolge van interim-kosten over het jaar 2004 en een te lage in rekening gebracht fee voor de kosten sloot ORN Holding het jaar 2005 af met een negatief eigen vermogen van ruim € 500.000,-. Dat leidde tot de nodige discussie bij het bestuur als aandeelhouder van ORN Holding bij goedkeuring van de jaarrekening en bij de Raad van Toezicht van ROOS. Naar aanleiding hiervan werd de goedkeurende verklaring van de accountant ten aanzien van ORN Holding aan een second-opinion onderworpen. Uit de second-opinion bleek dat de verklaring van de accountant weliswaar correct was maar dat het zorgvuldiger was geweest indien in de toelichting een extra paragraaf was opgenomen met de redenen waarom de accountant in deze situatie tot zijn oordeel is gekomen. De ruling-afspraken die ORN met de fiscus had liepen tot en met 2005. Gedurende het jaar heeft een nieuwe structuur van ORN Holding ter bespreking op de agenda gestaan. In november 2005 is besloten om de activiteiten van ORN Sales BV en CRS BV per 1 januari 2006 verder te voeren in commanditaire vennootschappen (CV’s) en de twee voornoemde BV’s op te heffen. Tevens werd het besluit genomen om de Raad van Commissarissen van ORN Sales tot directie van de beherend vennoot ORN Holding te benoemen en de stichting ROOS te ontslaan als directie van ORN Holding. Met dat laatste werd bereikt dat stichting ROOS niet tegelijk als aandeelhouder en directie opereerde. De nieuwe structuur is per 1 januari 2006 ingevoerd.
7
Wet- en regelgeving Wetsvoorstel overheveling
Op 15 november 2004 stuurde Staatssecretaris Van der Laan een brief met een Nota van Wijziging naar de Tweede Kamer. Naast dat de afspraken tussen ROOS en IPO over instandhouding van het niveau van het jaar 2004 middels continuering van financiële inzet over dat jaar, en een jaarlijkse reële verhoging daarvan, in artikel 107.1 van de Mediawet en de toelichting zijn verwerkt ziet artikel 107 lid 2 erop toe dat de omroep onafhankelijk van zijn financier kan opereren. Additioneel aan het originele wetsvoorstel is in artikel 107.3 een zogenaamde evaluatiebepaling opgenomen. Iedere drie jaar stuurt OCW een verslag aan de Eerste en Tweede Kamer over de uitvoering van de wet. Het Commissariaat voor de Media zal de evaluatie uitvoeren. De staatssecretaris geeft in de toelichting bij de Nota van Wijziging het grote belang aan dat gemoeid is met een goede uitoefening van de publieke functie door de regionale omroepen. Dat belang past binnen de algemene rijksverantwoordelijkheid voor het gehele publieke omroepbestel. ROOS hecht grote waarde aan deze opmerking.
Op 3 maart 2005 is het gewijzigde wetsvoorstel in de Tweede Kamer en op 5 april 2005 in de Eerste Kamer der Staten-Generaal aangenomen. Hiermee kwam een einde aan vele jaren van gesoebat over wie eindverantwoordelijk is voor de basisfinanciering van de regionale omroepen. In het voorjaar zijn IPO en ROOS gesprekken gestart over de uitwerking van de reële index. IPO en ROOS kwamen overeen dat een externe partij zoals bijvoorbeeld het CPB hieromtrent een zwaarwegend advies zou geven. Het CPB bleek evenwel niet bereid een dergelijk advies te verschaffen. De gesprekken tussen IPO en ROOS beoogden derhalve om zelf tot een index te komen. Wat ROOS betreft moest deze index recht doen aan de inmiddels aangenomen wet. IPO kon zich hier in vinden onder de voorwaarde dat omroepen een prikkel behielden om efficiënt met de middelen om te gaan. Het was, met andere woorden, niet de bedoeling dat omroepen bij bijvoorbeeld de CAO-onderhandelingen achterover zouden leunen omdat de uitkomsten toch gecompenseerd zouden worden door provincies. Na negen besprekingen bleek dat de werkgroepen niet tot overeenstemming konden komen omdat er nog
Artikel 107.1 Provinciale Staten dragen zorg voor de bekostiging van het functioneren van tenminste één regionale omroepinstelling in de provincie door de vergoeding van de kosten die rechtstreeks verband houden met het functioneren van de regionale omroepinstelling, voor zover die kosten niet op andere wijze zijn gedekt, op zodanige wijze dat een kwalitatief hoogwaardige programmering mogelijk is en continuïteit van de bekostiging is gewaarborgd. Deze bekostiging waarborgt in ieder geval dat per provincie het in 2004 bestaande niveau van de activiteiten met betrekking tot de verzorging van radio- en televisieprogramma’s en van de activiteiten als bedoeld in artikel 13c, derde lid, van de regionale omroepinstelling(en) ten minste gehandhaafd blijft. Artikel 107.2 Aan de bekostiging, bedoeld in het eerste lid, worden geen voorwaarden gesteld of voorschriften verbonden die in strijd zijn met het bepaalde bij of krachtens deze wet. Artikel 107.3 Onze Minister zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van dit artikel, en vervolgens telkens na drie jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het bepaalde in dit artikel in de praktijk.
8
JAARVERSLAG 2005
een verschil van ruim 2% tussen vraag en aanbod zat. Op bestuurlijk niveau zijn de gesprekken voortgezet. Als eerste is gezamenlijk aan OCW gevraagd wat de wetgever nu exact bedoelde met de term ‘instandhouding van het niveau en compensatie van de autonome kostenstijgingen’. Uit het antwoord van OCW bleek dat met niveau zowel de kwaliteit als de kwantiteit ervan is bedoeld. De samengestelde reële index dient, zo gaf OCW aan, in ieder geval gebaseerd te zijn op sectorconforme kostenstijgingen. In december 2005 is Mazars gevraagd om rekenmodellen die in de werkgroep opgesteld waren te controleren in het licht van de wettekst en de brief van OCW hierover. Op basis van de uitkomsten van Mazars hebben IPO en ROOS begin 2006 afspraken gemaakt over de jaren 2005 tot en met 2008 waarbij in 2008 de reële index gezamenlijk zal worden geëvalueerd. Met het maken van afspraken over de periode 2005 tot en met 2008 werd meteen het probleem opgelost dat voor het jaar 2005 dreigde te ontstaan: vanwege praktische redenen zou de plicht tot instandhouding van het niveau van het jaar 2004 pas per 1 januari 2006 ingaan waardoor indexering over het jaar 2005 tussen wal en schip kon geraken. Provincies hebben deze indexering op zich genomen maar gezamenlijk hebben IPO en ROOS evenwel het ministerie van OCW aangegeven dat het ministerie het verschil tussen de door OCW verstrekte indexering en de reële indexering over 2005 nog wel moet compenseren door bijstorting in het provinciefonds. De ROOS werkgroep bestond uit Harro Coumans (directeur L1 Radio-TV), Gerard Slot (Financieel directeur RTV Oost) en Gerard Schuiteman (directeur ROOS). Het bestuurlijk overleg werd gevoerd door Gert Bielderman (directeur/
hoofdredacteur Omroep Brabant en voorzitter ROOS-bestuur), Eric Wehrmeijer (directeur RTV Rijnmond en vice-voorzitter ROOS-bestuur) en Gerard Schuiteman. Op 31 mei 2005 organiseerde het Commissariaat voor de Media een bijeenkomst voor provincies en omroepen over de consequenties van de nieuwe wet. Het Commissariaat voor de Media houdt toezicht op de nieuwe bepalingen van de wet en is de partij die de in artikel 107.3 genoemde evaluatie uitvoert. De inleiding van commissaris Jan van Cuilenburg ging over het vernieuwde toezicht dat financiering via de provincies vraagt. De commissarissen Inge Brakman en Tineke Bahlmann spraken over de vraag of programmatische onafhankelijkheid en subsidievoorwaarden samengaan en over een transparante en toekomstgerichte financiering. In de bijeenkomst bleek dat er nog vele vragen waren over de uitwerking van de nieuwe wet. Er bleek vooral onduidelijkheid te zijn waarover en aan wie omroepen nu precies verantwoording behoren af te leggen. Op voorstel van het Commissariaat hebben het Commissariaat, IPO en ROOS voor het eerst in december 2005 over beleidsregels ten aanzien van het toezicht en de - financiële - verantwoording gesproken. In het kader van de nieuwe wet per 1 januari 2006 heeft ROOS in november 2005 een themamiddag georganiseerd voor directeuren, hoofdredacteuren en de programma-raden van de regionale omroepen over hun rol in de nieuwe situatie. De middag werd voorgezeten door de heer mr. drs. Gerrit Jan Wolffensperger. Als sprekers waren uitgenodigd drs. Harry van Waveren, als lid van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland onder andere verantwoordelijk voor de portefeuille cultuur en media; mevrouw mr. Inge Brakman,
9
commissaris van het Commissariaat voor de Media; mevrouw mr. Frieda van Diepen-Oost, voorzitter van de Programmaraad van RTV Noord-Holland; Leo Hauben, hoofdredacteur van L1 en drs. Marc Jager, CDA-statenlid in Groningen. De laatste kon wegens ziekte niet aanwezig zijn maar schreef een interessante scriptie in het kader van zijn studie aan de Thorbecke Academie in Leeuwarden met de titel ‘Wel betalen, niet bepalen?!’. De conclusies van de middag kunnen samengevat worden onder de term: ‘de emancipatie van de Programmaraden’. De programmaraden zijn een belangrijk orgaan inzake het verantwoording afleggen over de uitvoering van de publieke taken. De Programmaraad is een representatief orgaan die het programmabeleid vaststelt. Bij de vaststelling van het programmabeleid kan de programmaraad vooral bewaken dat de omroep haar publieke en wettelijke taken naar behoren vervult. Van programmaraadsleden wordt verwacht dat ze niet alleen hun eigen organisatie vertegenwoordigen, maar een bredere visie hebben op de groep die ze representeren en op het programmabeleid als geheel. Als suggestie om de visie te verbreden werd genoemd een bijeenkomst te organiseren voor de Programmaraad met een groot aantal maatschappelijke en culturele organisaties. Dat kan bijvoorbeeld jaarlijks gebeuren voor een wisselend thema: cultuur, nieuws, jongeren, allochtonen etc. Een andere suggestie was het meerjarenbeleidstuk. Beleid vraagt een visie voor meerdere jaren. Dit kan heel goed vastgelegd worden in een meerjarenbeleidstuk. De programmaraad kan bij de opstelling ervan worden betrokken en het kan ter vaststelling worden voorgelegd. Dit stuk vormt dan het kader voor de programmaraad. Jaarlijks kan het programmaschema voor het komende jaar worden getoetst aan het meerjarenbeleid. Het meerjarenbeleid kan ook worden gebruikt in
10
de besprekingen met de provincie en zo mogelijk kunnen op basis hiervan meerjarenafspraken met de provincie worden gemaakt. Calamiteitenfunctie voor TV
Per brief van 26 juni 2003 is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan het IPO gevraagd een commissie te benoemen om een landelijke beleidsvisie ten aanzien van de rampenfunctie te ontwikkelen en convenanten te (her)schrijven tussen provincies en gemeenten enerzijds en regionale omroepen anderzijds. Op 28 april 2004 is de commissie Koetje, vernoemd naar haar voorzitter, in het leven geroepen. Eind januari 2005 kwam de commissie met haar aanbevelingen. De belangrijkste aanbeveling van de commissie is om naast radio als officiële rampenzender ook televisie in te zetten. De reden hiervoor is dat televisie naast radio door de burger wordt gezien als belangrijkste bron voor informatie. Belangrijk daarbij is dat er evenals voor radio ook middelen voor televisie beschikbaar komen om als calamiteitenzender te fungeren. In het rapport ‘met beeld en beleid’ [1] wordt ook niet meer gesproken van rampenzender maar van het meer omvattende begrip calamiteitenzender. Daaruit blijkt meer dat het niet alleen gaat om rampen maar ook om crises en grootschalige incidenten. In 2005 heeft ROOS tweemaal per brief minister Remkes aangegeven graag heldere afspraken te willen maken over de praktische invulling van de functie als calamiteitenzender voor televisie. In 2005 is het Ministerie van Binnenlandse zaken echter niet met een reactie op het rapport gekomen en bleef dus de rol van televisie bij calamiteiten [1] Het rapport ‘met beeld en beleid’ staat op www.roosrtv.nl onder rapporten.
JAARVERSLAG 2005
in het ongewisse. Gelukkig maar dat er geen calamiteiten gebeurden waarbij de regionale omroepen een rol hadden moeten of kunnen verrichten. Visie op de publieke omroep
In 2004 geeft Staatssecretaris Van der Laan aan dat zij in 2005 een visie wil geven op de publieke omroep. Zij vraagt daartoe in december 2004 aan relevante en belanghebbende partijen hun eigen visie ten aanzien van de taak en de inrichting van de publieke omroep te geven welke als input voor haar beleid kan dienen. ROOS stelt in haar visie op de publieke omroep dat de regionale publieke omroepen een prominentere rol moeten krijgen in het omroepbestel. In een wereld waarin grenzen steeds meer vervagen neemt de regionale betrokkenheid alleen maar toe, en in het voetspoor daarvan ook de behoefte aan betrouwbare, complete en snelle informatie over de eigen leefomgeving via radio, televisie en internet. Die behoefte kan volgens ROOS slechts blijvend goed worden vervuld door een regionaal georganiseerde publieke omroep die letterlijk midden in de eigen regio staat en die voldoende middelen heeft om zijn werk op een professionele manier in volstrekte onafhankelijkheid te blijven doen. Het huidige en toekomstige succes van de publieke regionale omroepen heeft alles te maken met hun inbedding in de eigen regio. In de visie van ROOS behoort de per regio zelfstandig functionerende publieke regionale omroep zelfs de basis van het omroepbestel te vormen. Indien de overheid de rol van de publieke regionale omroepen even serieus neemt als de luisteraar en kijkers dat altijd hebben gedaan, zou ervoor moeten worden zorggedragen dat de noodzakelijke middelen voor de doorontwikkelingen van de publieke regionale omroep er komen.
De visie op de publieke omroep die de staatssecretaris vlak voor het zomerreces in 2005 presenteert wordt door ROOS teleurstellend genoemd. Over de toekomstige rol, de functie en het niveau van de regionale publieke omroep is niets in de visie te lezen en dat terwijl de regionale publieke omroepen een wezenlijk onderdeel van het Nederlandse publieke omroepbestel vormen. Voor ROOS staan niet de publieke functies in de veranderende omgeving ter discussie. Noch de kansen en de bedreigingen voor de publieke omroep. Maar als we in Nederland naar een vitale publieke omroep willen die de kijker en luisteraar centraal stelt en die zich moet richten op zijn vier kernwaarden: kwaliteit, betrouwbaarheid, maatschappelijke betrokkenheid en onafhankelijkheid, dan dient ook de regionale omroep genoemd te worden. Opvallend genoeg wordt de nieuwsfunctie van de landelijke publieke omroep versterkt. Naar de mening van ROOS was het beter geweest als de nieuwsfunctie op regionale schaal was versterkt omdat deze functie daar al jaren onder druk staat en zelfs bedreigd wordt. Net als voor de landelijke publieke omroep had ook voor de regionale omroep innovatie verzekerd moeten worden en had het aanbod van de regionale publieke omroep voor iedereen toegankelijk moeten zijn via meerdere netwerken zoals kabel, koper, ether, en satelliet. Op regionale schaal valt er dus nog veel te verbeteren. De brede maatschappelijke betrokkenheid die het kabinet voor ogen heeft kan naar mening van ROOS alleen gewonnen worden als er voldoende regionale thema’s en programma’s gebracht worden door regionale publieke omroepen. Alleen zij hebben een sterke band met de regio en kunnen het publiek daar als geen ander bereiken. Via de landelijke omroep is dat niet mogelijk.
11
Het debat in de Tweede Kamer dat op de visie van het Kabinet volgde ging grotendeels over de landelijke publieke omroep. De functie en het uitvoeringsniveau van de regionale omroep was ook hier geen onderwerp van gesprek.
achtergronden, kunst en cultuur. De publieke omroep zou zich tot het vervullen van die functies kunnen beperken. Het is daarom dat ROOS de regionale omroep typeert als zijnde de meest publieke omroep.
Rapporten WRR en Raad voor Cultuur
ROOS had al in 2004 het voornemen om een eigen onderzoek te starten naar de toekomst van de regionale publieke omroep. Nu het WRR-rapport, het rapport van de Raad voor Cultuur noch de visie van de staatssecretaris enige toekomstvisie ten aanzien van de regionale omroepen gaf was het doen van eigen onderzoek zeer nodig. Medio 2005 werd aan prof. dr. Paul Rutten de opdracht gegeven een wetenschappelijke analyse te doen naar de positie van de regionale omroepen in het toekomstige mediabestel. Paul Rutten werd daarbij expliciet gevraagd ‘verder te gaan waar anderen waren gestopt’. In april 2006 rondde Paul Rutten zijn onderzoek af en overhandigde vice-voorzitter Eric Wehrmeijer van ROOS het rapport ‘De toekomst van de regionale publieke omroep’ aan Staatssecretaris Medy van der Laan en aan Jan Kristen van het bestuur IPO [2].
In februari 2005 presenteert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) zijn langverwachte rapport over de toekomst van de Media. Naast uitgebreide bespiegelingen van het toekomstig mediabestel en analyses van de taken van de publieke media in dit bestel wijdt de WRR een hoofdstuk aan de publieke omroep. Misschien wel de belangrijkste conclusie is dat de publieke media aanvullend aan de markt moeten zijn en dus de gaten vullen die andere media laten liggen. Van de regionale schaal wordt daarbij opgemerkt dat de maatschappelijke meningsvorming op deze schaal steeds belangrijker wordt en hiermee ook het belang van de aanwezigheid van platforms voor nieuws- en meningsvorming. De Raad stelt nog vast dat de ontwikkeling van een volwassen mediabeleid op lokaal en regionaal niveau relatief verwaarloosd is. Opvallend is het dan ook dat de Raad alleen voor de landelijke publieke omroep een praktische uitwerking geeft aan de analyses. Ook de Raad voor Cultuur rapporteerde in 2005 haar mening over de publieke omroep in zijn rapport ‘De publieke omroep voorbij’. In het rapport dat in maart 2005 verscheen concentreert de Raad zich op de landelijke publieke omroep. Expliciet wordt aangegeven dat hij zich niet uitspreekt over andere actoren in het mediaveld. Beide Raden hebben met elkaar gemeen dat ze een aantal specifieke functies voor de publieke omroep onderscheiden. De belangrijkste zijn nieuwsvoorziening, opinievorming en
12
[2] Het rapport ‘de toekomst van de regionale publieke omroep’ staat op www.roosrtv.nl onder rapporten.
JAARVERSLAG 2005
Toelichting In het voorstel van wet is 2001 als peiljaar gehanteerd, omdat in dat jaar overeenstemming werd bereikt tussen de toenmalige staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Interprovinciaal Overleg (IPO) over overdracht van de middelen voor regionale omroep uit de mediabegroting van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar het Provinciefonds. Intussen zijn enkele jaren verstreken, waarin het aantal uren zendtijd voor radio en televisie bij diverse regionale omroepen uitbreiding heeft ondergaan. Bovendien verzorgen de regionale omroepen ook activiteiten als teletekst en internet. Het IPO en de Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking (ROOS) stellen gezamenlijk voor om de minimale zorgplicht van provincies te bepalen op het kwantitatieve en kwalitatieve niveau van de (omroep)activiteiten van de regionale omroepinstellingen, zoals dat bestaat in het jaar voorafgaand aan de feitelijke overgang. Het kabinet neemt dit over. In de gewijzigde wettekst is daarom sprake van het peiljaar 2004 en gaat het niet alleen om het niveau van radio- en televisieprogramma’s, maar ook om het niveau van de andere activiteiten die de regionale omroep op grond van artikel 13c, derde lid Mediawet mag ontplooien om mede invulling te geven aan zijn publieke taak. Het woord «niveau» heeft een dubbele betekenis: het gaat zowel om een kwantitatieve als een kwalitatieve norm, waaraan de regionale omroep moet kunnen blijven voldoen. De bekostiging waarborgt in ieder geval dat per provincie het in het jaar 2004 bestaande niveau van (omroep)activiteiten van de regionale omroepinstelling(en) ten minste blijft gehandhaafd. Voor het kabinet is van grote betekenis, dat provincies zich bereid hebben verklaard om - onder voorbehoud van goedkeuring door provinciale staten - hun minimale zorgplicht aldus invulling te geven dat de huidige structurele financiële inzet wordt gecontinueerd, waarbij deze financiële inzet jaarlijks met een reële index wordt verhoogd, zodat instandhouding van het niveau in het jaar voorafgaand aan de feitelijke overgang (peiljaar is dus 2004) is gewaarborgd. Om dat niveau van activiteiten te kunnen blijven waarborgen zijn provincies en regionale omroepen overeen gekomen dat een reële index wordt gehanteerd, zodat de stijgende autonome kosten van regionale omroepinstellingen bij gelijkblijvend niveau van activiteiten gecompenseerd worden door het toekennen van extra bekostiging. De autonome kosten zijn niet of weinig beïnvloedbaar en bevatten onder andere personeelskosten, gebouwkosten, technische kosten en meerjarige contractkosten. Provincies en regionale omroepen zijn ook overeengekomen dat jaarlijks een onafhankelijke derde een zwaarwegend advies zal geven omtrent de hoogte van deze reële index; zij denken daarbij aan het Centraal Planbureau (CPB). Bij verdeling van de middelen voor regionale omroep via het Provinciefonds - na invoering van dit wetsvoorstel - vinden onvermijdelijk herverdeeleffecten plaats. Die zullen geen nadelige invloed hebben voor regionale omroepen, op grond van een toezegging van de provincies. Met andere woorden: een regionale omroepinstelling wordt niet gekort op de bekostiging in het geval de betreffende provincie, als gevolg van de verdeling van de middelen in het Provinciefonds, een lagere bijdrage dan voorheen zou ontvangen. De provincies vrijwaren de regionale omroepinstellingen hiervoor, blijkens hun brief van 26 oktober 2004. Tijdens de kamerbehandeling op 27 november 2003 werd aangedrongen op evaluatie van deze wetswijziging na verloop van enige tijd, Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 28 856, nr. 8 om te zien hoe een en ander in de praktijk werkt. Ik heb daarom besloten om als extra waarborg in het wetsvoorstel een evaluatiebepaling op te nemen. Die evaluatie zal elke 3 jaar plaats vinden en wordt uitgevoerd door het Commissariaat voor de Media. Een dergelijke periodieke evaluatie acht ik wenselijk vanwege het grote belang dat gemoeid is met een goede uitoefening van de publieke functie door de regionale omroepen. Bovendien past het binnen de algemene rijksverantwoordelijkheid voor het gehele publieke omroepbestel. Dit neemt niet weg dat het Commissariaat jaarlijks zal blijven rapporteren over de middelen die provincies beschikbaar stellen aan regionale omroep, net zoals het Commissariaat ook jaarlijks blijft rapporteren over de wijze waarop de regionale omroepen invulling geven aan het programmavoorschrift en andere wettelijke vereisten. Ik vind het van belang om nog eens te onderstrepen dat zowel regionale omroepen als provincies bij het Commissariaat voor de Media terecht kunnen met vragen en/of opmerkingen die verband houden met de wet en regelgeving voor regionale omroep. Deze functie van vraagbaak annex klachtenloket past binnen de reeds bestaande algemene toezichtstaak van het Commissariaat, maar het lijkt mij van belang om dat in deze «overgangssituatie» naar een nieuwe financieringsstructuur nog eens extra te benadrukken. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. C. van der Laan
13
Radio en Televisie Regionale radiostations hebben hun positie als marktleider opnieuw waargemaakt in 2005. Met een gemiddeld marktaandeel van 15,6 (in 2004 ook 15,6%) blijven de regionale radiostations de best beluisterde stations in Nederland. Dat ook in 2005 de positie als marktleider werd behouden, maakte het dat de gezamenlijke regionale radio 10 jaar achtereen de best beluisterde zender van Nederland is. Uit de KLO cijfers van de maanden januarifebruari 2005 bleek dat de regionale radiozenders niet alleen het grootste marktaandeel hadden maar ook het grootste bereik. Hiermee werd de koppositie overgenomen die Sky Radio had. Wekelijks bereiken de regionale radio zenders zo’n 3,5 miljoen verschillende luisteraars. De regionale TV-zenders bereiken eveneens een groot deel van het publiek. Alhoewel het marktaandeel van 1,9% van de regionale televisiezenders over 2005 bescheiden is bereiken de programma’s, mede omdat ze in carrousel worden uitgezonden, per dag gemiddeld 24,1% van de Nederlanders (van 13 jaar en ouder). Ten opzichte van 2004 is dit een stijging van 0,6%. Het hoofdredacteurenoverleg heeft een aantal projecten voor programmamakers geïnitieerd die jaarlijks terugkeren. Dat zijn de ROOS Dagen, een jaarlijks congres over de regionale programma’s en belangrijke ontwikkelingen in de sector. Het andere project is de NL-Award, de jaarlijkse prijs voor de uitreiking van de beste regionale radio- en televisieprogramma’s. In 2005 is voor het eerst een NL-Award toegekend voor de beste internetsite. Een delegatie van de regionale omroepen heeft deelgenomen aan een camjoconferentie van de BBC in NewCastle. De ontmoetingen tijdens deze conferentie zijn een basis geweest voor nieuwe internationale contacten en uitwisselingen.
14
Verder zijn er opnieuw cursussen verzorgd voor camerajournalisten onder leiding van Michael Rosenblum. Een nieuw initiatief was de serie ‘RegioDoc’. Onder deze titel hebben de regionale omroepen een selectie van hun beste regionale documentaires uitgezonden. Bij de start van de serie is een discussiemiddag georganiseerd door het Stimuleringsfonds tijdens het IDFA over de regionale documentaire. Verder heeft een delegatie van het hoofdredacteurenoverleg in het afgelopen jaar onderhandelingen gevoerd met de NOS en het ANP over de verlenging van de overeenkomsten. Na vier jaar was het ook tijd voor het overleg om zijn eigen functioneren te evalueren. NL-Award
Met name de inzendingen in de categorieën Televisie Varia en Radio Achtergrond waren volgens de jury ‘goudgerande voorbeelden van prima radio- en televisiejournalistiek’. Om die reden zijn er in de categorie Televisie Varia dit jaar zelfs twee prijzen uitgereikt. De ingezonden programma’s zijn uniek, verrassend en laten de regionale omroep van zijn sterkste kant zien. Een interview in de streektaal met Jan Peter Balkenende, waarbij de premier opmerkelijk informeel blijft, kan eigenlijk alleen bij Omroep Zeeland. En er is geen mooiere kennismaking met de charmante Limburgse blaasmuziek en cultuur dan de documentaire ‘Blaos mich nao hoes’ van L1.
JAARVERSLAG 2005
Winnaars van de NL-Awards 2005 TV Nieuws
Opening Cruyff Court in Crooswijk
RTV Rijnmond, Ron Plaisier
Sport
Jan Smit, voorzitter van Heracles Almelo
RTV Oost, Maurice Velthuis,Ronald Nijboer
Achtergrond
Brinta, gaar in het pak
RTV Noord, Pieter de Hart, Jos Schoenmaker, Ronald Pras, Sjoerd Halma
Varia
Gé Reinders - Blaos mich nao hoes
L1, Henk Hover, Lida Huver
Zomaar een dag
Radio TV West, Johan Overdevest
Achtergrond
Taai en fel gestreden
RTV Noord, Wiebe Klijnstra
Nieuws
Katendrecht is boos
RTV Rijnmond, Jacco van Giessen
Varia
Praots voor twee
Omroep Zeeland, Elsa van Hermon
www.omroepbrabant.nl
Omroep Brabant, Tim Zunneberg
Radio
Internet
Uit de winnaars is de Gouden NL-Award gekozen. Deze geldprijs van € 2.500,- ging naar ‘Blaos mich nao hoes’ van L1. ROOS dagen
Op 24 en 25 februari 2005 heeft ROOS voor de derde maal een tweedaags congres georganiseerd voor de medewerkers van de regionale omroepen: de ROOS Dagen 2005. De eerder gehouden ‘Regionale Radiodagen’ (in 2003) en ‘Regionale Televisiedagen’ (in 2004) zijn beiden door de deelnemers zeer positief ontvangen. Deze congressen bieden niet alleen de gelegenheid om inspiratie op te doen door lezingen en workshops onder leiding van deskundigen bij te wonen, maar geven ook de mogelijkheid om in een workshop of in informele setting kennis en ervaring met elkaar uit te wisselen op regionaal, nationaal en internationaal niveau.
Het thema in 2005 was Integratie. Een belangrijke en bepalende ontwikkeling in de audiovisuele sector is de digitalisering van de techniek, voor opname, productie (montage) en uitzending. Deze leidt tot geïntegreerde redacties voor radio, televisie, internet en andere media. De digitalisering leidt ook tot multifunctionele medewerkers die journalistiek, camera en montage beheersen. Als buitenlandse gasten waren uitgenodigd Lisa Lambden van de BBC en Töne Kunst van de regionale publieke stations in Noorwegen. Zij konden veel vertellen over de integratie van de redacties in Noorwegen en over de inzet van camerajournalisten in Noorwegen en bij de BBC.
15
De ROOS Dagen werden geopend door Paul Rutten, die betoogde dat regionale omroepen hun taak en publieke functie veel scherper moeten formuleren. Het bestaansrecht van deze zenders komt in gevaar, als ze geen duidelijke rol voor zichzelf opeisen in het nieuwe medialandschap, aldus de openingsspreker. Camjocursussen
Michael Rosenblum heeft in 2005 voor de tweede keer een camjocursus georganiseerd voor medewerkers van regionale omroepen. De cursus werd georganiseerd bij RTV West. De deelnemers kwamen van RTV Noord, RTV West,
RTV Rijnmond en RTV Utrecht. In totaal zijn er 31 camerajournalisten door Rosenblum opgeleid. Internationale kennisuitwisseling
Lisa Lambden, hoofd van het trainingscentrum in NewCastle bracht in juli 2005 camerajournalisten en managers bijeen uit een aantal Europese landen. De deelnemers werden de eerste dag opgeschrikt door het nieuws dat binnensijpelde uit Londen, waaruit al snel bleek dat er bomaanslagen waren gepleegd in de metro en op een bus. Een aantal Engelse journalisten vloog terstond terug naar Londen.
Gemiddeld marktaandeel regionale radio in 2002 - 2005 (zaterdag - vrijdag, 07.00 - 19.00 uur) 2002
2003
2004
2005
Radio Noord
34,1
38,0
35,3
33,9
Omrop Fryslân
24,6
23,1
25,2
23,8
Radio Drenthe
18,8
20,6
19,3
19,2
Radio Oost
17,8
15,6
19,2
18,4
Radio Gelderland
15,9
17,4
17,5
16,6
Radio M Utrecht
5,5
4,6
5,7
5,7
Radio Flevoland
8,8
9,8
6,9
7,7
Radio Noord-Holland
8,5
9,6
9,6
9,8
Radio West
9,8
6,0
7,4
8,0
Radio Rijnmond
12,8
12,9
13,7
13,9
Omroep Zeeland
19,9
16,8
18,9
20,2
Omroep Brabant
14,0
15,9
13,4
14,5
L1 Radio
15,0
14,9
14,0
14,2
Regio Radio (landelijk gemiddeld)
15,6
15,5
15,6
15,6
Marktaandelen onder personen van 10 jaar en ouder, Bron: CRS BV / Intomart
16
JAARVERSLAG 2005
De stemming bleef enigszins bedrukt, maar de uitwisseling van ervaringen tussen journalisten en leidinggevenden uit België, Duitsland en Engeland waren zeer inspirerend. Lisa Lambden gaf het belang van videojournalistiek als volgt weer: “Through video journalism, BBC Nations and Regions are setting a news agenda which really matters to the audience. We’re now telling stories in a far more intimate and engaging way - often with much greater access than can be achieved with conventional ways of working.” De Nederlandse deelnemers waren: Hanneke Boonstra (chef actualiteiten RTV Noord), Peter Steinfort (camjo van RTV Noord),
Ruud Dilling (camjo RTV Oost) en Richel Bernsen (beleidsmedewerker ROOS). De conferentie was een ontmoeting met buitenlandse collega’s van onder meer de Hessischer Rundfunk, die weer heeft geleid tot een werkbezoek aan Frankfurt van de hoofdredacteuren van de regionale omroepen in 2006 om kennis en ervaring uit te wisselen. RegioDoc
In een nieuwe programmaserie RegioDoc hebben de gezamenlijke regionale omroepen vanaf november 2005 dertien weken lang een selectie van deze documentaires uitgezonden.
Gemiddeld dagbereik Regio TV in 2003 - 2005 (tijdvak 00:00 - 24:00 uur) 2003
2004
2005
TV Noord
40,6
37,5
37,0
Omrop Fryslân
31,0
30,0
25,5
TV Drenthe
32,1
32,3
28,7
TV Oost
31,3
32,6
34,4
TV Gelderland
22,6
22,1
23,2
Regio TV Utrecht
10,5
10,6
15,0
Omroep Flevoland
20,2
22,3
17,5
TV Noord-Holland
10,8
14,2
16,1
TV West
21,5
20,4
17,2
TV Rijnmond
23,7
22,9
23,7
Omroep Zeeland
32,6
38,8
37,2
Omroep Brabant
25,1
25,0
26,2
L1 Radio-TV
34,4
33,1
33,1
Regio TV (landelijk gemiddeld)
23,3
23,5
24,1
Dagbereik onder personen van 13 jaar en ouder (bron: CRS BV / Intomart) De cijfers wijken af van cijfers uit eerdere jaarverslagen van ROOS omdat er vanaf 2005 een andere meetmethode werd toegepast. Dat is ook de reden waarom er cijfers beschikbaar zijn van de laatste drie jaren.
17
De documentaires tonen Nederland in al zijn geledingen: van een project met 1000 blaasmuzikanten in Limburg tot een Canadese blueszanger die op zoek is naar zijn Friese ‘roots’. Andere onderwerpen zijn de teloorgang van tradities in een Zeeuws dorp, een landbouwgebied in Overijssel dat zich teweer stelt tegen de oprukkende stad en een Haagse familie van marktkooplui die leert om te gaan met de multiculturele bevolking in hun wijk. Ook kan de kijker meeleven met een Armeense bokser die in Nederland zijn carrière wil voortzetten, maar niemand vindt die de strijd met hem aandurft. En het verhaal van de laatste oorlogsdagen op Schiermonnikoog is één van de meest verrassende en absurde uit de Tweede Wereldoorlog. De programma’s zijn veelal tot stand gekomen met steun van het Nederlandse Stimuleringsfonds en tonen het belang aan van dit fonds voor de regionale documentaires. De start van de serie was in dezelfde tijd als de discussiebijeenkomst van het Stimuleringsfonds tijdens het IDFA over de regionale historische documentaire. De bijeenkomst werd ingeleid door Hans Goedkoop, historicus, schrijver en presentator. De discussie over geschiedenis in de regio werd gevoerd met Hans Goedkoop, Roel Dijkhuis, directeur/hoofdredacteur RTV Noord, Rik Groenewegen, programmaleider Omroep Zeeland, Bernadette Kester en Susan Aasman, mediahistorici en werd geleid door Fien Bloemen. De bijeenkomst werd druk bezocht en met name bij de documentairemakers bestond er grote belangstelling om regionale documentaires te maken.
18
Overeenkomsten
Met de NOS werd in 2005 veelvuldig gesproken over de voortzetting van de samenwerking voor de uitwisseling van radio- en televisie-items. Dit heeft in 2006 geleid tot nieuwe meerjarige overeenkomsten. De samenwerking wordt voor een groot deel betaald door de regionale omroep. De NOS streeft er nu naar om meer items van de regionale omroepen op radio af te nemen en stemt er dan mee in dat het bedrag dat de regionale omroepen betalen verlaagd wordt. Op televisie is er al een evenwicht. Regionale omroepen nemen ongeveer net zoveel items over van de NOS als de NOS van de regionale omroepen. In de nieuwe overeenkomst is ook de overname van de NOS Journaals door regionale omroepen geregeld. Ook met het ANP werd met succes onderhandeld over een voortzetting van het contract. Hoofdredacteurenoverleg
Het hoofdredacteurenoverleg bestond in 2005 vier jaar in zijn huidige vorm. Dit was een goed moment om het eigen functioneren te evalueren. De evaluatie mondde uit in een nieuw Huishoudelijk Reglement.
JAARVERSLAG 2005
Gemiddeld marktaandeel 2005 10 jaar en ouder (zaterdag-vrijdag 07.00 - 19.00 uur)
Radio 1 Sky Radio 101 FM
7,3%
Radio 3 FM
7,0% Overige zenders
6,5%
9,4% Radio 10 Gold
Radio 2
5,2%
Radio Veronica
10,7%
5,1%
Noordzee FM/Q-Music
2,8% 2,8% CRN 2,7% Classic FM 2,0% Arrow Classic Rock 1,8% Radio 4 1,7% ID&T Radio/Slam FM 1,2% 747 AM 0,9% Arrow 90.7 FM 0,6% BNR Nieuwsradio 0,4% KINK FM 0,1% Yorin FM
RTL FM
Radio 538
11,8%
ORN Radio
15,6%
19
4,5%
Overleg en samenwerking Overlegstructuren tussen regionale omroepen ROOS faciliteerde in 2005 de volgende overlegstructuren: Overleg
Frequentie
Directeuren (ROOS bestuur)
10 maal
Hoofdredacteuren
7 maal
Personeelsfunctionarissen
4 maal
Hoofden Techniek
4 maal
Hoofden Financiën
3 maal
Internetwerkgroep
1 maal
Personeelszaken
Het overleg van personeelsfunctionarissen is in de afgelopen jaren steeds meer betrokken bij de voorbereiding van het CAO-overleg. In 2005 is door een werkgroep van het P&O-overleg zelfs een model ontwikkeld voor een gemoderniseerde CAO. De werkgroep bestond uit Titia Kootstra, Annemarie Uppelschoten en Arnold Bak onder leiding van Pim Gaanderse, lid van het ROOSbestuur en lid van de werkgeversdelegatie voor de CAO-onderhandelingen. Het advies dat zij in mei hebben uitgebracht is een onderdeel geworden van de verdere besprekingen die werkgevers met de werknemers voeren over de modernisering van de omroep-CAO. Landelijke omroepen en regionale omroepen trekken hierbij gezamenlijk op. Als secundaire arbeidsvoorwaarde heeft het P&Ooverleg zich begin 2005 gebogen over de nieuwe regeling voor kinderopvang. De ontwikkeling van secundaire arbeidsvoorwaarden nam met name de laatste maanden van het jaar in belang toe door de vele wetswijzigingen. Dat betrof de ziektekostenregeling voor medewerkers als gevolg van het nieuwe zorgverzekeringsstelsel, een nieuwe pensioenregeling en de levensloopregeling.
20
Verder veranderde de Wet Arbeids Ongeschiktheid (WAO) in een wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen’ (WIA). De invoering van de Wet Walvis in 2006 werd voorbereid voor de regionale omroepen. Verder werd informatie uitgewisseld over de nieuwe regelgeving per 2006 en op welke wijze regionale omroepen zich hierop kunnen voorbereiden. Dit betrof onder meer de Wet Walvis en de nieuwe regelgeving voor aftrekposten, zoals de auto van de zaak. In 2005 boog het P&O-overleg zich over de mogelijkheden van ESF-subsidies voor opleidingen voor medewerkers, wat van groot belang is zodat de regionale omroepen en de medewerkers de ontwikkelingen in de audiovisuele sector kunnen volgen. Er werden verschillende essentiële aanvragen voorbereid, onder meer door RTV Noord, RTV Utrecht en ROOS. Doordat het Agentschap zeer plotseling het loket moest sluiten vanwege het grote aantal aanvragen, werd alleen de aanvraag voor het project van ROOS voor cursussen camerajournalistiek toegewezen. Voor de andere projecten was dit een ernstige tegenvaller. Opleidingsubsidies zijn van groot belang voor regionale omroepen die in een sector opereren die zich kenmerkt door grote veranderingen. Men hoopt daarom op een voortzetting van deze subsidies in 2007. In opdracht van een aantal audiovisuele organisaties ontwikkelde de ARBO-Unie een handboek Productie Risico Inventarisatie en Evaluatie (PRIE) voor de gehele av-sector. Dit handboek bevat de basiselementen voor de av-organisaties om Productie RI&E (PRIE’s) te kunnen maken. De implementatie van de PRIE zal in 2006 zijn beslag krijgen. De ontwikkeling van de beoordelingssystematiek is in 2005 besproken aan de hand van een studie
JAARVERSLAG 2005
van Mariëlle Visser en presentaties van Titia Kootstra, Wietske de Boer en Annette Venhuizen. In november voerden Karen van Mulken, Mariëlle Visser en Wietske de Boer een kort evaluatieonderzoek uit naar de standpunten van de P&O-ers over de beoordelingssystematiek en de wijze waarop het systeem uitgebreid kan worden tot een integraal onderdeel van het personeelsbeleid. Bij de bespreking in het P&O-overleg werd besloten, dat dit onderwerp verder uitgewerkt zou worden in een aparte themadag met de inbreng van een extern deskundige om de discussie verder te helpen. Buiten de voorbereiding en ontwikkeling van genoemde onderwerpen is het P&O-overleg een goed platform voor de uitwisseling van kennis en ervaring. Deze functie wordt ondersteund door een intranet van het P&O-overleg waarop de leden informatie uitwisselen, onder meer door hun bedrijfsregelingen erop te plaatsen. Het aantal (juridische) onderwerpen nam toe in het afgelopen jaar. Tevens vormde de uitbreiding van het aantal onderwerpen in het P&O-overleg een knelpunt omdat de beschikbare ROOSondersteuning niet toenam. Toch besloot het P&O-overleg niet voor juridische ondersteuning van het overleg, maar voor een groter aandeel in de voorbereiding door P&O-ers. Het ROOS-bestuur besloot dat er desgewenst externe deskundigheid ingehuurd kan worden. Begin 2006 werd als eerste externe deskundigheid ingehuurd om de discussie te ondersteunen over de ontwikkeling van de beoordelingssystematiek. Hoofden Techniek
In het overleg van de hoofden techniek is veelvuldig gesproken over de digitalisering van de ether, zowel voor radio als voor televisie (zie ook hoofdstuk vijf ). Voor televisie heeft ROOS aan verschillende
werkgroepen van het ministerie deelgenomen en haar standpunten verwoord, zoals vermeld in het beleidsplan. Een belangrijk onderdeel van haar pleidooi is dat regionale omroepen gefaciliteerd worden op de satelliet om het bereik in haar verzorgingsgebied veilig te stellen, de kwaliteit te handhaven en de distributie aan kabelleveranciers te garanderen. Voor radio heeft ROOS deel genomen aan twee werkgroepen van het ministerie. De eerste is de werkgroep NVPC (Nationale Voorbereiding Plannings Conferentie) en diende ter voorbereiding van de Regional Radio Conference 2006 te Genève. De andere werkgroep betrof een klankbord groep voor een onderzoek naar storingen van de L-band op Band III. Verder neemt ROOS deel aan de Stichting Digitale Radio en is toehoorder bij de Stichting Digiradio. De nieuwe multipoint die de verbinding vormt tussen de NOS, de RNC en de regionale omroepen wordt in mei 2005, na een lange periode van testen, eindelijk in gebruik genomen. Diverse omroepen houden echter problemen met de ontvangst van de bulletins die via de multipoint verstuurd worden. De FTP-werkgroep (File Transfer Protocol) onderzoekt of er nieuwe verbindingen tussen de regionale omroepen mogelijk zijn om videomateriaal uit te wisselen. Op advies van de werkgroep wordt in november een presentatie georganiseerd van SURF Net, die een breedband netwerk in Nederland ontwikkelt voor onderwijs, cultuur, zorg en onderzoeksinstellingen. Daarmee is SURF Net een belangrijke kandidaat om verbindingen voor regionale omroepen te faciliteren. In 2006 zal de bespreking met SURF Net worden voortgezet. Ook andere partijen melden zich bij ROOS om de verbindingen te verzorgen.
21
De ontwikkeling van het orderverwerkingssysteem dat onder de naam Europa ontwikkeld wordt door CRS is ook een aandachtspunt van het overleg van de hoofden techniek. De inbreng vanuit het overleg en de rapportage aan het overleg wordt verzorgd door Leen Schaap (voorzitter HT-overleg) en Lucas Vroemen (hoofd techniek L1). Daarnaast is de distributie van radiospots een aandachtspunt van het overleg van de hoofden techniek. Bert Koe (hoofd techniek van RTV Noord-Holland) schrijft samen met Michiel Heeringa van CRS een notitie over dit onderwerp. Het overleg adviseert daarop om het huidige systeem te vervangen door een nieuw systeem, dat kan aansluiten bij het orderverwerkingssysteem. Een nieuw systeem biedt de mogelijkheid dat de radiospots digitaal verstuurd worden. Het advies wordt in eerste instantie uitgebracht aan het overleg van de reclamemanagers. Een onderwerp dat niet in de beleidsprioriteiten staat, maar dat op verzoek van de omroepen door ROOS wordt opgepakt betreft het coördineren van de communicatielijnen naar de voetbalstadions. In mei 2005 geeft de NOS aan dat zij dit niet langer voor de regionale omroepen kan faciliteren. Lucas Vroemen (hoofd techniek L1) coördineert nu het project en zorgt ervoor dat er in de voetbalstadions van de eerste en ere-divisieclubs communicatielijnen komen voor de regionale omroepen die gezamenlijk gebruikt kunnen worden. Hoofden financiën
Het overleg van de hoofden financiën besprak in 2005 wederom vele onderwerpen. Uitgebreid kwamen de nieuwe financieringsstructuur en de uitwerking van de reële index, de financiële aspecten rondom het nieuwe
22
orderverwerkingssysteem en de nieuwe structuur van ORN Holding aan de orde. Met betrekking tot de nieuwe financieringsstructuur zijn door de hoofden financiën gegevens aangeleverd voor de onderbouwing van de gesprekken met het IPO. Gerard Slot (financieel directeur van RTV Oost) heeft op basis van deze en andere gegevens de werkelijke kostenstijging in 2005 berekend. Met betrekking tot het nieuwe orderverwerkingssysteem zijn de koppelingen besproken tussen het systeem en administratieve pakketten en de wijze waarop afrekening plaatsvindt tussen ORN Sales en de omroepen. Net als in voorgaande jaren is door het overleg de z.g. benchmark opgesteld en besproken. De benchmark verschaft omroepen inzicht in - financiële - kengetallen welke naar behoefte geanalyseerd kunnen worden, bijvoorbeeld ter verbetering van de bedrijfsvoering. Daarnaast boog het overleg zich over de printprijsregeling, BTW aspecten en de consequenties van de afspraken tussen werkgevers en werknemers inzake de nieuwe pensioenregeling. Internetwerkgroep
De internetwerkgroep is een werkgroep van het Hoofdredacteurenoverleg onder leiding van Rik Groenewegen (Omroep Zeeland). De werkgroep is samengesteld uit een aantal internetcoördinatoren van regionale omroepen: Onno Falkena (Fryslân), Hans Geenen (Gelderland), Willem Jan van der Hogen (Rijnmond), Leo Schouwenaar (Flevoland), Tim Zunneberg (Brabant), hoofden techniek Pieter van Baarle (West) en Bert Koe (NoordHolland), de hoofdredacteur van de RNC Rommert Kruithof en Richel Bernsen (secretaris).
JAARVERSLAG 2005
In 2005 heeft de werkgroep advies uitgebracht over onder meer het gebruik van RSS-feed. RSS-feed of XML zijn softwareprogramma’s waarmee informatie automatisch naar de eigen site gehaald wordt. Met dit programma kunnen omroepen op een eenvoudige manier op de eigen site verwijzen naar de nieuwskoppen van de andere regionale sites. Het kan ook gebruikt worden voor een centrale site met het belangrijkste regionale nieuws. Op deze manier heeft de regionale omroep een eigen site waarop zij zich profileert met regionaal nieuws. Dit naar analogie van het RNC-programma voor radio en RegioNed voor tv. Het advies van de werkgroep is om op de nieuwssite van de RNC met RSS-feed de headlines te plaatsen van het nieuws van de regionale omroepen. Dit advies is overgenomen door het hoofdredacteurenoverleg en wordt uitgewerkt door de RNC, die het in 2006 wil realiseren.
23
Personele bezetting regionale omroepen per 31 december 2005, uitgedrukt in fte’s Groningen
Fryslân
Drenthe
Overijssel
Gelderland
Flevoland
Utrecht
Noord-Holland
West
Rijnmond
Zeeland
Brabant
Limburg
integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken reclame Totaal radio televisie tekst-tv/ teletekst/ internet integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken Totaal integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken reclame Totaal radio televisie integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken reclame Totaal radio televisie tekst-tv/teletekst/ internet integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken reclame Totaal integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken reclame Totaal radio televisie tekst-tv/teletekst/ internet integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken Totaal radio televisie tekst-tv/teletekst/ internet integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken reclame Totaal radio televisie integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken reclame Totaal integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken reclame Totaal radio televisie directie/staf/alg. zaken reclame Totaal radio televisie tekst-tv/teletekst/ internet integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken reclame Totaal radio televisie integraal: radio/tv/internet* directie/staf/alg. zaken reclame Totaal
ROOS/RNC Totaal
Programma
Techniek
52,0
7,0
52,0 36,3 33,4
7,0 9,6 18,3
69,8 51,3 1,9
27,9 19,5
53,2
19,5 3,9 11,6
60,7 1,0
7,6
Overig 10,0 8,0 18,0
1,1 13,3 6,0 20,4 6,6 6,8 7,0 20,4
61,7 21,0 45,5 2,7 27,4 2,0
23,1
12,6 7,8 20,4
16,8
0,5
18,1
98,6 32,3 1,0
34,9 19,2 1,0
33,3
20,2 4,7 22,2 1,0
0,9 17,1 5,5 24,0 1,2 12,7 5,4 19,3
58,9 58,9 35,0 27,9 3,7 18,9
27,9 10,9 25,3 3,0
85,5
58,9
39,2 4,9 13,6 4,20
58,9 61,3
22,7 16,1
61,3 29,5 26,1
16,1 6,5 12,7
55,6 25,4 12,1 4,6 23,1 1,0
19,2 6,0 12,7
66,2 12,8 4,4 39,3
26,7 7,5 15,6
56,5 6,9 818,4
4,0 4,0
23,1 307,5
17,9 17,9
14,6 8,6 23,2
17,6 8,4 26,0 1,7 17,8 5,5 25,0
8,8 4,7 13,5 2,6 17,5 13,7 13,3 47,1
14,1 13,7 27,8 3,5 306,5
2005 59,0 10,0 8,0 77,0 46,0 51,7 1,1 13,3 6,0 118,1 77,3 8,7 7,0 93,1 3,9 11,6 60,7 21,2 7,8 105,2 21,0 62,8 2,7 46,4 19,1 5,5 157,5 52,7 14,7 5,4 72,8 4,7 22,2 1,0 58,9 17,9 104,7 45,9 53,2 3,7 18,9 17,6 8,6 147,9 4,9 13,6 63,1 17,6 8,4 107,6 79,1 17,8 5,5 102,4 36,0 38,8 8,8 4,7 88,3 31,4 27,3 4,6 44,6 18,7 13,3 140,0 20,3 20,0 39,3 14,1 13,7 107,4 10,4 1.432,4
* bij geïntegreerde redacties is het niet meer mogelijk om onderscheid tussen radio, tv en internet te maken.
24
2004
2002
82,0
85,0
116,6
122,6
94,8
91,2
106,6
111,6
170,3
171,5
75,2
81,6
104,5
119,2
149,0
155,5
105,1
143,3
103,2
140,0
88,3
86,6
152,6
153,7
106,7 10,8 1.465,7
107,1 9,6 1578,4
JAARVERSLAG 2005
Technische ontwikkelingen Digitalisering van de ether DVB-t
De brief van het Kabinet waarin zij het beleid ten aanzien van de afschakeling van de analoge etherzenders kenbaar maakt werd al begin 2005 verwacht maar is uiteindelijk in 2005 niet verschenen. Tal van redenen zorgden steeds weer voor uitstel. De globale inhoud van de brief was ROOS bekend omdat in de taskforce switch-off de contouren van het beleid al werden geschetst en waarin de inbreng van ROOS terzijde werd gelegd. Het kabinet wil de analoge etherzenders afschakelen en in plaats daarvan de frequenties digitaal in gebruik te nemen, mede om Digitenne in staat te stellen de bedekking van het digitale televisienetwerk uit te breiden naar heel Nederland. ROOS heeft op zich begrip voor het feit dat analoge ethertelevisie op termijn wordt afgeschakeld maar heeft aangegeven zich niet te kunnen vinden in het alternatief ‘de digitale ether’ zoals door het kabinet wordt voorgesteld. Om de nadelen die kleven aan digitale televisie via de ether zoveel mogelijk teniet te doen bepleitte ROOS bij het kabinet en de Tweede Kamer om de uitzendingen van de televisieprogramma’s via de satelliet financieel mogelijk te maken. Het belangrijkste argument hiervoor is dat de toegankelijkheid tot de publieke regionale omroep niet verder onder druk komt te staan en zelfs verbeterd kan worden. Sinds de opkomst van de digitale satelliet waarmee in hoge kwaliteit een breed pakket aan zenders wordt uitgezonden hebben vele huishoudens de antennesystemen vervangen door een schotel. Volgens cijfers van Astra/CanaalDigitaal betreft het een totaal van bijna 600.000 huishoudens dat via de satelliet televisie kijkt. Omdat regionale publieke omroepen niet via de satelliet worden uitgezonden zullen zij bij omschakeling naar digitale ethertelevisie niet in deze huishoudens te
zien zijn. Andere argumenten om de programma’s via de satelliet uit te zenden zijn om de aanvoer naar de kabelmaatschappijen te verzorgen en ontvangst en bereiksproblemen van de digitale ether te voorkomen. Daarnaast kan de functie als calamiteitenzender voor televisie pas echt worden waargemaakt als zoveel mogelijk huishoudens de zender in geval van een calamiteit kunnen ontvangen. Eind april 2006 stuurden Staatssecretaris Van der Laan en Minister Brinkhorst de lang verwachte brief naar de Tweede Kamer. Blijkens deze brief vindt het Kabinet het voldoende om alleen de huishoudens die nog via de analoge ether ontvangen een alternatief te bieden. Een alternatief waar naar mening van ROOS grote haken en ogen aan kleven. T-DAB
Op 14 juni 2005 vond er een Algemeen Overleg plaats tussen Kamerleden en Minister Brinkhorst en Staatssecretaris Van der Laan over de uitgifte van beschikbare frequenties voor T-DAB. Uitgifte van deze frequenties bleek volgens de brief van Brinkhorst van 31 maart 2005 voorbehouden aan de commerciële omroepen. Voor regionale publieke omroepen wil het kabinet afwachten of er meer frequentieruimte komt en wordt aangeven eind 2005 met nader beleid te komen. Als er geen extra frequentieruimte komt krijgen de regionale omroepen een plekje op de frequentieruimte voor kleinschalige omroep, de zgn. L-Band. De L-Band betreft een frequentieband die vanwege de hoge kosten moeilijk te exploiteren zal zijn. Tevens kunnen de meeste digitale radio’s deze L-band frequenties niet eens ontvangen. ROOS bepleitte bij de Tweede Kamer de uitgifte van de frequenties uit te stellen totdat de internationale frequentieonderhandelingen in 2006 in Genève
25
zouden plaatsvinden. De onderhandelaars namens het Kabinet zouden zich in deze onderhandelingen niet slechts moeten inspannen voor meer ruimte maar zouden een resultaatsverplichting voor meer frequentieruimte moeten hebben. Van schaarste is dan geen sprake meer zodat iedereen geaccommodeerd kan worden. Een tweede overleg in oktober van 2005 leidde wederom niet tot overeenstemming tussen het Kabinet en de Tweede Kamer. De grote vraag bleef of T-DAB überhaupt wel de toekomstige norm voor radio zal zijn en er was grote discussie over de door commerciële omroepen gewenste koppeling tussen de investering in T-DAB en de verlenging van de FM-frequenties van deze omroepen. In het overleg van 30 maart 2006 gooide Brinkhorst, na de vele commentaren van de Tweede Kamer, de handdoek in de ring en zegde toe te wachten met uitgifte tot na de internationale frequentie onderhandelingen. Zerobase
In 2005 heeft ROOS een aantal maal overleg gevoerd met het ministerie van Economische Zaken, de Publieke Omroep en Nozema over de laatste ontvangstproblemen die ontstonden na de omschakeling van de FM frequenties in 2003. Het ministerie van EZ wil en kan voor de resterende problemen geen oplossing bieden.
26
Distributie in de digitale wereld
Met KPN TV en Versatel (TELE2) zijn overeenkomsten gesloten waarin de regionale omroepen toestemming geven om de radioen televisieprogramma’s op te nemen in de programmapakketten van deze aanbieders. Beide partijen willen via ADSL-technieken televisieprogramma’s distribueren en hiermee concurreren met kabel en satelliet. Met Essent en Casema zijn de afspraken om de programma's van de regionale omroepen op te nemen in het digitale pakket verlengd tot en met 2007.
JAARVERSLAG 2005
Financiële zaken SENA
De overeenkomsten met SENA voor radio, televisie en internet liepen allen eind 2004 af. Gedurende 2005 zijn vele gesprekken geweest over verlenging van de overeenkomsten waarin de prijsstelling het grootste struikelblok was. Nadat een aantal jaren aanzienlijke verhogingen van de prijzen had plaatsgevonden om zodoende in 2004 uit te komen op een billijk tarief wenste SENA de prijzen vanaf 2005 met tientallen procenten te verhogen. ROOS verzette zich hiertegen en na vele gesprekken konden eind 2005 afspraken met SENA worden gemaakt, die als uitgangspunt dienen voor een overeenkomst voor de jaren 2005-2007. CAO
2005 was het jaar waarin ten gevolge van nationale regelgeving er grote aanpassingen nodig waren in de CAO waar het de pensioenen en ziektekosten betrof. De regeling omtrent ziektekosten was daarbij nog vrij eenvoudig. Medewerkers konden met ingang van 1 januari 2006 niet langer verplicht worden zich via een collectieve ziektekostenregeling te verzekeren. De wet VPL (Vroeg Pensioen en Levensloop) maakte het dat per 1 januari 2006 de TOP regeling (Tijdelijk Ouderdoms Pensioen) niet langer door de wetgever werd toegestaan. Het kabinet wilde hiermee bereiken dat Nederlanders langer gaan werken. Ten gevolge van afspraken tussen sociale partners werden wel regelingen toegestaan die het mogelijk maken voor het 65ste levensjaar te stoppen met werken en werd toegestaan dat werknemers die op 1 januari 2005 55 jaar of ouder waren onder de bestaande regelingen konden blijven vallen. In overleg met PNO Media hebben werkgevers en werknemers een nieuwe pensioenregeling opgesteld. Het belangrijkste aan deze regeling is dat een hogere pensioenopbouw mogelijk
wordt gemaakt door verlaging van de franchise en verhoging van het opbouwpercentage. Door deze hogere opbouw kunnen medewerkers tussen de 62 en 64 jaar alsnog met vervroegd pensioen. Alle medewerkers die op 1 januari 2005 de leeftijd van 55 jaar hadden moesten voor 31 december 2005 aangeven of zij op hun 60ste wilden stoppen. Op 23 juni 2006 bereikten werkgevers en werknemersorganisaties een principeakkoord over een nieuwe Omroep-CAO over de periode 1 juli 2005 tot en met 31 december 2005. Deze CAO had dezelfde inhoud als de eerder overeengekomen CAO, zoals werd afgesloten voor de eerste zes maanden van 2005, met dien verstande dat de lonen per 1 juli 2005 structureel worden verhoogd met 0,5%. De CAO partijen spraken daarbij af de besprekingen voort te zetten met als doel het realiseren van een gemoderniseerde CAO per 1 januari 2006. Toen op 13 december 2005 nog geen zicht was op een gemoderniseerde CAO heeft ROOS de CAO namens de regionale omroepen opgezegd. Deze opzegging is ingetrokken nadat de delegaties van werkgevers en werknemers op 21 december 2005 alsnog een deelakkoord bereikten over de gewenste modernisering van de CAO.
27
De organisatie van ROOS Samenstelling ROOS-bestuur/directeurenoverleg
Het bestuur was per 31 december 2005 als volgt samengesteld: R. Dijkhuis Stichting Regionale Omroep Noord P.T. Gaanderse Stichting Regionale Omrop Fryslân R.H.J. Staal Stichting Omroep Drenthe H.Th. Everts Stichting RTV Oost G.C. van Kleef Stichting Omroep Gelderland A.M. Berends Stichting Regionale Omroep Flevoland P. van der Lugt Stichting Samenwerkende Publieke Omroepen Midden Nederland Drs. G.R. Zaal Stichting Regionale Omroep Noord-Holland J.G. Milo Stichting Regionale Omroep West W.E.O. Wehrmeijer (vice-voorzitter & penningmeester) Stichting Regionale Omroep RotterdamRijnmond e.o. Ph. Feij Stichting Omroep Zeeland Drs. G. Bielderman (voorzitter) Stichting Regionale Omroep Brabant H.A.J.M. Coumans L1 Radio-TV (afgevaardigd door Stichting Omroep Limburg) Samenstelling Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht was per 31 december 2005 als volgt samengesteld: Drs. R. Vos (voorzitter) J.A. van den Berg Cluster Oost Drs. H. Sikkema Cluster Noord J. Weierink Cluster Zuid Mr. B. Geersing Cluster West Samenstelling Raad van Advies
De Raad van Advies was per 31 december 2005 als volgt samengesteld: Drs. R. Vos (voorzitter) Mr. M. Zijlstra Stichting Regionale Omroep Noord Drs. H. Sikkema Stichting Regionale Omrop Fryslân H.A.A. de Lange Stichting Omroep Drenthe J.A. van den Berg Stichting RTV Oost vacature Stichting Omroep Gelderland A.M. Berends Stichting Regionale Omroep Flevoland Mr. B. Geersing Stichting Samenwerkende Publieke Omroepen Midden Nederland dr. J.A. van Kemenade Stichting Regionale Omroep Noord-Holland dr. N. de Voogd Stichting Regionale Omroep West
28
JAARVERSLAG 2005
W.E.O. Wehrmeijer H.W.A. Koch J. Weierink J.S. Huys
Secretariaat
Het secretariaat van ROOS bestond per 31 december 2005 uit: Mw. drs. R.M. Bernsen, beleidsmedewerker Mw. H.M. van Kasbergen-Diepgrond, directie assistente Mw. I.C. Rebel, secretaresse Ing. G.W. Schuiteman, directeur RadioNieuwsCentrale
Middels een arbeidsovereenkomst waren per 31 december 2005 de volgende medewerkers bij ROOS/RNC in dienst: Mw. C. Bary, redacteur/presentator H.J. Dedden, redacteur/presentator R. Grootbod, redacteur/presentator R.T. Kruithof, hoofdredacteur H. Magré, redacteur/presentator A. Rotgans, redacteur/presentator Mw. C. Verhagen, redactiechef en redacteur/presentator W. Walgemoed, redacteur/presentator R. Wtenweerde, redacteur/presentator Daarnaast waren per 31 december 2005 op basis van een freelance-uitnodiging als redacteur/ presentator werkzaam bij de RNC: Mw. M. Bijlmakers F. Potters J.M. Buijs Mw. Q. Scholtes E. Capriles Mw. Y. Vogelenzang Mw. R. Kok
Stichting Regionale Omroep Rotterdam-Rijnmond e.o. Stichting Omroep Zeeland Stichting Regionale Omroep Brabant Stichting Omroep Limburg (houdster zendmachtiging L1 Radio-TV)
Vaste vertegenwoordigingen per 31 december 2005
In het bestuur van de Werkgeversvereniging voor de Media werd ROOS vertegenwoordigd door Gerard Schuiteman. Gerard Schuiteman neemt namens de werkgeversverenging voor de Media plaats in het bestuur van Pensioenfonds PNO Media. Robert Zaal en Pim Gaanderse maakten deel uit van de CAO onderhandelingsdelegatie. Gerard Schuiteman was namens de regionale omroepen vertegenwoordiger in de Commissie van Omroep Werkgevers. Roel Dijkhuis was voorzitter van de Raad van Commissarissen van ORN Sales BV. Robert Zaal was bestuurslid van de Stichting Mixed Media (instroombevordering allochtone journalisten). In het bestuur van de Stichting Raad voor de Journalistiek werd ROOS vertegenwoordigd door Gert Bielderman. Robert Zaal had namens de regionale omroepen zitting in het bestuur van de Stichting Reclame Code.
29
De financiën van ROOS Het exploitatieresultaat over 2005 bedraagt € 84.793,- (vóór resultaat deelneming) en is in vergelijking met de begroting als volgt te specificeren.
Werkelijk €
Begroot €
Werkelijk (lager) resp. hoger dan begroot €
576.205
576.205
-
15.377
1.000
14.377
591.582
577.205
14.377
278.818
290.000
11.182
28.215
30.700
2.485
7.732
18.300
10.568
Huisvesting
41.745
51.050
9.305
Afschrijvingen
14.963
13.300
(1.663)
124.134
140.650
16.516
11.182
2.500
(8.682)
506.789
546.500
39.711
84.793
30.705
54.088
Baten Bijdragen deelnemers Interest baten
Lasten Personeelskosten Interne en externe betrekkingen Publiciteit en promotie
Algemene kosten Overige lasten
Exploitatieresultaat
30
JAARVERSLAG 2005
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Algemeen
Vorderingen
Indien niet anders is vermeld worden de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale bedragen.
Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde eventueel onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid.
Materiële vaste activa
Investeringen in materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde verminderd met lineaire afschrijvingen over de aanschaffingswaarde, welke zijn berekend op basis van de geschatte bedrijfseconomische levensduur. In het jaar van aanschaf wordt naar tijdsgelang afgeschreven.
Fonds Automatisering RadioNieuwsCentrale
Het fonds Automatisering RadioNieuwsCentrale betreft een jaarlijks begroot bedrag voor toekomstige vervanging van de automatiseringsapparatuur. Exploitatieresultaat
Het exploitatieresultaat wordt bepaald door de opbrengsten te verminderen met de kosten, voor zover deze zijn toe te rekenen aan het boekjaar.
31
Balans per 31 december 2005 (na verwerking exploitatieresultaat)
Activa St. ROOS €
RNC €
Totaal 31-12-2005 €
Totaal 31-12-2004 €
• Verbouwingen
23.493
-
23.493
29.896
• Kantoorinventaris
14.186
1.405
15.591
21.897
• Kantoormachines
2.389
12.987
15.376
12.204
40.068
14.392
54.460
63.997
30.000
-
30.000
-
563.243
195.928
759.171
337.472
• Vorderingen op deelnemingen
-
-
-
37.322
• Nozema etherhandhaving
-
-
-
566.841
80.825
-
80.825
-
(165.274)
165.274
-
-
39.997
27.227
67.224
7.233
518.791
388.429
907.220
948.868
38.221
52.072
90.293
97.156
1.181.968
-
1.181.968
657.515
1.220.189
52.072
1.272.261
754.671
1.809.048
454.893
2.263.941
1.767.536
Vaste activa Materiële vaste activa:
Financiële vaste activa: • Deelneming ORN Holding BV Vlottende activa • Vorderingen op Regionale omroepen
• Buma 2002/2004 • Rekening-courantverhouding Stichting ROOS/RNC • Overige vorderingen en overlopende activa Liquide middelen: • Postbank • ING Bank
Totaal activa
32
JAARVERSLAG 2005
Passiva St. ROOS €
RNC €
Totaal 31-12-2005 €
Totaal 31-12-2004 €
Stand per 1 januari
102.128
-
102.128
30.881
Resultaat lopend boekjaar
114.793
-
114.793
71.247
216.921
-
216.921
102.128
1.131.638
-
1.131.638
547.963
-
209.682
209.682
360.100
1.348.559
209.682
1.558.241
1.010.191
-
17.500
17.500
-
sociale verzekeringspremies
60.996
-
60.996
102.717
Regionale omroepen
24.521
-
24.521
128.601
exploitatieresultaat RNC
-
802
802
106.547
BUMA 2002/2004
-
-
-
330.332
374.972
226.909
601.881
89.148
460.489
227.711
688.200
757.345
1.809.048
454.893
2.263.941
1.767.536
Eigen vermogen
Fonds Zenderkosten Fonds Automatisering RNC
Pensioenvoorziening Kortlopende schulden Salarissen, loonbelasting en
Regionale omroepen -
Overige kortlopende schulden en overlopende passiva
Totaal passiva
33
De publieke regionale omroepen in Nederland Omrop Fryslan
RTV Oost
Zuiderkruisweg 2 Postbus 7600 8903 JP LEEUWARDEN
Hazenweg 25 Postbus 1000 7550 BA HENGELO
Telefoon : 058 - 299 77 99 Telefax : 058 - 299 77 50
Telefoon : 074 - 245 64 56 Telefax : 074 - 245 64 34
internet: www.omropfryslan.nl
internet: www.rtvoost.nl
RTV Noord
Radio en TV Gelderland
Helderpark 298 Postbus 30101 9700 RP GRONINGEN
Rosendaalseweg 704 Postbus 747 6800 AS ARNHEM
Telefoon : 050 - 319 99 99 Telefax : 050 - 318 51 47
Telefoon : 026 - 371 37 13 Telefax : 026 - 371 37 57
internet: www.rtvnoord.nl
Internet: www.omroepgelderland.nl
RTV Drenthe
RTV Utrecht
Beilerstraat 30 Postbus 999 9400 AZ ASSEN
Hengeveldstraat 29 Postbus 1012 3500 BA UTRECHT
Telefoon : 0592 - 338 080 Telefax : 0592 - 313 009
Telefoon : 030 - 850 06 00 Telefax : 030 - 850 06 01
internet: www.rtvdrenthe.nl
internet: www.rtvutrecht.nl
34
JAARVERSLAG 2005
Omroep Flevoland
RTV Rijnmond
Larserpoortweg 40 Postbus 567 8200 AN LELYSTAD
Mathenesserlaan 155 Postbus 1515 3000 BM ROTTERDAM
Telefoon : 0320 - 285 085 Telefax : 0320 - 285 098
Telefoon : 010 - 440 06 00 Telefax : 010 - 440 0697
internet: www.omroepflevoland.nl
internet: www.rijnmond.nl
RTV Noord-Holland
Omroep Zeeland
Aletta Jacobslaan 9 Postbus 9823 1006 AM AMSTERDAM
Kanaalstraat 64 Postbus 1090 4388 ZH OOST-SOUBURG
Telefoon : 020 - 850 50 50 Telefax : 020 - 669 46 71
Telefoon : 0118 - 499 900 Telefax : 0118 - 499 909
internet: www.rtvnh.nl
internet: www.omroepzeeland.nl
Radio TV West
Omroep Brabant
Laan van ’s-Gravenmade 2 Postbus 24025 2490 AA DEN HAAG
Science Park Eindhoven 5550 Postbus 108 5600 AC EINDHOVEN
Telefoon : 070 - 307 88 88 Telefax : 070 - 307 88 79
Telefoon : 040 - 294 94 94 Telefax : 040 - 294 92 90
internet: www.rtvwest.nl
internet: www.omroepbrabant.nl
35
Stichting Omroep Limburg
Radio Nieuws Centrale (RNC)
(houdster zendmachtiging L1) Godsweerdersingel 77 6041 GK ROERMOND
Media Park - Videocentrum Sumatralaan 45 Postbus 55 1200 AB HILVERSUM
Telefoon : 0475 - 420 966 Telefax : 0475 - 420 955
Telefoon : 035 - 677 72 34 Telefax : 035 - 67772 30
L1 Radio-TV
internet: www.rnc.nl
Ambyerstraat-Zuid 77B Postbus 31 6200 AA MAASTRICHT
Omroep Reclame Nederland Sales (ORN)
Telefoon : 043 - 850 60 00 Telefax : 043 - 850 6101 internet: www.l1.nl
Media Park - Heideheuvel H3 Sumatralaan 45 Postbus 287 1200 AG HILVERSUM
Stichting ROOS
Telefoon : 035 - 625 80 00 Telefax : 035 - 625 80 18 internet: www.orn.nl
Media Park - Heideheuvel H3 Sumatralaan 45 Postbus 913 1200 AG HILVERSUM Telefoon : 035 - 621 08 75 Telefax : 035 - 621 69 00 internet: www.roosrtv.nl
36
JAARVERSLAG 2005
Radiofrequenties RADIO TV NOORD
92.2
97.5
OMROP FRYSLAN
90.8
93.9 RTV DRENTHE
99.4
RTV NOORD-HOLLAND OMROEP FLEVOLAND
87.9
88.9
89.8
RTV OOST
88.7
97.4
103.5
95.6
89.3 89,0
93.1
89.4
RTV UTRECHT RADIO EN TV GELDERLAND
RADIO TV WEST
97.9
102.0
93.4 RTV RIJNMOND
89.1
95.8
OMROEP BRABANT
87.9 91.0 OMROEP ZEELAND
91.9
98.4
100.3 87.6
ST. OMROEP LIMBURG/L1 RADIO-TV
95.3
37
90.4
Colofon... tekst en redactie: vormgeving: drukwerk:
Stichting ROOS Studio Langezaal, Zeist Mewadruk BV, Hilversum
38