Dienst Algemene Zaken Afdeling AMVS Den Dolech 2, 5612 AZ Eindhoven Postbus 513, 5600 MB Eindhoven
[email protected]
Auteur
werkgroep
Referentie
AMSO/1426396 Datum
5 september 2012 Versie
01
Handboek Afvalstoffen TU/e Science park
Inhoudsopgave Voorwoord
5
1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.2 1.3
Werkwijze Inleiding Wet en regelgeving Vermindering van afval Kostenbeheersing Beleid gevaarlijke stoffen Verbetermogelijkheden? Toepassing afvalstoffenregeling Overzicht afvalstromen
6 6 6 7 7 7 8 8 8
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13
Bedrijfsafvalstoffen Restafval Papier en karton Vertrouwelijk papier Huishoudglas Vlakglas Elektronica afval (zgn. grijs- en bruingoed) Koel- en vriesapparatuur (zgn. witgoed) Pallet Houtafval Oud metaal Groenafval Groente, fruit en tuinafval (GFT-afval) Puinafval
11 11 14 16 17 19 20 22 23 24 25 27 28 30
3 3.1
Gevaarlijk afval Eisen ten aanzien van de (tijdelijke) opslag van gevaarlijke afvalstoffen Laboratoriumchemicaliën (Verdunde) anorganische zuren met zware metalen (Verdunde) loogoplossingen Brandbare halogeenarme oplosmiddelen Halogeenrijke organische vloeistof Cyanidehoudende oplossingen Artikelen verontreinigd met laboratorium-chemicaliën Lege emballage van oplosmiddelen Lege glazen flessen van chemicaliën Kapot glaswerk met chemicaliën verontreinigd Keramisch afval verontreinigd met zware metalen/chemicaliën
31
Titel
Handboek afvalstoffen TU/e Science park
3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
31 34 36 38 40 41 42 43 44 45 46 47
Inhoudsopgave Titel
Handboek afvalstoffen TU/e Science park
3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18 3.19 3.20 3.21 3.22 3.23 3.24 3.25 3.26 3.27 3.28 3.29 3.30 3.31
Kwikhoudende voorwerpen Silica verontreinigd met oplosmiddelen Luchtfilters (afzuiging zuurkasten) Radioactief afval Fixeer Ontwikkelaar in kleinverpakking Afgewerkte (motor)olie Oliehoudende afvalstoffen (vast) Medicijnen en cosmetica Spuitbussen Natte accu’s Klein chemisch kantoor afval TL-buizen Asbest Overige luchtfilters Koelvloeistof Gasflessen Brandblusser Boor- en snijolie emulsie
48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 66 67
4 4.1 4.2 4.3
Biologisch afval Inleiding afval met biologische afkomst Vast biologisch afval, mogelijk gecontamineerd met GGOs Vloeibaar biologisch afval mogelijk gecontamineerd met GGOs Overig biologisch gerelateerd afval
68 68 69
4.4
71 72
Bijlage 1: Procedure voor de opslag en afvoer van gevaarlijk afval(stoffen)
74
1.
Doel en toepassingsgebied
75
2.
Definitie
75
3
Wettelijk kader
76
4
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
76
5
Werkwijze
77
6
Controle van de doelstelling
79
Bijlage 2: Gevaarlijke combinaties
80
Inhoudsopgave Titel
Handboek afvalstoffen TU/e Science park
Bijlage 3: Vergelijkingstabel EU-GHS-ADR-WMS
88
Bijlage 4: Formulier ‘Overdracht inventarisgoederen, apparatuur, machines’
90
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Voorwoord Hierbij bieden wij u de afvalstoffenregeling aan. In deze regeling wordt aangegeven op welke wijze de diverse afvalstoffen, die op het terrein van de TU/e vrijkomen, moeten worden ingezameld en afgevoerd. Het inzamelen en afvoeren van afval op een milieuverantwoorde wijze is immers een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gebruikers van het terrein van de TU/e. Met deze afvalstoffenregeling hopen we te bereiken dat: - het voor iedere medewerker of student duidelijk wordt hoe de diverse afvalstoffen moeten worden ingezameld en afgevoerd; - door een steeds verbeterende afvalscheiding de mogelijkheden voor hergebruik en recycling toe zullen nemen; - door een steeds verbeterende afvalscheiding de kosten voor de afvoer beheersbaar zullen blijven. Deze aangepaste afvalstoffenregeling vervangt de regeling uit 1996 en is, in opdracht van Dienst Interne zaken, tot stand gekomen door inzet van een werkgroep bestaande uit: - Jeroen van der Vegt (DIZ), - Cees Broos (TNO), - Vivian Duijmelinck (AMVS). De afvalstoffenregeling is naar diverse personen binnen de TU/e gestuurd voor commentaar. De volgende personen hebben input gegevens op de afvalstoffenregeling: - Moniek de Liefde (BMT), - Arjen Ronner (ST), - Peter van de Burgt (WTB/BMT), - Floor van de Heijden (AMVS), - Arianne Souljé (AMVS), - Dorine Hornung (WTB/BMT, AMVS). Dit handboek is vastgesteld door de Governance Board Safety, Health & Environment op 24 oktober 2012. Desondanks kan het zo zijn dat u bepaalde (incidentele) afvalstoffen niet terug kunt vinden of dat u niet zeker weet waar een afvalstof thuis hoort. In dat geval kunt u contact opnemen met: Dienst Interne zaken Afdeling Logistics, groep Afvalbeheer, telefoonnummer 4343 Per e-mail:
[email protected] Mocht u een inhoudelijke opmerking hebben op deze afvalstoffenregeling, dan kunt u contact opnemen met de arbo- en milieucoördinator van uw faculteit of dienst. Met vriendelijke groet,
Tiny Verbruggen (hoofd AMVS)
5
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
1
Werkwijze
1.1
Inleiding
1.1.1
Wet en regelgeving
Wanneer is een stof een (gevaarlijke) afvalstof? In het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) staat het beleid voor het beheer van alle afvalstoffen waarop de Wet milieubeheer van toepassing is. In hoofdstuk 14 van het LAP (deel 1, Beleidskader) is het beleid uitgewerkt voor afvalscheiding, waarbij paragraaf 14.4 specifiek ingaat op de afvalscheiding door bedrijven. Uitgangspunt is dat bedrijven verplicht zijn alle afvalstoffen te scheiden, gescheiden te houden en gescheiden af te geven, tenzij dat redelijkerwijs niet van hen kan worden gevergd. Ongeacht de bedrijfssituatie moet gevaarlijk afval altijd gescheiden worden. Daarnaast zijn voor een aantal afvalsoorten richtlijnen voor afvalscheiding opgenomen. Wat wel of niet gevaarlijke afval is, wordt bepaald door de Europese afvalstoffenlijst (Eural). Met de Europese afvalstoffenlijst (Eural) die in 2002 in werking is getreden, is het onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke afvalstoffen in de Europese Unie geharmoniseerd en gekoppeld aan de Europese regelgeving voor gevaarlijke stoffen en preparaten. In Nederland is de Eural geïmplementeerd met de Regeling Europese afvalstoffenlijst. Wet milieubeheer Op 1 januari 2008 is het BARIM (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) in werking getreden. De activiteiten zoals deze binnen de TU/e plaatsvinden vallen voor het overgrote deel onder het BARIM. Overige activiteiten zijn vergunningsplichtig (vanuit de Wet milieubeheer). Voor de activiteiten welke onder het BARIM vallen, geldt dat voldaan moet worden aan de artikelen uit afdeling 2.5 Afvalbeheer van het BARIM. In artikel 2.12 wordt aangegeven dat alle gevaarlijke afvalstoffen verplicht gescheiden moeten worden gehouden (absolute scheidingsplicht). Alle andere afvalstoffen moeten worden gescheiden, gescheiden worden gehouden en gescheiden worden afgegeven tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd. Ook stromen zoals oud papier, karton, kunststof en elektrische en elektronische apparatuur vallen onder het generieke voorschrift. Voor de vergunningsplichte activiteiten geldt dat voldaan moet worden aan artikel 1.1 lid 2 van de Wet milieubeheer, waarin tot de bescherming van het milieu ook de zorg voor een doelmatig beheer van afvalstoffen wordt gerekend. Dit kan onder meer worden bereikt door afvalstoffen zoveel mogelijk vanaf de bron te scheiden, gescheiden te houden en gescheiden af te geven. Op grond van de artikelen 8.11 en 8.12 van de Wet milieubeheer kan het bevoegd gezag afvalscheiding-voorschriften verbinden aan de vergunning. Hierbij kan worden aangesloten bij de voorschriften zoals die in het BARIM zijn opgenomen.
6
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Wet verontreiniging oppervlaktewateren Voor de lozing van afvalwater is in 1996 door het waterschap een Wvo-vergunning afgegeven. In de huidige Wvo-vergunning wordt in Artikel 4 lid 1 gevraagd om een inzamelsysteem dat voorziet in het voorkomen van lozen van vloeibare afvalstoffen, verontreinigde of schadelijke stoffen in laboratoria. Deze afvalstoffenregeling voorziet hierin. Met de komst van het BARIM in 2008, viel de lozing van koelwater onder het BARIM. Met het van kracht worden van de Waterwet (per 22 december 2009) vallen ook de indirecte lozingen onder de Wet milieubeheer. Met de komst van de Waterwet geldt dat de directe lozingen gereguleerd worden in een zgn. Watervergunning, maar in het kader van de afvalstoffenregeling zijn directe lozingen niet relevant.
1.1.2
Vermindering van afval
Het afvalbeleid, zowel landelijk als van de TU/e, is gericht op preventie: het voorkomen van het ontstaan van afval. Wanneer er toch afval ontstaat, moet dit zo goed mogelijk worden gescheiden. Een goede scheiding zorgt ervoor dat afvalstoffen opnieuw te gebruiken of te recyclen zijn. Is hergebruik of recycling ook niet mogelijk, dan wordt het betreffende afval gestort of verbrand.
1.1.3
Kostenbeheersing
Het gescheiden inzamelen en afvoeren van gevaarlijk afval brengt over het algemeen extra kosten mee, vanwege de benodigde deskundigheid van de mensen die er mee omgaan, de verpakkingsmaterialen en de inzamelmiddelen die hiervoor nodig zijn en de hogere verwerkingskosten van gevaarlijk afval. Gevaarlijke afvalstoffen die hergebruikt kunnen worden, kunnen over het algemeen voor een lager tarief worden afgevoerd, dan afvalstoffen die hier niet voor in aanmerking komen. Ook vanuit kostenoogpunt is het van belang dat u geen gevaarlijk afval bij het niet-gevaarlijke deponeert. De gehele partij kan dan namelijk als het veel duurder te verwerken gevaarlijk afval worden aangemerkt. Het is ook verboden waardoor de TU/e hiervoor ook hoge boetes kan krijgen. Andersom dient u ook te voorkomen dat niet-gevaarlijk afval bij gevaarlijk afval terecht komt (gezien een onnodig extra volume van het gevaarlijk afval).
1.1.4
Beleid gevaarlijke stoffen
Op de TU/e is beleid geformuleerd op het gebied van gevaarlijke stoffen. Gedurende de totstandkoming van deze afvalstoffenregeling zijn interne beleidsmakers, aangaande het beleid gevaarlijke stoffen, op de hoogte gesteld van de inhoud van deze regeling.
7
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
1.1.5
Verbetermogelijkheden?
Wanneer u mogelijkheden ziet om de gescheiden afvalinzameling verder te verbeteren of het ontstaan van afval te voorkomen, dan kunt u contact opnemen met Dienst Interne zaken, groep Afvalbeheer (4343) of met de arbo- en milieucoördinator van uw faculteit of dienst. Zij kunnen u ondersteunen bij het opzetten van de gescheiden inzameling, de afvoer coördineren en beoordelen of de verbetermogelijkheden ook op andere plaatsen binnen de faculteiten en/of diensten toepasbaar zijn.
1.2
Toepassing afvalstoffenregeling
Wanneer u niet weet op welke manier u een bepaalde afvalstroom moet inzamelen, kunt u dit op een aantal manieren vinden: 1. U gaat naar paragraaf 1.3 van deze afvalstoffenregeling en van hieruit naar de afvalstroom waar u informatie over wilt; 2. U twijfelt in welke afvalstroom u uw afval moet indelen. In dat geval neemt u contact op met DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer (4343). 3. Uw afval is niet in deze afvalstoffenregeling opgenomen. Het betreft dan een incidentele afvalstroom of een afvalstroom die nog niet eerder binnen de TU/e is vrijgekomen. Neem voor het inzamelen en afvoeren contact op met DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer (4343). In overleg wordt met u bekeken hoe uw afval moet worden afgevoerd. Eventueel wordt uw afvalstroom in een volgende versie van de afvalstoffenregeling opgenomen. De meest recente versie van deze afvalstoffenregeling vindt u altijd op de website van Dienst Interne Zaken en op de website van AMVS.
1.3
Overzicht afvalstromen
In deze afvalstoffenregeling worden 3 afvalstromen gehanteerd, te weten: bedrijfsafval; gevaarlijk afval; biologisch afval.
8
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Tabel 1: Onderverdeling bedrijfsafval Bedrijfsafval Restafval (= grof afval) Papier/karton Vertrouwelijk papier Huishoudglas Vlakglas Elektronica afval (zgn. grijs- en bruingoed) Koel- en vriesapparatuur (zgn. witgoed) Pallets Houtafval Oud metaal Groenafval GFT (groente-, fruit- en tuinafval) Puinafval Tabel 2: Onderverdeling gevaarlijk afval Gevaarlijk afval Algemene informatie over gevaarlijke afvalstoffen Mogelijk vrijkomend op laboratoria Laboratoriumchemicaliën (Verdunde) anorganische zuren met zware metalen (Verdunde) loogoplossingen Brandbare halogeenarme oplosmiddelen Halogeenrijke organische vloeistof Cyanidehoudende oplossingen Artikelen verontreinigd met laboratoriumchemicaliën Lege emballage van oplosmiddelen Lege glazen flessen van chemicaliën Kapot glaswerk met chemicaliën verontreinigd Keramisch afval verontreinigd met zware metalen/chemicaliën Kwikhoudende voorwerpen Silica verontreinigd met oplosmiddelen Luchtfilters (afzuiging zuurkasten) Radioactief afval
9
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Hoofdstuk 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13
Pagina 11 14 16 17 19 20 22 23 24 25 27 28 30
Hoofdstuk 3.1
Pagina 31
3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
34 36 38 40 41 42 43 44 45 46 47
3.13 3.14 3.15 3.16
48 49 50 51
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Vervolg Tabel 2: Onderverdeling gevaarlijk afval Overig Fixeer Ontwikkelaar Afgewerkte (motor)olie Oliehoudende afvalstoffen (vast) Medicijnen en cosmetica Spuitbussen Loodaccu’s Klein chemisch kantoor afval TL-buizen Asbest Overige luchtfilters Koelvloeistof Gasflessen Brandblusser Boor- en snijolie emulsie
Tabel 3: Onderverdeling biologisch afval Biologisch afval Inleiding afval met biologische afkomst Vast biologische afval, mogelijk gecontamineerd met GGO’s Vloeibaar biologisch afval mogelijk gecontamineerd met GGO’s Overig biologisch gerelateerd afval
10
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
3.17 3.18 3.19 3.20 3.21 3.22 3.23 3.24 3.25 3.26 3.27 3.28 3.29 3.30 3.31
52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 66 67
Hoofdstuk 4.1 4.2 4.3
Pagina 68 69 71
4.4
72
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2
Bedrijfsafvalstoffen
2.1
Restafval
Al het afval dat niet tot één van de andere bedrijfsafvalstromen behoord is restafval (ofwel grof afval bij een groot volume). Grof bedrijfsafval ontstaat veelal bij opruimingen. Wat mag wel:
-
zgn. kantoorafval kunststof verpakkingsmateriaalaardewerk (niet met chemicaliën
-
gloeilampen, halogeenlampen gebruikte papieren servetjesmelkpakken waterafstotend en vetvrij papier dragerpapier van etiketten lege ordners spiegels (1) samengesteld glas met hout, kunststof of metaal(1) hittebestendig glas (1) draadglas kristalglas meubilair (1) meubilair ongeschikt voor hergebruik vloerbedekking kunststofschilfers houtmot/-krullen luchtfilter luchtbehandelinginstallatie(overig) ontmantelde apparatuur met stekker gipsafval
verontreinigd
-
(1)Voor het inzamelen van een grote hoeveelheid restafval kan bij DIZ een container aangevraagd worden. Wat mag zeker niet:
11
papier /karton
2.2
huishoudglas
2.4
vlakglas
2.5
elektronica afval
2.6
koel- en vriesapparatuur
2.7
pallets
2.8
houtafval
2.9
oud metaal
2.10
GFT (groente-, fruit- en tuinafval)
2.12
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
lege emballage van oplosmiddelen
3.9
lege glazen flessen van chemicaliën
3.10
keramiek verontreinigd met chemicaliën
3.12
afvalstoffen behorende in de blauwe milieubox: 3.24 printercartridges typelinten tipp-ex en verdunner inkt fijnschrijver, waterproof stiften, balpennen en viltstiften drumkits (uit laserprinters) toner (uit kopieerapparaat en printers) batterijen lijmen en kitten energiezuinige lampen (zgn. spaarlampen) schoonmaakmiddelen fotochemicaliën verfproducten olie en vetten spuitbussen cassettebanden en videobanden diskettes TL-buizen
3.25
Verwijdering uit de Inventarisadministratie? Dient de afgevoerde apparatuur uit de inventarisadministratie verwijderd te worden? Het afval dient vergezeld te zijn van het formulier “overdracht inventarisgoederen, apparatuur, machines”. Dit formulier is als bijlage 4 aan deze afvalstoffenregeling toegevoegd.
12
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Vrijgaveverklaring nodig?
Apparatuur met olie?
Inzamelmiddelen
Wanneer deze apparatuur afkomstig is uit een laboratorium, dan moet het vóór afgifte aan groep Afvalbeheer (DIZ) zijn ontdaan van alle biologische, gevaarlijke, radioactieve stoffen en vergezeld gaan van een vrijgaveverklaring. Voor het verkrijgen van een vrijgaveverklaring: • procedure vrijgaveverklaring betreffende radioactieve stoffen
. • procedure vrijgaveverklaring voor apparatuur en machines van gevaarlijke en/of biologische (afval)stoffen .
Indien de afgevoerde apparatuur olie bevat, dient alvorens de apparatuur afgevoerd wordt hierop gecontroleerd te worden. Zie bijlage 4 van deze afvalstoffenregeling. Voor kleine (dagelijkse) hoeveelheden wordt gebruik gemaakt van de restafvalbak. Deze is opvraagbaar bij de schoonmaakdienst. Voor het inzamelen van een grote hoeveelheid restafval kan een container van 120 liter of 240 liter bij DIZ (Logistics, groep Afvalbeheer) aangevraagd worden .
140 liter
Inzameling en afvoer
240 liter
Restafval deponeren in de hiervoor bestemde restafvalbak zoals deze op iedere kantoorruimte aanwezig is/moet zijn. De restafvalbak wordt door de huishoudelijke dienst geleegd in een grote rolcontainer.
2500 liter Verwerking
Restafval wordt verbrand in een verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk telefoonnummer
13
Reststoffencentrum:
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.2
Papier en karton
Vrijwel alle soorten papier en karton moeten gescheiden worden ingezameld in daartoe bestemde papierinzamelbak. Wat mag wel:
-
kopieerpapier en briefpapier boeken tijdschriften en kranten (1) enveloppen en vensterenveloppen faxpapier lege dozen (1) kartonnen verpakkingsmateriaal (1) (1) Voor het inzamelen van een grote hoeveelheid restafval kan bij DIZ een container aangevraagd worden.
Wat mag zeker niet:
restafval: gebruikte papieren servetjes melkpakken waterafstotend en vetvrij papier dragerpapier van etiketten
2.1
vertrouwelijk papier: dossiers en archieven met vertrouwelijke informatie(1)
2.3
(1) Voor het inzamelen van een grote hoeveelheid restafval, kan bij DIZ een container aangevraagd worden. Inzamelmiddelen:
Voor kleine (dagelijkse) hoeveelheden wordt gebruik gemaakt van de speciale papierbak. Deze is opvraagbaar bij de schoonmaakdienst. Voor het inzamelen van een grote hoeveelheid papier, kan een container van 120 liter of 240 liter bij DIZ (Logistics, groep Afvalbeheer) aangevraagd worden < klik hier>.
140 liter Inzameling en afvoer:
14
240 liter
Papier op de werkplek verzamelen in de (speciale) papierbak zoals deze op iedere kantoorruimte aanwezig is/moet zijn.
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Papierbak wordt door de huishoudelijke dienst leeggemaakt in de container met het opschrift “alleen papier”. Twee keer per week worden de volle containers door een erkende inzamelaar afgevoerd.
2500 liter Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
15
Ingezameld papier en karton wordt gebruikt als grondstof voor nieuw papier en karton.
Reststoffencentrum:
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.3
Vertrouwelijk papier
Hieronder valt papier dat vertrouwelijke informatie bevat en daarom niet in de container, bestemd voor papier, kan worden verzameld. Wat mag wel: Wat mag zeker niet:
-
dossiers en archieven met vertrouwelijke informatie restafval gebruikte papieren servetjes melkpakken waterafstotend en vetvrij papier dragerpapier van etiketten lege ordners
2.1
2.2 papier/karton kopieer- en briefpapier zonder vertrouwelijke informatie boeken tijdschriften en kranten enveloppen en vensterenveloppen faxpapier zonder vertrouwelijke informatie karton dozen kartonnen verpakkingsmateriaal Inzamelmiddelen:
Voor het inzamelen van vertrouwelijk papier, kan een container van 140 liter of 500 liter bij DIZ (Logistics, groep Afvalbeheer) aangevraagd worden .
140 liter Inzameling en afvoer:
Verwerking
Belangrijk Telefoonnummer
16
500 liter
Voor de afvoer van een volle container en/of de levering van een aangevraagd inzamelmiddel, kunt u bellen met 4343. Bij een grote opruiming kunnen meerdere containers aangevraagd worden. Dit als zodanig vermelden op de webbon. Na versnippering wordt het vertrouwelijk papier gebruikt als grondstof voor nieuw papier en karton.
Reststoffencentrum:
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.4
Huishoudglas
Glasverwerkingsbedrijven stellen strikte voorwaarden aan de aanlevering van het glasafval, onder andere om de veiligheid voor hun werknemers te garanderen. Op de campus zijn voornamelijk bij de studentenkroegen evenals nabij de kantines op het TU/e-terrein glascontainers van 240 liter geplaatst. Wat mag wel:
-
huishoudglas conservenglas frisdrankenflessen drinkglazen
voorwaarden huishoudglas moet lekleeg zijn doppen en deksel verwijderen wit en bont glas worden niet van elkaar gescheiden Wat mag zeker niet:
restafval aardewerk en keramiek gloeilampen spiegels samengesteld glas met hout, kunststof of metaal hittebestendig glas draadglas kristalglas
2.1
vlakglas (ruiten etc.)
2.5
lege emballage van oplosmiddelen
3.9
lege glazen flessen van chemicaliën
3.10
kapot glaswerk met chemicaliën verontreinigd 3.11 TL-buizen Inzamelmiddelen:
Voor het inzamelen van huishoudglas kan een container van 240 liter bij DIZ (Logistics, groep Afvalbeheer) aangevraagd worden .
240 liter
17
3.25
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Inzameling en afvoer:
Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
18
Voor de afvoer van een volle container en/of de levering van een aangevraagd inzamelmiddel, kunt u bellen met 4343. Bij een grote opruiming kunnen meerdere containers aangevraagd worden. Dit als zodanig vermelden op de webbon. Mits goed ingezameld is glasafval bijzonder goed geschikt voor verwerking tot nieuw glas.
Reststoffencentrum:
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.5
Vlakglas
Vlakglas (in sommige gevallen nog in het kozijn) komt vrij bij kleine renovatie- en/of sloopwerkzaamheden. Verder kan vlakglas als testmateriaal vrijkomen. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
(delen) van ramen eventueel nog in het kozijn autoramen restafval aardewerk en keramiek gloeilampen spiegels samengesteld glas met hout, kunststof of metaal hittebestendig glas draadglas kristalglas drinkglazen
2.1
huishoudglas
2.4
TL-buizen
3.25
lege glazen flessen van chemicaliën
3.10
kapot glaswerk met chemicaliën verontreinigd 3.11 Inzamelmiddelen:
Voor het inzamelen van grote hoeveelheden vlakglas kan een 2000 liter bak bij DIZ (Logistics, groep Afvalbeheer) aangevraagd worden .
2000 liter bak Inzameling en afvoer:
Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
19
Het vlakglas wordt ingezameld op het terrein van het Reststoffencentrum. Voor regulier afvoer van vlakglas kunt u bellen met 4343. Mits goed ingezameld is glasafval bijzonder goed geschikt voor verwerking tot nieuw glas.
Reststoffencentrum:
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.6
Elektronica afval (zgn. grijs- en bruingoed)
Onder elektronica afval (zgn. grijs- en bruingoed) worden afgedankte apparaten verstaan met elektronische onderdelen. Wat mag wel:
-
computers, beeldschermen, toetsenbord en printers radio’s en televisies, audioapparatuur ovens (asbestvrij) snoeren, stekkerdozen
Bij meer dan 1 apparaat graag een boxpallet aanvragen. Wat mag zeker niet:
Verwijdering uit de inventarisadministratie?
Vrijgaveverklaring nodig?
koel- en vriesapparatuur (zgn. witgoed)
2.7
ovens met asbest
3.26
Dient de afgevoerde apparatuur uit de inventarisadministratie verwijderd te worden? Het afval dient vergezeld te zijn van het formulier “overdrachtinventarisgoederen, apparatuur, machines”. Dit formulier is als bijlage 4 aan deze afvalstoffenregeling toegevoegd.
Wanneer deze apparatuur afkomstig is uit een laboratorium, dan moet het voor afgifte aan groep Afvalbeheer (DIZ) zijn ontdaan van alle biologische, gevaarlijke of radioactieve stoffen en vergezeld gaan van een vrijgaveverklaring. Voor het verkrijgen van een vrijgaveverklaring: - procedure vrijgaveverklaring betreffende radioactieve stoffen . - procedure vrijgaveverklaring voor apparatuur en machines van gevaarlijke en/of biologische (afval)stoffen .
Apparatuur met olie? Indien de afgevoerde apparatuur olie bevat, dient alvorens de apparatuur afgevoerd wordt hierop gecontroleerd te worden. Zie bijlage 4 van deze afvalstoffenregeling.
20
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Inzamelmiddel:
boxpallet
Inzameling en afvoer:
Let op: zet overtollige apparatuur niet op de gang of in een kelder waar het de doorgang tot een vluchtroute en/of nooduitgang verspert. Verder niet in de buitenlucht plaatsen. Overtollige apparatuur wordt op afroep opgehaald door het Reststoffencentrum. Vul daartoe op de website van DIZ (Logistics, groep Afvalbeheer) de webbon in .
Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
21
Oude elektronica wordt ontmanteld waarna bruikbare onderdelen worden hergebruikt of gerecycled.
Reststoffencentrum:
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.7
Koel- en vriesapparatuur (zgn. witgoed)
Onder witgoed wordt alle koel- en vriesapparatuur verstaan. Wat mag wel:
-
defecte of verouderde koelapparatuur defecte of verouderde vriesapparatuur alle overige apparatuur met koudemiddel
Let op: apparatuur niet demonteren, doorzagen of lekprikken; dit voorkomt lekkage van het aanwezige koudemiddel! Verwijdering uit de inventarisadministratie?
Vrijgaveverklaring nodig?
Inzameling en afvoer:
Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
22
Dient de afgevoerde apparatuur uit de inventarisadministratie verwijderd te worden? Het afval dient vergezeld te zijn van het formulier “overdrachtinventarisgoederen, apparatuur, machines”. Dit formulier is als bijlage 4 aan deze afvalstoffenregeling toegevoegd.
Wanneer deze apparatuur afkomstig is uit een laboratorium, dan moet het voor afgifte aan groep Afvalbeheer (DIZ) zijn ontdaan van alle biologische, gevaarlijke of radioactieve stoffen en vergezeld gaan van een vrijgaveverklaring. Voor het verkrijgen van een vrijgaveverklaring: - procedure vrijgaveverklaring betreffende radioactieve stoffen . - procedure vrijgaveverklaring voor apparatuur en machines van gevaarlijke en/of biologische (afval)stoffen .
Let op: zet overtollige apparatuur niet op de gang of in een kelder waar het de doorgang tot een vluchtroute en/of nooduitgang verspert. Verder niet in de buitenlucht plaatsen. De koel- en vriesapparatuur die niet door Dienst Huisvesting of een leverancier wordt opgehaald, wordt op afroep opgehaald door het Reststoffencentrum. Vult daartoe op de website van DIZ (Logistics, groep Afvalbeheer) de webbon in . Oude koelapparatuur wordt ontdaan van het koudemiddel en isolatiemateriaal. Het overige materiaal wordt hergebruikt of gerecycled.
Reststoffencentrum:
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.8
Pallet
Pallets worden gescheiden ingezameld, zodat ze daarna kunnen worden hergebruikt. Wat mag wel: Wat mag zeker niet:
Inzameling en afvoer:
-
pallets (niet kapot) restafval
2.1
houtafval kapotte pallets bekistingmateriaal houtmateriaal MDF-materiaal houten stoelen en tafels
2.9
puinafval
2.13
Let op: zet pallets niet op de gang of in een kelder waar het de doorgang tot een vluchtroute en/of nooduitgang verspert. Pallets worden op afroep opgehaald door het Reststoffencentrum. Vul daartoe op de website van DIZ (Logistics, groep Afvalbeheer) de webbon in .
23
Verwerking:
De pallets worden hergebruikt.
Belangrijk Telefoonnummer:
Reststoffencentrum:
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.9
Houtafval
Houtafval wordt gescheiden ingezameld, zodat het daarna kan worden hergebruikt of gerecycled. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
Inzameling en afvoer:
-
kapotte pallets bekistingmateriaal houtmateriaal MDF-materiaal houten stoelen en tafels restafval
2.1
pallet
2.8
puinafval
2.13
Zet het houtafval niet op de gang of in een kelder waar het de doorgang tot een vluchtroute en/of nooduitgang verspert. Het houtafval wordt op afroep opgehaald door het Reststoffencentrum. Vul daartoe op de website van DIZ (Logistics, groep Afvalbeheer) de webbon in .
24
Verwerking:
Houtafval wordt hergebruikt of gerecycled.
Belangrijk Telefoonnummer:
Reststoffencentrum:
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.10
Oud metaal
Onder oud metaal wordt verstaan knipijzer, kapotte kasten/meubilair, loodpotjes, koelmotoren etc. Wat mag wel:
-
oud metaal restant metaal (aluminium, ijzer, koper etc.) niet-verontreinigde metalen emballage metalen stoelen en tafels schroot metalen kasten
Draag bij het opruimen van lood, wanneer het ongelakt is, handschoenen ter bescherming (bijvoorbeeld loodkastelen voor radioactief werk en opslagpotjes). Lood is giftig en mag volgens de arbo wet- en regelgeving niet meer ongelakt voorkomen of worden gebruikt! Wat mag zeker niet:
restafval blikafval
2.1
elektronica afval computers, beeldscherm en, toetsenbord printers radio’s en televisies, audioapparatuur snoeren, stekkerdozen
2.6
koel- en vriesapparatuur defecte of verouderde koelapparatuur defecte of verouderde vriesapparatuur
2.7
3.16 (mogelijk) radioactief afval loodpotjes metaalafval of schroot dat (mogelijk) radioactieve stoffen bevat Verwijdering uit de inventarisadministratie?
25
Dient de afgevoerde apparatuur uit de inventarisadministratie verwijderd te worden? Het afval dient vergezeld te zijn van het formulier “overdrachtinventarisgoederen, apparatuur, machines”. Dit formulier is als bijlage 4 aan deze afvalstoffenregeling toegevoegd.
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Vrijgaveverklaring nodig?
Wanneer deze apparatuur afkomstig is uit een laboratorium, dan moet het voor afgifte aan groep Afvalbeheer (DIZ) zijn ontdaan van alle biologische, gevaarlijke of radioactieve stoffen en vergezeld gaan van een vrijgaveverklaring. Voor het verkrijgen van een vrijgaveverklaring: procedure vrijgaveverklaring betreffende radioactieve stoffen . procedure vrijgaveverklaring voor apparatuur en machines van gevaarlijke en/of biologische (afval)stoffen .
Apparatuur met olie?
Inzameling en afvoer:
Indien de afgevoerde apparatuur olie bevat, dient alvorens de apparatuur afgevoerd wordt hierop gecontroleerd te worden. Zie bijlage 4 van deze afvalstoffenregeling.
Zet oud metaal niet op de gang of in een kelder waar het de doorgang tot een vluchtroute en/of nooduitgang verspert. Verder niet in de buitenlucht plaatsen. Oud metaal wordt op afroep opgehaald door het Reststoffencentrum. Vul daartoe op de website van DIZ (Logistics, groep Afvalbeheer) de webbon in .
26
Verwerking:
Oude metalen worden gebruikt als grondstof.
Belangrijk Telefoonnummer:
Reststoffencentrum:
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.11
Groenafval
Hieronder valt het groenafval dat vrijkomt tijdens snoeiwerkzaamheden. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
bladeren takken gras onkruid bloemen en kamerplanten 2.1
restafval veegvuil straat en stoep (1) aarde (2) (geel) zand (2)
(1) Aparte afvalstroom, niet via het Reststoffencentrum; 1x per maand structureel vegen en na evenementen extra veegbeurt van het terrein. Een veegbeurt kan via Dienst huisvesting, terreintechniek, aangevraagd worden. (2) Bij grote hoeveelheden contact opnemen met het Reststoffencentrum. Inzameling en afvoer: Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
27
Het groenafval wordt verzameld door eigen terrein onderhoudsmensen. Het groenafval wordt verzameld op de campus en tijdelijk opgeslagen. Na een bepaalde liggingperiode, kan het groenafval als compost op het terrein hergebruikt worden.
Dienst Huisvesting, terreintechniek Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
5992 4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.12
Groente, fruit en tuinafval (GFT-afval)
GFT is al het (organisch) afval van ongekookte groente, fruit, gekookt keukenafval en etensresten en het kleinschalige afval afkomstig van de tuin (zoals bladeren, gras, e.d.). De fractie gekookt keukenafval en etensresten in het GFT wordt ook wel aangeduid als swill. Swill werd tot voor kort vaak als aparte afvalstroom benoemd, maar wordt tegenwoordig als onderdeel van het GFT beschouwd. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
groente- en fruitafval aardappelschillen gekookte etensresten vis- en vleesresten (incl. graten, schelpen en botjes) notendoppen en eierschalen gestold vet theezakjes, filterzakjes met koffiedik keukenpapier oud brood frituurvet (aparte inzameling)! restafval melk- en vruchtensappakken plastic en pedaalemmerzakken as uit asbak en de open haard stofzuigerzakken en hun inhoud luiers (geel)zand
2.1
houtafval
2.9
groenafval
2.11
Inzamelmiddel:
140 liter GFT-vat Inzameling en afvoer:
200 liter frituurvat
Plaats een GFT-container zoveel mogelijk uit de zon. Op de campus is op een vijftal locaties een GFT-container van 140 liter geplaatst: - W-Hoog/-laag - Paviljoen - Zwarte Doos - Auditorium - MetaForum
28
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
De GFT-afvalbak en frituurbak worden gewisseld door een erkende inzamelaar. De GFT-afvalbak wordt 1x per week gewisseld en de frituurbak op afroep. Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
29
Het gescheiden GFT wordt voor het grootste deel in composteer- en vergistingsinstallaties omgezet tot compost. Het biogas dat bij de vergisting van GFT vrijkomt, kan worden ingezet als groene energiebron. Voor de component swill bestaan naast verwerking tot compost (beperkte) mogelijkheden voor verwerking tot huisdiervoeder (feitelijk alleen bij grote hoeveelheden procesafhankelijk swill dat geconditioneerd vrijkomt).
Reststoffencentrum:
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
2.13
Puinafval
Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
Puinafval, te weten: * steen * keramiek (dakpannen, bakstenen) * beton afgegraven grond (1) restafval kunststof vloerbedekking gipsafval
2.1
houtafval
2.9
oud metaal
2.10
(vuil) zand
2.11
(1) Afgegraven grond: voor het afgraven van grond dient te allen tijde Dienst Huisvesting, terreintechniek, benaderd te worden. Het is namelijk mogelijk dat voorafgaande aan het afgraven een bodemonderzoek dient plaats te vinden. Inzamelmiddelen:
3 Afzetcontainer à 10 m .
Inzameling en afvoer:
Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
30
Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemers, wordt over het algemeen het vrijkomende afval door hen zelf afgevoerd (naar het Reststoffencentrum). Mochten de werkzaamheden of een opruiming in eigen beheer van de TU/e worden uitgevoerd, kan voor het afvoeren van puinafval een afzetcontainer besteld worden bij het Reststoffencentrum of het afval kan gedeponeerd worden op het Reststoffencentrum. Het puinafval wordt gebroken tot een maximale grootte van 250 mm. menggranulaat. Dit wordt hergebruikt in wegenaanleg.
Reststoffencentrum: 4343 Dienst Huisvesting, terreintechniek 5992
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3
Gevaarlijk afval
3.1
Eisen ten aanzien van de (tijdelijke) opslag van gevaarlijke afvalstoffen
Afvalstoffenregeling 1996 De systematiek van de ‘oude’ Afvalstoffenregeling is nog gebaseerd op de indeling van de LWCA (Landelijke Werkgroep Chemisch Afval). De uitgangspunten zijn een veilige inzameling en een milieutechnisch mogelijke verwerking van de afvalstoffen op basis van de voormalige Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms). De LWCA-categorieën zijn: Categorie 1 zure anorganische afvalstoffen in waterige oplossing Categorie 2 alkalische (=basische) anorganische stoffen in waterige oplossing Categorie 3 halogeenarme organische stoffen Categorie 4 halogeenrijke organische stoffen Categorie 5 bijzondere afvalstoffen, waaronder zware metalen Categorie 6 afvalstoffen met bijzondere risico's, waaronder kankerverwekkende stoffen Categorie 11 mengvrachten Categorie 12 reststoffen Categorie 13 biologisch afbreekbare afvalstoffen Categorie 14 brandbare afvalstoffen Categorie 15 niet brandbare afvalstoffen Voor laboratoriumafval zijn de eerste 6 categorieën relevant. De wetgeving voor de opslag van gevaarlijk afval (in emballage) is, na het uitkomen van de (1) afvalstoffenregeling in 1996, gewijzigd. Op 28 juni 2005 is onder andere de CPR 15-1 (2) vervangen door de PGS15 . De PGS15 is gebaseerd op de ADR (internationale vervoerswetgeving) en niet meer op de voormalige Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms). De vervoersetiketten gaan nu ook voor de opslag gelden. Binnen de ADR geldt een verdeling naar zgn. ADR-klassen (zie bijlage 1). De TU/e heeft uitgaande van het voorgaande besloten om de ADR-kwalificatie toe te passen voor het aanleveren van gevaarlijke afvalstoffen aan het Reststoffencentrum. De LWCAcategorieën zouden hiermee kunnen vervallen. Vanuit veiligheidsoverwegingen is echter besloten om de LWCA-categorieën niet helemaal te laten vervallen. De kleurencodering van de LWCA-categorieën 1 t/m 6 (het laboratoriumafval) zal namelijk op het (afvoer)etiket gehandhaafd blijven. Deze kleurencodering blijkt in de praktijk een hoge herkenningswaarde te hebben bij onder andere buitenlandse medewerkers en studenten.
(1)
De CPR 15-1 richtlijn handelt over “Opslag van Gevaarlijke Stoffen in Emballage (0 - 10 ton)” van de Commissie
Preventie van Rampen door gevaarlijke stoffen (CPR) van het Directoraat-Generaal van de Arbeid / ISZW (DGA). (2)
De CPR-richtlijnen zijn omgezet naar de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS). Het doel van deze
publicaties is in hoofdlijnen hetzelfde als van de CPR-richtlijnen.
31
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
PGS15 (opslag van gevaarlijke (afval)stoffen in verpakkingen) Met de PGS 15 worden regels gesteld aan de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Hiermee wordt een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu gerealiseerd. In de onderstaande tabel staat een opsomming van de ADR-klassen vallende onder de PGS15. ADR-klassen van gevaarlijke stoffen, vallende onder de PGS15
Gehanteerde ondergrenzen (1) volgens de PGS15
ADR Klasse 2 (gassen, maar alleen spuitbussen en gasflessen) ADR Klasse 3 (ontvlambare vloeistoffen)
Meeste categorieën: vanaf 50 liter (bij verpakkingsgroep II(4) en III). Bij verpakkingsgroep I: vanaf 1 kg
ADR Klasse 4.1, 4.2 en 4.3 (brandbare vaste stoffen)
(3):
CMR-stoffen
vanaf 1 kg
ADR Klasse 5.1 (oxiderende stoffen) ADR Klasse 5.2 (bepaalde organische peroxiden; tot maximaal 1.000 kg per inrichting) ADR Klasse 6.1 (giftige stoffen) ADR Klasse 6.2 categorie I3 en I4 (ziekenhuisafval en diagnostische monsters) ADR Klasse 8 (bijtende stoffen) ADR Klasse 9 (m.u.v. genetisch gemodificeerde organismen) CMR-stoffen(3) Gevaarlijke afvalstoffen (met dezelfde chemische of fysische eigenschappen als bovengenoemde gevaarlijke stoffen) Totaal
Klasse 3 verpakkingsgroep II: vanaf 25 liter Gasflessen: vanaf 115 liter Klasse 8 stoffen: vanaf 250 liter Klasse 9 stoffen: vanaf 250 liter
50 kg/liters (voor de klasse 8 en 9 250 liter) (2)
1)
hoeveelheden onder de gestelde ondergrens behoeven niet volgens de PGS15 opgeslagen te worden.
2)
indien er sprake is van verschillende stoffen waarvoor verschillende ondergrenzen gelden, moet de ondergrens voor de totale hoeveelheid gevaarlijke stoffen naar rato worden berekend.
3)
voor de meest recente lijst van CMR-stoffen: http://home.szw.nl/index.cfm?set_id=2593&doctype_id=27&hoofdmenu_item_id=1375&rubriek_id=391817&rub riek
4)
verpakkingsgroep: een groep, waarin bepaalde stoffen op grond van hun gevaarlijkheid tijdens het vervoer conform het ADR zijn ingedeeld voor verpakkingsdoeleinden. •
Verpakkingsgroep I: zeer gevaarlijke stoffen
•
Verpakkingsgroep II: gevaarlijke stoffen
•
Verpakkingsgroep III: minder gevaarlijke stoffen.
De faculteiten en diensten zijn zelf verantwoordelijk voor het goed scheiden en tijdelijk opslaan van gevaarlijk afval, in afwachting van afvoer door het reststoffencentrum. Voor de opslag van gevaarlijke afvalstoffen gelden voor de TU/e de regels uit de hoofdstukken 3, 6, 7, 8 en 9 van de PGS 15. Ter verduidelijking van de gestelde regels uit de PGS15, is aan deze afvalstoffenregeling een tabel toegevoegd waarin de wijze van opslag van gevaarlijke afvalstoffen wordt beschreven per ADR-klasse. Deze tabel is als bijlage 1 toegevoegd.
32
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Nabije toekomst In de nabije toekomst worden de ADR-klasse vervangen door zgn. GHS-klasse. Het Globally Harmonized System is een nieuw systeem voor de indeling en labeling van chemische substanties ontwikkeld op vraag van de Verenigde Naties (VN). Het voornaamste doel van dit nieuwe systeem is het uniformeren van de aanduiding van chemische stoffen/substanties over de hele wereld. Voor de ‘Pure’ chemische stoffen geldt dat per 01/12/2010 het gebruik van de GHS-klasse verplicht is gesteld. Deze afvalstoffenregeling hanteert de ADR-klassen met vermelding naar de GHS-klasse in bijlage 3. De reden hiervoor is dat de wijze van opslag van gevaarlijke stoffen bij de TU/e dient te voldoen aan de eisen uit de PGS15-richtlijn. Deze richtlijn gaat vooralsnog uit van ADR-klassen. Voor chemische mengsels heeft de Europese Unie 01/06/2015 als deadline gesteld om verplicht toe te passen. GHS zal het huidige systeem volledig vervangen! Dat betekent dat de huidige gevaarsaanduidingen met de oranje vlakken, samen met de R + S zinnen zullen verdwijnen. Deze zullen volledig vervangen worden door de nieuwe symbolen in ruitvorm, inclusief andere waarschuwingszinnen gebaseerd op risico’s (H(azards) + P(recautions)-zinnen). Radioactief materiaal Op het terrein van de TU/e wordt ook radioactief materiaal gebruikt. De opslag van radioactief materiaal (ADR-klasse 7) valt niet onder de PGS15 maar onder de Kernenergiewet. Asbest De TU/e heeft een asbestbeheersplan van 2005 (kenmerknr.2008.08). Dit asbestbeheersplan is een operationele invulling van de update van het asbestbeleidsplan.
33
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.2
Laboratoriumchemicaliën
Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
laboratoriumchemicaliën in geheel of gedeeltelijke gevulde verpakkingen (zo veel mogelijk in originele verpakking) (verdunde) anorganische zuren met zware metalen in 10 liter cans (verdunde) loogoplossingen in 10 liter cans halogeenarme vloeistoffen in 10 liter cans halogeenrijke vloeistoffen in 10 liter cans cyanidehoudende oplossingen artikelen verontreinigd met laboratoriumchemicaliën lege emballage van oplosmiddelen lege glazen flessen van chemicaliën kapot glaswerk met chemicaliën verontreinigd peroxiden (1)
3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11
(1) Bij het Reststoffencentrum apart aanmelden voor een rechtstreekse afvoer door derden. Te volgen procedure: 1. De aanbieder doet een aanvraag voor het afvoeren van laboratoriumchemicaliën, via e-mail of telefonisch. Laboratoriumchemicaliën bestaan uit geheel of gedeeltelijke gevulde verpakkingen (zo veel mogelijk origineel). Hieronder vallen niet de halogeenarme en halogeenrijke vloeistoffen in 10 liter cans en bijvoorbeeld ook geen lege emballage. 2. De aanbieder ontvangt digitaal een blanco paklijst tot overname laboratoriumchemicaliën. 3. De lijst wordt door de aanbieder zo volledig mogelijk ingevuld, d.w.z. aantal, grootte, soort verpakking (meestal PE of glas) en samenstelling, hoeveelheid in kg en het CAS-nummer (op nieuwere verpakkingen meestal wel terug te vinden), GROS -potnummer Niet invullen: Gevarenklasse. 4. Digitaal aanleveren van de ingevulde lijst aan het Reststoffencentrum. Het Reststoffencentrum noteert de ADR klasse en het vat nummer op de lijst. 5. Lijst wordt geretourneerd aan de aanbieder en emballage en stickers worden meegeleverd. 6. De aanbieder verpakt de stoffen in de aangegeven emballage volgens de ingevulde paklijst. 7. Vaten of dozen dienen aangeboden te worden via het formulier verzoek tot overname van gevaarlijke afvalstoffen en daarna afgevoerd worden naar het BBC Gebouw.
34
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
In te vullen paklijst: PAKLIJST TOT OVERNAME LABORATORIUMCHEMICALIEN Door aanvrager in te vullen: aantal, grootte, soort, samenstelling, hoeveelheid, cas-nummer en potnummer GROS.
Aantal
Verpakkings vast/vloeibaar Samenstelling Grootte Soort (g of ml) PE of glas
Naam: Kostenplaats:
Tijdelijke opslagwijze:
Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
35
Restant CAS-nummer Gevaren- Potnummer Hoeveelheid klasse GROS (g of ml) ADR
Faculteit: Telefoon:
Gebouw: Datum:
Kamer-nr:
Tot actienummer 6 van de eerder genoemde procedure, zie bijlage 1 van deze afvalstoffenregeling. Vanaf actienummer 6 opslag in een daartoe geschikte opslagruimte. De laboratoriumchemicaliën worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.3
(Verdunde) anorganische zuren met zware metalen
Hieronder vallen verschillende (verdunde) anorganische zuren waarvan de pH lager is dan 5, eventueel (zware) metalenhoudend. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
diverse (verdunde) anorganische zuren, zoals: * zwavelzuur * salpeterzuur * zoutzuur let op bij gevaarlijke combinaties (bijlage 2) alkalische vloeistoffen giftige stoffen cyanide vaste stoffen zoals tissues, pipetten, objectglazen koningswater (1)
3.4 3.6 3.7 3.8 3.4
(1) Vervoersverbod. Neutraliseren met een overmaat aan loog. Let op; heftige reactie! Na neutraliseren afvoeren als een verdunde loogoplossing. Inzamelmiddelen: Soort emballage:
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
GHS-etiket (toekomst) Tijdelijke opslagwijze: Afvoer:
36
jerrycan 10 liter (UN-gekeurd)
8
zie bijlage 3
Zie bijlage 1 van deze afvalstoffenregeling. Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
37
Anorganische zuren worden verwerkt in een ONO-installatie (ontgiften, neutraliseren, ontwateren).
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.4
(Verdunde) loogoplossingen
Hieronder vallen verschillende (verdunde) anorganische logen waarvan de pH hoger is dan 7, eventueel (zware) metaalhoudend. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
diversen (verdunde) anorganische basen, zoals: natriumhydroxide kaliumhydroxide calciumhydroxide natriumhypochloriet geneutraliseerd koningswater (zie 3.3) let op bij gevaarlijke combinaties (bijlage 2) cyanides overige organische stoffen giftige stoffen vaste stoffen zoals tissues, pipetten, objectglazen zure vloeistoffen ammoniak (1)
3.7 3.5 of 3.6 3.6 3.8 3.3
(1) Ammoniak niet mengen met andere chemicaliën. Als aparte afvalstroom opvangen en afvoeren. Inzamelmiddelen: Soort emballage:
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
GHS etiket (toekomst) Tijdelijke opslagwijze: Afvoer:
38
jerrycan 10 liter (UN-gekeurd)
8
bijlage 3
Zie bijlage 1 van deze afvalstoffenregeling. Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
39
Anorganische logen worden verwerkt in een ONO-installatie (ontgiften, neutraliseren, ontwateren).
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.5
Brandbare halogeenarme oplosmiddelen
Hieronder vallen waterige oplossingen van verschillende organische vloeistoffen met maximaal 1% chloor, fluor, broom of jodium. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
(verdunde) halogeenarme organische vloeistoffen, zoals: ether methanol, ethanol aceton hexaan, xylenen let op gevaarlijke combinaties (bijlage 2) halogeenrijke organische vloeistoffen anorganische vloeistoffen vaste delen, zoals tissues, pipetten objectglazen, reageerbuizen
3.6 3.3 of 3.4 3.8
Inzamelmiddelen: Soort emballage:
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
GHS etiket (toekomst) Tijdelijke opslagwijze:
3 + 6.1 bijkomend gevaar
bijlage 3
Zie bijlage 1 van deze afvalstoffenregeling.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer
Verwerking:
Halogeenarm organisch vloeibaar afval wordt verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
40
jerrycan 10 liter (UN-gekeurd)
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.6
Halogeenrijke organische vloeistof
Hieronder vallen verschillende organische vloeistoffen met een percentage chloor of andere halogenen > 1 %. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
halogeenrijke organische vloeistoffen, zoals perchloorethyleen (per) chloroform dichloormethaan trichloorethyleen (tri) afvalolie halogeenhoudend vloeibaar biologisch afval, geïnactiveerd door actief chloor let op bij gevaarlijke combinaties (bijlage 2) halogeenarm organisch vloeibaar afval anorganisch afval
3.5 3.3 of 3.4
Inzamelmiddelen: Soort emballage:
LWCA– kleurencodering: ADR-klassen: ADR-etiketten:
GHS etiket (toekomst) Tijdelijke opslagwijze:
6.1
bijlage 3
Zie bijlage 1 van deze afvalstoffenregeling.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Oplosmiddelen halogeenrijk worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
41
jerrycan 10 liter (UN-gekeurd)
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.7
Cyanidehoudende oplossingen
Hieronder vallen cyanidebevattende oplossingen. Wat mag wel: Wat mag zeker niet:
-
cyanidebevattende oplossingen in basisch milieu Let op: niet bij zuur opslaan in verband met vorming blauwzuurgas! andere organische loogoplossingen 3.4
Inzamelmiddel : Soort emballage:
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
GHS etiket (toekomst) Tijdelijke opslagwijze:
6.1
bijlage 3
Zie bijlage 1 van deze afvalstoffenregeling.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Cyanidebevattende oplossingen worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
42
jerrycan 10 liter (UN-gekeurd)
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.8
Artikelen verontreinigd met laboratoriumchemicaliën
Hieronder vallen laboratoriumafval verontreinigd met diversen chemicaliën. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
handschoenen kunststof pipetten papieren tissues filtreerpapier kunststof slangen kunststof cuvetten verontreinigd met chemicaliën Pas op met kankerverwekkende stoffen (CMR-stoffen). S.v.p. apart aanmelden bij het Reststoffencentrum en goed luchtdicht verpakken! laboratoriummonsters laboratoriumvloeistoffen zoals - anorganische vloeistoffen - organische vloeistoffen chemisch verontreinigd glas naalden artikelen etc. besmet met biologisch materiaal
3.2 3.3 en 3.4 3.5 en 3.6 3.10 4.2 4.2 en 4.4
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze:
200 liter drum
LWCA–kleurencodering:
n.v.t.
ADR-klasse:
n.v.t.
ADR-etiket:
n.v.t.
GHS-etiket: (toekomst)
n.v.t.
Opvangen in de 200 liter drum (te allen tijde met gesloten deksel).
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Artikelen verontreinigd met laboratoriumchemicaliën worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
43
Soort emballage:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.9
Lege emballage van oplosmiddelen
Hieronder vallen de metalen en kunststof (retour)verpakkingen. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
metalen emballage van oplosmiddelen (met gesloten deksel) kunststof emballage van oplosmiddelen (met gesloten deksel) Emballage niet uitspoelen of laten uitdampen! lege glazen flessen van chemicaliën
3.10
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze:
doos of krat n.v.t.
GHS-etiket (toekomst)
bijlage 3
3
Zie bijlage 1 van deze afvalstoffenregeling. Pas na aanmelding van deze afvalstroom bij het Reststoffencentrum, mag de lege emballage van oplosmiddelen in een doos of krat worden gezet.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Lege emballage van oplosmiddelen wordt verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
44
Soort emballage: LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.10
Lege glazen flessen van chemicaliën
Hieronder vallen de ongespoelde gesloten glazen flessen van chemicaliën Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
lege gesloten glazen flessen van laboratoriumchemicaliën Emballage niet uitspoelen of laten uitdampen! huishoudglas lege kunststof/metalen emballage van oplosmiddelen kapot glaswerk met chemicaliën verontreinigd
2.4 3.9 3.11
Inzamelmiddelen: Soort emballage: LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket: (toekomst) Tijdelijke opslagwijze:
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Zie bijlage 1 van deze afvalstoffenregeling. Pas na aanmelding van deze afvalstroom bij het Reststoffencentrum, mogen de lege glazen flessen van chemicaliën in een doos of krat worden gezet.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Ongespoelde glazen flessen van chemicaliën worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
45
doos of krat n.v.t.
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.11
Kapot glaswerk met chemicaliën verontreinigd
Hieronder valt kapot glaswerk met chemicaliën verontreinigd. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
pipetten microscoopglaasjes glazen cuvetten reageerbuizen kapotte (lege) ongereinigde flessen, verontreinigd met chemicaliën huishoudglas lege glazen flessen van chemicaliën kapot materiaal van kunststof, verontreinigd met chemicaliën kapot materiaal van metaal, verontreinigd met chemicaliën
2.4 3.10 3.9 3.9
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze:
200 liter PED-drum
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket: (toekomst)
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Opvangen in de bovengenoemde PED-drum (te allen tijde met gesloten deksel).
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Kapot glaswerk met chemicaliën verontreinigd wordt verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
46
Soort emballage:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.12
Keramisch afval verontreinigd met zware metalen/chemicaliën
Hieronder valt keramisch afval verontreinigd met zware metalen/chemicaliën. Wat mag wel: Wat mag zeker niet:
-
keramisch afval verontreinigd met zware metalen/chemicaliën puinafval huishoudglas lege glazen flessen van chemicaliën kapot materiaal van kunststof, verontreinigd met chemicaliën kapot materiaal van metaal, verontreinigd met chemicaliën
2.13 2.4 3.10 3.9 3.9
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze:
60 liter PED-drum
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket:
n.v.t. n.v.t. n.v.t. nb
Opvangen in de bovengenoemde PED-drum (te allen tijde met gesloten deksel).
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Keramisch afval verontreinigd met zware metalen/chemicaliën worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
47
Soort emballage:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.13
Kwikhoudende voorwerpen
Hieronder vallen alle voorwerpen waar kwik in zit. Wat mag wel:
Inzamelmiddelen:
-
kwikthermometers kwikschakelaars kwikrelais barometers kwik metallisch materialen waarmee kwikresten zijn opgeruimd
Aandachtspunten: - dampdicht verpakken, geen open verpakking! - de voorwerpen dienen minimaal drie verpakkingslagen te hebben - gewicht maximaal 15 kg per verpakking Soort emballage: LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket: (toekomst)
48
oorspronkelijke verpakking n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Kwik wordt verwijderd en hergebruikt.
Belangrijk Telefoonnummer:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.14
Silica verontreinigd met oplosmiddelen
Betreft een soort zand (silica) dat wordt gebruikt bij het destilleren met behulp van oplosmiddel. Wat mag wel:
3.12
Wat mag zeker niet:
keramisch afval
Inzamelmiddelen:
Geen open verpakking! Soort emballage: 60 liter PED-drum
Tijdelijke opslagwijze:
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
n.v.t.
GHS-etiket: (toekomst)
bijlage 3
4.1
Zie bijlage 1 van deze afvalstoffenregeling.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Silica verontreinigd met oplosmiddelen worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
49
silica verontreinigd met oplosmiddelen
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.15
Luchtfilters (afzuiging zuurkasten)
Hieronder vallen onder andere de luchtfilters afkomstig van zuur/flowkasten waar met gevaarlijke stoffen is gewerkt. Wat mag wel:
-
Wat mag zeker niet:
Inzamelmiddelen:
luchtfilters afkomstig van: - zuurkasten luchtfilters betreffende: - koolstoffilters - absoluut filter mobiele puntafzuiging lasrook laserfilter luchtfilter luchtbehandelinginstallatie luchtfilter radiologische zones (HEPA) filters van veiligheidskabinetten
In plastic verpakken! Soort emballage: boxpallet
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket: (toekomst)
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Afvoer:
Op afroep wordt door Reststoffencentrum een boxpallet aangeleverd. In opdracht van Dienst Huisvesting, Beheer en onderhoud, wordt het luchtfilter door een extern bureau vervangen.
Verwerking:
Luchtfilters worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijke Telefoonnummers: Dienst Huisvesting, Beheer en onderhoud Reststoffencentrum
50
2.1 3.16 4.2
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
5354 4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.16
Radioactief afval
Voor deze categorie gevaarlijke afvalstroom geldt dat te allen tijde contact opgenomen moet worden met de Stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e (E-mail: [email protected]) Tijdens normale werktijden is de SBD voor alle zaken bereikbaar via toestel 3355. Buiten normale werktijden is de SBD-achterwacht bereikbaar via toestel 8855 (extern: 040-2478855). Dit nummer is uitsluitend bestemd voor gebruik buiten normale werktijden, voor acute noodsituaties.
51
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.17
Fixeer
Hieronder valt fixeer afkomstig van fotografische processen. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
fixeer, zwart/wit kleur/bleekfixeer andere stoffen dan fixeer
Inzamelmiddelen: Soort emballage:
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket: (toekomst) Tijdelijke opslagwijze:
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Inzamelmiddel opslaan boven een deugdelijke opvangvoorziening.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Zilver en andere metalen worden teruggewonnen uit het afval en hergebruikt.
Belangrijk Telefoonnummer:
52
jerrycan 10 liter, UN-gekeurd
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.18
Ontwikkelaar in kleinverpakking
Hieronder vallen ontwikkelvloeistoffen die vrijkomen bij fotografische processen. Wat mag wel: Wat mag zeker niet:
-
ontwikkelaar vaste stoffen zoals: * foto’s andere stoffen dan ontwikkelaar
3.24
Inzamelmiddelen: Soort emballage:
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket: (toekomst) Tijdelijke opslagwijze:
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Inzamelmiddel opslaan boven een deugdelijke opvangvoorziening.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Zilver en andere metalen worden teruggewonnen uit het afval en hergebruikt.
Belangrijk Telefoonnummer:
53
jerrycan 10 liter, UN-gekeurd
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.19
Afgewerkte (motor)olie
Hieronder vallen verschillende soorten olie die niet meer bruikbaar zijn voor de toepassing waarvoor ze waren bedoeld. Wat mag wel:
-
(afgewerkte) (diesel)olie smeerolie systeemolie
Let op: verdenking van olie met PCB-houdende bestanddelen dient apart gemeld te worden bij het Reststoffencentrum! Wat mag zeker niet:
afvalolie halogeenhoudend oliehoudende afvalstoffen (vast) koelvloeistof boor- en snijolie
3.6 3.20 3.28 3.31
Inzamelmiddelen: Soort emballage:
60 liter MSD-drum
Of 10 liter kunststof jerrycan bij kleine hoeveelheden LWCA–
n.v.t.
kleurencodering: ADR-klasse:
n.v.t.
ADR-etiket:
n.v.t.
GHS-etiket:
n.v.t.
(toekomst)
Tijdelijke opslagwijze:
54
Inzamelmiddel opslaan boven een deugdelijke opvangvoorziening.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Afvalolie wordt zoveel mogelijk gerecycled.
Belangrijk Telefoonnummer:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.20
Oliehoudende afvalstoffen (vast)
Hieronder vallen materialen en absorptiematerialen die tijdens gebruik bij bepaalde werkzaamheden verontreinigd zijn geraakt met olie en/of vetten. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
handschoenen, verontreinigd met olie en/of vetten absorptiemateriaal verontreinigd met olie katoenen poetsdoeken i.v.m. brandgevaar (1) metalen oliefilters (1) Let op: de vaten met katoenen poetsdoeken goed sluiten in verband met verhoogd brandgevaar! geen vrije vloeistoffen op oliebasis 3.19 3.22 geen spuitbussen absorptiemiddelen verontreinigd met chemicaliën 3.8
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze:
200 liter MDDdrum
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
n.v.t.
GHS-etiket: (toekomst)
zie bijlage 3
4.2
Opvangen in de 200 liter drum (te allen tijde met gesloten deksel).
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Met olie/vetten verontreinigde materialen en absorptiemiddelen worden gedeeltelijk gerecycled of verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
55
Soort emballage:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.21
Medicijnen en cosmetica
Medicijnen, niet zijnde cytostatica of cytotoxische medicijnen, mogen bij het restafval. Medicijnen en diergeneesmiddelen vallen volgens de Eural niet onder “gevaarlijk afval”. Vanuit veiligheidsoverwegingen kan het wenselijk zijn om medicijnen toch apart af te voeren, dit in overleg met het Reststoffencentrum. Wat mag wel:
Medicijnen in vaste of vloeibare vorm (met originele verpakking en blister(s)), waarvan het uit veiligheidsoverwegingen niet wenselijk is om het afval bij het restafval te deponeren.
Wat mag zeker niet:
cytostatica of cytotoxische medicijnen naalden lege ampullen lege glazen flessen spuitbussen
4.2 4.2 3.11 3.10 3.22
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze:
60 liter PED-drum
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket: (toekomst)
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Opvangen in de 60 liter drum (te allen tijde met gesloten deksel).
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking;
Medicijnen en cosmetica worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
56
Soort emballage:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.22
Spuitbussen
Onder spuitbussen wordt verstaan alle spuitbussen waar nog een restant in zit. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
-
spuitbussen Let op: 1) De spuitbussen mogen niet doorboord zijn! 2) De spuitbussen mogen geen cfk’s bevatten gasflessen waaronder Lecture bottle brandblussers
3.29 3.30
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze:
doos of zak n.v.t.
GHS-etiket: (toekomst)
zie bijlage 3
2
Zie bijlage 1 van deze afvalstoffenregeling.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Spuitbussen worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
57
Soort emballage: LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.23
Natte accu’s
Wat mag wel:
loodaccu’s accu’s met elektrolyt oplossingen Let op: nikkel/cadmiumaccu’s dienen gescheiden van loodaccu’s te worden aangeleverd! Het betreft een aparte afvalstroom. S.v.p. melden bij het Reststoffencentrum.
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze:
58
Soort emballage:
los afvoeren
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
n.v.t.
GHS-etiket: (toekomst)
zie bijlage 3
8
Opvangen in het bovengenoemde inzamelmiddel.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Recycling
Belangrijk Telefoonnummer:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.24
Klein chemisch kantoor afval
Deze afvalstroom wordt ook wel “klein chemisch afval” genoemd. Het betreft diverse kantoorartikelen die vanwege hun samenstelling niet bij het restafval mogen. Wat mag wel:
Wat mag zeker niet:
1) 2) 3) 4)
-
typelinten tipp-ex en verdunner inkt fijnschrijver, waterproof stiften, balpennen en viltstiften drumkits (uit laserprinters) toner (uit kopieerapparaat en printers) batterijen (1) lijmen, kitten, harsen energiezuinige lampen (zgn. spaarlampen) schoonmaakmiddelen fotochemicaliën alle soorten verfproducten (2) olie en vetten (kleine hoeveelheden) printercartridges spuitbussen (kleine hoeveelheden, eventueel met verf) (3) cassettebanden en videobanden (4) diskettes (4)
Bij groot volume aan batterijen is een batterijenbox opvraagbaar bij het Reststoffencentrum. Bij een groot volume svp bij het Reststoffencentrum een boxpallet aanvragen. Bij een grote hoeveelheid; zie paragraaf 3.22. Wanneer vertrouwelijke informatie aanwezig is, dan rechtstreeks aan het Reststoffencentrum. Indien niet vertrouwelijk, dan bij restafval (2.1).
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze: Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Bruikbare producten worden hergebruikt of gerecycled, overige producten worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
59
In de milieubox en/of batterijenbox
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.25
TL-buizen
Hieronder vallen onder andere de TL-buizen. Wat mag wel:
-
soorten TL-buizen: - PL-lampen - SL-lampen
-
soorten kwiklampen: - hoge druk kwiklampen - lage druk kwiklampen - kwikjodide lampen (HPI)
-
soorten natriumlampen: - SOX lampen (lage druk, bajonet fitting) - SON lampen (hoge druk, schroefdraad fitting) TL-buizen en gasontladingslampen moeten ongebroken zijn. Wat mag zeker niet:
2.1 2.1 2.1 3.24
Afvoer:
In opdracht van Dienst Huisvesting, elektrotechniek, worden de TLbuizen vervangen.
Verwerking:
Uit de TL-buizen worden het glas en de metalen teruggewonnen.
Belangrijk Telefoonnummer:
60
gloeilampen halogeenlampen kapotte TL-buizen en gasontladingslampen spaarlampen, alle typen
Dienst huisvesting, elektrotechniek
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
3954
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.26
Asbest
In de afvoer van asbest wordt onderscheid gemaakt in twee soorten asbeststromen: - asbest gebouwgebonden (A), - asbesthoudende apparatuur (B). Ad A. Asbest gebouwgebonden: Afvoer van gebouwgebonden asbest vindt voornamelijk plaats als onderdeel van een renovatie- of nieuwbouwproject. Dit wordt gecoördineerd door Dienst Huisvesting. Ad B. Asbesthoudend apparatuur: Inzamelmiddelen: Soort emballage: LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket: (toekomst)
n.v.t. n.v.t. zie bijlage 3
Afvoer:
Op afroep, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Gecontroleerd opgeslagen in een daartoe bestemde opslagruimte.
Belangrijke telefoonnummers:
61
goed inpakken, in plastic, luchtdicht n.v.t.
Dienst Huisvesting Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4869 4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.27
Overige luchtfilters
Hieronder vallen de filtermatten afkomstig van een spuitcabine. Wat mag wel: Wat mag zeker niet:
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze:
filtermatten van spuitcabine luchtfilter uit luchtbehandelinginstallatie luchtfilters afkomstig van: - zuurkasten luchtfilter uit radiologische zones hepa-filters (uit veiligheidskabinetten) In plastic verpakken! Soort emballage:
2.1 3.15 3.16 4.2
200 liter MDD-drum
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
n.v.t.
GHS-etiket: (toekomst)
zie bijlage 3
4.1
Opvangen in de 200 liter drum (te allen tijde met gesloten deksel).
Afvoer:
In opdracht van Dienst Huisvesting, Beheer en onderhoud, worden de filters vervangen door een daartoe bevoegd persoon.
Verwerking:
Filtermatten worden verbrand in een voor gevaarlijk afval geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
62
-
Dienst Huisvesting, Beheer en onderhoud 2650
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.28
Koelvloeistof
Hieronder vallen alle soorten koelvloeistoffen afkomstig uit apparaten, voertuigen maar ook koelinstallaties. Wat mag wel: Wat mag zeker niet:
-
koelvloeistof afvalolie halogeenhoudend (afgewerkte) (diesel)olie smeerolie systeemolie boor- en snijolie oliehoudende afvalstoffen (vast) koudemiddel
3.6 3.19 3.19 3.19 3.31 3.20 2.7
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze:
63
Soort emballage:
60 liter MSD-drum
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket: (toekomst)
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Opvangen in de 60 liter drum (te allen tijde met gesloten deksel) en de drum plaatsen boven een deugdelijke lekbak.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Koelvloeistof wordt gerecycled.
Belangrijk Telefoonnummer:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.29
Gasflessen
Hieronder vallen de gasflessen waarvan de keuringsdatum is verlopen of kapotte gasflessen. Wat mag wel:
-
kapotte gasflessen (1) verroeste gasflessen (1) gasflessen met verlopen keuringsdatum niet vergunde gasflessen lecture bottle (2)
Lecture bottle
1) Indien kapotte/verroeste gasflessen een oververpakking nodig hebben, dan worden deze extra kosten doorberekend aan de aanbieder. Inzamelmiddelen: Soort emballage: LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket: (toekomst) Tijdelijke opslagwijze:
64
n.v.t. n.v.t. 2.1, 2.2 en/of 2.3 staat al vermeld op de gasfles, geen extra stickers nodig zie bijlage 3
Bijlage 1 van deze afvalstoffenregeling.
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Afvoer:
Afhankelijk van de aard van het gas, door een leverancier van gasflessen of door een erkende inzamelaar. Let op; boek de afgevoerde gasfles af bij de toeleverancier in verband met de huurkosten van de fles.
2) Voor deze afvalstroom dient het reststoffencentrum een apart afvalstroomnummer aan te vragen. Zodoende dient u het reststoffencentrum rechtstreeks te benaderen als een lecture bottle afgevoerd dient te worden. De kosten van afvoer worden doorberekend aan de aanbieder. Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
65
Verbranding in een daarvoor geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Benader voor de verwijdering van de gasfles de arbo- en milieuadviseur van uw faculteit of dienst.
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.30
Brandblusser
Hieronder vallen de brandblussers waarvan de keuringsdatum is verlopen of kapotte brandblussers Wat mag wel:
-
kapotte brandblusser verroestte brandblusser afgekeurde brandblusser
Inzamelmiddelen: Soort emballage: LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tijdelijke opslagwijze: In de buitenlucht, liggend. Afvoer:
Melden bij de bedrijfsbrandweer.
Verwerking
Recycling van ijzeren brandblusser zoals een CO2-blusser. Overige brandblussers worden verbrand.
Belangrijk Telefoonnummer:
66
Benader voor de verwijdering van de brandblusser de bedrijfsbrandweer van de TU/e.
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
3.31
Boor- en snijolie emulsie
Hieronder valt de boor- en snijolie emulsie die gebruikt wordt ter koeling en smering van verspanende bewerkingen voor kunststoffen of metalen. Wat mag wel: Wat mag zeker niet:
-
boor- en snijolie emulsie afvalolie halogeenhoudend (afgewerkte) (diesel)olie smeerolie systeemolie koelvloeistof oliehoudende afvalstoffen (vast) koudemiddel
3.6 3.19 3.19 3.19 3.28 3.20 2.7
Inzamelmiddelen:
Tijdelijke opslagwijze:
60 liter MSD-drum
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket: GHS-etiket: (toekomst)
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Opvangen in de 60 liter drum (te allen tijde met gesloten deksel) en de drum plaatsen boven een deugdelijke lekbak.
Afvoer:
Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Boor- en snijolie emulsie wordt op een biologische wijze afgebroken zodat zuiverwater overblijft.
Belangrijk Telefoonnummer:
67
Soort emballage:
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
4
Biologisch afval
4.1
Inleiding afval met biologische afkomst
Binnen de faculteit Biomedische Technologie wordt gewerkt met biologische agentia en/of genetisch gemodificeerde organismen (zgn. GGO’s). Hiertoe behoren ook de proefdieren waarmee gewerkt wordt. Het afval afkomstig van biologische agentia en (proef)dieren moet zorgvuldig worden behandeld en afgevoerd volgens de richtlijnen die staan beschreven in het Landelijk Afval Plan (LAP), het Besluit en de Regeling GGO, de destructiewet en de Verordening nr. 1774/2002 vanuit de Voedsel en Waren Autoriteit. De faculteit heeft ervoor gekozen om het biologische en GGO afval op een gelijke manier af te voeren van verschillende laboratoria op ML-I, ML-II of D-I niveau: - Vast afval wordt verzameld als speciaal ziekenhuisafval en wordt via het reststoffencentrum afgevoerd naar een destructiebedrijf (zie paragraaf 4.2). - Het vloeibaar afval wordt gedesinfecteerd of gesteriliseerd en via de bestaande TU/e afvalkanalen afgevoerd (4.3). - Ten slotte wordt als aparte afvalstroom het vaste afval afkomstig van de proefdierfaciliteit opgevangen en afgevoerd (4.4). Voor meer informatie kunt u zich wenden tot: - de biologische veiligheidsfunctionaris: 2239.
68
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
4.2
Vast biologisch afval, mogelijk gecontamineerd met GGOs
Wat mag wel:
-
Wat mag zeker niet:
Vast humaan materiaal Vast dierlijke materiaal Vast afval mogelijk gecontamineerd met humaan, dierlijk materiaal of GGOs Zgn. disposables (bebloede wattenstaafjes, besmette verbandmiddelen, kweekmiddelen, pipetpuntjes e.d.) Sharps (naalden, spuiten) zodra dezen niet meer hergebruikt kunnen worden Cytostatica of cytotoxische medicijnen Hepa-filters (uit veiligheidskabinetten) Bloed (opgenomen met absorptiekorrels) Bloed niet lozen op de riolering! Vloeibaar afval mogelijk gecontamineerd met humaan, dierlijk materiaal of GGOs Restanten opgeloste geneesmiddelen, spoel- en Infusievloeistoffen Beddingsmateriaal Proefdierkadavers en weefsels inclusief GGOs
4.3 4.3 4.4 4.4
Inzamelmiddelen: Soort emballage:
wivavat 60 of 30 liter (ook wel SZA vaten genoemd)
+ zwarte sticker met witte tekst: BEVAT CATEGORIE 1 MATERIAAL in geval van dierlijk materiaal afkomstig uit proefdieren + groene sticker met zwarte tekst: BEVAT CATEGORIE 3 MATERIAAL voor materiaal afkomstig uit het slachthuis.
69
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
GHS-etiket: (toekomst) Tijdelijke opslagwijze:
6.2
zie bijlage 3
Volg de procedure Biologisch Afval, Faculteit BMT .
Afvoer:
De afvoer van een vol wivavat en/of de levering van een leeg wivavat, gebeurt op afroep door het Reststoffencentrum middels het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Verwerking:
Verbranding in een daarvoor geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Belangrijk Telefoonnummer:
70
naaldenemmer n.v.t.
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
4.3
Vloeibaar biologisch afval mogelijk gecontamineerd met GGOs
Wat mag wel:
-
Wat mag zeker niet:
Bewerkingswijze:
Vloeibaar afval mogelijk gecontamineerd met humaan, dierlijk materiaal of GGOs Restanten opgeloste geneesmiddelen, spoel- en infusievloeistoffen Vast humaan materiaal Vast dierlijke materiaal Vast afval mogelijk gecontamineerd met humaan, dierlijk materiaal of GGOs zgn. disposables (besmette verbandmiddelen, kweekmiddelen, pipetpuntjes e.d.) Sharps (naalden, spuiten) Cytostatica of cytotoxische medicijnen Bloed Beddingsmateriaal Proefdierkadavers en weefsels inclusief GGOs
4.2 4.2 4.2 4.2 4.2 4.2 4.2 4.4 4.4
Volg de procedure Biologisch Afval, Faculteit BMT . Afhankelijk van de soort vloeibaar biologisch afval, bestaan 3 bewerkingswijzen, te weten: 1. Inactivatie door middel van autoclaveren gevolgd door lozing op het riool 2. Inactivatie door actief chloor en afvoer als chemisch afval 3.6 (halogeenrijk, organisch) 3. Bij aanwezigheid van chemicaliën, anders dan chloor, afvoer als 3.5 halogeenarm (a) (a) Dit kan/mag alleen als de andere chemicaliën de GGOs hebben afgedood. Voorbeeld van geschikte chemicaliën voor afdoding betreffen formaldehyde of (voldoende!) alcohol.
71
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
4.4
Overig biologisch gerelateerd afval
Wat mag wel:
-
Beddingmateriaal Proefdierkadavers en weefsels inclusief GGOs
Wat mag zeker niet:
-
Vast humaan materiaal Vast dierlijke materiaal Vast afval mogelijk gecontamineerd met humaan, dierlijk materiaal of GGOs zgn. disposables (besmette verbandmiddelen, kweekmiddelen, pipetpuntjes e.d.) Sharps (naalden, spuiten) Cytostatica of cytotoxische medicijnen Bloed Vloeibaar afval mogelijk gecontamineerd met humaan, dierlijk materiaal of GGOs Restanten opgeloste geneesmiddelen, spoel- en infusievloeistoffen
-
4.2 4.2 4.2 4.2 4.2 4.2 4.2 4.3 4.3
Inzamelmiddelen: Soort emballage
LWCA– kleurencodering: ADR-klasse: ADR-etiket:
GHS-etiket: (toekomst) Tijdelijke opslagwijze: Afvoer:
72
wivavat 30 liter (ook wel SZA vaten genoemd)
+ zwarte sticker met witte tekst: BEVAT CATEGORIE 1 MATERIAAL n.v.t. 6.2
zie bijlage 3
Volg de procedure Biologisch Afval, Faculteit BMT . Op afroep door Reststoffencentrum, na aanmelding via het invullen van de webbon bij DIZ, Logistics, groep Afvalbeheer .
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Verwerking:
Belangrijk Telefoonnummer:
73
Verbranding in een daarvoor geschikte verbrandingsinstallatie met terugwinning van energie.
Reststoffencentrum
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
4343
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Bijlage 1: Procedure voor de opslag en afvoer van gevaarlijk afval(stoffen)
74
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Procedure opslag gevaarlijke stoffen conform PGS 15 2011242M d.d. 16 maart 2012 1. Doel en toepassingsgebied Het doel van deze procedure is het opslaan van gevaarlijke stoffen conform Publicatiereeks Gevaarlijke stoffen 15 (PGS 15). Deze procedure is van toepassing op de opslag van alle gevaarlijke stoffen die worden gebruikt voor werkzaamheden van alle faculteiten op de Technische Universiteit Eindhoven.
2.
Definitie
Onder de werkingssfeer van de PGS 15 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen nummer 15) vallen onder meer de in onderstaande tabel genoemde typen stoffen. De eigenschappen van een stof kunnen meerdere typen betreffen, maar zijn altijd slechts in één ADR-klasse ingedeeld. De PGS 15 hanteert de indeling van het ADR (Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route), de Europese vervoersregelgeving voor gevaarlijke stoffen. Tabel 1. Overzicht verschillende gevaarsymbolen naar type stof die conform PGS 15 in brandwerende opslagkasten moeten worden opgeslagen (werkvoorraad) Type stof Symbool Symbool ADR klasse + GHS (nieuw) Ontvlambare vloeistoffen
Brandbare vaste stoffen
Oxiderende Stoffen
Giftige stoffen
75
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
WMS (oud)
Symbool 3
4.1, (4.2, 4.3)
5.1, (5.2)
6.1
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Type stof
Symbool
Symbool
ADR klasse +
GHS (nieuw)
WMS (oud)
Symbool
Bijtende stoffen (zuren)
8
Bijtende stoffen (basen)
8
Milieugevaarlijke stoffen
9
CMR-stoffen
6.1
C = Cancer M = Mutagen R = Reprotoxic
3
Wettelijk kader
De voorschriften voor de opslag van gevaarlijke stoffen zijn aangegeven in de Wet Milieubeheervergunning. In de actuele vergunningen voor de gebouwen van de TU/e is nu nog voorgeschreven dat de opslag dient te voldoen aan PGS 15/CPR 15-1 (CPR = Commissie Preventie Rampen, de oude richtlijn voor opslag gevaarlijke stoffen). In de omgevingsvergunning voor de activiteit Milieu van het TU/e Science Park (complex milieuvergunning TU/e) zal het voorschrift opgenomen worden dat de opslag van gevaarlijke (afval-) stoffen moet voldoen aan de PGS 15.
4
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Gebruiker De gebruiker zorgt voor de juiste etikettering. Ruimtebeheerder/Chemicaliënbeheerder/Ruimteverantwoordelijke De ruimtebeheerder/chemicaliënbeheerder/ruimteverantwoordelijke controleert de aangebrachte etikettering ziet toe op de naleving van wet- en regelgeving binnen de ruimte(n) waarvoor hij/zij als beheerder is aangesteld. Berging Bijzondere Chemicaliën (BBC) De BBC voorziet de stoffen bij binnenkomst van een etiket in overeenstemming met ADR en van een barcode. De BBC registreert de stof in het registratiesysteem voor gevaarlijke stoffen en vervoert dit naar de faculteit volgens de daarvoor bestemde procedure.
76
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
5
Werkwijze
5.1 Uitgangspunten Conform Arbowet- en regelgeving behoeven werkoplossingen of eigen gemaakte mengels van stoffen niet te worden voorzien van een etiket met barcode. Op deze werkoplossingen dient wel te staan: - de naam van de stof of het mengsel - de datum van de oplossing of het mengsel; - de naam van de eigenaar van de oplossing of het mengsel. Als de gevaaraspecten bekend zijn dan moeten ook de bijbehorende pictogrammen op de werkoplossingen aangebracht worden. Gevaarlijke stoffen die niet in de klassen vallen, zoals vermeld in tabel 1 (bijvoorbeeld de gezondheidschadelijke stoffen en infectieuze stoffen) hoeven niet in brandwerende opslagkasten te worden opgeslagen. Werkvoorraad van vloeibare gevaarlijke stoffen buiten de opslagkasten moeten altijd (gecompartimenteerd) in lekbakken geplaatst worden (zie tabel 2: Onverenigbare combinaties). 5.2 Werkwijze Indien een verkregen stof geen etiket heeft, neemt de ruimtebeheerder contact op met de BBC om alsnog een (scanbaar) etiket van de BBC te verkrijgen. De stoffen, voorzien van de juiste etikettering, worden opgeslagen in de daarvoor bestemde opslagkasten. Opslag in de opslagkast vindt plaats in het juiste compartiment. Stoffen dienen brandwerend en gescheiden te worden opgeslagen. Gescheiden opslag vindt plaats om te voorkomen dat bij het gelijktijdig vrijkomen van twee gevaarlijke stoffen uit de verpakking er een groter (vervolg)effect ontstaat dan op grond van de eigenschappen van de afzonderlijke stoffen verwacht kan worden. Opslag vindt per ADR-klasse in bijvoorbeeld een (lek)bak plaats. Meerdere (lek)bakken mogen samen in één brandwerende kast staan. Raadpleeg het veiligheidsblad van een stof voor de indeling in ADR klasse. Door middel van inloggen met het password en usercode van het TU/e-user account zijn veiligheidsbladen (alleen binnen de gebouwen van de TU/e) beschikbaar via ChemWatch: http://tuenl.chemwatch.net/ en/of Chemiekaarten: http://chemiekaarten.sdu.nl/chkonline/. In onderstaande tabel 2 is weergegeven op welke wijze compartimentering dient plaats te vinden.
77
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Tabel 2. Onverenigbare combinaties (ADR-klasse)
V = Vakscheiding verplicht B= Beoordeling nodig - = geen scheiding nodig * = Klasse 6.1 Verpakkingsgroep I (zeer giftig) moet altijd in een apart (afgesloten) compartiment opgeslagen worden. De tabel is niet van toepassing op ADR klasse 2 (gassen) en klasse 5.2-stoffen (organische peroxiden) Klasse 4 (brandbare vaste stoffen) wordt op eenzelfde manier opgeslagen als klasse 3 (brandbare vloeistoffen). BIJ TWIJFEL OVER DE JUISTE (lek)BAK, RAADPLEEG DE CHEMICALIENBEHEERDER, RUIMTEBEHEERDER OF DE VEILIGHEIDSFUNCTIONARIS VAN DE CAPACITEITSGROEP. In de onderstaande tabel 3 is per ADR-KLASSE aangegeven hoeveel er maximaal buiten een opslagkast opgeslagen mag worden (werkvoorraad). Tabel 3: Maximaal toegestane werkvoorraad per ADR klasse en verpakkingsgroep buiten een opslagkast
78
Maximaal toegestane werkvoorraad**
ADR klasse
Verpakkingsgroep*
Stoffen met buitengewone risico’s
I
Klasse 2 (gassen)
n.v.t.
50 Liter/Kilo
Klasse 3 (ontvlambare vloeistoffen)
II
25 Liter/Kilo
Klasse 3 (ontvlambare vloeistoffen)
III
50 Liter/Kilo
Klasse 4 (brandbare vaste stoffen)
II en III
50 Liter/Kilo
Klasse 5.1 (oxiderende stoffen)
II en III
50 Liter/Kilo
Klasse 6.1 (giftige stoffen)
II en III
50 Liter/Kilo
Klasse 8 (bijtende stoffen)
II en III
250 Liter/Kilo
Klasse 9 (milieugevaarlijke stoffen)
II en III
250 ter/Kilo
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
1 Liter/Kilo
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
**
Onder een werkvoorraad gevaarlijke stoffen wordt verstaan: De voorraad gevaarlijke stoffen welke ten behoeve van de bedrijfsvoering/ productie in een laboratorium of nabij een procesinstallatie is opgesteld. De werkvoorraad moet strikt noodzakelijk zijn. De grootte ervan moet in principe zijn afgestemd op het verbruik van één dag of één batch. Na het beëindigen van de werkzaamheden moet de niet gebruikte werkvoorraad gevaarlijke stoffen worden opgeslagen in een hiervoor geschikte opslagkast.
Toelichting op tabel 3: *Verpakkingsgroep I: Stoffen met groot gevaar *Verpakkingsgroep II: Stoffen met middelmatig gevaar *Verpakkingsgroep III: Stoffen met gering gevaar -
Klasse 8: Zuren en basen mogen niet samen in een bak. Klasse 8: Zuren en basen hoeven niet brandwerend te worden opgeslagen (kan in een zuur/base opslagkast) als deze niet giftig zijn.
De bakken voor opslag dienen bestand te zijn tegen inwerking van de stoffen die erin worden opgeslagen en hebben een volume van ten minste de grootste in de bak aanwezige verpakking plus 10% of als dat meer is dan moet de lekbak tenminste10% totale inhoud van de overige verpakkingen kunnen opvangen. -
Gasflessen moeten opgeslagen worden in de buitenberging of in inpandige gasflessenkasten. Compartimentering van gasflessen binnen de gasflessenkasten is niet nodig. Infectieuze stoffen moeten in een aparte bak/kast worden opgeslagen (ADR klasse 6.2). Reactieve en instabiele stoffen zoals organische peroxiden moeten opgeslagen worden in explosieveilige koel- en/of vrieskasten. Voor ADR- klasse 5.2 (organische peroxiden) geldt een maximaal toegestane hoeveelheid van 1000 Kilo/Liter per gebouw.
Schadelijke stoffen vallen formeel niet onder de werkingsfeer van PGS 15 maar worden wel opgeslagen in brandveilige opslagkasten. Ook voor de opslag van deze stoffen geldt dat ze dusdanig moeten zijn opgeslagen dat bij het vrijkomen van deze stoffen geen groter (vervolg)effect ontstaat dan op grond van de eigenschappen van de afzonderlijke stoffen binnen het compartiment verwacht kan worden.
6
Controle van de doelstelling
Borging van de procedure is de verantwoordelijkheid van de beheerseenheden. Borging vindt plaats door het behalen van de doelstellingen, zoals geformuleerd in paragraaf 1 ‘Doel en toepassingsgebied’. Of doelstellingen behaald zijn, wordt gecheckt bij het actualiseren van de RI&E. Daarnaast wordt de procedure jaarlijks in Arbo- en milieucommissies van de verschillende beheerseenheden geëvalueerd. In het Arbo- en MilieuPlatform wordt jaarlijks een TU/e-brede inventarisatie uitgevoerd over hoe en wanneer de procedure is toegepast. Indien het arbozorgsysteem gereed is, vindt controle van de doelstellingen en prestaties plaats met behulp van audits. Evaluatie en eventuele aanpassing van de procedure door de Universiteitsraad en de werkgroep Gevaarlijke Stoffen TU/e gebeurt één jaar na vaststelling van de procedure door het College van Bestuur. Procesbewaking van de activiteiten is belegd bij de Arbo en Milieu Service Organisatie van de TU/e.
79
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Bijlage 2: Gevaarlijke combinaties
80
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Gevaarlijke reacties bij combinaties van verschillende stoffen Aceton
Geconcentreerde HNO3+H2SO4 HNO3+azijnzuur Hypobromiet Chloroform Waterstofperoxide
Acetyleen = ethyn
Chloor Broom Koper Fluor Zilver Kwik Jodium Cu- en Hg-zouten Ag-zouten in NH3
Actieve kool
Hypochloriet Oxidatiemiddelen Ammoniumnitraat Chloormonoxide
Alkalische oplossing
Zink
Aluminiumpoeder
Water Gechloreerde koolwaterstoffen, (CO2) brandblusser Halogenen Blauwzuur Koolmonoxide
Ammoniak
Kwik Chloor Hypochloriet Jodium Broom Watervrije fluorwaterstof
Aniline
Salpeterzuur Waterstofperoxide Ozon Peroxiden
Ammoniumnitraat
Zuren Metaalpoeders Brandbare vloeistoffen Chloraten
81
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Gevaarlijke reacties bij combinaties van verschillende stoffen Nitrieten Zwavel Organische verbindingen in poedervorm Nitraten Sulfiden Azijnzuur
Chroomzuur Salpeterzuur Alcoholen Fenolen Perchloorzuur Peroxiden Permanganaten Ammoniak Chloorazijnzuur
Benzeen
Zwavelzuur Manganieten
Blauwzuur
Salpeterzuur Loog Alkalimetalen Kaliumnitriet Kaliumchloride
Borium
Acetyleen Ammoniak Benzeen Butadieen Butaan Carbiden Methaan Waterstof Terpentijn
Brandbare vloeistoffen
Ammoniumnitraat Chroomzuur Waterstofperoxide Salpeterzuur Peroxiden Halogeen Bariumoxide
Broom
82
Ammoniak
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Gevaarlijke reacties bij combinaties van verschillende stoffen Ethyn (acetyleen) Butadieen Butaan Methaan Propaan Waterstof Carbiden Terpentijn Benzeen Metaalpoeder Koolwaterstoffen Calciumcarbide
Water Zilvernitraat Peroxiden
Chloor
Zie broom
Chloorazijnzuur
Bismut (legeringen) Azijnzuuranhydride Organische verbindingen
Chlooroxide
Ammoniak Methaan Fosfine (PH3) Zwavelwaterstof Kwik Organische stoffen Suiker Fosfiden
Chloraten
Ammoniumzouten Zuren Metaalpoeders Zwavel Organische stoffen in poedervorm Cyaniden Zilversulfide
Chloroform
Aceton Kalium Natrium
Cumeenhydroperzuren
Organische en anorganische zuren Brandbare vloeistoffen
83
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Gevaarlijke reacties bij combinaties van verschillende stoffen Chroomzuren
Azijnzuur Naftaleen Kamfer Glycerol Terpentijn Alcohol Pydrine Brandbare vloeistoffen
Cyaanwaterstof
Zie blauwzuur
Cyaniden
Zuren
Ethanol
Manganieten Oxiderende zuren
Ethyn
Zie acetyleen
Fluor
Alles
Fluorwaterstof
Ammoniak (gas of waterige WATERVRIJE oplossingen) Fosforpentoxide
Fosfor (wit/geel)
Lucht Zuurstof Hydroxiden Ammoniumnitraat Kaliumpermangaat Zwavel Zilvernitraat
Glycerol
Mangaancarbonaat
Halogeenkoolwaterstoffen
Aluminiumpoeder Alkalimetalen Magnesium
Halamid
Natriumsulfaat
Houtskool
Zie actieve kool
Jodium
Ethyn (acetyleen) Ammoniak Waterstof Fosfor
Kalium
Broom Chloor Jodium Blauwzuur Koolmonoxide
84
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Gevaarlijke reacties bij combinaties van verschillende stoffen Kooldioxide Water Kalium
Halogeenkoolwaterstoffen Zwavelkoolstof Zoutzuur Zwavelzuur Fluorwaterstof Maleinezuuranhydride Ethyn (acetyleen) Zilverhalogeniden
Kaliumsulfide
Diazoverbindingen
Koolstof
Zie Actieve kool
Koolwaterstoffen
Halogenen Chroomzuur Bariumoxide Natriumperoxide
Koper
Ethyn (acetyleen) Waterstofperoxide Chloraten Bromaten Jodaten
Kwik
Ethyn (acetyleen) Oxaalzuur Ammoniak Knalzuur Fulminaten
Magnesiumpoeder
Zie Aluminiumpoeder
Natrium
Zie Kalium
Nitraten
Zwavel Koolstof Organische verbindingen
Nitrieten
Ammoniumnitraat Ammoniumzouten Cyaniden
Nitrobenzeen
Salpeterzuur
Oplosmiddelen org.
Zie brandbare vloeistoffen
Oxaalzuur
Kwik Zilver
85
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Gevaarlijke reacties bij combinaties van verschillende stoffen Chloraten Hypochloraten Perchloorzuur
Azijnzuuranhydride Bismut (legeringen) Alcoholen Papier Hout Houtskool Ether Organische stoffen
Perchloraten
Zuren Sulfiden Sulfieten
Permanganaten
Glycerol Benzaldehyde Ethyleenglycol Zwavelzuur Metaalpoeders
Peroxiden
Ethanol Methanol IJsazijn Azijnzuuranhydride Benzaldehyde Zwavelkoolstof Glycerol Ethyleenglycol Ethylacetaat Methylacetaat Furfural Aniline
Pikrinezuur
Zware metalen Zouten
Salpeterzuur
Azijnzuur Aniline Alcoholen Thiogeen Chroomzuur Blauwzuur
86
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Gevaarlijke reacties bij combinaties van verschillende stoffen Zwavelwaterstof Brandbare vloeistoffen Brandbare dampen Nitrobenzeen Sulfaten Thiosulfaat Aceton Metaalpoeders Waterstofperoxide Zwavelwaterstof Waterstofperoxyde
Diverse metalen Brandbare vloeistoffen
IJsazijn
Zie Azijnzuur
Zilver (metaal)
Acetyleen Oxaalzuur Wijnsteenzuur Knalzuur Ammoniumverbindingen
Zwavelkoolstof
Ether Kaliumchloride Salpeterzuur Mangaanchloride
Zwavelzuur
Chloraten Perchloraten Permanganaten Carbiden Fulminaten Pikraten Metaalpoeders
87
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Bijlage 3: Vergelijkingstabel EU-GHS-ADR-WMS
88
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Noot:
ADR-klasse 5.2 gewijzigd in:
89
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Bijlage 4: Formulier ‘Overdracht inventarisgoederen, apparatuur, machines’
90
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Formulier ‘Overdracht inventarisgoederen, apparatuur, machines’ Gegevens huidige eigenaar inventarisgoederen, apparatuur, machines Naam huidige eigenaar: Beheerseenheid:
Kostenplaats:
Afhaaladres: Contactpersoon:
Tel. nr.:
Specificatie over te dragen of af te voeren inventarisgoederen, apparatuur, machines Globale beschrijving goederen: Fabrikant: Type: Inventarisnummer:
Gegevens nieuwe eigenaar Naam nieuwe eigenaar: Beheerseenheid:
Kostenplaats:
(Intern) adres: Contactpersoon:
Tel. nr.:
Opmerking Het betreft hier niet meer bruikbare, afgeschreven en/of verouderde goederen welke mechanische, elektrische en/of veiligheidsgebreken kunnen vertonen. Teneinde bij de afvoer en/of levering risico’s te voorkomen dient de bijgevoegde checklist te worden doorlopen. Zonodig dienen passende maatregelen te worden genomen. De nieuwe eigenaar aanvaardt de goederen in de huidige staat en neemt zelf de verantwoordelijkheid bij de her-ingebruik stelling voor de van toepassing zijnde richtlijnen (zoals machine-, arbeidsmiddelen-, EMC-, laagspannings-, ATEX-richtlijnen e.d.).
Akkoordverklaring Handtekening huidige eigenaar:
Handtekening nieuwe eigenaar:
Naam huidige eigenaar: Functie: Datum:
Naam huidige eigenaar: Functie: Datum:
Bijgevoegd: ∏ Ingevulde bijlage ‘Overdracht inventarisgoederen, apparatuur, machines’ Inventarisgoederen, apparatuur of machines afkomstig uit een laboratorium?: ∏ vrijgaveverklaring radioactief materiaal ∏ vrijgaveverklaring gevaarlijke en/of biologische (afval)stoffen Stuur hiervan een kopie aan DFEZ, dhr. F. Leenders, TR 2.06.
91
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Bijlage Overdracht inventarisgoederen, apparatuur, machines Soort/risico Algemeen Gewicht Afmetingen Blokkeringmogelijkheden Hijsmogelijkheden “Speciale” goederen
Elektrische spanning Apparaat uit Voeding los Componenten uit/los Condensatoren leeg
/n.v.t.
Toelichting/Maatregelen ………………….. kg Geef het gewicht duidelijk aan op apparaat L ……………..cm H…………….cm B…………….cm Blokkeringonderdelen voor vervoer aanwezig? …………………………………………………………………………… bijv. hijsogen aanwezig Bijv. destilleerapparatuur, tablettenapparatuur, strategische goederen, goederen die onder de wapenwet vallen, registratieplichtige goederen, vergunningsplichtige goederen enz.
Hoofdschakelaar, werkschakelaar, in schakelkast (3x) Controleer op het apparaat, machine Controleer op het apparaat, machine Controleer op het apparaat, machine, eventueel kortsluiten
Stoffen, chemicaliën Asbest Kwik Gassen (onder druk) Vloeistoffen, olie enz. Poeders Grondstoffen, productresten Afvalstoffen Farmacologische stoffen Biologische agentia Freonen, koelmiddelen Andere stoffen die speciale aandacht vereisen
Raadplaag de afvalstoffenregeling en vul indien nodig de vrijgaveverklaring in <wordt door Moniek de Liefde op site faculteit BMT geplaatst!>
Radioactieve bronnen RA-bronnen RA-stoffen
Indien aanwezig contact SBD en vul de vrijgaveverklaring in http://w3.tue.nl/fileadmin/sbd/Documenten/RegelingenRichtlijnen/Instructies_en_Procedures/02-10041_REG_Controle_materialen_ivm_vrijgave.pdf
Mechanische risico’s Onder veerspanning, hydraulische druk staande delen Scherpe delen/messen Kantelgevaar, omvalrisico
92
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01
Technische Universiteit Eindhoven University of Technology
Stickers, gevaarsetiketten Inventariskenmerken Gevaarsstickers Keurmerken Labels, andere kenmerken Diversen Handleiding Datagegevens aanwezig Registraties, abonnementen
Verwijderen indien niet meer van toepassing
Bijv. RA-bron, lasergevaarsaanduiding
Worden in de handleiding bijzondere risico’s en/of vervoerswijzen vermeld? Gegevens wissen, harde schijf gegevens overschrijven Opzeggen van registratie bij leverancier, onderhoudsabonnementen, updates van handleidingen, enz.
Opmerkingen, aanvullingen
93
Handboek afvalstoffen TU/e Science park / Versie 01