BinnenstadBericht Informatie over de Salvatorparochie Utrecht
In dit nummer onder andere: Meimaand – Mariamaand Roepingenzondag 5 vragen aan Mathieu Pruppers
JR. 14, NR. 9 MEI 2011
COLOFON Jaargang 14, nummer 9 Een uitgave van de kathedrale Salvatorparochie, Utrecht Dit blad wordt binnen de parochiegrenzen op verzoek gratis thuisbezorgd. Voor € 12,00 per jaar wordt het per post toegestuurd. Het kan ook gratis van achteruit de kerk worden meegenomen. Verschijnt 1x per maand / 11x per jaar Redactieadres: Rozenstraat 1 3511 BV Utrecht E-mail:
[email protected]
IN DIT BINNENSTADBERICHT blz. 3: blz. 3: blz. 7: blz. 10: blz. 11: blz. 12:
blz. 14:
blz. 15:
Het bestuur van de kathedrale Salvatorparochie draagt de verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit BinnenstadBericht.
blz. 16:
Overname van artikelen is met bronvermelding toegestaan.
blz. 18:
De redactie houdt zich aanbevolen uw publicaties te ontvangen. Ingezonden artikelen dienen niet groter te zijn dan 500 woorden.
blz. 19:
De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden artikelen al dan niet (ingekort) te plaatsen.
KOPIJ VOOR HET JUNINUMMER VAN HET BINNENSTADBERICHT DIENT UITERLIJK 11 MEI BIJ DE REDACTIE TE ZIJN INGELEVERD. De nieuwste uitgaven van het BinnenstadBericht kunnen ook in digitale vorm bekeken worden op de websites van de Kathedraal en de Augustinus.
2
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
blz. 20:
blz. 24: blz. 24: blz. 25: blz. 26:
Van de redactie Pastor Swijnenberg over de emo-waas Brief van het parochiebestuur E. de Jong over de vijftig dagen van Pasen Familieberichten Het verhaal van een moeder voor moeders door pastoor Van der Vegt Mededeling over de woensdagse gezellige ochtend voor ouderen Vijf vragen aan Mathieu Pruppers Lidy Peters over de aanstaande zaligverklaring van paus Johannes Paulus II Toon Brekelmans over de Mariamaand Een bijdrage over St. Jozef de Arbeider Een getuigenis naar aanleiding van Roepingenzondag 2011 Woord van paus Benedictus XVI voor Roepingenzondag Gebed om Roepingen Pastoor Van der Vegts Journal d’un curé de cité Kids Corner door frater Siardus met een Maria-ABC
VAN DE REDACTIE BinnenstadBericht mei 2011 ligt weer voor u. Mei is Mariamaand. In Kids Corner wordt u het “Maria-ABC” uitgelegd door frater Siardus. Op 1 mei wordt St. Jozef vereerd en dit jaar op 1 mei wordt Johannes Paulus II zalig verklaard. Verder heel veel aandacht voor Roepingenzondag, waarvoor in het weekend van 14 en 15 mei uw aller aandacht wordt gevraagd. Ook is mei de maand van Moederdag. Pastoor Van der Vegt besteedt hier aandacht aan. Natuurlijk is er het hoofdartikel, deze maand van pastor Swijnenberg en het verslag van de pastoor in “Journal d’un curé de cité”. Wij wensen u heel veel leesplezier en zien/horen graag uw reacties. Redactie BinnenstadBericht
DE EMO-WAAS ‘Ik ben de verrijzenis en het leven’ (Joh. 11, 25) ‘Een hartelijk mens’, ‘een warm onthaal’ zijn positieve aanduidingen die met gevoel te maken hebben. Een mens die zijn gevoelsleven ontwikkeld heeft, is een rijk mens. Hij betekent meer voor een ander dan een ‘koele kikker’. Waar ik in deze bijdrage over wil schrijven is niet die positieve kwaliteit van leven, maar de neiging je in belangrijke zaken geheel te laten meevoeren door emotie. In het maatschappelijk, maar ook in het kerkelijk verkeer bestaan allerlei prikkels om die weg te gaan. Onderken die neiging, want er schuilt een gevaar in. Toen ik de lezingen van maandag in de tweede week van de Veertigdagentijd opsloeg, kreeg ik het gevoel dat het rechtstreeks op onze huidige situatie in de kerk sloeg: ‘Wij hebben gezondigd en kwaad gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld en zijn weerspannig BINNENSTADBERICHT MEI 2011
3
geweest, wij zijn afgeweken van uw geboden en wetten… wij hebben reden om ons te schamen en we staan nu ook beschaamd. Moge de Heer onze God barmhartig zijn en vergevensgezind, want wij zijn weerspannig geweest tegen Hem’ (Dan. 9). Na deze tekst uit het Oude Testament volgt het evangelie waar Jezus bij monde van Lucas zegt: ‘Weest barmhartig, zoals uw Vader barmhartig is. Oordeelt niet en ge zult niet geoordeeld worden. Veroordeelt niet en ge zult niet veroordeeld worden. Spreekt vrij en ge zult vrijgesproken worden.’ (Lc. 6). Het lijkt me niet bepaald moeilijk om deze teksten te lezen tegen de achtergrond van wat er op dit moment in onze kerk en in de maatschappij aan de hand is. We zijn opgeschrikt door misbruikzaken, we schamen ons diep. Wat is er door mensen van de kerk een immens leed veroorzaakt. Wat zijn er diepe wonden geslagen. Maar helaas is dat niet het enige wat er gaande is. Er heerst onder kerkmensen ook veel boosheid, verwarring en onvrede. Er wordt gemopperd, er is verzet, veel mensen zijn teleurgesteld in religieuzen, priesters en bisschoppen. De reactie op al die zaken wordt, zowel op de TV als in de geschreven pers gekenmerkt door een golf van emotie. Dat is aan de ene kant begrijpelijk. Wanneer je verschrikkelijke dingen hoort, wanneer een beslissing van hogerhand je persoonlijk erg raakt, kan emotie je overspoelen. Maar met het tonen van emotie gaat men vaak wel ver. Op radio en TV, in kranten en tijdschriften, in vergaderingen en andere bijeenkomsten wordt er als reactie op misstanden en onwelgevallige besluiten vaak emotioneel heftig tekeergegaan. Emotie scoort hoog in onze samenleving. Een TVprogramma wordt beter bekeken, wanneer de kijker de tranen uit de ogen wordt geperst. Een viering, bijvoorbeeld een uitvaart of een huwelijksviering, krijgen veel positieve reacties, wanneer emotie er een dominante rol in speelt. Maar… met emo-TV en emo-liturgie alléén geven we geen adequaat antwoord op situaties van misbruik, onvrede, gekwetstheid, rouw, blijdschap enz. Waarom niet? Omdat die buitenproportionele emotie als een sluier over onze gedachten, onze relaties en contacten, ons samen leven en samen geloven komt te liggen.
4
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
Wanneer je je louter en alleen door emotie laat meeslepen, vormt dat een belemmering om te zien wat er echt aan de hand is. Emotie zegt je niet wat je ten diepste denkt, door emotie hoor je niet, wat jou met degene die je bestrijdt, verbindt, je ziet niet wat de echte motieven zijn van degenen die in kerk en maatschappij de leiding hebben. Het gevolg is dat wanneer je in emotie blijft steken, ook de weg naar de toekomst toe bijna of helemaal onzichtbaar wordt. Emo-TV, emoliturgie, emo-pers helpen ons niet om de situatie waarin we met elkaar zijn terechtgekomen, uiteindelijk ook weer achter ons te laten. Dan worden in woede schuldigen aangewezen, kerkleiders veroordeeld (‘Laat hij zijn kardinaalstitel maar inleveren’), de kerk aan de schandpaal genageld (‘De kerk is een criminele organisatie. Daar wil toch niemand bij horen?’). ‘Ze’ hebben het gedaan, niet ‘ik’. Om het tij te keren, zouden we met zijn allen een periode van rust en stilte in acht moeten nemen. Dan ga je zien wat er echt aan de hand is. De hoog opgelaaide emotie moet kunnen luwen. Daarna moeten we de moed hebben om de woorden die ik hierboven citeerde uit Daniël en Lucas tot de onze te maken: Heer, wij hebben gezondigd en kwaad gedaan, we hebben goddeloos gehandeld en zijn weerspannig geweest, wij zijn afgeweken van uw geboden en wetten. We hebben reden om ons te schamen. Ja, u leest het goed: er staat ‘we’. Dat wil zeggen dat, als je tot inkeer komt, je jezelf insluit. In een eerlijke confrontatie met jezelf zie je ook je eigen tekorten, zie je ook jezelf als zondaar, als mens die oordelen heeft geveld en veroordelingen heeft uitgesproken. In de stilte word je met jezelf geconfronteerd, maar tevens met God. Dan zie je wat er hapert en ontbreekt in je eigen bestaan. Natuurlijk zijn er gradaties van zondigheid. Maar heb je de moed die weg te gaan, dan begeef je je in een richting die uiteindelijk vergeving mogelijk maakt. Dat is geen gemakkelijke weg, want menigeen en met name het slachtoffer van misbruik, moet - met adequate hulp - daartoe door de diepste diepte gaan. Maar een andere weg naar heling dan vergeving is er niet, want alleen daardoor kan het slachtoffer het gebeurde achter zich laten. Kun je in een situatie van zondigheid vergeven, dan creëer je een opening naar de toekomst toe. Dan oordeel je niet (meer), dan
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
5
veroordeel je niet (meer). Zo breng je heling naderbij. Want iedereen wil toch dat de wonden weer geheeld worden? Dat lukt nooit met een zak geld alleen (eventueel kan dat een deeltje van de boete zijn). Het kan wél via de weg die de Heer ons wijst. Via Hem alleen komen we er uit. Dan zijn we in staat een vruchtbare combinatie te maken van gezond verstand en geloof. De Christus wil altijd en voor iedereen een nieuw bestaan, nieuw leven. ‘Ik ben de verrijzenis en het leven’ (Joh. 11, 25) hebben we met Pasen gehoord. Wij mogen treden in de voetstappen van de opgestane Heer. Doen we dat metterdaad, dan durven we moedig en fier de blik naar voren richten. We zijn schuldbewust, maar tegelijkertijd ook zelfbewust om ondanks de forse tegenwind verder te gaan met het verkondigen van de blijde boodschap, met het beoefenen van gerechtigheid , met het verdiepen van ons geloof en daarvan moedig te getuigen. En nog iets: we mogen toch best trots zijn op het vele goede dat onze kerk heeft gedaan? Een emo-kerk, een emo-maatschappij? Nee! Een kerk en een maatschappij die er alles aan doet om vergeving en heling mogelijk te maken? Ja! Pastor Oscar Swijnenberg
Vergeving Kan ik mijzelf vergeven? Nee, jij vergeeft mij en ik jou! Of toch? De vergever bevrijdt je. De offerprijs is: zelf bevrijder zijn. Een mens ruimt levenspuin om verder te gaan Gods roepstem achterna. Dit gedichtje bestaat uit drie haikoe’s. Een haikoe is een Japanse dichtvorm en bestaat uit drie regels van tezamen zeventien lettergrepen. O.S.
6
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
VAN HET PAROCHIEBESTUUR Beste medeparochianen, De week voor Pasen was een roerige week door allerlei publicaties in kranten en via andere media. Ook onze Salvatorparochie stond daar midden in en werd met naam genoemd. Ons parochiebestuur is na het vertrek van het Ariënsconvict uit de pastorie aan de Nieuwe Gracht 61 bezig geweest met de toekomst van dat gebouw. Wij hebben afwegingen gemaakt omdat er een groot verlies aan inkomsten ontstond door het vertrek van het Ariënsconvict. Een plan is toen gemaakt om de pastorie te verkopen en om de Ossenkop te verbouwen voor parochieactiviteiten. Dit alles hebt u kunnen lezen in het BinnenstadBericht van begin dit jaar. Wij kregen toestemming tot verkoop van Nieuwe Gracht 61, maar geen toestemming voor verbouw Ossenkop. Dus zitten wij klem. Het één kan niet zonder het ander, wil onze Catharina-gemeenschap niet op straat komen te staan met haar activiteiten. De Heer Ridder heeft zich voor deze zaak zeer ingespannen. Gesprekken zijn er geweest tussen het bisdom en ons bestuur in de persoon van de Heer Ridder en de pastoor. De Raad voor Economische Aangelegenheden stelde dat verkoop pastorie en verbouwing van de Ossenkop in een groter geheel bekeken moet worden, omdat het om aanzienlijke bedragen gaat. Wij dachten met een goede onderbouwing te zijn gekomen, echter de Raad voor Economische Aangelegenheden wil een meerjaren planning, waar ook de toekomst van de kerkgebouwen meegenomen moet worden. De Raad voor Economische Aangelegenheden stelt deze vraag bij ieder parochieverband, dus ook aan ons. In de gesprekken kwamen wij er niet uit. Verschil van visie en aanpak. Dat kan. Het bisdom bij monde van de Raad voor Economische Aangelegenheden (meerjaren planning en wat de parochie gaat doen met bezittingen waaronder de kerkgebouwen en toekomst van de geloofsgemeenschap) en wij als
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
7
bestuur en in het bijzonder de heer Ridder (kortere termijn, letten op de inkomsten nu en stabiliteit voor onze geloofsgemeenschap nu), kwamen niet verder. Dat heeft de Heer Ridder doen besluiten om terug te treden. De media is erop gesprongen en heeft één ding eruit genomen als in het oog springend: “kerksluiting”. Voor alle duidelijkheid: •
Een bisdom kan geen kerk sluiten. Kerkgebouwen vallen in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van het parochiebestuur.
•
Ons parochiebestuur moet (net als alle andere parochieverbanden) een plan maken voor de komende 5 jaar waarin mede de volgende zaken meegenomen moeten worden: Vitaliteit van de locale geloofsgemeenschappen rond de kathedraal en de Augustinus (gemeenschapszin, vrijwilligers, activiteiten, beeld naar buiten). Staat van de gebouwen. Financiële positie (nu en over 5 jaar, prognose). Ontwikkeling leeftijdsopbouw en verwacht kerkbezoek en binding met de gemeenschap rond de kathedraal en de Augustinus.
U ziet: Of er een kerk gesloten moet worden ligt mede ook aan uw verantwoordelijkheid. Aan uw bereidheid om onze geloofsgemeenschap te zijn als kerkganger, onze geloofsgemeenschap uit te bouwen als vrijwilliger, onze geloofsgemeenschap financieel te ondersteunen. In januari 2010 heeft de toenmalige penningmeester T. van Bommel duidelijk laten weten dat wij de komende jaren met een tekort zitten van rond € 100.000,- , door wegvallen van de huur van Ariënsconvict en ook van de Ossenkop, die door het Catharijnenconvent werd gebruikt. Wij kunnen dit opvangen door ons aller inzet.
8
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
Als bestuur willen wij zowel de Augustinus kerk als de Catharinakathedraal open houden, als het kan en door u wordt ondersteund als parochiaan en betrokken persoon. Dat is ons streven. Dat ontslaat ons niet van het feit dat wij een inventarisatie gaan maken en een plan voor beide kerkgebouwen en de gemeenschappen daarom heen. Het is zelfs onze plicht als bestuur om vooruit te zien en de vinger aan de pols te houden. Dat is ook wat de Heer Ridder altijd heeft gedaan. Daarvoor zijn wij hem veel dank verschuldigd. Voor alle duidelijkheid: Wij besturen de Salvatorparochie, waaronder de Catharinakathedraal en de Augustinuskerk valt. DUS NIET DE WILLIBRORDKERK aan de Minnebroedersstraat. Hier hebben wij op geen enkel terrein IETS mee van doen als bestuur. Concreet: • Er wordt NU geen kerk gesloten, zoals media suggereren. • Er wordt door het bestuur de komende 2 jaar gewerkt aan een plan voor de toekomst. • Daar wordt u als parochianen bij betrokken. • Wij zullen u als parochianen en betrokkenen regelmatig op de hoogte houden. Wij als bestuur gaan door met besturen en richting geven, omdat wij het als gemeenschap waard zijn. G.M.J. van der Vegt, pastoor en plebaan J.C. Zwarts, waarnemend vice- voorzitter J. Luijten, secretaris F. Schrier, penningmeester
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
9
VIJFTIG PAASDAGEN Vijftig dagen lang vieren wij christenen met vreugde en blijdschap het feest van Pasen, het feest van Jezus’ opstanding uit de dood. Feitelijk wil de liturgie van de kerk dat de paastijd gedurende vijftig dagen één doorgaande viering is. Daarom wordt zij gezien alsof het één feestdag is of liever ‘één grote zondag’ en wordt er ook gesproken van de ‘Zondagen van Pasen’. Met zijn vijftig dagen is deze liturgische tijd na de tijd door het jaar - de langste periode van het liturgisch jaar. Deze manier van spreken in de Algemene Normen voor het liturgisch jaar moet natuurlijk niet letterlijk genomen worden, maar zij wil ons er op die manier aan herinneren hoe de kerk ons de zondagen van Pasen voortdurend wil laten beleven. Het kenmerkende karakter van deze liturgische tijdsspanne is juist dat zij een voortzetting wil zijn van het paasgebeuren zelf. Dit komt ook tot uiting doordat op S Raffaelino del Garbo (1466-1524), “De deze dagen het feestelijk verrijzenis” (1510) klinkende Alleluia veelvuldig gezongen wordt. De zeven zondagen van Pasen vieren inderdaad allen uitdrukkelijk een bepaald aspect van het mysterie van Pasen, zoals ons wordt aangedragen door de schriftlezingen van die zondag. Lezingen ontleend aan het Nieuwe Testament In de paastijd zijn alle lezingen in de eucharistievieringen - zowel op zondag als op een dag door de week - en eveneens in het getijdengebed ontleend aan het Nieuwe Testament als een verwijzing naar de boodschap die Jezus ons gebracht heeft door uit de doden te verrijzen. In alle jaren van de driejarige lezingencyclus is de eerste lezing altijd genomen uit de Handelingen van de Apostelen. In deze lezingen worden wij geconfronteerd met de vroegste beginperiode van de kerk: hoe de gelovigen leefden, hoe de kerk groeide en daarbij nieuwe wegen insloeg en hoe conflicten werden opgelost.
10
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
Zondag van de Goddelijke barmhartigheid Vooral in de paastijd is de evangelielezing ontleend aan het evangelie van Sint Jan, de meest geliefde leerling van Jezus. Daarbij wordt op de Tweede zondag van Pasen ieder jaar dezelfde passage gelezen. Bij velen is dit gedeelte uit het Johannesevangelie bekend als het verhaal van de ongelovige Tomas. Paus Johannes Paulus II heeft echter vooral gewezen op de zending aan de apostelen om de zonden te vergeven, waartoe zij van Jezus de heilige Geest ontvingen. Daarom heeft hij deze zondag de titel van ‘Zondag van de goddelijke barmhartigheid’ gegeven, ofschoon deze zondag eeuwen lang werd aangeduid als ‘Beloken Pasen’. Precies daarom wordt hij dit jaar op deze zondag (1 mei) door paus Benedictus XVI zalig verklaard. E. de Jong
FAMILIEBERICHTEN Doop 20 maart: * Evy, dochter van Rob en Marit Wolvekamp 27 maart: * Eveline Roos Sophie, dochter van Bastiaan Willem Bernard Pierik en Denyse Constance Sophie 9 april: * Daniel De Sanctis (Engelse Mis) 10 april: * Julius August Martinus, zoon van Augustus van Maarseveen en Judith Uittenbogaard Huwelijk 11 maart: * Gert van Stralen en Aneta Sikora 8 april: * Jelle de Haan en Sophie Kamp Overleden 2 april: * Johanna Josepha Maria Wouterse-Schouten (geboren 18 juni 1922)
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
11
EEN VERHAAL VAN EEN MOEDER VOOR MOEDERS De goede God had besloten om de moeder te scheppen. Hij was daar zeker al zes dagen mee bezig toen een engel kwam en zei: “Wat staat U daar toch uw tijd te verdoen?” En God antwoordde: “Zeker, maar heb je al gelezen wat er allemaal nodig is om een moeder te scheppen? Ze moet een groot hart hebben en open armen waarin iedereen zich geborgen voelt. Ze moet een mond hebben om troostende woorden te spreken. Ze moet koffie kunnen zetten voordat de dag begint. Ze moet een kus kunnen geven die alles kan genezen; van een gebroken arm tot liefdesverdriet toe. Ze moet zes paar handen hebben…” De engel schudde het hoofd en herhaalde ongelovig: “Zes paar handen?” “Och,” zei God, “de handen zijn niet zo moeilijk, maar een moeder moet ook drie paar ogen hebben.” “Zoveel?” vroeg de engel verbaasd. En God knikte. “Ja, één paar om dwars door gesloten deuren te kijken als ze vraagt: Kinderen, wat doen jullie daar? Ook als ze heel goed weet wat ze aan het doen zijn. Een tweede paar in het achterhoofd om te zien wat ze niet mag zien, maar toch moet weten. En een derde paar om aan het kind dat iets misdaan heeft te zeggen: Ik begrijp het, wees maar gerust…” “Maar Heer,” zei de engel, Hem bij de arm nemend, “ga slapen, morgen is er ook nog een dag”. “Geen sprake van,” antwoordde God. “Trouwens, Ik ben bijna rond. Ik heb er al één gemaakt die vanzelf geneest als ze ziek is, die een maaltijd voor zes personen gereed kan maken van één kilo gehakt en die een klein kind onder de douche kan houden”. De engel draaide langzaam om het model van de
12
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
moeder heen en onderzocht haar aandachtig. “Ze is veel te zacht, besloot hij met een zucht. “Maar ze is wel taai en stevig,” verdedigde God met klem. “Je hebt er geen idee van wat zo’n moeder kan doen en verdragen” “En kan ze ook denken?” vroeg de engel. “Zeker! Ze kan uitstekend gebruik maken van haar verstand en een oplossing vinden voor alles en nog wat,” antwoordde de Schepper. Toen boog de engel zich nog eens over het meesterwerk en streek met één vinger over de wang. “Hier is iets fout gegaan!” stelde hij vast. “Toch niet,” verbeterde de Schepper. “Dat is een traan”. “En waar dient deze voor?” wou de engel weten. “Om vreugde uit te drukken, pijn, eenzaamheid, maar ook voldoening en fierheid.” “Maar Heer,” riep de engel uit, “U bent een genie!” Met een glimlach merkte God op: “Om u de waarheid te zeggen: Ik was het niet die deze traan aanbracht, het waren de kinderen.” Meimaand: Mariamaand Vanouds besteedt de liturgie van onze Kerk in de Meimaand aandacht aan Maria als Moeder van onze Heer. Twee maanden in het jaar springen eruit als het gaat om de aandacht voor Maria: de mei- en oktobermaand. Waarom zoveel aandacht voor de Moeder van onze Heer? Is het zo gek? Nee. Mensen die je dierbaar zijn, hebben een speciale plaats in ons hart. Mensen hebben vaak een foto van een dierbare op de kast staan of een foto van echtgenoten en kinderen in
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
13
hun portemonnee. Wie in je hart woont, wil je een speciale plek geven in je leven. Zo is het ook met Maria. Als Moeder van Jezus heeft zij bij ons Katholieken een bijzondere plek. Wij komen haar in de Heilige Schrift niet voor niets tegen op prominente plaatsen: de geboorte van Jezus, de opdracht van Jezus in de tempel, de bruiloft van Kana, het bezoek van haar aan Jezus en als Hij sterft aan het kruis. Maria gaat als persoon met het leven van Jezus mee en zij nodigt ons uit om hetzelfde te doen: stil te staan bij de kernmomenten van Jezus’ leven en ons eigen leven. Wij aanbidden haar niet, net zo min als wij de foto van onze dierbaren op de kast aanbidden; wel vereren wij haar als Jezus’ Moeder en ons aller moeder. Maria kent het leven als geen ander, de plussen en de minnen. Zij kent onze vreugde maar ook ons verdriet dat ons leven tekent. Veel mensen uiten dit in het opsteken van een kaarsje, een kort gebed, een dankjewel. Niet voor niets luidt een oud gezegde: een kind van Maria gaat nooit verloren. Pastoor Van der Vegt
GEZELLIGE OCHTEND VOOR OUDEREN Elke woensdagochtend wordt er in de parochiezaal van de Augustinuskerk een gezellige ochtend voor ouderen georganiseerd. Er wordt druk gekaart, er worden ansichtkaarten gemaakt, er wordt gezellig koffie gedronken. De ochtend is op de woensdag van 10.00 tot 12.00 uur, aan de Rozenstraat 1. De kosten zijn € 2,- per ochtend. Van harte uitgenodigd.
14
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
VIJF VRAGEN AAN MATHIEU PRUPPERS 1. Wie is Mathieu Pruppers? In de eerste plaats ben ik christen. Ik kerk in de Kathedraal en doe allerlei vrijwilligerswerk. Van jongs af aan ben ik met het geloof opgegroeid, het is me met de paplepel ingegeven. Na een lange ‘droge’ periode van nauwelijks meer naar de kerk gaan, begon het in mijn leven te stormen. In die storm kwam ik Hem tegen: tijdens het volgen van de Alpha-cursus kwam ik na zoveel jaren tot het besef dat Jezus voor mij persoonlijk aan het Kruis heeft geleden! Vanwege mijn zonden. Dat heeft mijn leven totaal veranderd. En Hij heeft ook mij veranderd. 2. Wat is je belangrijkste taak in onze parochie? Daar hoef ik niet lang over na te denken, ook al doe ik (misschien wel te) veel dingen in onze parochie. Het belangrijkste vind ik om mensen over Jezus te vertellen en over wat Hij voor mij persoonlijk betekent en wat Hij in mijn leven heeft gedaan en nog steeds doet. Dat doe ik vooral tijdens de Alpha-cursus, tijdens Geloven Nu-avonden en bij de Kleine Kerkgemeenschappen. 3. Wat doe je in het dagelijkse leven? In het dagelijkse leven ben ik als projectleider in dienst van het RIVM in Bilthoven. Ik zorg samen met een groep deskundigen dat de opdrachtgever waar krijgt voor zijn geld. 4. Wat is je favoriete plek in de Salvatorparochie? Elke plek dicht bij het altaar. Want daar gebeurt het: Onze Lieve Heer is namelijk altaar, priester en offerlam tegelijkertijd. 5. Wat zou je graag in onze parochie veranderd c.q. verbeterd willen zien? Ik bid om nog meer geloof W Mathieu Pruppers (vooraan rechts op foto met wierookvat) tijdens de Willibrordprocessie 2005
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
15
in onze parochie en voor nog meer ruimte voor de Heilige Geest. Onze parochie en de Kerk bevinden zich in woelige tijden. Als we naar Onze Lieve Heer blijven kijken, dan hebben we geen tijd meer om ons druk te maken over allerlei verschillen. Hij is degene die ons allemaal tot één gezin maakt. Onlangs werd ik in dat verband geraakt door de volgende tekst: als de leerlingen tijdens de storm aan Hem vragen “Meester, raakt het U niet dat wij vergaan?”, dan antwoordt Hij: “Waarom zijt ge zo bang? Hoe is het mogelijk dat ge nog geen geloof bezit?”
JOHANNES PAULUS II OP 1 MEI 2011 ZALIG Het is de allereerste keer in 2000 jaar kerkgeschiedenis dat een paus door zijn directe opvolger zalig wordt verklaard. Bovendien is het proces van de zaligverklaring van Johannes Paulus II heel snel verlopen. Op verzoek van paus Benedictus XVI is het onderzoek naar een mogelijke zaligverklaring van zijn voorganger eerder begonnen dan gebruikelijk. Normaal begint een onderzoek vijf jaar na de dood van een zalig te verklaren persoon. Laten we zeggen een soort voorkeursbehandeling. Misschien zijn de leuzen die bij zijn begrafenis op het Sint Pietersplein klonken van “Santo subito!” (“Meteen heilig!”) toch van invloed geweest. Benedictus XVI en Johannes Paulus II hebben 20 jaar zeer intensief samengewerkt. Na het Tweede Vaticaans Concilie was de Kerk veranderd. Velen hadden het habijt aan de wilgen gehangen, religie was iets ouderwets, voor oude mensen. En daar stond plots, op 16 oktober 1978, een energieke Paus op het balkon van de Sint Pieter. Nog nooit had men een plaatsbekleder van Christus gezien met zo’n sterke uitstraling. Een man die de wereld wilde laten zien dat de Kerk leeft, een plaats verdient onder de mensen, ook in moderne tijden. Hem wachtte de moeilijke taak om de minder prettige effecten van het Tweede Vaticaans Concilie in te dammen en een heldere, standvastige lijn aan de kerk te geven. Al snel benoemde hij Jozef Ratzinger als prefect van de
16
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
Congregatie voor de Geloofsleer. Samen vormden zij een hecht team dat de kerk door de moeilijke tijden wist te loodsen. Johannes Paulus trok de aandacht vooral van de jongere generaties die zo voor het eerst de Kerk leerden kennen. Jozef Ratzinger werkte in stilte achter zijn bureau om van de Kerk weer een tehuis voor alle mensen te maken. Zes jaar na zijn overlijden is de aantrekkingskracht van Johannes Paulus II nog altijd groot onder de mensen. Benedictus XVI gaat verder en weet zich daarbij gesteund door de gelovigen die de ingeslagen weg van Johannes Paulus II niet meer wensen te verlaten. Een zalig verklaarde paus stijgt traditiegetrouw op uit zijn graf vanuit de Grotte onder de Sint Pieter naar een plaatsje in de Sint Pietersbasiliek zelf, goed zichtbaar voor alle gelovigen. Johannes Paulus II ligt nu in de tweede kapel rechts bij binnenkomst, in de H. Sebastiaankapel, direct na de kapel met de Pietà van Michelangelo. Of de plaats van het nieuwe graf logistiek goed gekozen is, valt nog te bezien. Beneden in de Grotte was een speciaal plaatsje ingeruimd waar de hele dag pelgrims rustig tot de overleden paus konden bidden. Die rust is er, nu althans, nog niet. Het lichaam van Johannes Paulus II zal niet te zien zijn, maar zal achter een marmeren plaat liggen met de tekst: Giovanni Paolo II. Beato. Lidy Peters
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
17
MARIAMAAND De maand mei heeft in westerse landen een symbolische betekenis gekregen die verwijst naar Maria. Het is een gevolg van de grote en populaire Mariaverering in de middeleeuwen. In die tijd en later had iedere kerk een Maria-altaar met een beeld of schilderij van haar. Ook waren er veel bedevaartsoorden met een wonderdadig beeld. Tot haar verering behoorde ook het vlechten van bloemenkransen, waarmee het beeld werd omhangen en versierd. Soms was het een krans van rozen. Deze rozenkrans werd ook symbolisch en geestelijk verstaan en dan waren het weesgegroetjes die ter ere van Maria werden gebeden. Bijzondere mariale symbolen waren de roos en de lelie. Laatmiddeleeuwse schilders stelden haar voor omkranst met bloemen of gezeten in een bloementuin. Dit deed denken aan het aardse paradijs en de oude Eva die vóór de zonde maagdelijk was. Maria werd immers al in de oude kerk als de nieuwe Eva gezien. Maria werd de schoonste van alle vrouwen genoemd en daarom paste de bloemrijke en schone maand bij haar. Dus werd de maand mei die als de bloeimaand gold, na de middeleeuwen aan Maria toegewijd. Hierin hebben de Jezuïeten een belangrijke rol gespeeld. Vooral door hen kreeg de maand-mei-devotie een vaste vorm. Toonaangevend was o.a. het boekje van A. Dionisi S.J.: ’De maand van Maria ofwel de maand mei’ (Verona, 1725) dat in honderd jaar 18 uitgaven kende. Hierin staat zelfs een hoofdstukje over de versiering van het Mariaaltaar en beeld. Ook werd het zogenaamde Marialof in parochiekerken gepropagandeerd. In het midden van de 19e eeuw was de devotie vanuit Italië in heel Europa verspreid. Niet-westerse landen hebben vanwege een ander klimaat en andere bloementijd een andere maand gekozen. Zo oktober in Brazilië, november in andere ZuidAmerikaanse landen, oktober in India en december in het Koptische Egypte. Pausen hebben maar spaarzaam de mei-maand-devotie
18
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
bevorderd. Wel publiceerde Paulus VI op 29 april 1965 de encycliek ‘Mense maio’ (de maand mei) met een oproep tot gebed tot de maagd Maria voor de noden in de wereld, maar de volksdevotie had al in westerse landen haar beste tijd gehad. Toch is ze nog steeds min of meer levend, opvallend in de vorm van bedevaarten naar een heiligdom van Maria. Toon Brekelmans Kerkhistoricus
1 MEI: SINT JOZEF DE ARBEIDER De heilige Jozef, volgens de evangeliën van Matteüs en Marcus timmerman in Nazareth, wordt op 19 maart en op 1 mei vereerd. De Kerk gedenkt het werkzame leven van de echtgenoot van Maria op 1 mei. In 1955 stelde Paus Pius XII (1939-1958) 1 mei als feestdag in, ook wel bekend als Sint Jozef Opifex. In veel landen is 1 mei de Dag van de Arbeid. De R.-K. Kerk brengt op deze dag in herinnering wat volgens het christelijk geloof de waarde van de menselijke arbeid is. Werk en het inzetten van je talenten is een eerbetoon aan de gaven van God. De Zondag van de Arbeid wordt in 2011 gevierd op zondag 1 mei. Dit jaar heeft deze zondag een extra feestelijke dimensie vanwege de zaligverklaring van paus Johannes Paulus II. Deze paus is o.a. bekend vanwege zijn grote aandacht voor de arbeid; hij wijdde er in 1981 een aparte encycliek aan: Laborem exercens. Johannes Paulus II wees erop dat er in de moderne tijd over werk veelal gedacht wordt in termen van productiviteit. We dreigen mannen en vrouwen dan gemakkelijk te reduceren tot instrumenten die vooral nuttig zijn om het hogere doel van een hoge winst zeker te stellen. Johannes Paulus II benadrukte de waardigheid van de menselijke persoon, die iedere arbeider is. Die menselijke persoon is nooit alleen middel, maar altijd ook zelf doel. Dat betekent bijvoorbeeld dat arbeid en arbeidsomstandigheden menswaardig dienen te zijn. Die boodschap is nog altijd actueel!
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
19
ROEPINGENZONDAG Op 15 mei is het roepingenzondag. Een dag waarop wereldwijd stil wordt gestaan bij roepingen, en dan bij roepingen tot het priesterschap, het diaconaat en het religieuze leven in het bijzonder. Het thema van Roepingenzondag 2011 luidt ‘Roepingen bevorderen in de lokale Kerk.’ Volgens de paus toont de vitaliteit van een kerkgemeenschap zich door het vermogen roepingen te wekken. Paus Benedictus XVI beklemtoont in zijn boodschap bij gelegenheid van roepingenzondag het belang van het gebed voor roepingen in gezinnen, parochies en gebedskringen. Daarnaast is het volgens de paus belangrijk dat elke lokale Kerk een grotere gevoeligheid ontwikkelt voor het roepingenpastoraat door jonge mensen te helpen om te groeien in een oprechte vriendschap met de Heer. In de vriendschap met de Heer is het persoonlijk en liturgisch gebed van belang, het aandachtig lezen van de Schrift en het luisteren naar het woord van God. Hoewel roepingen lang niet zo talrijk meer zijn als jaren geleden, bestaan ze gelukkig nog steeds. Ook in onze eigen parochiegemeenschap. Een getuigenis. Op zoek naar het Licht Sevilla, Spanje. - Het is een warme zomerdag begin juni. Samen met een vriend slenter ik door de smalle straatjes van Bario Santa Cruz in het historische centrum van de stad. Moe van het gesjok zoeken we een terrasje. We ploffen neer op een pleintje waar voor een bar wat stoeltjes staan. We snakken naar een koud glas bier en bestellen er wat tapas bij. Mijn reisgenoot is al snel verzonken in een boek en ik kijk wat om me heen. Een jongen slooft zich voor wat meisjes uit op zijn gitaar, en op het plein spelen kinderen. In een hoek van het plein staat verscholen achter een groot gietijzeren hek een kerkje. Het hek en de kerkdeur staan open en het valt me op dat het een komen en gaan is van mensen die de kerk in en uit lopen. Het maakt me nieuwsgierig. Het kerkje ziet er
20
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
van buiten niet bijzonder uit, toch heeft het op de een of andere manier een bijzondere aantrekkingskracht op al die mensen. Ook op mij merk ik al snel. Ik besluit een kijkje te gaan nemen. Het is een welkome verkoeling die kerk, maar Ik heb nog geen paar stappen gedaan of ik sta voor een enorm kruis met daaraan Jezus. Het hangt tegen de muur in een kleine zijkapel, vlakbij de ingang. Ik sta meteen aan de grond genageld, ik krijg het nog warmer dan ik al had, en het lijkt alsof mijn adem wordt afgesneden. Ik voel mijn hartslag stijgen en ik kan geen kant meer op. Daar sta ik dan, oog-in-oog met de Heer. Het is een ontmoeting die me nog levendig voor de geest staat. Net zoals die andere keer, toen ik een jaar of zes was. Mijn opa was overleden en tijdens zijn uitvaartmis herinner ik me goed het moment dat de priester tijdens het consecratie de hostie ophoog hield. Ook deze ontmoeting heeft grote impact op me. Ik wil dat moment steeds weer opnieuw beleven. Al snel mag ik mijn eerste communie doen, word ik misdienaar en zing ik in het kinderkoor, om maar telkens weer in de buurt van het altaar te kunnen zijn. Een intens verlangen dat me lange tijd in de greep weet te houden. Later ebt dat verlangen langzaam maar zeker weg en maakt het plaats voor een andere passie. Journalist worden. Zo’n 15 jaar later, voorjaar 2005. Mijn zus krijgt haar tweede kind. Ze vraagt of ik peter wil zijn van haar dochtertje. Als zij maanden later wordt gedoopt, wordt er een verhaaltje voorgelezen van Toon Tellegen over een egel die voor zijn verjaardag als cadeau de zekerheid wil dat de zon elke morgen weer op zal gaan. Hij vraagt om de zekerheid van het licht in zijn leven. Een klein jaar later overlijdt de vader van mijn beste vriend. Ik ben ook dan weer in de kerk, deze keer voor een uitvaart. Beide momenten grijpen me aan. Leven en dood. ‘We zijn door de doop in zijn dood met Hem begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden leiden’. (Rom.6,4) Het is de apostel Paulus die me een spiegel voorhoudt. Leven en dood, dood en verrijzenis, een nieuw leven. Doop en uitvaart, ze duwen me terug naar de kerk. Ben ik zelf ook niet op
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
21
22
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
zoek naar dat nieuwe leven, naar het Licht dat de duisternis in mijn leven zou verdrijven? Het is het begin van een lange zoektocht om uiteindelijk terug uit te komen bij dat verlangen uit mijn jeugd, om daar te zijn waar wij de Heer ontmoeten, rond het altaar, in de eucharistie. Maar dan wel met een specifieke opdracht. Het is een tijd van een enorme aantrekkingskracht, maar ook van weerstand. Ik priester worden? Ik zoek naar bevestiging in roepingenweekenden, kloosters, gesprekken, boeken en op internet. Ik vind er veel aanknopingspunten, maar een antwoord, nee. Of durf ik gewoon geen antwoord te geven op datgene wat er eigenlijk in mijn hart leeft? Dan ben in Sevilla en beland ik in dat kerkje. Het is de Heer zelf die me die laatste zet geeft, aan dat kruis dat heel ons geloof samenvat: ‘Ik ben het Licht van de Wereld. Wie mij volgt dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten.’ (Joh. 8,12). Kijk voor meer informatie voor roepingen in het aartsbisdom Utrecht op het de website van het Ariënsinstituut: www.ariensinstituut.nl
Een paar getallen voor ons eigen aartsbisdom: • • • • •
Op zaterdag 14 mei wordt Karel Donders tot priester gewijd in onze Catharina Kathedraal om 10.30 uur. Welkom! Momenteel hebben wij 5 priesterkandidaten voor ons Aartsbisdom Utrecht. 7 mannen oriënteren zich of priesterschap iets voor hen is. Er zijn 2 diakens in opleiding. Er zijn 25 theologiestudenten die een speciale leerroute volgen om als pastoraal werk(st)er in ons aartsbisdom voor een benoeming in aanmerking te komen.
Dat is reden tot dankbaarheid.
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
23
WOORD VAN PAUS BENEDICTUS XVI NAAR AANLEIDING VAN ROEPINGENZONDAG 14/15 MEI 2011 Geliefde broeders en zusters, uw inzet bij het bevorderen van en de zorg voor roepingen krijgt een volheid van betekenis en pastorale doeltreffendheid wanneer deze wordt verwezenlijkt in eenheid met de Kerk en is gericht op de dienst aan de gemeenschap. Daarom is ieder moment in het leven van de kerkgemeenschap – catechese, ontmoetingen van vorming, liturgisch gebed, bedevaarten naar heiligdommen – een kostbare gelegenheid om onder het volk van God, in het bijzonder onder de kleinsten en bij de jongeren, het gevoel op te wekken bij de Kerk te horen en de verantwoordelijkheid te doen ontwaken om een antwoord te geven op de roeping tot het priesterschap en het godgewijde leven, gefundeerd op een vrije en bewuste keuze. Het vermogen om voor roepingen zorg te dragen is een kenmerk van de vitaliteit van een lokale Kerk. Laten wij vol vertrouwen en volhardend de hulp inroepen van de Maagd Maria, opdat men naar haar voorbeeld kan ingaan op het goddelijk heilsplan en opdat zich op haar doeltreffende voorspraak binnen iedere gemeenschap de bereidheid kan verspreiden om ‘ja’ te zeggen tegen de Heer, die steeds nieuwe arbeiders roept voor zijn oogst.
Gebed om Roepingen Heer Jezus Christus, U hebt gezegd: ‘De oogst is groot…’ en op dat woord zijn door de eeuwen heen ontelbaar velen opgestaan en gaven alles prijs om U te volgen. Wij bidden U, zend ook in deze tijd Uw Geest van wijsheid, inzicht en liefde voor Uw Naam. Zie met liefde neer op onze gezinnen, op onze geloofsgemeenschappen, op onze parochies.
24
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
Roep jonge mensen tot Uw dienst, opdat zij in Uw spoor de weg van de onvoorwaardelijke liefde gaan. Geef hen een trouw hart dat Uw roepstem blijft horen en U geheel wil toebehoren. Heilige Maria, moeder van de Kerk, bid voor ons. Amen. drs. P. Kuipers, pr rector Ariënsinstituut voorzitter Diocesane Roepingenraad
JOURNAL D’UN CURÉ DE CITÉ Sinds enkele maanden, vanaf de eerste zondag van de advent, bidden wij in de kathedraal op zaterdagavond het kerkelijk avondgebed. De psalmen zijn verdeeld over vier weken en voor de lofzang aan Maria wordt elke keer de passende antifoon gebeden, die betrekking heeft op het evangelie van de zondag. Rustig zingend en biddend voegen wij ons in, in het gebed van de wereldkerk. Zingend en biddend ook de slotgebeden die als smeekgebed zijn bedoeld. Aan het einde, voor het Onze Vader, is er ruimte voor persoonlijk gebed. De microfoon staat in het middenpad en iedereen die wil kan naar voren komen om zijn of haar gebed te doen. Dat is even wennen. Katholieken kennen het vrije gebed niet, of nauwelijks en dat is zeer jammer. Juist het vrije gebed is de stem van het hart die opstijgt voor Gods aangezicht. God kent het hart van ons en weet wat ons beweegt en bezig houdt. Toch is het goed om het uit te spreken en om anderen er ook in te laten delen. Niemand hoeft dan ook commentaar te hebben op de gebeden die gezegd worden. Nooit hoeven wij erover met elkaar in discussie te gaan. Gebed is goed, mooi, als het komt uit een oprecht en eerlijk hart. Zo is er sinds enkele maanden ook gelegenheid tot persoonlijk gebed bij de voorbeden tijdens de H. Mis van woensdagavond in de kathedraal. De voorbeden heten niet voor niets “orationes fidelium”, de gebeden van de gelovigen. Waarom dan geen gelegenheid voor mensen om deze gebeden ook zelf uit te spreken? Wij moeten over een drempel, maar dat geeft niet. Het is stil als er door iemand wordt gebeden en die stilte bindt ons. Er is eerbied want voor God zijn wij gelijk en even bijzonder. Voor mij zelf is het een bijzonder moment waar ik naar uit kijk, omdat een geloofsgemeenschap alleen maar opgebouwd kan worden door gebed. Ik hoop dan ook dat meer mensen de smaak te pakken gaan krijgen. U ziet, een kort Journal, maar wel de meest belangrijke die ik ooit geschreven heb. Pastoor Van der Vegt
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
25
KIDS CORNER Beste jongens en meisjes, We zijn weer in de meimaand, dat is de Maria-maand. Het ABC kennen jullie natuurlijk allemaal, maar kennen jullie ook het “MariaABC”? Het is zo: A. Is Ave Maria, je hoort het dikwijls zingen, B. Is Betlehem, een stadje vol herinneringen, C. Is Cana, Maria op een trouw-festijn, D. Is de dank van de gasten, want water werd wijn, E. Is de engel Gabriël, die aan Maria verscheen, F. Zijn haar feesten, door heel de jaarkring heen, G. Is haar gezin, te zien op menig schilderij, H. Zijn de herders, Maria ontving hen heel gastvrij, I. Is Immanuel, God is met ons, Hij is getrouw, J. Is Jozef, hij koos Maria tot zijn vrouw, K. Zijn de kaarsen, brandend bij haar beeld, L. Is het Licht, dat zij met ons deelt, M. Is de maand mei, Maria als koningin gekroond, N. Is Nazaret, het dorp waar zij heeft gewoond, O. Is “O Koningin”, zo zingen wij oprecht, P. Zijn de parels, aan haar kroon gehecht, Q. Is Quo Vadis, waar gaan wij heen?, R. Is de reis naar de plek, waar Maria verscheen, S. Is het stilstaan, bij haar hele leven, T. Is de Troon, die de Heer haar heeft gegeven, U. Is de uitweg, want V. Is de Verlossing en W. Dat zij wij. Snel nu de X. En de Y. Maar voorbij, want Z. Is de Zoon van God, Maria moest voor hem zorgen. Zij zorgt ook voor ons. Voor jou en voor mij. Frater Siardus
26
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
BINNENSTADBERICHT MEI 2011
27
KATHEDRALE SALVATORPAROCHIE Pastoraal Centrum Rozenstraat 1 3511 BV Utrecht tel.: 030-2318545 e-mail:
[email protected]
Voor informatie en vragen over de parochie kunt u bij het Pastoraal Centrum terecht op werkdagen van 9.30 tot 12.30 uur. De ingang van het Pastoraal Centrum bevindt zich achter de St. Augustinuskerk naast de ingang van parkeergarage La Vie. Buiten de openingstijden kunt u de voicemail inspreken, dan wordt u tijdens onze openingstijden teruggebeld.
Pastoraal team: pastoor G.M.J. van der Vegt pastor M. Schrama o.s.a. assistent-pastor O. Swijnenberg assistent-diaken J.C.J. den Hartog Telefoonnummer pastoor: 06-14395413 Bank-/gironummers: Actie Kerkbalans Salvatorparochie: 3341144 Salvatorparochie St. Augustinus: 136740 Salvatorparochie St. Catharina: 148501 Parochiële Caritas Instelling (PCI): 699006945
St. Augustinuskerk Oudegracht 69 www.deaugustinus.com koster: Th. van Hasselt De kerk is van maandag t/m zaterdag geopend van 9.30-16.30 uur. Zaterdag: 11.15 uur: Rozenkransgebed 12.00 uur: H. Mis met samenzang Zondag: 9.45 uur: Rozenkransgebed 10.30 uur: Hoogmis 12.30 uur: Holy Mass in English Maandag t/m vrijdag: 12.30 uur: H. Mis Biechtgelegenheid: dinsdag en donderdag 12.00-12.20
St. Catharinakathedraal Lange Nieuwstraat 36 www.dekathedraal.com kosters: W. Zuurhout, H. van Bunnik Zaterdag: 11.00-17.00 uur: Open Kerk 17.00-17.50 uur: Aanbidding en biechtgelegenheid 17.50 uur: Gezongen en gebeden Vespers met gelegenheid tot persoonlijk gebed 18.15 uur: Zegen met Allerheiligste 18.30 uur: Avondmis Zondag: 10.30 uur: Hoogmis Woensdag: 18.30 uur: Rozenkransgebed 19.00 uur: H. Mis (in de Vredeskapel)