Steunpunt MILIEU & GEZONDHEID LUIK SOCIAAL EN GEZONDHEIDSECONOMISCH ONDERZOEK ________ December 2004 Het steunpunt Milieu en Gezondheid is een samenwerkingsverband tussen de Vrije Universiteit Brussel, de Universiteit Gent, de Universiteit Antwerpen, de Katholieke Universiteit Leuven, het Limburgs Universitair Centrum, het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek, het Provinciaal Instituut voor Hygiëne en de Universiteit Maastricht. ________ Voor meer informatie kan u terecht bij het luik Sociaal en Gezondheidseconomisch onderzoek van het steunpunt. Hans Keune
[email protected] 03-2204908 Steunpunt Milieu en Gezondheid p/a Universiteit Antwerpen STEM Kleine Kauwenberg 12 2000 Antwerpen PSW Universiteitsplein 1 2610 Wilrijk ________
BIOLOG: Communicatieoefening Biomonitoring Gentse kanaalzone Bijlagebundel
Hans Keune en Ilse Loots (met dank aan Frederika Torfs, Monica Van Fleteren en Marleen Meyvis)
2
Inhoud 4
BIJLAGE A
UITBREIDING ACTOREN: NETWERK PROJECT GENTSE KANAALZONE + ACTOREN INZAKE GEZONDHEID
5
BIJLAGE B
UITNODIGINGSBRIEF VOORONDERZOEK
9
BIJLAGE C
COMMUNICATIEOEFENING VOORONDERZOEK
16
BIJLAGE D
BELANGSTELLING DISCUSSIEBIJEENKOMSTEN OP BASIS VAN VOORONDERZOEK
17
BIJLAGE E
UITNODIGINGSBRIEF DISCUSSIEBIJEENKOMSTEN
19
BIJLAGE F
ACHTERGRONDINFORMATIE OVER DE BIOMONITORING
23
BIJLAGE G
OVERZICHT PROGRAMMA DISCUSSIEBIJEENKOMST
24
BIJLAGE H
INVULFICHES DISCUSSIEBIJEENKOMSTEN
30
BIJLAGE I
DEFINITIEF OVERZICHT DEELNEMERS PER DISCUSSIEBIJEENKOMST
31
REFERENTIES
3
Bijlage A Uitbreiding actoren: netwerk Project Gentse kanaalzone + actoren inzake gezondheid Het Project Gentse kanaalzone beschikt weliswaar over een uitgebreid netwerk dat een diversiteit aan actoren beslaat. Dat wil niet zeggen dat we ons beperkt hebben tot die actoren alleen. Met name inzake aandachtespunten met betrekking tot gezondheid, waren er nog weinig actoren betrokken via het Project Gentse kanaalzone. In overleg met het Project Gentse kanaalzone en de Stuurgroep van het Steunpunt Milieu & Gezondheid is de range van typen lokale groepen uitgebreid:
Medisch milieukundigen Project Gentse kanaalzone
Milieuambtenaren Professionals
Extra
Gezondheidsambtenaren Huisartsenkringen
Experts
Lokaal Gezondheidsoverleg
Adviesraden
Gezondheidsraad
Domeinen: Milieu
Milieuraad
Gezondheid Bewonersgroepen
Maatschappelijke groepen
Bedrijven
Vakbonden
Actiegroepen
4
Bijlage B Uitnodigingsbrief vooronderzoek Deze brief is aan verschillende groepen in de Gentse kanaalzone gestuurd met de vraag deel te nemen aan het vooronderzoek. Bij deze brief was de vragenlijst van het vooronderzoek gevoegd (zie bijlage C).
Communicatie-oefening Resultaten Biomonitoring Steunpunt Milieu & Gezondheid
Uitnodiging
Zoals u wellicht reeds heeft vernomen voert het Steunpunt Milieu en Gezondheid momenteel een biomonitoringsonderzoek uit in heel Vlaanderen. Dit Steunpunt werkt voor de Vlaamse overheid en is een samenwerkingsverband van verschillende universiteiten en onderzoeksinstellingen. Doelstelling van dit biomonitoringsonderzoek is naar verbanden te zoeken tussen milieuvervuiling en gezondheid. Dit gebeurt door een aantal stoffen in de mens zelf en een aantal biologische effecten te meten. De metingen worden uitgevoerd bij pasgeborenen, adolescenten (14-15 jaar) en volwassenen (50-65 jaar) en in acht verschillende soorten gebieden. De Gentse Kanaalzone is daar, samen met het Antwerpse havengebied, één type gebied van. Hoewel de eerste resultaten per gebied pas in de loop van 2005 verwacht worden, wil het steunpunt zich nu reeds, en bij voorkeur samen met u, voorbereiden op de communicatie over de resultaten en op wat er met de resultaten gedaan kan worden. Daarom noemen we het een communicatie’oefening’. Hiervoor werkt het Steunpunt samen met het Project Gentse Kanaalzone.
Waarover willen we het hebben met u? Onze belangrijkste aandachtspunten bij deze communicatie-oefening zijn: 1. In hoeverre de biomonitoring een antwoord kan geven op de vragen die leven in de Gentse kanaalzone als het gaat om de relatie milieu – gezondheid? 2. Hoe het Steunpunt het best kan communiceren over de biomonitoring en de resultaten van de biomonitoring? 3. Wat het Steunpunten en andere actoren kunnen doen met de (toekomstige) resultaten? We zullen deze aandachtspunten hieronder kort concreet toelichten. 1. In hoeverre kan de biomonitoring antwoord geven op de vragen die leven in de Gentse kanaalzone als het gaat om de relatie milieu – gezondheid? Dat hangt uiteraard af van wat de biomonitoring wel en niet onderzoekt. Ook de wijze waarop onderzoek gadaan wordt kan een effect hebben op de resulaten. Een paar voorbeelden:
5
De biomonitoring onderzoekt bijvoorbeeld de volgende gezondheidseffecten: kanker bij volwassenen, hormoonverstoring bij jongeren van 14/15 jaar, allergie en ontwikkeling van het zenuwstelsel bij pasgeborenen.
Een aantal gezondheidseffecten worden omwille van praktische redenen niet onderzocht, zoals bijvoorbeeld: slaapstoornissen, stress, ….. Over deze gezondheidseffecten zal de biomonitoring dus geen uitspraak kunnen doen. 1
Bijvoorbeeld bij volwassenen wordt gekeken naar de aanwezigheid van : PCBs , pesticiden, 2 dioxines , …..
Een aantal soorten van milieuhinder wordt omwille van praktische redenen niet onderzocht, zoals bijvoorbeeld de effecten van radioactiviteit, geluidsoverlast, geurhinder. Over deze vormen van milieuhinder zal de biomonitoring dus geen uitspraak kunnen doen. De biomonitoring onderzoekt specifiek wat de effecten zijn van het wonen in: industriegebied, stedelijk gebied, landelijk gebied, of naast een afvalverbrandingsoven.
Een aantal soorten leefomgeving wordt niet betrokken in het onderzoek, bijvoorbeeld de werkplek, gebied nabij een drukke verkeersader, het binnenhuismilieu, kleine steden, …… Waar de biomonitoring een uitspraak over hoopt te kunnen doen is bijvoorbeeld of verschillende soorten gebieden zoals die in Vlaanderen voorkomen inderdaad verschillen met zich brengen in inwendige blootstelling aan bepaalde vervuilende stoffen en/of dit effecten heeft op de gezondheid Veel is nog onbekend over de relatie tussen milieuhinder en gevolgen voor de gezondheid. Duidelijk is in ieder geval dat het geen eenvoudige relatie is. De biomonitoring hoopt een aanzienlijke kennisbijdrage te kunnen leveren, maar zal zeker niet alle vragen kunnen beantwoorden. 2. Hoe kunnen we het best communiceren over de biomonitoring en de resultaten van de biomonitoring? Een paar concrete vragen die het Steunpunt u wil stellen: Wilt u alles over het onderzoek weten, ook meer technische zaken zoals de gevolgde onderzoeksmethode ?
Of verkiest u bijvoorbeeld dat een expert die u kent ernaar kijkt en u hierover toelichting geeft, en eventueel bijstaat in discussie? Stel dat er bijvoorbeeld aanwijzingen gevonden worden voor nadelige gevolgen voor de gezondheid van stof X of bedrijfsactiviteit Y (als dergelijk verband al kan gelegd worden), maar de onderzoekers weten het niet zeker en moeten dit grondiger onderzoeken. Vindt u dan dat hierover naar het brede publiek gecommuniceerd moet worden omdat u vindt dat iedereen het recht heeft om dit te weten?
1
PCB’s of polychloorbifenylen zijn gechloreerde scheikundige verbindingen. Ze worden o.a. gebruikt worden in transformatoren en condensatoren (PCB’s zaten vroeger bijvoorbeeld in koelkasten). PCB’s komen in het milieu bij lekken uit deze toestellen en bij afvalverbranding. 2 Dioxines komen vrij bij onvolledige verbranding vb. bij verwarming van gebouwen, industrie, afvalverbranding.
6
Of vindt u dat daarmee gewacht moet worden tot de onderzoekers zeker weten of er een nadelig effect voor de gezondheid is van stof X of bedrijfsactiviteit Y? Bijvoorbeeld omdat er anders onrust ontstaat die later, na grondiger onderzoek, onterecht kan blijken? 3. Wat kunnen we doen met de (toekomstige) resultaten? Omdat de onderzoekers vandaag nog niet beschikken over resultaten stellen we een aantal scenario’s voor. Het is de bedoeling deze scenario’s aan te vullen met uw ideeën over wat er met de resultaten kan worden gedaan. Een concreet voorbeeld van een scenario:
Stel dat in de Gentse Kanaalzone een drastische stijging van DNA schade wordt gevonden, maar onduidelijk is hoe dat komt. Maar dit wordt alleen in de Gentse Kanaalzone gevonden. De volgende vraag is dan wat zou er in de Gentse Kanaalzone anders kunnen zijn dan in andere gebieden? Stel dat vervolgens blijkt dat er in de Gentse Kanaalzone een bepaalde vorm van industrie is, die alleen in de Gentse Kanaalzone voorkomt. De volgende stap zal kunnen zijn de werknemers van die industrie te gaan onderzoeken. Een paar concrete vragen rond een plan van aanpak:
Hoe kunnen lokale actoren/groepen bij verder onderzoek of beleidsvoorbereiding betrokken worden in geval dat: De onderzoekers in de biomonitoring een gezondheidsprobleem vinden als gevolg van een onbekende bron van vervuiling. De onderzoekers in de biomonitoring een gezondheidsprobleem vinden waarover nog onvoldoende duidelijkheid bestaat. De onderzoekers in de biomonitoring een duidelijk gezondheidsprobleem vinden en de bron van vervuiling kan worden vastgesteld.
Wie vragen we deel communicatieoefening?
te
nemen
aan
deze
We benaderen voor dit project verschillende actoren/groepen in de Gentse Kanaalzone: -
Bewonersgroepen Bedrijven Vakbonden Huisartsenkringen Milieuorganisaties Milieuraden Gezondheidsraden Milieuambtenaren Gezondheidsambtenaren LOGO's (Lokaal gezondheidsoverleg) Medisch Milieukundigen
Wat verwachten wij concreet van u? Wat wij u willen vragen is deel te nemen aan een korte bevraging (als vooronderzoek) en aan minimaal één groepsdiscussie.
7
Het vooronderzoek bevindt zich in bijlage Het is daarbij de bedoeling na te gaan wat voor u de meest zinvolle gespreksthema’s lijken. Op basis van het vooronderzoek worden prioritaire agendapunten of thema’s vastgesteld, die dan in groepsdiscussie besproken zullen worden. De groepsdiscussies zullen na de zomer van 2004 van start gaan. Het is bedoeling dat in een groepsdiscussie mensen van het Steunpunt Milieu & Gezondheid (wetenschappers & overheid) in discussie treden met lokale actoren. We willen verschillende groepsdiscussies organiseren met verschillende lokale actoren. De groepsindeling zal afhangen van de belangstelling voor deelname en de voorkeuren voor gespreksthema’s.
Voor meer informatie Voor meer informatie over het Steunpunt Milieu & Gezondheid verwijzen wij graag naar: http://www.milieu-en-gezondheid.be/ Voor meer informatie over het Project Gentse Kanaalzone verwijzen wij graag naar: http://www.oost-vlaanderen.be/milieu/rom/
Aanmelding voor deelname Heeft u interesse deel te nemen aan ons project gelieve hierbij dan de vragen te beantwoorden van het vooronderzoek (zie bijlage). en uiterlijk voor 15 mei 2004 terug te sturen naar één van beide adressen: Frederika Torfs Projectbureau Gentse Kanaalzone Email:
[email protected]
Hans Keune Universiteit Antwerpen Steunpunt Milieu & Gezondheid Email:
[email protected]
Mocht u vragen hebben kunt u ons vanzelfsprekend ook contacteren. Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking, Vriendelijke groet, Frederika Torfs en Hans Keune Bedankt voor uw medewerking!
8
Bijlage C Communicatieoefening Vooronderzoek Deze vragenlijst is de mensen voorgelegd tijdens het vooronderzoek. Deze vragenlijst is met de uitnodigingsbrief verstuurd (zie bijlage B).
COMMUNICATIE-OEFENING VOORONDERZOEK
Bedoeling Het is de bedoeling via een vooronderzoek na te gaan wat voor u de meest zinvolle gespreksthema’s lijken. Op basis hiervan worden dan prioritaire agendapunten of thema’s vastgesteld, die dan in groepsdiscussie besproken zullen worden. Vraag 1 Gelieve aan te geven in welke mate u onderstaande onderwerpen belangrijk vindt voor discussie 1= niet belangrijk, 2= weinig belangrijk, 3 = redelijk belangrijk, 4 = belangrijk, 5 = zeer belangrijk In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over de vraag in hoeverre de biomonitoring antwoord kan geven op de vragen die leven in de Gentse Kanaalzone als het gaat om de relatie milieu – gezondheid? In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over welke soorten gezondheidseffecten de biomonitoring wel onderzoekt en welke niet? In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over welke milieugevaarlijke stoffen of vormen van milieuhinder onderzocht worden en met welke niet? In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over de soorten milieuhinder en gezondheidseffecten die u belangrijk vindt? De biomonitoring zoekt naar verbanden tussen de leefomgeving en de invloed ervan op de gezondheid. Zo wordt specifiek onderzocht wat de effecten zijn van het wonen in: industriegebied, stedelijk gebied, landelijk gebied, of naast een afvalverbrandingsoven. In welke mate vindt u het belangrijk hierover te discussiëren? Veel is nog onbekend over de relatie milieu – gezondheid. De biomonitoring zal aan de kennis hierover een bijdrage leveren, maar zal zeker niet alle vragen kunnen beantwoorden. In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over welke uitspraken de biomonitoring straks wel kan doen en welke niet over de relatie milieu – gezondheid?
9
Vraag 2 Gelieve aan te geven in welke mate u onderstaande onderwerpen belangrijk vindt voor discussie 1= niet belangrijk, 2= weinig belangrijk, 3 = redelijk belangrijk, 4 = belangrijk, 5 = zeer belangrijk In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over de vraag hoe het Steunpunt Milieu & Gezondheid het best kan communiceren over de biomonitoring en de resultaten van de biomonitoring? In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over welke aspecten van de onderzoeksaanpak van de biomonitoring er gecommuniceerd moeten worden naar het brede publiek. U kunt dan bijvoorbeeld denken aan meer technische zaken, zoals de onderzoeksmethode. In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over de vraag of de onderzoekers best alleen communiceren over resultaten waar zij duidelijke en zekere uitspraken over kunnen doen, of dat er (ook) gecommuniceerd moet worden over zaken waar de onderzoekers nog geen volledige zekerheid over hebben of waar nieuwe vraagtekens rond gerezen zijn? Stel dat de onderzoekers een verhoogde lichaamsbelasting met een bepaalde stof vaststellen in de streek, maar dat het nog maanden zal duren vooraleer kan worden nagegaan of die verhoging niet het gevolg is van een of andere levensstijlfactor, zoals roken. In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over de vraag of in dit geval het (onvolledige) resultaat toch alvast bekend moet gemaakt worden, of dat beter gewacht wordt tot het volledig resultaat met inbegrip van kritische analyse beschikbaar is? In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over de spelregels voor communicatie die het Steunpunt Milieu & Gezondheid heeft opgesteld? Bijvoorbeeld: A. Het Steunpunt Milieu en Gezondheid wil omwille van een breder draagvlak voor onderzoek en beleid inzake milieu & gezondheid alle relevante personen of groepen bij het werk van het Steunpunt betrekken: Dit kunnen zowel wetenschappers, experts, overheden, burgers, als bedrijven of belangengroepen zijn. Het kan daarbij gaan om groepen die zich spontaan kenbaar maken of zich actief aandienen én om groepen die niets van zich laten horen, maar toch van belang zijn voor de probleemdefinitie van het specifieke milieu & gezondheidsvraagstuk. B. Iedereen bekijkt milieu- en gezondheidsproblemen vanuit zijn of haar eigen achtergrond: verschillen in beoordeling van risico’s berusten op uiteenlopende definities van milieu- en gezondheidsproblemen en van oplossingen. Alle betrokkenen bij het debat over milieu- en gezondheidsproblemen nemen in dat debat een even waardevolle positie in. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor ervaringskennis van burgers. C. Verspreiding van informatie moet in principe vrij van machtsverhoudingen zijn: iedereen heeft in principe recht om geïnformeerd te worden.
10
Vraag 3 Gelieve aan te geven in welke mate u onderstaande onderwerpen belangrijk vindt voor discussie 1= niet belangrijk, 2= weinig belangrijk, 3 = redelijk belangrijk, 4 = belangrijk, 5 = zeer belangrijk In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over de vraag wat het Steunpunt Milieu & Gezondheid kan doen met de (toekomstige) resultaten als het gaat over: scenario’s (schetsen mogelijke uitkomsten van het onderzoek) Stel dat in de Gentse Kanaalzone een drastische stijging van DNA schade wordt gevonden, maar onduidelijk is hoe dat komt. Maar dit wordt alleen in de Gentse Kanaalzone gevonden. Stel dat vervolgens blijkt dat er in de Gentse Kanaalzone een bepaalde vorm van industrie is, die alleen in de Gentse Kanaalzone voorkomt. De volgende stap zal kunnen zijn de werknemers van die industrie te gaan onderzoeken. In welke mate vindt u het belangrijk over een scenario als dit te discussiëren? Stel dat de biomonitoring uitwijst dat in Vlaanderen overal dezelfde blootstelling voorkomt van pesticiden: dus de mensen hebben in alle streken in Vlaanderen evenveel pesticiden in hun lichaam. Dan kan gesteld worden dat het verstuiven van pesticiden in de fruitstreek niet leidt tot een verhoogde blootstelling aan pesticiden, en dat de blootstelling aan pesticiden dus een andere weg volgt. In welke mate vindt u het belangrijk over een scenario als dit te discussiëren? Stel dat in Vlaanderen overal dezelfde mate van blootstelling aan vervuilende stoffen gevonden wordt, en dat er niet het minste verschil in gezondheidseffecten en ziekten gevonden wordt. Dat zou betekenen dat de verschillen in leefomgeving geen merkbare verschillen voor de gezondheid teweeg brengen. Zou dat dan een argument kunnen zijn om te stellen dat er in Vlaanderen geen aanwijzingen te vinden zijn voor zorg? In welke mate vindt u het belangrijk over een scenario als dit te discussiëren? Stel dat blijkt dat de situatie in Vlaanderen wel gelijk is voor verschillende gebieden in Vlaanderen, maar zwart afsteekt tegen een streek in het buitenland waar veel minder pollutie voorkomt. Dan zou men dus moeten zeggen: in Vlaanderen zijn geen aanwijzingen voor het belang van milieufactoren, maar uit een vergelijking met een minder vervuilde streek in het buitenland blijkt dat de situatie in Vlaanderen toch duidelijk minder gunstig is. Is dat een reden om zich zorgen te maken? In welke mate vindt u het belangrijk over een scenario als dit te discussiëren? Stel dat door onderzoek vastgesteld zou kunnen worden welke mensen bijzonder gevoelig zijn voor de schadelijke effecten van roken. Vindt u dan dat de overheid geen antirookcampagnes meer moet voeren maar mensen moet aanbieden zich te laten testen, zodat ze weten in hoeverre ze gevoelig zijn en ze zelf kunnen beslissen of ze willen roken of niet? In welke mate vindt u het belangrijk over een scenario als dit te discussiëren? Stel, er is vastgesteld dat een deel van de mensen zeer gevoelig is voor een bepaalde blootstelling aan ozon. In het verleden is door de overheid gezegd dat het ozonbeleid op die groep afgesteld zou moeten worden. In dat geval zou bijvoorbeeld het auto-(en eventueel het vrachtwagenverkeer) strenger kunnen beperkt worden. Dit is in België nog nooit gebeurd. Wat kan er volgens u best gedaan worden met een dergelijk probleem? In welke mate vindt u het belangrijk over een scenario als dit te discussiëren?
11
Vraag 4 Gelieve aan te geven in welke mate u onderstaande onderwerpen belangrijk vindt voor discussie 1= niet belangrijk, 2= weinig belangrijk, 3 = redelijk belangrijk, 4 = belangrijk, 5 = zeer belangrijk In welke mate vindt u het belangrijk te discussiëren over de vraag wat het Steunpunt Milieu & Gezondheid kan doen met de (toekomstige) resultaten als het gaat over: plan van aanpak (hoe kunnen onderzoekers van de biomonitoring samenwerken met lokale actoren)
Stel dat de onderzoekers in de biomonitoring een gezondheidsprobleem vinden als gevolg van een onbekende bron van vervuiling. Op welke wijze kunnen lokale groepen dan bijdragen aan de opsporing van de vervuilingsbron? Het kan bijvoorbeeld gaan om historische vervuiling: een vorm van vergeten vervuiling die niet meer voor komt maar nog wel gezondheidsgevolgen heeft. In welke mate vindt u het belangrijk hierover te discussiëren? Stel dat de onderzoekers in de biomonitoring een gezondheidsprobleem vinden waarover nog onvoldoende duidelijkheid bestaat. Mogelijk moet nader onderzoek gedaan worden bij de lokale bevolking. Welke bijdrage kunnen lokale actoren (burgers, bedrijven, …) geven om dit vervolgonderzoek goed te laten verlopen? In welke mate vindt u het belangrijk hierover te discussiëren? Stel dat de onderzoekers in de biomonitoring een duidelijk gezondheidsprobleem vinden en de bron van vervuiling kan worden vastgesteld. Wat is een goede aanpak van de bron van vervuiling? Welke verantwoordelijkheden zijn er voor de lokale overheid, bedrijven, andere groepen? Welke procedures moeten gevolgd worden? Wie moet op welk moment betrokken worden? Welke voorzorgsmaatregelen kan de bevolking nemen, bijvoorbeeld als de bron van vervuiling niet (op korte termijn) kan worden aangepakt?
In welke mate vindt u het belangrijk hierover te discussiëren? Vraag 5
Wat is voor u het meest belangrijke onderwerp voor discussie? Geef de volgorde van belang 1= meest belangrijk, 2= op één na meest belangrijk, 3 = minst belangrijk In hoeverre kan de biomonitoring antwoord geven op de vragen die leven in de Gentse Kanaalzone als het gaat om de relatie milieu – gezondheid? Hoe kan het Steunpunt Milieu & Gezondheid het best communiceren over de biomonitoring en de resultaten van de biomonitoring? Wat kan het Steunpunt Milieu & Gezondheid doen met de (toekomstige) resultaten?
12
Vraag 6
Welke van deze drie onderwerpen vindt u helemaal niet relevant voor discussie? (kruis aan) In hoeverre kan de biomonitoring antwoord geven op de vragen die leven in de Gentse Kanaalzone als het gaat om de relatie milieu – gezondheid? Hoe kan het Steunpunt Milieu & Gezondheid het best communiceren over de biomonitoring en de resultaten van de biomonitoring? Wat kan het Steunpunt Milieu & Gezondheid doen met de (toekomstige) resultaten? Vraag 7
Wilt u nog andere onderwerpen voorstellen voor discussie? (Gelieve de onderwerpen in volgorde van belangrijkheid in te vullen; het belangrijkste onderwerp als eerste)
13
Vraag 8
Welke van onderstaande groepen zijn voor u het meest belangrijk om mee in discussie te gaan over de onderwerpen die u hierboven gekozen heeft? 1= niet belangrijk, 2= weinig belangrijk, 3 = redelijk belangrijk, 4 = belangrijk, 5 = zeer belangrijk Wetenschappers van het Steunpunt Milieu & Gezondheid Vertegenwoordigers overheid die betrokken zijn bij het Steunpunt Milieu & Gezondheid Bewonersgroepen Gentse kanaalzone Bedrijven Gentse kanaalzone Vakbonden Gentse kanaalzone Huisartsenkringen Gentse kanaalzone Milieuorganisaties Gentse kanaalzone Milieuraden Gentse kanaalzone Gezondheidsraden Gentse kanaalzone Milieuambtenaren Gentse kanaalzone Gezondheidsambtenaren Gentse kanaalzone LOGO's (Lokaal gezondheidsoverleg) Gentse kanaalzone Medisch Milieukundigen Gentse kanaalzone Overige (vul in):…. Overige (vul in):….
Wat zijn voor u geschikte momenten voor deelname aan groepsdiscussies? Hebt u een voorkeur voor bepaalde dagen voor de groepsdiscussies? (bijvoorbeeld werkdagen of weekenden, overdag of ’s avonds)
Wanneer kan u zich vrijmaken voor een groepsdiscussie? U mag rekenen op een gesprek van ongeveer 3 uur, pauze inbegrepen. De groepsgesprekken vinden plaats in september/oktober 2004.
Zijn er vaste dagen, avonden of weekenden waarop u niet aan groepsdiscussie zult kunnen deelnemen?
14
Uw contactgegevens Naam organisatie (indien van toepassing) Afdeling (indien van toepassing) Uw functie in de organisatie Uw naam Straat Nummer-Bus Gemeente Postcode Telefoon Fax GSM E-mail Uw geboortejaar Man/vrouw Uw beroep/werk We zullen deze gegevens in vertrouwen behandelen en niet openbaar maken of aan derden mededelen. We gebruiken ze enkel voor onze anonieme analyse.
Bedankt voor uw medewerking!
15
Bijlage D Belangstelling discussiebijeenkomsten op basis van vooronderzoek Uit het vooronderzoek bleek dat voor elk voorgesteld gespreksonderwerp (Onderzoek, Communicatie, Resultaten) voldoende belangstelling van diverse groepen bestond om een discussiebijeenkomst rond te organiseren. De meeste belangstelling ging wel uit naar de onderwerpen Onderzoek en Resultaten. Aangezien de discussiegroepen niet te groot mogen zijn, hebben we ervoor gekozen de twee grootste groepen op te splitsen in twee groepen. Dit betekende dat bijvoorbeeld vertegenwoordigers van groepen die ruim vertegenwoordigd zijn, zoals bijvoorbeeld bewonersgroepen en bedrijven, verdeeld werden over deelgroepen. Deelnemers die echter minder in aantal zijn willen we wel de kans geven aan meerdere groepen deel te nemen, aangezien op die manier verschillende opinies beter aan bod kunnen komen in discussies. De vijf discussiegroepen op basis van de belangstelling in het vooronderzoek zagen er als volgt uit (het gaat om het aantal personen; soms meerdere per type lokale groep): Onderzoek I
Onderzoek II
Communicatie
Resultaten I
Resultaten II
4 Bedrijven
5 Bedrijven
3 Bedrijven
4 Bedrijven
4 Bedrijven
1 Milieu-ambtenaar 3 Bewonersgroepen
4 Bewonersgroep
4 Bewonersgroepen
1 Vakbond
1 Vakbond
1 Lokaal Gezondheidsoverleg 1 Medisch milieukundige
1 Medisch
1 Medisch milieukundige
milieukundige 1 Milieugroep 1 Milieuinspectie 1 Milieuraad
We wilden een aantal deelnemers voor meerdere groepen uitnodigen om de verscheidenheid aan invalshoeken in discussiegroepen interessanter te maken. Dat betekent dat sommige van de deelnemers ook voor andere discussiegroepen werden uitgenodigd dan hierboven aangegeven. Bovendien is een aantal vertegenwoordigers van huisartsenkringen nog extra uitgenodigd. *Uiteindelijk is het aantal discussiebijeenkomsten op basis van de definitieve inschrijvingen later teruggebracht tot twee bijeenkomsten: zie bijlage I.
16
Bijlage E Uitnodigingsbrief Discussiebijeenkomsten Deze brief is aan de mensen die deelnamen aan het vooronderzoek gestuurd ter uitnodiging voor deelname aan de discussiebijeenkomsten. Behalve de deelnemers aan het vooronderzoek zijn omwille van de diversiteit aan soorten lokale groepen ook huisartsen nog eens extra uitgenodigd deel te nemen. Bij deze brief was een bijlage met achtergrondinformatie over de biomonitoring gevoegd (zie bijlage F). ___________________________________________________________________________________
Antwerpen, 31 augustus 2004 Beste, Hierbij willen we u nader informeren over de communicatieoefening van het Steunpunt Milieu en Gezondheid. U hebt zich hiervoor eerder als belangstellende aangemeld, waarvoor hartelijk dank.
Doelstelling Communicatieoefening De bedoeling van de Communicatieoefening is dat het Steunpunt Milieu & Gezondheid inzicht krijgt in de visie van lokale groepen over de te voeren communicatie over het biomonitoringsproject en mogelijk gebruik van onderzoeksresultaten. Het Steunpunt is ook benieuwd in hoeverre het onderzoek aansluit bij de verwachtingen die leven bij lokale groepen. We willen dit inzicht verwerven door middel van discussie tussen het Steunpunt Milieu & Gezondheid (wetenschappers en overheid) en groepen uit de Gentse kanaalzone Drie hoofdonderwerpen van discussie Op basis van het vooronderzoek hebben we drie hoofdonderwerpen van discussie geselecteerd. Centraal staat hierbij de volgende vragen: - Onderzoek: In hoeverre sluit de Biomonitoring van het Steunpunt Milieu & Gezondheid aan bij verwachtingen die leven in de Gentse kanaalzone? Bij uw verwachtingen? - Communicatie: Hoe moet er gecommuniceerd worden over de resultaten van het biomonitoringsonderzoek? Stel dat in de Gentse kanaalzone een drastische stijging van DNA schade wordt gevonden, maar dat onduidelijk is hoe dat komt. Dit wordt wel alleen in de Gentse kanaalzone gevonden en dus niet in andere streken. Vindt u dan dat hierover alvast gecommuniceerd moet worden, of dat bijvoorbeeld beter gewacht wordt tot volledig duidelijk is wat de oorzaak is? - Resultaten: Wat kan of moet er met de resultaten van het biomonitoringsonderzoek gebeuren? Stel dat in de Gentse kanaalzone een drastische stijging van DNA schade wordt gevonden, maar dat onduidelijk is hoe dat komt. Dit wordt wel alleen in de Gentse kanaalzone gevonden en dus niet in andere streken. Stel dat vervolgens blijkt dat er in de Gentse kanaalzone een bepaalde vorm van industrie is, die alleen in de Gentse kanaalzone voorkomt. Wat vindt u dat er moet gebeuren? Wie moet hierbij betrokken worden en wie bijvoorbeeld niet? Denk hierbij bijvoorbeeld aan lokale groepen in de Gentse kanaalzone.
Achtergrondinformatie over het Steunpunt Milieu & Gezondheid
17
Omdat de discussies over de Biomonitoring gaan, vindt u ter voorbereiding bijgevoegd nadere informatie hierover. Bijvoorbeeld over wat het Steunpunt Milieu & Gezondheid is, wat er gemeten wordt in de Biomonitoring, en over het sociaal wetenschappelijk onderzoek waarvan dit project deel uitmaakt. Vijf discussiebijeenkomsten Op grond van de voorkeuren die u en anderen hebben aangegeven in het vooronderzoek hebben we verschillende bijeenkomsten met verschillende groepen samengesteld. Aangezien vrij veel groepen zich hebben aangemeld voor deelname aan de discussies over het onderzoek en over de resultaten, hebben we voor elk van deze onderwerpen twee bijeenkomsten opgezet. De meeste mensen die zich hebben aangemeld worden voor één van de bijeenkomsten uitgenodigd. Omdat we in elke van de vijf discussiebijeenkomsten toch zoveel mogelijk mensen van verschillende achtergrond willen betrekken, worden sommige groepen die niet ruim vertegenwoordigd zijn voor meer dan één bijeenkomst uitgenodigd; geheel vrijblijvend vanzelfsprekend. Hier een overzicht van de bijeenkomsten en van welke groepen vertegenwoordigers ervoor uitgenodigd worden: Onderzoek I 19 oktober 4 Bedrijven
Onderzoek II 26 oktober 5 Bedrijven
Communicatie 11 oktober 3 Bedrijven
1 Milieuambtenaar
1 Milieuambtenaar
1 Milieuambtenaar
Resultaten I 6 oktober 4 Bedrijven
Resultaten II 20 oktober 4 Bedrijven
3 Bewoners 3 Bewoners 4 Bewoners 4 Bewoners 4 Bewoners groepen groepen groep groepen groepen 1Vakbond 1 Vakbond 1 Vakbond 1 Vakbond 1 Lokaal 1 Lokaal Gezondheids Gezondheids overleg overleg 1 Medisch 1 Medisch 1 Medisch 1 Medisch 1 Medisch milieukundige milieukundige milieukundige milieukundige milieukundige 1 Milieu 1 Milieu 1 Milieu 1 Milieu 1 Milieu groepering groepering groepering groepering groepering 1 1 1 Milieuraad 1Milieuraad Milieuinspectie Milieuinspectie Hoewel ze niet deelnamen aan het vooronderzoek, willen we verder ook nog vertegenwoordigers van huisartsenkringen uitnodigen. Op de discussieavonden zullen wetenschappers van het Steunpunt en vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid aanwezig zullen, alsook iemand van het Projectbureau Gentse kanaalzone. De bijeenkomsten zullen voorgezeten worden door twee sociale wetenschappers van het Steunpunt. We zouden het op prijs stellen indien u zich op de vraagstelling voor de bijeenkomst(en) waarvoor u uitgenodigd wordt kunt voorbereiden. Informatie over de discussiebijeenkomsten Alle bijeenkomsten zullen plaatsvinden in oktober en duren van 18.00 uur tot 21.30 uur. De locatie is de provincie Oost-Vlaanderen: Gouvernementsstraat 1 Gent. U wordt met broodjes ontvangen. Inschrijving Bijgevoegd een inschrijvingsformulier met envelop. Gelieve definitief te bevestigen voor de discussiegroep(en) waarbij u ingedeeld bent. Op die manier kunnen wij zicht krijgen op de deelnemers van de verschillende bijeenkomsten.Wij kunnen onze voorbereiding daar dan op af stemmen. Mocht u niet kunnen dan vernemen wij dit uiteraard ook graag. Op het formulier vind een overzicht van de bijeenkomst of bijeenkomsten waarvoor u uitgenodigd wordt, als ook de precieze data. Inzendtermijn voor inschrijving: uiterlijk 23 september 2004. Voor vragen kan u ons vanzelfsprekend ook contacteren. Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking, Vriendelijke groet, Frederika Torfs en Hans Keune ___________________________________________________________________________________
18
Bijlage F Achtergrondinformatie over de biomonitoring Dit document is als bijlage bij de uitnodigingsbrief (bijlage E) voor de discussiebijeenkomsten gestuurd, ter voorbereiding van de discussies. Bijlage: Achtergrondinformatie over de biomonitoring
In dit document willen we nog even op een rij zetten waarover de biomonitoring gaat. Mogelijk is een deel van de lezers hiervan wel reeds voldoende op de hoogte. Dit document is dus vooral bestemd voor wie nog niet zo bekend is met de biomonitoring en als opfrisser. Voor meer informatie over het Steunpunt Milieu & Gezondheid kan u verder altijd nog onze website raadplegen: http://www.milieuen-gezondheid.be/ Steunpunt Milieu & Gezondheid Het Steunpunt Milieu & Gezondheid werkt voor de Vlaamse overheid. Het is een samenwerkingsverband van onderzoekers van verschillende universiteiten en onderzoeksinstellingen (de Vrije Universiteit Brussel, Universiteit Antwerpen, Rijksuniversiteit Gent, Katholieke Universiteit Leuven, Limburgs Universitair Centrum, Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, Provinciaal Instituut voor Hygiëne, Universiteit Maastricht, en het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel). Het Steunpunt onderzoekt het verband tussen milieu en gezondheid in Vlaanderen. Het is belangrijk, maar ook moeilijk onderzoek. Ten eerste is het om wetenschappelijke redenen uiterst moeilijk om éénduidige oorzaken te vinden voor verschillen in blootstelling aan milieuvervuiling en gezondheidseffecten. In het milieu komen nu eenmaal cocktails voor van stoffen; in lage dosissen maar doorgaans wel gedurende langere tijd. Ons lichaam reageert daar ook verschillend op. Niet alleen erfelijke factoren maar ook de levensstijl (roken, alcohol, geneesmiddelen,...) voeding, sociaaleconomische positie, toegang tot medische zorg en het milieu spelen een rol. Ten tweede is deze tak van de wetenschappen nog relatief jong en onontgonnen. Meer en meer zijn er wel tekenen die wijzen op de kwalijke gevolgen van de blootstelling aan vervuilende stoffen. Biomonitoring Vanaf 2002 en tot eind 2006 draait in opdracht van de Vlaamse overheid in verschillende streken een meetnetwerk voor biomonitoring van de gezondheidseffecten van milieuvervuiling. Dat meetnetwerk registreert biomerkers: aan hoeveel vervuiling worden mensen blootgesteld en wat zijn de effecten daarvan? Het is vooral de bedoeling om de verhoogde risico’s te kennen die inwoners van verschillende streken in Vlaanderen lopen. Het biomonitoring-onderzoek wordt gedaan bij drie verschillende doelgroepen: pasgeborenen, adolescenten (14-15j) en volwassenen (50-65j). Bij jonge mensen meet men vooral de huidige milieubelasting, bij ouderen de opstapeling gedurende vele jaren. Het verzamelen van gegevens in de pasgeborenenstudie is nu afgerond, de adolescentencampagne liep tot de zomer van 2004. De volwassenencampagne gaat in september 2004 van start. De eerste resultaten zullen bekend gemaakt worden zodra de analyses klaar zijn. Hierbij worden eerst de individuele resultaten aan de deelnemers van de studie meegedeeld. Vervolgens worden de resultaten bekend gemaakt in de streek en uiteindelijk aan het grote publiek. Wat wordt er precies gemeten? Hier volgt een overzicht van wat er zoal gemeten wordt in de biomonitoring. Vanzelfsprekend zijn hierbij keuzen gemaakt. Om praktische redenen (geld, tijd, menskracht) en omwille van beperkte kennis die bestaat over de relatie milieu – gezondheid (veel is nog onbekend): de keuzen zijn onder meer ingegeven door de bestaande kennis uit Vlaams en internationaal onderzoek.
19
Om de milieu impact op de mens door middel van biomonitoring te meten wordt gewerkt met biomerkers. Biomerkers zijn metingen die gebeuren in de mens zelf op bv. urine- en bloedstalen. Ze geven informatie over de aanwezigheid van vervuilende (toxische of giftige) stoffen in het lichaam en signaleren vroegtijdige biologische effecten zonder dat daarom al sprake is van gezondheidsschade of ziekte. Het gaat hierbij overigens niet noodzakelijk om het gehalte in het menselijk lichaam van de toxische stoffen zelf. Het kan ook gaan om indicatoren die indirect de blootstelling weergeven, bijvoorbeeld doordat toxische stoffen binnen het menselijk lichaam in een andere stof omgezet zijn. Effectmerkers meten dan weer de reactie van het lichaam op de aanwezigheid van diverse stoffen in het lichaam. Dit betekent nog niet noodzakelijkerwijs dat er al sprake is van ziekte, maar het zijn eerste signalen van gezondheidsrisico’s. Bij de evaluatie van de gezondheidsrisico’s van milieublootstelling zijn biomerkers in wezen “early warning signalen”, een noodzakelijke schakel tussen metingen van vervuilende stoffen in het milieu en risico’s op gezondheidsschade (ziekten). Omdat de aanwezigheid van vervuilende stoffen in het lichaam en de effectmerkers beïnvloed kunnen worden door andere factoren (bv. levensstijl, ziekte, werk, voeding), gaat in deze studie ook de nodige aandacht naar de identificatie van deze andere factoren. Als we willen bestuderen welke gevolgen milieuvervuiling heeft, moeten we tegelijk kennis hebben over die andere factoren. Veel met lijm werken in een hobby, veel zelf geviste riviervis eten, op het werk blootgesteld zijn aan vervuilende stoffen, roken of veel in rooklucht zitten, het zijn allemaal zogenaamde ‘co-variabelen’ of ook wel ‘confounders’ genoemd. De informatie over de co-variabelen of confounders kunnen we alleen maar via vragenlijsten bekomen, die bij de deelnemers aan de onderzoeken worden afgenomen. In het volgende schema een overzicht (cursief de meetmethode):
blootstellingsmerkers
Deelstudie I:
Deelstudie II:
Deelstudie III:
Pasgeborenen/moeders
adolescenten (14-15j)
Volwassenen (50-65j)
Navelstrengbloed: cadmium,
Bloed: cadmium, lood
lood Navelstrengplasma: merker
Serum: merker PCBs,
Serum: merker PCBs,
PCBs, gechloreerde pesticiden,
gechloreerde pesticiden
gechloreerde pesticiden,
dioxine-activiteit
dioxine-activiteit Urine: 1-OH pyreen, ttmuconzuur
Urine: 1-OH pyreen, ttmuconzuur, cadmium
effectmerkers
Biometrie, TSH (hielprik), Apgar
Bloed: komeettest
score, tijd tot zwangerschap
micronucleustest Serum:
Opvolgstudies bij kinderen:
Bloed: komeettest, Serum: 3 kankermerkers
hormoonspiegels
1) neurologische en
Urine: 8-OH
neuropsychologische
Biometrie, seksuele
deoxyguanosine,
ontwikkeling (testen +
ontwikkeling,
vragenlijst: astma &
vragenlijsten)
vragenlijst: astma &
allergie
2) astma & allergie: analyse
allergie
stoelgang, longfunctie, allergietest (+ vragenlijsten) co-variabelen
Vragenlijst: algemeen + voeding
/confounders
Vragenlijst: algemeen +
Vragenlijst: algemeen +
voeding
voeding
Biochemische analysen:
Biochemische
cholesterol, ijzerstatus
analysen:
Biochemische analysen:
navelstrengbloed
cholesterol, ijzerstatus
cholesterol, ijzerstatus
Genotypering in relatie met
bloed, urinair creatinine,
bloed, urinair creatinine,
stofmetabolisme
Genotypering in relatie
Genotypering in relatie met
met stofmetabolisme
stofmetabolisme
20
Een woord van uitleg over een aantal technische begrippen: Blootstellingsmerkers 1-OH pyreen: komt terecht in de urine bij afbraak in het lichaam van PAK’s. Deze PAK’s ontstaan ook bij onvolledige verbranding en komen bijvoorbeeld vrij in verkeer, vanuit verwarmingsinstallaties van gebouwen en vanuit de industrie. Cadmium: zwaar metaal, komt voor in non-ferro industrie en heeft zo heel wat zones in Vlaanderen vervuild. Komt ook voor in tabaksrook. Dioxine-activiteit: dioxines komen vrij bij onvolledige verbranding bijvoorbeeld bij verwarming van gebouwen, industrie, afvalverbranding. Dioxines zijn een grote groep, we hebben een test uitgevoerd die de toxiciteit-giftigheid van deze groep in zijn geheel meet. Lood: zwaar metaal, komt voor in non-ferro industrie en heeft zo heel wat zones in vlaanderen vervuild. Komt soms voor in water dat door loden leidingen stroomt. Komt ook voor in tabaksrook. PCBs: PCB’s zijn een grote groep van 209 scheikundige verbindingen die oa gebruikt worden in transformatoren en condensatoren (PCB’s zaten vroeger bijvoorbeeld in koelkasten). PCB’s komen in het milieu bij lekken uit deze toestellen en bij afvalverbranding. Merker PCB’s is een kleine groep PCB’s die we als merker voor de totale groep beschouwen. Pesticiden: bestrijdingsmiddelen tegen insecten en onkruid gebruikt in de land- en tuinbouw en de fruitteelt, maar ook bijvoorbeeld op spoorwegen, … tt-muconzuur: benzeen wordt in het lichaam omgezet tot tt-muconzuur dat terechtkomt in de urine; benzeen komt oa voor in benzine, het verkeer is een belangrijke bron van deze vervuiling. Effectmerkers 8-OH deoxyguanosine: is één van de tests die DNA schade aantonen die eventueel kan veroorzaakt zijn door de invloed van verontreinigende stoffen op de cellen van het lichaam. Indien het erfelijk materiaal van een cel is beschadigd, heeft de cel een grotere kans om tot een kankercel te ontsporen. Apgar score: is een methode die bekijkt hoe het met een pasgeboren kind gesteld is. Er wordt juist na de geboorte onder andere gelet op bewegingsactiviteit, op de hartslag, op gelaatsexpressie, uiterlijk en ademhaling van het kindje. Biometrie: metingen van uiterlijke kenmerken als bijvoorbeeld lengte en gewicht. Kankermerkers : kijken niet naar de invloed op het erfelijk materiaal. Het zijn stoffen die gevormd worden in het lichaam, ook bij andere processen dan kanker, bijvoorbeeld bij goedaardige vergroting van de prostaat, maar wijzen toch op een hoger risico op kanker. Komeettest: is één van de tests die DNA schade aantonen die eventueel kan veroorzaakt zijn door de invloed van verontreinigende stoffen op de cellen van het lichaam. Indien het erfelijk materiaal van een cel is beschadigd, heeft de cel een grotere kans om tot een kankercel te ontsporen. Micronucleustest: is één van de tests die DNA schade aantonen die eventueel kan veroorzaakt zijn door de invloed van verontreinigende stoffen op de cellen van het lichaam. Indien het erfelijk materiaal van een cel is beschadigd, heeft de cel een grotere kans om tot een kankercel te ontsporen. TSH (hielprik): test om te beoordelen of de schildklier naar behoren functioneert. Co-variabelen/Confounders Genotypering in relatie met stofmetabolisme: bij een deel van de groep mensen die onderzocht zijn wordt bekeken in hoeverre bepaalde genetische kenmerken mensen meer of minder gevoelig maken voor bepaalde giftige stoffen. Dit noemen we genotypering. Stofmetabolisme betekent de verwerking van het menselijk lichaam van stoffen. Dit kan dan gaan om giftige stoffen, maar ook om bijvoorbeeld voedselvertering. Urinair creatinine: metingen van stoffen in de urine worden relatief uitgedrukt t.o.v. het gehalte creatinine in de urine en niet t.o.v. het volume urine. Het gehalte aan creatinine in de urine is immers onafhankelijk van de verdunning van de urine. Het volume urine varieert wel. Zo is urine meer verdund ‘ wateriger’ als mensen bijvoorbeeld veel gedronken hebben. Acht meetgebieden in Vlaanderen Binnen het meetnetwerk van het Steunpunt Milieu en Gezondheid is gekozen om te monitoren in acht aandachtsgebieden met een kenmerkende en verschillende milieubelasting. De selectie van de gebieden gebeurde in nauwe samenwerking met de opdrachtgever (Vlaamse Overheid). Tijdens de 3 meetcampagnes (pasgeborenen, adolescenten en volwassenen) zullen deelnemers vrijwillig opgeroepen worden op basis van een toevallige steekproef. De resultaten van de meetcampagnes zullen statistisch
21
worden uitgedrukt per gebied, wat toelaat om de gebieden onderling te vergelijken en om regionale ontwikkelingen in de tijd op te volgen bij herhaling van de metingen. De meetresultaten kunnen géén beeld geven over de relatie milieu en gezondheid op gemeentelijk niveau. Maar uiteraard zijn deze gemeenten wel betrokken partij bij de bekendmaking van de resultaten. Volgende gebieden werden gekozen voor de biomonitoring: 1) Antwerpse agglomeratie 2) Gentse agglomeratie 3) Havenzones: Antwerps havengebied + Gentse kanaalzone 4) Landelijk Vlaanderen 5) Fruitstreek 6) Omgeving verbrandingsovens 7) Omgeving Olen 8) Albertkanaalzone: Geel-Tessenderlo Sociaal wetenschappelijk onderzoek: BIOLOG Naast medisch – milieukundig onderzoek vindt in het kader van het Steunpunt Milieu & Gezondheid ook sociaal wetenschappelijk onderzoek plaats. De belangrijkste onderzoeksonderwerpen van het sociaal wetenschappelijk onderzoek zijn risicocommunicatie, risicoperceptie en beleidsrelevante kennisontwikkeling. Eén van de hoofdactiviteiten is BIOLOG. In het kader van BIOLOG staan dialoog en transparantie inzake de Biomonitoring centraal: de sociale wetenschappers zoeken in overleg met de andere wetenschappers van het Steunpunt naar zinvolle vormen van dialoog en samenspraak met diverse maatschappelijke actoren. Ook wil het Steunpunt zoveel mogelijk transparant zijn over het onderzoek dat zij doet. Eén van de ideeën daarvoor is opmaak van een logboek waarin duidelijk wordt aangegeven welke stappen in het onderzoek gezet worden en welke keuzen er gemaakt worden. BIOLOG staat dus voor Biomonitoring en dialoog, en voor Biomonitoring en logboek. De communicatieoefening waaraan u deelneemt, in samenwerking en overleg met het Project Gentse kanaalzone, maakt onderdeel uit van BIOLOG. Via de nieuwsbrief van het Steunpunt Milieu & Gezondheid, De Biomonitor, wordt u op de hoogte gehouden van deze en andere activiteiten in het kader van het Steunpunt. Zie hiervoor de website van het Steunpunt: http://www.milieu-en-gezondheid.be/
22
Bijlage G Overzicht programma discussiebijeenkomst •
18.00 – 18.30 uur: invulformulier invullen
•
18.00 - 18.45 uur: opmaak synthese door de moderatoren
•
18.45 – 19.00 uur: –
Uitleg doel van de bijeenkomst
–
Kort voorstelrondje
•
19.00 –20.00 uur: eerste discussieronde
•
20.00 – 20.15 uur: pauze, thee, koffie
•
20.15 – 21.15 uur: tweede discussieronde
•
21.15 uur: afsluiting door de moderatoren
•
21.30 uur: einde bijeenkomst
23
Bijlage H Invulfiches discussiebijeenkomsten Drie invulfiches zoals ze ontworpen zijn voor drie verschillende themabijeenkomsten: -
Groep Onderzoek
-
Groep Communicatie (deze bijeenkomst is uiteindelijk niet doorgegaan wegens te beperkte belangstelling)
-
Groep Resultaten
24
Toelichting bij Invulfiche Groep Onderzoek
Alvorens de groepsdiscussie te starten willen we u graag de volgende vraag voorleggen. Aan het einde van dit formulier kunt u uw reactie(s) invullen)
Hoe beoordeelt u de keuze van de zaken die gemeten worden in de biomonitoring?
Binnen de biomonitoring worden de volgende zaken gemeten (zie ook het document ‘Achtergrondinformatie over de biomonitoring’ dat is bijgevoegd voor verdere toelichting):
blootstellingsmerkers
Deelstudie I:
Deelstudie II:
Deelstudie III:
Pasgeborenen/moeders
adolescenten (14-15j)
Volwassenen (50-65j)
Navelstrengbloed: cadmium,
Bloed: cadmium, lood
lood Navelstrengplasma: merker
Serum: merker PCBs,
Serum: merker PCBs,
PCBs, gechloreerde pesticiden,
gechloreerde pesticiden
gechloreerde pesticiden,
dioxine-activiteit
dioxine-activiteit Urine: 1-OH pyreen, ttmuconzuur
Urine: 1-OH pyreen, ttmuconzuur, cadmium
effectmerkers
Biometrie, TSH (hielprik), Apgar
Bloed: komeettest
score, tijd tot zwangerschap
micronucleustest Serum:
Opvolgstudies bij kinderen:
Bloed: komeettest, Serum: 3 kankermerkers
hormoonspiegels
1) neurologische en
Urine: 8-OH
neuropsychologische
Biometrie, seksuele
deoxyguanosine,
ontwikkeling (testen +
ontwikkeling,
vragenlijst: astma &
vragenlijsten)
vragenlijst: astma &
allergie
2) astma & allergie: analyse
allergie
stoelgang, longfunctie, allergietest (+ vragenlijsten) co-variabelen
Vragenlijst: algemeen + voeding
/confounders
Vragenlijst: algemeen +
Vragenlijst: algemeen +
voeding
voeding
Biochemische analysen:
Biochemische
cholesterol, ijzerstatus
analysen:
Biochemische analysen:
navelstrengbloed
cholesterol, ijzerstatus
cholesterol, ijzerstatus
Genotypering in relatie met
bloed, urinair creatinine,
bloed, urinair creatinine,
stofmetabolisme
Genotypering in relatie
Genotypering in relatie met
met stofmetabolisme
stofmetabolisme
25
Een woord van uitleg over een aantal technische begrippen: Blootstellingsmerkers 1-OH pyreen: komt terecht in de urine bij afbraak in het lichaam van PAK’s. Deze PAK’s ontstaan ook bij onvolledige verbranding en komen bijvoorbeeld vrij in verkeer, vanuit verwarmingsinstallaties van gebouwen en vanuit de industrie. Cadmium: zwaar metaal, komt voor in non-ferro industrie en heeft zo heel wat zones in Vlaanderen vervuild. Komt ook voor in tabaksrook. Dioxine-activiteit: dioxines komen vrij bij onvolledige verbranding bijvoorbeeld bij verwarming van gebouwen, industrie, afvalverbranding. Dioxines zijn een grote groep, we hebben een test uitgevoerd die de toxiciteit-giftigheid van deze groep in zijn geheel meet. Lood: zwaar metaal, komt voor in non-ferro industrie en heeft zo heel wat zones in vlaanderen vervuild. Komt soms voor in water dat door loden leidingen stroomt. Komt ook voor in tabaksrook. PCBs: PCB’s zijn een grote groep van 209 scheikundige verbindingen die oa gebruikt worden in transformatoren en condensatoren (PCB’s zaten vroeger bijvoorbeeld in koelkasten). PCB’s komen in het milieu bij lekken uit deze toestellen en bij afvalverbranding. Merker PCB’s is een kleine groep PCB’s die we als merker voor de totale groep beschouwen. Pesticiden: bestrijdingsmiddelen tegen insecten en onkruid gebruikt in de land- en tuinbouw en de fruitteelt, maar ook bijvoorbeeld op spoorwegen, … tt-muconzuur: benzeen wordt in het lichaam omgezet tot tt-muconzuur dat terechtkomt in de urine; benzeen komt oa voor in benzine, het verkeer is een belangrijke bron van deze vervuiling.
Effectmerkers 8-OH deoxyguanosine: is één van de tests die DNA schade aantonen die eventueel kan veroorzaakt zijn door de invloed van verontreinigende stoffen op de cellen van het lichaam. Indien het erfelijk materiaal van een cel is beschadigd, heeft de cel een grotere kans om tot een kankercel te ontsporen. Apgar score: is een methode die bekijkt hoe het met een pasgeboren kind gesteld is. Er wordt juist na de geboorte onder andere gelet op bewegingsactiviteit, op de hartslag, op gelaatsexpressie, uiterlijk en ademhaling van het kindje. Biometrie: metingen van uiterlijke kenmerken als bijvoorbeeld lengte en gewicht. Kankermerkers : kijken niet naar de invloed op het erfelijk materiaal. Het zijn stoffen die gevormd worden in het lichaam, ook bij andere processen dan kanker, bijvoorbeeld bij goedaardige vergroting van de prostaat, maar wijzen toch op een hoger risico op kanker. Komeettest: is één van de tests die DNA schade aantonen die eventueel kan veroorzaakt zijn door de invloed van verontreinigende stoffen op de cellen van het lichaam. Indien het erfelijk materiaal van een cel is beschadigd, heeft de cel een grotere kans om tot een kankercel te ontsporen. Micronucleustest: is één van de tests die DNA schade aantonen die eventueel kan veroorzaakt zijn door de invloed van verontreinigende stoffen op de cellen van het lichaam. Indien het erfelijk materiaal van een cel is beschadigd, heeft de cel een grotere kans om tot een kankercel te ontsporen. TSH (hielprik): test om te beoordelen of de schildklier naar behoren functioneert.
26
Invulfiche Groep Onderzoek Hoe beoordeelt u de zaken die gemeten worden in de biomonitoring? Zijn er zaken die u mist?
Zijn er zaken die u belangrijker vindt om te meten? Wat zijn voordelen van de keuzen die gemaakt zijn? Wat zijn nadelen van de keuzen die gemaakt zijn? Wat zijn kansen voor verbetering naar uw voorkeur? Wat zijn belemmeringen voor verbetering naar uw voorkeur? Tot welke groep behoort u?
Bewonersgroep
Medisch Milieukundige
(Gelieve aan te kruisen)
Bedrijf
Milieuambtenaar
Vakbond
Milieuraad
Huisarts
Overige
__________________________________________________________________________
27
Invulfiche Groep Communicatie Stel dat in de Gentse Kanaalzone een drastische stijging van DNA schade wordt gevonden, maar dat onduidelijk is hoe dat komt. Dit wordt wel alleen in de Gentse Kanaalzone gevonden en dus niet in andere streken. DNA-schade kan veroorzaakt worden door de invloed van giftige stoffen op de cellen van het lichaam. Indien het erfelijk materiaal van een cel is beschadigd, heeft de cel een grotere kans om tot een kankercel te ontsporen.
Vindt u dan dat hierover alvast gecommuniceerd moet worden met het gebied, of dat bijvoorbeeld beter gewacht wordt tot volledig duidelijk is wat de oorzaak is? Wat zijn voordelen van toch alvast te communiceren? Wat zijn nadelen van toch alvast te communiceren? Wat zijn alternatieven?
Wat zijn kansen voor uw voorkeur van communicatie? Wat zijn belemmeringen voor uw voorkeur van communicatie? Tot welke groep behoort u?
Bewonersgroep
Medisch Milieukundige
(Gelieve aan te kruisen)
Bedrijf
Milieuambtenaar
Vakbond
Milieuraad
Huisarts
Overige
__________________________________________________________________________
28
Invulfiche Groep Resultaten Stel dat in de Gentse Kanaalzone een drastische stijging van DNA schade wordt gevonden, maar dat onduidelijk is hoe dat komt. Dit wordt wel alleen in de Gentse Kanaalzone gevonden en dus niet in andere streken. Stel dat vervolgens blijkt dat er in de Gentse Kanaalzone een bepaalde vorm van industrie is, die alleen in de Gentse Kanaalzone voorkomt. DNA-schade kan veroorzaakt worden door de invloed van giftige stoffen op de cellen van het lichaam. Indien het erfelijk materiaal van een cel is beschadigd, heeft de cel een grotere kans om tot een kankercel te ontsporen.
Wat vindt u dat er moet gebeuren? Wie moet hierbij betrokken worden en wie bijvoorbeeld niet? Denk hierbij bijvoorbeeld aan lokale groepen in de Gentse kanaalzone. Wat zijn voordelen van voorstel? Wat zijn nadelen van uw voorstel? Wat zijn alternatieven voor uw voorstel? Wat zijn kansen voor uw voorstel? Wat zijn belemmeringen voor uw voorstel? Tot welke groep behoort u?
Bewonersgroep
Medisch Milieukundige
(Gelieve aan te kruisen)
Bedrijf
Milieuambtenaar
Vakbond
Milieuraad
Huisarts
Overige
__________________________________________________________________________
29
Bijlage I Definitief overzicht deelnemers per discussiebijeenkomst Discussiebijeenkomst Resultaten op 06/10/2004
Bewonersgroepen Bedrijven Vakbond Huisarts Milieuraad Medisch milieukundigen Project Gentse kanaalzone Totaal Gentse kanaalzone Medisch - milieukundige wetenschappers Steunpunt Milieu & Gezondheid Sociale wetenschappers Steunpunt Milieu & Gezondheid Totaal Steunpunt Milieu & Gezondheid Totaal
Aantal personen 2 4 1 1 1 1 1 11 2 3 5 16
Discussiebijeenkomst Onderzoek op 26/10/2004
Bewonersgroepen Bedrijven Bedrijfsartsen Milieuinspectie Medisch milieukundigen Project Gentse kanaalzone Totaal Gentse kanaalzone Vlaamse overheid Stuurgroep Steunpunt Milieu & Gezondheid Medisch - milieukundige wetenschappers Steunpunt Milieu & Gezondheid Sociale wetenschappers Steunpunt Milieu & Gezondheid Totaal Steunpunt Milieu & Gezondheid Totaal
Aantal personen 2 3 2 1 2 1 11 3 1 3 7 18
Referenties •
Goorden L., Keune H., Loots I. en Mertens R (2002), Spelregels bij externe communicatie, Luik Sociaal en Gezondheidseconomisch Onderzoek, voor het Steunpunt Milieu & Gezondheid, Antwerpen.
•
Keune H., Van Fleteren M., Loots I. (met dank aan M. Van Nimwegen) (2004), BIOLOG: lokaal commentaar op onderdelen onderzoeksaanpak Biomonitoring, Eindrapport, Juni 2004, http://www.milieu-en-gezondheid.be/onderzoek/sd5sociaal/sociaalrapport.html
•
Keune H., Nota opzet BIOLOG, Voor het Veldwerkcomité Biomonitoring, Steunpunt Milieu & Gezondheid, Augustus 2003.
•
Project Gentse kanaalzone, http://www.gentsekanaalzone.be
•
Steunpunt Milieu & Gezondheid, http://www.milieu-en-gezondheid.be/
31