BKP TOELICHTING
29
Bovenbouw Openheid, wijsheid, lichte materialen
Binnenstad
Stationsgebied
Bio Science Park Sokkel Schaal, intimiteit en kleurstellingen van de binnenstad
30
C1
Contrast tussen sokkel en bovenbouw
Diagram Twee werelden komen samen Pagina links Contrast tussen sokkel en bovenbouw
Verschil in materiaal en detaillering Bij het ontwerp moet rekening worden gehouden met de werkelijke ervaring van het gebouw. De manier waarop de sokkel ervaren wordt verschilt aanzienlijk van de ervaring van hoger gelegen verdiepingen. De ervaring op afstand stelt andere eisen dan die van nabij. Een deel van het gebouw is zichtbaar in de skyline, een deel niet. De nieuwe gebouwen in het Stationgebied zijn herleidbaar tot een sokkel en een bovenbouw, de bovenbouw wordt verdeeld in een middendeel en een top. De plint is het meest bepalend voor hoe een gebouw vanaf straat ervaren wordt. Het middendeel en de top, zijn op grotere tot op veel grotere afstand (kilometers), waarneembaar. De ervaring van een gebouw op afstand is elementair. De ervaring dichtbij is tactiel (aanraakbaar) en laat meer detail en verfijning zien. Het principe van sokkel en bovenbouw wordt ook in de materialisering en detaillering van de bebouwing voortgezet. Er wordt gekozen voor een contrast tussen sokkel en bovenbouw. Hoewel wordt ingezet op contrast kan naar samenhang worden gezocht. Deze samenhang dient altijd ondergeschikt te zijn aan het onderscheid tussen sokkel en bovenbouw. Sokkel: kleinschalig, refereert aan binnenstad De sokkel refereert op een eigentijdse manier aan de historische binnenstad. Het Leidse kleur- en materiaalpalet is vertaald naar warme donkere steenachtige materialen met grote raamopeningen en lichte kaders. De sokkel staat stevig op de grond, is tastbaar en voelt intiem aan. Bovenbouw: grote schaal, lucht en licht De bovenbouw contrasteert met de sokkel door meer te refereren aan de lucht en de openheid/weidsheid: lichte materialen, meer kristallijne architectuur. De lichte materialen minimaliseren de impact van de bovenbouw op onderliggende straten. De complexe geometrie van sokkel en bovenbouw moet met een klein materialenpalet worden ontworpen.
31
Geen hoeken afsnijden
Gevel moet recht zijn
Parcellering, verticale knippen, kappen Geen parcellering
Eén materiaal dat qua kleurstelling refereert aan de binnenstad, één duidelijk volume
32
Markeren van entree d.m.v. terugliggende onderste laag (evt. 2 lagen) over max. 30% van de gevelbreedte
Diepe raam- en deurneggen worden toegejuicht
Een terugliggende bovenste laag van de sokkel over max 30% van de lengte van de dakrand
Een terugliggende pui is altijd mogelijk zolang de gevel ‘visueel’ op de rooilijn staat
C2
Sokkel
0
Algemeen
Geen parcellering • De sokkels in het Stationsgebied verschillen met de binnenstad wat betreft het ontbreken van een letterlijke parcellering: er wordt geen ‘vals’ onderscheid gemaakt tussen aangrenzende panden in materiaalkeuze, verticale ‘knippen’ of nokhoogte. Er worden geen kappen gemaakt. De hele sokkel is immers onderdeel van een gebouw dat gemaakt wordt in één enkele bouwstroom. De sokkel bestaat uit één duidelijk herkenbaar volume met één gevelmateriaal. • De gevels van de sokkels in het Stationsgebied hebben een sterke verwantschap met de gevels in de binnenstad wat betreft kleur van het gevelmateriaal en detaillering. In de komende hoofdstukken zal hier nader op worden ingegaan. Rooilijnen Uitgangspunt is dat de rooilijnen in acht genomen worden om de straten helder te definiëren. In de rooilijn heeft de sokkel een hoogte van drie of vier verdiepingen. De vorm van het hoofdvolume wordt niet aangetast: geen uithollingen-, afrondingen- of afsnuitingen van de hoeken, de bovenste sokkellaag ligt niet terug op de hoeken. Balkons en erkers die de rooilijn overschrijden zijn niet toegestaan. Diagram rechts Een terugliggende bovenste laag van de sokkel kan gebruikt worden als buitenruimte van de woning, geeft karakter/variatie aan de gevel en meer licht in de straat. Ter markering van een gebouwentree kan de gevel teruggelegd worden t.o.v. de rooilijn. Diagrammen pagina links Principes voor afwijking van de rooilijnen (rechts). Een duidelijk herkenbaar volume in één gevelmateriaal (links).
Terugspringen en buitenruimtes • Indien gewenst kan de sokkel verfijnd worden door het terugleggen van de daklijn (t.b.v. buitenruimtes) of de onderste laag (t.b.v. entreelobby appartementengebouw, winkel entree). • De dakrand heeft overwegend één hoogte. Per gevel kan deze hoogte twee a drie maal aaneengesloten verspringen. Het teruggesprongen deel betreft maximaal een derde van de daklijn van een sokkelzijde en bevindt zich nooit op de hoek van het gebouw. De rest van de daklijn bestaat minimaal uit een dakrand zodat de hoofdvorm van de sokkel niet aangetast wordt, ook als er wel een buitenruimte op de bovenste laag zit. Een setback begint op minimaal één woningbreedte uit de hoek. • Op straatniveau kan de gevel over een of twee lagen terugspringen waardoor de mogelijkheid ontstaat om gebouwdelen te accentueren. Ook hier geldt dat niet meer dan een derde van een sokkelzijde mag terugliggen t.o.v. de rooilijn.
33
Sokkel facade stationsplein
34
35
Strakke donkere baksteen
Gepolijste betonelementen stukken leisteen
Grote natuursteen platen
Gekleurde betonelementen
36
met
C2
Voorbeeld van kleuren voor de sokkel
Materialen • De sokkel refereert op een eigentijdse manier aan de historische binnenstad. Het Leidse kleur- en materiaalpalet is vertaald naar warme donkere* steenachtige materialen met grote raamopeningen en lichte kaders. De sokkel staat stevig op de grond, is tastbaar en voelt intiem aan. • Beton, natuursteen en keramische tegels zijn materialen die passen bij de sokkel. Baksteen is als gevelmateriaal toepasbaar maar dan wel op een eigentijdse manier. Bijvoorbeeld door toepassing van een bijzondere voeg die extra dynamiek aan een gevel geeft. De gevel kan gekeimd of gestuukt worden mits op een duurzame manier uitgevoerd. • De materialisatie is ingetogen: Eén type gevelbekleding per sokkel waardoor de sokkel tot een monoliet geheel gemaakt wordt. Het is wel mogelijk om een verschil in materiaal te maken tussen een gevel die aan het Stationsplein ligt en de overige gevels van een sokkel. • Bij het maken van een teruggelegen balkon of entreeruimte in de sokkel worden de kopse gevel- en vloervlakken met hetzelfde materiaal bekleed als de gevels aan de straat. • De bovendakse gevel dient als balustrade voor de buitenruimte op het dak van de sokkel. Dit geveldeel van de sokkel is gemaakt van hetzelfde materiaal als de sokkelgevel en is voor minimaal 50% opengewerkt. • De sokkel is één architectonische eenheid die niet pandsgewijs (verticaal) of appartementsgewijs (horizontaal) wordt opgeknipt. Ook zichtbare hemelwaterafvoeren en sprongen ter plaatse van de woningscheidende wanden zijn niet gewenst. Bij de plaatsing van dilataties in het gevelmetselwerk dient voorkomen te worden dat ze samenvallen met de woningscheiding.
* Onder warme donkere kleuren wordt verstaan: aan de warme kant van het kleurspectrum (bruinrood), onverzadigde kleuren, aan de donkere kant.
37
C2
Flexibiliteit Stedelijkheid ontstaat doordat gebouwen meerdere functies in zich kunnen opnemen of kunnen meegroeien met de behoeftes van de gebruikers. Een stad is niet statisch maar dynamisch. Om deze reden wordt van de gebouwen verwacht dat ze zodanig worden ontworpen, dat ze op eenvoudige wijze nieuwe functies in zich op kunnen nemen. Een extra hoge begane grondverdieping, vrij indeelbare plattegronden e.d. zijn middelen die hiertoe kunnen worden ingezet. De begane grond heeft een vrije hoogte van min. 3,6 meter voor daglichttoetreding. Ook wordt door de extra maat de gebruiksmogelijkheden vergroot. Kantoorgebouw Gooiland: een mooie parkeergevel.
Logistieke zone achter net hek.
38
Lobby bovenbouw De toegangen van de bovenbouwen zijn royaal en licht en zijn minimaal vier meter hoog. De lobby wordt op een subtiele maar goed herkenbare manier ingebed in de architectuur van de sokkel. Gedacht kan worden aan het terug springen van de gevel ter plaatste van de lobby. De lobby wordt zo geplaatst dat deze bijdraagt aan de verlevendiging van de omgeving van het gebouw.
C2
Studentenhuisvesting, Amsterdam: een aantrekkelijke blinde gevel.
Wing Luke Asian Museum, VS: lobby bovenbouw tussen winkels.
Entrees parkeergarages, parkeergevels, logistiek. • Parkeergarages en logistieke ruimtes zijn, op de entrees na, niet zichtbaar van de straat. Indien zichtbaarheid absoluut onvermijdelijk is, vormt de gevel een toevoeging aan de kwaliteit van gebouw en omgeving. • De impact van toegangen op het gevelbeeld wordt geminimaliseerd. Ze zijn ontworpen als aantrekkelijke openingen in de gevel. Bij de plaatsing dient rekening te worden gehouden met functies aan de overzijde van de straat. De hekken en poorten die de garages scheiden van de straten zijn met zorg ontworpen en passen in de architectuur van de sokkel. Hellingbanen liggen achter de gevel. Voor de in- en uitgangen van de parkeergarages zijn geen storende verkeersmiddelen (slagbomen, palen e.d.) in de straten toegestaan. • Voetgangerstoegangen tot de parkeergarages zijn integraal onderdeel van de sokkel. Er kan gedacht worden aan het combineren van de lobby voor de functies in de bovenbouw en de entree van de parkeergarage. ‘Blinde’ gevels, bergingen, stalling-, installatie- en containerruimtes. • De hoeveelheid blinde gevel op straatniveau wordt geminimaliseerd. Indien onvermijdelijk wordt de gevel met zorg ontworpen en vormt deze een aanwinst voor het gebouw en omgeving. • Bovengrondse technische infrastructuur zoals bijvoorbeeld schakelstations en traforuimten worden opgenomen in de bebouwing. Indien ze bereikbaar moeten zijn vanuit de openbare ruimte worden ze opgenomen in de architectuur van de sokkel. De ontwerpers dienen in de ontwerpfase in overleg te treden met de betrokken gemeentelijke dienst(en) en exploitanten om tot een optimale situatie te komen. • Bergingen en fietsenstallingen worden centraal/geclusterd opgelost, liggen in de kern van de sokkel en zijn alleen zichtbaar vanaf straat in de vorm van een gemeenschappelijke toegangsdeur. • Afval van de bebouwing wordt inpandig en bij voorkeur centraal per gebouw opgelost en zijn, op een toegangsdeur na, niet zichtbaar vanaf straat. De openbare ruimte is vrij van afval inzamelpunten. Indien afval inzameling met Kliko’s onvermijdelijk is worden deze geïntegreerd in de bebouwing zodat ze niet zichtbaar zijn vanaf straat.
39
Vrije plaatsing raamopeningen
Wit kozijn
Variatie in diepte
Wit kader
Witte negge
Brede openslaande deuren
Soms ramen tot op de grond
40
C2
2
Sokkel ‘buurt’
Leidse binnenstad De ontwerprichtlijnen voor de sokkels zijn afgeleid van de architectuur van historische Leidse panden. De schoonheid van deze gevels ligt in o.a. in: • Een grote variatie binnen een repeterende thematiek. • De transparantie van de gevels. De grote gevelopeningen, kozijnen met donker geverfde roeden die van buiten af bezien, door hun kleur, wegvallen tegen het donkere glas. • De variatie per perceel in grootte en positie (zowel horizontaal als verticaal) van de gevelopeningen. • De variaties per verdieping (begane grond is anders dan eerste verdieping is anders dan tweede verdieping). • Ramen die bijna de straat raken. Typische gevels historische binnenstad Leiden
Vertaling naar eigentijdse geveltype
Voorbeelden van Leidse gevels met witte kaders, veel variatie in de plaatsing en vorm van ramen.
Volgende pagina Het palet van mogelijkheden voor ramen en deuren.
Grote ramen en deuren • Geïnspireerd op de binnenstad worden in dit sokkeltype grote ramen en deuren met lichte kaders toegepast. • Openingen zijn groot en worden omrand door lichte neggen, kozijnen, lijsten of kaders. De raamopeningen zijn vrij geplaatst in het gevelvlak. Indien gewenst kan variatie aangebracht worden door verschillende raam maten en detaillering van het kozijn (diepte van de negge, witte rand). Individualiteit van de woningen kan hiermee, indien gewenst, benadrukt worden. Raam en kader zijn de belangrijkste beeldbepalers in de gevel en worden zorgvuldig gedetailleerd. • Net als in de binnenstad wordt gebruik van brede dubbele openslaande deuren op straatniveau gestimuleerd. De entrees zijn de visitekaartjes van de achterliggende woningen en werkruimten. Ze dienen dan ook met zorg te zijn ontworpen. Geen standaard voordeuren, geen standaard Buva beslag.
41
Funen, Amsterdam: diepliggende ramen, terugliggende entree.
Funen, Amsterdam: variatie in raam maat.
Woningen in Venetië: variatie in witte kaders.
Studentenwoning, witte neggekanten.
42
subtiele
Amsterdam:
Ramen zijn klassiek verticaal en laten de individuele woning zien.
Ramen zijn vrijer geplaatst in de gevel, individualiteit is minder sterk.
Variatie in toepassing van het witte raamkader.
Toepassing van brede openslaande deuren aan de straat.
43
Slaapkamer aan de straat: geen levendigheid gedurende de dag en gesloten gordijnen.
Een klein hoogteverschil tussen straat en woonruimte zorgt voor voldoende privacy zonder dat een voortuin of gesloten gordijnen nodig zijn.
44
Functies zoals stallingen, opslag, containerruimtes dienen te worden opgelost in de kern van de sokkel.
C2
Levendigheid en privacy • Aan de parkeervrije, smalle straten van tien of twaalf meter breed, wordt gewoond. De voordeuren liggen aan de straat. Ook liggen de belangrijkste verblijfsruimten aan de straat. Vermeden moet worden dat bergingen en slaapkamers op de begane grond het beeld van de straten gaan bepalen. Blinde gevels op de begane grond worden geaccepteerd onder strenge voorwaarden (zie paragraaf Hoofdkeuze). • Woningen krijgen een aantrekkelijke en levendige uitstraling op straatniveau door woonkamer of keuken aan de straat te positioneren. Dit principe werkt wanneer de ruimtes aan de straat voldoende privacy hebben zodat gebruikers de ramen niet gaan dichtzetten tegen inkijk. Deze privacy kan alleen worden gegarandeerd door een zorgvuldig ontwerp van de overgang tussen straat en woning. Aangezien de bestrating doorloopt tot aan de gevel van de grondgebonden woningen is het te overwegen om een bufferzone te creëren in de vorm van een terugliggende entree, een terugliggende begane grond of woonruimtes die iets opgetild zijn t.o.v. de straat. De detaillering van de raam- en deurkaders kan hierbij een rol spelen. Dit geeft meer beschutting, privacy en het stimuleert bewoners om de straat op een informele manier te gebruiken door het plaatsen van een bankje of bloempotten. Indien de vloer van de begane grond hoger ligt dan het straatniveau wordt de toegankelijkheid op een andere manier geregeld, bijvoorbeeld via de achterzijde aan de parkeergarage.
Rechts Ter vergroting van de privacy kan gekozen worden voor het verhogen van de binnenruimten t.o.v. de straat of het terugleggen van voordeuren/het beperkt terugleggen van de onderste twee lagen. Pagina links Principes levendigheid en privacy.
45
46
C2
3
Sokkel ‘publiek’
Variatie op het thema ‘grid’ Om variatie aan te brengen in het grid van ramen kan gedacht worden aan subtiele variatie in: de regelmaat van het grid, de breedte van horizontale en verticale stroken, diepte van de raamnegge, het weglaten of toevoegen van stroken of het dicht maken van raamopeningen. Monotonie maar ook kakofonie wordt vermeden. De gevel is geen twee dimensionale schil: reliëf in de gevel, bijvoorbeeld door zichtbaarheid van neggekanten of een pui die terugligt t.o.v. het grid, geeft ‘een beleving van diepte’.
Diagram Niet monotoon, geen kakafonie, ‘diepte in de gevel’. Pagina links Sokkel Stationsplein: eenheid in verscheidenheid.
Maximale openheid De functies in de onderste lagen van de sokkel (winkels, leisure, voorzieningen, kantoren) stellen hoge eisen aan de transparantie van de gevel. Transparante gevels doen de grens tussen binnen en buiten, tussen publieke, semi-publieke en private ruimtes vervagen en dragen bij aan het gewenste rijke en gevarieerde karakter. De plint geeft ruimte aan presentaties van producten en diensten. De activiteiten in de plint leveren een positieve bijdrage aan de levendigheid op straat en andersom loopt de levendige openbare ruimte door tot in het gebouw. Omdat de plint voor iedereen zichtbaar en aanraakbaar is zal de detaillering van hoog niveau moeten zijn. De nadruk ligt op een duurzame detaillering die intensief gebruik aankan en niet afhankelijk is van een duur onderhoudsprogramma. Gevels met een groot aandeel te openen delen, zoals schuifdeuren of grote taatsdeuren, worden verwelkomd. • De plintgevel moet voor minimaal 80% worden uitgevoerd in helder glas (= glas met een lage reflectiefactor). • De detaillering van de plint garandeert de vereiste transparantie, is verfijnd, maar voldoende robuust om intensief gebruik aan te kunnen. • Niet transparante delen in de plint moeten aantoonbaar onmisbaar zijn en niet elders ondergebracht kunnen worden. Utilitaire ruimtes, laad- en los ruimtes, (toegangen tot) parkeergarages en dergelijke worden in zij- en achtergevels geplaatst. • Parcellering van plint is niet mogelijk. Fragmentatie wordt voorkomen, de plint is ontworpen als één herkenbaar geheel.
47
Happen uit het ‘grid’ t.b.v. entrees en buitenruimtes.
Verticaliteit in het ‘grid’.
Een sterke relatie tussen binnen en buiten.
Verticaliteit in het ‘grid’.
48
C2 Gevelzone als overgang tussen het grootschalige plein en de binnenruimte: te gebruiken voor een terras.
Aan de oostzijde van het Stationsplein (K125 en K35) wordt een luifel toegestaan.
Zie paragraaf ‘gevelreclame’.
Een overgangszone tussen de gevel en de eigenlijke pui geeft beschutting aan een entree of terras.
Levendigheid, interactie met binnenruimten • Zichtbaarheid van activiteiten binnen de plinten bevordert de levendigheid en de veiligheid op straat. Plinten van winkelpanden en kantoren worden zo ingericht dat functies die levendigheid brengen zichtbaar zijn (niet alleen lege lobbies of etalages). • De winkels en kantoren in de sokkel hebben op de begane grond een min. vrije hoogte van 3,6 meter. Binnen de begane grondverdieping mag een tussenverdieping gebouwd worden, maar deze ligt terug ten opzichte van de straatgevel (min. 3 meter). In de plint mogen maximaal twee verdiepingen worden ingepast. • Te openen delen en doorgangen, zoals schuif- of taatsdeuren worden aangemoedigd, deze doen de overgang tussen straat en interieur vervagen en nodigen uit tot in- en uitlopen. • De verlichting van het interieur van de plint draagt in de avonduren bij aan de sfeer op straat. • Het is van belang dat een goede overgangszone wordt gemaakt tussen de grote maat van een plein en de kleinschaligheid van de binnenruimte. Als de overgang tussen de openbare ruimte en binnenruimten te abrupt is kan een gevoel van schaalloosheid ontstaan. Een nis of een pui die terugligt ten opzichte van het ‘grid’ kan beschutting bieden aan gebouw entrees, een terras of dienen als overdekte zone voor passanten. • Aan de oostzijde van het Stationsplein wordt een luifel toegestaan: Een luifel biedt terrasgebruikers en voorbijgangers beschutting tegen regen of felle zon. De luifel heeft een royale maat en hoogte maar geeft tegelijkertijd een besloten gevoel aan mensen die eronder staan/zitten. In het ontwerp wordt zorg gedragen dat voldoende licht op straat en in de binnenruimte kan toetreden. Aan de westkant van het plein komt geen luifel i.v.m. minder goede lichtcondities.
Diagram Principes levendigheid.
49
D4 Op de dakrand zijn namen, logo’s of reclame niet toegestaan. Diagram Principes gevelreclame.
ZARA
H&M
Logo’s en reclame uitingen liggen niet voor het grid.
Logo’s en reclame uitingen worden gemaatvoerd binnen het grid van de gevel.
ZARA
H&M
Er worden losse letters en logo’s gebruikt.
50
Gevelreclame Van toepassing is de Leidse reclamenota. In aanvulling op deze nota zijn de volgende voorwaarden van toepassing: • Aan de buitenzijde van de plint – 0 tot 9.0 m hoog - mag per gebruiker één vast logo tegen de gevel worden aangebracht (een gebruiker is een partij die functionele invulling geeft aan de plint). Gebruik maken van een gemeenschappelijk entree of lobby wordt niet als functionele invulling gezien. • Het is verplicht om losse letters of logo’s te gebruiken. Met losse letters of logo’s wordt bedoeld dat een bord waarop de letters of het logo wordt aangebracht niet toegestaan is. • Belettering direct op de gevel is toegestaan (zoals op het glasvlak aangebrachte letters). • Het oppervlak van de lettergroep mag niet groter zijn dan 4.0 m2. De maximale hoogte is 1.0 m1. • De reclame moet parallel aan de gevel worden aangebracht en mag niet buiten de voorzijde van het gevelvlak uitsteken. • Reclame- uitingen anders dan bedrijfsnaam of logo’s mogen niet buiten het gebouw worden geplaatst. • Logos en reclame- uitingen worden gemaatvoerd binnen het grid van de gevel. • Logos en reclame- uitingen liggen achter het grid. • Voor tijdelijke reclame - in de vorm van geveldoek – geldt een limiet van 25 % van het gevelvlak van de bovenbouw. Bij het gevelvlak zijn ramen en openingen inbegrepen. • Een uitzondering op de regels kan gemaakt worden voor speciale, tijdelijke uitingen in relatie tot grote evenementen en stadspromotie. • Op de dakrand zijn namen, logo’s of reclame niet toegestaan.
C3
Dak van de sokkel Links Dak collectief toegankelijk voor gebruikers. Rechts Groen dak, niet toegankelijk.
•
• • • • •
Links Groen dak collectief toegankelijk voor gebruikers. Rechts Groen dak toegankelijk voor privé gebruik.
De daken van de sokkels worden als groene buitenruimte gebruikt door bewoners en werknemers en hoogwaardig ingericht: een hoog percentage groen dak, dakterrassen, etc. Ook het gebruik voor sport, of als buitenruimte bij voorzieningen (kinderdagverblijf, school, rookruimte, daktuin, zwembad.) wordt gestimuleerd. In het geval van woningen kan de daktuin zowel collectief als privé (meerdere tuinen) zijn. Toepassing van een vegetatiedak of mos-sedumdak is de minimaal gevraagde kwaliteit. Bij voorkeur bevinden zich op de daken ook struiken en bomen in bakken. Kale dakbedekking, grind of alleen tegels zijn niet toegestaan. Het groen op de daken is zo geplaatst dat het ook zichtbaar is vanaf straatniveau waarmee het een bijdrage levert aan het groene karakter van de buurt. Dakinstallaties zijn onopvallend weggewerkt. Goed beheer is cruciaal voor instandhouding van de groene kwaliteit. Er zijn geen kappen toegestaan.
Diagrammen links Sokkel dak types. Diagram rechts Groen dak sokkel.
51
Privé dakterras.
Een collectieve daktuin.
Collectieve functie voor bewoners.
Een publiek toegankelijk dak.
52
Zicht op daktuinen op sokkel
53
C4
Bovenbouw
Ensemble van torens Het gebruik van de sokkel en bovenbouw type in het hele Stationsgebied zorgt voor een sterke samenhang in het gebied. De bovenbouwen zijn daarbij het meest beeldbepalend. De bindende elementen tussen de bovenbouwen onderling zijn het ‘basic’ volume met de speciale top, de slankheid en de lichte materialen. Bouwenvelope Zie het Stedenbouwkundig plan voor de maatvoering van de gebouwenveloppes (verkaveling, gebouwhoogte, sokkel hoogte, sokkel setback, slankheid bovenbouw).
Hoogteverschil Hoogteverschillen tussen bovenbouwen bevordert de variatie
en de rijkdom van de skyline. Het hoogteverschil tussen twee aangrenzende bouvenbouwen moet
in de skyline duidelijk zichtbaar zijn en min. 2 verdiepingen groot zijn.
Zo min mogelijk overlap Voor een gevarieerd straatbeeld liggen gevels van de bovenbouwen
niet in een lijn. De overlap tussen opbouwen dient minimaal te zijn: door de opbouwen onderling
te verschuiven wordt meer licht, ruimte en uitzicht voor de opbouwen gerealiseerd.
54
‘Basic’ geometrie • De bovenbouw heeft een eenvoudige basisgeometrie. Dat wil zeggen dat de geometrie dicht bij de rechthoekige ‘oervorm’ van de toren staat; geen stapeling van volumes, geen heftig gearticuleerde gebouwvorm. • De bovenbouwen worden als alzijdige gebouwen ontworpen. • Verticale ontsluitingskernen zijn niet zichtbaar in de gevel tenzij op zeer zorgvuldige manier ontworpen. Galerijen zijn niet zichtbaar. • De eventuele geleding van de bovenbouwgevel, plaatsing van balkons of andere architectonische ingrepen mogen deze hoofdvorm niet gaan overheersen. • Uitzondering hierop vormt de speciale top van de bovenbouw (zie ‘speciale top’).
‘Basic’ geometrie
C4
Speciale top • Alle bovenbouwen krijgen bijzondere en verschillende beëindigingen, de toppen. Deze toppen onderscheiden zich door vormgeving en bij voorkeur ook gebruik. • De top is ingetogen en eigentijds vormgegeven en levert een bijdrage aan het ensemble van gebouwen in het Stationsgebied en de Leidse skyline, waardoor op verschillende afstanden duidelijk is dat iets bijzonders gebeurt in het Stationsgebied. • De top onderscheidt zich van de rest van de bovenbouw door minimaal een duidelijke architectonische knip in het gevelbeeld (bijvoorbeeld door toepassing van een volledig glazen gevel). Er kan gedacht worden aan een bijzondere vorm. Deze vorm is ingetogen en eigentijds: geen ornamentiek, geen klassieke piek, piramide of kap, geen vorm zonder functionele inhoud. • De top moet in verhouding staan tot de test van de bovenbouw. Dit wil zeggen dat de top mogelijk uit meerdere bouwlagen of een extra hoge bouwlaag moet bestaan. • Qua invulling kan gedacht kan worden aan een speciaal type woning zoals een penthouse of een speciaal deel van het kantoorgebouw (kantine, boardroom). De top krijgt extra lading door de toevoeging van een speciaal ‘openbaar’ programma zoals een restaurant of een fitnessclub. • Voorkomen moet worden dat de gebouwinstallaties zichtbaar de top vormen. Indien een glazenwasinstallatie wordt aangebracht dient deze in de architectuur te worden opgenomen.
Diagrammen Een minimale en duidelijke architectonische knip. Een ingetogen verbijzondering. Speciale programmatische invullingen collectief of openbaar voor bezoekers. Afbeeldingen rechts 1 – Ingetogen maar spectaculair 2 – Een speciale invulling van het dak.
55
56
57
Bibliothèque Nationale, glad maar diepte.
Parijs:
Dior Shop, Tokyo: ook ‘s avonds aantrekkelijk
Woonblok, Almere: Een kalm maar rijk beeld.
Rotterdam: variatie binnen een sterke hoofdvorm.
Flower tower, Parijs: bijzondere detaillering.
Zoetermeer: Geleding binnen een hoofdvorm.
58
C4
* Onder warme lichte kleuren wordt verstaan: aan de warme kant van het kleurspectrum (bruinrood), onverzadigde kleuren, aan de lichte kant. Pagina links Bovenbouw gevel types.
Materialen Alle materialen zijn toegestaan, maar spiegelglas wordt niet geaccepteerd. Materialen zijn warm en licht* van kleur. Dit komt het lichtniveau in de straat ten goede. De gekozen materialen en detaillering zullen niet snel verouderen, zijn niet modieus en hebben geen goedkope uitstraling. Geleding, ritme, diepte, transparantie • Er wordt gestreefd naar een gevel met subtiele variaties en een rijk, levendig en driedimensionaal karakter. Met driedimensionaal wordt niet bedoeld dat een vlakke gevel is uitgesloten, maar dat de gevel nooit als een twee dimensionaal vlak oogt. De hierna beschreven middelen kunnen worden ingezet om bovenstaand uitgangspunt te waarborgen. Niet alle genoemde middelen hoeven tegelijkertijd te worden toegepast. • Manipulatie van de basisgeometrie is gewenst waarbij de hoofdvorm altijd herkenbaar blijft. Insnoeringen zijn mogelijk maar moeten het beeld niet domineren. Opdeling van het volume in een (programmatische) stapeling van volumes en gevels is mogelijk. Uitbouwen zijn mogelijk mits dit leidt tot een coherent totaalvolume. • Ritme, de indeling van de gevel, de combinatie van gevelindeling en constructie geeft levendigheid, dynamiek en diepte. • Transparantie wordt zeer gewaardeerd, het naar binnen kunnen kijken, het zien van interieur, constructie en activiteiten geeft een gelaagd ruimtelijk beeld. De ervaring bij dag en nacht, de overgang van dag naar nacht maakt integraal onderdeel uit van het ontwerp. • Spiegelglas wordt niet geaccepteerd maar een zekere mate van reflectie zorgt voor variatie van kleur, variatie in transparantie en heeft ook een directe invloed op de aanliggende openbare ruimte (licht- en kleurreflecties). • In het geval van een gesloten gevel zal het gekozen materiaal toch ‘een beleving van diepte’ geven. Want, gevels mogen niet ogen als een twee dimensionaal vlak. Reliëf in de gevel, door bijvoorbeeld profilering of neggekanten, voegt dynamiek toe en doet de ervaring van de gevels veranderen bij verschillende weersomstandigheden, wisseling van seizoenen, de stand van de zon, etc. • Hoewel de eisen voor gevels van woningen en kantoren verschillen gelden de bovengenoemde aspecten voor beide functies.
59
Westerdok, Amsterdam: sterk gearticuleerde balkons en toch een basic volume.
Vevey, Zwitserland: zeer transparante kantoorfacade.
Het ‘boekenkast’ principe voor (half) inpandige buitenruimtes.
Een kantoorfacade met diepte en buitenruimtes.
60
C4
Gevel wonen • Grote buitenruimten zijn gewenst voor de woningen in de bovenbouwen. Zowel loggia’s, serres, balkons als Franse balkons zijn mogelijk. De loggia of het deels inpandige balkon passen goed bij het principe van de ‘basic’ geometrie en geven tegelijkertijd een hoge gebruikskwaliteit. Door de buitenruimte te zien als een soort ‘boekenkast’ die voor de fysieke gevel van het gebouw wordt geplaatst kan geprofiteerd worden van een (deels) inpandige buitenruimte zonder dat het geveloppervlak vergroot wordt. • Buitenruimten steken nooit buiten de rooilijn van de bovenbouw. De plaatsingswijze van balkons mag de hoofdvorm van de bovenbouw niet gaan overheersen. • Buitenruimten waarin groenvoorzieningen zijn mee ontworpen worden toegejuicht. • De bovenste verdiepingen van de woongebouwen worden gebruikt voor bijzondere, luxe woningtypes of collectieve ruimten. Gevel werken • De hoogste verdiepingen van de bovenbouwen worden gereserveerd voor bijzondere functies, en indien mogelijk publiek toegankelijk. Indien het een kantoorgebouw betreft liggen op deze verdiepingen de vergader-, presentatie- of tentoonstellingsruimten. Ook kan een kantoorgebouw op de bovenste verdiepingen worden gecombineerd met publieke functies als horeca of sport/wellness. • Hoewel buitenruimten bij kantoren minder vanzelfsprekend zijn wordt het gebruik ervan in de bovenbouw toegejuicht.
61
62
63
Bijl. Inspiratielijst voor architectenselectie
64
Claus & Kaan, NL
Camenzind Evolution, CH
David Chipperfield, UK
David Chipperfield, UK
Claus & Kaan, NL
Architectie Cie, NL
NL Architects, NL
Kempe Thill, NL
65
Koen van Velsen, NL
Kempe Thill, NL
Koen van Velsen, NL
Lacaton & Vassal, FR
Mei architects, NL
Lacaton & Vassal, FR
Morgen & Degelo, CH
Mei architects, NL
66
Morgen & Degelo, CH
Neutelings Riedijk, NL
Peter Markli, CH
Peter Markli, CH
MVRDV, NL
MVRDV, NL
Neutelings Riedijk, NL
Sanaa, JP
67
Wiel Arets, NL
VMX, NL
Hans Kollhoff, DE
Rapp+Rapp, NL
Wiel Arets, NL
Xaveer de Geyter, BE
Kingma Roorda, NL
S333, NL
68
Sanaa, JP
51N4E, BE
BIG, DK
Baumschlager & Eberle, CH
Architecten Cie, NL
Baumschlager & Eberle, CH
BIG, DK
Camenzind Evolution, CH
69
Benjamin Franklinstraat 509 3029AC Rotterdam Nederland +31 (0)10 415 29 99
[email protected] www.maxwan.com