beleidsprioriteiten 2006 Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking

beleidsprioriteiten 2006

Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking

Inhoud

BELEIDSPRIORITEITEN 2006

3

Voorwoord

4

Inleiding

5

Stichting ROOS

6

Terugblik op de beleidsprioriteiten 2005

8

De beleidsprioriteiten 2006

15

1

Taakstelling en functie

16

2

Financiele Zaken

17

3

Overleg en samenwerking

18

4

RadioNieuwsCentrale (RNC)

19

5

Programmatische zaken

20

6

Techniek - digitalisering

22

7

Personeel & Organisatie (P&O)

24

Vooruitzichten 2006-2010

26

Adressen

28

Voorwoord Het kabinet presenteerde in 2005 haar visie op de publieke omroep maar vergat dat regionale publieke omroep ook publieke omroep is. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid concludeert dat het regionale mediabeleid relatief verwaarloosd is en voorspelt verschuivingen van een nationaal georiënteerd medialandschap naar een regionaal georiënteerd medialandschap maar komt zelf niet met aanbevelingen voor de toekomst. De Raad voor Cultuur haast zich in zijn inleiding van zijn advies over de publieke omroep al te zeggen dat de Raad zich alleen concentreert op de landelijke publieke omroep. Ondanks dat de regionale omroepen volgens de Staatssecretaris van OCW een zó belangrijke publieke functie vervullen is beleidsaandacht op dit punt ver te zoeken. Gelukkig zijn er de regionale omroepen zelf nog en erkennen zij zelf dat het medialandschap zal veranderen en dat zij zich hierop moeten voorbereiden. Al snel in 2006 zal een studie naar de toekomstige rol van de regionale publieke omroep in het Nederlandse mediabestel worden afgerond. Hiermee kan een visie worden ontwikkeld op de toekomstige rol van regionale publieke omroepen, van ROOS en de daarbij aangesloten regionale omroepen.


Met de inwerkingtreding van de nieuwe financieringsstructuur vindt de basisfinanciering op het niveau van het jaar 2004 plaats door provincies. Die basisfinanciering omvat niet de kostenstijgingen waar de regionale omroepen tengevolge van rijksbeleid mee worden geconfronteerd. ROOS blijft dan ook in gesprek met de landelijke overheid over onderwerpen als digitale radio en televisie (T-DAB en DVB-t) en ondertiteling maar ook zeker over komende discussies als bijvoorbeeld reclamevrije publieke omroep en verruiming van de crossownership regeling. Want ondanks de nieuwe financieringsstructuur valt, zoals de Staatssecretaris al schreef in haar toelichting bij de wet, het belang dat gemoeid is met een goede uitoefening van de publieke functie door de regionale omroepen binnen de algemene rijksverantwoordelijkheid voor het gehele publieke omroepbestel. De beleidsprioriteiten van ROOS in 2006 geven inzicht in de onderwerpen die in 2006 aan de orde zullen komen. Ook de zienswijze van ROOS is daarbij alvast te vinden.

Gert Bielderman Voorzitter bestuur 4

Gerard Schuiteman Directeur

Inleiding Voor u ligt het beleidsplan ROOS voor het jaar 2006. Dit beleidsplan is vastgesteld door het Bestuur van ROOS op 10 november 2005 en na advisering door de Raad van Advies goedgekeurd door de Raad van Toezicht op 24 november 2005. In de eerste paragrafen wordt kort de stichting ROOS en het samenwerkingsverband ROOS besproken en wordt een terugblik gegeven op de beleidsprioriteiten 2005. Daarna worden op een zevental terreinen de beleidsprioriteiten voor 2006 gegeven. Het betreffen : functie en taakstelling, financiële zaken, overleg en samenwerking, de RadioNieuwsCentrale, programmatische zaken, techniek en personeel & organisatie.


Tot slot wordt een schets gegeven van de vooruitzichten 2006 tot en met 2010.

5

Stichting ROOS Doelstelling

De stichting ROOS stelt zich ten doel om op grond van samenwerking en beraad ordenend werkzaam te zijn en aldus de belangen van de regionale publieke omroepen te behartigen en het regionale aandeel in het publieke omroepstelsel en in het mediabeleid te versterken. De belangrijkste activiteiten om dit doel te bereiken zijn: a. Het bevorderen van de ontwikkeling van de regionale omroep in Nederland. b. Het verlenen van diensten aan de regionale omroepen.


c. Het coördineren van het overleg van de regionale omroepen met overheden en met andere zendgemachtigden, met organisaties en organen van en instellingen ten behoeve van de omroep. d. Het vertegenwoordigen van de gezamenlijke regionale omroepen in daarvoor in aanmerking komende instellingen, colleges en werkgroepen. e. Het bestuderen van het beleidsveld van de omroep in het algemeen en de regionale omroep in het bijzonder. f. Alle andere activiteiten die voor het bereiken van het doel van de stichting bevorderlijk kunnen zijn.

6

Organisatie

Stichting ROOS heeft een Bestuur, een Raad van Advies en een Raad van Toezicht. Het Bestuur van Stichting ROOS wordt gevormd door de dertien directeuren van de dertien regionale publieke omroepen die zich als deelnemer van de stichting hebben aangemeld. De Raad van Advies adviseert de Raad van Toezicht en is platform voor contact van besturen van de deelnemers. De Raad bestaat uit vertegenwoordigers van de toezichthoudende organen van de regionale omroepen. De Raad van Advies heeft een voorzitter die niet verbonden is aan een regionale omroep. De Raad van Advies benoemt, schorst en ontslaat de leden van de Raad van Toezicht op bindende voordracht van de besturen van de deelnemers, welke daartoe in vier clusters zijn verdeeld, te weten cluster Noord (Groningen, Friesland, Drenthe), cluster Oost (Flevoland, Overijssel, Gelderland), cluster West (Noord-Holland, West, Rijnmond, Utrecht) en cluster Zuid (Zeeland, Brabant, Limburg).


De Raad van Toezicht houdt in het algemeen toezicht op het Bestuur en in het bijzonder op de wijze waarop het Bestuur invulling geeft aan de onderlinge samenwerking van de deelnemers. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden, waarvan vier leden zijn benoemd door de clusters Noord, Oost, Zuid en West. Stichting ROOS heeft vier medewerkers. Het betreft een directeur, een directie- assistente, een beleidsmedewerkster en een secretaresse. De Radio Nieuws Centrale (RNC) is ook onderdeel van ROOS. De medewerkers van de RNC zijn met de stichting ROOS een arbeidsovereenkomst aangegaan voor het bedrijfsonderdeel RNC. Bij de RNC zijn een hoofdredacteur en zeven redacteuren/ presentatoren werkzaam. Ook een aantal freelance medewerk(st)ers verricht werkzaamheden bij de RNC.

7

Terugblik op de beleidsprioriteiten 2005 De hieronder opgenomen beleidsprioriteiten van 2005 hebben in meer en mindere mate aandacht gehad. Kort wordt ingegaan op de afzonderlijke prioriteiten. Taakstelling en functie

In 2005 is na lang wachten de Staatssecretaris van OCW met haar visie op de publieke omroep gekomen. In de ogen van ROOS beperkte deze visie zich helaas tot de landelijke publieke omroep. ROOS heeft in het rondetafelgesprek, voorafgaand aan het Kamerdebat, nog aangegeven dat in haar visie op de publieke omroep de regionale publieke omroepen een meer prominentere rol moeten krijgen in het omroepbestel. In een wereld waarin grenzen steeds meer vervagen neemt de regionale betrokkenheid alleen maar toe en in het voetspoor daarvan ook de behoefte aan betrouwbare, complete en snelle informatie over de eigen leefomgeving via radio, televisie en internet. Die behoefte kan slechts blijvend goed worden vervuld door een regionaal georganiseerde publieke omroep die letterlijk midden in de eigen regio staat en die voldoende middelen heeft om zijn werk op een professionele manier in volstrekte onafhankelijkheid te blijven doen. In het rondetafelgesprek heeft ROOS gevraagd om een apart debat over de rol, functie en het kwalitatieve niveau van de regionale omroepen in de toekomst. In het voorwoord was al te lezen dat er een studie is gestart naar de toekomstige rol van de regionale publieke omroep in het Nederlandse mediabestel welke studie begin 2006 zal worden afgerond.


In januari 2005 heeft de commissie Koetje in het rapport ‘met beeld en beleid’ de belangrijke aanbeveling gedaan om naast regionale radio ook regionale televisie als officiële calamiteitenzender in te zetten. ROOS heeft in 2005 tweemaal minister Remkes geschreven graag bereid te zijn hierover afspraken te willen maken met Ministerie en provincies. De vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken en Onderwijs Cultuur en Wetenschap zijn hiervan op de hoogte gesteld.

8

Financiële zaken

In 2004 werd nog verwacht dat de wet voor de nieuwe financieringsstructuur voor de regionale omroepen op 1 januari 2005 van kracht zou worden. Helaas is het hiervan niet gekomen. Alhoewel in het, op 3 maart 2005 door te Tweede Kamer en op 5 april 2005 door de Eerste Kamer der Staten-Generaal, aangenomen wetsvoorstel een zogenaamde terugwerkende kracht clausule was opgenomen hebben betrokken partijen om administratieve redenen besloten de nieuwe wetsartikelen per 1 januari 2006 van kracht te laten worden. ROOS heeft hier tegen geageerd omdat hierdoor het jaar 2005 een extra jaar van financiële discussie is geworden. In aanloop naar de inwerkingtreding van de wet heeft ROOS veelvuldig met IPO gesproken over de in de wet opgenomen ‘instandhouding van het niveau van het jaar 2004 middels de reële index’. Deze gesprekken waren moeizaam te noemen en hebben in 2005 geen bevredigend resultaat opgeleverd. Artikel 107.1

Provinciale Staten dragen zorg voor de bekostiging van het functioneren van tenminste één regionale omroepinstelling in de provincie door de vergoeding van de kosten die rechtstreeks verband houden met het functioneren van de regionale omroepinstelling, voor zover die kosten niet op andere wijze zijn gedekt, op zodanige wijze dat een kwalitatief hoogwaardige programmering mogelijk is en continuïteit van de bekostiging is gewaarborgd. Deze bekostiging waarborgt in ieder geval dat per provincie het in 2004 bestaande niveau van de activiteiten met betrekking tot de verzorging van radioen televisieprogramma’s en van de activiteiten als bedoeld in artikel 13c, derde lid, van de regionale omroepinstelling(en) ten minste gehandhaafd blijft.


Artikel 107.2

Aan de bekostiging, bedoeld in het eerste lid, worden geen voorwaarden gesteld of voorschriften verbonden die in strijd zijn met het bepaalde bij of krachtens deze wet. Artikel 107.3

Onze Minister zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van dit artikel, en vervolgens telkens na drie jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het bepaalde in dit artikel in de praktijk.

9

Toelichting bij de wet

In het voorstel van wet is 2001 als peiljaar gehanteerd, omdat in dat jaar overeenstemming werd bereikt tussen de toenmalige staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Interprovinciaal Overleg (IPO) over overdracht van de middelen voor regionale omroep uit de mediabegroting van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar het Provinciefonds. Intussen zijn enkele jaren verstreken, waarin het aantal uren zendtijd voor radio en televisie bij diverse regionale omroepen uitbreiding heeft ondergaan. Bovendien verzorgen de regionale omroepen ook activiteiten als teletekst en internet. Het IPO en de Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking (ROOS) stellen gezamenlijk voor om de minimale zorgplicht van provincies te bepalen op het kwantitatieve en kwalitatieve niveau van de (omroep)activiteiten van de regionale omroepinstellingen, zoals dat bestaat in het jaar voorafgaand aan de feitelijke overgang. Het kabinet neemt dit over. In de gewijzigde wettekst is daarom sprake van het peiljaar 2004 en gaat het niet alleen om het niveau van radioen televisieprogramma’s, maar ook om het niveau van de andere activiteiten die de regionale omroep op grond van artikel 13c, derde lid Mediawet mag ontplooien om mede invulling te geven aan zijn publieke taak. Het woord «niveau» heeft een dubbele betekenis: het gaat zowel om een kwantitatieve als een kwalitatieve norm, waaraan de regionale omroep moet kunnen blijven voldoen. De bekostiging waarborgt in ieder geval dat per provincie het in het jaar 2004 bestaande niveau van (omroep)activiteiten van de regionale omroepinstelling(en) ten minste blijft gehandhaafd.


Voor het kabinet is van grote betekenis, dat provincies zich bereid hebben verklaard om - onder voorbehoud van goedkeuring door provinciale staten - hun minimale zorgplicht aldus invulling te geven dat de huidige structurele financiële inzet wordt gecontinueerd, waarbij deze financiële inzet jaarlijks met een reële index wordt verhoogd, zodat instandhouding van het niveau in het jaar voorafgaand aan de feitelijke overgang (peiljaar is dus 2004) is gewaarborgd. Om dat niveau van activiteiten te kunnen blijven waarborgen zijn provincies en regionale omroepen overeen gekomen dat een reële index wordt gehanteerd, zodat de stijgende autonome kosten van regionale omroepinstellingen bij gelijkblijvend niveau van activiteiten gecompenseerd worden door het toekennen van extra bekostiging. De autonome kosten zijn niet of weinig beïnvloedbaar en bevatten onder andere personeelskosten, gebouwkosten, technische kosten en meerjarige contractkosten. Provincies en regionale omroepen zijn ook overeengekomen dat jaarlijks een onafhankelijke derde een zwaarwegend advies zal geven omtrent de hoogte van deze reële index; zij denken daarbij aan het Centraal Planbureau (CPB). Bij verdeling van de middelen voor regionale omroep via het Provinciefonds - na invoering van dit wetsvoorstel - vinden onvermijdelijk herverdeeleffecten plaats. 10

Die zullen geen nadelige invloed hebben voor regionale omroepen, op grond van een toezegging van de provincies. Met andere woorden: een regionale omroepinstelling wordt niet gekort op de bekostiging in het geval de betreffende provincie, als gevolg van de verdeling van de middelen in het Provinciefonds, een lagere bijdrage dan voorheen zou ontvangen. De provincies vrijwaren de regionale omroepinstellingen hiervoor, blijkens hun brief van 26 oktober 2004. Tijdens de kamerbehandeling op 27 november 2003 werd aangedrongen op evaluatie van deze wetswijziging na verloop van enige tijd, Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 28 856, nr. 8 om te zien hoe een en ander in de praktijk werkt. Ik heb daarom besloten om als extra waarborg in het wetsvoorstel een evaluatiebepaling op te nemen. Die evaluatie zal elke 3 jaar plaats vinden en wordt uitgevoerd door het Commissariaat voor de Media. Een dergelijke periodieke evaluatie acht ik wenselijk vanwege het grote belang dat gemoeid is met een goede uitoefening van de publieke functie door de regionale omroepen. Bovendien past het binnen de algemene rijksverantwoordelijkheid voor het gehele publieke omroepbestel. Dit neemt niet weg dat het Commissariaat jaarlijks zal blijven rapporteren over de middelen die provincies beschikbaar stellen aan regionale omroep, net zoals het Commissariaat ook jaarlijks blijft rapporteren over de wijze waarop de regionale omroepen invulling geven aan het programmavoorschrift en andere wettelijke vereisten.


Ik vind het van belang om nog eens te onderstrepen dat zowel regionale omroepen als provincies bij het Commissariaat voor de Media terecht kunnen met vragen en/of opmerkingen die verband houden met de wet en regelgeving voor regionale omroep. Deze functie van vraagbaak annex klachtenloket past binnen de reeds bestaande algemene toezichtstaak van het Commissariaat, maar het lijkt mij van belang om dat in deze «overgangssituatie» naar een nieuwe financieringsstructuur nog eens extra te benadrukken.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. C. van der Laan

11

Met CAO partners is, bovenop de jaarlijkse autonome stijging van de salarissen ten gevolge van de z.g. periodieken, een gematigde loonstijging afgesproken. Inzake het veranderende pensioenstelsel hebben CAO partners kunnen afspreken dat binnen de bestaande premieruimte er in 2006 een nieuwe basisregeling voor alle medewerkers komt en dat perspectiefverlies op vervroegd uittreden voor sommige groepen medewerkers gecompenseerd kan worden. Op de valreep van 2005 hebben de delegaties van werkgevers van de publieke omroep en vakbonden een deelakkoord bereikt over de gewenste modernisering van de CAO 2005. Overleg en samenwerking

Zoals verwacht is veel intern en extern overleg gevoerd. Naast de veelvuldige overleggen tussen directies, hoofdredacties, personeelsfunctionarissen, hoofden techniek en hoofden financiën zijn er ook vele ad hoc werkgroepen waar in kleiner comité zaken zijn uitgezocht. De benchmark 2005 zal eind 2005 weer voltooid zijn. De RadioNieuwsCentrale


Vanaf het tweede kwartaal 2005 wordt er van het TV-programma RegioNed naast een wekelijkse versie ook een dagelijkse versie gemaakt. Het programma laat opmerkelijke verhalen uit de twaalf provincies zien en werd eind 2005 door twaalf van de dertien omroepen in verschillende vormen uitgezonden. De langverwachte verhuizing naar het Videocentrum op het Mediapark, alwaar ook de RTV redacties van de NOS worden gehuisvest, is eind november gerealiseerd. Programmatische zaken

Via het overleg van hoofdredacteuren zijn vele impulsen gegeven aan het kwaliteitsbeleid ten aanzien van de regionale publieke programma’s. Zo hebben in februari 2005 weer de ROOS RTV-dagen plaatsgevonden alwaar de NL Awards zijn uitgereikt. De prijs beloont en stimuleert programmamakers goede producties te maken. Een afvaardiging van het overleg heeft gesproken met de NOS over - verdere - samenwerking en zal hierover met de NOS afspraken maken.

12

Techniek

In 2004 werd al verwacht dat de overheid besluiten zou nemen over de digitalisering van de ether, zowel voor radio als voor televisie. In 2005 bleken ook deze onderwerpen politiek gevoelig te zijn. De eerst in januari 2005 en daarna voor de zomer beloofde brief over de afschakeling van analoge televisie is er, ondanks aandringen van de Tweede Kamer, in 2005 nog steeds niet gekomen. Het ziet er echter naar uit dat het kabinet in haar visie geen rekening zal houden met de kijkers van de regionale omroepen. Ook het kabinetsbeleid inzake digitale radio houdt weinig goeds in voor de regionale omroepen. Digitale radio wordt gestimuleerd maar vooralsnog alleen voor landelijke publieke en commerciële radiozenders. Dat de best beluisterde zender vanaf de introductie van digitale radio geen goede plaats lijkt te krijgen is ook bij de Tweede Kamer aangekaart. Met Versatel, KPN TV, Essent en Casema zijn afspraken gemaakt om de radioen televisieprogramma’s van de regionale omroepen op te nemen in de digitale basispakketten van deze aanbieders die hiermee hun aanbod aantrekkelijker maken. Voor regionale omroepen is het voordeel dat hun programma’s door nog meer kijkers en luisteraars gezien en beluisterd kunnen worden wat vooral voor ex-inwoners van de respectievelijke provincies interessant is. Het overleg van de hoofden techniek heeft zich in 2005 onder andere beziggehouden met het verder verbeteren en automatiseren van processen en met de elektronische uitwisseling van video en audio.


Personeel & organisatie

Het ziet er echter naar uit dat het kabinet in haar visie geen rekening zal houden met de kijkers van de regionale omroepen.

De ontwikkeling van de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden is in 2005 voor een groot deel samengevallen met de inbreng voor de CAO voor het Omroeppersoneel. Als secundaire arbeidsvoorwaarde heeft het P&O-overleg zich in 2005 gebogen over de nieuwe regeling voor kinderopvang. De ontwikkeling van secundaire arbeidsvoorwaarden is met name in de laatste maanden van het jaar in belang toegenomen door de vele wetswijzigingen die de secundaire arbeidsvoorwaarden raken. Het P&O-overleg heeft advies uitgebracht over de modernisering van de CAO. Het advies is een onderdeel geworden van de verdere besprekingen die werkgevers met de werknemers voeren over de modernisering van de omroep-CAO. Landelijke omroepen en regionale omroepen trekken hierbij gezamenlijk op.

13


1234567 De beleidsprioriteiten 2006

15

1

Taakstelling en functie Met het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ‘focus op functies’ is in Nederland de discussie los gebarsten hoe omroep er in de toekomst uit zal zien. Samen met een brede discussie over de landelijke publieke omroep, de komst van Talpa, voetbal via Versatel en ontwikkelingen in de printmedia is duidelijk dat het medialandschap in Nederland snel aan het veranderen is. Met name door technologische ontwikkelingen, veelal ingegeven door de mogelijkheden van het internet en mobiliteit, zal er veel gaan veranderen. Digitale (thema)-kanalen, pod-casting, DVB-h en breedbandinternet zijn maar enkele van de vele termen die daarbij vallen. Iedereen kan omroepje spelen en de consument kan op vele manieren informatie tot zich nemen. Binnen die ontwikkelingen moeten de regionale omroepen hun specifieke taken vanuit de Mediawet blijven vervullen. Het wijzigende medialandschap valt samen met de invoering van de wet waarbij provincies een zorgplicht krijgen voor de regionale omroepen. Een zorgplicht die op een zodanige wijze ingevuld moet worden dat bij omroepen sprake is van een kwalitatief hoogwaardige programmering. Tussen provincies en omroepen is de afspraak gemaakt dat partijen samen zullen verkennen op welke wijze het begrip kwalitatief hoogwaardige programmering kan worden ingevuld. Eind 2005 heeft ROOS aan professor dr. Paul Rutten opdracht gegeven een studie te doen naar de toekomstige rol van de regionale publieke omroep in het Nederlandse mediabestel waarmee ROOS en omroepen een visie kunnen ontwikkelen voor de (middel)lange termijn. Begin 2006 zal Paul Rutten zijn bevindingen presenteren.


In 2005 schreef Staatssecretaris Van der Laan aan de Tweede Kamer dat zij vanwege de financiële positie van de regionale omroepen alleen ondertiteling verplicht wil stellen voor de landelijke publieke en commerciële omroepen. ROOS zal er bij de politiek op aandringen dat ondertiteling ook bij de regionale omroepen voorziet in een publieke behoefte. 16

1.1

ROOS zal een bijeenkomst organiseren waar de uitkomsten van de studie zullen worden gepresenteerd. Voor deze bijeenkomst zullen bij de regionale omroepen betrokken beleidsmakers, bestuurders en politici worden uitgenodigd.

1.2

Naar aanleiding van de studie zal ROOS het initiatief nemen om een visie te ontwikkelen op de toekomstige rol van de regionale omroepen in het Nederlandse mediabestel.

1.3

In 2005 schreef Staatssecretaris Van der Laan aan de Tweede Kamer dat zij vanwege de financiële positie van de regionale omroepen alleen ondertiteling verplicht wil stellen voor de landelijke publieke en commerciële omroepen. ROOS zal er bij de politiek op aandringen dat ondertiteling ook bij de regionale omroepen voorziet in een publieke behoefte.

1.4

In 2005 heeft de commissie Koetje in haar rapport ‘met beeld en beleid’ de aanbeveling gedaan dat regionale omroepen naast radio als officiële calamiteitenzender ook televisie voor de calamiteitenfunctie ingezet moet worden. De regionale publieke omroepen willen afspraken maken met het ministerie van Binnenlandse Zaken en met provincies om deze functie ook voor televisie op zich te nemen.

1.5

ROOS zal in 2006 de activiteiten rondom de promotie van de regionale omroepen intensiveren.

2

Financiële zaken Op 1 januari 2006 treedt de nieuwe financieringsstructuur voor de regionale omroepen formeel in werking. Provincies dragen daarin zorg voor de bekostiging van het functioneren van de regionale omroepen door de kosten te vergoeden die verband houden met het functioneren van de regionale omroepen zodat het in 2004 bestaande niveau van de activiteiten van de regionale omroepen ten minste gehandhaafd blijft. Aan deze zogenaamde minimale zorgplicht wordt door provincies invulling gegeven door de structurele inzet van 2004 te continueren en deze jaarlijks met een reële index te verhogen. Met deze verhoging worden de stijgende autonome kosten van regionale omroepinstellingen, bij een gelijkblijvend niveau van activiteiten, gecompenseerd door het toekennen van extra bekostiging. De nieuwe financieringsstructuur is zeer duidelijk vastgelegd in de Mediawet en in de toelichting daarop. 2.1

ROOS zal de invoering van de wet nauwgezet volgen en zal mede gesprekspartner zijn voor alle omroepen in de gesprekken met de provincies. Met name de afspraak dat omroepen door provincies worden gevrijwaard voor eventuele herverdeeleffecten binnen het provinciefonds en de toekenning van een juiste indexering staat bij ROOS hoog op de lijst van aandachtspunten. ROOS zal vervolgens de uitvoering van de wet volgen, ook voor wat betreft de onafhankelijkheid van de omroepen, en daarvoor in het najaar van 2006 een algemeen beeld schetsen.

2.2

In aanloop naar de nieuwe wet voor de nieuwe financieringsstructuur van de regionale omroepen hebben het Interprovinciaal Overleg IPO en ROOS aan de Staatssecretaris van OCW aangegeven dat aantoonbare kostenstijging bij de regionale omroepen als gevolg van rijksbeleid door de rijksoverheid dienen te worden gecompenseerd. Hier wordt met name gedoeld op de introductie van digitale televisie (DVB-t), digitale radio (T-DAB) en op ondertiteling van televisieprogramma’s.

2.3

ROOS zal een verkenning doen naar de mogelijkheid van gezamenlijke inkoop van goederen.


Aan deze zogenaamde minimale zorgplicht wordt door provincies invulling gegeven door de structurele inzet van 2004 te continueren en deze jaarlijks met een reële index te verhogen. Met deze verhoging worden de stijgende autonome kosten van regionale omroepinstellingen, bij een gelijkblijvend niveau van activiteiten, gecompenseerd door het toekennen van extra bekostiging. 17

3

Overleg en samenwerking ROOS kent diverse overleggen waaraan de regionale omroepen deelnemen: Overleg

Frequentie (verwacht)

Directeuren (ROOS bestuur)

10 maal per jaar

Hoofdredacteuren

6 maal per jaar

Personeelsfunctionarissen

4 maal per jaar

Hoofden Techniek

4 maal per jaar

Hoofden Financiën

4 maal per jaar

Internetwerkgroep

Op basis van behoefte

De Raad van Toezicht en de Raad van Advies vergaderen respectievelijk tenminste tweemaal en eenmaal per jaar. Daarnaast overlegt ROOS met diverse relevante partijen in het omroepbestel. Ook is ROOS deelnemer aan het overleg van omroepwerkgevers. Tevens worden er vanuit ROOS diverse werkgroepen gevormd die bepaalde onderwerpen behandelen c.q. voorbereiden.


18

3.1

Ondanks de vaak volle agenda’s zal in de overleggen meer tijd worden ingeruimd om breder ervaringen met elkaar uit te wisselen.

3.2

Vanuit ROOS zal er op regelmatige basis overleg zijn met de diverse partijen in het publieke bestel waaronder de Publieke Omroep, de Wereldomroep en de OLON maar ook met het Commissariaat voor de Media, de ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, Economische Zaken en Binnenlandse Zaken en het Interprovinciaal Overleg.

3.3

Jaarlijks wordt door het overleg van hoofden financiën de benchmark opgesteld. De benchmark geeft omroepen inzicht in de eigen prestaties ten opzichte van de andere omroepen. Het bestuur hecht grote waarde aan de volledigheid hiervan.

3.4

Vanuit ROOS zullen diverse werkgroepen en delegaties worden gevormd voor specifieke onderwerpen.

4

RadioNieuwsCentrale (RNC) De RNC gaat in 2006 haar status van gezamenlijke binnen- en buitenland-redactie van alle dertien regionale omroepen perfectioneren. De verhuizing naar de NOS-vloer, eind november 2005, moet daar een eerste aanzet toe geven. De digitalisering met Klotz van de RNC en de onmiddellijke nabijheid van alle nieuwsredacties van de NOS lijkt garant te staan voor een volwassen manier van samenwerking. Een vergelijkbare groeiende afname door Radio Nederland Wereldomroep blijft evenzo hoog op de prioriteitenlijst staan. Intussen mag de dagelijkse aflevering van het televisieprogramma RegioNed zich in een groeiende belangstelling verheugen: alle dertien regionale omroepen hebben het op de een of andere manier in hun programmering opgenomen.


19

4.1

De verhuizing van de RNC naar een plek nabij de redacties van de NOS moet resulteren in groeiende uitwisseling ten gunste van de regionale omroepen en in meer afname door de NOS van binnenlands-nieuws-van-buiten-de-Randstad.

4.2

De RNC zal ook in 2006 de dagelijkse en wekelijkse versies van RegioNed maken die afgenomen worden door alle dertien omroepen.

4.3

Uitgangspunt van de RNC was, is en blijft het zo efficiënt mogelijk produceren van hoogwaardige radio, televisie en internet waarbij het, van het Amerikaanse persbureau Associated Press overgenomen, motto “We are here to serve” hoog in het vaandel gevoerd zal blijven.

5

Programmatische zaken Het overleg van hoofdredacteuren (HR-overleg) moet belangrijke impulsen geven aan het kwaliteitsbeleid ten aanzien van de regionale publieke programma's. De activiteiten voor het HR-overleg liggen met name op het gebied van uitwisselen van kennis, het ondersteunen van sectorbrede ontwikkelingen via en het profileren en stimuleren van de kwaliteit van de regionale omroepen. Verder gaat het om samenwerkingsprojecten met derden en het voorbereiden van overeenkomsten daarvoor. 5.1

Op 16 en 17 februari 2006 zullen voor de vierde maal de ROOS Dagen georganiseerd worden, een tweedaags congres voor programmamakers van regionale omroepen. Het thema in 2006 is nieuws. Doel van het congres is om programmamakers te informeren over nieuwe ontwikkelingen en ze te inspireren. De programmamakers krijgen cursussen aangeboden om zich te scholen in nieuwe vaardigheden. Ter ondersteuning van de ROOS Dagen wordt een internetsite opgezet waarop ook informatie verspreid kan worden over andere projecten die ROOS organiseert voor het HR-overleg.

5.2

De NL-Award is een prijs voor de beste regionale radioen televisieprogramma’s. De prijs onderstreept en stimuleert de kwaliteit van regionale programma’s. Het komende jaar wordt de Award uitgebreid met een prijs voor de beste internetsite. De prijs heeft tevens een eigen internetsite.

5.3

ROOS organiseert cursussen en werkbezoeken waarvoor een sectorbrede belangstelling bestaat. Het komende jaar concentreert zich dit aanbod verder op de ontwikkeling van camerajournalistiek (camjo) bij regionale omroepen. Er zullen opnieuw camjocursussen voor beginners worden aangeboden. Daarbij is het streven om een specifiek aanbod te ontwikkelen voor de Nederlandse regionale av-sector. Een paar keer per jaar zal een bijeenkomst voor eindredacteuren worden georganiseerd om hun cursusbehoefte te inventariseren, onder meer om de camjo-ontwikkeling bij hun omroep te ondersteunen.

5.4

Er zullen meer programma-inhoudelijke en journalistieke onderwerpen aan de orde komen tijdens de vergaderingen, die steeds voorbereid zullen worden door de omroep waar het HR-overleg vergadert. De samenwerking via internet krijgt een hoge prioriteit onder meer door de mogelijkheden die RegioNed biedt om gezamenlijke internetactiviteiten verder uit te bouwen.

5.5

Jaarlijks worden de prestaties van de omroepen geëvalueerd aan de hand van de kijk- en luistercijfers.


De NL-Award is een prijs voor de beste regionale radioen televisieprogramma’s. De prijs onderstreept en stimuleert de kwaliteit van regionale programma’s. Het komende jaar wordt de Award uitgebreid met een prijs voor de beste internetsite. De prijs heeft tevens een eigen internetsite.

20


21

5.6

Eind 2005 loopt een onderzoek naar vervangende verbindingen tussen de regionale omroepen als onderdeel van het huidige Datiq-netwerk. Dit zal in het eerste kwartaal van 2006 worden afgerond.

5.7

Voor de onderhandelingen met de NOS is het streven om deze op korte termijn af te ronden zodat in 2006 aan de afspraken invulling gegeven kan worden.

6

Techniek - digitalisering De verwachte besluitvorming omtrent de digitalisering van de ether is in 2005, ondanks enkele debatten hieromtrent in de Tweede Kamer, zowel voor radio- als televisie uitgebleven. Voor regionale omroepen is dit niet betreurenswaardig omdat in de neergelegde kabinetsvisies weinig tot geen rekening werd gehouden met de belangen van de regionale omroepen. De digitalisering van de ether zal dan ook in 2006 een belangrijke prioriteit blijven. 6.1

In 2006 zal ROOS onverminderd het pleidooi houden dat ook via het digitale domein de radioen televisieprogramma’s van de regionale omroepen voor iedere inwoner van elke provincie toegankelijk moeten zijn zoals dit bedoeld is in artikel 13c van de Mediawet.

Televisie

Het kabinet heeft in 2005 nog geen besluit genomen over de afschakeling van de analoge televisiefrequenties om deze daarna digitaal in gebruik te kunnen nemen. De consequenties van deze afschakeling zijn groot voor zowel de kijkers als voor de regionale omroepen. Voor de kijkers zonder kabelaansluiting betekent dit dat de toegankelijkheid tot de regionale omroep afneemt; voor de omroepen betekent dit dat zij de televisiesignalen op een andere wijze moeten distribueren. De door ROOS aangedragen oplossing om de televisiesignalen via de satelliet te distribueren lost niet alleen de vele problemen op die de afschakeling van analoge televisie met zich meebrengt maar heeft ook nog grote voordelen. Naar verwachting zal het Kamerdebat hieromtrent spoedig in 2006 plaatsvinden.


In 2006 zal ROOS onverminderd het pleidooi houden dat ook via het digitale domein de radioen televisieprogramma’s van de regionale omroepen voor iedere inwoner van elke provincie toegankelijk moeten zijn zoals dit bedoeld is in artikel 13c van de Mediawet.

22

6.2

Distributie via de satelliet moet de vervanger zijn van distributie via analoge televisiezenders. Met deze vorm van distributie blijven de televisieprogramma’s van de regionale omroepen ook toegankelijk voor de consument die geen kabelaansluiting kan óf wil hebben. De landelijke overheid dient hierbij zorg te dragen dat de kosten die deze vorm van distributie wordt gecompenseerd.

6.3

De landelijke overheid dient tijdig uitgebreide voorlichting te geven en te bekostigen bij de afschakeling van de analoge televisiefrequenties.

6.4

Regionale omroepen wensen afspraken te maken met aanbieders van programmapakketten om hun radioen televisieprogramma’s beschikbaar te stellen voor onverkorte, ongewijzigde en gelijktijdige doorgifte.

Extra kosten kunnen de regionale omroepen evenwel niet dragen. De landelijke overheid dient - zolang analoge en digitale radio naast elkaar bestaan - de regionale omroepen financieel te compenseren voor hun deelname aan digitale radio.

Radio

Met grote interesse worden de uitkomsten afgewacht van een nieuwe internationale herverdeling van frequenties. Deze internationale herverdeling moet in Nederland meer frequentieruimte in het digitale radiodomein opleveren waardoor de regionale omroepen in dezelfde frequentieband als de landelijke publieke en commerciële omroepen gefaciliteerd kunnen worden. Het kabinet erkent dit ook doordat zij heeft aangegeven dat regionale omroepen, ingeval er extra frequentieruimte beschikbaar komt, met voorrang in die extra ruimte geaccommodeerd zullen worden.


23

6.6

Met betrekking tot digitale radio zal ROOS deel blijven nemen aan werkgroepen van het ministerie. Ook is ROOS deelnemer aan de stichting DAB en is toehoorder bij de stichting Digiradio.

6.7

Gelijktijdig met de uitgifte van frequenties voor de - landelijke - commerciële omroepen moet ook aan de regionale publieke omroepen frequentieruimte ter beschikking worden gesteld waarbij de regionale omroepen niet alleen voldoende ruimte krijgen voor hun reguliere programma’s maar ook mogelijkheden krijgen voor innovatie. T-DAB uitzendingen voor regionale publieke omroepen moeten plaatsvinden via frequentieband III.

6.8

Van de overheid wordt verwacht dat zij in de internationale besprekingen extra ruimte in frequentieband III zal onderhandelen.

6.9

Extra kosten kunnen de regionale omroepen evenwel niet dragen. De landelijke overheid dient - zolang analoge en digitale radio naast elkaar bestaan - de regionale omroepen financieel te compenseren voor hun deelname aan digitale radio.

7

Personeel & Organisatie (P&O) Het P&O-overleg adviseert het ROOS-bestuur over de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Onderling wordt informatie uitgewisseld over wijzigingen in weten regelgeving met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en de wijze hoe hierop ingespeeld kan worden. De implementatie van een Product Risico Inventarisatie en Evaluatie (PRIE), die in samenwerking met de ARBO Unie wordt ontwikkeld, zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2006 plaatsvinden. De ervaringen van de laatste maanden en de te verwachten wijzigingen in weten regelgeving vraagt om een hoge prioriteit bij de uitwerking van de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarbij is vaak specifiek - juridische - kennis onontbeerlijk. De uitvoering van deze punten zal, mede vanwege het tijdsbeslag dat hiermee gemoeid is, externe ondersteuning behoeven.


24

7.1

De invoering van een noodzakelijk geachte gemoderniseerde CAO zal een goede voorbereiding vergen. De regionale omroepen zullen daarbij onderling en met de landelijke omroepen optrekken.

7.2

Bij de wijzigende weten regelgeving wordt een gemeenschappelijke aanpak voorgestaan en is communicatie naar medewerkers een belangrijk aandachtspunt.

7.3

In 2006 zal er een evaluatie van de beoordelingssystematiek plaatsvinden en zal deze desgewenst verder worden ontwikkeld.

Marktaandeel Radio en weekbereik TV Marktaandeel Radio (10 jaar en ouder)

Radio 538

Radio 2

Sky Radio

Radio 1

Radio 3FM

Bron: SKO Ma-Zon 02.00 - 06.00 uur

Bron: CLO Intomart GfK Ma-Zo 0700-1900 uur

Regio Radio


Gemiddeld weekbereik in % (13 jaar en ouder) publieke regionale TV zenders Omrop Fryslân

TV Noord

TV Drenthe

TV-Oost

TV Gelderland

Regio TV Utrecht

Radio 10 Gold

TV Flevoland

Radio Veronica

TV Noord-Holland

Q-Music/Noordzee FM

TV West

Yorin FM

TV Rijnmond

RTL FM

Omroep Zeeland

CRN

Omroep Brabant

Classic FM

L1 TV

Arrow Classic Rock

REGIO TV 13+

Slam FM/ID&T Radio

2003 2004 2005 (t/m okt.)

Arrow Jazz FM

BNR Nieuwsradio

25

0

2

4

6

8

10

12

14

2003 2004 2005 16

0

10

20

30

40

50

60

70

80

Vooruitzichten 2006-2010 In de komende jaren zal het medialandschap gaan veranderen. Alhoewel nieuwe technieken tal van nieuwe mogelijkheden zullen bieden zal een onafhankelijke publieke regionale omroepvoorziening deel blijven uit maken van het toekomstige medialandschap. Regionale omroepen moeten zich echter wel op de toekomst voorbereiden en zullen de ontwikkelingen dienaangaande op de voet moeten blijven volgen. Het zichzelf verschaffen van een belangrijke positie in het toekomstig medialandschap is een groot punt van aandacht voor de regionale omroepen. Vanaf 2006 geldt een nieuwe financieringsstructuur voor de regionale omroepen via de zorgplicht die provincies vanuit de Mediawet hebben gekregen. Iedere drie jaar, dus voor het eerst over de periode 2006 tot en met 2008, zal het Commissariaat voor de Media de doeltreffendheid en de effecten van de wet evalueren. ROOS zal de komende jaren de relaties tussen omroepen en provincies volgen teneinde ook zelf een beeld te kunnen schetsen. Daarbij zal specifieke aandacht uitgaan naar de instandhouding van het kwalitatieve niveau van het jaar 2004 en de onafhankelijkheid van de regionale publieke omroepen.


26

FM frequenties regionale omroepen

RADIO TV NOORD

92.2

97.5

OMROP FRYSLAN

90.8

93.9 RTV DRENTHE

99.4

RTV NOORD-HOLLAND OMROEP FLEVOLAND

87.9 88.9

89.8

RTV OOST

88.7

97.4 103.5

95.6

89.3


89.4

89.0

RTV UTRECHT

93.1

RADIO EN TV GELDERLAND

RADIO TV WEST

97.9

102.0

93.4

90.4 RTV RIJNMOND

89.1

95.8

OMROEP BRABANT

87.9 91.0 OMROEP ZEELAND

91.9 100.3

98.4 87.6

ST. OMROEP LIMBURG/L1 RADIO-TV

95.3

27

De publieke regionale omroepen


28

Omrop Fryslân

RTV Oost

Omroep Flevoland

Zuiderkruisweg 2

Hazenweg 25

Larserpoortweg 40

Postbus 7600

Postbus 1000

Postbus 567

8903 JP LEEUWARDEN

7550 BA HENGELO

8200 AN LELYSTAD

Telefoon

: 058 - 2997799

Telefoon

: 074-2456456

Telefoon

: 0320 - 285085

Telefax

: 058 - 2997750

Telefax

: 074-2456434

Telefax

: 0320 - 285098

internet

: www.omropfryslan.nl

internet

: www.rtvoost.nl

internet

: www.omroepflevoland.nl

Radio TV Noord

Radio en TV Gelderland

RTV Noord-Holland

Helperpark 298

Rosendaalseweg 704

Aletta Jacobslaan 9

Postbus 30101

Postbus 747

Postbus 9823

9700 RP GRONINGEN

6800 AS ARNHEM

1006 AM AMSTERDAM

Telefoon

: 050 - 3199999

Telefoon

: 026 - 3713713

Telefoon

: 020 - 8505050

Telefax

: 050 - 3130849

Telefax

: 026 - 3713757

Telefax

: 020 - 6694671

internet

: www.rtvnoord.nl

Internet

: www.omroepgelderland.nl

internet

: www.rtvnh.nl

RTV Drenthe

RTV Utrecht

Radio en TV West

Beilerstraat 30

Hengeveldstraat 29

Laan van ’s-Gravenmade 2

Postbus 999

Postbus 1012

Postbus 24025

9400 AZ ASSEN

3500 BA UTRECHT

2490 AA DEN HAAG

Telefoon

: 0592 - 338080

Telefoon

: 030 - 8500600

Telefoon

: 070 - 3078888

Telefax

: 0592 - 313009

Telefax

: 030 - 8500601

Telefax

: 070 - 3078879

internet

: www.rtvdrenthe.nl

internet

: www.rtvutrecht.nl

internet

: www.rtvwest.nl


RTV Rijnmond

L1 Radio-TV

Mathenesserlaan 155

Ambyerstraat-Zuid 77b

Centrale Reclame Services (CRS)

Postbus 1515

Postbus 31

Media Park - Heideheuvel H3

3000 BM ROTTERDAM

6200 AA MAASTRICHT

Sumatralaan 45

Telefoon

: 010 - 4400600

Telefoon

: 043 - 8506000

Postbus 291

Telefax

: 010 - 4400697

Telefax

: 043 - 8506010

1200 AG HILVERSUM

internet

: www.rijnmond.nl

internet

: www.l1.nl

Telefoon

: 035 - 6258080

Telefax

: 035 - 6258062

internet

: www.crs-media.nl

Omroep Zeeland

RadioNieuwsCentrale (RNC)

Kanaalstraat 64

Media Park - Videocentrum

Postbus 1090

Sumatralaan 45

Stichting ROOS

4388 ZH OOST-SOUBURG

Postbus 55


Telefoon

: 0118 - 499900

1200 AB HILVERSUM

Sumatralaan 45

Telefax

: 0118 - 499909

Telefoon

: 035 - 6777234

Postbus 913

internet

: www.omroepzeeland.nl

Telefax

: 035 - 6777230

1200 AX HILVERSUM

internet

: www.rnc.nl

Telefoon

: 035 - 6210875

Telefax

: 035 - 6216900

internet

: www.roosrtv.nl

Omroep Brabant Postbus 108

Omroep Reclame Nederland Sales (ORN)

5600 AC EINDHOVEN


Telefoon

: 040 - 2949494

Sumatralaan 45

Telefax

: 040 - 2949290

Postbus 287

internet

: www.omroepbrabant.nl

1200 AG HILVERSUM

Science Park Eindhoven 5550

Stichting Omroep Limburg (houdster zendmachtiging) Godsweerdersingel 77 6041 GK ROERMOND

29

Telefoon

: 0475 - 420966

Telefax

: 0475 - 420955

Telefoon

: 035 - 6258000

Telefax

: 035 - 6258018

internet

: www.orn.nl

Colofon Stichting ROOS Postbus 913 1200 AX Hilversum Telefoon : 035 - 621 08 75 Telefax : 035 - 621 69 00 E-mail : [email protected] Internet : www.roosrtv.nl Bezoekadres: Media Park - Heideheuvel H3 Sumatralaan 45 1217 GP Hilversum


Tekst en redactie: Stichting ROOS, Hilversum Drukwerk: Mewadruk, Hilversum Ontwerp: Studio Langezaal, Zeist

30

beleidsprioriteiten 2006 Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking

Recommend Documents