BIJZONDERE ONTMOETINGEN OVER VLEES Impressies consumentenpanels 1
Werkwijze
Om inzicht in behoeften, zorgen en meningen van consumenten te verdiepen heeft Adviesbureau Schuttelaar & Partners drie bijeenkomsten georganiseerd met 10 tot 15 consumenten. De samenstelling van de groep wisselde per bijeenkomst: I
Grootouders en kleinkinderen
II
Kritische vleeseters en vegetariërs
III
Mensen die vanwege hun geloof selectief vlees eten
Iedere panelbijeenkomst volgde ongeveer hetzelfde programma. Om te beginnen zetten de deelnemers hun eerste gedachten bij veilig vlees (bij de vegetariërs: vlees) op papier. De blaadjes worden telkens doorgegeven zodat de deelnemers kunnen ‘doordenken’ op de opmerkingen van hun voorganger. De opmerkingen op de blaadjes vormen het startpunt van een groepsdiscussie. Vertrouwen, verantwoordelijkheid, productinformatie en vorm van aanbieden zijn in deze discussie belangrijke pijlers. Tenslotte krijgen alle deelnemers het verzoek om een etiket te ontwerpen voor een vleesproduct met de opdracht daarop alle informatie te zetten die zij als consument willen krijgen. Een aantal van deze ingevulde etiketten staan in de bijlage. Per groep verschilt de invalshoek. Bij grootouders en kleinkinderen is vooral gelet op de tegenstellingen vroeger – nu en oud – jong. De kritische vleeseters en vegetariërs hebben extra aandacht besteed aan beweegredenen voor hun kritische houding. Bij de groep met mensen die vanwege hun geloof selectief vlees eten is ingegaan op hoe ze het goede vlees selecteren. Vanwege de verschillende invalshoeken zijn er accentverschillen in de uiteindelijke rapportages. Van de bijeenkomsten is een videocompilatie gemaakt ter illustratie. Deze wordt vertoond op 18 april tijdens de eerste bijeenkomst van het Consumentenplatform. 2
Grootouders en kleinkinderen
Grootouders en kleinkinderen praatten op 19 maart 2002 over hun perceptie van vlees, hun zorgen en wensen en hun eetgewoonten. Jongeren, opgegroeid in een tijd waarin vlees uit alle werelddelen afkomstig is, met McDonalds, kant-enklaarmaaltijden, MKZ en BSE. Ouderen (65+), die ‘vroeger’ nog wisten van welke boer hun biefstuk kwam, uren besteedden aan de bereiding van sudderlapjes en niet stilstonden bij Salmonella in kip. Alle deelnemers wonen in Gorinchem, een groot deel van de ouderen woonde vroeger in één van de dorpen daar omheen. Constateringen !"
De deelnemers zijn van mening dat iedere dag vlees eten niet gezond is.
!"
In de huishoudens van de deelnemers verwachten met name mannelijke gezinsleden vlees bij het eten.
!"
De deelnemers kennen het begrip ‘biologisch’ en het PVE-IKB keurmerk nauwelijks.
!"
De soort vlees (vooral de smaak) bepaalt de keuze. Daarna kijken ze naar de houdbaarheid.
!"
Ze verwachten dat er meer keuze komt in vleessoorten (krokodil, struisvogel, kangaroe).
!"
De deelnemers kennen termen als Salmonella en clenbuterol. Allen weten dat ze bij de bereiding van kip de handen moeten wassen, een schoon mes en een schone plank moeten gebruiken. “Een koe is een koe, wat is daar biologisch aan?”
2
Vertrouwen !"
De deelnemers twijfelen of producenten (van boer tot uitbeenderij) zich houden aan afspraken en systemen zoals Identificatie & Registratie.
!"
Ze willen zich ook niet teveel afvragen: een gevoel van veiligheid is belangrijk. “Vroeger wist de slager precies van welke boer het vlees kwam,
maar tegenwoordig krijgen supermarkten het aangeleverd van allerlei slachterijen. Daarom weten ze niets meer.” Controle !"
De Consumentenbond moet grote misstanden opsporen (geen reguliere controles).
!"
De overheid is als enige onpartijdig. Zij moet neutrale en eenvoudige informatie aan burgers verstrekken.
!"
Consumenten moeten met een begrijpelijk overzicht inzicht kunnen krijgen in de rapportages van keurmeesters. “Maar ’t blijft geheim, dus je weet niet of het echt gebeurt.”
Informatie vergaren !"
De deelnemers vragen slagers vooral om bereidingstips. Ze willen deze tips ook graag op het etiket.
!"
De meeste deelnemers vinden land van herkomst belangrijk, vlees uit Engeland zouden ze bijvoorbeeld niet eten.
!"
De meeste vrouwelijke deelnemers kijken naar kookprogramma’s op televisie, vanwege de humor en de recepten.
!"
Als er iets mis is met het vlees, weet bijna niemand van de deelnemers waar hij/zij naar toe moet gaan. De meesten zouden teruggaan naar de winkel. “Als je weet wat je echt eet, koop je het niet meer.”
3
Stel dat je met een code op het etiket via internet kunt achterhalen van welke boerderij het stukje vlees afkomstig is, zou je dat dan doen? !"
De deelnemers zijn verdeeld.
!"
Sommigen doen het niet omdat het teveel moeite is.
!"
Anderen doen het wel omdat ze daarmee denken invloed te hebben op de kwaliteit en herkomst van het vlees.
!"
Enkelen vragen zich af hoe de slager die code moet zetten. Met een potlood op het stukje vlees? “Lijkt me niks. Kom je thuis, moet je moeilijk doen met internet en dan blijkt dat je ’t vlees onveilig vindt.”
De verschillen !"
Grootouders weten dat vlees eten niet zomaar goed is: ongezond (vet), onveilig (Salmonella, veecrises), vis is beter. Sommige willen het minder eten, anderen doen dat ook echt.
!"
De kleinkinderen denken dat veel vlees hormonen bevat, dat het steeds onveiliger zal worden, maar eten het toch. “Ik vind het gewoon lekker”.
!"
Grootouders handelen meer vanuit gewoonte (“Het hoort nu eenmaal zo”), terwijl de kleinkinderen meer experimenteren (struisvogelbiefstuk, vegetarisch).
!"
Grootouders denken na en mee over omstandigheden waaronder zij het vlees (nog) meer zouden vertrouwen, kleinkinderen interesseert dat niet: als de overheid het toestaat, zal het wel goed zijn.
Wensen !"
Heldere informatie over rapportages van Keuringsdienst van Waren.
!"
Meer praktische informatie (niet dom gehouden worden).
4
3
Kritische vleeseters en vegetariërs
Bijna 10% van de Nederlandse bevolking eet bewust weinig of geen vlees. Zij hebben daarvoor verschillende redenen, die kunnen variëren van dierenwelzijn tot vlees niet smakelijk vinden. Op 21 maart praatten kritische vleeseters en vegetariërs met elkaar over hun beweegredenen, hun zorgen en hun wensen. Waarom eten ze nauwelijks of geen vlees? Zijn er omstandigheden denkbaar die tot een andere keuze zouden leiden? Kenmerken groep !"
De deelnemers zijn goed geïnformeerd. Biologisch en scharrel kunnen ze goed definiëren, van BSE en MKZ weten ze veel.
!"
Als er kinderen in het gezin zijn, komt er vaker vlees op tafel. Soms onder druk van grootouders.
!"
De deelnemers vinden dat er eenvoudige en eerlijke informatie moet komen, met meer aandacht voor het transport van het dier, de milieukosten en het dierenwelzijn.
!"
Dierenwelzijn is reden nummer 1 om kritisch tegenover vleesconsumptie te staan. Daarna komen duurzaamheidkosten en het wereldvoedselvraagstuk.
!"
Enkele kritische vleeseters zijn van mening dat je een beperkte hoeveelheid vlees nodig hebt.
!"
De kritische vleeseters kiezen eerder voor een kleiner stukje duurder biologisch of scharrelvlees dan voor veel vlees.
!"
Sommige vegetariërs zijn fel tegen vlees eten: ‘je mag alleen vlees eten als je ook zelf het dier kunt slachten’. “Er bestaan geen scharrelschoenverkopers. Als er biologisch vlees is, is er ook biologische huid voor schoenen.”
5
Informatie vergaren !"
Alle deelnemers lezen etiketten, vooral om te kijken of er dierlijke ingrediënten in de producten zijn verwerkt.
!"
De deelnemers vertrouwen de informatie op het etiket.
!"
De meeste deelnemers noemen land van herkomst, aspecten van dierenwelzijn en duurzaamheid als onderwerpen waar ze meer over willen weten.
!"
Vleesetende consumenten moeten volgens de vegetariërs zoveel mogelijk informatie krijgen over alle aspecten van vlees, zodat ook zij bewuster kunnen kiezen.
!"
De deelnemers denken dat consumenten steeds meer informatie zoeken via internet.
!"
Je kunt niet alles weten of op het etiket zetten: een keurmerk biedt daarom uitkomst. “Ze moeten mensen bombarderen met informatie.”
Stel je kunt met een streepjescode via internet informatie over het product achterhalen, zou u dat dan doen? !"
De deelnemers hebben hierbij verschillende gevoelens.
!"
Sommigen zien de koe liever niet, omdat ze dat zielig vinden.
!"
Anderen vinden het een goed idee en vinden dat je dan ook informatie over de ‘vervelende’ kanten van vlees moet geven. “Ik vind dat ze dan beelden van het slachthuis moeten laten zien.”
Rol van de overheid !"
De deelnemers geloven niet in marktwerking alleen.
!"
De overheid moet strikte wetgeving opstellen, met sancties.
!"
De deelnemers realiseren zich dat de wereldhandel en de positie van Nederland daarin (als grote vleesproducent) een rol speelt.
“Het grootste probleem is, dat scharrelvlees gigantisch veel duurder is.”
6
Wensen !"
Een keurmerk met verschillende gradaties voor dier- en milieuvriendelijkheid.
!"
Een onafhankelijke instantie voor de controle van en voorlichting over vlees.
!"
Verstrekken van subsidies om biologische landbouw te versterken.
!"
Mensen bombarderen met informatie (bijvoorbeeld om hen de betekenis van scharrel en biologisch, en de milieukosten van een stuk vlees uit te leggen).
4
Selectief vlees eten vanwege geloof
Vanwege een geloofsovertuiging halal of kosjer vlees eten, benadrukt andere aspecten van vleesconsumptie. Mensen afkomstig uit de islamitische en joodse gemeenschap praatten op 26 maart met elkaar over hun beleving, hun eisen en wensen. Welke problemen ervaren zij in Nederland? Bij bewerkte en samengestelde producten zijn ingrediënten vaak moeilijk te achterhalen. Op welke wijze proberen zij informatie te achterhalen, welke bronnen vertrouwen ze en wat zou volgens hen kunnen verbeteren? Kenmerken groep !"
Alle deelnemers zijn op de hoogte van de eisen die hun geloof stelt aan hun vlees. De meesten houden zich hier, voor zover ze het kunnen nagaan, aan.
!"
Ze zijn redelijk goed bekend met begrippen als biologisch en scharrel.
!"
Zodra islamitische vrouwen trouwen en kinderen krijgen, worden zij traditioneler en houden zich strikter vast aan de regels die het geloof stelt.
!"
De Joodse deelnemers zijn goed geïnformeerd over zaken als gelatine (bijv. in drop) en stremsel van kalfsmaag (in kaas).
!"
Zij halen hun informatie voornamelijk uit het boekje dat het Opperrabbinaat jaarlijks uitgeeft.
!"
De Islamitische deelnemers lijkt zo’n boekje met duidelijke voorschriften ook wel handig. “Voor de veiligheid ben je zelf verantwoordelijk.”
Informatie vergaren !"
Land van herkomst vinden veel deelnemers belangrijk: ‘als het uit Engeland komt, dan koop ik het niet. En door de Belgen wordt je ook belazerd’.
7
“Het Opperrabinaat brengt jaarlijks een boekje uit met alle producten die kosjer zijn.” Oh, dat lijkt me ook wel handig voor de halalproducten’ Vertrouwen en verantwoordelijkheid !"
De deelnemers stellen kosjer of halal vlees als enig criterium. Aspecten als voedselveiligheid en hygiëne vloeien vanzelfsprekend hieruit voort.
!"
De deelnemers stellen groot vertrouwen in de halal-slager (en het Opperrabbinaat).
!"
De eerste verantwoordelijkheid ligt bij de consument om het juiste vlees (halal, kosjer) te kopen. De slager heeft de verantwoordelijkheid dat het inderdaad halal of kosjer is. Volgens de Islamitische deelnemers speelt het geweten van de slager een grote rol, de Joodse deelnemers vertrouwen het Opperrabbinaat.
!"
De verantwoordelijkheid van de overheid komt op de derde plaats.
!"
Ziektes als MKZ en BSE houdt de deelnemers weinig bezig, in sommige gevallen omdat men meent dat die ‘onze dieren’ niet kunnen treffen.
!"
Voor het welzijn van het dier gaat de aandacht vooral uit naar de periode vlak voor en tijdens het slachten en veel minder naar het houden van de dieren. “De slager vertrouw ik meer dan de supermarkt.”
Stel dat u met een streepjescode in de supermarkt meer informatie kunt achterhalen over de ingrediënten van koekjes, zou u dat dan doen? !"
De levensmiddelenetikettering op bijvoorbeeld koekjes is niet afgestemd op de voedingspatronen van halal/kosjer. Zo staat er wel dierlijk vet, maar niet van welk dier.
!"
Voor de meeste mensen zou een digitale zuil in de supermarkt een uitkomst zijn. “In de winkel zoeken, zou ik wel doen kan ik ook meteen kijken naar de toevoegingen en E-nummers”
Wensen !"
Men wil meer halal voedsel in supermarkten (bijv. kant en klaarmaaltijden), bij McDonalds en in schoolkantines.
8
!"
Kosjer voedsel moet goedkoper zijn.
!"
Een halalkeurmerk.
!"
Meer informatie over de ingrediënten, bijv. welk soort dierlijk vet. Liefst op het etiket, maar via internet is ook handig. “Een verbod op ritueel slachten vanuit de Nederlandse regering zou voor de multiculturele samenleving een ramp zijn.”
9