Stadswerken
IBUzine is een magazine voor medewerkers en relaties van IBU-Stadsingenieurs en verschijnt enkele malen per jaar in een oplage van 450 stuks
IBUzine Forten Nieuwe Hollandse Waterlinie
Flexibel opstelbare verlichting evenemententerrein Park Transwijk
Nieuwe ontwikkeling levensverwachting bomen
Bijzondere vondst in Molenpark
Nieuwe Gooisebrug primeur!
Klopvaartpark: ecologisch stuk groen in Overvecht
2
3
4
4
5
6
In IBUzine negen zien we een stuk historie van Utrecht met de restauratie van forten in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Daarnaast een staaltje moderne techniek met verplaatsbare verlichting. Ook zijn er ontwikkelingen in de levensverwachting van bomen en is er een bijzondere vondst gedaan in het Molenpark. Utrecht heeft een primeur met de nieuwe Gooisebrug en voordat
N u m m e r
[9] 2009
de column van Dan Bekker aan bod komt, gaan we nog een keer terug naar de Nieuwe Hollandse Waterlinie voor het Klopvaartpark.
Zomer in Utrecht op Lepelenburg
Foto: Willem Mes
IBUzine 9.indd 1
29-6-2009 15:30:17
Forten Nieuwe Hollandse Waterlinie De gemeente Utrecht is eigenaar van acht forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze forten liggen in een halve cirkel ten noorden en oosten van de stad. Eigenaar en beheerder is het team Bijzondere Objecten van de groep Cultuurtechniek van de afdeling Stedelijk Beheer. Deze afdeling maakt onderdeel uit van Stadswerken. Bijzondere Objecten heeft van de gemeenteraad de opdracht gekregen om voor elk van de acht forten een restauratie-, herontwikkelings- en beheerplan te maken. De vakgroep Bouwtechniek en Constructies (BTC) van IBU Stadsingenieurs heeft opdracht gekregen voor de restauratie. Vanuit BTC voeren Jacqueline van Straaten, Wouter den Besten, Vic Besnard en David van Raaij de projectleiding en toezicht van deze restauraties. Verschillende forten zijn geïnspecteerd. Na de inspecties wordt besloten welke werkzaamheden wel en niet worden uitgevoerd. Inmiddels zijn diverse restauraties in volle gang of zelfs al afgerond.
De forten hebben elk een uniek karakter waardoor restauraties geen standaard klus zijn De forten hebben elk een uniek karakter waardoor de restauraties geen standaard klus zijn. De restauraties bestaan vooral uit het metselwerk van de gebouwen en toegangsbruggen. Er is veel
I B Uzin e
IBUzine 9.indd 2
l
onderzoek gedaan naar de juiste stenen en specie vooral ten aanzien van de vorstbestendigheid. De muren van de forten zijn gigantisch dik. Je ziet aan de buitenkant wel welke delen er slecht aan toe zijn maar ook binnen in de muren zitten slechte delen die niet direct zichtbaar zijn. Deze worden ook meegenomen in de restauratie. Verder is, of wordt, alles waterdicht gemaakt. Welke restauratiewerkzaamheden zijn er nu op welk fort: Fort Lunet 1 heeft nu een gerestaureerde toegangsbrug en de noordelijke flank kazemat (bunker) is gerestaureerd. Ook fort Lunet 2 heeft een gerestaureerde toegangsbrug en de houten loods wordt binnenkort gerestaureerd. Op fort Lunet 3 is men bezig met de restauratie van de rechterflank kazemat. Van deze kazemat worden ook de funderingen aangepakt. Bij Fort Lunet 4 is het brugdek van de toegangsbrug vervangen en is er een leuning aan toegevoegd. Alle kazematten zijn geïnspecteerd. Fort Blauwkapel is een dorpje op zich waar IBU Stadsingenieurs een speciale band mee heeft. In 2001 hebben de medewerkers hier geholpen met alle snoeiwerkzaamheden op hun jaarlijkse IBU-dag. De kazerne is gerenoveerd waardoor deze weer verhuurd kan worden. De drie bruggen op het fort zijn vernieuwd. In het wachthuis op het eiland is een vloer vervangen in verband met houtrot en al het metselwerk is aangepakt. Fort De Gagel heeft nieuwe
n um m e r 9
l
p a gina 2
vloeren gekregen in zowel het wachthuis als het hoofdhuis. Ook hier ging het om vloeren die vervangen werden in verband met houtrot. Bij fort De Klop is de toegangsbrug vernieuwd. Na de restauraties van alle forten gaat men kijken welke functies de forten in de toekomst kunnen krijgen. Men is van mening dat de forten in gebruik moeten blijven en, daar waar mogelijk, de forten ook open te stellen voor het publiek. Dit is echter pas mogelijk als de restauraties geheel zijn afgerond. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met één van de projectleiders via
[email protected].
29-6-2009 15:30:41
rechterflank kazemat fort Lunet III
Flexibel opstelbare verlichting evenemententerrein park Transwijk Een deel van park Transwijk wordt regelmatig gebruikt voor evenementen. Door dit deel van het terrein loopt een fietspad. Tijdens evenementen staat een deel van de verlichting van het fietspad in de weg en is er juist op een ander gedeelte van het terrein verlichting nodig. Afdeling Vergunning en Handhaving binnen Stadswerken en wijkbureau Zuidwest
verlichting park Transwijk
hebben Arthur Klink daarom gevraagd of hier geen oplossing voor bedacht kan worden. Arthur is hiermee aan de slag gegaan en uitgekomen op het systeem Pipe Lock. Meestal wordt dit systeem gebruikt voor verkeersborden en paaltjes die regelmatig verplaatst moeten worden. Ben Willemsen heeft het idee verder uitgewerkt dat vervolgens is uitgevoerd.
I B Uzin e
IBUzine 9.indd 3
l
Nu kunnen een aantal lichtmasten langs het fietspad eenvoudig verplaatst worden naar dat deel van het terrein waar zij nodig zijn tijdens evenementen. Als er geen lichtmasten staan, zijn de plekken keurig afgedekt en kunnen weer geopend worden als het nodig is. Voorheen werden bij evenementen de lichtmasten verwijderd wat een hoop kosten met zich meebrengt en vaak het groen eromheen beschadigt. De lichtmasten werden opgeslagen en er was nog steeds geen verlichting op het andere deel van het terrein. Door het nieuwe systeem is dit allemaal
n um m e r 4
opgelost. Deze methode is vrij uniek in Nederland en inmiddels wordt er bij Arthur al geïnformeerd hoe lichtmasten op deze manier geplaatst kunnen worden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Arthur Klink en/of Ben Willemsen via
[email protected].
l p a gina 2
P a gin a
3
29-6-2009 15:31:06
Nieuwe ontwikkelingen levensverwachting bomen Bomen in de stad staan steeds meer onder druk, met name in de binnenstad. Onder andere door een toename van de ondergrondse infrastructuur en verkeersdruk. Daardoor wordt het voor bomen steeds lastiger om gezond te blijven en oud te worden; de vatbaarheid voor ziekten en uitval neemt toe. Utrecht is niet de enige stad die dit probleem kent, het is een landelijk probleem, met name in de grote steden. Apeldoorn De gemeente Utrecht heeft als wens een duurzame boomstructuur te ontwikkelen met bomen die gezond en vitaal zijn. Daarom is het belangrijk dat bomen een goede groeiplaatsinrichting hebben, zodat ze gezond blijven en een goede levensverwachting hebben. Bij bomen in straten en op pleinen met hoge belasting en intensief ruimtegebruik, zoals in het Stationsgebied, blijken extra maatregelen nodig te zijn.
CMT heeft hierin een initiërende rol, in nauw overleg met de andere disciplines waaronder de afdeling Stedelijk Beheer. De eerste projecten waar groeiplaatsconstructies (de zgn. HP Treebox) zullen worden toegepast, is naar verwachting in het Stationsgebied, waaronder de Catharijnesingel en Vredenburg Noord. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Alfons Tanis via
[email protected]
Onlangs is de vakgroep Cultuur- en Milieutechniek (CMT) van IBU Stadsingenieurs samen met collega’s van de afdeling Stedelijk Beheer op bezoek geweest in Amsterdam en Apeldoorn om zich te oriënteren op de toepassing van groeiplaatsconstructies. De ervaring daar is dat boomtechnische constructies de groeiplaatsomstandigheden aanmerkelijk verbeteren. De boom krijgt hierdoor voldoende lucht, water en voedingsstoffen en heeft voldoende ruimte om te wortelen. Hiermee wordt de levensverwachting van een boom sterk verbeterd en is er veel minder kans op ziekte en vroegtijdige uitval van de boom. Daarnaast neemt de kans op wortelopdruk sterk af.
Apeldoorn
Voor Utrecht betekent dit nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden op het gebied van bomen.
Amsterdam
Bijzondere vondst in Molenpark In 2009 wordt een herstart gemaakt met de herinrichting
Projectleider Chris Jentink start de afronding van de uitvoering weer op met een pad naar de voetgangersbrug en een kleine watergang. Bij het bodemonderzoek voorafgaand aan de graafwerkzaamheden wordt puin en vervuiling in de bodem geconstateerd. Frank van Deelen is betrokken bij dit milieukundig onderzoek. Het bodemonderzoek is uitgevoerd door Ingenieursbureau Land. Voordat de uitvoering van de graafwerkzaamheden begint moet een saneringsplan goedgekeurd zijn of een BUS-melding zijn gedaan. Bij dit werk volstaat een BUS-melding. BUS staat voor Besluit Uniforme Saneringen. Dit is een landelijke uniforme regeling voor eenvoudige, gelijksoortige saneringen die in korte tijd afgerond kunnen worden. Ingenieursbureau Land wordt ook bij de uitvoering
van het Molenpark. Dit project valt onder de subsidieregeling ISV2, een regeling om speelvoorzieningen, buurtgroen en aansluitend grijs in de zogenaamde achterstandswijken te verbeteren. Na het vaststellen van het ontwerp via klankbordgroepbijeenkomsten en een inloopavond en het maken van het bestek is de uitvoering in september 2007 van start gegaan. Vanwege nieuwbouwprojecten is de herinrichting een fundering molen Bijgeval
tijd stil gelegd. I B Uzin e
IBUzine 9.indd 4
l
n um m e r 9
l
p a gina 4
29-6-2009 15:31:30
Nieuwe Gooisebrug primeur! De Gooisebrug is een voetgangersbrug over de Leidsche Rijn en verbindt de Rijksstraatweg met de Zandweg ter hoogte van Strijkviertel. De bestaande brug is in slechte staat en moet worden vervangen. Met het ontwerp van de nieuwe brug is extra aandacht geschonken aan onderhoudsarme eigenschappen. De constructie van de brug wordt vervaardigd met een nieuw materiaal op basis van beton, Zeer Hoge Sterkte Beton (ZHSB).
Constructeur Ahmad Gholizadeh: “Het ZHSB kenmerkt zich door een zeer hoge betondruk en treksterkte (voor kenners: B115). Aan het betonmengsel worden staalvezels toegevoegd, waardoor traditionele wapening overbodig is. De doorsnede wordt voorzien van voorspanwapening. Deze zorgt voor een gunstig werkende belasting in de brugdoorsnede. De combinatie ZHSB met voorspanning (zonder traditionele staalwapening) maakt het ontwerp uniek in Nederland.” Door het toepassen van ZHSB is het mogelijk om een slank ontwerp te maken waardoor een lichtere constructie en dus een goedkopere fundering kunnen worden toegepast. Daarnaast is het materiaal zeer
onderhoudsarm; een belangrijk uitgangspunt om dit nieuwe materiaal toe te passen. Ahmad: “Bij het vervaardigen van het betonmengsel wordt gebruik gemaakt van de kennis van de TU-Delft. In een samenwerkingsverband brengt de TU-Delft een advies aan IBU Stadsingenieurs over de samenstelling ven het storten van het ZHSB-mengsel. De bedoeling is dat IBU Stadsingenieurs van de kennis die wordt opgedaan in dit pilotproject ook in de toekomst gebruik kan maken.” Ontwerper Geerte van der Steen: “De nieuwe brug wordt twintig meter lang en 1,30 meter breed, net zoals de bestaande brug. De nieuwe Gooisebrug wordt echter uitgevoerd zonder gebruik van steunpeilers; dit kan door de toepassing van ZHSB. Het ontwerp kenmerkt zich ook door de massieve doorsnede: bij de landhoofden is deze rechthoekig en naar het midden toe T-vormig. De overspanning wordt in één
van de graafwerkzaamheden ingeschakeld om de milieukundige begeleiding te verzorgen. Er is voor het Ingenieursbureau Land gekozen omdat deze over de vereiste certificaten beschikt voor de werkzaamheden. Er lijkt ook een groot stuk grond met puin te liggen op de plek waar de sloot gegraven wordt. In april 2009 start de sanering en bij het graven van de sloot voor het eiland stuit men op metselwerk wat de fundering blijkt te zijn van molen Bijgeval, een houtzaagmolen. De afdeling Archeologie, die niet betrokken is bij het vooronderzoek, wordt er direct bijgehaald. Zij hebben de fundering ter plaatse van de te graven watergang vrij gegraven en veldonderzoek gedaan. Hierna is een stuk
deel aangebracht. Vervolgens worden de leuningen erop geplaatst. Deze zijn gemaakt van RVS, vergelijkbaar met andere bruggen over de Leidsche Rijn. Bij de Gooisebrug worden de stijlen echter op een verlopende afstand geplaatst, het ritme wat hierdoor onstaat refereert naar het krachtenverloop in het betonnen dek.” Naar verwachting gaat de uitvoering van het project in het voorjaar van 2010 van start. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ahmad Gholizadeh en/of Geerte van der Steen via
[email protected].
van de fundering uitgezaagd. Dit stuk is met een kraan verplaatst naar molen De Ster waar het nu te bezichtigen is. Ook in de sloot blijven restanten van de fundering zichtbaar. Alle verontreinigde grond wordt verder afgevoerd en nieuwe klei van de Grondbank van IBU Stadsingenieurs aangevoerd en geplaatst in het park. Daarna ligt niets meer in de weg om het project af te ronden. De bewoners rondom het Molenpark kunnen nu genieten van een prachtig natuureiland in een mooi stukje park mét de fundering van molen Bijgeval. molen Bijgeval Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Chris Jentink en/of Frank van Deelen via
[email protected].
IBUzine 9.indd 5
P a gin a
5
29-6-2009 15:31:35
Klopvaartpark; ecologisch stuk groen in Overvecht De geschiedenis van de Klopvaart gaat
verwijzen naar de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Verder wordt veel nieuwe beplanting aangebracht. Op twee plekken wordt een houten terras aan het water aangelegd. De zichtlijnen door het park en op het water worden hersteld.
terug naar de twaalfde eeuw, toen de watergang gegraven werd ten behoeve van de ontginning van het noordwestelijk veengebied. In de negentiende eeuw kreeg de Klopvaart betekenis als inundatiekanaal in het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tegenwoordig is de Klopvaart met zijn oevers en groenstroken een bijzonder groen lint door de wijk Overvecht en van grote waarde voor diverse planten en dieren. De vaart vormt de ecologische verbinding tussen de Vecht en het Noorderpark. Om de ecologische en recreatieve waarde te versterken, worden de oevers en het park heringericht. Langs de Klopvaart worden ecologische oevers aangebracht en het park zelf wordt voorzien van nieuwe beplanting, extra wandelpaden, banken, houten terrassen enzovoort. De populieren langs de oevers van de Klopdijk zijn voor het grootste gedeelte vervangen door zomereiken. De laatste populieren worden in 2010 vervangen. De oever langs de Klopvaart aan de oostzijde is nu nog een groenstrook met hier en daar bomen
en beplanting. Met subsidie van de provincie wordt het park aantrekkelijker gemaakt. Langs de Klopvaart worden drie ecologische oevers aangebracht. Deze nieuwe oevers zijn ondiepe plekken waar oever- en waterplanten kunnen groeien. Tussen deze planten zetten vissen hun eitjes af. Het water op deze ondiepe plek warmt snel op door de zon. Dit is voor het uitkomen van de eitjes van belang. De jonge visjes kunnen zich tussen de planten goed verstoppen voor roofdieren zoals reigers of andere vissen. De waterkwaliteit verbetert door de ecologische oever; ook vlinders, libellen, vogels en kleine zoogdieren profiteren hiervan.
Het ontwerp is in samenspraak met het Natuur- en Milieuplatform Overvecht en een actieve zelfbeheergroep tot stand gekomen. Tijdens een informatieavond hadden omwonenden de gelegenheid om hun ideeën en suggesties over de plannen te uiten. Onlangs is het definitief ontwerp afgerond. Dit definitieve ontwerp wordt weer aan omwonenden gepresenteerd waarna het bestek kan worden gemaakt. De uitvoering start eind 2009. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bettina Leiss via ibu@ utrecht.nl.
In het park worden extra wandelpaden aangelegd om rondwandelingen mogelijk te maken. Langs de paden komen zitelementen; deze zijn robuust van vorm en
Kleine crisis, grote crisis openbare ruimte. Ook de overige gelden zullen besteed worden aan infrastructurele en herinrichtingsprojecten naar aanleiding van onder meer het actieplan luchtkwaliteit. Het lijkt er dus op dat we straks weer nieuwe inhuurkrachten mogen verwelkomen…
De afgelopen weken hebben we bij IBU Stadsingenieurs afscheid moeten nemen van zo’n 15 inhuurkrachten. Niet omdat ze niet functioneerden, de meesten zijn goede vakmensen en werkten al langer bij ons. Ze namen deel aan groepsuitjes en teambuilding bijeenkomsten. Gewoon collega’s dus eigenlijk, zo voelt dat op den duur. Ze kennen onze manier van werken, onze mores. Maar op het moment dat opdrachtgevers de hand op de knip houden en lopende projecten stil leggen in verband met dreigende bezuinigingen blijkt dat dit niet gewoon collega’s zijn. Het zijn inhuurkrachten en die gaan er het eerst uit als de omzet terugloopt. Dat zijn nu eenmaal de logische consequenties van de regels van ons economisch systeem. En dat is nu eenmaal het lot van inhuurkrachten. Toch is het voor ons op deze schaal een nieuw fenomeen en op individueel niveau een kleine crisis. Inmiddels heeft het college van Burgemeester en Wethouders in Utrecht besloten om aan de ene kant € 75 miljoen incidenteel en € 50 miljoen structureel te bezuinigen (dus de wandelgangen in mijn vorige column hadden gelijk). Het college heeft ook besloten zo’n € 200 miljoen aan investeringen versneld uit te voeren ter bezwering van de financiële crisis (dus de wandelgangen in mijn vorige column hadden gelijk). Hiervan gaat € 20 miljoen naar groot onderhoud projecten in de
I B Uzin e
IBUzine 9.indd 6
l
Ondertussen zijn we met elkaar zo bezig met de kredietcrisis -vermoedelijk omdat de gevolgen daarvan zo dichtbij en op zo’n korte termijn merkbaar zijndat we die andere crisis bijna zouden vergeten: de klimaatcrisis, die ongemakkelijke waarheid, weet je nog wel? Dat is -veel- langere termijn, maar je kunt je afvragen of de gevolgen daarvan niet -veel- groter zijn. Als ik lees: “Wanneer de hele Groenlandse ijskap smelt zal de zeespiegel wereldwijd met gemiddeld 7 meter stijgen. Volledige smelt van de ijskap op Antartica zou nog zorgen voor een aanvullende wereldwijde zeespiegelstijging van 60 meter. Vol-
ledige smelt van Antarctica is echter niet aannemelijk, gezien de goede isolatie van het continent. De westpunt van Antarctica is echter wel gevoelig voor opwarming. Smelt van deze west-Antarctische ijskap kan zorgen voor een zeespiegelstijging van 6 meter.” (http://www.hier.nu/klimaat/zeespiegelstijging.html). Moeten we het in Nederland er niet eens over gaan hebben wat er moet gebeuren mocht dit scenario werkelijkheid worden? Kunnen we tijdig een goede waterkerende civieltechnische oplossing realiseren of is, zoals mijn zoon suggereert, met zijn allen verhuizen naar de Ardennen of de Ardèche een meer realistische oplossing? Moeten we als IBU Stadsingenieurs vast gaan nadenken over Utrecht als drijvende stad? Dat zijn de uitdagingen van de grote crisis. Dan Bekker, hoofd IBU Stadsingenieurs
Colof on Uitgave Gemeente Utrecht, Stadswerken, IBU Stadsingenieurs
Vormgeving Diana van Sloten, IBU Stadsingenieurs Datum Juni 2009 Meer informatie Redactieadres Postbus 8375, 3503 RJ Utrecht Telefoon 030 - 286 43 23 Fax 030 - 286 43 48 E- mail
[email protected] www.ibu.nl Nederland bij 6m zeespiegelstijging; http://flood.firetree.net/?ll=52.0322,4.9219&z=10&m=6
n um m e r 9
l
p a gina 6
Stadsingenieurs
29-6-2009 15:31:43