_magazine I Detector Magazine is een verenigingsblad van ''De Detector Amateur" en verschijnt elke 2 maanden.
Redactieadres: De Detector Amateur Hanebalken 153 9205 CL Drachten Tel 05120-30403 FI1X 05120-30403(7)
Adver:tenties: Tarieven op aanvraag bij de redactie. Het bestuur behoudt zich het recht voor advertenties zonder opgave van redenen te weigeren.
Redactie: eB. Leenheer (hoofdredacteur) N Leenheer R. de Heer A. Folkerts D. Eekhof
Adviseurs en medewerkers redactie: ] van Bergen
H
I
o u
D
••
4 7
BINNENGEKOMEN BRIEVEN VONDSTEN TE GELDERMALSEN ONBEKENDE, VERGETEN KASTEELPLAATS
11
KIEZEN OF DELEN
15 21
GETEST: POLAROID IMAGE CAMERA
25 27
TABAKSPIJ PENN IJVERH EI D ZONDER GELUK VAART NIEMAND WEL MIJN MOOISTE VONDST...
34
OPGRAVERTJES
36
Kopij en advertenties voor het volgende nummer dienen 24 mei a.s. binnen te zijn.
HE.] van Beuningen R.f Bos D. Dijs B. Dubbe Dhr. KP]. Faber C van Hengel G. Henzen M.A. Holtman Dr. Ir. G.MM Houben K Kerkvliet W Kuypers F Lodewijk (fttografie)
z
o LL O .J O U
Vormgeving en layout: A.M. W Leenheer N Leenheer
Druk:
De Detector Amateur, Postbus 6097, 8902 HB Leeuwarden
Bestuur Voorzitter. Vice-voorzitter. Secretaris:
L Haak T. Kolkman GJ. Willemsen
Zetveld 12 Rembrandtstraat 13 Dlieslagweg 136
9102 LM Drachten 7391 BB Twelfo 7521 JG Enschede
Penningmeester. Ie Bestuurslid: Hoofdredaaeur.
W. Woudstra D. Eekhof
Melkemastate 16 Pealskar 47 Hanebalken 153
8925 AP Leeuwarden 8501 TL Joure 9205 CL Drachten
CB. Leenheer
Necumdruk, Drachten
© Copyright:
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd enlofopenbaar
gemaakt door middel van dmk, fotografie, microfilm ofop welke wijze dan ook, zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de
redaaie.
losse nummers f9,-
Tel. Tel. Tel. Fax Tel. Tel. Tel. Fax
05120-22804 05712-72837 053-303070 053-353948 058-661818 05138-/6670 05120-30403 05120-30403
Lidmaatschap Het lidmaatschap van deze vereniging loopt ahijd per kalenderjaar en wordt zonder opzegging ahijd stilzwijgend verlengd met een jaar. Degenen die in de loop van het jaar toetreden, ontvangen alle reeds eerder verschenen nummers van het lopende jaar. Opzegging dient uiterlijk op I augusws schriftelijk binnen te zijn. De contributie per lid bedraagt f 45,- per jaar. Voor gezinsleden geldt een aantrekkelijke korting. Giro: 1675000, Bank: ING nr. 67.80.04.900, t.n.v. De Detector Amateur, Leeuwarden. België: Credit Lyannais Bank, Antwerpen, nr. 610-0308200-25, t.n.v. De Detector Amateur. Ledenadministratie: Wim Woudstra, Melkemastate 16, 8925 AP Leeuwarden, 058-661818
a_magazine I
voorzitter, re verzoeken de taak van voorzitter op zich te nemen, waartoe deze bereid was. Ik zal zijn plaats innemen en rrach ten vanaf die plek een daadwerkelijke bijdrage aan onze vereniging te blijven geven.
BESTUURSWISSELING Aan onze leden, In november 1991 heb ik mij na een gesprek met de heer Gesink, importeur van Tesoro, beschikbaar gesteld om als voorzitter zitting te nemen in het voorlopig. bestuur van een nieuw op te richten vereniging voor detectoramateurs. Dit heb ik met plezier gedaan. Ik denk, dat het fundamenr voor een bloeiende vereniging inmiddels is
gelegd, war mij heefr doen besluiren rerug te [reden als voorzitter. Dit in verband met her door mij weer opnemen van mijn raak als srudiebegeleider van de Srichting voor Grond-, Weg- en Waterbouw te Gouda. Dit is een parttime baan. Het is hetzelfde werk, als wat ik de laatste 18 jaar met plezier heb gedaan. Ik heb dan ook
gaarne aan het verzoek om weer voor deze stichting te komen lesgeven voldaan, vooral vanwege mijn affiniteit m.b.r. opleidingen. Ook het schrijven van lesmateriaal brengt veel werk met zich mee. Maar genoeg hierover. In goed overleg met her besruur is besloten de heer Luitzen Haak, onze vice-
GEZOCHT: REGIOVERTEGENWOORDIGERS Wilt u onze vereniging ook op weg helpen naar de eerste 1000 leden? Nu 900! heden voor het houden van activiteiten voor onze vereniging in de betreffende regio.
Hiervoor hebben wij nodig:
Enthousiaste regionale promoters: Wij denken Nederland en België in te delen in 4 ongeveer gelijke delen. Per deel denken wij dan aan 3 of meer mensen, die zich geheel belangeloos willen inzetten.
Wat vragen wij: Een aantal sterke en evenwichtige persoonlijkheden, die bereid zijn de handen uit de mouwen te steken. Vanzelfsprekend: affiniteit met betrekking tot het detectorzoeken. Mensen. die in staat zijn. concreet en zakelijk op uiteenlopende niveaus te onderhandelen en die op beurzen. enz. onze vereniging willen promoten en zich in willen zetten voor het werven van nieuwe leden. Grote inzet bij het zoeken naar mogelijk-
Bereidheid tot het voeren van overleg met plaatselijke instanties van AW.N. en R.O.B..
Ik hoop, dat u Luirzen dezelfde ondersteuning geeft, die ik ook altijd van u heb ondervonden; waarvoor mijn dank. Besluitende: binnen redelijke termijn verwachr ik, dar "de Derecror Amareur" de groorste vereniging in Nederland zal zijn. Daarvoor blijft wel uw hulp nodig. Probeer uw zoekmaten enz., die nog geen lid zijn, ook lid te maken, want hoe groter de vereniging, hoe sterker wij staan. Ook in het te voeren beleid. Graag ror ziens, Theo Kolkman
•
Mocht u in de gelegenheid zijn, om onze belangen te vertegenwoordigen, dan horen wij dit gaarne z.s.m. van u. Overleg met andere regio's zal 2 maal per jaar plaatsvinden om ervaringen uit te wisselen.
DE REDACTIE
Wij rekenen op u! Mochten er te veel aanmelders zijn, dan zullen wij uiteraard een keus moeten maken, hetgeen u dan ook van ons zult horen.
_magazine I
Brieven met uw reactie kunt u richten aan het secretariaat.
Graag wachten wij op uw reactie, Hoogachtend, Het bestuur.
VAN IS NU OOK PER
FAX
BEREIKBAAR
05120-30403
I_magazine I
STAATSBOSBEHEER Naar aanleiding van onze brief aan het Staatsbos-beheer, met daarin de vraag of het is toegestaan om te zoeken in rec-reatieplassen, die in beheer zijn van staatsbos-beheer, hebben wij het volgende schrijven ontvangen.
Uw brief met informarie over uw Verel11g111g on rV1l1g ik in goede orde. Van de inhoud heb ik met belangsrelling kennis genomen. In algemene zin kan ik op uw brief her volgende an rwoorden. De bij Sraatsbosbeheer in eigendom en beheer zijnde bos- en natuurterreinen zijn
WIN 250 GULDEN MET DE LEDENWERFACTIE Bij het verschijnen van dit nummer van Detector Magazine gaat een nieuwe aktie van start voor onze leden. Een ledenwerfakrie waarbij de spelregels heel eenvoudig zijn. Bijgaand treft u een aantal aanmeldingsformulieren aan, die u hier speciaal voor kunt gebruiken. Denkt u nu al, dat u daar niet genoeg aan heeft, dan kopieert u ze alvast. War moet u doen? U heeft een, rouw, man, zoekmaat, schoonmoeder of huisgenoot, kinderen (gezinsleden extra voordelig door de gezinskorting), een baas (nee, niet uw vrouw)? Kortom maak iedereen die belangstelling heeft voor onze vereniging lid. U vult zijn of haar naam en adres in op het aanmeldingsformulier en stuurt deze op naar her secretariaat. Meer hoeft u nier te doen. En wat denkt u, dat het nieuwe, door u aangebrach re
lid moet doen. Precies! Er voor zorgen dat de betaling op onze rekening binnen komt! Zodra dat is gebeurd, zorgen wij voor de rest. Wij noteren uw naam als aanbrenger (niet vergeten die op de ach terkan t te schrijven) en natuurlijk het aan tal door u aangebrach te nieuwe leden. Degene, die tot en mer 31 december 1993 de meesre nieuwe beralende leden heefr aangemeld, wint hiermee maar liefsr .... ..... 250 gulden!!! De uitslag zal in het eerste nummer van 1994 bekend worden gemaakt. Om teleurstellingen te voorkomen: importeurs en dealers kunnen geen aanspraak maken op deze 250 gulden. We hopen natuurlijk wel, dat ze als vanouds, heel veel leden aan blijven brengen. Namens de acrivireitencommissie, Dick Eekhof
•
voor het grootsre deel voor een ieder vrij roegankelijk. Ter bescherming van deze terreinen kunnen afhankelijk van het concrere geval ech rer beperki ngen aan deze roegankelijkheid zijn gesteld, zoals bijvoorbeeld beperking van de toegankelijkheid tot wegen en paden. Deze beperkingen zijn gebaseerd op het eigendomsrecht van Staatsbosbeheer, alsmede op diverse regulerende wetten en worden in de objecten duidelijk kenbaar voor het publiek middels bebording aangegeven. De ambtenaren van Staatsbosbeheer in het veld hebben o.a. tot taak toe te zien op de handhaving van deze regels, zo nodig middels hun opsporingsbevoegdheid als onbezoldigd. opsporingsam b tenaar. Het spreekt uiteraard voor zich dat tegen het publiek slechts wordt opgetreden bij overtreding van enige ter plaatse van toepassing zijnde regel. Helaas blijft het bij her bedrijven van de hobby metaaldetectie in de regel niet bij het meedragen van de metaaldetectie-apparatuur. Veelal begeeft men zich
buiten de toegestane wegen en paden en wordr gegraven in het terrein zodra men denkr iers gevonden re hebbello Het behoeft geen betoog dar dit laarste grote schade kan toebrengen aan rerreinen van Staatsbosbeheer en in beginsel nergens in de rerreinen is toegestaan, ook nier in wegen en paden. Afhankelijk van de situatie kan dan ook worden opgetreden. Voor het overige staat het uw vereniging uiteraard vrij de terreinen te betreden met detectieapparatuur. Wellicht kunnen problemen worden voorkomen indien u in de toekomst vooraf uw voornemens tot verenigingsactivi teiten ter beoordeling aan het regiohoofd van de betreffende regio van Staatsbosbeheer voorlegt. Deze kan dan beoordelen of uw activiteiten geoorloofd zijn en of even tueel nadere afspraken gemaakr kunnen worden om trent de wijze van handelen in de rerreinen.
Directeur Staatbosbeheer, dr. ir. H.S.E.M. van Asperen
•
NAGEKOMEN BERICHT De heren Massaut hebben besloten in de activiteitencommissie plaats te nemen. Omdat dit moeilijk te combineren is met het secretariaatswerk, hebben we de heer G.J. Willemsen bereid gevonden het secretariaat van hen over re nemen.
.I_magazine I
Op de ledenvergadering is deze benoeming vastgelegd.
•
BRONZEN PLAATJE
bidhen"sekomen brieven Dank voor het kennismakingsnummer (3). Het is te hopen, dat uw vereniging niet, zoals sommige andere, onder eenzijdig "diktaat" komt van uitgegleden "wetenschappers", die al dat partikulier gesnuffel in ons bodemarchief niet zo zien zitten. U bent mijns inziens in de gelegenheid om te toetsen of de heer Albert Delahaye, geschiedschrijver, op het rechte pad was met zijn ontdekkingen over de periode Romeinse overheersing/Vroege Middeleeuwen of dat de "officiële versie" dichter bij komt. Helaas zijn de boeken van Delahaye in bibliotheken en boekhandels meestal onvindbaar. Hij ontdekte o.a., dat de originele documenten aantonen, dat de Bataven niet in de Betuwe woonden. Als dat wel het geval geweest zou zijn, dan zouden alle "weerbare mannen" de Romeinen, die hun land wilden veroveren, tegemoet zijn gesneld om dienst te nemen en zouden ze zelfs nog, nadat overstromingen de bezetters verdreven, het imperium trouw gebleven zijn en geholpen hebben bij het in bedwang houden van de steeds meer opstandig wordende onderdrukten. Hij ontdekte ook dat de Romeinse nederzettingen niet de naam hadden van "Noviomagus", "Trajectum" en "Forum Hadriani" . De namen waar eeuwen later rechtstreeks de namen
ijmegeu, Utrecht en ootburg uit zouden zijn [Voortgekomen. gen steriele :verstromingsklei bewijzen, Clat voortzetting van de ewoning in het (Rijnmondgebied in de eerste ~aren van de jaartelling onmogelijk was. Tenslotte ontdekte hij, dat Bonifacius Inier bij Dokkum, maar bij ockinkirika (Duinkerken) twerd vermoord, Willibrord as nooit in "de lage landen Ibij de zee', Karel de Grote nooit in Nijmegen, Dorestad lag niet bij Wijk
bij Duurstede en zulke dingen meer. Jammer, dat er nog geen mechanische detectors zijn, die bewerkte stenen uit de Steentijd op kunnen sporen. Het zou dan makkelijker
zijn om zelf te ontdekken, dat ook rond Tjerk Vermaning, vooral sinds 1975, louter fabeltjes in de wereld zijn gebracht. Onder het mom van "de wetenschap". Betreffende het bronzen plaatje op blz. 22 van nummer 3: volgens de ontdekkingen van Delahaye woonden de Bataven dus niet in Betuwe, maar stel, dat de officiële mening toch juist is en dat de Bataven inderdaad in de Betuwe woonden, dan heeft deze Julius Geniales beslist
niet gediend in Nijmegen. Dit omdat de Romeinen, zoals elke militaire veroveraar, de gewoonte hadden om "veteranen" juist ver van huis te legeren en in te zetten. Het bronzen plaatje vertelt
a_magazine I
mijns inziens dus niet, dat Julius Genialis Bataaf was. Offergave aan .... gediend in het .... zijn duidelijk recente toevoegingen (van IIPAmsterdam?), terwijl de letters G.P.F.VS.L.L.M. nogal wat kunnen betekenen. Er staat in elk geval niet "gelegerd van 60104 na Chr. te Nijmegen"! Is dit niet een offergeschenk van een "Gallische Kelt", ver van huis en haard, in een door de Romeinen daartoe gebouwd tempeltje? Het tempeltje te EIst heeft volgens prof. dr. A. Bogaers uit Nijmegen vele eeuwen braak gelegen, voordat op het puin een chr. kerk gezet werd. In de tussentijd was er geen bewoning. Een technicus van RO BAmersfoort meldde op een gegeven moment aan de vorige directeur, dat hij niet meer mee wilde werken aan de fabel, dat het "piratennest" bij Wijk bij Duurstede, het historische Dorestad zou zijn. Zijn directeur zou gezegd hebben: "Ja, dat weet ik wel, maar dat kan ik het publiek toch niet verkopen.". De inmiddels vrij plotseling overleden technicus heeft ook nog in "De Telegraaf" bekend gemaakt (1985), dat hij de "omstreden" vondsten van Tjerk Vermaning onderzocht had en dat hij had ontdekt, dat ze echt en oud waren. Tot een waterdichte (4e) opgraving, direct aansluitend op de opgraving van de heer Tjerk Vermaning bij EemsterLheebroek, waartoe deze technicus, wijlen de heer A. Bruijn, zich ten volle inzette, is het nooit gekomen. ~~
Niet-deskundigen groeven alleen een gehaaste sleuf in de wegberm. Er werd niet gezeefd, alleen maar ruig met de schep gegraven. Er waren geen controlemogelijkheden, tegen het instoppen van vondsten in de grond of in de eigen broekzak. Nog steeds wordr ner gedaan, alsof de vondsten van de heer Tjerk Vermaning eigenlijk allemaal losse "opraap" vondsten zouden zijn en derhalve onconrroleerbaar. J.E. Musch Lunsenhof 17 9467 PL Anloo Particulier Steen rijd- en Legende onderzoek
MUNTJE UIT DEVENTER Bij deze wil ik graag reageren op een brief in de vraagbaak van Dhr. R. Srour. (Derecror Magazine No. 7). Het betreft de derminarie op
blz. 30, van her muntje van Devenrer. Ik wil wel onderstrepen, dat dit niet als kritiek is bedoeld, maar als kleine correctie en aanvulling. Uw verwijzing naar de officiële uitgave van de Zonnebloem geeft mij de indruk, dar de munr nier is geslagen van 1591-1594, maar van 1594-1602. De afgekorte teksr "No. VlD!. IVST. DER" is zoals u ongetwijfeld weet Latijn. U kunr hem vinden in Psalm 37:25 (onberijmd). De volledige reksr moer luiden: NON VIDI IVSTVM DERELICTVM(NEC SEMEN EIVS QVAERENS PANEM), hergeen berekent: De rechrvaardige heb ik nier verlaten gezien- (noch zi jn nageslacht zoekende brood). U kom t deze tekst ook tegen op een snaphaan (zestiende eeuw) van Kampen. Hopende u hiermede van dienst re zijn geweest, met vriendeli jke groeren, J. Janssen
MELD BIJZONDERE VONDSTEN ALTIJD" AAN
a_magazine]
ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN TE GELDERMALSEN A. Folkerts In de jaren zeventig werden er bij de aanleg van de provinciale weg Geldermalsen-Wadenoijen door een aantal amateurarcheologen van de Historische Kring WestBetuwe oudheidkundige vondsten gedaan. Deze vondsten verdwenen in het depot en werden eigenlijk nooit goed beschreven, zij het dan nog wel in een klein rapport in het mededelingenorgaan van de vereniging. Geldermalsen ligt midden in één van de rijkste archeologische gebieden van ons land, maar dat is iets wat nog niet zo bekend is buiten de officiële wereld.
D
e vondsten die zich in het depot bevinden kwamen alle uit het wegcunet tussen Laageinde en de Rijksstraatweg. Een klein gedeelte kan gedateerd worden in de Neolithische Vlaardingencultuur en de iets recentere vlakgravenculruur, die meer bekend is onder de verzamelnaam bekercultuur. De bekercul tuur kende reeds kleine
bronzen voolwerpjes, die overigens nog niet in het Geldermaldense zijn aangetroffen. Een veel groter deel van de vondsten betrof Romeinse en inheemse voorwerpen uit het begin van de jaartelling. Niet ver van Laageinde werden tenslotte een groot aantal middeleeuwse scherven gevonden. Het is niet algemeen bekend, dat vrij dicht bij deze weg in het begin van deze eeuw Romeinse gralVondsten gedaan werden op een plaats waar in de komende jaren overigens een nieuwbouwwijk gaat verrijzen in het zogeheten "Middengebied". Het blijkt, dat in de jareI.l 1905, 1906 en 1916 op het voormalig landgoed Bottesteyn, het huidige gemeentehuis, aan de Van Dam van Isseltweg 2, tijdens zandafgravingen ROlueinse
I_magazine I
voolwerpen in de grond werden aangetroffen. In 1963 konden zij voor het Rijksmuseum van Oudheden verworven worden en het afgelopen jaar waren ze in museum Kam te Nijmegen nog te bewonderen. Het blijkt een kleine collectie te zijn, die vooral van belang is door het uitmuntende bronzen vaatwerk, dat er deel van uitmaakt. Een brief, gedateerd 17 april 1905, blijkt het eerste schriftelijke bericht over de vondsten te zijn. Dr. R. Jesse, de conservator van het RMO doet melding aan dr. A.E.J. Holwerda, de toenmalige directeur, van een bezoek aan de eigenaar van de ontgronding op het landgoed; een zekere G. Murman. Hij beschrijft ondermeer een schi tterende bronzen patera en een heel gaaf kannetje. De heer Murman bleek niet van zins onl de artefacten te verkopen. Holwerda kon wel een aantal foto's van de betreffende voorwerpen benlachtigen en hield zich aanbevolen voor mededelingen over nieuwe vondsten. Op 7 oktober 1905 deed mevrouw G. Murman-de Feyfer opnieuw
~
---
~
melding van vondsten en in 1906 nogmaals. Al deze vondsten zij n beschreven in het Bulletin van de Oudheidkundige Bond in 1905, 1906 en 1916. Blijkens deze pu blikaties kwamen de eerste
Een vaas, gevonden in de West-Betuwe
voorwerpen reeds in maart en april 1905 voor de dag bij het afgraven van zand. Drie jaar daarvoor was reeds een kruik gevonden op een vindplaats, die ongeveer 200 meter achter het landhuis Borresteyn lag. Het was een hooggelegen stuk land. De VOOlwerpen werden in een kleilaag vlak boven het af te graven zand van een oude rivierbedding aangetroffen op ongeveer 1 meter diepte. In hetzelfde terrein zijn ook bewoningssporen gevonden. In 1916 wordt melding gedaan van een bank van een soort beton waarvan vermoed werd, dat het een fundament was van een villa. De voorwerpen werden over het gehele terrein aangetroffen, waarbij opgemerkr werd, dar er soms een urnrje of potje bij werd gevonden
I_magazine I
met verbrande beenderen en/of verkoold hout. Men had dus duidelijk met graven te doen. Een bezoek van Holwerda in 1916 leverde vrij weinig extra gegevens op. De collectie verhuisde naar het RMO in 1945 na het overlijden van de heer Ml1rman en in 1963 werd deze verworven van de erven. Deze geschiedenis ken r nog een staartje in de vorm van opgravingen in 1992 en 1993 in de onmiddellijke nabijheid. Hierover heb ik echter nog geen gegevens verkregen van de ROB, omdat de vondsten nog bewerkt moeten worden en Oludat de canlpagne nog niet helemaal achter de rug is voor wat betreft een vermoede villa in het onderhavige terrein.
•
Bron: archiefen depot Historische Kring Wf'st-Betuwe, GeldermaLl"en
LEDEREN BUIDEL Bij deze zend ik u een foto van een door mij gevonden lederen buidel uit de 1Sel16e eeuw. De buidel is bijzonder goed bewaard gebleven en bevat 3 koperen/bronzen gespetl. De buidel is gevonden nabij Winschoten in stortgrond, afkomstig uit het centrum. Enkele bijvondsren waren handgesmede
WILLEM(S) WORDT WAKKER! Onderhand zou je je, als je regelmatig met een detector zoekt, toch dood gaan ergeren aan die heren, die het allemaal zo goed "weten". Zelf zoek ik niet met een detector, maar een aantal mensen uit mijn kennissenkring gaan wekelijks op pad om in de verloren uurtjes wat leuke dingen uit de venuurde boyeniaag te peuteren. Recent sprak ik iemand, die mij met haar verhaal toch op de achterste benen kreeg. "We hebben binnenkort weer een zoek/determinatie dag", vertelde zij me. "Zelfs een opening van een tentoonstelling van aangemelde vondsten.". Dat klonk best interessant, maar toen kwam het eruit: "Het KPK mag niet komen, zelfs op persoonlijke titel mag niemand aanwezig zijn op de zoekdag in Gorredijk, en de baas(?) van de ROB vermeldde in een artikel van het NRC Handelsblad, dat onze vereniging zich maar moest opheffen.". Waar zijn we nou eigenlijk mee bezig???n Ik denk, dat het een goede zaak is, dat er aandacht besteed wordt aan probleemgevallen, zoals bewuste roverijen op opgravi ngen en monumenten, maar deze boute uitspraken zijn toch van de gekke! Een citaat van de heer Willems (directeur ROB): "Wat detectorhobbyisten doen, is te vergelijken met wanneer iemand in een rijksarchief een bladzijde scheurt uit een foliant en die meeneemt naar huis.". Meneer Willems vertelt u eens: hoe pakt u nu de milieuvervuiling (venuring/overbemesting) en diepploegen aan? Als je dan toch wilt vergelijken, doe het dan goed en vermeld dan ook, dat de verzuri ngs- en bebouwingsproblemen
spijkers met een platte punt. Momenteel bevindt de buidel zich nog in het Provinciaal Museum te Groningen voor nader onderzoek. De totale lengte is 22 cnl, de breedte is ongeveer 6.5 cm. Gaarne wil ik met dit voorwerp meedoen aan de vondst van het jaar.
J. Frikken
hele boeken vernietigen. Daarnaast vind ik, dat ondanks de vele problemen, die er rond de detector zijn, wij toch best een woord van respect en dank kunnen vermelden tgv. alle ter goeder trouw zoekende hobbyisten. Vele aanmeldingen hebben ertoe geleid, dat er zaken boven water zijn gekomen, waar de wetenschap erg dankbaar voor kan zijn. Denk maar eens aan de opgraving bij Empel, het vuursteenatelier in Oldebroek, de munt/voorwerpen vondst bij Coevorden en de bronstijd nederzetti ng bij Zwolle; allem aal gevonden door detectorhobb~sten. Daarnaast moet ik toch echt uit hoofde van mijn professie zeggen, dat de eerste (meestal geroerde en dus verstoorde) meter niet belangrijk genoeg is, om daar nu zo'n ophef over te maken. Tja, meneer Willems, wat is hierop uw antwoord!!n Mevrouw Scharloo, directrice van het KPK, waarom verbiedt u de heer A. Pol (zelfs op persoonlijke titel) naar clubdagen van de Detector Amateur te gaan? Determinatie van gevonden munten is toch ook in uw voordeel, cq in het voordeel van de gemeenschap? U koopt toch ook munten van detectoramateurs (zowel losse munten, als schatvondsten)? Bah, wat een hypocriete instelling. Mijn advies aan u allen (de detectoramateurs) zou zijn: Vraag bij elke vondstmelding een bewijs van melding en stuur dit naar de redactie. En redactie: zorg voor plaatsing. Ik wens u sterkte in uw strijd, maar weet u gesteund door velen. (de columnist is bekend bij de redactie)
EEN ONBEKENDE, VERGETEN KASTEELPLAATS RuuddeHeer
er ook al in 1375 niet meer was, maar hier kom ik later op terug. Hoe kom je nou zo'n verloren kasteelplaats op 't spoor. Dit is een verhaal, dat lang terug gaat. Jarenlang ben ik op zoek geweest naar de plaats, waar de belegeraars van voormalig kasteel Puttenstein hun
Dat er nog veel onbekende zaken in het bodemarchief aanwezig zijn, zal u wellicht niet echt verbazen. Maar dat er een echt kasteel gevonden wordt, waar nog niemand van gehoord of over gelezen heeft, lijkt mij toch wel iets heel bijzonders.
r is altijd wel iets terug te vinden, zeker als het een relatief groot gebouw betreft. In de oude archieven wordt echter alleen melding gedaan van twee ander~ 14e-eeuwse kastelen (Puttenstein en Wittenstein), die in de directe omgeving gestaan hebben. Van beide zijn de restanten terug te vinden en is dus de precieze lokatie bekend. De derde (onbekende) versterking wordt alleen vermeld op een
E
A Zilveren leeuwengroot
A Deel van een kaart van F. de Wit, In de Kalverstraat op den Dam inde Wttte Pascaert, met een overzicht van een deel der Noordveluwe XVlld, collectie R. de Heer.
17e-eeuwse typografische kaart, met dien verstande, dat er een tekeningetje op staat, dat op een kasteelplaats zou kunnen duiden. Op deze kaart wordt ook melding gedaan van de twee andere burchten alhoewel deze er in die tijd niet meer waren (zie n° 1 van Detector Magazine). Het raadsel wordt nog groter als ik u vertel, dat de onbekende versterking
·_magazinej
kamp gehad moeten hebben. Met de gedachte, dat hier natuurlijk ook vondstmateriaal naar boven moest komen, heb ik weiland na weiland afgezocht. Uiteindelijk heb ik de plek gevonden waar zo'n 650 jaar geleden de snode plannen om het kasteel te slechten, uitgebroed werden. Het vondstmateriaal bestond uit veel zilveren munten en tinnen gebruiksvoorwerpen. Natuurlijk kent u het gevoel, dat als je een keer ergens wat gevonden hebt, er meer moet liggen. Dus je komt regelmatig terug. Op een gegeven moment vond ik voorwerpen uit een geheel andere periode nl. een bronzen bijl uit de bronstijd (800 v. Chr.). Door anderen werden er ook bronzen voorwerpen gevonden zoals
armbanden, pijl/speerpunten, een randbijl en nog twee kokerbijlen. Dit allemaal in de omgeving van dit voormalig kasteel. Een paar jaar later werd er een akker, waarin een grote bult lag, geploegd. Natuurlijk was ik aanwezig. En wat schertst mijn verbazing? Op de geploegde bult (met een lengte van 50 meter bij 30 meter) vond ik allemaal vuursteenafslagen, klop- en slagstenen, vuurstenen krabbers, boren en andere werktuigjes. Daarnaast op de akker zelfs dikke zwarte potscherven, welke later na expertise door de ROB in de Ijzertijd (200 v. Chr.) geplaatst werden. Conclusie: in een gebied van zo' n vierkante kilometer bevinden zich restanten van een jagerskamp uit de steentijd (4000 v. Chr.) vondsten uit de bronstijd (800 v. Chr) en ijzertijd (200 v. Chr.) en bewoningssporen uit de periode 1300 tlm 1750. Buiten het vlakke polderEmdschap is er helaas nauwelijks meer iets te zien. Twee jaar geleden was ik dus weer eens aan het zoeken op de voor mij inmiddels zeer bekende plek. Nu gebeurde het, dat de desbetreffende landeigenaar op een ander weiland bezig was het gras te maaien voor zijn koeien. Op één of andere manier ging er iets mis, want hij stopte met het werk en stapte uit de tractor en keek naar zijn maaibalk, deze had kennelijk wat geraakt.
Wat bleek, er lag vlak onder het maaiveld een grote platte steen. Nadat we deze steen verwijderd hadden, zagen we witachtige scherven liggen. Voorzichtig gravend vonden wij een zestal Siegburg kannen, waarvan vijf beschadigd, maar compleet en één incompleet op nog geen 20 cm. diep. Het vreemde was ook nog, dat deze kannen in een cirkel van ongeveer 25 zwerfkeien lagen. Ook vonden we houtskool en restanten van een paal, die zeker twee meter in de grond zat. Al met al, een schitterende vondst omgeven door geheimzinnigheid. Want hoe kwam dit hier terecht? Na deze ontdekking heb ik met mijn detector elke centimeter van dit weiland onderzocht. De vondsten waren wederom opzienbarend. Naast enkele zilveren Groten van o.a. Kampen vond ik loodlhaakbuskogels van allerlei maten. De zeldzaamste vondst was echter een loodbuskogel met een merk teken 1 er op. (Misschien kaliber I?) Ook was deze kogel nooit afgeschoten geweest, daar de . gietvorm nog goed te zien was en hij
Aardewerk potten en kannen. ~
I_magazine I
ook niet vervormd was. Toen ik echter een plakkaat lood met een diameter van ongeveer 15 cm vond, werd het mij allemaal iets duidelijker. Wellicht werden hier op deze plek de buskogels gegoten om de belegeraars van PUTTENSTEIN te bevoorraden. Maar toch was het me allemaal niet duidelijk genoeg. Om een eind te maken aan alle suggesties heb ik een luchtfoto van dit gebied laten komen. Van deze foto (van de RAF 1944/45) ging ik compleet uit m'n dak. Duidelijk waren er slotgrachten op te ontdekken (zie foto). Na overleg met Cor van Baarle (officieel correspondent ROB), kwamen we beiden tot de conclusie, dat dit een kasteelplaats moest zijn. Naar aanleiding hiervan besloten we enkele grondboringen te doen om zodoende gracht- en bewoningsplaats exact te lokaliseren en in tekening te brengen. De boringen bewezen de luchtfoto. Tevens ontdekten we kloostermoprestanten en Siegburg scherven. Nadat wij alles in kaart gebracht hadden, is het geheel
gemeld bij de ROB, die ons uit monde van de provinciaal archeoloog van Gelderland meedeelde, dat het als monument aangemerkt zal worden. Het enige probleem is nu, om te kunnen bepalen in welke tijd dit kasteel geplaatst kan worden. In eerste instantie zou je denken, dat het om een eind 14e-eeuws bouwwerk gaat. Maar als je aUes op een rijtje zet, kom je tot een heel andere conclusie. Resumerend: loodbus- of donderbuskogels, 14eeeuwse munten, eind 14e- en begin 15e-eeuws steengoed (gedeeltelijk onbeschadigd!) midden op de kasteelplaats en maximaal 20 cm. diep. Dit zijn dus de gegevens. Mijn conclusie is, dat dit een kasteelplaats van voor 1375 moet zijn en dat er ten tijde van de val van Puttenstein hooguit een soort ruïne moet hebben gestaan. De reden van mijn gedachtengang is als volgt: Als het onbekende kasteel er in volle glorie bij had gestaan in 1375, dan was er wel iets over tenlg te vinden geweest, daar de beide andere
kastelen wel in de boeken vermeld staan. Het Siegburg aardewerk was zo goed als heel en lag in een cirkel van zwerfkeien (duidelijk niet verplaatst in al die jaren door bijv. diepploegen, anders lag alles niet zo netjes bij elkaar). De vele loodbuskogels geven aan, dat het om een strijd (verwoesting Puttenstein 1375) ging en deze bepalen samen met de munten de tijd. Als her onbekende kasteel er gestaan had en later geruïneerd (na 1375) werd, dan is het onmogelijk, dat de Jacobakannen er zo heel onder vandaan konden komen, daar vallend puin alles vernield. Als het toen wel een ruïne was, kan ik me voorstellen, dat de belegeraars juist daar hun kogels maakten, omdat er een soort bescherming aanwezig was. Mijn conclusie kan natuurlijk fout
._ _magazine I
•
Een luchtfoto van de onbekende kasteelplaats, genomen door de RAF in 1945.
zijn, maar zolang er geen betere is, zullen we moeten aannemen, dat deze unieke plek een 13e- ofbegin 14e-eeuws kasteel verbergt. Misschien als er ooit een opgraving komt, zullen we wellicht te weten komen wat er zich in die tijd heeft afgespeeld en wat de reden is, dat dit onbekende kasteel nergens beschreven of genoemd is.
•
Met dank aan de grondeigenaren: de heren Blijenberg, Van Limburg en Puttenstein. de Gemeente Oldebroek. A WN, ROB, Cor van Baade en Jan van 't ijssel voor hun hulp. De loodbuskogels zijn te zien in het wapenmuseum te Delft en het Provinciaal Overijssels Museum te Zwolle. De vuursteencollertie is gedoneerd aan de Gemeente Oldebroek en is aldaar te bezichtigen. De bronzen bijl ligt in het provinciaal museum te Arnhem. Het steengoed is in mijn privérollertie.
ROMEINS BEELDJE November jl. kochten mijn zoekmaat en ik een nieuwe detector, een White's Eagle Spectrum. Na wat weken geoefend te hebben, gingen wij op een terrein zoeken, dat als Romeins bekend staat. Tot onze verbazing zagen wij, dat er een stuk speelveld was omgeploegd. Na enkele minuten de eerste munt.
I_magazine I
Dat ging zo door, totdat ik zelf een prachtig Romeins beeldje uit de grond haalde. Voorstellende Mercurius, god van de handel. De afmeting is 8,5 cm hoog en het beeldje is van brons. Al het materiaal is aangemeld bij dehet R.O.B. te Amersfoort. Daar wordt het verder schoongemaakt, geconserveerd en gefotografeerd. Graag zou ik met deze vondst meedingen naar de vondst van het Jaar.
l.M. Wildschut
KIEZEN OF DELEN Wil Kuypers
mporteurs van andere merken waren er niet in Nederland, derhalve bestelde ik later mijn nieuwere detectors in Amerika. Er werden meer merken bekend. Ook kwam er ontwikkeling in de discriminatiemogelijkheden, tegelijkertijd met de ontwikkeling van de VLF. De VLF-motion detectors kwamen aan het eind van de jaren tachtig in zwang. En zo is het vandaag de dag niet eenvoudig geworden om een keuze te maken ui t de vele merken en typen detectors. Welk merk moet je kopen, hoe stel je een moderne detector af, met zijn 10 knoppen en 35 computerprogramma's? Zo lijkt een (aankomende) detectoramateur zich af te vragen.
I
Verwarring We hebben nu het punt bereikt, dat
In 1976 stond ik in de woonkamer, annex winkel, van eScope importeur Hakkers in Den Haag. Ik kon "kiezen" uit een drietal modellen metaaldetectors. Een BFO, een IB (Induction Balance) of een TR (Transmitter-Receiver). Meer smaken waren er (toen) niet. Op het topmodel zaten twee knoppen. Een aan/uit knop en een afstelknop voor de grondtoon. De keuze voor een merk en type metaaldetector was indertijd eenvoudig. Er was één importeur, er was één merk en er waren drie modellen. Ik kocht de modernste: de TR voor f 400,-.
lang niet iedereen de mogelijkheden van de detector optimaal benut. We gaan sneller twijfelen: we menen, dat de detector niet goed is, dat we een ander, du urder model moeten hebben van een ander merk. Dat denken we door de reclameslogans, verhalen van dealers en\of fanatieke, merkentrouwe zoekers. Dit bezig zijn met hersenspinsels kost tijd, energie en geld. Zaken die we liever besteden aan andere dingen. Kortom door de ingewikkeldheid van
de apparatuur en het grote aanbod van mogelijkheden kunnen we in verwarring raken. Zeker als we nog niet zolang met de hobby bezig zijn, is het niet eenvoudig de juiste detector te kopen en die zodanig af te stellen, dat de mogelijkheden het
Zijn al die verschillende maten en soorten zoekschotels nu echt nodig? (foto Gert Gesink. Fa. Detect)
....
en droog weer, voor koude en warme voeten en allerlei andere snufjes en instellingen. Hamvragen voor mij zijn de volgende: zijn deze detectors stabieler, discrimineren ze beter en gaan ze dieper? Vinden mensen, die deze topmodellen gebruiken meer dan anderen? En komt dat dan door het apparaat of door de man achter de machine? Heeft die ander misschien meer tijd of kent hij/zij betere zoekplaarsen? Ik vergelijk de situatie met HIFI. Voor 3% beter HIFI-geluid ben ik honderden guldens meer kwijt. Voor het geld, dat ik uitgeef aan een detector koop ik 95% van de huidige technische mogelijkheden. Voor honderderden guldens meer kan ik nog 30/0 dieper of beter zoeken. Ik heb simpelweg het geld niet over voor die 30/0. Er kan echter een moment komen, dat die 30/0 groeit naar (bijvoorbeeld) 150/0, als het zover is, kan ik mijn ideeën bijstellen en overgaan tot de aanschaf van iets beters. Vooralsnog lijkt de huidige techniek die 150/0 nog niet te kunnen leveren. Wie echter zo'n computermachine het einde vindt, omdat hij compleet freaked op computers, heeft geen belang bij het voorgaande. Die heeft gewoon dat extra geld over voor die computer en die heeft wat mij betreft het grootste gelijk van de wereld. Waarom? Omdat die persoon kiest voor wat hij/zij leuk vindt, waar hij/zij plezier in heeft. Eén van de belangrijkste dingen van een hobby is toch datgene te doen wat
widescan, concentrisch of beiden bruikbaar
doorsnede zoekspoel in inch
discriminatie stand volgens de tekst
dunne kleine zil~eren munten
concentrisch
6
I
dunne grotere zilveren munten
concentrisch
8
1
materiaal
*.
Romeins materiaal
widescan concentrisch
8-10-14
1- 2
*2
Romeins materiaal
widescan concentrisch
6 - 8 - 10
I
widescan concentrisch 2 box detector
14
0- I - 2
schatten en grote metalen voorwerpen
*I
Op akkers, waarbij geaccepteerd moet worden, dat dunne draadfjbulae genegeerd worden vanwege de slechte kwaliteit
*2
Langs rivieren c.q. grond van de rivierbodem
.
Schema I Naar keuze voor bepaalde voorwerpen
plezier oplevert!
Accessoires Met de aanschaf van een detector zijn we er nog niet. We krijgen er weliswaar een standaard zoekspoel bij en als we geluk hebben een koptelefoon, maar dat is niet genoeg. De meeste fabrikanten van de topmerken leveren een hele serie zoekspoelen, met doorsneden van o.a. 3 1/2, 6, 7, 8, 10, 12 en 14 inch. Daarbij hebben wij bij een aantal fabrikanten ook nog een keuze uit
Bronzen en zilveren Romeinse munten worden ook gevonden met een hoge discriminatiestand.
een widescan of concentrische zoekspoel. Heb je al een detector met tien knoppen, moet je ook nog eens kiezen uit een serie schotels. Zouden die fabrikanten op ons geld uit zijn of zijn die schotels nu echt nodig? Om de laatste vraag te beantwoorden: JA, ik ben blij, dat er zo'n mogelijkheid tot kiezen is uit diverse soorten en maten zoekschotels. Ik heb twee detectors. Voor mijn ene detector heb ik drie schotels, voor de andere vier! En ook mijn allergrootste en allerkleinste spoelen komen aan bod. Zo stond ik een tijdje koperen leidingen op te sporen (in opdracht, à f 15,- per uur) onder een betonnen vloerlaag met een 3 1/2 inch spoel. Terwijl ik de enorme 14 inch spoel gebruikte voor het zoeken op opgespoten terreinen.
Grootte We weten, dat de grootte te maken heeft met de diepte en de breedte van
_ _magazine I
Als ik deze tonnulering nog eens nalees ben ik het eigenlijk helemaal met Gesink eens. Ik heb vooral ervaring met GalTen, Compass en Tesoro en ik ben uiterst tevreden wat betreft de kwaliteit en de betrouwbaarheid. Met de keuze van één van voornoemde merken speel je op safe. Natuurlijk zijn er andere merken, misschien wel betere, maar die moeten zich nog bewijzen.
----
=
::::-0_0<.0
Welk type moet er gekoch t worden? Dat heeft te maken met financiële draagkracht en interesse. Ik ben geïnteresseerd in oude zaken, munten en voorwerpen uit vervlogen tijden. Derhalve ben ik niet geïnteresseerd in een type detector met een "notch". Zo'n knop waar je die trekringen precies mee kunt uitschakelen, zonder dunnere gouden ringetjes te missen. Met de keuze om niet voor een type te kiezen met een notch-mogelijkheid bespaar ik mijzelf enige honderden guldens. Mijn detectoren kostten nooit meer dan ca. f 1400,-. Wie het zoeken van modern muntgeld en juwelen een te gekke, leuke sport vindt - tenslotte heb je altijd wel wat succes en dat stimuleert enorm - moet beslist zo'n notch-instrument kopen.
= =
= ~
Deze grotere Romeinse siervoorwerpen kunnen met een 10 - 14 inch spoel
tot op 40 cm. diepte gevonden wordeno ((oto: CA. Kalee)
beste worden benut. In dit artikel wil ik een poging wagen wat helderheid te geven, teneinde de keuze te vergemakkelijken. Dit artikel is speciaal voor de detector-amateur, die al enige ervaring heeft met een detector en die aan het mijmeren is over een nieuwe aanschaf. Mijn verhaal is hoofdzakelijk gebaseerd op mijn ervaringen bij het zoeken naar oudere VOOlwerpen en munten. Ik hoop, dat anderen, die aanvullingen hebben, suggesties en/of verbeteringen, op dit artikel willen reageren. Daar leer ik wat van en met mij alle lezers van "Detector Magazine".
Welk merk detector? Gevorderden en semi-professionals kiezen tegenwoordig voor een VLFmotion detector. Het grote probleem is het merk? Persoonlijk geef ik de voorkeur aan Amerikaanse detectors zoals: Tesoro, Fisher en Compass, maar ook andere merken zoals White's en GalTen leveren goede apparatuur, aldus Gert Gesink in zijn boek "Succesvol zoeken met de metaaldetector".
Duurdere types Er bestaat van elk merk altijd een "top of the range" model. Zo zijn er types die een computer-ach tig beeldscherm hebben, met allerlei soorten programma's. Voor nat weer
De gebruikte "Garrett 2-box Bloodhound" was de ideale detector voor het opsporen van deze schat uit de Tweede Wereldoorlog
I_magazine
I
widescan, concentrisch of beiden bruikbaar
doorsnede zoekspoel in inch
discriminatie stand volgens de tekst
widescan concentrisch
10 - 14
I
widescan
10 - 14
I
vuile akkers, neutrale grond
widescan concentrisch
8 - 10
2
vuile akkers, gemineraliseerde grond
concentrisch
8
2
*2 schoon zand
widescan concentrisch
14
0-1
vervuild zand
widescan concentrisch
8 - 10
I -2
widescan
4-6
2-3
widescan concentrisch
4-6-8-10
0
plaats
Ze discrimineren beter. Ze zijn gevoeliger voor dunne zilveren munten dan een wide-scan.
Discriminatie
*.
schone akkers, neutrale grond
schone akkers, gemineraliseerde grond
Hierover is veel gezegd en geschreven. Het belangrijkste adagio blijft: discrimineer nooit meer dan nodig is! De andere kant is: zoeken is leuk en dat moet leuk blijven. Na een twaalfde conservenblik op een halve meter en na de tachtigste spijker vind ik het niet meer leuk. U heeft meer geduld? Prima, veel plezier. U heeft minder geduld? Ook prima, doe de discriminatie omhoog en geniet van de hobby.
Maximum
*l stadsafval, sterk gemineraliseerd en vervuild met (grote stukken) ijzer
*4
oude vloeren van huizen maximum zoeken
*I
Gebruik een kleinere maat spoel als er pas geploegd is, en je tussen de voren wilt zoeken.
*2
Dit benadert het "maximum" zoeken.
*3
Elke situatie is anders, zelfs op I plaats. Gebruik een zo laag mogelijke discriminatie.
*4
Gebruik de grootste spoel. Kom je ijzer tegen, zoek eerst uit wat het is. Met de kleinere spoelen kun je de grond in de buurt van groot ijzer en leidingen nog afzoeken.
•
Schema 2 Naar keuze voor bepaalde plaatsen
het zoekveld. De globale regel is: zoek je grote voorwerpen dan neem je een grote schotel, voor piepkleine dunne muntjes neem je een hele kleine schotel. Als je op plaatsen zoekt waar met een grote schotel niet of nauwelijks te zoeken is, kies dan een kleinere. Moet je heel veel terrein afzoeken en ligt er relatief weinig dan kies je een grotere dan de standaard zoekspoel.
Soort zoekschotel Wide-scan zoekschotels gaan iets minder diep (dan een concentrische), maar doorzoeken per zoekslag een breder gebied. Ook zijn ze stabieler in mineraalhoudende grond. Concentrische zoekspoelen gaan dieper, zeker in wat neutralere grond. Ze hebben per zoekslag een minder breed bestrijkingsgebied.
We komen hier aan het thema: "optimum" tegenover "maximum". Stel je hebt een akker als een voetbalveld. Je stelt de detector af op niet-discrimineren en je hebt een 14 inch spoel gemonteerd. Je wilt dat hele veld leeghalen. Na een middag zoeken heb je een plek van 4 bij 5 meter metaalvrij gemaakt. Als je daar zo'n 4 jaar mee door gaat is de akker metaalvrij. Nu lijkt niemand daar veel trek in te hebben, maar er zijn omstandigheden dat je zo te werk gaat. Collega Dick van Veelen en ik vonden op een plek die mooie kleine Friese Sceatta's. Deze plek hebben we dus op deze wijze ijzer- én sceattavrij gemaakt. Onder een opengebroken vloer zoek je ook maximaal, je haalt al het ijzer weg, want dat stuk ijzer kan een munt maskeren. Ja haalt dan maximaal weg wat haalbaar is. Dat gebeurt eveneens bij archeologische opgravingen op (bijvoorbeeld) een inheems Romeinse nederzetting.
Optimum Diezelfde akker, je bent na een analyse van die akker (wat is de vervuiling, wat ligt er aan interessant materiaal, zoals scherven en gesmede spijkers), tot de conclusie gekomen, dat je er hoogui t 6x terug wil komen.
De discriminatie stel je dan in op afwijzing van kleil~ ijzer en je gebruikt een 10 inch zoekspoel. Dan haal jij voor jezelf in jouw tijd, op jouw manier, met jouw inspanning het optimale van die akker af. Daar ben je tevreden over. Het is goed zo. Het "maximale" is dus simpel, je pakt de grootste spoel, geen discriminatie, niet zeuren over de tijd en graven maar. Het "optimale" is voor iedereen verschillend. Daarin speelt het "naar je zin hebben" een belangrijke rol. Het "optimale" kan je telkens bijstellen. Kom je ineens op één plek op die akker, meer muntjes tegen, dan zoek je op die ene plek langzamer, zorgvuldiger, met minder discriminatie en met misschien een andere zoekspoel.
Wat wil je vinden? Wat zoekt u??? Dit is een veelgestelde vraag als je met een detector rondloopt. Tja, wat zoek ik eigenlijk? Wat wil ik eigenlijk vinden? Sommigen vinden alles leuk wat ze vinden. De een zoekt het liefst munten en juwelen op stranden. Een ander is weg van zilveren geslagen munten en Middeleeuws spul, anderen zijn weer helemaal lyrisch van Romeins. En er zijn altijd liefhebbers, die de grote schat willen binnenhalen, de kist met antiek en de potten met goud en zilver. Voor elke interesse is de detector te gebruiken. Maar voor elke interesse is een detector met verschillende discriminatie instelling nodig, met verschillende zoekspoelen. Voor sommige interesses is zelfs een andere detector nodig. Ik heb voor de keuze van de te vinden voorwerpen een schema
gemaakt. Hierin heb ik moderne munten en juwelen niet opgenomen. Ik heb daar nauwelijks ervaring mee.
Toelichting schema In het schema gebruik ik de spoelmaten 4, 6, 7, 10 en 14 inch. Heeft jouw detectormerk spoelen van een andere, tussenliggende maat, neem dan de dichtstbijzijnde maat. Voor de discriminatiestand gebruik ik de indeling 0, 1, 2 en 3. Voor alle duidelijkheid: de indeling heb ik gemaakt op papier voor deze schema's. Ze hebben niets te maken met de cijfers op mijn discriminatieknop, noch de uwe! De betekenis is als volgt: o Geen discriminatie, alleen grondon tstoring 1 De afstelling van de discriminatie, als een dwars onder de spoel gehouden gesmede spijker (bijv. Middeleeuws of Romeins) van ca. S cm., juist gediscrimineerd wordt. Met deze instelling ben je de verroeste spuIIen kwijt, terwijl ijzeren sleutels en speerpunten van redelijke kwaliteit, goed aangegeven worden. (zie tekening 1) 2 De afstelling als de vlakke kop van diezelfde spijker recht onder de zoekspoel net gediscrimineerd wordt. Deze instelling is goed bruikbaar op sterk, met ijzer vervuild terrein. (zie tekening 2) 3 de afstelling naar eigen keuze hoger dan de voorgaande. De keuze voor een Wide-scan of een concentrische spoel zal duidelijk zijn. Soms zijn beide bruikbaar.
Soort grond En dan is er de vraag op welke soort grond ga je zoeken? Zoek je op akkers of op zand? Zijn die plaatsen vervuild? Zitten er veel mineralen in de grond? Bij de keuze voor een bepaalde plaats zit je ook vast aan hoe je de detector instelt en welke soort en grootte spoel je gebruikt. In deze schema's geef ik mogelijkheden aan voor de instelling van de discriminatie, de keuze van de soort zoekspoel en de keuze van de grootte van de zoekspoel. Door combinaties van deze 2 schemàs kun je zelf bepalen wat en waar je wilt zoeken en hoe je de detector daaraan aanpast. Nogmaals en met nadruk zeg ik dat deze schemàs slechts richtlijnen zijn. EXflerimenteer gerust met instellingen en zoekspoelen. Heb je andere ervaringen? Laat het ons horen.
Afsluiting Als enkelen alleen al bij het lezen van dit artikel en het bekijken van de schema's de gedachte krijgen dat het aanschaffen van een passende schotel zinvoller kan zijn dan de aanschaf van een nieuwe detector, dan ben ik zeer tevreden. En er is geen beter mens dan een tevreden mens.
Voor de ontevredenen Helaas, u en ik leven nu eenmaal met irreële gedachten, die ons een ontevreden gevoel kunnen geven. Misschien zijn er mensen die dat lekker vinden. Voor de mensen, die
~
Situatie I, discriminatiestand I. De gesmede spijker wordt juist genegeerd Situatie 2, discriminatiestand 2. De kop van de gesmede spijker wordt net genegeerd
1.
I_magazine I
2.
graag ontevreden willen zijn, worden en/ofblijven, geef ik (nog eens een keer) een aantal overtuigingen: Ga ervan uit dat één detector alle facetten van de hobby aankan. Ga ervan uit dat één zoekspoel alles kan vinden van de kleinste munt tot de grootse schat. Ga ervan uit dat één instelling van de detector nodig is voor alle zoekterreinen. Ga ervan uit dat de duurste detector de beste keus voor jou is. Ga ervan uit dat het laatste model altijd het beste is. Ga ervaIl ui t dat alle anderen het beter weten dan jij, controleer zelf niets, maar praat de aIlderen klakkeloos na. Maak van deze hobby een
halszaak door alles uiterst serieus te nemen. Ga ervan uit dat het aangenomen werk is en dat niets waardevols vinden, een afgaIlg is. Iedereen lacht je daIl uit, je bent een waardeloze zoeker, een aanfluiting voor je gezin en de vereniging. Ga ervan uit dat alle goede zoekplekjes ergens anders liggen en dat als je geluk hebt die vanzelf aan jou bekend worden. Je hoeft er zelf geen moeite voor te doen. Kortom zoek de oorzaak VaIl je ontevredenheid altijd buiten jezelf. Geef vooral de detector de schuld.
•
Voor degenen die gewoon lol in hun hobby hebben, geldt: laat je de kop niet gek maken. Ga uit van je eigen
Veel succes!
I_magazine
Voor het vinden van deze kleine dunne zilveren middeleeuwse munten is een lage discriminatie en het gebruik van een concentrische zoekspoel vereist
observaties, discussieer met collegazoekers en trek je eigen conclusies.
•
I
POLAROID Image Camera & Close-up stand
Een eenvoudig en betaalbaar toestel om voorwerpen en munten te fotograferen, dus zonder ingewikkelde apparatuur, zoals tussenringen, voorzetlenzen, flitsers en een statief.
.
•
Foto I. De twee duiten rechtsboven vertonen weinig details. door de belichting iets langer te zetten, werden ze iets beter (zie foto 2).
W
aarom een test van een fototoestel in dit blad? Dit is, Olndat we weten, dat er veel leden van onze vereniging hun vondsten graag zouden willen fotograferen, nlaar daar geen duur en ingewikkeld fototoestel met allerlei speciale hulpmiddelen voor willen kopen.
Bij velen ontbreekt ook vaak de fotografISche kennis, die je daar toch voor moet hebben.
.-
-4
Foto 2. De belichting is hier iets langer ingesteld, dan bij foto I. De duit van Kampen is nog niet duidelijk.
Wij hebben de Polaroid Image getest met de speciale close-up standaard. De camera kan ook gebruikt worden voor gewone binnen- en buitenopnamen. Hij is voorzien van een automatische flitser, scherpstelling en fJlllltransport. De belichting is au tonlatisch, maar kan ook met de hand ingesteld worden. Het toestel levert direct-klaar 1: 1 afdrukken, met mooie heldere kleuren.
De apart te kopen close-up standaard is een tafelstandaard, waar II de Polaroid Image camera inhangt. Zoals u op de fqto's kunt zien, hebben wij diverse voorwerpen en munten gefotografeerd en krijg je met de standaardbelichting _ L::!.. T
I_magazine
I
~ Foto 3 Dezelfde twee duiten als van foto I en 2, maar nu behandeld met een wit aquarelpotlood. De details zijn nu heel duidelijk weergegeven.
Nadat deze munten licht nIet een wit aq na relpo tl ood bewerkt waren, kwamen de details veel duidelijker naar voren.
mooie scherpe foto's. Toen ik de foto's met een loep bekeek, zag ik zelfs details, die ik op de nlunten zelf nog niet gezien had. Hele donkere 1l1unten, zoals de duit van Gelria, 1739 en de duit van de stad KaInpen bleven vrij donker en toonden nogal weinig details.
Foto 5 Na de zilveren munten ingewreven te hebben met vaseline en wat as zijn ook deze goed zichtbaar. Erg afgesleten munten zijn moeilijker te fotograferen (rechts onder). Met een loep zijn de details op de foto echter duidelijk te zien.
T
voorwerpen foto's gaat maken, maak je veel verschillende opnames met verschillende belichtingen en schiet je het rolletje meestal vol. Het resultaat is, dat je hetzelfde aantal bruikbare foto's hebt voor ongeveer dezelfèle kosten. Bij deze CaInera ziet u vrijwel direct resultaat. Hierbij moer opgeIllerkt worden, dar de foto's scherper zijn
De zilveren, glanzende munten vertoonden ook weinig details. Dit bleek door de glans te komen. Na ze ingesmeerd te hebben Inet vaseline en er zachtjes wat as van een SIgaret opgewreven te hebben, werden ook bij deze munten de details goed zich tbaar.
.
Foto 4 De details van het zilveren hoekbeslag zijn goed zichtbaar. De twee zilveren munten worden door de glans juist minder duidelijk.
Ook dikkere voorwerpen, zoals het tapje, de knoopjes en de gesp zijn scherp, maar geven wel wat schaduw op de foto.
geworden als ze een paar uur gelegen hebben.
Je hoort vaak, dat Polaroid foto's zo duur zijn en dat klopt ook wel. De foto's zijn beslist niet goedkoop, maar als je Inet een gewoon toestel van enkele
I_magazine
Behalve de geteste camera is er ook nog de "Image Pro", die de mogelijkheid heeft om de voor- en achterkant van een munt op één foto te zettell. Voor beide caInera's is er een close-up lens leverbaar voor het fotograferen van voorwerpen VaIlaf slechts 25,4 mmo
I
~
Foto 6
Diverse voorwerpjes waaronder een tapje, 2 knopen. een loodje en een schoengesp. Ook dikkere voorwerpen zijn dus goed te fotograferen. Voor dikkere voorwerpen dan 12 mm zou u zelfeen verhoging voor de standaard kunnen maken.
Wij menen, dat deze camera voor veel zoekers de ideale oplossing is om op een gemakkelijke manier mooie opnames van hun voorwerpen te krijgen. Je kunt zo een leuk en handzaam fotoalbum van je vondsten aanleggen.
Bij het drukken hebben we getracht de foto 5zo goed mogelijk afte drukken, doch op de foto 5zelfzijn de details veel beter te zien.' Geachte heer Van der Molen
waarschijnlijkheid lokaal vervaardigdc COUdSC imitatiepijpen gevonden.
Op een weide naast nijn woonplaats vond ik zeer veel pijpfragmenten, waarvan ik enkele stempelindicaties Lut lÎen.
De hertekop van tekening 3 dateert uit de negentiende eeuw. We hebben hier met een onbekende pijp te maken. Toch kunnen we deze pijp toeschrijven aan een maker. Deze pijp is vervaar
Wie was de rraker (welk pijperrakersatelier) en hoe oud zijn deze pijpjes? Is dit nisschien een lokale productie? Ik bezit een identiek e)emplaar met het cijfer 8. .:.:.:.:.:-:.: ::::::::::.:-: .
En deze wil ik u zeker niet onthouden wegens zijn grote schoonheid: een hertekop met gewei aél1 de steeU:asis. Welke s~bolische betekenis heeft het kroontje? (algemeen) Andere mooie vondsen volgen nog! Alvast bedankt voor de determinatie. Hans van der Meere" Tielt-Wnge (België)
Beste I-fans, Je laat bij tekening 1 cn 2 twee pijpemakersm~rken zien. Je wil weten, wie de maker is en hoe oud de pijpvondsten zijn. Ik ben bang" dat ik op dc-zc vragen geen compleet antwoord kan geven. 1) lIet hiclmerk WS (gekroond?) is gezet in de periode 1660-1940*. 2) I Iet merk 46 is ge7.et in de periode 17201897**. Ik denk dat beide dateringen niet bevredigend voor je 7jjn, voor mij in elk geval niet. Bij tekening 1 heb je tevens het bijmerk (het wapen- van Gouda) getekend. I iierdoor kan ik je vertellen, dat deze pijp van na 1739 dateert. Ongedatct:rde pijpen kun je niet aan een maker toeschrijvcl\. Ot: door jou gevonden pijpen zijn waarschijnlijk niet te Gouda vervaardigd, je hebt naar alle
I_magazine I
Tot slot vraag je wat de betekenis van het kroontje is. Het kroontje, dat we op allerlei voorwerpen tegenkomen, moet het produkt een vOrsldijk aanzien geven. Ik hoop, dat dit niet geheel complete antwoord je niet ontmoedigt in de pijpologie. Ik hoop in de toekomst nog wat van je te horen. Ronaid van der Molen.
* Dit geldt tJ()or Goudse pijpm, wdtlyschijn#jk is het me1ft tiL voor de oprichting tltln heJ Goudse pijpenwkersgilde in 1660 gezet. DiJ hielmerk werd tlOor!JeI emJgezeJ door pijpeJll1ltlker WiLlem SJetll'1lSZ. deJonge.
** DiJ geldJ tloor Goudsepijpe1l.
......... Mondelinge mededeling Vtm D.H. Duco. CO/lSertltltor "tlJl hel pijpenkubint1 Je /'eiden
Zuid Engeland Rally '93 Ook dit jaar organiseren we in samenwerking met de Detector Amateur een reis per luxe touringcar naar Engeland waar weer een grandioos zoekweekend wordt gehouden. In de directe omgeving van het historische stadje Kent worden zoekwedstrijden gehouden met duizenden ponden aan prijzen, op terreinen waar Romeinen en Vikingen al menig "feest" hebben gevierd. Op de plaats waar smokkelaars voet aan wal hebben gezet is het statige Pegweil Village Hotel verrezen. Als u wilt kunt u hier overnachten, maar ook een camping behoort tot de mogelijkheden. Wilt u meer informatie over dit avontuurlijke weekend, bel dan snel, want vol is vol, naar Ton van Broekhoven 010-4199096.
'. ' het "Noorde~" 'censen Ult 'dom,n Voor tll···'.:::oge\\\khe, bestaat de"", \n te stappen, Heerenveen F 22 -Kosten '
Tabakspijpennijverheid in Gorinchem uit de vergetelheid gehaald A/bert Fo/kerts Dat men vroeger in ons land tabak rookte uit "Goudse" pijpen is bij de meeste mensen wel bekend. Minder bekend is echter, dat ook Gorinchem een bloeiende pijpenindustrie gekend heeft. Door jarenlang archiefwerk, bodemonderzoek en veel tekenwerk hebben Hans van der Meulen, Hans Brinkerink en Pieter van Hout drie eeuwen pijpenmakersgilde van Gorinchem weer tot leven gewekt. Hun bevindingen zijn opgetekend in een bijna tweehonderd pagina's dik boekwerk, dat gezien mag worden aJs een standaardwerk, waaruit mag blijken, waartoe amateurarcheologen in staat zijn, wanneer zij de vrije hand krijgen. Peter van Hout was bereid om een toelichting te geven op de geschiedenis van het roken en van de pijpenindustrie in het rustieke Merwestadje.
e pijp wordt wel gezien als het klassieke rookinstnuuent. Welke wijze van tabaksgenot men in een bepaalde periode ook prefereerde, de pijp bleef bestaan tot in onze dagen toe. Van ongeveer 1600 tot het begin van deze eeuw was dat vooral de van klei gebakken pijp, die luen aanduidde met de populaire naam "Gouwenaar", ofschoon men ook in verscheidene Nederlandse plaatsen buiten Gouda dit soort pijpen in eigen centra bakte. Evenals Gouda behoorde Gorinchem tot de vroegste, belangrijke pijpenproducerende steden in Nederland. Een gegeven, dat tot voor kon nog vrijwel onbekend was. In een ordonnantie van 12 juli 1637 werden in deze stad "Thonis Cornelissz. en Thonis Reyersz. aengenol11en als meters van
D
witte aerde daer met tabackpijpen aff maeckt". In 1640 werd in een uitgebreider ordonnantie het werk der meters nader geregeld, waarop nog talloze wijzigingen volgden in de loop der jaren. In het begin van de zeventiende eeuw was de vervaardiging van stenen pijpen in Engeland reeds tot grote ontwikkeling gekomen. Hollandse zeevaarders namen de gewoonte van het pijproken mee over zee. Stille getuigen zijn de vele oude pijpen en delen ervan, die bij voortduring gevonden worden in de oude havens, met name die langs de voormalige Zuiderzee. De oudste exemplaren zijn de zestiende-eeuwse Engelse pijpeIl. De havensteden werden zo de plaatsen waar het tabaksgebruik zijn eerste beoefenaars heeft gekend.
_ _magazine I
Enkhuizen valt hierbij in het bijzonder op, omdat daar reeds in 1580 een "Biddaghs Keure" werd uitgevaardigd, die de verkoop van tabak op zondag aan banden legde. De Hollandse en Engelse zeelieden hadden echter het roken niet in eigen land geleerd. Ondanks alle politieke velWikkelingen in die dagen bestond er een intense zeevaart op, lllet naIne, Portugal. Hier leerden ze van Spaarlse en Portugese zeelieden, die uit het pas ontdekte AInerika terugkeerden, het roken. De Spanjaarden hadden in het nieuwe land het tabaksgebruik in alle veelzijdigheid leren kennen en men beschouwde het voornamelijk als een heilzaam kruid, dat opgewassen was tegen allerlei kwalen. Roken stond toen nog niet in zo'n kwaad daglicht als tegenwoordig het geval is, hoewel lnen kennelijk het gebruik erVaIl op zondag toch wel wilde beperken. De konlst van de pijpenmakerijen vanuit Engeland werd bespoedigd door het standpunt, dat Jacobus de Eerste van Engeland innam ten opzichte van het geloof. Vele protestanten nanlen de wijk naar de Lage Landen bij de Zee. Een aantal nam dienst in de legers van Prins Maurits. De strijd, die Holland tegen het rooms-katholieke SpaIlje voerde, sprak menigeen aan, niet alleen beroepssoldaten, maar
ook lieden, die een aInbacht geleerd hadden. Na de afkondiging van het Twaalfjarige Bestand in 1609 verwisselden de Engelse pijpennIakers hun wapenrok weer voor het leren voorschoot van hun alnbacht, dit keer echter in de Hollandse steden. Het vakjargon van de pijpelllnaker is nog altijd doorspekt met Engelse woorden om bepaalde handelingen aan te duiden. Ovens waren er al, de pijpen makers lieten hun produkten bakken bij de vele plateelbakkers, die het zogenaamde volksaardewerk leverden. Omstreeks 1630 werden de eerste pijpen in Gorinchem gebakken, in dat jaar legde de EngelsInan Willianl Pritsaert tenminste zijn eed af als poorter van die stad. Gorinchenl Inag zich er op beroelnen, als eerste Hollandse stad een pijpenmakersgilde binnen haar poorten te hebben gehad. Deze Gildebrief is gedateerd op 28 april 1656, Gouda kreeg zijn gilde vier jaar later! Het Gorinchemse gilde bleef bestaan tot 1798 toen de maatschappij geordend moest worden volgens het beginsel "Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap". Gedurende de Franse tijd raakten de Noordelijke Nederlanden in een steeds grotere economische Inalaise, door het wegvallen van afzetgebieden en een stagnerende handel. Ook de pijpensector kreeg het zwaar te verduren. Daar bovenop kWaIn er concurrentie uit het Westerwald en Pruisen, waar betere en goedkopere pijpen geproduceerd werden. Een belasting op inIportwaren mocht de GorincheInse pijpenindustrie niet meer baten, wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon en zijn er parallellen te trekken naar onze tijd, waarin de econOIl1ie weer onder grote druk is
kOIllen te staan. In 1820 was er nog één pijpenmaker actief in Gorinchem en in 1843 was dit beroep uit her stadsbeeld verdwenen. In het archief valt te lezen, dat als oorzaak wordt vermeld, dat de omzet te laag was, waardoor er niet meer rendabel gewerkt kon worden. De opmars van het snuiven zal ook mede oorzaak zijn geweest van de tegenvallende winstcijfers.
determineren en te dateren zijn, maar waarin ook de makers ervan tot leven komen. "Je moer er wel een beetje een tik voor hebben", vindt Peter. Het boek biedt zeker houvasr aan detectoramateurs, die hun overige vondsten willen dateren en is zondermeer een waardevol document over een oud-Hollands ambacht, dat hoewel het verdwenen is, in begrijpelijk NederlaIIds weer toegaIlkelijk wordt gemaakt voor historisch geïnteresseerden, zonder dat daarvoor een uitgebreide voorstudie nodig is. Er mist overigens een beschrijving van de mallen, waarin de pijpen gemaakt werden. Wuen die van hout of metaal? Peter wist hier ook zo direct geen aIItwoord op. Als ze van metaal waren, dan hoor ik dat graag, want daII kunnen we ze eens in "Detector Magazine" publiceren.
"Ik ben aan het eind van de lagere school al begonnen nIet het verZaInelen van pijpekoppen" zegt de tweeëndertig-jarige Peter van Hou t. "Zoals zoveel jongeren ben ik toen lid geworden van de Nederlandse Jeugdbond ter Bestudering van de Geschiedenis (NJBG). Ja, die pijpen hebben me nooit meer losgelaten. Ik werd wel eens een beetje vreemd aaIlgekeken op de technische school, wanneer ik niet naar het voetbalveld ging of met een bromfiets crosste, maaI' met m'n neus over de grond liep om nog iets te vinden." In de oude binnenstad van Gorinchenl werden her en der gaten geslagen in de eeuwenoude bebouwing en zo groeide Peters kennis van de historie van de stad. Ongeveer tien jaar geleden werd de Pijpologische kring Nederland opgericht en begonnen de eerste boekjes op dat gebied te verschijnen. In 1985 kWaIllen de drie auteurs op de gedachte om al hun vondsten in Gorinchem te documenteren en te voorzien van een historische context.
"Tabak.pijpennijverheid in Gorinchem" is te koop bij museum 'Dit is in Betlehem': de Bruna en de Mandarijn te Gorinchem voor f 28,50 ofis te bestellen bij de Pijpologische kn'ng Nederland, Utrechtse Jaagpad 115, 2314 AT Leiden.
De heer Busch, gemeentearchivaris van Gorinchem was bereid om de onderzoekers toe te laten in zijn domein en zo groeide laI1gzamerhand een uniek boek, waarin archief- en bodemonderzoek verenigd werden tot één geheel. Een monografie waardoor niet alleen de Gorinchemse pijpen te
. I_magazine
ZOEK NOOIT OPARCHEOLOGISCHE OBJECTEN
I
ZONDER GELUK VAART NIEMAND WEL
E
en paarjaar geleden gingen nlijn zoelunaat en ikzelf voor de afwisseling weer een naar de Groninger wierden. Slechts een paar honderd jaar geleden was het grootste gedeelte van Groningen Fries gebied en trouwens in een grijs verleden was bijna heel Holland Fries. Als eerste doel hadden wij een aardig gebied aan de rand van een dorp op het oog. Met toestemming van de boer, die zelf trouwens ook een nletaaldetector bezit, gingen we op jacht. Helaas kwam de voorspelling van de boer uit. Afgezien van wat traditionele duiten en centen was er erg weinig respons. Na enige uren besloten we te verkassen. Richting huiswaarts. Onderweg kwamen wij langs een zoekplek, waar wij wel vaker hadden gezocht en wij besloten die nogmaals aan te doen. Na een tijdje gezocht te hebben, wilden we toch nlaar naar huis. Eens een keer niet te laat thuis. Toen wij bij na de "grens" naderden, ontdekten we een aantal grote akkers. Zoals het hoort, vroegen wij de boer Oln toestemming, doch hij verwees ons naar zijn buunnan, die zou de eigenaar zijn (wat later niet waar bleek te zijn). Dit kWaIll goed uit, want deze boer kenden wij
Bovenstaand gezegde geldt in het bijzonder voor mensen die met een metaaldetector zoeken. leder van ons kan hier wel iets over vertellen. Nu het verhaal; waar gebeurd.
goed en we zoeken en zochten al vaak bij hem op het land. Daar aangekomen kWaIn hij ons tegenloet met de woorden: "zoek nlaar zoveel je wilt, nlaar ik heb het nu te druk 0111 even te praten.". o lndat het al laat was, besloten we niet terug te gaan naar de voorgaande landerijen waar wij eigenlijk wilden zoeken. ;, Maar wij hadden wel
•
Stempel voor reiniging ~
Stempel na reiniging
pech want deze akker was nog ingezaaid. Nu lagen er aan de andere kant van de weg nog wat stukken land, die wel "zoekrijp" waren. Stel je voor: ter grootte VaIl zo' n 10 voetbalvelden. Toen wij het laIld betraden, Inaakte ik nlijn eerste denkfout. Ik had het
_ _magazine I
idee dat ik daar een paar jaar geleden ook al gezocht had. Na één stap had 111ijn Inaat een duit, dus dit beloofde iets goeds. Hoe bedrogen kwamen we uit; totaal niets meer. Doordat wij niets meer vonden, gingen wij steeds slordiger zoeken en na ongeveer een uur maakte ik mijn tweede en beslissende denkfout. De boer had bij mijn eerste bezoek een aantal jaren geleden verteld, dat hij een stukje wierd had platgeschoven en was verlinkt door zijn buurmaIl (de nlaIl die ons doorstuurde) en ik dacht nu; dat is een eind verderop, daar moet ik naar toe. Achteloos zwaaend, liep ik zo snel mogelijk in die richting en na een 200 meter hoorde ik zo' n luide piep, dat ik dacht, dat het een groot stuk ijzer o.i.d. was en liep door. Maar een zesde zintuig "riep" mij terug en wat groef ik in verontreinigde toestand op? Een 13e-eeuws zegelstenlpel. Zowel mijn zoekmaat als ikzelf hebben in de volgende dagen (ik had vakantie) intensief op het land gezocht en totaal niets meer gevonden, zelfs geen duiten of centen. Het zegel is aangemeld bij het Groninger MuseUIn en gereinigd; kosten f. 200,- ! door de
R.O.B .. Het opschrift luidt 5 (igilum) Joannis de Colonia (Johannes van Keulen); het wapen is een adelaar. Helaas is ook nIet behulp van drs. Roelueling niet achterhaald kunnen worden wie deze Johannes was en wat hij in deze streek deed. WEL wordt de datering rond 1200 geschat. De foto's tonen het zegel voor en na de schoonmaak. Achteraf bleek de boer die ons doorgestll urd had, niets met detectoramatellrs op te hebben. Hij vond het een nutteloze bezigheid. Het land waar wij in eerste instantie wilden zoeken was wel degelijk van henl. Had hij toestenuuing gegeven en ik niet twee denkfouten na elkaar genlaakt had, dan was het stelupelnooit door mij (en waarschijnlijk door niemand) gevonden. Zo ziet u maar, wij hebben allemaal op zijn tijd wat geluk nodig.
•
I
Voor de in het volgende nummer te plaatsen rubriek "Vraagbaak" kunt u tekeningen entof foto's van voorwerpen of munten, waarvan u zelf niet weet wat het is, sturen naar Dick Eekhof, Pealskar 47, 850 I TL Joure
Geachte redactie Hierbij zend ik u een tekening van een muntje waar ik graag wat meer over zou willen weten. Het materiaal weet ik niet. maar hij is donker en heel licht. De diameter is 2 cm. Ik heb het muntje iets groter getekend.
uw beschrijving moet het een zilveren muntje zijn. Een tip om uw muntje wat toonbaarder te krijgen: leg het muntje in een oplossing van citroenzuur (1 theelepeltje op 1 kopje water). Laat het de hele dag inweken. Hierna goed afspoelen en met een zachte doek droogwrijven.
maan en tekst (GUL M::) De achterzijde voorzien van een half open oogje, rechtopstaand plaatje en wat roestvorming (als speld gebruikt?)
I'" !
I
<
Ik hoop, dat u uw muntje al aangemeld heeft bij het Munt en Penningenkabinet in Leiden. Heeft u dat nog niet gedaan, doe dat dan zo snel mogelijk. Geef hierbij de vondstgegevens ook op. Als lilde munt opstuurt, krijgt u een keurige determinatie van uw munt terug en natuurlijk blijft de munt van u. Door de grote drukte kan het soms wel lang duren.
Een onderdeel van de afbeelding lijkt op een vogel. De letters zijn vrij vaag. dus ik weet niet of het precies Idopt. Bij voorbaat dank voor de noeite. t Wessing, Rotterdam )e door u getekende munt ; een Romeins muntje, eslagen onder Vespianus, ie regeerde van 69 tot 79 a Christus. Afgaande op
Peter Frikken Nieuw-Weerdinge
Geachte redactie, Hierbij stuur ik u enkele afbeeldingen van een drietal voorwerpjes, die ik na enkele zoektochten wel heb thuisgebracht. maar niet kan "thuisbrengen". Ik hoop derhalve, dat u ze kunt determineren. Voorwerp A:. Gemaakt van lood, ongeveer 4 cm groot. op de voorzijde een Franse Lelie?, zon,
Voorwerp B: koperen ringetjes van diverse groottes, alle ringetjes hebben een gietnaad en er is duidelijk zichtbaar, dat ze met een andere legering zijn gesoldeerd. De constructie is zodanig, dat bij de minste beweging er een helder rinkelend geluid ontstaat.
. I_magazine I
Voorwerp A is een lakenloodje van de Franse lakenindustrie, deze loodjes worden in Brabant en Limburg veel gevonden. De datering is midden 17e eeuw. De tekst kan ik helaas nIet thuisbrengen. De roestvorming, die u aantreft op de achterzijde duidt op een versteviging van het lood, hier is naar alle waarschijnlijkheid een stalen draadje gebruikt om het dubbelvouwen tegen te gaan. Voorwerp B: deze ringetjes behoren tot een horlogeketting. Als u ze goed bekijkt zult u zien, dat ze versleten zijn aan de binnenzijde. Deze ketting is gemakkelijk te herkennen
door de vonn. Eerst kleine ringetjes en de daaropvolgenden worden steeds groter. Ook dit stamt uit de 17e eeuw. P.5. U had nog een vraag, maar de afbeelding daarvan was niet erg duidelijk. Misschien kunt u ons nog vertellen of er ook gaatjes inzaten. Verder willen we deze foto toch nog aan wat meer deskundigen laten zien. Weten we' meer, dan leest u dat vanzelf in de vraagbaak.
Geachte redactie,
Ik val gelijk maar met de deur in huis, want foto 1 heeft hierop betrekking. Het voorwerp is namelijk een onderdeel van een Romeins slot, gezien het pennetje en de vierkante gaten. Naar alle waarschijnlijkheid is het materiaal brons. Dit geldt zo te zien ook voor foto 2.
was al voorhanden.
Mijne heren,
.J'..
Enkele van mijn vondsten wil ik in de vraagbaak plaatsen, zoals foto I en 2. Zou het mogelijk zijn, dat bij de Spanjaarden om de tijd te doden van musketkogels dobbelstenen werden geslagen (foto 3)? Graag zou ik ook de betekenis van de symbolen op de zegelstempels weten (foto 4 en 5). En tenslotte foto 6. Ik ben woonachtig in Limburg en lid van de A.V. L. (de Archeologische Vereniging Limburg). In mijn overvolle vitrinekast liggen alleen vondsten uit de buurt.
Het gaat hier om een stuk gereedschap, een zogenaamde winkelhaak. Tegenwoordig heeft elke timmennan zo' n haak in zijn gereedschapskist. De datering is moeilijker. Als deze haak gevonden is samen met foto 1 op dezelfde plaats is het hoogstwaarschijnlijk ook Romeins.
Met vriendelijke groeten. J.P. Pestjens, Limbricht
Uw theorie over de musketkogels vind ik interessant, maar toch vermoed ik van niet. Probeer zelf maar eens van een rond voorwerp een exact vierkant te makel1. Wel heb ik het vennoeden, dat de musketkogel en de dobbelsteen van de zelfde maker vandaan komen. Het lood voor de vervaardiging
Op de achterkant bevond zich een oog, dit is op de foto nog te zien. Door dit oog kwam een ketting, die de eigenaar om zijn hals hing, als teken van mannelijkheid.
Foto 4 en 5 tonen ons een tweetal lakzegelstempels. Beide stempels zijn 17eeeuws. Foto 5 heeft overigens een opvallend vreemde vorm, grof en eenvoudig. Foto 4 is meer gangbaar voor die periode. De betekenis van de symbolen is heel moeilijk te achterhalen. Deze symbolen zijn huismerken (zie artikel in Detector Magazine nr. 2). Ik hoop dat een van onze leden de exacte betekenis hiervan weet. En dan tenslotte foto 6. Dit voorwerp is een Romeins amulet, met de toepasselijke naam fallus, zie de vorm.
.I_magazine I
Zou u uw hoofd eens willen buigen over mijn probleem. Deze penning/medaillon heb ik een paar weken geleden gevonden. Daar hij mij totaal onbekend is, wilde ik vragen om enige opheldering. Het metaal is verguld koper. De tekening is op ware grootte. De stippeltjes op kant A betekenen onleesbare tekst (onderaan en op de sokkel). Gevonden te Wilhelminaoord (Maatschappij van Weldadigheid) op de grens Friesland-Drenthe.
A. Lankman
Het door u gevondene is een medaillon. Op de tekst, die u h ier tekende, staat vermeld in het Latijn: HOLLANDIA PROCLAN. Dit moet zijn: HOLLANDIA PROCLAMATA. Dit betekent: UItgevaardigd in Holland. De betekenis van GlADlUS DOMINI ET GEDEONIS is: Zwaard van de heer en Gideon. Op de achterzijde: WILH. CAR. HEN. FRISO. PRINC. NASS. ET. AK. Opvallend is het ontbreken van de punt achter AK, misschien is het woord langer geweest. De vertaling is nu als volgt: WILHELNnJSCAROLUS HENDRIKUS FRISO PRINS VAN NASSAU EN .... ? Hier plaats ik een vraagteken. Het lijkt mij een medaille voor betoonde moed. Misschien kan het Munt en Penningenkabinet uitkomst geven als u hem daarheen stuurt.
Geachte redactie, Ik heb al bij verschillende adressen gevraagd, of ze iets over mijn gevonden voorwerpen kunnen vertellen, maar helaas, geen succes. Het gaat om 3 voorwerp:m.
Voorwerp I: heb ik in mijn gemeente gevonden op
een hooggelegen akker, Romeins. Het gaat hier om een bepaald dier. Het heeft het lichaam van een hond, de neus van een varken en de kop van een leeuw. Volgens mij heeft hij een vis in de bek.
Voorwerp 2: hier valt niet veel over te vertellen. Het is gemaakt van koper.
~
ÁoN~
[)
~
Voorwerp 3 heeft 6 zijden en is ergens op bevestigd geweest. Alle voorwerpen zijn getekend op ware grootte. Ik hoop, dat u mij kunt vertellen waar ze gebruikt zijn en hoe oud ze zijn. Met vriendelijke groet, Mark Vermeulen Ravenstein
Beste Mark, Ik hoop, dat je begrijpt, dat ik eigenlijk te weinig gegevens heb. Daar heb ik in het vorige nummer al een stukje over geschreven. Ik vemlOed, dat voorwerp 1 een sierspeld is. De afbeelding is van een fabeldier, de datering is de 18e eeuw. In die periode kwamen verschillende soorten fabelspeldjes voor. Voorwerp 2 is de kern van een 1ge-eeuwse knoop, hierop werd de stof
bevestigd. Dit is alleen zo als het voorwerp echt van koper is. Als het van lood is, wordt het een ander verhaal. In dat geval is het een zogenaanld snorrebot. Door de twee gaatjes kwam een touwtje van ongeveer 50 cm. Het touwtje nam men in beide handen, de snorre kwanl in het midden te hangen en door de snorre rond te draaien en gelijktijdig aan het touwtje te trekken, maakte het een snorrend geluid. De datering is dan de 16e en 17e eeuw. Voorwerp 3 is naar alle waarschijnlijkheid van lood. Als eT een gaatje midden doorheen zit, is dit een spinsteentje. Zelf heb ik een zeskantige. Het zou ook een loden gewichtje kunnen zijn. Dit zijn enkele mogelijkheden, meer kan ik er door de swnmiere gegevens niet van zeggen.
Geachte redactie,
2 Dit betreft een bronzen voorwerpje, wat vermoedelijk aan een houten steel bevestigd heeft gezeten. Het is op ware grootte getekend. A is het bovendeel, dit is plat en ongeveer 2 tot 3 mm dik. B is het deel, dat van bovenaf plat uitloopt tot een kokervormig deel Het einde heeft een diameter van 17 mm en is hol. Ook hiervan verneem ik gaarne uit welke tijd het stamt en waarvoor het werd gebruikt.
f
A
(
Hierbij doe ik u I foto en 2 tekeningen van voorwerpen toekomen, waarvan ik gaarne de oorsprong zou willen weten. I Deze foto is van een gouden voorwerpje vol versierseltjes met aan de onderkant een haak met aan het uiteinde een lusje. Dit doet mij denken aan een mantelspeld. De werkelijke grootte is 3 cm hoogte en op het dikste deel I cm. Het lijkt op een bloem. De versierseltjes zijn ongelijk, dus waarschijnlijk met de hand gemaakt. Gaarne verneem ik van u wat de werkelijke functie van dit voorwerp is geweest en uit welke tijd het dateert.
I_magazine I
3 Tenslotte nog een muntje, dat ik niet thuis kan brengen. Op de voorkant is in het middenvlak duidelijk een ster (5 punten) rechts in het midden is duidelijk een zespoot. De achterkant is niet erg duidelijk Het lijkt een
wapen met daarboven een leeuw met zwaard. Ook hiervan graag het jaartal waarin het geslagen is. Dit wordt niet op het muntje vermeld.
4 Nog een vondst. Dit betreft eèn uiterst gave duit voor deze streek. Ik vind hem grote gelijkenis vertonen met de Trasisvlania, maar kan deze toch niet thuis brengen. De voorkant heeft een randversiering en de getoonde letterinscriptie. De achterkant heeft een wapen met een leeuw. De poten van de leeuw steken door de rand van het wapen. Deze leeuw ligt als verdikking op de munt en is er dus niet ingeslagen. Boven de leeuw bevindt zich een kroon met daarin een aantal kruisen en stippen. Deze kant is ook voorzien van randversiering maar in mindere mate.
17e eeuw. Op uw vraag welke functie dit had is een vrij eenvoudig antwoord te geven. Dit werd gebruikt sanlen mer een oog om zo een manrel of jas dichr re houden. Dir type is er ook in een dubbele uitvoering. Gezien er geen goudmerkjes zijn, is deze waarschijnlijk door de plaatselijke g~udsmir gemaakt. Dit type komt vaker in zilver voor. Afbeelding 2 is een looischrapertje om vleesresten van de koeiehuid of andere huid af re schrapen. Deze is re dateren in de 16e eeuw.
mijn akten koffer in een losse zijkant terecht gekomen. Die is, om herhaling te voorkomen, inmiddels gerepareerd. U heeft hier een leuk voorwerpje gevonden. een hangertje van koper met daarop een merel afgebeeld. Het heeft aan een leren riempje gehangen. U kunt dit zien aan het langwerpige oogje. Helaas kan ik niet zeggen of deze geslagen is of gegoten. Als de achterkant vlak is, dan is her gegoten. Oud is het niet. Ik dateer her begin 1ge eeuw.
Afbeelding 4 is een duitje van de stad Stevensweerd. STT. INS. VlA. betekent: Srevensweerd in Vlaanderen. Dit muntje is te dateren 1627-1631.
Geachte redactie,
Onlangs vond ik nog eens een - tot mijn grote ergernis - zeer aangetast muntje in mijn achtertuin. Het betreft een koperen exemplaar. De doorsnede is 2 I mmo Slechts aan één zijde zijn nog enkele letters leesbaar namelijk 4 stubers. Is dit een 16eeeuwse duit? Ik vond nl. enkele Philips II-duitjes in
Dit dunne koperen voorwerp heb ik onlangs gevonden. Kunt u mij vertellen, wat het is? M. Biljardt. Olst
Meinte Sijbesma Zuidhoorn Afbeelding 1 is inderdaad een gouden mamelspeld. Dit type speld kunnen we dateren in het begin van de
Dank, Hans van der Meeren
Besre Hans,
Geachte redactie, Over afbeelding 3 beraden wij ons nog.
de buurt. wellicht kunt u iets meer vertellen over deze munt.
Geachre heer Biljardr, Allereersr mijn . verontschuldigingen aan u, omdat u zo lang op deze dererminatie heeft moeten wachten. Uw brief was in
I_magazine I
Het door jou gevonden muntje, dat zoals bijna alle duiten en kopergeld door de zuren aangetast is, is een 1/4 sruber uir Duitsland. Misschien kun je op de ach rerkanr een adelaar ontdekken, waaronder een letter moer staan van de plaats waar het muntje is geslagen. Het is 17e-eeuws.
INGEZONDEN VOOR "DE VONDST VAN HET JAAR"
MIJN MOOISTE VONDST, IN HET NIEUWE JAAR Na ruim I jaar gezocht te hebben met mijn detector en toch wel heel veel gevonden te hebben, zoals ik al eerder in "Detector Magazine" vermeldde, besloot ik om te proberen toestemming te krijgen om een zeer groot en ,oud gebied, dat in beheer is van een stichting af te zoeken.
Eerst zonder detector. Alleen met lieslaarzen en een schepje ging ik op zoek naar potscherven. Nu, waar ik ook maar een polletje omgooide; potscherven plentie. De volgende dag ging ik al vroeg, nu met detector, op pad om aanwezig te zijn, zodra het licht werd. En echt, na enkele seconden was het al "bingo". Een werkelijk prachtig lakenlood met een dialTIeter van 12 cm, van Amsterdam-staeluit 1601 (was gedateerd). Na verder zoeken; blokgewichten, An1sterdammertjes, kinderspeelgoed (o.a. een loden kikker), een zilveren stuiverstuk nIet ingeslagen stenIpel ( Hol) en nog vele andere munten. Ook vond ik heel veel voorwerpen, die ik niet thuis kan brengen en ter detenninatie aan de redactie zal aanbieden.
A
Voorkant van de gouden gesp
D
it gebied is zo'n 300 ha groot en bevindt zich ongeveer 30 km rond AInsterdam. Dit lukte me, na on tzettend veel moeite gedaan te hebben. Als eerste en enige kreeg ik van de stichting en rentlneester schriftelijke toestenuning, waarluee mijn moeite en tijd dubbel en dwars werden beloond. De eerstkomende jaren ben ik verzekerd van een pracht "stekkie". Ook van de veehouders, die het land pachten, zo'n 40 tot 50 man, heb ik toestemlning, want dat was tevens een voorwaarde. Alhoewel het zoeken de laatste tijd erg belTIoeilijkt werd door de
langdurige regenval, waardoor de weilanden, omdat ze' zo laag liggen, wel meren leken, kon ik het toch niet laten om op onderzoek uit te gaan.
A
Mijn dag was eigenlijk al goed, maar toch besloot ik nog lTIaar een half uurtje te blijven.
Achterkant van de gouden gesp
I_magazine
I
Ik liep (waarom weet ik niet) zo'n 50 meter verder, na eerst 111ijn eerste stekkie herkenbaar te hebben afgebakend, want daar zou ik later verder gaan. Die vijftig lueter verder was luijn geluk. De detector deed zijn werk en ik vond al gauw een zilveren lakstempel en iets verder de mooiste tinnen gespen. Wel 6 in totaal. Ik kon haast niet ophouden, Blaar moest nu wel naar huis. Al zoekend liep ik terug en weer een prachtig signaal. Dat was het laatste besloot ik. Mijn lueter gaf aan, dat het VOOlwerp ongeveer 20 cn1 diep lag, maar ik stond al tot over mijn enkels in het water. Dan maar diep graven, dacht ik. Nadat de pol eruit was en de detector erover ging. . . . niets. Dus het lag in het putje in het water. Met het handapparaat vond ik al snel waar het lag. Ik graaide in het water en had beet. Een prachtig bewerkte, gouden
schoengesp. Na later bleek 22 karaats. De gesp moest volgens de stadsarcheoloog aan een hoog adellijk persoon toebehoord hebbell. De datering is 15701580. In het Historisch Museum Amsterdam zal hij binnenkort re zien zijn op een schoen uit dezelfde eeuw. Met deze vondst, die 3 bij 2 cm is, wil ik graag meedingen naar de vondst van her jaar 1993. Uiteraard, dat begrijpt u, is deze vondst aangemeld bij de sradsarcheoloog van Amsterdam.
Henk Janssen
_ _magazine I
n a v d i l r u u n e t t a m A Word tor
c e t e De D
Wordt nu lid en krijg het nieuwste Detector Magazine om de twee maanden in de bus! Kijk voor meer informatie op www.detectoramateur.nl